Hoofdstuk 13 Vrijzinnige Partij

Download Report

Transcript Hoofdstuk 13 Vrijzinnige Partij

Nederland gaat maart 2017 naar de stembus. Er valt genoeg te kiezen. Partijen maken uiteenlopende financieel-economische afwegingen, zo blijkt uit de verkiezingsprogramma’s. Wat is het speerpunt voor de aanstaande kabinetsperiode?

De arbeidsmarkt, het belastingstelsel, het klimaat, het onderwijs, het pensioenstelsel, veiligheid, de woning markt, de zorg? Wat krijgt prioriteit: de werkgelegenheid, de koopkracht of het overheidssaldo, meer publieke goederen en diensten of juist meer lastenverlichting? En hoe worden deze doelen onderling gewogen? Elf partijen (VVD, PvdA, SP, CDA, D66, ChristenUnie, GroenLinks, SGP, DENK, VNL, Vrijzinnige Partij) hebben van het aanbod gebruik gemaakt hun verkiezingsprogramma door het Centraal Planbureau van een financieel-economische doorrekening te laten voorzien. ‘Keuzes in Kaart’ beschrijft welke maatregelen partijen voor ogen staan, welke economische effecten ze daarmee hopen te bereiken en hoe partijen zich van elkaar onderscheiden. Dit is een uitgave van: Centraal Planbureau (CPB) Postbus 80510 | 2508 GM Den Haag (088) 984 60 00 | www.cpb.nl | [email protected] Gedrukt door: Xerox/OBT Kerketuinenweg 8 | 2544 CW Den Haag (070) 2800 800 | [email protected]

Foto omslag: Tweede Kamer | Peter Hilz Februari 2017 | ISBN 978-90-5833-756-6

Budgettaire maatregelen beschreven

Economische effecten doorgerekend

Keuzes in Kaart 2018-2021

Hoofdstuk 13 Vrijzinnige Partij

13 Vrijzinnige Partij

legenda basispad Vrijzinnige Partij andere partijen

lastenverlichting bedrijven veiligheid en defensie

90 10 0 -10 -70 -10 0 10 90

onderwijs sociale zekerheid zorg

Budgettaire keuzes 2021

Kent een categorie een positief getal, dus in de blauwe cirkel? Dan kost dat de staat geld.

Kent een categorie een negatief getal, dus in de witte cirkel? Dan levert dat de staat geld op.

netto uitgaven- en lastenmutaties (mld euro in prijzen 2017) t.o.v. basispad.

lastenverlichting gezinnen

legenda basispad Vrijzinnige Partij andere partijen

minder economische groei

-2,2

meer werkloosheid

1,3

minder koopkracht (alle huishoudens)

-1,4 -2,4

kost de staat geld

-5,5

basispad

0,4 Effecten op middellange termijn 2,2

meer economische groei

-1,1 -1,3

minder werkloosheid

1,4 3,7

meer koopkracht (alle huishoudens)

2,4

levert de staat geld op Bbp-volume (%) Werkloosheid (%-punt) Mediane koopkracht (%, gemiddeld per jaar) Begrotingssaldo (% bbp) -1 Datapunten buiten het blauwe vlak vallen buiten één standaardafwijking van het langjariggemiddelde (realisaties 1995-2014). Om toch alle datapunten duidelijk weer te geven is voor deze datapunten een schaal gebruikt die drie keer zo klein is.

legenda basispad Vrijzinnige Partij andere partijen

overheids begroting minder goed houdbaar

-6,3 -3,5

minder werkgelegenheid

-4,8 -2,2

meer gelijke verdeling

-5,0 -4,4

basispad 0

Effecten op lange termijn 3,5

overheidsbegroting beter houdbaar

2,2

meer werkgelegenheid

5,0

Houdbaarheid (% bbp) Structurele werkgelegenheid (%) meer ongelijke verdeling Inkomensverdeling (relatieve mutatie van de Gini-coëfficiënt, %) Datapunten buiten het blauwe vlak vallen buiten de verwachting gebaseerd op eerdere cijfers.

Om toch alle datapunten duidelijk weer te geven is voor deze datapunten een schaal gebruikt die drie keer zo klein is.

Het basispad

Het basispad is de economische ontwikkeling die het CPB verwacht als er geen aanvullende maatregelen worden genomen. De waardes van alle basispaden staan in tabel 2.1. Een voorbeeld: voor de houdbaarheid van de overheidsbegroting is het basispad 0,4. Is het effect van het beleidspakket -0,7, dan betekent dat dus een houdbaarheidscijfer van -0,3.

207

13.1 Overheidsbegroting

Het beleidspakket van de Vrijzinnige Partij verhoogt de overheidsuitgaven met 83,7 mld euro en verzwaart de collectieve lasten met 58,4 mld euro. Het pakket bevat de invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Dit is een ingrijpende maatregel: de budgettaire en economische effecten ervan zijn met meer dan de gebruikelijke onzekerheden omringd.

