Transcript null
Raad van de Europese Unie Brussel, 21 februari 2017 (OR. en) 6522/17 FIN 127 INST 78 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 5877/17 FIN 65 INST 48 PE-L 8 Betreft: Begrotingsrichtsnoeren voor 2018 - Conclusies van de Raad (21 februari 2017) Voor de delegaties gaan hierbij de conclusies van de Raad betreffende de begrotingsrichtsnoeren voor 2018, die de Raad tijdens zijn 3520e zitting op 21 februari 2017 heeft aangenomen. 6522/17 OMS/ev DG G 2A 1 NL BIJLAGE CONCLUSIES VAN DE RAAD BETREFFENDE DE BEGROTINGSRICHTSNOEREN VOOR 2018 Inleiding De Raad is van oordeel dat de begroting voor 2018 toereikende middelen moet bieden om de traditionele en veranderende prioriteiten binnen de Unie, met name het herstel van de Europese economie, te blijven ondersteunen, om humanitaire en veiligheidsuitdagingen zowel binnen als buiten de EU-grenzen aan te pakken en om reeds in het kader van de huidige en de vorige programmeringsperioden aangegane verplichtingen te honoreren. De Raad wijst op het solidariteitsbeginsel en onderstreept dat een transparant en doeltreffend gebruik van de EU-begroting zal bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie en tot het herstel van de geloofwaardigheid van de Unie bij de Europese burgers. De begrotingsprocedure 2018 zal in verscheidene lidstaten waarschijnlijk in een context van budgettaire krapte verlopen. Derhalve legt de Raad er het accent op dat de voorspelbaarheid van de bijdragen van de lidstaten aan de begroting van de Unie moet worden vergroot. De Raad is van mening dat het de bedoeling van de EU-begroting zou moeten zijn om groei te stimuleren, werkgelegenheid te bevorderen en nieuwe banen te scheppen, de effectieve cohesie van de EU te versterken, het concurrentievermogen aan te scherpen en de migratie- en veiligheidscrisissen aan te pakken, en tegelijk op alle niveaus de begrotingsdiscipline te handhaven. Daartoe dienen er prioriteiten te worden gesteld, en moeten de beschikbare middelen worden toegewezen aan de programma's en acties die het meest tot de verwezenlijking van die doelstellingen bijdragen. De Raad verzoekt de Commissie een begroting in te dienen die in overeenstemming is met die doelstellingen en aandacht schenkt aan gebieden die een Europese meerwaarde opleveren. 6522/17 BIJLAGE OMS/ev DG G 2A 2 NL Kernelementen van de begroting 2018 De Raad onderstreept opnieuw de noodzaak van een realistische begroting waarin de beginselen van goed financieel beheer en jaarperiodiciteit in acht worden genomen. De hoogte van zowel de vastleggings- als de betalingskredieten moet strikt onder controle worden gehouden en op reële behoeften worden gebaseerd. Het niveau van betalingskredieten moet adequaat zijn en overeenstemmen met de betalingsprofielen van alle programma's, met een duidelijke nadruk op de geraamde behoeften voor de huidige programmeringsperiode. De Raad onderstreept dat de toepasselijke plafonds overeenkomstig de MFK-verordening (meerjarig financieel kader) voor de periode 2014-2020 1 bij de begroting 2018 en corrigerende begrotingsinstrumenten strikt in acht moeten worden genomen. Bovendien, zo benadrukt de Raad opnieuw, moeten onder de plafonds toereikende marges voor onvoorziene gebeurtenissen worden aangehouden. De Raad is ingenomen met de geleidelijke afbouw van de betalingsachterstand van de vorige programmeringsperiode. Hij vraagt de Commissie de uitvoering van de programma's van de periode 2014-2020 te blijven monitoren, teneinde een ordelijke ontwikkeling van de betalingskredieten in overeenstemming met de toegekende vastleggingskredieten te waarborgen en zodoende een toekomstige opstapeling van betalingsachterstand te voorkomen. De Raad gaat ervan uit dat de Commissie alles in het werk stelt om de begroting uit te voeren binnen de voor de jaarbegroting overeengekomen toewijzingen, en dat er zo nodig gebruik wordt gemaakt van herschikkingen. Corrigerende begrotingsinstrumenten, zoals gewijzigde begrotingen, moeten met de grootste terughoudendheid en in overeenstemming met het Financieel Reglement 2 worden gebruikt. De Raad moedigt de Commissie aan om de indiening van ontwerpen van gewijzigde begroting te blijven rationaliseren, en aldus bij te dragen tot een grotere voorspelbaarheid in de begrotingscyclus. Mochten er toch corrigerende maatregelen nodig blijken, dan zal de Raad zijn standpunt ten aanzien van ontwerpen van gewijzigde begroting zo spoedig mogelijk bepalen. 