Wijzigingsplan Norschoterweg I

Download Report

Transcript Wijzigingsplan Norschoterweg I

Wijzigingsplan Norschoterweg I
(februari 2017)
wijzigingsplan
Plannr. 1382
Wijzigingsplan Norschoterweg I
Inhoudsopgave
Regels
3
Hoofdstuk 1
Artikel 1
Inleidende regels
Plan
4
4
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
5
Hoofdstuk 3
Artikel 2
Algemene regels
Algemene aanduidingsregels
6
6
Hoofdstuk 4
Artikel 3
Artikel 4
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Slotregel
7
7
7
Bijlagen
Bijlage 1
Bijlage 2
Landschappelijke inpassing
Natuurbeschermingswet 1998 - Norschoterweg 5
2
"Wijzigingsplan Norschoterweg I" (ontwerp)
9
10
12
Wijzigingsplan Norschoterweg I
Regels
"Wijzigingsplan Norschoterweg I" (ontwerp)
3
Wijzigingsplan Norschoterweg I
Hoofdstuk 1
Artikel 1
1.1
Inleidende regels
Plan
plan
het wijzigingsplan "Wijzigingsplan Norschoterweg I" met identificatienummer NL.IMRO.0203.1382-0001
van de gemeente Barneveld.
1.2
bestemmingsplan Buitengebied 2012
het bestemmingsplan "Buitengebied 2012" met identificatienummer NL.IMRO.0203.1056-0004, vastgesteld
door de gemeenteraad van Barneveld d.d. 28 mei 2013, en zoals nadien door het college gewijzigd en in
werking getreden, door de raad herzien en in werking getreden en zoals gewijzigd door een
intrekkingsbesluit van de raad;
De regels van Hoofdstuk 1 van de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied 2012" worden niet
gewijzigd.
4
"Wijzigingsplan Norschoterweg I" (ontwerp)
Wijzigingsplan Norschoterweg I
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
De regels van Hoofdstuk 2 van de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied 2012" worden niet
gewijzigd.
"Wijzigingsplan Norschoterweg I" (ontwerp)
5
Wijzigingsplan Norschoterweg I
Hoofdstuk 3
Algemene regels
De regels van hoofdstuk 3 van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2012 worden niet
gewijzigd.
In deze regels wordt verstaan onder:
Artikel 2
Algemene aanduidingsregels
2.1
Voorwaardelijke verplichting
2.1.1
overige zone - voorwaardelijke verplichting 1
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting 1' geldt - in afwijking van de daar
geldende bestemming(en) - dat het gebruik volgens de bestemming(en) alleen is toegestaan op
voorwaarde dat binnen twee jaar na het inwerkingtreden van de omgevingsvergunning voor het bouwen van
de aangevraagde schuur volgens aanvraag (nummer) voor het huisvesten van 550 vleeskalveren, de
gronden binnen deze bestemming zijn ingericht en vervolgens ingericht blijven overeenkomstig het
inrichtingsplan, zoals opgenomen in Bijlage 1. Indien niet aan deze verplichting wordt voldaan is het als
zodanig gebruiken van de gronden waarvoor een verplichte inrichting is voorgeschreven in strijd met deze
bestemming.
2.1.2
overige zone - voorwaardelijke verplichting 5
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting 5' geldt - in afwijking van de daar
geldende bestemming(en) - dat het gebruik volgens de bestemming(en) alleen is toegestaan op
voorwaarde dat de maximale ammoniakdepositie niet meer bedraagt dan genoemd in de vergunning die is
opgenomen in Bijlage 2 (Natuurbeschermingswet 1998 - 2015-009956 - gemeente Barneveld). Indien niet
aan deze verplichting wordt voldaan, is het als zodanig gebruiken van de gronden waarvoor de maximale
ammoniakdepositie is voorgeschreven in strijd met deze bestemming.
6
"Wijzigingsplan Norschoterweg I" (ontwerp)
Wijzigingsplan Norschoterweg I
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
De regels van hoofdstuk 4 van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2012 worden niet
gewijzigd.