Het beleidspakket van de Vrijzinnige Partij verslechtert het

EMU ‐ saldo

in 2021 per saldo met 25,2 mld euro ten opzichte van het basispad.

61 Dit is de ex‐ante mutatie, dat wil zeggen ongerekend de macro‐economische doorwerking. In 2021 verhoogt de Vrijzinnige Partij de

overheidsuitgaven

pad inclusief het beleidspakket met 7,4% per jaar. per saldo met 83,7 mld euro. De netto intensivering betreft voornamelijk sociale zekerheid als gevolg van de introductie van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Per saldo wordt het meest omgebogen bij openbaar bestuur en defensie. In de periode 2018‐2021 stijgen de overheidsuitgaven in het De Vrijzinnige Partij buigt 1,2 mld euro om op

veiligheid.

De Vrijzinnige Partij verlaagt de

defensie ‐ openbaar uitgaven bestuur.

Dit is het gevolg van een beperking van de apparaatsuitgaven bij het Rijk, zbo's en de lokale overheden via een apparaatskorting. De Vrijzinnige Partij wil per saldo 0,1 mld euro minder uitgeven aan Dit komt vooral door de eerder genoemde apparaatskorting. met 1,2 mld euro. Op het terrein van

bereikbaarheid

komt de Vrijzinnige Partij tot een netto intensivering van 0,1 mld euro. Deze intensivering bestaat uit exploitatiekosten als gevolg van het invoeren van een kilometerheffing voor bestel‐ en personenauto's en vrachtwagens. De Vrijzinnige Partij wil in 2021 0,2 mld euro op

milieu

intensiveren. Deze intensivering bestaat uit extra subsidies voor zonnepanelen.

Op onderwijs

wordt voor 0,3 mld euro omgebogen in 2021. De ombuiging bestaat onder andere uit een taakstelling op subsidies uitgegeven door het ministerie van OCW. Ook schaft de partij het studievoorschot en de aanvullende beurs voor het mbo en het hoger onderwijs af en vervalt de basisbeurs voor mbo studenten. De maatregelen op het gebied van studiefinanciering zijn gekoppeld aan de introductie van het basisinkomen vanaf 2021 waar ook studenten recht op hebben. In de

zorg

intensiveert de Vrijzinnige Partij per saldo 5,5 mld euro. Zie paragraaf 13.2. De Vrijzinnige Partij intensiveert per saldo 81,5 mld euro in de komen gedeeltelijk te vervallen.

sociale zekerheid.

Deze intensivering bestaat vooral uit de introductie van een onvoorwaardelijk basisinkomen van 10.000 euro per meerderjarige. Dit basisinkomen komt in de plaats van regelingen zoals de AOW, bijstand en studiebeurzen. Ook arbeidsongeschiktheids‐, WW‐ en ZW‐uitkeringen 61 Alle in deze paragraaf genoemde getallen zijn ten opzichte van het basispad, tenzij anders aangegeven. 208

Aan

overdrachten

euro om op begroting.

aan bedrijven internationale

wordt in 2021 per saldo 0,6 mld euro minder besteed. Deze besparing komt onder andere door het afschaffen van het loonkostenvoordeel (LKV) voor werkgevers die oudere werknemers in dienst nemen. De Vrijzinnige Partij buigt 0,2 mld

samenwerking.

Op de

overige uitgaven

buigt de Vrijzinnige Partij netto 0,1 mld euro om door een taakstellende ombuiging op subsidies op de VWS‐ Het beleidspakket van de Vrijzinnige Partij leidt tot een daling van de

werkgelegenheid in de sector overheid

van 0,6% per jaar. Als gevolg van het beleidspakket vindt in de

zorgsector

een stijging van de werkgelegenheid plaats van 0,3% per jaar.

Tabel 13.1 Effecten op de overheidsuitgaven van beleidspakket Vrijzinnige Partij

2017 Basispad 2021 Netto inten- siveringen Basispad inclusief pakket Basispad Basispad inclusief pakket Openbaar bestuur Veiligheid Defensie Bereikbaarheid Milieu Onderwijs Zorg Sociale zekerheid Overdrachten aan bedrijven Internationale samenwerking Overig Totaal EMU-relevante uitgaven mld euro 62,0 11,1 7,8 9,6 37,6 67,3 88,9 9,9 12,1 306,3 323,1 64,2 12,1 8,0 10,1 38,1 76,2 91,0 10,4 13,0 -1,2 -0,1 -1,2 0,1 0,2 -0,3 5,5 81,5 -0,6 -0,2 -0,1 83,7 63,0 12,0 6,8 10,3 0,2 37,8 81,7 172,5 9,8 12,8 -0,1 % per jaar 0,9 2,3 0,6 1,3 0,3 3,2 0,6 1,3 1,7 0,4 2,1 -3,2 1,5 0,1 5,0 18,0 -0,2 1,3 406,8 1,3 7,4 In het basispad van de MEV/MLT zijn de functies milieu en overig niet gespecificeerd.

