Belangrijkste aandachtspunten nieuw besluit assurantiebelasting

Download Report

Transcript Belangrijkste aandachtspunten nieuw besluit assurantiebelasting

Belangrijkste aandachtspunten nieuw besluit assurantiebelasting
Op 14 februari 2017 is het nieuwe besluit assurantiebelasting gepubliceerd (hierna: het
besluit). Het vervangt het besluit van 21 februari 2014 en bevat een aantal wijzigingen,
die samengevat de volgende punten betreffen. De vrijstelling voor de verzekering van
zeeschepen is onder meer uitgebreid met een vrijstelling voor de dekking van het
hypothecair belang bij een zeeschip. Daarnaast is de vrijstelling voor
exportkredietverzekeringen nader omschreven. Verder is de goedkeuring bij coassurantie verder aangescherpt. Tot slot is ook een belangrijke goedkeuring voor de
bemiddeling door retailers/franchisenemers toegevoegd. Hierna zullen wij de
belangrijkste wijzigingen nader bespreken.
1.
Wijzigingen vrijstelling verzekering van zeeschepen
In het besluit wordt de wettelijke vrijstelling voor de verzekering van zeeschepen nader
toegelicht en verruimd, waarbij in het bijzonder de volgende punten zijn toegevoegd.
 In de markt bestond onduidelijkheid over de vraag of een verzekering die
eigenlijk ziet op de dekking van het hypothecair belang bij een zeeschip
(indirect) – net als een dekking van het casco van het zeeschip (direct) – kan
delen in de vrijstelling van assurantiebelasting. In het besluit staan nu
voorwaarden opgenomen waaronder dergelijke aanvullende (hypothecaire
belangen) verzekeringen ook zijn vrijgesteld van assurantiebelasting indien de
geldgever in plaats van de scheepseigenaar/reder de verzekering afsluit.
 De verzekering van binnenschepen was al vrijgesteld van assurantiebelasting
indien een aanvullende zeevaartverzekering was afgesloten. Het besluit voegt
daar nu als voorwaarde aan toe dat deze binnenschepen ook “(...) geschikt zijn
en anders dan incidenteel gebruikt worden voor de zeevaart”.
 De verzekering van pleziervaartuigen is belast. In het besluit zijn nu (extra)
voorbeelden van (pleziervaart)zeeschepen opgenomen die toch vrijgesteld van
assurantiebelasting kunnen worden verzekerd (in feite omdat ze openbaar
worden gebruikt).
2.
Wijzigingen vrijstelling verzekering van exportkrediet
De reikwijdte van de wettelijke vrijstelling voor exportkredietverzekeringen zorgt in de
markt voor veel onduidelijkheid. In het besluit is nu een aparte paragraaf opgenomen
waarin de reikwijdte van deze verzekering nader wordt toegelicht.
Belangrijk is dat wordt vermeld dat de vrijstelling van toepassing is op de verzekering
van een Nederlands belang, bestaande in de export van goederen of diensten. Van een
Nederlands belang is conform de nieuw toegevoegde tekst pas sprake indien ten
gevolge van een vorm van krediet of eigen vermogen goederen of diensten uit
Nederland worden geëxporteerd.
Verder wordt nog een vragen-en-antwoordendocument van de Kennisgroep
verzekeringsproducten en assurantiebelasting van de Belastingdienst aangekondigd,
waarin de vrijstelling in meer detail wordt uitgewerkt. Het is op dit moment onduidelijk
wanneer dit document zal worden gepubliceerd. Wel kunnen specifieke casussituaties
worden voorgelegd aan de Kennisgroep.
Pagina 2
3.
Aanscherping goedkeuring belastingplicht bij co-assurantie
Onder het oude besluit was het bij co-assurantie al mogelijk dat de leidende verzekeraar
de verschuldigde assurantiebelasting voldeed. De specifieke voorwaarden die hiervoor
gelden zijn aangescherpt. De leidende verzekeraar moet nu niet langer slechts ‘de
premie’, maar ‘de volledige premie’ innen. Voorts is de voorwaarde in het oude besluit
– dat de leidende verzekeraar een deel van het risico in herverzekering geeft aan de
andere bij co-assurantie betrokken verzekeraars – vervallen. Het nieuwe besluit volstaat
wat dit betreft met de voorwaarde dat uit de administratie van de coassurantieverzekeraars blijkt dat het een onder deze regeling vallende verzekering
