Inbreukenpakket voor februari: voornaamste

Download Report

Transcript Inbreukenpakket voor februari: voornaamste

Europese Commissie - Informatieblad
Inbreukenpakket voor februari: voornaamste beslissingen
Brussel, 15 februari 2017
Inbreukenpakket voor februari: voornaamste beslissingen
Overzicht per beleidsterrein
Het maandelijkse pakket inbreukbeslissingen betreft de gerechtelijke stappen van de Europese
Commissie tegen lidstaten die hun verplichtingen uit hoofde van het EU-recht niet zijn nagekomen. De
beslissingen betreffen diverse sectoren en beleidsterreinen van de EU en moeten ervoor zorgen dat het
EU-recht correct wordt toegepast. Daar hebben zowel burgers als bedrijven baat bij.
De voornaamste beslissingen van de Commissie (waaronder 5 aanmaningsbrieven, 50 met redenen
omklede adviezen, 7 verwijzingen naar het Hof van Justitie van de Europese Unie en 3 sluitingen)
worden hieronder weergegeven, gegroepeerd per beleidsterrein. Ook sluit de Commissie 103
procedures waarin de problemen met de betrokken lidstaten zijn opgelost, zodat de Commissie de
procedure niet hoeft voort te zetten.
Zie voor nadere informatie over de EU-inbreukprocedure MEMO/12/12.. Zie voor meer details over alle
beslissingen het register van inbreukbeslissingen.
1. Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie
(meer informatie: Christian Wigand - tel.: +32 229-62253, Sara Soumillion – tel.: +32 229-67094)
Met redenen omklede adviezen
Gezondheid en veiligheid: Commissie verzoekt PORTUGAL om haar in kennis te stellen van
omzetting van richtlijn elektromagnetische velden
De Europese Commissie heeft vandaag besloten Portugal een met redenen omkleed advies te sturen
wegens niet-mededeling van de omzetting van de richtlijn betreffende de bescherming van
werknemers tegen elektromagnetische velden (Richtlijn 2013/35/EU) in nationaal recht. De algemene
beginselen inzake de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van werknemers zijn
opgenomen in de kaderrichtlijn (Richtlijn 89/391/EEG van de Raad). In de richtlijn inzake
elektromagnetische velden worden deze beginselen toegesneden op de specifieke risico's van
elektromagnetische velden. Voorts bevat de richtlijn de voorschriften voor werkgevers om de risico's
als gevolg van de blootstelling aan elektromagnetische velden op het werk te beoordelen en, indien
nodig, preventieve en beschermende maatregelen te nemen om een einde te maken aan deze risico's
of ze tot een minimum te beperken. Bovendien worden specifieke grenswaarden voor blootstelling
vastgesteld, die niet mogen worden overschreden. De lidstaten moesten uiterlijk op 1 juli 2016 de
nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om aan de richtlijn inzake
elektromagnetische velden te voldoen, en de Commissie daarvan onverwijld in kennis stellen.
Aangezien de Portugese autoriteiten de noodzakelijke omzettingsmaatregelen slechts aan het
voorbereiden zijn, maar de Commissie nog geen mededeling hebben gedaan van de uiteindelijke
vaststelling en inwerkingtreding van de noodzakelijke maatregelen, heeft de Commissie besloten een
met redenen omkleed advies te sturen. Als de Portugese autoriteiten hun verplichtingen niet binnen
twee maanden nakomen, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de
EU.
Vrij verkeer van werknemers: Commissie verzoekt acht lidstaten om haar in kennis te
stellen van volledige omzetting van de richtlijn die werken in het buitenland voor EUburgers gemakkelijker moet maken
De Commissie heeft besloten Cyprus, Estland, Litouwen, Luxemburg, Oostenrijk, Portugal, Roemenië
en Tsjechië een met redenen omkleed advies te sturen wegens niet-mededeling van de volledige
omzetting in nationaal recht van de richtlijn betreffende het recht van EU-burgers om in een andere
lidstaat te werken (Richtlijn 2014/54/EU). De richtlijn heeft als doel mensen die werken of een baan
zoeken in een ander EU-land te helpen om gemakkelijker gebruik te maken van hun recht van vrij
verkeer op grond van het EU-recht. De richtlijn beoogt maatregelen om mobiele burgers van de Unie te
helpen en te beschermen, te zorgen voor een betere toegang tot informatie over het recht van vrij
verkeer, het aanpakken van discriminatie op grond van nationaliteit wat werkgelegenheid, beloning en
overige arbeidsvoorwaarden betreft, en om bestaande ongerechtvaardigde belemmeringen van het
vrije verkeer weg te nemen. De lidstaten waren verplicht deze richtlijn om te zetten en de nationale
omzettingsmaatregelen uiterlijk op 21 mei 2016 aan de Commissie mee te delen. In vervolg op de
schriftelijke aanmaningen die zij in september 2016 had gestuurd, heeft de Europese Commissie
besloten een met redenen omkleed advies te zenden. Als de autoriteiten van deze lidstaten hun
verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij
het Hof van Justitie van de EU.
Terbeschikkingstelling van werknemers: Commissie verzoekt negen lidstaten om haar in
kennis te stellen van volledige omzetting van handhavingsrichtlijn
De Europese Commissie heeft vandaag besloten Cyprus, Kroatië, Luxemburg, Portugal, Roemenië,
Slovenië, Spanje, Tsjechië en Zweden met redenen omklede adviezen te sturen wegens hun verzuim
om kennis te geven van de volledige omzetting van de richtlijn (Richtlijn 2014/67/EU) waarin
maatregelen en controlemechanismen worden vastgesteld voor een betere en meer uniforme
uitvoering, toepassing en handhaving van de terbeschikkingstelling van werknemers zoals
voorgeschreven door Richtlijn 96/71/EG. De lidstaten moesten uiterlijk op 18 juni 2016 de nodige
wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om aan de handhavingsrichtlijn
terbeschikkingstelling werknemers te voldoen, en de Commissie daarvan onverwijld in kennis stellen.