Tabel 13.2 Werkgelegenheidseffecten bij de overheid en zorg van beleidspakket Vrijzinnige Partij

Basispad Effect pakket Basispad inclusief pakket Basispad Effect pakket Basispad inclusief pakket 2018-2021 2018-2021 2018-2021 2018-2021 2018-2021 Sector overheid Zorg Overheid en zorg miljoenen gewerkte uren -5 145 135 -40 20 -15 -45 165 120 % per jaar De optelling van de cijfers kan door afronding afwijken van de gerapporteerde totalen. -0,1 2,2 1,1 -0,6 0,3 -0,1 2018-2021 -0,7 2,5 1,0 209

De Vrijzinnige Partij verzwaart de collectieve lasten in 2021 per saldo met 58,4 mld euro. Gezinnen betalen 51,4 mld euro meer belastingen en premies. Voor bedrijven stijgen de collectieve lasten met 7,0 mld euro. De

lasten op inkomen en

hypotheekrenteaftrek. De

arbeid lasten

worden netto met 48,6 mld euro verhoogd. Deze lastenverzwaring komt vooral door het afschaffen van heffingskortingen zoals de algemene heffingskorting en de introductie van een nieuwe tariefstructuur met vijf belastingschijven in verband met de introductie van het basisinkomen. Ook stijgen de zorgpremies ter dekking van het afschaffen van het eigen risico in de Zvw en beperkt de Vrijzinnige Partij de

op vermogen en winst

worden verzwaard (3,1 mld euro). Zo worden de tarieven in de eerste en tweede schijf van de vennootschapsbelasting met 2%‐ punt verhoogd en voert de partij unilateraal een financiële transactiebelasting in. De

belastingen op milieu

verhoogt per saldo de worden door de Vrijzinnige Partij verzwaard (2,0 mld euro). Deze lastenverzwaring wordt vooral veroorzaakt door een verhoging van de hoogste schijven in de energiebelasting. Daarnaast wordt een kilometerheffing voor bestel‐ en personenauto's en vrachtverkeer geïntroduceerd. Daar staat tegenover dat de motorrijtuigenbelasting op personen‐ en bestelauto's, de bpm en het eurovignet worden afgeschaft. De Vrijzinnige Partij

overige belastingen

lage btw‐tarief van 6% naar 7%. met 4,6 mld euro. Deze lastenverzwaring is vooral het gevolg van een verhoging van het algemene btw‐tarief van 21% naar 23% en het

Tabel 13.3 Effecten op belastingen en sociale premies van beleidspakket Vrijzinnige Partij

Basispad Netto lastenverzwaring Basispad inclusief pakket Inkomen en arbeid Vermogen en winst Milieu Overig Totaal beleidsmatige lasten w.v. gezinnen bedrijven buitenland mld euro 5,6 0,0 2,3 -0,8 7,1 3,7 3,4 0,0 48,6 3,1 2,0 4,6 58,4 51,4 7,0 0,0 54,2 3,1 4,3 3,9 65,6 55,1 10,4 0,0

13.2 Zorg

De Vrijzinnige Partij verhoogt de collectieve zorguitgaven per saldo met 5,5 mld euro in 2021. Dit is opgebouwd uit een verhoging van de collectieve Zvw‐uitgaven met 5,1 mld euro, gelijkblijvende collectieve Wlz‐uitgaven en een verhoging van de overige zorguitgaven met 0,4 mld euro. 210

In de

curatieve zorg

voert de Vrijzinnige Partij binnen het huidige stelsel van gereguleerde concurrentie een aantal wijzigingen door. Zo schaft de Vrijzinnige Partij het verplicht

eigen risico

af. Dit betekent een intensivering van 4,5 mld euro. De gemiddelde eigen betalingen in de Zvw nemen hierdoor af met 270 euro per persoon. Verder breidt de Vrijzinnige Partij het basispakket afnemen.

verzekerde pakket

uit op het gebied van alternatieve zorg. Dit betekent een intensivering van 0,7 mld euro, terwijl de zorguitgaven buiten het Ten aanzien van de intramurale

langdurige zorg

neemt de Vrijzinnige Partij geen maatregelen. Bij de

overige zorg

verhoogt de Vrijzinnige Partij de Rijksbijdrage aan gemeenten met 0,4 mld euro.

