Invoering nieuwe spelvormen pupillenvoetbal KNVB

Download Report

Transcript Invoering nieuwe spelvormen pupillenvoetbal KNVB

Vragen en antwoord
‘Invoering nieuwe spelvormen pupillenvoetbal KNVB’
Capaciteit en gebruik
Heeft de nieuwe opzet gevolgen voor de huidige en toekomstige veldcapaciteit?
Voor de veldcapaciteit heeft de nieuwe opzet geen gevolgen. Een vereniging is altijd in beweging dus
uitspraken over de toekomstige veldcapaciteit kunnen geen uitspraken gedaan worden.
Wordt de rekentool voor capaciteitsbehoefte velden en kleedkamers aangepast?
De behoeftebepaling wordt aangepast en is beschikbaar voor seizoen 2017/’18. Dit proces zal in
samenspraak met de VSG gaan.
Clubs gaan voor de jongste jeugd zelf de wedstrijden inplannen. Geeft de KNVB richtlijnen aan de
clubs voor de planning, zodat velden efficiënt benut worden en de velden niet overbespeeld
worden?
Clubs plannen op dit moment de wedstijden ook al zelf in (mini-pupillen/champions league, etc.) er
zal dus geen wijziging behoeven op te treden voor de planning.
De velden worden in de nieuwe opzet intensiever bespeeld. Wat betekent dit voor de belasting
van de velden?
De velden worden niet direct intensiever betreden. Locaties van het veld wel door de kleinere veldjes.
Deze veldjes zullen over het algemeen uitgezet worden op extensief betreden plekken van een
standaard veld. Tevens betreft het een leeftijdscategorie die over het algemeen niet direct schade aan
het veld maakt.
Wat zijn de gevolgen voor het gebruik van kleedaccommodaties met deze nieuwe opzet? Wordt
het (nog) drukker op de momenten waarop met name de jeugd speelt?
Een vereniging heeft niet direct meer leden dan op het huidige moment dus kleedkamerproblemen
door de nieuwe opzet worden niet direct verwacht.
Heeft nieuwe opzet consequenties voor de parkeerdruk op en rond het voetbalcomplex?
Een vereniging heeft niet direct meer leden dan op het huidige moment dus consequenties voor de
parkeerdruk door de nieuwe opzet worden niet direct verwacht.
Materialen
Er wordt straks gespeeld op veldjes met een grote variëteit in afmetingen. Hoe zit het met de
belijning? Moet er extra belijning worden aangebracht op de velden?
Extra belijning moet niet worden aangebracht (maar mag wel). Het 8 tegen 8-veld heeft dezelfde
afmeting als een bestaand 7 tegen 7-veld. Het 6 tegen 6 maakt grotendeels weer gebruik van de
belijning van het 8 tegen 8 voetbal. Op kunstgras bijvelden (wedstrijdvelden niet zijnde het hoofdveld)
mag permanente belijning worden aangebracht voor de nieuwe wedstrijdvormen. Ook kan eenvoudig
gebruik gemaakt worden van markeringspunten op de verharding rondom een veld.
Met deze nieuwe opzet zijn meer pupillendoelen nodig dan vroeger. Wie gaat deze aanschaffen én
betalen?
Het aanschaffen van de doelen hangt af van afspraken die de huurder heeft gemaakt met de
verhuurder. De KNVB is bezig met een collectieve tender voor doeltjes zodat deze goedkoper kunnen
worden aangeschaft.
Zijn er speciale doelen beschikbaar die minder ruimte vragen bij de opslag?
Dit soort doelen (doelen die minder ruimte vragen) zijn op dit moment al verkrijgbaar. De KNVB heeft
de leveranciers al uitgedaagd om met nog betere oplossingen te komen.
Kan er ook gewerkt worden met eenvoudige materialen zoals pilonnen, hoedjes en rollijnen voor
de markering van goals en belijning?
Een kind beleeft meer plezier bij het scoren in een echt doel. Pionnen en hoedjes mogen in eerste
instantie ook gebruikt worden. Er zal sterk geadviseerd worden om met echte doelen te werken om
discussies (en ongeregeldheden op het veld) te voorkomen.
Vereniging
In de nieuwe opzet wordt op organisatorisch vlak meer gevraagd van de vereniging. Krijgen clubs