Aangezien de autoriteiten van deze lidstaten de Commissie nog niet in kennis hebben gesteld van de
vaststelling van de nodige maatregelen, heeft de Commissie besloten hun een met redenen omkleed
advies te zenden. Als de nationale autoriteiten hun verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen,
kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
2. Energie
(meer informatie: Anna-Kaisa Itkonen - tel.: +32 229-56186, Nicole Bockstaller – tel.: +32 22952589)
Met redenen omkleed advies
Commissie verzoekt LETLAND volledig te voldoen aan richtlijn energieprestatie van
gebouwen
De Europese Commissie heeft Letland verzocht om een correcte omzetting van alle bepalingen van de
richtlijn energieprestatie van gebouwen (Richtlijn 2010/31/EU) in nationaal recht. In de EU zijn de
gebouwen goed voor 40 % van het energieverbruik en 36 % van de CO2-emissies. De correcte
tenuitvoerlegging van de richtlijn is van essentieel belang om de energie- en klimaatdoelstellingen van
de EU te verwezenlijken, het comfort te verbeteren en de consument te helpen om geld te besparen op
hun energierekening. De lidstaten moeten minimumeisen voor de energieprestatie van nieuwe en
bestaande gebouwen invoeren en toepassen, zorgen voor de energieprestatiecertificering van
gebouwen alsook een regelmatige keuring van verwarmings- en airconditioningsystemen
voorschrijven. Daarnaast verplicht de richtlijn de lidstaten ervoor te zorgen dat alle nieuwe gebouwen
met ingang van 2021 "bijna energieneutraal" zijn. Volgens de Commissie is niet aan alle voorschriften
van de richtlijn voldaan. Met name zijn de energieprestatiecertificaten die moeten worden afgegeven
wanneer een gebouw wordt gebouwd, verkocht of aan een nieuwe huurder verhuurd, in Letland niet
verplicht gesteld, maar moeten zij alleen worden afgegeven op verzoek van de koper, de huurder of de
pachter. De richtlijn bepaalt ook dat de energieprestatiecertificaten op een zichtbare plaats moeten
worden geafficheerd in gebouwen die veel door het publiek worden bezocht, terwijl de nationale
wetgeving deze verplichting beperkt tot gebouwen die eigendom zijn van de overheid. Tot slot zijn er
meer vrijstellingen dan in de richtlijn wordt toegestaan, en zijn er geen toereikende
handhavingsmechanismen om te zorgen dat de voorschriften van de richtlijn worden nageleefd.
Letland heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die
zijn genomen om deze situatie te verhelpen; anders kan de Commissie de Letse autoriteiten voor het
Hof van Justitie van de EU dagen.
3. Environment
(meer informatie: Enrico Brivio – tel.: +32 229-56172, Iris Petsa – tel.: +32 229-93321)
Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie
Afval: Commissie daagt IERLAND voor Hof wegens verzuim om infrastructuur voor
afvalwater te verbeteren
De Europese Commissie daagt Ierland voor het Hof van Justitie van de EU omdat het niet waarborgt
dat stedelijk afvalwater in 38 agglomeraties in het hele land adequaat wordt opgevangen en behandeld
om ernstige risico's voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. Op grond van het EUrecht (Richtlijn 91/271/EEG van de Raad) moeten steden en gemeenten hun stedelijk afvalwater
opvangen en behandelen, aangezien onbehandeld afvalwater een risico kan vormen voor de menselijke
gezondheid en meren, rivieren, de bodem, de kustwateren en het grondwater kan verontreinigen. De
38 agglomeraties (steden en gemeenten) met ontoereikende afvalwaterinfrastructuur zijn: Arklow,
Athlone, Ballybofer/Stranorlar, Ballincollig New, Castlecomer, Cavan, Clifden, Clonakily, Cobh, Cork
City, Dundalk, Enfield, Enniscorthy, Fermoy, Gaoth Dobhair, Killarney, Killybegs, Longford, Mallow,
Midleton, Monksland, Navan, Nenagh, Oberstown, Pasage/Monktown, Portarlington, Rathcormac,
Ringaskiddy, Ringsend, Roscommon Town, Roscrea, Shannon Town, Thurles, Tralee, Tubbercurry,
Youghal en Waterford City. In de verwijzingsbeslissing wordt bovendien naar voren gebracht dat er niet
op is toegezien dat er een correcte exploitatievergunning is afgegeven voor de zuiveringsinstallaties in
de agglomeraties Arklow en Castlebridge. De Commissie heeft de inbreukprocedure tegen Ierland
ingeleid in september 2013, gevolgd door waarschuwingen in september 2015 en september 2016.
Volgens een recent verslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van EU-milieubeleid en wetgeving in de lidstaten bestaat een van de grootste uitdagingen waarmee Ierland wordt
geconfronteerd uit de aanzienlijke investeringen die nodig zijn voor waterdiensten, gelet op de
dringende noodzaak om te investeren in waterinfrastructuur. Zie voor meer informatie het volledige
persbericht.