Tabel 13.4 Effecten op belangrijkste indicatoren zorg van beleidspakket Vrijzinnige Partij

Basis Effect in 2021 t.o.v. het basispad Basispad inclusief pakket

Curatieve zorg (Zvw)

Collectieve uitgaven (netto) a.g.v. (budget-)maatregelen eigen betalingen aanpassing basispakket overig Eigen betalingen (euro p.p., a)

Langdurige zorg (Wlz)

Collectieve uitgaven (netto) a.g.v. (budget-)maatregelen eigen betalingen overig

Overig (o.a. Wmo/jeugd) Collectieve uitgaven (netto)

mld euro 46,5 270 20,6 9,1 76,2 5,1 0,0 4,5 0,7 0,0 -270 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4 5,5 51,6 (a) Dit betreft zowel de eigen betalingen onder het eigen risico als eigen bijdragen voor verzekerde curatieve zorg. In het basispad is het eigen risico 430 euro per persoon in 2021 (in prijzen 2017); in lopende prijzen is dit 450 euro. Merk daarbij op dat niet iedereen het eigen risico vol maakt. 0 20,6 9,4 81,7 211

De Vrijzinnige Partij introduceert een basisinkomen in 2021, waardoor de overheidsuitgaven met 83,7 mld euro toenemen en de collectieve lasten met 58,4 mld euro stijgen. Vooral het besteedbaar inkomen van werkenden stijgt door het basisinkomen dat zij ontvangen, ondanks de lastenverzwaring en de inflatie die zorgt voor een reële loondaling. De omvang van deze hervorming is dusdanig groot dat de economische effecten hiervan met meer dan de gebruikelijke onzekerheid zijn omgeven. Een deel van de effecten wordt pas zichtbaar na de periode 2018‐2021 (zie indicatoren voor de lange termijn). Het bbp groeit gemiddeld 0,4%‐punt per jaar harder dan in het basispad. Huishoudens gaan vooral in 2021 meer consumeren als gevolg van het hogere besteedbare inkomen, dat leidt gemiddeld over de periode 2018‐2021 tot een 1,4%‐punt hogere consumptie per jaar. De overheidsbestedingen nemen toe door intensiveringen in de zorg. Door de hogere bestedingen gaan bedrijven extra investeren. Door hogere prijzen stijgt de uitvoer minder dan in het basispad.

Tabel 13.5 Macro-economische effecten van beleidspakket Vrijzinnige Partij

Basis Effect pakket Basispad incl. pakket % per jaar

Volume bestedingen en productie

Bruto binnenlands product Consumptie huishoudens Overheidsbestedingen Investeringen bedrijven Uitvoer goederen en diensten 1,7 1,1 1,3 2,3 4,0 0,4 1,4 0,4 0,5 -0,1 2,1 2,5 1,7 2,8 3,9

Lonen en prijzen

Contractloon marktsector Consumentenprijsindex Reële arbeidskosten marktsector

Arbeidsmarkt

Werkgelegenheid (gewerkte uren) w.v. marktsector 1,6 1,3 -0,9 -0,1 0,4 0,0 0,7 0,5 0,1 0,2 effect op niveau 2021 in %-punten 1,5 1,7 -0,9 0,8 0,7 Werkloze beroepsbevolking Arbeidsinkomensquote marktsector 5,5 77,9 -1,1 -1,0 4,4 76,9 De werkloosheid daalt met 1,1%‐punt in 2021 ten opzichte van het basispad. Het arbeidsaanbod neemt in 2021 af door de invoering van het basisinkomen, tegelijkertijd neemt de werkgelegenheid in dat jaar toe door de groei van de bestedingen. Gemiddeld neemt de werkgelegenheid met 0,1%‐punt extra toe ten opzichte van het basispad, de extra 212

banen komen met name in de marktsector terecht. De extra banen in de zorg en de afname van de werkgelegenheid bij de overheid door apparaatskortingen vallen tegen elkaar weg. De inflatie neemt gemiddeld met 0,4%‐punt per jaar toe ten opzichte van het basispad, de contractloonstijging blijft hierbij achter. De inflatie stijgt vooral door de verhoging van de btw‐tarieven. De gemiddelde werknemerslasten nemen af, net als de verhouding tussen het beschikbaar inkomen van uitkeringsgerechtigden en werkenden (vervangingsratio). Dit effect dempt de loonstijging, ondanks de hogere inflatie en de werkloosheidsdaling. De arbeidsinkomensquote daalt vooral als gevolg van een toename van de productiviteit.

13.4 Overheidssaldo en overheidsschuld

Het EMU‐saldo in 2021 bedraagt ‐4,6% bbp door het pakket van de Vrijzinnige Partij. Dat is 5,5% bbp lager dan in het basispad. Door de maatregelen neemt het saldo initieel af met 3,3% bbp. De omzetting van belaste uitkeringen in een onbelast basisinkomen zorgt voor lagere belastingopbrengsten en daarmee een verdere verslechtering van het saldo. De toename van de consumptie zorgt voor extra btw‐opbrengsten. Omdat het basisinkomen de werkloosheidsuitkeringen grotendeels vervangt, is de toename van het EMU‐saldo als gevolg van de werkloosheidsdaling beperkt.