In deze regels wordt verstaan onder:
Artikel 3
3.1
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in
uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en
afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de
aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag
waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor
het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van
inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor
geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
3.2
Overgangsrecht gebruik
1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het
bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te
veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze
verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een
periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te
laten hervatten.
4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende
bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 4
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan "Wijzigingsplan Norschoterweg I" van
het bestemmingsplan Buitengebied 2012 van de gemeente Barneveld.
Behoort bij het besluit van het college van de gemeente Barneveld
"Wijzigingsplan Norschoterweg I" (ontwerp)
7
Wijzigingsplan Norschoterweg I
8
"Wijzigingsplan Norschoterweg I" (ontwerp)
Wijzigingsplan Norschoterweg I
Bijlagen
"Wijzigingsplan Norschoterweg I" (ontwerp)
9
Wijzigingsplan Norschoterweg I
Bijlage 1 Landschappelijke inpassing
10
"Wijzigingsplan Norschoterweg I" (ontwerp)
Wijzigingsplan Norschoterweg I
Bijlage 2 Natuurbeschermingswet 1998 - Norschoterweg 5
12
"Wijzigingsplan Norschoterweg I" (ontwerp)
BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN
GELDERLAND
Artikel 19d en 19e
Datum besluit
Onderwerp
Activiteit
Verlenen/weigeren
: 8 december 2015
: Natuurbeschermingswet 1998 - 2015-009956 - gemeente Barneveld
: het uitbreiden van het bedrijf aan de Norschoterweg 5, 3771 PE Barneveld
: verlenen vergunning
Aanvrager
Zaaknummer
: Kalverhouderij Maatschap Brouwer-Hardeman
: 2015-009956
Documentnummer(s). inzagestukken: 02156800, 02201849
Beslissing van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op het verzoek van
Kalverhouderij Maatschap Brouwer-Hardeman, Norschoterweg 5 te Barneveld, hierna te noemen
aanvrager, van 8 juli 2015 om een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet
1998, hierna de Nbw 1998.
Aanvraag en procesverloop
De aanvraag voorziet in een uitbreiding ten opzichte van het feitelijk gebruik, in de
referentieperiode 1 januari 2012 tot 1 januari 2015. Uit de berekeningen volgt dat wij bevoegd
gezag zijn vanwege de effecten op het Natura 2000-gebied Veluwe.
Het ontwerpbesluit heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Wij hebben binnen deze
termijn geen zienswijzen ontvangen.
Op deze vergunningaanvraag is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing
verklaard.
Besluit
Gedeputeerde Staten van Gelderland;
Gelet op de artikelen 19d tot en met 19g en 19kh lid 7 van de Nbw 1998;
HEBBEN BESLOTEN
Kalverhouderij Maatschap Brouwer-Hardeman een vergunning conform de beschrijving in de
aanvraag te verlenen onder de volgende voorschriften:
1.
Deze vergunning met de bijbehorende AERIUS Register-bijlage (bijlage 1) met kenmerk
2DgWFiybLV dient op het bedrijf aanwezig te zijn.
2.
Het gedeelte van de activiteit waarvoor ontwikkelingsruimte is uitgegeven dient conform
de provinciale beleidsregel, binnen twee jaar te zijn gerealiseerd.
Beoordeling van de aanvraag
Gelderse Beleidsregels
Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben voor het toedelen van de vrij beschikbare
ontwikkelingsruimte (segment 2) aan projecten en andere handelingen beleidsregels
vastgesteld.
Provincies hebben een gezamenlijke set van beleidsregels vastgesteld voor de verdeling van de
vrij beschikbare ontwikkelingsruimte. Deze hebben tot doel om de toedeling ontwikkelingsruimte
eenvoudig en eerlijk uit te voeren. Verder voorkomen deze regels dat enkele aanvragers in één
keer de beschikbare ontwikkelingsruimte verbruiken. Bovendien moeten ze voorkomen dat er
ongelijkheid ontstaat tussen provincies.
Aanvragen worden getoetst aan de volgende beleidsregels:
1.