Stortplaatsen: Commissie daagt Roemenië voor Hof van Justitie van EU in verband met
illegale stortplaatsen
De Europese Commissie daagt Roemenië voor het Hof van Justitie van de EU omdat het niet voldoet
aan de verplichting om 68 illegale stortplaatsen, die een ernstig risico voor de menselijke gezondheid
en het milieu vormen, te sluiten en te saneren. Ondanks eerdere waarschuwingen van de Commissie
heeft Roemenië geen maatregelen genomen tegen 68 niet-conforme stortplaatsen, zoals wordt
voorgeschreven in de stortplaatsrichtlijn (Richtlijn 1999/31/EG van de Raad). Op grond van de richtlijn
moeten de lidstaten afvalstoffen terugwinnen of verwijderen op een wijze die geen gevaar voor de
menselijke gezondheid en het milieu oplevert, en is achterlaten, dumpen of ongecontroleerd
verwijderen van afvalstoffen verboden. Roemenië moest deze niet aan de normen voldoende
gemeentelijke en industriële stortplaatsen uiterlijk op 16 juli 2009 sluiten en saneren. Aangezien er
onvoldoende vooruitgang werd geboekt bij het aanpakken van deze kwestie heeft de Commissie in
september 2015 een aanvullend met redenen omkleed advies gestuurd, waarin de Roemeense
autoriteiten werden gemaand om passende maatregelen te nemen voor 109 ongecontroleerde
stortplaatsen die — hoewel niet meer in gebruik – nog altijd een bedreiging voor de menselijke
gezondheid en het milieu vormden. Er is enige vooruitgang geboekt, maar voor 68 stortplaatsen waren
de nodige maatregelen — sanering en sluiting — in december 2016 nog steeds niet voltooid. In een
poging om Roemenië aan te sporen om het proces te versnellen, heeft de Commissie de Roemeense
autoriteiten voor het Hof van Justitie van de EU gedaagd. Zie voor meer informatie het volledige
persbericht.
Met redenen omklede adviezen
Afval: Commissie verzoekt OOSTENRIJK EU-voorschriften inzake afval om te zetten
De Europese Commissie dringt er bij Oostenrijk op aan zijn nationale wetgeving volledig in
overeenstemming te brengen met de EU-voorschriften inzake afval (Richtlijn (EU) 2015/1127 van de
Commissie tot wijziging van de kaderrichtlijn afvalstoffen, Richtlijn 2008/98/EG). De kaderrichtlijn
afvalstoffen beoogt de negatieve gevolgen van de productie en het beheer van afvalstoffen voor de
menselijke gezondheid en het milieu tot een minimum te beperken. Ook moet de richtlijn het gebruik
van hulpbronnen terugdringen en de nadruk leggen op preventie, hergebruik en recycling, om zo bij te
dragen tot een meer circulaire economie. De lidstaten moesten de nodige bepalingen in werking doen
treden om uiterlijk op 31 juli 2016 aan de richtlijn te voldoen. Aangezien Oostenrijk de oorspronkelijke
termijn had laten verstrijken, heeft de Commissie in september 2016 een aanmaningsbrief verstuurd.
Oostenrijk heeft bepaalde maatregelen genomen, maar een aantal tekortkomingen in het
regelgevingskader is nog niet opgelost, zoals de bepalingen met betrekking tot de energieefficiëntieformule en de terugwinning van energie uit afval in overeenstemming met de afvalhiërarchie.
De Commissie brengt nu een met redenen omkleed advies uit. Oostenrijk heeft nu twee maanden de
tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn genomen om deze situatie te
verhelpen; anders kan de Commissie de zaak naar het Hof van Justitie van de EU verwijzen.
Afval: Commissie verzoekt BELGIË regionale maatregelen inzake afvalbeheer en
afvalpreventie te herzien
De Commissie dringt er bij België op aan plannen voor afvalpreventie en afvalbeheer vast te stellen en
bij te werken, in overeenstemming met de doelstellingen van de afvalstoffenwetgeving van de EU
(Richtlijn 2008/98/EG) en de circulaire economie. Dergelijke plannen en programma's zijn bedoeld om
de impact van afval op de volksgezondheid en het milieu te verminderen en de hulpbronnenefficiëntie
in de hele EU te verbeteren. De lidstaten moeten hun plannen voor afvalbeheer ten minste om de zes
jaar opnieuw evalueren en zo nodig bijstellen. België heeft nagelaten het bestaande afvalbeheerplan
voor het Waalse Gewest (Horizon 2010) te herzien, te verlengen of te vervangen en het gedeelte over
afvalpreventie te verbeteren. Aangezien België achterloopt met de actualisering, en de nieuwe
documenten inzake afval naar verwachting pas later dit jaar worden goedgekeurd, stuurt de Commissie
een met redenen omkleed advies. Als België zijn verplichtingen niet binnen twee maanden nakomt,
kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
Lawaai: Commissie verzoekt HONGARIJE om maatregelen tegen omgevingslawaai te nemen
De Europese Commissie verzoekt Hongarije om de strategische geluidsbelastingskaarten en
actieplannen op te stellen die door de EU-regelgeving (Richtlijn omgevingslawaai, Richtlijn
2002/49/EG) zijn voorgeschreven om de geluidshinder in de EU te verminderen. Omgevingslawaai —
veroorzaakt door het weg-, spoorweg- en luchtverkeer, de industrie, de bouwsector en enkele andere
buitenactiviteiten — is – na luchtverontreiniging – de op een na belangrijkste oorzaak van vroegtijdige
sterfte. Op grond van de richtlijn omgevingslawaai moeten lidstaten elke vijf jaar
geluidsbelastingskaarten en actieplannen voor geluidsbeheer voor grote stedelijke gebieden,
belangrijke wegen, spoorwegen en luchthavens opstellen en bekendmaken. De Commissie heeft
Hongarije in april 2016 een aanmaningsbrief gestuurd. Hoewel er enige vooruitgang is geboekt,
hebben de Hongaarse autoriteiten de vereiste strategische geluidsbelastingkaarten voor de
