6266/1/17 REV 1 asd/DAU/fb 1 DG B 1C Voor de delegaties gaan

Download Report

Transcript 6266/1/17 REV 1 asd/DAU/fb 1 DG B 1C Voor de delegaties gaan

Raad van de
Europese Unie
Brussel, 1 maart 2017
(OR. en)
6266/1/17
REV 1
SOC 88
EMPL 58
ECOFIN 88
EDUC 43
NOTA
van:
aan:
het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)
Raad
nr. vorig doc.:
5927/17 SOC 64 EMPL 45 ECOFIN 67 EDUC 34
Betreft:
De jaarlijkse groeianalyse en het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid voor 2017: Politieke sturing inzake werkgelegenheidsbeleid
en sociaal beleid
- Ontwerpconclusies van de Raad
Voor de delegaties gaan hierbij de in hoofde genoemde ontwerpconclusies van de Raad, die door
het Comité voor de werkgelegenheid en het Comité voor sociale bescherming gezamenlijk zijn
opgesteld. Deze conclusies zijn op 16 februari 2017 voorgelegd aan de Groep sociale vraagstukken.
De Hongaarse delegatie handhaaft een voorbehoud bij punt 9.
Het Comité van permanente vertegenwoordigers beveelt de Raad aan deze conclusies aan te nemen
tijdens de zitting van de Raad Epsco op 3 maart 2017.
6266/1/17 REV 1
asd/DAU/fb
DG B 1C
1
NL
BIJLAGE
De jaarlijkse groeianalyse en het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid voor 2017:
politieke sturing inzake werkgelegenheidsbeleid en sociaal beleid
Ontwerpconclusies van de Raad
OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:
1.
De werkgelegenheid en de sociale situatie in de EU zijn verbeterd tegen een achtergrond van
een gematigd en steeds arbeidsintensiever economisch herstel. In bijna alle lidstaten is er
economische groei, hoewel er duidelijke verschillen blijven bestaan.
2.
Het werkloosheidspercentage in de EU bedroeg 8,3% in oktober 2016, het laagste niveau
sinds 2009. Ook bleven de jeugdwerkloosheid en de langdurige werkloosheid afnemen.
Ondanks de positieve trend blijven ze toch alle drie onrustbarend hoog in een aantal lidstaten.
Niettemin bedroeg de arbeidsparticipatie in de leeftijdsgroep 20-64 jaar 71,1% in het tweede
kwartaal van 2016, wat voor het eerst hoger was dan het niveau van 2008. Als we ons inzetten
om deze positieve trend te bestendigen, kan de doelstelling van de Europa 2020-strategie van
een arbeidsparticipatie van 75% voor mannen en vrouwen tegen 2020 binnen bereik zijn.
3.
De inkomens van huishoudens zijn in 2015 in veel lidstaten blijven stijgen, vooral als gevolg
van toegenomen economische activiteit en verbeterde arbeidsmarktomstandigheden. Het
totale aantal mensen dat risico loopt op armoede of sociale uitsluiting in de EU begint af te
nemen; het nadert het niveau van 2008, maar blijft erg hoog, nl. 118 miljoen mensen of 23,7%
van de totale bevolking in 2015; er is veel achterstand in te lopen om de doelstelling van de
Europa 2020-strategie inzake armoede en sociale uitsluiting te halen. Kinderarmoede blijft
een groot probleem: 26,1 miljoen kinderen in de EU28 lopen risico op armoede of sociale
uitsluiting.
6266/1/17 REV 1
BIJLAGE
asd/DAU/fb
DG B 1C
2
NL
4.
De inkomensongelijkheid is over het algemeen groot, met aanzienlijke verschillen tussen de
verschillende lidstaten van de EU. Hoge niveaus van ongelijkheid kunnen de output van de
economie en het potentieel voor duurzame en inclusieve groei verminderen.
HET VOLGENDE BENADRUKKEND:
5.
Er is geen ruimte voor zelfgenoegzaamheid en er moet worden gestreefd naar opwaartse
convergentie van werkgelegenheid en sociale resultaten. Derhalve is er krachtige steun voor
de continuïteit in de beleidsprioriteiten als geformuleerd in de jaarlijkse groeianalyse 2017
van de Commissie, waarin de nadruk blijft liggen op de heilzame driehoek van stimulering
van investeringen, doorvoering van structurele hervormingen en verantwoord begrotingsbeleid.
