vast een sneakpreview

Download Report

Transcript vast een sneakpreview

‘Energiesprong is gemaakt, energietransitie net op gang’
Jan Willem van de Groep, Jasper van den Munckhof
en Ivo Opstelten. De drie zijn de regisseurs van
Energiesprong en de daaruit voortgekomen
Stroomversnelling. Een interview met de predikant,
de cowboy en de nerd, zoals ze in de volksmond
genoemd worden, over onder andere cruciale
momenten in het programma, bewustwording én
de toekomst. “Energiesprong is gemaakt maar de
energietransitie in de gebouwde omgeving is pas
net op gang. Er komt nog een hoop aan.”
Jasper knikt: “Onze eerste tekst was ‘wij creëren de
condities voor een energieleverende gebouwde omgeving’.
Maar dat ging uiteindelijk toch wat te ver.” Ivo lachend:
“We kregen te horen: ‘jullie kunnen er aan bijdragen maar
niet creëren’. Meindert Smallenbroek, directeur bij BZK
gaf ons vervolgens de ruimte. Hij was wel een fan van ons
programma en hielp ons indien nodig vooruit als het ging
om het creëren van marktcondities. Dat heeft uiteindelijk
met de Stroomversnellingsdeal duidelijk geholpen.”
Jan-Willem: “Cruciaal is vooral ons besluit om Nul op
de Meter als uitgangspunt te nemen. Daar hebben toen
wel veel mensen hun vraagtekens bij gezet. Dat was niet
omdat wij vinden dat morgen alles Nul op de Meter moet
zijn. Dat kan fysiek ook niet. Maar je lokt daarmee wel
innovatie uit.”
Het decor van het gesprek is een grijze vergaderzaal van
Platform31 op de zevende etage van het kantoorgebouw
boven het Haagse Centraal Station. Het is een groot
verschil met het kleurrijke gesprek dat zich hier ontvouwt.
“We kennen elkaar natuurlijk ook goed”, geeft Jasper
van den Munckhof hier na afloop als reden voor. “Maar
we zijn totaal verschillend, hoor”, voegt Jan-Willem van
de Groep er snel aan toe. “Gelukkig wel”, merkt Ivo
Opstelten fijntjes op.
Ivo vult hem aan: “Cruciaal vind ik ook destijds ons
bezoek aan Engeland, Noorwegen en Oostenrijk.
Drie landen met een nationaal programma alleen
door verschillende opdrachtgevers georkestreerd. In
Engeland namelijk door het Rijk, in Noorwegen door
kennisinstellingen en in Oostenrijk door een rvo-achtige
organisatie. Wij hadden net de Stroomversnellingsdeal
gesloten. Daar kwamen we er heel snel achter dat zij
onze aanpak om energie als investeringsmotor in te
zetten in plaats van ‘het doel op zich’, écht een andere
manier van kijken vinden.”
Jasper: “Die reis heeft ons ook op het idee gebracht
dat we wat te exporteren hebben. En als we dat kunnen
doen maken we de markt sowieso interessanter.
Inmiddels draaien er nu programma’s in Engeland en
Frankrijk. En ook in de USA en Duitsland is door de
overheid geld voor een Energiesprong vrijgemaakt.”
Wat is de kracht van het programma geweest?
Jasper: “Dat we voor bewustwording hebben gezorgd.
Maar vooral bewustwording in de zin dat organisaties
iets anders moesten gaan doen. Tot dan ging het vooral
over hoe realiseer je zoveel mogelijk renovaties met een
energiebesparingsambitie. Met Energiesprong hebben
we ons heel sterk gericht op hoe krijg je de betrokken
actoren en organisaties naar een hoger niveau. Wie
zijn nou de sturende mensen in de organisaties die
betrokken zijn bij verduurzaming en renovaties en
hoe kunnen we die ondersteunen? Je ziet ook terug
in de reacties in dit boek dat het echt wel wat met de
deelnemende organisaties heeft gedaan.”