agglomeratie Boedapest en de vereiste actieplannen voor de belangrijke wegen en spoorwegen in het
land nog niet opgesteld en aan de Commissie meegedeeld. De Commissie heeft daarom besloten een
met redenen omkleed advies te sturen. Als Hongarije zijn verplichtingen niet binnen twee maanden
nakomt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
Dierenwelzijn: Commissie verzoekt ITALIË om maatregelen ter bescherming van
laboratoriumdieren vast te stellen
De Europese Commissie dringt er bij Italië op aan zijn nationale wetgeving volledig in
overeenstemming te brengen met de EU-voorschriften inzake de bescherming van dieren die voor
wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (Richtlijn 2010/63/EU). Deze richtlijn, die uiterlijk op 10
november 2012 in nationaal recht moest zijn omgezet, garandeert een hoog niveau van dierenwelzijn
met behoud van de goede werking van de interne markt. Tevens beoogt de richtlijn het minimaliseren
van het aantal voor experimentele doeleinden gebruikte dieren en schrijft zij waar mogelijk
alternatieven voor. Italië had de richtlijn in maart 2014 geïmplementeerd; er moet echter een aantal
tekortkomingen worden verholpen. Bepaalde normen in de Italiaanse wetgeving zijn lager dan de
dierenwelzijnsnormen van de richtlijn, en anderzijds beroept Italië zich op hogere normen op andere
gebieden, waardoor de goede werking van de interne markt kan worden verstoord. In april 2016 heeft
de Commissie een aanmaningsbrief verstuurd. Aangezien er wezenlijke leemten in de naleving blijven
bestaan, brengt de Commissie nu een met redenen omkleed advies uit. Als de Italiaanse autoriteiten
hun verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kan de Commissie de zaak aanhangig maken
bij het Hof van Justitie van de EU.
Afval: Commissie verzoekt ITALIË om vaststelling en herziening van regionale maatregelen
inzake afvalbeheer
De Commissie dringt er bij Italië op aan plannen voor afvalpreventie en afvalbeheer vast te stellen en
bij te werken, in overeenstemming met de doelstellingen van de afvalstoffenwetgeving van de EU
(Richtlijn 2008/98/EG) en de circulaire economie. Dergelijke plannen zijn bedoeld om de impact van
afval op de menselijke gezondheid en het milieu te verminderen en de hulpbronnenefficiëntie in de hele
EU te verbeteren. De lidstaten moeten hun plannen voor afvalbeheer ten minste om de zes jaar
opnieuw evalueren en zo nodig bijstellen. Verschillende Italiaanse regio's (Abruzzen, Basilicata,
autonome provincie Bolzano, Emilia-Romagna, Friuli-Venezia Giulia, Ligurië, Piemonte, Sardinië en
Sicilië) hebben niet hun plannen voor het beheer van afvalstoffen herzien die in 2008 of eerder zijn
vastgesteld. Daarom brengt de Commissie een met redenen omkleed advies uit. Als de Italiaanse
autoriteiten hun verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kan de Commissie de zaak
aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de EU.
Luchtverontreiniging: Commissie waarschuwt DUITSLAND, FRANKRIJK, ITALIË, SPANJE en
VERENIGD KONINKRIJK in verband met voortdurende inbreuken op het gebied van
luchtverontreiniging
De Commissie stuurt Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk een laatste
waarschuwing omdat zij geen einde hebben gemaakt aan de herhaalde overschrijding van de
luchtverontreinigingsgrenswaarden voor stikstofdioxide (NO2). NO2-verontreiniging vormt een ernstig
risico voor de gezondheid. De meeste emissies worden veroorzaakt door het verkeer. De Europese
Commissie dringt bij vijf lidstaten aan op maatregelen om een goede luchtkwaliteit en bescherming
van de volksgezondheid te waarborgen. Elk jaar sterven meer dan 400 000 burgers in de EU
vroegtijdig als gevolg van slechte luchtkwaliteit. Miljoenen lijden aan aandoeningen van de luchtwegen
en hart- en vaatziekten als gevolg van luchtverontreiniging. Aanhoudend hoge niveaus van
stikstofdioxide (NO2) hebben in Europa in 2013 ongeveer 70 000 voortijdige sterfgevallen veroorzaakt;
dit was bijna drie keer zo veel als het aantal verkeersdoden in datzelfde jaar. De EU-wetgeving inzake
luchtkwaliteit (Richtlijn 2008/50/EG) voorziet in grenswaarden voor luchtverontreinigende stoffen, met
inbegrip van stikstofdioxide. Wanneer die grenswaarden worden overschreden, moeten de lidstaten
luchtkwaliteitsplannen vaststellen en uitvoeren, die passende maatregelen omvatten om zo snel
mogelijk een einde te maken aan deze situatie. Het vandaag verstuurde met redenen omklede advies
betreft aanhoudende overschrijdingen van de NO2-grenswaarden in Duitsland (28
luchtkwaliteitszones, met inbegrip van Berlijn, Hamburg, München en Keulen), Frankrijk (19
luchtkwaliteitszones, waaronder Parijs, Marseille en Lyon), het Verenigd Koninkrijk (16
luchtkwaliteitszones, waaronder Londen, Birmingham, Leeds en Glasgow), Italië (12
luchtkwaliteitszones, waaronder Rome, Milaan en Turijn) en Spanje (3 luchtkwaliteitszones, namelijk
Madrid en twee zones die Barcelona omvatten). Het is aan de autoriteiten van de lidstaten om de
passende maatregelen te nemen om een einde te maken aan de overschrijdingen van NO2-limieten; er
zijn veel meer inspanningen nodig op lokaal, regionaal en nationaal niveau om aan de verplichtingen
van de EU-voorschriften te voldoen en de volksgezondheid te waarborgen. Als de lidstaten hun
verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij
het Hof van Justitie van de EU. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.
