Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt

Download Report

Transcript Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt

Bijlage B4
Eerste treden op de arbeidsmarkt
Freek Bucx
Inhoud
Tabel B4.1 .................................................................................................................... 3
Tabel B4.2 .................................................................................................................... 4
Tabel B4.3 .................................................................................................................... 5
Tabel B4.4 .................................................................................................................... 6
Tabel B4.5 .................................................................................................................... 7
Tabel B4.6 .................................................................................................................... 8
Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt
Pagina 2 van 8
Tabel B4.1
Aandeel werkenden (20-35 jaar)a, naar geslacht, (EU-)land en regio, 2014 (in procenten)b
regio
vrouwen
mannen
verschil tussen
vrouwen en mannen
GrootBrittannië
Duitsland
Frankrijk
Nederland
Ierland
Luxemburg
Zwitserland
Oostenrijk
IJsland
België
74
86
12
77
70
78
70
82
82
80
80
75
88
79
86
77
89
89
86
86
80
11
9
8
7
7
7
6
6
5
Noord-Europa
Denemarken
Finland
Noorwegen
Zweden
75
72
81
82
83
80
86
86
8
8
5
4
Zuid-Europa
Malta
Italië
Griekenland
Spanje
Portugal
Cyprus
74
52
50
61
73
73
91
65
62
66
76
72
17
13
12
5
3
-1
Centraal- en OostEuropa
Tsjechië
63
90
27
Slowakije
Hongarije
Estland
Roemenië
Polen
Slovenië
Letland
Bulgarije
Litouwen
Kroatië
58
64
67
66
68
69
69
61
74
66
79
83
84
80
82
81
81
72
82
71
21
19
17
14
14
12
12
11
8
5
West-Europa
n
land
600.582
a Betaald werk = ten minste 1 uur per week. Aandeel is berekend op de populatie jonge
vrouwen en mannen met en zonder werk: inclusief inactieven en werklozen, maar exclusief
degenen die onderwijs volgen.
b Verschillen tussen mannen en vrouwen zijn voor alle landen significant (p < 0,05) behalve
voor Cyprus. De rode lijn geeft de situatie weer wanneer vrouwen en mannen even vaak
betaald werk zouden hebben.
Bron: Eurostat’14 (EU LFS), SCP-bewerking, gewogen gegevens
Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt
Pagina 3 van 8
Tabel B4.2
Logistische regressie op wel of niet werkenda (wel of niet), jonge vrouwen en mannen
(20-35 jaar), 2014 (ongestandaardiseerde coëfficiënten)
B
geslacht
mannen (ref.)
vrouwen
regio
West-Europa (ref.)
Noord-Europa
Zuid-Europa
Centraal- en Oost-Europa
geslacht * regio
vrouw * West-Europa (ref.)
vrouw * Noord-Europa
vrouw * Zuid-Europa
vrouw * Centraal- en Oost-Europa
-0,62***
-0,02
-1,02***
-0,22***
0,24***
0,23***
-0,21***
R2 (pseudo)
n
0,04
600.582
a Betaald werk = tenminste 1 uur per week.
b Positieve coëfficiënten geven aan dat de kans op werk groter is, negatieve coëfficiënten
geven aan dat de kans op werk kleiner is.
* p < 0,05. ** p < 0,01. *** p < 0,001.
Bron: Eurostat’14 (EU LFS), SCP-bewerking, gewogen gegevens
Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt
Pagina 4 van 8
Tabel B4.3
Verschillen in aandeel betaald werka van jonge vrouwen en mannen (20-35 jaar) naar
leeftijdsgroep en land, 2014 (in procenten)b
leeftijdsgroep
Oostenrijk
België
Bulgarije
Zwitserland
Cyprus
Tsjechië
Duitsland
Denemarken
Estland
Spanje
Finland
Frankrijk
Griekenland
Kroatië
Hongarije
Ierland
IJsland
Italië
Litouwen
Luxemburg
Letland
Malta
Nederland
Noorwegen
Polen
Portugal
Roemenië
Zweden
Slovenië
Slowakije
GrootBrittannië
n
20-24
jaar
(groep 1)
25-29
jaar
(groep 2)
30-34 jaar
(groep 3)
is m/vverschil
in groep 1
significant?
zijn er m/vverschillen
tussen
leeftijdsgroepen?