ondersteuning van de KNVB bij de invoering van deze nieuwe opzet?
Absoluut, de KNVB ondersteunt de verenigingen waar mogelijk. Verenigingen kunnen voor
ondersteuning terecht bij hun verenigingsadviseur in de regio (www.knvb.nl/assist).
Hebben clubs meer kader (coaches, scheidsrechters/begeleiders, wedstrijdleiders) nodig in de
nieuwe opzet?
Dit is sterk verschillend per vereniging. Voor sommige verenigingen geldt dat er wellicht extra
vrijwilligers nodig zijn, voor sommige zal de situatie niet veranderen ten opzichte van de huidige
situatie.
De spelvormen worden door verschillende maatregelen informeler (vergelijking met
straatvoetbal). Welke verwachtingen heeft de KNVB ten aanzien van sportiviteit en respect op en
rond de velden?
Met de nieuwe wedstrijdvormen zetten we het kind centraal, waarbij we kijken naar de
leeftijdsspecifieke kenmerken van het kind. Door op basis hiervan een aantal wijzigingen door te
voeren denken we dat het spel nog leuker en beter wordt voor het kind. Sportiviteit en respect op en
rond de velden wordt in grote mate bepaald door de omgeving van het kind (trainers, ouders,
supporters). Door ook hen bewust te maken van hun rol binnen het spelplezier van kinderen en o.a.
het niet meer publiceren van klassementen, verwachten we dat dit op termijn een positief effect heeft
op de mate van sportiviteit en respect op en rond de velden.
Hoe lang duren de wedstrijden in de nieuwe opzet? En heeft de nieuwe tijdsduur invloed op de
inplanning (inclusief wissel en opruimtijd)?
In seizoen 2017/’18 wordt gestart met de O8 en O9 (6 tegen 6). Deze spelen respectievelijk 2 x 20
minuten en 2 x 25 minuten met een time-out van 2 keer 2 minuten.
Hoe moeten verenigingen omgaan met toeschouwers?
In de praktijk blijkt dat met name bij de pupillen ouders, opa’s en oma’s graag komen kijken. Die
waren tot heden gewend rond het speelveld te staan. Het gelijktijdig afwerken van ene groot aantal
wedstrijdjes op 1 voetbalwedstrijdveld leidt tot een onoverzichtelijke situatie. Indien ouders bij het
veldje gaan staan wordt dat effect nog verder vergroot.
Hoe voorkomen we (zonder dat er een groot aantal toezichthouders nodig is) dat toeschouwers
zich tussen de veldjes gaan begeven?
Vanuit de KNVB wordt geadviseerd dat ouders plaatsvinden langs het hekwerk, dus niet op het veld.
Proces en toekomst
Zijn de gemeenten betrokken geweest bij de plannen van de KNVB?
Uiteindelijk is het aan de KNVB om het voetbal op voetbaltechnisch vlak te ontwikkelen en daarbij zijn
de gemeenten niet direct betrokken. We hebben wel de voorkant gesprekken met VSG gevoerd en ze
geïnformeerd gedurende het proces van invoering.
Mede naar aanleiding van veel voetbal specifieke vraagstukken, heeft VSG een speciale werkgroep
Voetbal in het leven geroepen. Meer informatie over deze werkgroep is te verkrijgen bij Ronald
Huijser ([email protected])
Verwacht de KNVB met deze nieuwe opzet meer jeugdleden in de toekomst?
We verwachten niet direct dat we met de nieuwe opzet meer leden gaan trekken in de toekomst. Wel
is de verwachting dat kinderen die opgroeien met de nieuwe wedstrijdvormen langer lid zullen blijven
van de voetbalvereniging. Naar mate kinderen meer plezier hebben en zich beter kunnen ontwikkelen,
blijven ze ook langer lid.
Zijn er ook plannen om de jeugd voortaan meer op zondagen te laten voetballen voor een betere
spreiding?
Als hier behoefte voor is vanuit verenigingen zijn we graag bereid om hier naar te kijken. Vooralsnog
geven verenigingen aan dat hun voorkeur ligt bij de zaterdag voor wat betreft pupillenvoetbal.
Gemeenten en de KNVB kunnen in dit traject gezamenlijk optrekken zoals in een aantal gemeenten al
gebeurt.