6.
De rol van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid bij het in kaart brengen van de
arbeidsmarkt en de sociale uitdagingen is versterkt en heeft ertoe bijgedragen dat de politiek
de bevindingen ervan overneemt.
7.
Het verder versterken van sociale en werkgelegenheidsaspecten in het hele najaarspakket, dat
de start van het Europees Semester 2017 inluidt, wordt sterk toegejuicht.
8.
De nadruk op investeren in het algemeen en duurzaam sociaal investeren in het bijzonder
wordt als positief beschouwd. Dit gaat gepaard met het besef dat meer actie nodig is om
jeugdwerkloosheid en langdurige werkloosheid aan te pakken, en ondersteuning te bieden op
het vlak van het scheppen van banen, arbeidsmarktparticipatie (vooral voor vrouwen), het
ontwikkelen van de juiste vaardigheden en de toegang tot kwalitatieve gezondheidszorg en
sociale dienstverlening, in het bijzonder kinderopvang en zorgdiensten voor andere hulpbehoevenden. Een passend evenwicht tussen algemene en specifieke benaderingen van de
sociale bescherming moet worden gehandhaafd.
9.
De impact van de grote instroom van vluchtelingen op de werkgelegenheid en de socialebeschermingsstelsels in de lidstaten varieert en moet worden gemonitord. Een snelle en
effectieve integratie van de nieuwkomers in de samenleving en op de arbeidsmarkt is
belangrijk voor de samenhang en de welvaart van de EU.
6266/1/17 REV 1
BIJLAGE
asd/DAU/fb
DG B 1C
3
NL
10.
De globalisering, demografische veranderingen, en technologische en ecologische
ontwikkelingen zorgen voor uitdagingen en mogelijkheden op het vlak van banengroei, de
structuur en de kwaliteit van banen, arbeidsomstandigheden en sociale inclusie. In dit verband
wordt het ontwikkelen van vaardigheden en het investeren in menselijk kapitaal als uiterst
belangrijk beschouwd, zodat iedereen dezelfde slaagkans op de arbeidsmarkt krijgt.
Werkgelegenheidsbeleid en sociaal beleid moeten inspelen op de ontwikkeling van nieuwe
bedrijfsmodellen en nieuwe vormen van werk.
Op basis van de jaarlijkse groeianalyse en het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid zijn de
volgende oriëntaties op het gebied van werkgelegenheids- en sociaal beleid van belang:
Ondersteuning voor het scheppen van banen, arbeidskwaliteit en arbeidsmarktparticipatie
11.
Het scheppen van banen moet een cruciaal aandachtspunt bij de hervormingen blijven, en
tezelfdertijd moet sterker worden ingezet op het bevorderen van de creatie van hoogwaardige
banen (waaronder nieuwe vormen van werk), het opheffen van de belemmeringen voor
arbeidsmarktparticipatie, het terugdringen van de segmentering op de arbeidsmarkt, het
aanpakken van armoede onder werkenden en het bestrijden van zwartwerk, het vergemakkelijken van overgangen, en het geven van passende inkomenssteun en kwaliteitsvolle
diensten voor activering en ondersteuning. Flexibele en betrouwbare contractuele regelingen,
een doeltreffend actief arbeidsmarktbeleid en alomvattende strategieën voor een leven lang
leren, kunnen bijdragen tot het bestrijden van werkloosheid, banengroei bevorderen en de
arbeidsmarkten helpen zich aan de veranderende economische omstandigheden aan te passen.
12.
Dat de lonen meebewogen met de productiviteit is positief geweest voor een evenwichtige
groei in de landen zelf en binnen de eurozone als geheel. Loonvormingsmechanismen moeten
doeltreffend zijn en zowel bijdragen tot nieuwe banen als leiden tot daadwerkelijke inkomensstijgingen, met inachtneming van de nationale praktijken en de rol van de sociale partners.
6266/1/17 REV 1
BIJLAGE
asd/DAU/fb
DG B 1C
4
NL
13.