1 2 Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347, 20.12.2013, blz. 884). Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1). 6522/17 BIJLAGE OMS/ev DG G 2A 3 NL Net als tijdens de voorbije jaren verzoekt de Raad de Commissie gedurende het volledige begrotingsproces ramingen van hoge kwaliteit voor zowel de ontvangsten als de uitgaven van haar ontwerpbegroting te verstrekken, samen met tijdige, nauwkeurige en transparante informatie over de onderliggende aannames en begrotingscijfers 1. Betrouwbare en nauwkeurige ramingen voor alle inkomstenbronnen en voor de uitvoering in het verleden en in de toekomst zijn van cruciaal belang om zowel onder- als overbudgettering te vermijden, evenals ongerechtvaardigde en buitensporige overdrachten. Dit stelt het Europees Parlement en de Raad eveneens in staat eventuele verzoeken om aanvullende kredieten of herschikking van bestaande middelen te beoordelen. Een accurate ontwerpbegroting is essentieel om de lidstaten in staat te stellen vooraf met precisie de hoogte van hun bijdragen aan de begroting van de Unie te bepalen. In dit verband verzoekt de Raad alle actoren, en met name de Commissie, passende maatregelen te treffen om onverwachte afroepingen van aanvullende bijdragen van de lidstaten te voorkomen, vooral wanneer de weerslag daarvan op de nationale begrotingen groot zou kunnen zijn. De Raad wijst op het beginsel van eenheid van de begroting en vraagt de Commissie om binnen de EU-begroting te voorzien in de nodige financiële middelen om het beleid van de Unie uit te voeren. De Raad is van mening dat volledig transparante bestemmingsontvangsten van cruciaal belang zijn voor het goede financiële beheer van de middelen van de Unie. Hij roept alle instellingen, agentschappen en overige organen ertoe op alle toepasselijke informatie stipt en regelmatig te verstrekken. De Raad herinnert eraan dat alle boeten, sancties en de rente hierover die door de Commissie worden opgelegd, transparant en in overeenstemming met de bepalingen van het financieel reglement als begrotingsontvangsten worden opgenomen. 1 Zoals uit de grafiek in de bijlage blijkt, is het niveau van de voorlopige uitvoering van de betalingskredieten in 2016 aanzienlijk gedaald. 6522/17 BIJLAGE OMS/ev DG G 2A 4 NL De Raad zal toezicht blijven houden op het volume van de nog betaalbaar te stellen bedragen 1. Hij verzoekt de Commissie regelmatig te blijven toezien op de ontwikkeling van de nog betaalbaar te stellen bedragen per rubriek en per programma, en ze tijdig en volgens de toepasselijke regels te vereffenen of vrij te maken. Bij het opstellen van de ontwerpbegroting dient de Commissie rekening te houden met het nauwe verband tussen het vastleggings- en het betalingsniveau, met het volume van de nog betaalbaar te stellen bedragen, met de noodzaak tot naleving van de in het MFK vastgelegde plafonds, met het absorptievermogen en met de in het verleden opgetekende uitvoeringsgraden. Specifieke kwesties Gedetailleerde begrotingsdocumenten De Raad moedigt de Commissie aan de inhoud van haar begrotingsdocumenten te blijven verbeteren om ze eenvoudiger, beknopter en transparanter te maken, waarbij de gevraagde kredieten duidelijk worden gerechtvaardigd, onder meer wat betreft hun weerslag op de betalingsprofielen voor de volgende jaren tot 2020 en daarna. In dit verband verzoekt de Raad de Commissie om voor elk voorstel tot wijziging van het overeengekomen niveau van vastleggingskredieten op te geven wat de impact daarvan zal zijn op de betalingen tijdens de huidige en volgende programmeringsperioden. De Raad onderkent het nut van het door de Commissie opgezette systeem voor "Active Monitoring and Forecast of Budget Implementation" (actieve monitoring en prognose van de begrotingsuitvoering), dat met name de opbouw van buitensporige achterstand moet voorkomen. Hij herinnert eraan dat deze rapportage ook regelmatig geactualiseerde betalingsprognoses moet omvatten die, overeenkomstig punt 36, derde alinea, van de bijlage bij het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (IIA) 2, tijdens specifieke interinstitutionele bijeenkomsten moeten worden besproken. 