in vlaanderen

Download Report

Transcript in vlaanderen

BIOGEBASEERDE BEDRIJVEN
IN VLAANDEREN
Een studie door de POM Oost-Vlaanderen
INHOUD
Biogebaseerde
bedrijven in Vlaanderen
BIOGEBASEERDE BEDRIJVEN
IN VLAANDEREN
2
Digitaal platform
CEEBIO4
Vlaamse ruit
5
Chemicaliën en voeding
6
Wat zijn specialty
chemicals?6
Het gebruik van eindige fossiele
brandstoffen moet drastisch
omlaag. Niet alleen zijn ze nefast
voor het milieu, we zijn er ook te
zeer afhankelijk van. De Provinciale
Ontwikkelingsmaatschappij
(POM) Oost-Vlaanderen maakte
een analyse van de Vlaamse
biogebaseerde bedrijvigheid.
COLOFON
“Onze organisatie zet op provinciaal niveau al jaren haar schouders
onder initiatieven die de biogebaseerde economie een boost geven.
Ze maakt onder meer deel uit van Flanders Biobased Valley (FBBV),
een initiatief waarin verschillende Gentse havenbedrijven samen
met de stad Gent, de Universiteit Gent en de haven van Gent
inzetten op de productie van bio-ethanol en nieuwe chemische
bouwstenen uit biomassa. Die samenwerking was de drijvende
kracht bij de oprichting van de Bio Base Europe Pilot Plant, een
multipurpose pilootfabriek voor de industriële biotechnologie.
De fabriek is een essentiële schakel in het omzetten van nieuwe
uitvindingen in industriële toepassingen. Van in het begin heeft de
provincie Oost-Vlaanderen de uitbouw van de Bio Base Europe
Pilot Plant en het Training Center in Terneuzen sterk ondersteund.”
Verantwoordelijke uitgever:
Provinciale
Ontwikkelingsmaatschappij ­­
Oost-Vlaanderen
Contact:
[email protected]
Auteurs:
Janne Kindt en Linda Verdonck
Concept, eindredactie:
Pantarein Publishing
Lay-out:
Artoos
2
CLEANTECH IN VLAANDEREN
Geert Versnick
voorzitter van de POM Oost-Vlaanderen
De Bio Base Europe
Pilot Plant, een multipurpose pilootfabriek
voor de industriële
biotechnologie.
WAT IS DE BIOGEBASEERDE
ECONOMIE?
De biogebaseerde economie maakt niet
langer gebruik van fossiele brandstoffen.
In plaats daarvan worden op industriële
schaal biomassa of biologische processen gebruikt om energie en producten
te maken. Dat gebeurt in bioraffinaderijen: grote fabriekscomplexen waar door
middel van enzymen of micro-organismen landbouwproducten worden verwerkt en omgezet in een brede waaier
aan eindproducten. Uit één grondstof
worden zo verschillende producten ontwikkeld. Denk aan chemische stoffen,
biobrandstoffen, bioplastics, solventen,
vitamines en voedingsingrediënten.
Een brede waaier aan grondstoffen wordt omgezet en verwerkt tot eindproducten of
toepassingen in verschillende sectoren. Bron: CEEBIO-databank.
cashewnootschalen
papaja
zwarte-komijnzaad
sojaboon
microalgen
Bioraffinaderijen bestaan al jaren: onder
meer de suiker- en zetmeelindustrie, de
voedingsindustrie en de papierindustrie
maken al erg lang gebruik van zulke fabrieken. Maar niet alleen ondernemingen die nieuwe producten maken uit
biomassa behoren tot de biogebaseerde
economie. Ook bedrijven die gebruikmaken van microbiologische of biologische
processen om producten of diensten aan
te bieden, maken deel uit van de sector.
Voor de uitbouw van de biogebaseerde
economie moet biomassa beschikbaar
zijn op industriële schaal. Het kan gaan
om primaire biomassastromen uit landbouw en bosbouw, maar ook het slib van
waterzuiveringsstations en plantaardige of dierlijke stromen die gegenereerd
worden bij afvalverwerking komen in
aanmerking.
CLEANTECH IN VLAANDEREN
3
DIGITAAL PLATFORM
CEEBIO
Linda Verdonck
projectcoördinator
De databank werd het uitgangspunt voor
een studie naar de bedrijven die actief zijn
in de biogebaseerde economie in Vlaanderen. Linda Verdonck: “Op basis van
informatie op de bedrijfswebsites en uit
mediaberichten konden we 138 bedrijven
identificeren die een rol spelen in de biogebaseerde economie in Vlaanderen, als
producent of als dienstverlener. Dankzij
de technologie die werd ontwikkeld in
samenwerking met de Universiteit Gent
zijn we in staat om relevante informatie
over die bedrijven op te nemen in de
­CEEBIO-databank. Die gegevens hebben
we aangevuld met socio-economische
gegevens van onderzoeksbureau Bureau
Van Dijk. Dat moest ons een betere kijk
opleveren op de aard en de activiteiten
van de bedrijven. Het specifieke aandeel
4
CLEANTECH IN VLAANDEREN
van biogebaseerde producten of diensten
in de bedrijfsactiviteiten konden we niet
bepalen. Wel konden we achterhalen welk
type bedrijven in deze sector actief is. Veel
van de productiebedrijven zijn voornamelijk actief in de klassieke sectoren en
bieden biogebaseerde producten en oplossingen voorlopig nog aan als een groen
alternatief naast het bestaande aanbod.”
VLAAMSE KMO’S
De POM Oost-Vlaanderen onderzocht relevante kenmerken van het bedrijfs-DNA
van de ondernemingen: hun leeftijd,
grootte en bedrijfsstructuur. Uit de analyse blijkt dat de mediaan van de leeftijd
van de 138 ondernemingen 24,3 jaar is.
Zo’n 65% is 30 of jonger, 13% is jonger
dan 10 jaar. Maar er zijn ook bedrijven
op de markt die een langere geschiedenis kennen: 13% is ouder dan 50. Globaal
gezien kunnen we zeggen dat de bedrijven die betrokken zijn in de studie, eerder
mature ondernemingen zijn; het aantal
starters is gering. Die starters zijn zowel
spin-offs van kennisinstellingen als van
bedrijven. De activiteiten van de universitaire spin-offs situeren zich in ondersteunende diensten en activiteiten. Van de 18
bedrijven die ouder zijn dan 50 jaar, zijn
er nog slechts 3 in Belgische handen. De
meerderheid van de bedrijven die ouder
zijn dan 50 jaar, zijn actief in specialty chemicals en de verpakkingsindustrie.
Volgens de analyse blijken vooral kmo’s
– de ruggengraat van het Vlaamse ondernemingslandschap – aanwezig te zijn in
de biogebaseerde economie. Meer dan
de helft van de onderzochte bedrijven
heeft een personeelsbestand kleiner dan
50. De mediaan klokt zelfs af op 38 werknemers.
Kleine ondernemingen spannen
de kroon in de biobased economy.
(Bron: Bureau Van Dijk)
PERSONEELSBESTAND
AANTAL WERKNEMERS
55
42,15%
50
45
40
AANTAL BEDRIJVEN
“In het voorjaar van 2015
lanceerden we CEEBIO, een
digitaal kennisplatform over de
biogebaseerde economie. Het
platform is ingericht als een
zoekmachine. Professionele
bezoekers kunnen er gemakkelijk
publiek toegankelijke informatie
van overheden, bedrijven
en onderzoeksinstellingen
terugvinden.”
35
27,27%
30
25
20
16,53%
14,05%
15
10
5
0
0-5
6-50 51-250
+250
Antwerpen
WestVlaanderen
VLAAMSE
RUIT
OostVlaanderen
Limburg
Vlaams-Brabant
Brussel
Waals-Brabant
Luik
Henegouwen
Namen
In de studie werd gezocht naar specifieke clustereffecten van de biogebaseerde
activiteiten in Vlaanderen. Er is geen duidelijke concentratie van specifieke
activiteiten in bepaalde regio’s, met uitzondering van de productie van
biobrandstoffen, die zich concentreert in de Gentse haven. De bedrijven
die werden geïdentificeerd, liggen verspreid over heel Vlaanderen, maar
concentreren zich duidelijk in de Vlaamse ruit, het sterk verstedelijkte gebied
tussen Antwerpen, Gent, Brussel en Leuven. Dat is niet verwonderlijk: globaal
gezien spelen de meeste activiteiten in de industriële sector en dienstensector
in Vlaanderen zich af in dat gebied.
“De biogebaseerde economie is
een erg kapitaalintensieve sector.
De instapkosten in de markt zijn
zeer hoog. Voor starters is dat
geen bijzonder goed ecosysteem.
Nieuwe spelers komen meestal
op de markt als spin-off van
bedrijven of kennisinstellingen.
Voor de ondersteuning van
zowel starters als de kleinere
kmo’s is de aanwezigheid van
onderzoeksinfrastructuur zoals
de Bio Base Europe Pilot Plant
essentieel. Zulke voorzieningen
spelen immers een belangrijke
rol in de ontwikkeling of
optimalisering van nieuwe
producten voor de markt.”
Linda Verdonck
projectcoördinator
ROL VAN BUITENLANDSE
INVESTEERDERS
Wat er ontbreekt in de resultaten van de
studie? Starters. Zes van de 19 bedrijven
die jonger zijn dan 10 jaar, zijn gestart
als spin-off van universitaire instellingen.
Meestal gaat het om bedrijven die specifieke diensten aanbieden.
In totaal zijn 59 ondernemingen van de
138 onderzochte bedrijven in handen
van een buitenlands moederbedrijf. Het
betreft vooral overnames door 37 buitenlandse bedrijven, met hoofdkantoren in
de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk
en Nederland. Voor meer dan de helft van
de bedrijven gebeurde die overname na
het jaar 2000. Dat volgt de huidige trend:
globalisering, overnames en fusies en
productspecialisatie zijn tegenwoordig de
belangrijkste drijfveren voor de veranderingen in de chemische sector. Door fusies
en overnames nemen de schaalgrootte
en kritische massa bij de grote bedrijven
Luxemburg
CEEBIO-LOCATIES IN BELGIË
De meeste biogebaseerde activiteit
concentreert zich in de Vlaamse ruit.
toe en kunnen ze hun productfolio heroriënteren. De meeste van de Vlaamse
bedrijven die werden overgenomen, zijn
actief in specialty chemicals en de voedings- en voederindustrie. Dat veel ondernemingen in onze analyse in handen
zijn van buitenlandse bedrijven, betekent
dat beslissingen over het al dan niet investeren in biogebaseerde productie voor
die bedrijven niet in Vlaanderen worden
genomen. Verschillende buitenlandse bedrijven hebben echter wel gespecialiseerde onderzoekscentra in ons land, wat de
regionale verankering bevordert.
De bedrijven die niet behoren tot een
Belgisch of buitenlands moederbedrijf
zijn eerder klein (mediaan 14) en jong
(mediaan 14). Hun hoofdactiviteiten zijn
specialty chemicals – in het bijzonder oleochemicaliën, botanicals, furaanchemicaliën, kleefstoffen en coatings – maar ook
proces- en productontwikkeling.
CLEANTECH IN VLAANDEREN
5
CHEMICALIËN
EN VOEDING
De classificatie van bedrijven in sectoren
gebeurt traditioneel via de NACE-code.
Die code maakt het in alle lidstaten van
de Europese Unie gemakkelijker om
de klasse van economische activiteiten
van ondernemingen te bepalen en te
herkennen. De NACE-code bestaat uit vier
cijfers: het eerste duidt grote economische
sectoren aan en de volgende volgen een
steeds gedetailleerdere onderverdeling.
Wat blijkt: als we enkel naar de drie eerste
cijfers kijken, houden we voor onze lijst van
138 bedrijven nog altijd 55 verschillende
klassen over.
De meeste bedrijven zijn actief in de chemische sector (24%), vervaardigen kunststoffen (8%) of voedingsproducten (11%)
of zitten in de groothandel of handelsbemiddeling (14%). De activiteiten lopen dus
uiteen: van de productie van elektriciteit,
bijvoorbeeld in de biomassacentrales van
Vyncke, tot de vervaardiging van zetmeeladhesieven door Tereos Syral.
Maar NACE-codes geven niet altijd een
indeling van de economie die de huidige
stand van zaken weerspiegelt. Om een
zinvolle classificatie te maken, maakte de
POM Oost-Vlaanderen gebruik van de bewoordingen waarmee de bedrijven op hun
website zelf hun activiteiten omschrijven.
NACE-codes vormen niet altijd een betrouwbare basis om uitspraken te
doen over de economische activiteit van bedrijven.
landbouw ; 5%
vervaardiging voedingsmiddelen ; 11%
vervaardiging textiel ; 4%
vervaardiging papier ; 2%
vervaardiging chemische stoffen ; 24%
vervaardiging producten rubber of kunststof; 8%
vervaardiging machines ; 2%
productie elektriciteit, gas ... ; 3%
inzameling, verwerking afval & terugwinning ; 2%
gespecialiseerde bouwwerkzaamheden ; 3%
groothandel en handelsbemiddeling ; 14%
detailhandel ; 3%
ontwerpen en programmeren ... ; 2%
dienstverlening informatica ; 2%
hoofdkantoren en adviesbureaus ; 4%
architecten, technische testen en toetsen ; 8%
speur- en ontwikkelingswerk ; 5%
6
CLEANTECH IN VLAANDEREN
WAT ZIJN SPECIALTY
CHEMICALS?
Specialty chemicals zijn chemische producten met een hoge
toegevoegde waarde dankzij hun
specifieke functionaliteiten. Ze
worden toegevoegd aan diverse
producten en kennen een ruim
gebruik in de meest uiteenlopende takken van de industrie. We
rekenen onder meer coatings, biociden, katalysatoren, kleurstoffen,
smaak- en geurstoffen en voedsel- en voederadditieven tot de
specialty chemicals. De afnemers
van deze chemicaliën behoren niet
tot de chemische sector. Het gaat
meestal om industriële klanten in
de auto-industrie, de cosmetica,
de farmacie of de textiel-, verf- of
voedingsindustrie.