Per PAS-programmaperiode wordt bij een toestemmingsbesluit aan een activiteit niet
meer dan 3 mol stikstof per hectare per jaar aan ontwikkelingsruimte toegedeeld. Voor
landbouw, industrie, infrastructuur of voor het gebruik van gemotoriseerd voertuigen voor
wedstrijden geldt deze waarde in cumulatie met eerdere gemelde of vergunde activiteiten
voor hetzelfde bedrijf binnen één PAS-programmaperiode.
2.
3.
De activiteit, waarvoor ontwikkelingsruimte is toegedeeld, moet binnen twee jaar zijn
gerealiseerd. Daarbij geldt als starttijdstip de datum waarop het besluit onherroepelijk is
geworden.
Voor de toedeling van ontwikkelingsruimte geldt de volgorde van ontvangst van een
volledige en ontvankelijke aanvraag. Bij binnenkomst via de post geldt het tijdstip van
12.00 uur.
De aanvraag past binnen de voornoemde beleidsregels en is derhalve ter toetsing aangeboden
aan AERIUS Register.
Voor dit bedrijf is niet eerder een vergunning danwel een verklaring van geen bedenkingen
(hierna vvgb) op grond van de Nbw 1998 verleend.
In onderstaande tabel wordt de beoogde situatie weergegeven.
Tabel 1 beoogde situatie
Diersoort
Vleeskalveren tot circa 8 maanden
RAV-code
A 4.100
Aantal
1.330
Bepalen vergunningplicht en bevoegd gezag
Uit de bij de aanvraag ingediende AERIUS-berekening van de beoogde situatie volgt dat er
gebieden zijn waar de depositie boven de grenswaarde ligt. In bijlage 1 is de AERIUS Registerbijlage opgenomen, waarin alle gebieden staan vermeld met een depositie boven de 0,05
mol/ha/jaar.
Op grond van artikel 2 lid 1 van Nbw zijn wij het bevoegd gezag voor deze aanvraag. Alle
provincies waar een vergunningplicht geldt, zijn om instemming gevraagd overeenkomstig het
bepaalde in artikel 2 en 2a van de Nbw 1998.
Vaststellen van de feitelijk door de bestaande activiteit veroorzaakte stikstofdepositie
Artikel 5, vijfde en zesde lid van de Regeling PAS vormt de grondslag voor de bepaling van de
feitelijk veroorzaakte stikstofdepositie. Dit betreft de stikstofdepositie die in de periode van 1
januari 2012 tot en met 31 december 2014 ten hoogste werd veroorzaakt als gevolg van hetgeen
daadwerkelijk plaatsvond binnen de kaders van een omgevingsvergunning voor een activiteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e of i van de Wet algemene bepaling omgevingswet
of een vergunning of melding krachtens de Wet milieubeheer of Hinderwet. Deze feitelijke
situatie van bedrijf waarop de aanvraag van toepassing is, is aangetoond door middel van de
gecombineerde opgave 2014 (kenmerk: 203533646_GO_formulier_2014_20140507.pdf).
Omdat de feitelijke situatie hoger was dan de milieuvergunde situatie op 1 januari 2015 is in de
bijgevoegde AERIUS-berekening uitgegaan van de milieuvergunde situatie.
Vaststellen overige effecten
Gezien de afstand tot het Natura 2000-gebied zijn er naast de effecten van stikstof geen andere
effecten op het Natura 2000-gebied.
3
Conclusie
Uit de Register-bijlage (zie bijlage 1) blijkt dat er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is
om de aangevraagde situatie te verlenen. Er is voor onderliggende aanvraag
ontwikkelingsruimte vastgelegd in AERIUS Register. De vergunning kan worden verleend.
Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland,
H. Boerdam
Beroep
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na dagtekening van het besluit hiertegen beroep
instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Postbus 20019, 2500 EA
's-Gravenhage).
Zij die partij zijn in de hoofdzaak kunnen bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak
een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen.
Voor het behandelen van het beroepschrift en voor het behandelen van een verzoek om een
voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van
het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de Raad van State, telefoonnummer (070) 426 44
26.
bijlage:
Bijlage 1: AERIUS Register-bijlage (kenmerk: 2DgWFiybLV)
4