62 De schuldquote stijgt in 2021 ten opzichte van het basispad, doordat de afname van het EMU‐saldo in verhouding groter is dan de toename van het nominale bbp (de noemer van de schuldquote). De toename van het nominale bbp wordt veroorzaakt door zowel grotere economische groei als hogere bbp‐prijzen. Het structurele saldo ligt in 2021 ruim onder de grens conform de MTO regelgeving van ‐0,5% bbp.

Tabel 13.6 Effecten op overheidstekort en overheidsschuld van beleidspakket Vrijzinnige Partij

2018 2019 2020 2021 EMU-saldo (% bbp, basispad) Initieel effect pakket (% bbp) Doorwerkingseffect pakket (% bbp) EMU-saldo inclusief effect pakket (% bbp) -0,3 0,1 -0,1 -0,3 0,4 0,1 0,0 0,5 0,7 0,1 0,0 0,8 0,9 -3,3 -2,2 -4,6 Structureel EMU-saldo (% bbp, basispad) Effect pakket Structureel EMU-saldo inclusief effect pakket (% bbp) -0,5 0,0 -0,4 0,1 0,3 0,4 0,5 0,5 1,0 0,6 -5,8 -5,2 EMU-schuld (% bbp, basispad) Effect pakket EMU-schuld inclusief effect pakket (% bbp) 59,9 0,0 59,8 57,5 -0,3 57,2 55,1 -0,6 54,5 52,3 3,6 55,9 62 De analyse houdt geen rekening met de mogelijke verhoging van de rente die de overheid op haar schulden betaalt als gevolg van de verslechtering van het EMU-saldo. 213

13.5 Koopkrachteffecten

   De volgende maatregelen zijn gunstig voor de koopkracht:  Introductie van een onvoorwaardelijk basisinkomen  Introductie van kopjes op het basisinkomen voor alleenstaande gepensioneerden en alleenstaanden onder AOW‐leeftijd zonder inkomen     Invoeren van een inkomensonafhankelijke arbeidskorting Hogere pensioenuitkering door vaste rekenrente van 3%   Verhogen van de ouderenkorting voor lagere inkomens Afschaffen van het verplicht eigen risico in de Zvw  Hogere zorgtoeslag door verhoging nominale premie Zvw. De volgende maatregelen zijn nadelig voor de koopkracht: Afschaffen van de bijstand en toeslagenwet Afschaffen van de AOW en inkomensondersteuning AOW Invoeren van vijfschijvenstelsel met toptarief in box 1 Vervallen van leeftijdsonderscheid in belastingheffing Afschaffen van kortingen zoals algemene heffingskorting, arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting.     Afschaffen van de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek Afschaffen van de aftrek voor specifieke zorgkosten Verrekenen van het basisinkomen met de WW en WIA Beperken van de hypotheekrenteaftrek     Bijtellen van basisinkomen bij verzamelinkomen voor toeslagen Afschaffen van de ouderenkorting voor hogere inkomens Invoeren van een vermogensaanwasbelasting in (het vijfschijvenstelsel in) box 1 Harmoniseren van de vermogenstoetsen in de toeslagen  Verhogen nominale premie Zvw door afschaffen verplicht eigen risico in de Zvw. Door het beleidspakket van de Vrijzinnige Partij nemen de reële contractlonen in de marktsector 0,5% per jaar minder toe dan in het basispad (zie paragraaf macro‐economische effecten voor een meer gedetailleerde bespreking). Als gevolg van het beleidspakket van de Vrijzinnige Partij verbetert de totale mediane koopkracht van alle huishoudens gemiddeld met 3,7% per jaar ten opzichte van het basispad. De belangrijkste maatregel die deze stijging veroorzaakt is de introductie van een basisinkomen met daarbovenop kopjes voor alleenstaanden. Over het basisinkomen en de kopjes hoeft geen belasting betaalt te worden. Met de introductie van het basisinkomen komen ook de bijstand en de AOW te vervallen. Daarnaast introduceert de Vrijzinnige Partij een vijfschijvenstelsel met een toptarief waarbij het leeftijdsonderscheid in de eerste twee schijftarieven is komen te vervallen. Ook worden allerlei kortingen afgeschaft en wordt de 214