De rol van belastings- en uitkeringsstelsels moet worden benut om het aantal negatieve
prikkels om aan het werk te gaan te verminderen en het nettoloon te verhogen, vooral voor
laagbetaalde werknemers, en de belasting te verlagen ter ondersteuning van de werkgelegenheid. Een lagere en goed opgezette belasting op arbeid kan de werkgelegenheid stimuleren en
tevens ongelijkheden verminderen, met inachtneming van de bevoegdheid van de lidstaten
voor belastingzaken en rekening houdend met de belangrijke aspecten van sociale uitkeringen
en structurele verschillen in de socialebeschermingsstelsels tussen de lidstaten.
Verdere inspanningen om de jeugd- en langdurige werkloosheid aan te pakken
14.
De jongerengarantie en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief van de EU hebben hun nut
bewezen als stimulans voor structurele hervormingen, maar de lidstaten moeten zich
onverminderd blijven inspannen om jeugdwerkloosheid aan te pakken, met name in de regio’s
die dat het hardst nodig hebben. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de arbeidsmarktinstellingen, met name de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, de nodige capaciteit
hebben om de jongerengarantie volledig ten uitvoer te leggen. De structurele samenwerking
met de onderwijs- en de socialebeschermingsstelsels moet verder worden versterkt en er moet
meer rekening worden gehouden met de diversiteit binnen de populatie NEET-jongeren (die
niet naar school gaan, geen werk hebben en geen stage lopen), in het bijzonder degenen die
het moeilijkst te bereiken zijn.
15.
Langdurige werkloosheid maakt nog steeds bijna 50% uit van de totale werkloosheid in
sommige regio’s, met negatieve gevolgen in de vorm van verminderde vaardigheden, een
zwakkere band met de arbeidsmarkt en een hoger risico op armoede en sociale uitsluiting.
Het aanpakken van de grote uitdagingen op het vlak van langdurige werkloosheid en de
tenuitvoerlegging van de aanbeveling van de Raad betreffende de integratie van langdurig
werklozen zouden een prioriteit voor de lidstaten moeten blijven en moeten leiden tot
geïndividualiseerde steun en een betere coördinatie tussen de diensten voor arbeidsvoorziening en andere actoren.
6266/1/17 REV 1
BIJLAGE
asd/DAU/fb
DG B 1C
5
NL
Verbetering van de arbeidsmarktresultaten van vrouwen en het dichten van de loonkloof tussen
mannen en vrouwen
16.
Er is behoefte aan maatregelen om het evenwicht tussen werk en privéleven voor mannen en
vrouwen in de beleidsvorming op te nemen, onder meer door te zorgen voor toegang tot
betaalbare en kwaliteitsvolle kinderopvang en zorgverlening voor andere hulpbehoevenden,
doeltreffende verlofregelingen en flexibele arbeidsregelingen, en aan maatregelen om
negatieve prikkels van het belasting- en uitkeringsstelsel voor tweeverdieners te vermijden.
Meer aandacht moet gaan naar de loon- en de pensioendekkingskloof tussen mannen en
vrouwen en de genderverschillen op het gebied van armoede en sociale uitsluiting, en er moet
meer worden gedaan om die verschillen te verkleinen.
Moderne onderwijs- en opleidingssystemen voor doeltreffende vaardighedenontwikkeling en
bijscholing
17.
Goed functionerende, flexibele arbeidsmarkten vereisen vaardigheden die niet alleen
beantwoorden aan de huidige vraag op de arbeidsmarkt, maar ook verdere ontwikkeling
mogelijk maken, met name in de context van toenemende tekorten op de arbeidsmarkt.
Overeenkomstig de nieuwe vaardighedenagenda voor Europa moeten hervormingen gericht
zijn op het duurzaam investeren in vaardighedenontwikkeling bij jongeren en volwassenen,
gaande van basisvaardigheden in rekenen, lezen en schrijven, tot financiële, zakelijke, groene
en digitale vaardigheden, een betere afstemming van vaardigheden op de noden van de
arbeidsmarkt (waaronder een betere prognose van de vaardighedenbehoeften), en het
aanboren van het potentieel van kwaliteitsvol werkplekleren. De verbetering van beroepsonderwijs en beroepsopleidingen, onder meer door het bevorderen van flexibele leertrajecten,
zou mensen moeten helpen hun leven lang de juiste overdraagbare vaardigheden te
ontwikkelen.
Bevordering van adequate en houdbare socialebeschermingsstelsels, met de nadruk op sociale
investeringen en sociale inclusie
18.