1 2 Volgens het uitvoeringsverslag van de Commissie van 18 januari 2017 bedroegen de nog door de Commissie betaalbaar te stellen bedragen eind 2016 237,5 miljard EUR. Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1). 6522/17 BIJLAGE OMS/ev DG G 2A 5 NL De Raad verzoekt de Commissie bij de ontwerpbegroting een alomvattende lijst van Commissievoorstellen te voegen die nog niet zijn vastgesteld en die mogelijk gevolgen hebben voor de begroting, met inbegrip van het betrokken niveau van kredieten, per begrotingsonderdeel. De Raad vraagt de Commissie tevens de ontwerpbegroting vergezeld te laten gaan van een alomvattende tabel voor het jaar 2018 die een samengevoegde raming bevat van alle soorten van interne bestemmingsontvangsten per begrotingsonderdeel, alsmede een overzicht van de boeten die allicht als begrotingsontvangsten zullen worden opgenomen. De Raad prijst de goede praktijk om bij elk voorstel voor kredietoverschrijving in verband met een beschikbaarstelling uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering en de reserve voor noodhulp een actualisering te voegen van het niveau van uitvoering van de jaarlijkse maximumbedragen die voor het begrotingsjaar voor het specifieke instrument zijn vastgesteld. In diezelfde geest verzoekt de Raad de Commissie het uitvoeringsniveau van de vooruitbetalingen in verband met het Solidariteitsfonds van de Europese Unie regelmatig te actualiseren. De Raad verzoekt de Commissie om in voorstellen voor een beschikbaarstelling van een speciaal instrument een actualisering van het uitvoeringsniveau van zowel vastleggings- als betalingskredieten in verband met het desbetreffende speciaal instrument op te nemen. De Raad wijst erop dat de Raad en het Europees Parlement over gedegen programmaverklaringen en tijdige financiële informatie betreffende voorstellen voor uitgaven moeten beschikken om begrotingsprioriteiten te kunnen vaststellen, bevestigen of wijzigen. Programmaverklaringen dienen meer bepaald informatie te geven over prestaties en manieren om deze te verbeteren, zoals behaalde resultaten, een toelichting over het niveau van de gevraagde kredieten, en de meerwaarde die activiteiten van de Unie bieden. Deze analyse dient duidelijk te worden gekoppeld aan de toepasselijke begrotingsposten om de budgettaire besluitvorming te vergemakkelijken. Interinstitutionele samenwerking in de begrotingsprocedure De Raad moedigt alle instellingen ertoe aan efficiënt en constructief samen te werken, opdat de begrotingsprocedure vlot verloopt en de begroting 2018 wordt vastgesteld binnen de bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalde termijnen en overeenkomstig de bepalingen van het IIA. 6522/17 BIJLAGE OMS/ev DG G 2A 6 NL De Raad vraagt de Commissie om ervoor te zorgen dat de verklaring van de ramingen voor 2018 tijdig wordt ingediend, zodat elke instelling over voldoende tijd beschikt om een gedetailleerde technische analyse van de verspreide ramingen te verrichten en om haar standpunt grondig voor te bereiden volgens een overeengekomen pragmatisch tijdschema. De Raad onderstreept dat de begrotingsprocedure een jaarlijkse procedure moet blijven en dat discussies over punten die geen rechtstreeks verband houden met de jaarlijkse begrotingsonderhandelingen, moeten worden vermeden. De Raad memoreert dat het overeenkomstig artikel 314 VWEU bijeenroepen van het bemiddelingscomité ertoe strekt de