4. Financiële stabiliteit, financiële diensten en kapitaalmarktenunie
(meer informatie: Vanessa Mock – tel.: +32 229-56194, Letizia Lupini -– tel.: +32 229-51958)
Audits: Commissie verzoekt CYPRUS, ESTLAND, KROATIË, POLEN, ROEMENIË en SLOVENIË
om toepassing van EU-voorschriften op het gebied van audit
De Commissie heeft CYPRUS, ESTLAND, KROATIË, POLEN, ROEMENIË en SLOVENIË verzocht om
de EU-voorschriften op het gebied van audit volledig toe te passen. De auditrichtlijn (Richtlijn
2014/56/EU betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde
jaarrekeningen) stelt de voorwaarden vast voor de toelating en registratie van personen die wettelijke
controles uitvoeren. Ook stelt de richtlijn de regels betreffende onafhankelijkheid, objectiviteit en
beroepsethiek vast die op die personen van toepassing zijn, alsook het kader voor het publieke toezicht
dat op hen wordt uitgeoefend. De nieuwe voorschriften wijzigen de voorgaande auditrichtlijn (Richtlijn
2006/43/EG) en stellen nieuwe voorschriften vast die zorgen voor meer transparantie en
voorspelbaarheid van de toepasselijke vereisten voor personen die audits verrichten. Verder zorgen de
wijzigingen voor een grotere onafhankelijkheid en objectiviteit van degenen die de audits verrichten.
De lidstaten hadden tot 17 juni 2016 de tijd om deze voorschriften in nationaal recht om te zetten.
Aangezien deze zes lidstaten de oorspronkelijke termijn hebben laten verstrijken, heeft de Commissie
hun eind juli 2016 een aanmaningsbrief gezonden. Zij hebben deze brieven beantwoord met de
toezegging de nieuwe wetgeving snel in te voeren. Aangezien dit niet is gebeurd, heeft het verzoek van
vandaag de vorm van een met redenen omkleed advies gekregen. Indien Cyprus, Estland, Kroatië,
Polen, Roemenië en Slovenië hun verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kunnen zij voor
het Hof van Justitie van de EU worden gedaagd.
Melding van inbreuken: Commissie roept NEDERLAND, POLEN, PORTUGAL en SPANJE op de
EU-voorschriften inzake klokkenluiders toe te passen
In 2015 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een uitvoeringsrichtlijn inzake de melding
aan de bevoegde autoriteiten van bestaande of mogelijke inbreuken op de verordening marktmisbruik
("klokkenluidersrrichtlijn"; Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2015/2392 van de Commissie). Deze richtlijn
maakt deel uit van het "rulebook" inzake marktmisbruik en verplicht de lidstaten doeltreffende
mechanismen op te zetten om melding van inbreuken op de verordening marktmisbruik mogelijk te
maken. Zij bevat bepalingen om de melders van dergelijke overtredingen te beschermen en legt
nadere procedures vast om klokkenluiders en gemelde personen te beschermen, met inbegrip van
follow-up-regelingen voor verslagen door klokkenluiders en voor de bescherming van
persoonsgegevens. De lidstaten hadden tot 3 juli 2016 de tijd om deze voorschriften in nationaal recht
om te zetten. Aangezien Nederland, Polen, Portugal en Spanje de oorspronkelijke termijn niet
hebben gehaald, is hun in september 2016 een aanmaningsbrief toegestuurd. Aangezien de Commissie
niet op de hoogte is gebracht van een omzetting van de voorschriften in nationale wetgeving, stuurt zij
Nederland, Polen, Portugal en Spanje een met redenen omkleed advies met het verzoek hun wetgeving
met betrekking tot klokkenluiders in overeenstemming met het EU-recht te brengen. Als deze lidstaten
hun verplichtingen niet binnen twee maanden nakomen, kunnen zij voor het Hof van Justitie van de EU
worden gedaagd.
5. Interne markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en kleinbedrijf
(meer informatie: Lucia Caudet – tel.: +32 229-56182, Mirna Talko – tel.: +32 229-87278)
Aanmaningsbrieven
Vrij verkeer van goederen: Commissie leidt inbreukprocedure in tegen HONGARIJE en
ROEMENIË in verband met detailhandel in landbouwproducten en levensmiddelen
De Commissie heeft vandaag besloten aanmaningsbrieven te zenden aan Hongarije en Roemenië
omdat hun nationale voorschriften voor detailhandel in landbouwproducten en levensmiddelen
indruisen tegen de EU-wetgeving. In Hongarije verplicht een nieuwe wet detailhandelaren om de
zelfde winstmarges toe te passen op binnenlandse als op ingevoerde landbouwproducten en
levensmiddelen, hoewel de prijs van de ingevoerde producten afhankelijk is van schommelingen in de
wisselkoersen van de valuta. Hierdoor kan de verkoop van ingevoerde landbouwproducten en
levensmiddelen ten opzichte van binnenlandse worden benadeeld. De Commissie heeft bedenkingen
geuit op basis van het beginsel van vrij verkeer van goederen (artikel 34 van het Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie, VWEU). In Roemenië worden grote detailhandelaars verplicht om
ten minste 51 % van de landbouwproducten en levensmiddelen in te kopen bij plaatselijke
producenten. Dit kan in strijd zijn met het vrije verkeer van goederen. Dezelfde wet bepaalt ook dat
detailhandelaren producten van oorsprong uit Roemenië moeten promoten, en beperkt daardoor hun
commerciële keuzevrijheid om te bepalen welk product ze aanbieden, hetgeen weer in strijd is met de
vrijheid van vestiging (artikel 49 VWEU).Volgens het EU-recht zijn beperkingen van deze vrijheden
slechts toegestaan wanneer er een gerechtvaardigde noodzaak is om een hoger openbaar belang te
beschermen, zoals de volksgezondheid, en minder beperkende maatregelen niet mogelijk zijn.