De lidstaten moeten zorgen voor doeltreffende, efficiënte en passende sociale bescherming, in
elke fase van iemands leven, met het oog op het behoud van de levensstandaard en het
voorkomen van armoede en ongelijkheid.
6266/1/17 REV 1
BIJLAGE
asd/DAU/fb
DG B 1C
6
NL
19.
Het nastreven van inclusiviteit vraagt om een op alle niveaus grotere bewustwording van het
herverdelingseffect van beleidsmaatregelen en hervormingen. De opzet van het onderwijs, de
arbeidsmarkt, de gezondheidszorg en de sociale bescherming moet gericht zijn op een grotere
sociale participatie van iedereen. Op het gebied van belasting- en uitkeringsstelsels, loonvaststelling, onderwijs, vaardigheden, sociale diensten en gezondheidszorg kan een
gecoördineerd en doeltreffend optreden ongelijkheden verminderen en de gelijkheid van
kansen bevorderen. Hoge niveaus van ongelijkheid kunnen namelijk ten koste gaan van de
economische output, de mogelijkheden voor duurzame groei en het algehele concurrentievermogen van de EU.
20.
Beleidshervormingen op basis van een actief inclusiebeleid, gecombineerd met toereikende
inkomenssteun, kwalitatief hoogwaardige sociale diensten die activerend en voorwaardenscheppend zijn, en ondersteuning bij (re)integratie op de arbeidsmarkt, blijven belangrijk en
zijn doeltreffende en duurzame middelen om armoede en sociale uitsluiting te bestrijden.
Daaronder vallen mede het waarborgen van de toereikendheid, dekking en invoering van
uitkeringsregelingen, grotere inspanningen om geïntegreerde en geïndividualiseerde diensten
te leveren en sterkere prikkels om te werken.
21.
Om de armoede onder kinderen terug te dringen en de cirkel van armoede en sociale
uitsluiting van generatie op generatie te doorbreken, is er behoefte aan geïntegreerde
strategieën die preventie en ondersteuning combineren. Deze strategieën dienen ouders te
ondersteunen bij hun toegang tot de arbeidsmarkt en preventieve benaderingen te versterken
door vroege interventie en verhoogde steun aan gezinnen.
22.
Hervormingen in de gezondheidszorg moeten universele toegang verschaffen tot tijdige,
kwalitatief hoogwaardige, patiëntgerichte gezondheidszorg, waarbij moet worden gezorgd
voor adequate en duurzame financiering en ten volle gebruik moet worden gemaakt van
kostenefficiënte innovaties en technologische ontwikkelingen, en een voldoende aantal
werknemers. Noodzakelijke gezondheidszorg mag niet leiden tot armoede of financiële druk
en de positieve bijdrage van de gezondheidszorgsystemen tot de gezondheid van de bevolking
en de economische welvaart moet worden ondersteund. Er moet meer aandacht worden
besteed aan preventie.
6266/1/17 REV 1
BIJLAGE
asd/DAU/fb
DG B 1C
7
NL
23.
Bij hervormingen in de langdurige zorg dient te worden gestreefd naar duurzaamheid en
toegang tot adequate, betaalbare en hoogwaardige langdurige zorg, met een grotere nadruk op
preventie. Dit kan een verschuiving betekenen van een overwegend reactieve naar een steeds
proactievere beleidsbenadering en een impuls geven aan doeltreffende en kwalitatief
hoogwaardige langdurige zorg, en integratie van de gezondheidszorg- en de socialedienstverleningsaspecten van langdurige zorg impliceren. Sociale innovatie in de langdurige
zorgverlening moet worden aangemoedigd.
24.
Het opvangen van de gevolgen van de vergrijzing en het bevorderen van een langer werkzaam
leven hebben de afgelopen jaren aanleiding gegeven tot uitgebreide pensioenhervormingen.
Deze inspanningen moeten worden voortgezet, maar er moet meer worden gedaan om de
toereikendheid van toekomstige pensioenen te waarborgen, met behoud van budgettaire
houdbaarheid. Het terugdringen van de werkloosheid en het bevorderen van een langere
aanwezigheid op de arbeidsmarkt, onder meer door middel van een geschikt beleid inzake
evenwicht tussen werk en privéleven en de modernisering van de werkomgeving vanuit het
oogpunt van gezondheid en veiligheid, zullen in de toekomst van cruciaal belang zijn voor de
houdbaarheid en toereikendheid van pensioenuitkeringen. Aanvullende pensioenen en andere
pensioenspaarregelingen kunnen in sommige lidstaten ook een positieve rol spelen.