“Dat is één ding”, vult Jan-Willem aan, “het andere zit
meer in de technische hoek. In alle landen zijn ze bezig
met betere kozijnen, isolatie en beter glas. Terwijl wij
zeggen, ‘het huis is een systeem, het gebouw is een
systeem en dat moet je op die manier gaan ontwerpen,
engineeren en dimensioneren’. Door zo’n benadering
heb je wellicht geen betere kozijnen nodig. Industriële
productiemethoden bieden namelijk weer nieuwe
perspectieven voor alle concepten die van een gebouw
een gebouw maken . “
Ivo: “Daarnaast hebben we ons niet geconcentreerd
op één facet maar op een veelheid van condities die
gelijktijdig gecreëerd moesten worden om beweging
te krijgen. De Stroomversnelling is daar een mooi
voorbeeld van.”
Ivo: “En de snelheid waarmee in onze voorbeelden kon
worden gerenoveerd. Kortom, het was voor mij heel
erg een bevestiging dat we iets unieks en briljants te
pakken hadden.
‘Je ziet dat Energiesprong echt
wel wat met de deelnemende
Wat zijn in jullie ogen cruciale momenten in
het Energiesprongprogramma geweest?
organisaties heeft gedaan’
Jan-Willem: “Voor mij is het dat wij aanvankelijk
onder een programma van het toenmalig ministerie
van VROM vielen. Na de verkiezingen werd VROM
verdeeld over 3 departementen waardoor er even wat
minder aandacht was voor ons programma. Wij hadden
in die voor het programma beslissende periode de
vrijheid om als het ware even onze eigen gang te gaan.
Daardoor hebben we keuzes kunnen maken die we
wellicht onder een meer sturende opdrachtgever niet
zouden hebben gemaakt. Normaal gesproken zie je bij
overheidsprogramma’s waar veel geld in gaat, dat er van
bovenaf heel erg op programmadoelen wordt gestuurd.
Wij gingen bijna elk half jaar door nieuwe inzichten weer
een andere richting uit.”
Hebben jullie ook het gevoel dat dat de sleutel
was?
Jan-Willem op resolute toon: “Absoluut. Simpelweg omdat
je daarvoor iemand over een systeemgrens duwt. Dan
wordt de opgave anders en vraagt de aanpak om een
totaal andere oplossing. Dat het innovatie uitlokt hebben
we gezien tijdens onder andere het Slim&Snel project in
Apeldoorn. Die renovaties zijn uiteindelijk niet uitgevoerd
maar dat project leverde wel de bewijslast dat het kon. We
misten alleen de Energieprestatievergoeding waardoor
er geen verdienmodel voor de woningcorporatie was. Een
voorwaarde waar we vervolgens aan zijn gaan werken. Dit
was onze meest succesvolle mislukking. ”
8
9
Zijn er zaken waarvan jullie nu zeggen, dat
hadden we beter anders kunnen doen?
Jasper: “Als je vraagt wat had beter gekund en ik kijk naar
hoe wij nu in Engeland en Frankrijk bezig zijn, dan zie ik
dat daar het einddoel veel duidelijker is. We hebben daar
in Nederland erg naar moeten zoeken. Het einddoel ‘het
samenbrengen van koplopers die schaal kunnen maken’,
is ook vrij abstract. Dat is uiteindelijk Nul op de Meter
geworden. In Engeland zijn er twee projecten. De een is
zoeken naar een schaalbare oplossing en de ander is het
uitwerken daarvan in een paar demonstratieprojecten. Als
we daarmee hier waren begonnen, dan waren we wellicht
twee jaar verder geweest. In het eerste jaar hadden we
dan misschien nul aanvragen gekregen maar op een
gegeven moment sluipt er bewustwording in zo’n groep en
dan krijg je bereidheid om daar meer geld in te steken en
de eerste projecten te doen.”
Jan-Willem van der Groep
De Energiesprong heeft de lat hoog gelegd.
Daarmee hebben jullie niet altijd vrienden
gemaakt. Hoe kijken jullie daar nu naar?
Jasper: “Als je het te klein maakt gebeurt er niks. Je moet
ook wel doordrammen. Ze doen het niet als je alleen maar
zegt ‘het zou leuk zijn als je dit gaat doen’.”
Van die kant heb ik nooit gehoord, ‘joh hou je een beetje
in’. Ook als ik wel eens de oude wereld op de korrel nam.