Hongarije en Roemenië hebben niet kunnen aantonen dat hun nationale maatregelen gerechtvaardigd
en evenredig zijn. De Hongaarse en Romeinse autoriteiten hebben nu twee maanden de tijd om te
reageren op de argumenten die de Commissie heeft aangevoerd.
Aanmaningsbrieven, een met redenen omkleed advies en een sluiting
Betalingsachterstanden: Commissie dringt bij vier lidstaten aan op nakoming van de richtlijn
betalingsachterstanden om het mkb te beschermen in de commerciële betrekkingen
De Europese Commissie neemt nadere stappen tegen Griekenland, Italië, Slowakije en Spanje met
het oog op een correcte toepassing van de richtlijn betalingsachterstanden (Richtlijn 2011/7/EU) en om
verliezen voor ondernemingen – met name het midden- en kleinbedrijf (mkb) – in die landen te
voorkomen. Betalingsachterstanden hebben negatieve gevolgen voor ondernemingen doordat hun
liquiditeit en kasstromen worden aangetast, hun financieel beheer wordt bemoeilijkt en de groei wordt
belemmerd. De richtlijn betalingsachterstanden verbetert de rechtspositie van crediteuren door
termijnen vast te stellen voor betalingen door bedrijven en overheidsinstanties die goederen of
diensten aankopen. Indien de termijnen niet worden nageleefd, heeft de leverancier recht op een
billijke compensatie. Om te voorkomen dat er een cultuur van betalingsachterstanden ontstaat, is het
belangrijk dat overheden een voorbeeldfunctie vervullen door hun leveranciers onverwijld en op een
transparante manier te betalen. De Commissie dringt bij de lidstaten aan op maatregelen in verband
met de volgende kwesties: Griekenland: nieuwe wetgeving die een einde maakt aan de rechten van
schuldeisers op rente en schadevergoeding (aanvullende aanmaningsbrief); Italië: ernstige
betalingsachterstand door overheidsinstanties (met redenen omkleed advies); Slowakije: ernstige
betalingsachterstanden in de volksgezondheidssector (aanmaningsbrief); Spanje: wetgeving die de
wettelijke betalingstermijn systematisch verlengt met 30 dagen (aanmaningsbrief). Deze vier lidstaten
hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn
genomen om de situatie te verhelpen. Als dit niet het geval is, kan de Commissie besluiten Italië, dat
een met redenen omkleed advies ontvangt, voor het Hof van Justitie van de EU te dagen. De
Commissie heeft ook besloten een zaak tegen Portugal te sluiten, aangezien het land zijn nationale
wetgeving heeft aangepast aan de richtlijn. Zie voor meer informatie het volledige persbericht.
Met redenen omklede adviezen
Interne markt: Commissie verzoekt vier lidstaten om omzetting van nieuwe voorschriften
over boten en bootonderdelen
De Commissie heeft vandaag met redenen omklede adviezen gestuurd aan Cyprus, Finland, Ierland
en Roemenië met het verzoek om omzetting van de richtlijn betreffende pleziervaartuigen en
waterscooters (Richtlijn 2013/53/EU). De Richtlijn pleziervaartuigen heeft betrekking op de bouw, de
veiligheid en andere eisen voor vaartuigen die bestemd zijn voor sport- en vrijetijdsdoeleinden. De
richtlijn moest uiterlijk op 18 januari 2016 volledig in nationaal recht zijn omgezet. De Commissie heeft
van de vier betrokken lidstaten nog geen mededeling ontvangen dat deze richtlijn volledig in nationaal
recht is omgezet. Deze lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om de Commissie ervan in kennis te
stellen dat zij de richtlijn volledig hebben omgezet; als zij dat niet doen, kan de Commissie de zaak
voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
Sluiting
Oostenrijk wijzigt rijverbod op deel van snelweg A12 door Inndal – Commissie sluit
inbreukprocedure
De Commissie heeft vandaag besloten tot sluiting van de inbreukprocedure tegen Oostenrijk
betreffende het nationale voorschrift dat een toegangsverbod inhield voor bepaalde zware
vrachtwagens op een deel van de snelweg A12 door het dal van de Inn. De Commissie oordeelde in
haar aanmaningsbrief aan Oostenrijk van juli 2016 dat deze maatregel in de praktijk kon leiden tot een
beperking van vrije doorgang en daarmee van het vrije verkeer van goederen (artikel 34 VWEU.)
Weliswaar moet Oostenrijk op grond van de richtlijn luchtkwaliteit (Richtlijn 2008/50/EG) maatregelen
nemen om de luchtverontreiniging in het dal van de Inn te verminderen, maar volgens de Commissie
bestonden er minder beperkende maatregelen om dat doel te bereiken. Oostenrijk heeft dit voorschrift
dan ook gewijzigd in oktober 2016. De Commissie is ingenomen met deze wijziging en kan de
inbreukprocedure daarom nu sluiten.