-0,08
0,79
12,25
-1,91
-4,68
19,16
6,57
3,00
4,78
2,30
3,20
3,85
13,16
3,67
12,24
1,65
0,52
8,69
12,06
6,20
11,62
6,87
4,20
5,08
14,25
2,23
15,79
1,05
21,98
12,70
6,42
6,87
3,72
13,38
6,32
-0,48
23,27
9,06
11,47
19,11
2,61
5,15
9,37
9,22
7,92
20,12
4,33
3,55
13,44
7,73
2,85
13,34
12,99
5,61
2,86
14,96
4,16
13,69
5,29
16,14
19,63
14,39
9,55
9,15
8,66
13,73
2,16
33,08
13,04
8,57
22,72
8,80
17,46
12,14
14,67
5,72
24,53
11,00
12,83
18,31
6,67
15,19
10,88
26,95
10,44
7,06
16,36
3,08
15,57
4,68
9,21
26,39
16,17
nee
ja
ja
nee
nee
ja
ja
nee
nee
nee
nee
nee
ja
ja
ja
nee
nee
ja
ja
nee
ja
ja
nee
nee
ja
nee
ja
nee
ja
ja
ja
1<2<3
1, 2 < 3
nee
1<2<3
nee
1, 2 < 3
1<2<3
1 < 2, 3
1 < 2, 3
1, 2 < 3
1<2<3
1<2<3
2 < 1,3
nee
1<2<3
1<2<3
1, 2 > 3
1<2<3
nee
1, 2 > 3
nee
1<2<3
1, 2 > 3
nee
1<2<3
nee
1, 2 > 3
1 < 2, 3
nee
1<2<3
1<2<3
139.983
210.133
250.466
a Betaald werk = tenminste 1 uur per week.
b Indien verschil positief is, is het aandeel werkenden groter voor mannen. Indien verschil
negatief is, is het aandeel groter voor vrouwen. (missing is 61 uren of meer). Getoetst met
regressies met geslacht, leeftijdsgroep en interacties tussen geslacht en leeftijdsgroep, voor
elk land apart.
Bron: Eurostat’14 (EU LFS), SCP-bewerking, gewogen gegevens
Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt
Pagina 5 van 8
Tabel B4.4
Arbeidsduur per week van werkenden (20-35 jaar), naar geslacht, (EU-)land en regio, 2014a,
(in uren)b
regio
mannen
vrouwen
verschil tussen mannen
en vrouwen
Nederland
Zwitserland
GrootBrittannië
Oostenrijk
Duitsland
België
IJsland
Ierland
Luxemburg
Frankrijk
36,66
40,60
40,36
28,75
33,72
34,22
7,91
6,88
6,14
40,24
39,68
38,71
42,45
38,23
39,98
38,18
34,19
34,33
34,19
38,04
33,96
36,02
34,72
6,05
5,35
4,52
4,41
4,27
3,96
3,46
Noord-Europa
Finland
Noorwegen
Zweden
Denemarken
39,04
37,00
38,27
36,04
35,24
33,93
35,37
33,49
3,80
3,07
2,90
2,55
Zuid-Europa
Italië
Spanje
Malta
Griekenland
Cyprus
Portugal
38,70
38,54
40,01
41,21
39,62
40,87
33,09
34,51
36,00
37,43
37,00
38,80
5,61
4,03
4,01
3,78
2,62
2,07
Centraal- en OostEuropa
Polen
41,97
38,67
3,30
Tsjechië
Slowakije
Slovenië
Estland
Letland
Hongarije
Kroatië
Roemenië
Litouwen
Bulgarije
41,49
41,19
40,27
40,49
39,99
40,43
40,39
40,83
39,19
40,95
38,69
39,31
38,39
38,99
38,72
39,31
39,50
39,99
38,36
40,59
2,80
1,88
1,88
1,50
1,27
1,12
0.89
0,84
0,83
0,36
West-Europa
n
land
420.594
a Gemiddelden zijn berekend voor jonge vrouwen en mannen met betaald werk (ten minste
1 uur per week).
b Verschillen tussen mannen en vrouwen zijn voor alle landen significant (p < 0,05) behalve
voor Bulgarije.