hypotheekrenteaftrek beperkt. Deze maatregelen doen het positieve effect van het basisinkomen deels teniet. Huishoudens met een inkomen van 175 tot 500% wml gaan er met ruim 4% het meeste op vooruit ten opzichte van het basispad. Huishoudens met een inkomen van minder dan 175% wml gaan er in doorsnee met 1,7% op voorruit. Voor deze groep wordt het positieve effect van het basisinkomen gedrukt door het vervallen van de AOW en de bijstand. Voor huishoudens met een inkomen boven 500% wml verbetert de mediane koopkracht met 2,7%. Voor deze groep wordt het positieve effect van het basisinkomen gedrukt door het beperken van de hypotheekrenteaftrek en door een vermogensaanwasbelasting in het vijfschijvenstelsel in box 1. Werkenden gaan er in doorsnee met 4,8% relatief sterk op vooruit ten opzichte van het basispad. Voor werkenden wordt het positieve effect van het basisinkomen beperkt door het afschaffen van de bovengenoemde kortingen, het nieuwe vijfschijvenstelsel in box 1 en de beperking van de hypotheekrenteaftrek. Uitkeringsgerechtigden gaan erop vooruit ten opzichte van het basispad. Voor deze groep wordt de bijstand vervangen door het basisinkomen. De WW en de WIA worden ook verrekend met het basisinkomen. Het afschaffen van de kortingen en het laten meetellen van het basisinkomen in de bepaling van de toeslagen heeft een negatief effect hebben op de koopkracht van deze groep. Daarnaast heeft het afschaffen van de algemene heffingskorting een drukkend effect op de mediane koopkracht van de groep uitkeringsgerechtigden die een andere uitkering dan de bijstand ontvangt. Gepensioneerden gaan er met 0,5% op vooruit ten opzichte van het basispad. Voor deze groep wordt de AOW vervangen door het basisinkomen. De mediane koopkracht van gepensioneerden neemt toe door een verhoging van de ouderenkorting voor lagere inkomens. Ook heeft deze groep baat van de hogere pensioenen door een vaste rekenrente. Het afschaffen van de bovengenoemde kortingen, het nieuwe vijfschijvenstelsel in box 1 en het laten meetellen van het basisinkomen in de bepaling van de toeslagen hebben een negatief effect op de koopkracht van deze groep. Alleenverdieners hebben het meeste voordeel van het basisinkomen. Dit komt doordat de partners van alleenverdieners, die hiervoor geen inkomen hadden, nu een basisinkomen ontvangen. 215

Tabel 13.7 Mediane koopkrachteffecten van beleidspakket Vrijzinnige Partij, gemiddeld per jaar over 2018-2021

Omvang (a) Basispad inclusief beleidspakket (b) Effect beleidspakket (c)

Inkomensniveau (d)

<175% wml 175-350% wml 350-500% wml >500% wml

Inkomensbron (e)

Werkenden (f) Uitkeringsgerechtigden Gepensioneerden

Huishoudtype

Tweeverdieners Alleenstaanden Alleenverdieners

Gezinssamenstelling (g)

Met kinderen Zonder kinderen % totaal % per jaar 36 38 15 11 1,6 4,7 4,4 3,0 63 9 26 52 43 5 4,9 1,2 0,2 4,2 2,0 7,6 1,7 4,6 4,3 2,7 4,8 1,1 0,5 4,2 2,0 7,9 26 49 4,1 5,0 4,0 4,9

Alle huishoudens

100 3,7 3,7 (a) Percentage van totaal aantal huishoudens in 2018. (b) Mediane statische koopkrachtmutaties exclusief incidentele inkomensmutaties. Het betreft het gemiddelde van de koopkrachtmutaties in 2018, 2019, 2020 en 2021. (c) Effect beleidspakket als mediaan van de koopkrachtveranderingen op individueel niveau. Deze kan afwijken van het verschil van de medianen omdat medianen niet bij elkaar opgeteld of afgetrokken mogen worden. In deze tabel ontbreekt het basispad om verwarring op dit punt te voorkomen. (d) Bruto inkomen uit arbeid of uitkering op huishoudniveau; bruto minimumloon (wml) is in 2018 ongeveer 20.500 euro. (e) De indeling naar inkomensbron is op basis van de hoogste inkomensbron op huishoudniveau, waarbij een huishouden waarvan hoofd of partner winstinkomen heeft, bij werkenden wordt ingedeeld. Huishoudens met vroegpensioen of studiefinanciering als hoogste inkomensbron zijn uitgezonderd. (f) Bij de koopkrachtmutatie van werkenden wordt geen rekening gehouden met incidentele mutaties van het loon, zoals het ontvangen of wegvallen van bonussen. (g) De indeling naar gezinssamenstelling is op basis van aanwezigheid van kinderen tot 18 jaar en is exclusief huishoudens van gepensioneerden. 216

Figuur 13.1 Spreiding koopkracht basispad inclusief beleidspakket Vrijzinnige Partij, gemiddeld per jaar over 2018-2021 63 Werkende tweeverdiener Werkende alleenverdiener Werkende alleenstaande Uitkeringsgerechtigde alleenstaande Gepensioneerde alleenstaande Gepensioneerde tweeverdiener

63 Koopkracht naar huishoudtype, inkomensbron en huishoudinkomen, mutaties in %, gemiddeld per jaar. Per inkomensniveau ligt de koopkrachtontwikkeling van 90% van de huishoudens tussen de bovenste en onderste lijn. De middelste lijn geeft de mediaan weer. 217