6. Maritieme zaken en visserij
(meer informatie: Enrico Brivio – tel.: +32 229-56172, Iris Petsa – tel.: +32 229-93321)
Met redenen omkleed advies
Commissie verzoekt ROEMENIË te voldoen aan het beginsel van gelijke toegang tot EUwateren en -visbestanden in de Zwarte Zee
De Commissie dringt er bij Roemenië op aan te voldoen aan het beginsel van gelijke toegang tot de
wateren en visbestanden in de Zwarte Zee. In een met redenen omkleed advies dat vandaag aan
Roemenië is verstuurd, betoogt de Commissie dat Roemenië heeft nagelaten gelijke toegang tot EUwateren en -visbestanden te verlenen, naar aanleiding van een aantal incidenten met vaartuigen die
onder Bulgaarse vlag voeren. Gelijke toegang is een fundamenteel beginsel van het gemeenschappelijk
visserijbeleid (GVB) van de EU. Vissersvaartuigen uit de EU moeten gelijke toegang hebben tot
wateren en visbestanden in de hele EU, zoals voorgeschreven in artikel 5, lid 1, van Verordening (EU)
nr. 1380/2013. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat schepen die onder de vlag van een ander EUland varen vrije toegang hebben tot de onder hun jurisdictie vallende wateren om er visserijactiviteiten
te verrichten. De lidstaten moeten ook waarborgen dat deze vaartuigen op niet-discriminerende wijze
worden behandeld door de nationale autoriteiten die belast zijn met de visserijcontrole. Roemenië
heeft nu twee maanden de tijd om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn
genomen om deze situatie te verhelpen; als het dat niet doet, kan de Commissie de zaak voorleggen
aan het Hof van Justitie van de EU.
7. Migratie, binnenlandse zaken en burgerschap
(meer informatie: Tove Ernst – tel.: +32 229-86764, Katarzyna Kolanko – tel.: +32 229-63444)
Met redenen omklede adviezen
Migratie: Commissie dringt bij BELGIË aan op volledige tenuitvoerlegging van voorschriften
inzake gecombineerde vergunningen
De Commissie heeft besloten België een met redenen omkleed advies te sturen met het verzoek om
volledige omzetting van de "Richtlijn gecombineerde vergunningen" (Richtljn 2011/98/EU), die door
alle lidstaten uiterlijk op 25 december 2013 moest zijn omgezet. De richtlijn voorziet in één enkele
aanvraagprocedure voor gecombineerde vergunningen voor onderdanen van derde landen om op het
grondgebied van een EU-lidstaat te verblijven en te werken, en in een gemeenschappelijk pakket
rechten (waaronder gelijke behandeling als de onderdanen van dat land) voor werknemers uit derde
landen die legaal in een lidstaat verblijven. Op de uiterste datum voor omzetting had België de richtlijn
slechts gedeeltelijk omgezet. Bijgevolg heeft de Commissie België in maart 2014 een aanmaningsbrief
wegens niet-kennisgeving gestuurd, in april 2015 een met redenen omkleed advies gestuurd, en België
tot slot in november 2015 voor het Hof van Justitie van de EU gedaagd. Vervolgens heeft België de
Commissie in kennis gesteld van de lopende wetgevingsprocedures, waaronder op regionaal niveau, en
de aanhangigmaking bij het Hof is tijdelijk opgeschort. Niettemin is de omzetting van de richtlijn nog
altijd onvolledig, en is er geen betrouwbaar tijdschema voor de afronding. Daarom heeft de Commissie
besloten een aanvullend met redenen omkleed advies te richten tot de Belgische autoriteiten, die nu
twee maanden de tijd hebben om de Commissie in kennis te stellen van de maatregelen die zijn
genomen om de nationale wettelijke regeling in overeenstemming met het EU-recht te brengen.
Anders kan de Commissie besluiten deze zaak aan het Hof van Justitie van de EU voor te leggen.
Veiligheidsunie: Commissie verzoekt CYPRUS, FRANKRIJK en ROEMENIË om volledige
tenuitvoerlegging van Europese voorschriften inzake precursoren voor explosieven
De Europese Commissie verzoekt Cyprus, Frankrijk en Roemenië om te zorgen voor volledige
tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 98/2013 over het op de markt brengen en het gebruik van
precursoren voor explosieven. De verordening is op 2 september 2014 in werking getreden en is een
belangrijke wetgevend document voor het beperken en het controleren van de toegang tot een aantal
gevaarlijke chemische stoffen die door terroristen kunnen worden gebruikt om zelf explosieven te
vervaardigen. Cyprus, Frankrijk en Roemenië hebben nog niet de vereiste voorschriften vastgesteld
voor de sancties die moeten worden opgelegd in geval van overtreding van de verordening. Daarom
brengt de Commissie een met redenen omkleed advies uit aan de drie lidstaten waarbij zij er op
aandringt alle nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de sancties worden toegepast in
overeenstemming met de verordening. Daarnaast worden Frankrijk en Roemenië eraan herinnerd
dat zij regelmatig richtsnoeren over precursoren moeten verspreiden onder de marktdeelnemers
(bijvoorbeeld detailhandelaars). Als Cyprus, Frankrijk en Roemenië deze situatie niet binnen twee
maanden verhelpen, kan de Commissie deze zaken aanhangig maken bij het Hof van Justitie van de
EU. De juiste uitvoering van de verordening inzake precursoren voor explosieven is een belangrijk
onderdeel van de Europese veiligheidsagenda en van de mededeling van de Commissie over de
voorbereiding van een echte veiligheidsunie.
Sluiting
Commissie sluit inbreukprocedure inzake uitvoering van Schengengrenscode door Duitsland
De Commissie heeft vandaag besloten tot sluiting van de inbreukprocedure tegen Duitsland inzake
het rechtskader voor politiecontroles in interne grenszones. De Duitse autoriteiten hebben een
raadgevend besluit ("Erlass") vastgesteld dat de noodzakelijke rechtszekerheid biedt. Daarom kan de
Commissie de inbreukprocedure nu sluiten. In algemene termen moedigt de Commissie de lidstaten
aan om gebruik te maken van de mogelijkheid die de Schengengenscode biedt om politiecontroles in
grensgebieden te verrichten.