begroting voor 2018 vast te stellen. Daarnaast roept de Raad de Commissie op ervoor te zorgen dat in alle fasen van de bemiddelingsonderhandelingen tijdige en gelijke toegang wordt geboden tot transparante en objectieve informatie en documenten. Administratieve uitgaven Tegen de achtergrond van de begrotingsconsolidatie in de lidstaten moeten de nationale regeringen optimaal gebruik maken van de schaarse middelen. Ook is het noodzakelijk de administratieve uitgaven van de EU te rationaliseren. Derhalve spoort de Raad alle instellingen, organen en instanties aan om hun administratieve uitgaven zo veel mogelijk terug te dringen of te bevriezen en om alleen voor verantwoorde behoeften financiering te vragen. De Raad roept elke instelling en elk EU-orgaan op de Commissie tijdig duidelijke, gedetailleerde en geconsolideerde informatie over hun administratieve uitgaven te verstrekken. Overeenkomstig het financieel reglement hecht de Commissie aan de ontwerpbegroting de documenten op basis waarvan het Europees Parlement en de Raad de situatie kunnen beoordelen en gefundeerde besluiten betreffende de toewijzing en het gebruik van de middelen kunnen nemen. Er moet in het bijzonder op worden gelet dat de verstrekte informatie inzichtelijk is en dat ze zowel een vergelijking in de tijd als tussen de instellingen mogelijk maakt. 6522/17 BIJLAGE OMS/ev DG G 2A 7 NL De Raad is van oordeel dat het personeelsbestand in alle instellingen, organen en instanties voortdurend van nabij moet worden gevolgd. De Raad herinnert eraan dat 2017 het laatste jaar is waarin de doelstelling moet worden gehaald om, zoals vermeld in punt 27 van het IIA, het personeelsbestand over alle instellingen, organen, agentschappen en bureaus heen geleidelijk met 5% te verminderen. In dit verband stelt de Raad voor dat de Europese Rekenkamer een onafhankelijke evaluatie van de resultaten voor alle instellingen, organen, agentschappen en bureaus verricht. De Raad verzoekt de Commissie om op basis van de conclusies van deze evaluatie een passend vervolgvoorstel in te dienen. Gedecentraliseerde agentschappen De Raad erkent het meerjarig karakter van de door sommige gedecentraliseerde agentschappen uitgevoerde acties, maar herinnert eraan dat overbudgettering vaak heeft geleid tot ongerechtvaardigd hoge overdrachten. Hij blijft erop hameren dat de agentschappen hun financiering strikt aan banden moeten leggen en dat alleen gemotiveerde behoeften voor financiering in aanmerking komen. De Raad verzoekt de Commissie om bij de opstelling van de ontwerpbegroting 2018 rekening te houden met ongebruikte kredieten en buitensporige geaccumuleerde kassaldi, teneinde de jaarlijkse overschotten van de agentschappen terug te dringen. Daarnaast vraagt de Raad de Commissie de door de agentschappen ingediende verzoeken om middelen en ambten zorgvuldig te controleren en zo nodig bij te stellen, en daarbij de uitvoering in het verleden, de vacaturepercentages, en het nakomen van de doelstelling van 5% personeelsvermindering in aanmerking te nemen. In dit verband neemt de Raad nota van de werkzaamheden van de interinstitutionele groep die een striktere en meer permanente controle op de ontwikkeling van gedecentraliseerde agentschappen beoogt. De Raad verwacht van de Commissie dat zij het Europees Parlement en de Raad zoals gebruikelijk bij de indiening van de ontwerpbegroting 2018 tevens een integraal beeld geeft van de agentschappen, inclusief hun bouwprojecten. 6522/17 BIJLAGE OMS/ev DG G 2A 8 NL Conclusie De Raad is van mening dat een prudente EU-begroting nodig is, die evenwel in voldoende middelen voorziet om slimme en inclusieve groei en het scheppen van banen te versterken en om doeltreffend het hoofd te bieden aan de huidige en toekomstige uitdagingen, onder meer de maatregelen om de migratie- en veiligheidscrisissen aan te pakken en bij te dragen tot de politieke en economische stabiliteit in de buurlanden van de EU. Hij onderstreept dat een transparant, accuraat en verantwoord gebruik van de Uniemiddelen een overkoepelend beginsel is om het Europese project dichter bij de EU-burgers te brengen. De Raad zal, net als tijdens de voorbije jaren, zijn steun verlenen aan een realistische begroting voor 2018, waarin een juist evenwicht wordt bereikt tussen een prudent begrotingsbeleid en nieuwe groei- en werkgelegenheidsbevorderende investeringen. Hij onderstreept dat een tijdige, voorspelbare, transparante en nauwkeurige beoordeling van de behoeften op basis van gedetailleerde begrotingsinformatie een essentieel instrument is om dit doel te bereiken. De Raad wijst er nogmaals op dat er onder de maxima toereikende marges voor onvoorziene omstandigheden moeten worden aangehouden, waarbij gezorgd moet worden voor een passend niveau van financiering en de reeds aangegane verplichtingen in acht moeten worden genomen. Voorts benadrukt de Raad het belang van het verstrekken van betrouwbare en nauwkeurige ontvangstenramingen, zodat de lidstaten tijdig kunnen beoordelen hoeveel zij naar verwachting aan de begroting van de EU zullen moeten bijdragen. De Raad attendeert eens te meer op het belang van deze richtsnoeren, die reeds bij de opstelling van de ontwerpbegroting 2018 terdege in aanmerking dienen te worden genomen. Deze richtsnoeren zullen aan het Europees Parlement en de Commissie en aan de overige instellingen worden toegezonden. 6522/17 BIJLAGE OMS/ev DG G 2A 9 NL Bijlage bij de BIJLAGE Ontwikkeling van de betalingskredieten (2007 - 2016) 150.000 140.000 130.000 120.000 110.000 100.000 in miljoen EUR 90.000 80.000 70.000 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Oorspronkelijke OB (alleen van toepassing in 2011, 2013 en 2015) (V)OB (NW's inbegrepen) Standpunt van de Raad Standpunt van het Parlement Goedgekeurde begroting Definitieve begroting (incl. GB's en overdrachten) Uitvoering 6522/17 Bijlage bij de BIJLAGE OMS/ev DG G 2A 10 NL ONTWIKKELING VAN DE BETALINGSKREDIETEN (2007-2016) (exclusief bestemmingsontvangsten) (miljoen EUR)1 1 2 2007 116 370 115 531 114 613 122 016 115 497 113 835 112 377 1 458 1,28% 97,27% 2008 121 533 120 347 119 410 124 196 120 347 114 835 113 070 1 765 1,54% 93,95% 2009 116 744 116 546 114 972 124 488 116 096 113 395 112 107 1 288 1,14% 96,19% 2010 122 316 123 061 120 521 127 526 122 937 123 203 120 490 2 713 2,20% 97,91% 2011 126 527 4 126 527 126 527 126 527 126 527 127 219 126 497 722 0,57% 99,98% 2012 132 739 132 668 129 088 133 139 129 088 135 842 135 602 240 0,18% 102,21% 2013 137 798 5 137 798 132 837 132 837 132 837 144 057 143 785 272 0,19% 104,34% 2014 136 066 136 061 135 005 136 444 135 505 138 577 138 440 137 0,10% 101,75% 2015 6 141 337 141 214 141 214 141 214 141 769 141 586 183 0,13% 100,18% 143 885 7 7 4 978 3,65% 91,04% 2016 2 3 4 5 6 7 3 Uitvoering /(V)OB (NW's inbegrepen) (%) (V)OB Begrotingsprocedure 1 Goedgekeurde begroting Definitieve begroting (incl. GB's en netto overdrachten)2 (V)OB (NW's inbegrepe n) 141 337 143 541 144 456 Standpunt van de Raad 142 120 Standpunt van het Parlement 146 459 Uitvoering3 Definitieve begroting uitvoering (cijfers) Definitieve begroting uitvoering (%) 4 5 6 (= 4 - 5) 7 (= 6/4) 8 (= 5/2) 136 486 131 509 Totaal 1 294 972 1 294 333 1 276 306 1 314 847 1 283 933 1 289 218 1 275 463 13 755 1,07% 98,54% Alle absolute cijfers in nominale prijzen. Inclusief de goedgekeurde begroting, als gewijzigd, en de van begrotingsjaar n-1 overgedragen kredieten, en exclusief de naar begrotingsjaar n+1 overgedragen kredieten. Uitvoering van de definitieve begroting, als gewijzigd, inclusief overdrachten. De oorspronkelijke OB voor 2011 bedroeg 130 136 miljoen EUR. Door de Commissie is in november 2010 een nieuwe OB ingediend. De oorspronkelijke OB voor 2013 bedroeg 137 924 miljoen EUR. Door de Commissie is in november 2012 een nieuwe OB ingediend. De oorspronkelijke OB voor 2015 bedroeg 142 137 miljoen EUR. Door de Commissie is in november 2014 een nieuwe OB ingediend. Voorlopige cijfers. 6522/17 Bijlage bij de BIJLAGE OMS/ev DG G 2A 11 NL