Ik zou het daarom ook zo weer op die manier doen. De
opinie beïnvloeden doe je nou eenmaal niet altijd met
zalvende woorden.”
Jasper: “Eens. Bij al die organisaties zie je jong volk. Bij
BAM is Stroomversnelling het gaafste project om aan te
werken. En dat zie je in al die bedrijven. Er is écht een
combinatie van mensen die het anders willen in de bouw.
Die zien dit dan ook als dé manier om het anders te gaan
doen. Dat is voor mij de basis van het optimisme dat ik
heb.”
En nu? Wanneer zijn Nul op de
Meterrenovaties mainstream?
Jan-Willem: “Ik vind dat ook een bewijs dat de bouwsector
veel meer kan dan dat ze zelf dacht. Wij dachten
aanvankelijk ook dat ze meer kleine stapjes zouden zetten.
Maar die sector kan gewoon echt de grootste concurrent
van het fossiele energiebedrijf worden. Daardoor zijn ze
niet langer onderdeel van het probleem maar de oplossing
geworden.”
Jasper: “Ik denk dat er nog minimaal vijf jaar aan
begeleiding nodig is. Naast het verbinden en
ondersteunen van mensen moet er ook nog een enorme
slag op het gebied van productontwikkeling worden
gemaakt.”
Jan-Willem: “We zijn er inderdaad nog niet. We
moeten nog iets met onderwerpen als salderen, de
objectgebonden leningen, uitfaseren van energiebelasting,
flexibele tarieven en het stimuleren van industrialisatie
in de bouw. Dus er zijn nog veel dingetjes die om een
oplossing vragen.”
Terwijl de anderen nog bezig zijn om zijn woorden te laten
bezinken heeft Jan-Willem zijn uitsmijter al klaar: “Alle
radertjes moeten wel blijven draaien. En als één radertje
stopt of, zoals de overheid nu van koers is veranderd
waardoor de EPV ook voor gasaansluitiingen wordt
toegestaan, dan heeft dat effect op alle anderen.”
Ivo: “Er is nu wel een grotere groep ontstaan die ons beeld
deelt en veel partijen die mee willen werken en bijdragen
aan het verbeteren van die marktcondities.”
Dus er is optimisme?
Jan-Willem. “Ik heb ook het voorbeeld van een
woningcorporatie die zijn bezit naar label B brengt en
vervolgens niets meer kan. Die zit dus de komende jaren
financieel klem en kan die volgende stap niet maken. De
notie van ‘denk daar nu over na’ wil ik wel over de bühne
brengen.”
Jasper van den Munckhof
Ivo: “Het heel drammerig vertellen over wat objectief
de beste oplossing is kan natuurlijk heel goed. Maar
het persoonlijk maken van ‘jij doet dit of dat fout’, heeft
niet geholpen en heeft soms zelfs echt weerstand
opgeroepen.”
Ivo: “Absoluut. Er hebben vast wel mensen bij betrokken
organisaties slapeloze nachten gehad over Nul op de
Meter en hoe ze daarmee verder moeten. Er is geworsteld
en veel partijen hebben flinke investeringen gedaan en
doen dat trouwens nog steeds. Dat is ook het deel dat mij
het meeste optimistisch maakt, want dat wordt daarom
ook niet zomaar losgelaten.”
‘Alle radertjes moeten wel
blijven draaien. En als één
radertjes stopt dan heeft dat
effect op alle anderen’
Jasper: “Er zijn bedrijven die enorm hebben geïnvesteerd
of corporaties die na jaren een duurzaamheidsstrategie
hebben geformuleerd. En dan komen wij zeggen: ‘dat
is niet duurzaam genoeg en die investering had u
beter niet kunnen doen’. Logisch dat we daar niet de
populariteitsprijs mee winnen. Tegelijkertijd, als je keurig
tussen de lijntjes had gekleurd was het resultaat nul
geweest.”
Jan-Willem: “Ik heb mensen gehad die mij het eerste
jaar wel konden schieten maar die nu mijn grootste
ambassadeur zijn. Je staat ook voor je koplopers die zelf
niet erg mondig zijn. Van hen krijg je de volle support.
Ivo Opstelten
10
11