betreft. Bij co-assurantie doet de leidende verzekeraar die de assurantiebelasting
voldoet er dus verstandig aan om te kijken of hij (nog) aan deze en de andere
voorwaarden voldoet.
Belangrijk is dat daarnaast geldt dat de leidende verzekeraar de assurantiebelasting
alleen mag voldoen indien de desbetreffende verzekering niet is gesloten met
tussenkomst van een belastingplichtige assurantiebemiddelaar. Bij co-assurantie is de
bemiddelaar namelijk zelf belastingplichtig in plaats van de leidende verzekeraar indien
de bemiddelaar de premie zelf int of door een ander laat innen.
4.
Goedkeuring belastingplicht bij bemiddeling door retailers/franchisenemers
In de praktijk kunnen retailers/franchisenemers onder voorwaarden worden
geconfronteerd met een belastingplicht voor de assurantiebelasting. Dit kan
bijvoorbeeld spelen indien verzekeringen voor consumentenelektronica (of andere
producten) kunnen worden afgesloten via de retailer/franchisenemer. Om praktische
redenen wordt goedgekeurd dat in plaats van de retailer/franchisenemer de (EU/EER)verzekeraar belastingplichtig is voor de assurantiebelasting indien aan specifieke
voorwaarden wordt voldaan. Deze goedkeuring voorkomt niet alleen administratieve
rompslomp aan de kant van de retailers/franchisenemers, maar tevens een wildgroei
aan assurantiebelastingplichtigen aan de kant van de Belastingdienst.
Over het algemeen zullen retailers betrokken zijn bij het afsluiten van niet-complexe
verzekeringen en dus niet zijn onderworpen aan het provisieverbod. Dit betekent dat de
brutopremie die zij ontvangen van hun klanten, conform hun afspraken met de
verzekeraar, in principe inclusief de eventuele vergoeding voor een bemiddelingsdienst
is (provisie). De assurantiebelasting over deze brutopremie zal daarom in beginsel
volledig worden betaald door de (EU/EER-)verzekeraar. Vanuit de gedachte dat deze
goedkeuring is bedoeld om de belastingplicht bij retailers/franchisenemers praktisch te
houden, gaan wij ervan uit dat de retailers/franchisenemers niet alsnog belastingplichtig
zijn voor de eventuele vergoeding die zij uit de brutopremie voor hun
bemiddelingsdiensten ontvangen. Dit staat echter niet met zoveel woorden in de
goedkeuring opgenomen.
5.
Belang voor de praktijk
Het besluit is met name van belang voor verzekeraars, tussenpersonen en
bemiddelaars (inclusief retailers/franchisenemers). Zij doen er verstandig aan de impact
van de wijzigingen in het nieuwe besluit in kaart te brengen. Indien assurantiebelasting
Pagina 3
verschuldigd is, adviseren wij bovendien om nauwkeurig na te gaan in hoeverre zij
hiervoor belastingplichtig zijn.
De assurantiebelastingstelsels binnen de EU (en de rest van de wereld) verschillen
behoorlijk van elkaar. Het besluit assurantiebelasting geldt (uiteraard) uitsluitend in
zoverre sprake is van een zogenoemd Nederlands risico. Indien het risico deels of
geheel in een ander land is gelegen, zal daarom ook naar de regels van dat land moeten
worden gekeken.
Vanzelfsprekend kunnen de assurantiebelastingspecialisten van Meijburg & Co u helpen
bij het in kaart brengen van de mogelijke gevolgen van het nieuwe besluit
assurantiebelasting. Neemt u gerust contact op met een van hen of met uw
gebruikelijke adviseur van Meijburg & Co.
Meijburg & Co
februari 2017
De informatie in dit memorandum is van algemene aard en heeft geen betrekking op de specifieke
omstandigheden van een bepaalde persoon of entiteit. Hoewel wij er alles aan doen om juiste en tijdige
informatie te verstrekken, kunnen wij niet garanderen dat de door ons verstrekte informatie juist is op de
datum waarop zij wordt ontvangen, of dat zij in de toekomst juist zal blijven. Niemand dient zich te verlaten
op dergelijke informatie zonder passend professioneel advies te hebben ingewonnen, na een grondige
beoordeling van de specifieke situatie.