13.6 Langetermijnbeleidseffecten op inkomens en inkomensverdeling

         Het beleidspakket leidt per saldo tot een lagere inkomensongelijkheid op de lange termijn dan in het basispad. Ten opzichte van het basispad ligt de Gini‐coëfficiënt 4,4% lager. Belangrijkste maatregelen met een Gini‐verhogend effect:   Afschaffen van de bijstand en toeslagenwet Afschaffen van de AOW en inkomensondersteuning AOW Vervallen van leeftijdsonderscheid in belastingheffing Invoeren van een inkomensonafhankelijke arbeidskorting Afschaffen van kortingen zoals algemene heffingskorting, arbeidskorting en inkomensafhankelijke combinatiekorting       Verrekenen van het basisinkomen met de WW en WIA Bijtellen van basisinkomen bij verzamelinkomen voor toeslagen Harmoniseren van de vermogenstoetsen in de toeslagen Invoeren van een vermogensaanwasbelasting in (het vijfschijvenstelsel in) box 1    Lagere pensioenuitkering door een vaste rekenrente van 3% Afschaffen van de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek Afschaffen van de aftrek voor specifieke zorgkosten  Verhogen nominale premie Zvw door afschaffen verplicht eigen risico in de Zvw. Belangrijkste maatregelen met een Gini‐verlagend effect: Introductie van een onvoorwaardelijk basisinkomen Introductie van kopjes op het basisinkomen voor alleenstaande gepensioneerden en alleenstaanden onder AOW‐leeftijd zonder inkomen Verhogen van de ouderenkorting voor lagere inkomens Afschaffen van de ouderenkorting voor hogere inkomens Invoeren van een vijfschijvenstelsel met een toptarief in box 1 Beperken van de hypotheekrenteaftrek Afschaffen van het verplicht eigen risico in de Zvw Hogere zorgtoeslag door verhoging nominale premie Zvw. Belangrijke maatregelen die de Gini‐coëfficiënt verlagen, zijn de invoering van het basisinkomen en de kopjes hierop voor alleenstaanden, het verhogen van de ouderenkorting voor lagere inkomens en de introductie van een vijfschijvenstelsel met een toptarief. Daartegenover staat onder andere dat het afschaffen van de AOW, bijstand, de algemene heffingskorting en het vervallen van leeftijdsonderscheid in de belastingheffing een toename van de Gini‐coëfficiënt veroorzaken. 218

Tabel 13.8 Langetermijneffecten op de inkomensverdeling van beleidspakket Vrijzinnige Partij

+ = grotere inkomensongelijkheid Basispad Basispad inclusief pakket (a) Effect pakket (b) % Relatieve mutatie in de Gini-coëfficiënt (c) 2,9 -1,6 -4,4 (a) Basispad en basispad inclusief pakket geven de relatieve mutatie van de Gini-coëfficiënt waarbij doorlopend beleid is afgekapt in 2060. (b) Effect pakket geeft de relatieve mutatie van de Gini-coëfficiënt door het beleidspakket in de structurele situatie waarbij doorlopend beleid is afgekapt in 2060. (c) In formule: (verandering in de Gini-coëfficiënt) / (Gini-coëfficiënt in het basispad)

Tabel 13.9 Effecten van beleidspakket Vrijzinnige Partij op de structurele werkgelegenheid in uren

Effect pakket Werkgelegenheid (a,b) w.v. fiscaal sociale zekerheid en arbeidsmarktbeleid AOW-leeftijd -4,8 -0,6 -4,2 0,0 (a) Procentuele verandering ten opzichte van het basispad. Door afronding kan het totaal afwijken van de som van de onderdelen. (b) 0,1% staat ongeveer gelijk aan 7000 fulltime banen. Het beleidspakket van de Vrijzinnige Partij verlaagt de structurele werkgelegenheid in uren met 4,8%. Deze werkgelegenheidsdaling is vooral het gevolg van de introductie van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Iedere Nederlander ontvangt tienduizend euro, waarover geen belasting afgedragen hoeft te worden. Dit bedrag ontvangen mensen ongeacht of ze betaald werk verrichten of niet. Dit vermindert de prikkel om (betaald) te werken, omdat mensen minder hoeven te werken voor hetzelfde besteedbare inkomen. Tweede verdieners in een huishouden reageren relatief sterk op dergelijke financiële prikkels, waardoor vooral onder die groep de structurele werkgelegenheid daalt. Het neerwaartse werkgelegenheidseffect van het basisinkomen wordt tot op zekere hoogte gecompenseerd doordat de bijstand wordt vervangen door het basisinkomen, wat de armoedeval verkleint. Mensen hoeven bij het accepteren van werk immers geen uitkering in te leveren. De introductie van progressieve pensioenpremies naar leeftijd leidt tot een lichte verlaging van de structurele werkgelegenheid. De belastingingrepen die de partij doorvoert om dit basisinkomen te financieren, verlagen de structurele werkgelegenheid eveneens. Vooral de introductie van een vijfschijvenstelsel, met hogere belastingtarieven dan in het basispad, het afschaffen van de inkomensafhankelijke combinatiekorting en de verlaging van de arbeidskorting dragen hieraan bij. Ook de belastingverhoging voor bedrijven drukt de structurele werkgelegenheid licht. De afschaffing 219