8. Mobiliteit en vervoer
(meer informatie: Anna-Kaisa Itkonen– tel.: +32 229-56186, Alexis Perier -– tel.: +32 229-69143)
Verwijzingen naar Hof van Justitie van de Europese Unie
Vervoer: Commissie daagt KROATIË, NEDERLAND, PORTUGAL en ZWEDEN voor Hof van
Justitie van de EU wegens onjuiste omzetting van EU-voorschriften betreffende het rijbewijs
De Europese Commissie heeft besloten Kroatië, Nederland, Portugal en Zweden voor het Hof van
Justitie van de EU te dagen omdat zij Richtlijn 2006/126/EG betreffende het rijbewijs niet correct
hebben omgezet. De Commissie heeft een aantal tekortkomingen bij de omzetting van de richtlijn
vastgesteld: Nederland heeft de gestandaardiseerde geldigheidstermijnen niet correct omgezet; in
Portugal in Portugal is niet gewaarborgd dat één persoon slechts één rijbewijs bezit; en Zweden
heeft de eisen inzake medische geschiktheid, in het bijzonder voor bestuurders met een
alcoholverslaving, niet correct in nationaal recht omgezet. De Commissie heeft voorts besloten Kroatië
voor het Hof te dagen omdat het nog niet is aangesloten op het EU-rijbewijzennetwerk ("RESPER"),
zoals voorgeschreven door Richtlijn 2006/126/EG. RESPER kan de lidstaten helpen onderling samen te
werken en ervoor zorgen dat rijbewijzen worden afgegeven volgens de voorschriften van de EU. De
informatie-uitwisseling via RESPER had op 19 januari 2013 van start moeten gaan. De Commissie heeft
in oktober 2015 inbreukprocedures ingeleid en de betrokken lidstaten in juni 2016 een met redenen
omkleed advies gestuurd. Aangezien deze vier landen hun verplichtingen op grond van Richtlijn
2006/126/EG nog steeds niet zijn nagekomen, worden zij door de Commissie voor het Hof gedaagd.
Zie voor meer informatie het volledige persbericht.
9. Belastingen en douane-unie
(meer informatie: Vanessa Mock – tel.: +32 229-56194, Patrick Mc Cullough – tel.: +32 229-87183)
Verwijzing naar het Hof van Justitie van de Europese Unie
Belastingen: Commissie daagt GRIEKENLAND voor Hof van Justitie wegens verlaagd
accijnstarief op "Tsipouro" en "Tsikoudià"
De Europese Commissie daagt Griekenland voor het Hof van Justitie van de EU omdat het op twee
specifieke alcoholhoudende dranken, "Tsipouro" en "Tsikoudià", niet het standaard-accijnstarief
toepast. Op grond van het EU-recht moet hetzelfde accijnstarief worden toegepast op ethylalcohol dat
wordt gebruikt voor de productie van alcoholhoudende dranken, tenzij vrijstellingen of afwijkingen van
toepassing zijn. Griekenland heeft echter geen afwijking voor de dranken Tsipouro of Tsikoudià
toegekend gekregen en past nu een verlaagd accijnstarief (50 %) toe op Tsipouro en Tsikoudià, en een
uitzonderlijk laag tarief (ongeveer 6 %) bij de productie van deze dranken door kleine producenten, de
zogenaamde "tweedaagse distilleerders". Door deze verlaagde tarieven toe te passen, handelt
Griekenland in strijd met de EU-voorschriften aangezien het de in eigen land geproduceerde
gedistilleerde dranken bevoordeelt. Dit is in strijd met verbod op binnenlandse belastingen die tot
indirecte bescherming van binnenlandse producten leiden, en op interne belastingen op producten uit
andere lidstaten die hoger zijn dan de belastingen op gelijksoortige binnenlandse producten. Bovendien
is het weliswaar toegestaan dat kleine distilleerderijen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking
komen voor een verlaagd accijnstarief, maar dit mag niet minder bedragen dan 50 % van het nationale
standaardtarief. Door toepassing van een uitzonderlijk verlaagd tarief voldoet de Griekse regeling voor
tweedaagse distilleerders niet aan deze voorwaarden. Zie voor meer informatie het volledige
persbericht.
Met redenen omkleed advies
Belastingen: Commissie verzoekt SPANJE om ervoor te zorgen dat de voorschriften voor in
het buitenland aangehouden activa evenredig zijn
De Europese Commissie heeft Spanje een met redenen omkleed advies gestuurd met een verzoek om
wijziging van zijn voorschriften voor activa die worden aangehouden in andere EU-lidstaten of in
landen van de Europese Economische Ruimte (EER) ("Modelo 720"). Weliswaar is de Commissie van
mening dat Spanje van de belastingbetalers mag eisen dat zij de autoriteiten informeren over bepaalde
activa die in het buitenland worden aangehouden, maar de boetes die worden opgelegd bij nietnakoming zijn onevenredig. Aangezien de geldboeten veel hoger zijn dan de sancties die worden
opgelegd in een zuiver nationale situatie, kunnen de voorschriften bedrijven en particulieren ervan
weerhouden om te investeren in of te verhuizen naar een ander land binnen de interne markt.
Dergelijke bepalingen zijn daarom discriminerend en in strijd met de fundamentele vrijheden in de EU.
Als er binnen twee maanden geen bevredigend antwoord komt, kan de Commissie de Spaanse
autoriteiten voor het Hof van Justitie van de EU dagen.
MEMO/17/234
Contactpersoon voor de pers:
Alexander WINTERSTEIN (+32 2 299 32 65)
Uldis ŠALAJEVS (+32 2 296 75 60)
Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail