Wat blijkt het uitgangspunt van de profeet Zacharia

Download Report

Transcript Wat blijkt het uitgangspunt van de profeet Zacharia

De profeet Zacharia, de eerste droom.
Wat blijkt het uitgangspunt
van de profeet Zacharia te zijn?
Zacharia 1:4, middelste deel
Bekeert u toch
van uw boze wegen, en uw boze handelingen;
Voelde de profeet Zacharia
zich afhankelijk van God?
Zacharia 1:4, middelste deel
Bekeert u toch
van uw boze wegen, en uw boze handelingen;
Het is de profeet zelf, die ze stelt en
zij drukken zijn geloof uit, zijn
afhankelijkheid van de Heer. Zacharia,
hoewel priester en profeet, voelt zijn onwetendheid en
zijn onmacht om de gedachten van God te doorgronden;
hij heeft slechts één wens, n.l. om rechtstreeks de verklaring te
ontvangen van de Goddelijke raadselen. Laten wij daarin Zacharia
navolgen. Laat wij vragen zoals hij. Dan zullen wij ook ontvangen.
Hoe was de situatie van de tempel en van
Jeruzalem in de tijd van de profeet Zacharia?
Ten tijde van Zacharia wordt
de tempel herbouwd, maar het is
nog niet de tempel van de Messias.
Jeruzalem wordt herbouwd,
maar het is nog niet de woonstede
van de grootte Koning; het volk
woont in zijn land, maar het is
nog niet het volk, "dat gewillig is" en
dat door God erkend zal worden in het duizendjarige rijk.
Wat zag de profeet Zacharia in een droom?
Zacharia 1:8
8 Ik
zag des nachts,
en ziet,
een Man rijdende
op een rood paard,
en Hij stond
tussen de mirten,
die in de diepte
waren; en
achter Hem waren rode, bruine en witte paarden.
Begreep de profeet Zacharia de droom?
Zacharia 1:9
9 En ik zeide:
Mijn
Heere!
wat
zijn deze?
Welk antwoord ontving de profeet Zacharia?
Zacharia 1:9-10
Toen zeide tot mij de Engel,
Die met mij sprak: Ik zal u
tonen, wat deze zijn. 10 Toen
antwoordde de Man, Die
tussen de
mirten stond,
en zeide:
Deze zijn het,
die de Heere uitgezonden heeft,
om het land te doorwandelen.
Voor wie werken deze informanten?
Zie Zacharia 1:8
De paarden zijn gezonden
om de aarde
te doorwandelen;
zij nemen kennis
van de toestand
van de natiën en doen
verslag aan Hem,
wie alle recht toekomt. Zij regeren de koninkrijken volgens
de onnaspeurlijke wegen Gods, die aan allen onbekend zijn,
behalve aan Hem, die de koninkrijken bestuurt;
zij vertegenwoordigen die rijken, niet voor de mensen,
die deze dienaren niet kunnen kennen, maar voor God.
Welk zinnebeeld komt in dit
nachtgezicht naar voren?
Zie Zacharia 1:8
Daarom zien wij hen hier in het karakter
van de verschillende
wereldheerschappijen die elkaar
in de geschiedenis opgevolgd zijn.
In een nachtgezicht heeft de profeet
geopende ogen om hen te zien, hen en de engel des Heren,
die hen voorgaat in al wat zij doen. In de dagen van Zacharia was het
Babylonische rijk al gevallen en vervangen door het Medisch-Perzische.
De engel des Heren rijdt op een rood paard, zinnebeeld van
de genade van Kores die hij bewezen had aan de ballingen van Juda.
Wat bleek de conclusie te zijn van
deze hemelse arbeiders van God?
Zacharia 1:11
11 En zij antwoordden de Engel des Heeren,
Die tussen de mirten stond, en zeiden:
Wij hebben het land doorwandeld, en ziet,
het ganse land zit en het is stil.
De rust van de rijken was gegrond op
de vernedering en de dienstbaarheid van Israël.
Terwijl deze verdrukt en
met voeten getreden
werden, waren zij op hun gemak, voldaan over
hun toestand, zo’n der medelijden met
de smarten van het verstrooide volk van God.
Wat werd uit de vraag
die de engel
stelde duidelijk?
Zacharia 1:12
Toen nam de Engel des HEREN het woord
en zeide: HERE der heerscharen,
hoelang nog zult Gij zonder erbarmen zijn
over Jeruzalem en over de steden van Juda,
waarop Gij nu reeds zeventig jaren toornig zijt?
Dit "hoelang" is de kreet van het geloof, en
van de zekerheid, dat er een tijd van herstel
komen zal voor Juda en voor de geliefde stad.
Wat zou eens gebeuren?
Zacharia 1:13-14
13 En de Heere antwoordde de Engel, Die met mij sprak, goede woorden,
troostrijke woorden. 14 En de Engel, Die met mij sprak, zeide tot mij:
Roep uit, zeggende: Alzo zegt de Heere der heerscharen:
Ik ijver over Jeruzalem en over Sion met een grote ijver.
Het oordeel was noodzakelijk, maar de Heer heeft goede woorden
voor Israël: "Troost, troost Mijn volk"
Jesaja 40:1-2
1 Troost, troost Mijn volk, zal uw God zeggen.
2 Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar toe,
dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij
van de hand des Heeren dubbel ontvangen heeft voor al haar zonden.
Wat
constateert
God?
Zacharia 1:15
En Ik ben
met een
zeer grote
toorn
vertoornd tegen die geruste heidenen;
want Ik was een weinig toornig,
maar zij hebben ten kwade geholpen.
15
Wat hadden de heidenen totaal niet begrepen?
Zie Zacharia 1:15
De trotse heidenen , vijanden van God en van Zijn volk,
hadden niets begrepen van de wegen des Heren, in Wiens
hand zij de werktuigen waren
ten opzichte van Israël. Om
hun' haat te koelen,
hadden zij
"ten kwade geholpen"
en nu zal op hen onvermengd
komen "de grote toorn" van
de HERE der heerscharen.
Wat zou eens
gebeuren?
Zacharia 1:17
17 Roep nog, zeggende:
Alzo zegt de Heere der heerscharen:
Mijn steden zullen nog uitgebreid worden
vanwege het goede;
want de Heere zal Sion nog troosten,
en Hij zal Jeruzalem nog verkiezen.
Openbaring 21:2
2 Ik zag uit de hemel een heilige stad naar beneden komen,
het nieuwe Jeruzalem.
Die stad kwam bij God vandaan. Ze leek op een bruid
die zich mooi gemaakt heeft voor haar bruidegom.