van de algemene heffingskorting, de bijtelling van het basisinkomen in het bepalen van de toeslagen en het harmoniseren van de vermogenstoets voor de toeslagen compenseren dit neerwaartse effect voor de helft. Het arbeidsmarktbeleid verlaagt de structurele werkgelegenheid, doordat de Vrijzinnige Partij alle re‐integratiedienstverlening van gemeenten en van het UWV afschaft, evenals een deel van de loonkostensubsidies. Ook de uitbreiding van het betaald geboorteverlof verlaagt het aantal gewerkt uren. De Vrijzinnige Partij verkleint het verschil in kosten voor bedrijven tussen het in dienst hebben van werknemers en het inhuren van zelfstandigen door het afschaffen van de zelfstandigenaftrek, starters‐ en meewerkaftrek. Het verschil in kosten voor bedrijven tussen vaste en flexibele werknemers worden door de maatregelen van de Vrijzinnige Partij niet beïnvloed. Het beleidspakket van de Vrijzinnige Partij resulteert in een negatief houdbaarheidssaldo van 5,9% bbp. Het houdbaarheidseffect ten opzichte van het basispad is ook negatief: ‐6,3% bbp. Het negatieve houdbaarheidssaldo indiceert dat er op enig moment in de toekomst uitgavenverlagingen dan wel inkomstenverhogingen nodig zijn. De uitgaven stijgen op lange termijn met 11,9% bbp en de inkomsten met 5,7% bbp. De uitgavenverhoging betreft vooral de invoering van een basisinkomen dat ca. 20% bbp kost en daarmee veel groter is dan de verlaging van de overige SZ‐uitgaven (van ca. 7% bbp). De stijging van de inkomsten is vooral het gevolg van het afschaffen van de algemene heffingskorting en het verlagen van de arbeidskorting. Het houdbaarheidseffect wordt hoofdzakelijk gerealiseerd binnen de kabinetsperiode en is een gevolg van de introductie van het basisinkomen in 2021. Ook het effect erna is echter negatief. Het effect van de specifieke beleidsdossiers AOW en pensioenen (door verhoging ouderenkorting), wonen (beperking hypotheekrenteaftrek en afschaffen verhuurderheffing) en zorg, door afschaffen eigen risico en verhoging zorgpremies, op de houdbaarheid is relatief beperkt. Het negatieve houdbaarheidseffect wordt vooral buiten deze dossiers bereikt.

64 De sterke verlaging van structurele werkgelegenheid met uiteindelijk 4,8%, vooral door de invoering van het basisinkomen, heeft een negatief effect op de houdbaarheid van 1,3% bbp. 64 Bij de Vrijzinnige Partij vallen de afschaffing van de AOW en invoering van het basisinkomen min of meer tegen elkaar weg, zodat gepensioneerden dit niet als een versobering ervaren. Om dit compenserende effect inzichtelijk te maken zijn de afschaffing van de AOW en de invoering van het basisinkomen allebei bij overig geboekt. 220

Tabel 13.10 Effecten op houdbaarheid overheidsfinanciën van beleidspakket Vrijzinnige Partij

% bbp mld euro Houdbaarheid basispad Effect beleidspakket Houdbaarheid inclusief beleidspakket 0,4 -6,3 -5,9 3 -48 -45

Effect op houdbaarheid, binnen de kabinetsperiode en daarna

Effect op EMU-saldo in 2021 Effecten na 2021 -5,5 -0,8 -42 -6

Effect op houdbaarheid, selectie van beleidsdossiers (a)

AOW en pensioenen Wonen Zorg Overig -0,3 0,0 -0,3 -5,7 -2 0 -2 -43 (a) Onder AOW en pensioen vallen maatregelen betreffende AOW-premie, AOW-uitkering, pensioenpremie, pensioenuitkering en ouderenkorting. Onder Wonen vallen maatregelen betreffende huurtoeslag, hypotheekrenteaftrek, eigenwoningforfait, overdrachtsbelasting, verhuurderheffing en ozb voor gebruikers. Onder Zorg vallen maatregelen betreffende zorguitgaven, zorgpremies, eigen bijdragen en zorgtoeslag. We onderscheiden deze maatregelen vanwege de gevoeligheid voor vergrijzing en de mate van doorwerking na de kabinetsperiode. 221