Zorgen voor een doeltreffende sociale dialoog
25.
Een doeltreffende sociale dialoog met respect voor nationale praktijken en omstandigheden is
van cruciaal belang voor eerlijkere en efficiëntere hervormingen en een grotere verantwoordelijkheid inzake beleidsvorming.
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE ROEPT DE LIDSTATEN ERTOE OP:
26.
De prioriteiten van de jaarlijkse groeianalyse, het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid voor 2017 en deze Raadsconclusies te verwerken in hun nationale hervormingsprogramma's, en het beleid uit te voeren dat nodig is om gevolg te geven aan de landenspecifieke aanbevelingen voor 2016.
27.
Zich meer in te spannen voor de verwezenlijking van de Europa 2020-werkgelegenheidsdoelstelling van een arbeidsparticipatie van mannen en vrouwen van 75% en de Europa 2020doelstelling inzake armoede en sociale uitsluiting om uiterlijk in 2020 het aantal mensen dat
risico op armoede en sociale uitsluiting loopt, met ten minste 20 miljoen te verminderen.
6266/1/17 REV 1
BIJLAGE
asd/DAU/fb
DG B 1C
8
NL
28.
De nationale parlementen, de sociale partners en het maatschappelijk middenveld ook in de
toekomst, en zo nodig intensiever, bij de procedures van het Europees Semester op nationaal
niveau te betrekken en rekening te houden met de belangrijkste boodschappen uit de evaluatie
van het Comité voor de werkgelegenheid 2016 over de betrokkenheid van de sociale partners
in het kader van het Semester.
ROEPT DE EUROPESE COMMISSIE ERTOE OP:
29.
Haar focus op werkgelegenheid en sociale vraagstukken in het kader van het Europees
Semester te blijven versterken.
30.
Met de lidstaten samen te werken bij het bepalen van de beste manieren om structurele
hervormingen te ondersteunen, te financieren en daadwerkelijk uit te voeren, uitgaande van de
bestaande instrumenten van het Europees Semester, met het oog op het vergemakkelijken van
de opwaartse convergentie van werkgelegenheid en sociale resultaten, dit met inachtneming
van de verschillende uitgangsposities van de lidstaten en het vermijden van een uniforme
aanpak.
VERZOEKT het COMITÉ VOOR DE WERKGELEGENHEID en het COMITÉ VOOR
SOCIALE BESCHERMING:
31.
Hun werkzaamheden in samenwerking met de Commissie voort te zetten op het vlak van de
ontwikkeling van mogelijke benchmarks met betrekking tot werkgelegenheids- en sociaal
beleid en resultaten, en de uitwisseling van beste praktijken tussen verschillende beleidsdomeinen.
32.
Nauw samen te werken met de Commissie in verband met de Europese pijler van sociale
rechten, aangekondigd in het werkprogramma van de Commissie voor 2017.
33.
Hun werk voort te zetten op het gebied van multilateraal en thematisch toezicht teneinde de
Raad een empirische basis te verschaffen voor de besprekingen in het kader van het Europees
Semester, naast het toezicht en de analyse van het scorebord van kernindicatoren op sociaal en
werkgelegenheidsgebied, de prestatiemonitor werkgelegenheid en de prestatiemonitor sociale
bescherming, en mogelijkheden te verkennen om deze instrumenten verder aan te passen.
6266/1/17 REV 1
BIJLAGE
asd/DAU/fb
DG B 1C
9
NL
34.
Nauw met andere raadgevende comités en partijen op gebieden van gedeelde bevoegdheid
samen te werken om beleidsdiscussies en -beslissingen een brede grondslag te geven, met
name in het kader van het Europees Semester, en in het bijzonder het Economisch en
Financieel Comité, het Comité voor de economische politiek, het Onderwijscomité en de
Groep volksgezondheid op hoog niveau, en daarbij een evenwichtige afweging te maken van
economische, werkgelegenheids- en sociale aspecten.
35.
Voort te bouwen op de positieve ervaring van de eerste evaluatie van het Comité voor de
werkgelegenheid met de sociale partners over hun rol op nationaal niveau in het Europees
Semester.
6266/1/17 REV 1
BIJLAGE
asd/DAU/fb
DG B 1C
10
NL