Bron: Eurostat’14 (EU LFS), SCP-bewerking, gewogen gegevens
Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt
Pagina 6 van 8
Tabel B4.5
Lineaire regressie op arbeidsduur per week (in uren) van jonge vrouwen en mannen
(20-35 jaar) met betaald werka, 2014 (ongestandaardiseerde coëfficiënten)b
B
geslacht
mannen (ref.)
vrouwen
regio
West-Europa (ref.)
Noord-Europa
Zuid-Europa
Centraal- en Oost-Europa
geslacht * regio
vrouw * West-Europa (ref.)
vrouw * Noord-Europa
vrouw * Zuid-Europa
vrouw * Centraal- en Oost-Europa
-5,33***
-1,60***
-0,29**
1,92***
2,28***
0,93***
3,22***
R2
0,09
n
420.594
a Betaald werk = tenminste 1 uur per week. (missing is 61 of meer per uur).
b Positieve coëfficiënten geven aan dat relatie met aantal uren positief is, negatieve
coëfficiënten geven aan dat de relatie met aantal uren negatief is.
* p < 0,05. ** p < 0,01. *** p < 0,001.
Bron: Eurostat’14 (EU LFS), SCP-bewerking, gewogen gegevens
Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt
Pagina 7 van 8
Tabel B4.6
Verschillen in arbeidsduur per week (in uren) van jonge vrouwen en mannen met betaald
werka, naar leeftijdsgroep en land, 2014 (in procenten)b
leeftijdsgroep
Oostenrijk
België
Bulgarije
Zwitserland
Cyprus
Tsjechië
Duitsland
Denemarken
Estland
Spanje
Finland
Frankrijk
Griekenland
Kroatië
Hongarije
Ierland
IJsland
Italië
Litouwen
Luxemburg
Letland
Malta
Nederland
Noorwegen
Polen
Portugal
Roemenië
Zweden
Slovenië
Slowakije
GrootBrittannië
n
20-24 jaar
(groep 1)
25-29
jaar
(groep 2)
30-34
jaar
(groep 3)
is m/vverschil
in groep 1
significant?
zijn er m/vverschillen tussen
leeftijdsgroepen?
2,77
4,39
-0,82
2,57
2,96
0,96
2,55
2,44
1,58
2,28
5,20
2,64
3,45
0,89
0,26
3,29
3,88
4,77
0,17
3,19
0,68
2,41
6,99
3,75
2,78
1,63
1,00
3,86
3,08
1,47
4,24
5,00
3,80
0,68
5,10
2,80
2,47
4,05
2,16
2,19
4,49
3,82
3,10
3,60
1,12
1,12
4,03
5,37
5,01
0,86
3,02
1,23
3,15
6,87
2,57
3,15
2,11
0,72
2,53
2,19
1,45
5,08
8,88
5,28
0,48
10,54
2,29
3,89
7,61
3,07
0,81
4,29
3,14
4,20
4,01
0,78
1,52
4,76
3,92
6,36
1,13
4,97
1,55
6,07
9,18
3,25
3,65
2,26
0,90
2,73
1,59
2,51
8,44
ja
ja
nee
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
nee
nee
ja
ja
ja
nee
ja
nee
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
1>2>3
1, 2 > 3
1 > 2, 3
1>2>3
nee
1>2>3
1>2>3
2>3
nee
nee
nee
1, 2 > 3
nee
nee
1>2>3
1>2>3
nee
1, 2 > 3
nee
nee
nee
1, 2 > 3
1, 2 > 3
nee
nee
nee
1>2,3c
nee
1,2>3
1,2>3
420.594
a Betaald werk = tenminste 1 uur per week.
b Indien verschil positief is, werken mannen gemiddeld meer uren dan vrouwen.
Indien verschil negatief is, werken vrouwen gemiddeld meer uren dan mannen.
Betaald werk = tenminste 1 uur per week. (missing is 61 uren of meer). N totaal =
420.594. N 20-24 jaar = 139.983. N 25-29 jaar = 210.133. N 30-34 jaar = 250.466.
Getoetst met regressies met geslacht, leeftijdsgroep en interacties tussen geslacht en
leeftijdsgroep, voor elk land apart.
c Zweden vormt een uitzondering: dat is het enige land waar verschillen in de jongste
leeftijdsgroep groter zijn dan in de oudere leeftijdsgroepen.
Bron: Eurostat’14 (EU LFS), SCP bewerking, gewogen gegevens
Bijlage B4 Eerste treden op de arbeidsmarkt
Pagina 8 van 8