De top vijf van die omschrijvingen zitten in
de CEEBIO-databank. Daaruit blijkt dat een
derde van de bedrijven zichzelf omschrijft
als actief in de specialty chemicals. In deze
analyse werd specialty chemicals als een
aparte activiteit opgenomen, hoewel de
NACE-code doet vermoeden dat de bedrijven in kwestie tot twintig subsectoren
behoren. Zo’n 10% van de bestudeerde
bedrijven opereert dan weer in de voedingssector.
“Het industriële weefsel van de biogebaseerde economie is dus ingebed in de klassieke chemische industrie”, stelt Linda Verdonck. “Belangrijke kanttekening: niet het
volledige productaanbod van de bedrijven
in kwestie spruit voort uit hernieuwbare
grondstoffen. Voor het leeuwendeel van
hun activiteiten gebruiken ze nog steeds
fossiele grondstoffen.”
Biobased is van alle
markten thuis, maar
vooral de industrie rond
verpakkingsfilms, auto’s,
coatings, diervoeders,
farmaceutica en
cosmetica speelt een
bepalende rol.
zoetstoffen
vullers
CONCLUSIE
De analyse van de POM Oost-Vlaanderen
toont het complexe beeld van de bedrijven die actief zijn in de biogebaseerde
economie. De ondernemingen zijn in verschillende industriële takken actief. Biomassa kan dus in uiteenlopende toepassingen ingezet worden.
We onderscheiden twee sectoren die
sterk vertegenwoordigd zijn. Enerzijds
behoren een aantal bedrijven tot de klassieke voedingssector. Ze ontwikkelen al
geruime tijd een portfolio van afgeleide
biogebaseerde producten. Anderzijds zijn
een aantal bedrijven ingebed in de petrochemische industrie en ontwikkelen zij (of
hun moederbedrijven) biogebaseerde alternatieven voor klassieke chemische halffabricaten. De pull factor voor die biogebaseerde producten moet echter komen
probiotica
vitaminen
farmaceutica
PRODUCTEN EN DIENSTEN
De studie geeft aan dat er tussen de onderzochte bedrijven toeleveranciers zijn
van producten en diensten voor de verpakkingsindustrie, de automobielindustrie,
de farmaceutische sector, de cosmetische
industrie en de voederindustrie. Uit de studie blijkt dat niet alleen producten, maar
meer en meer ook diensten deel uitmaken
van de biogebaseerde economie. Denk
maar aan ondersteuning op het vlak van
proces- en productontwikkeling.
kleefstoffen
resins
coating
automobielindustrie
fungicide
antibiotica
cosmetica
aquacultuur
vernis
deinking
film
biocide
diagnostica
pesticiden
prebiotica
diervoeder
van de bedrijven die ze verwerken in een
eindproduct, bijvoorbeeld in de binnenbekleding van auto’s, matrassen, isolatiemateriaal en verven.
De introductie van biogebaseerde materialen in consumentenproducten verloopt
nog moeizaam, met uitzondering van
verpakkingsfilms en producten in nichemarkten, zoals duurzame (af)wasmiddelen
en voedingsadditieven. De onderzochte
bedrijven moeten zich handhaven in een
sterk concurrentiële en veranderende
markt, gedomineerd door talrijke overnames en fusies door grote (buitenlandse)
marktspelers. Door de hoge investeringskost is het voor jonge Vlaamse bedrijven
erg moeilijk om zelfstandig door te groeien.
Om die investeringen te kunnen versnellen
is de aanwezigheid van een pilootinstallatie voor industriële biotechnologie een
belangrijke troef. Dat alleen volstaat echter
niet om de investeringskloof voor startende en jonge bedrijven te overbruggen.
De regionale verankering van de biobased
economy staat er goed voor. Wereldspelers zoals BASF, Dow, Eastman, Cargill en
Tereos hebben verschillende vestigingen
in ons land, waaronder gespecialiseerde
onderzoekscentra. Toch worden de vernieuwende investeringen voor de productie van biogebaseerde materialen niet in
onze regio gedaan, wel onder andere in
onze buurlanden en de Verenigde Staten.
Hoewel de biogebaseerde industrie globaal aan een gestage opmars bezig is, zullen actoren en stakeholders in Vlaanderen
een actievere rol moeten opnemen om de
ontwikkeling en de verankering ervan in
onze regio te bevorderen.
CLEANTECH IN VLAANDEREN
7
www.ceebio.be
twitter.com/Ceebio_be
[email protected]