Stagevoorbereiding Stagewerkplan 14-15

Download Report

Transcript Stagevoorbereiding Stagewerkplan 14-15

STAGE JAAR 1
2014-2015
Rianne Elderhuis
1
PROGRAMMA
1. Beschrijving instelling en stage-afdeling
2. Planning maken
3. Raamwerk van SWP
4. Competenties, doelen
2
DEEL 1: DE INSTELLING/ AFDELING
Eerste kennismakingsgesprek gehad? Ervaringen? Wat heeft
het opgeleverd?
• Gestructureerd en samenhangend overzicht van stage instelling
•
•
•
•
•
Het behandel-/zorgaanbod
De visie op de zorg
De sociale kaart van de omgeving van de instelling
De specifieke kenmerken van de stageafdeling
Maximaal 1 A4
3
SOCIALE KAART
Verzameling hulpverlenende instanties
Geografische omgeving
Hulpverlening mogelijkheden in een regio
Digitale kaartenbak met instanties die behulpzaam kunnen
zijn voor een doelgroep mensen
Website met praktische informatie, adressen en links over werk, welzijn en
wonen
Doel = inzicht verkrijgen in het zorgaanbod in een wijk/buurt.
4
AAN DE SLAG: BESCHRIJVING STAGEINSTELLING/AFDELING
• 20 minuten
• Zoveel mogelijk groeperen per setting
Het eindresultaat van deze opdracht is een (concept)
beschrijving van de instelling en de stageafdeling. De
tekst moet een samenhangend, gestructureerd
verhaal zijn van maximaal 1 A4tje.
5
VOORBEREIDING DEEL 2: TIJDSLIJN
Maak een tijdslijn van de stage, inclusief de stagevoorbereiding
Voeg hierin toe:
1. Welke plannen en verslagen moet je wanneer maken en
goedgekeurd zijn?
2. Welke opdrachten ga je wanneer in de stage maken?
3. Met wie heb je op welk tijdstip tijdens de stage een gesprek en
wat is de aanleiding van het gesprek?
4. Welke onderwerpen ga je bespreken tijdens je introductie
gesprek op de stageafdeling?
Bespreek in duo en verwerk tijdsplanning in stagewerkplan
6
RAAMWERK STAGEWERKPLAN
Raamwerk stagewerkplan opstellen
Zie beoordelingsformulier stagewerkplan
• Voorblad
• Inhoudsopgave
• Inleiding
• Tijdsplanning
7
ONDERDEEL COMPETENTIE-ONTWIKKELING
Beschrijf per competentie:
1. De competentie
2. Het gewenste eindniveau
3. Stageopdracht die aan deze competentieontwikkeling is verbonden
4. De bewijzen waarmee competentie-ontwikkeling
wordt aangetoond
5. Leeractiviteit die ondernomen gaan worden
8
LEERACTIVITEIT
•
•
•
•
Voorbereiden
Oefenen
Beoordelen
Zelfstandig handelen
9
VOORBEELD LEERACTIVITEIT
1. Competentie Verpleegkundig handelen 1a zorg
10
2. GEWENST EINDNIVEAU
• Ik heb nog geen ervaring met de begeleiding van cliënten die zelf hun
dag/nachtritme niet kunnen regelen. Dat betekent dat ik in deze
competentie begin op niveau F1 en wil komen tot F2. (zie
competentiematrix op blz… van dit stagewerkplan).
• Ik wil leren cliënten te ondersteunen bij de ADL (wassen, aan- en
uitkleden). Ook hierin start ik op niveau F1. Einddoel is ‘zelfstandig onder
begeleiding’, is F3.
11
3. KOPPELING STAGEOPDRACHT
Deze competentie-ontwikkeling is gekoppeld aan de
stageopdracht ‘Basiszorg’.
12
4. DE BEWIJZEN
• Ik laat 1 keer de ‘Korte Klinische Beoordeling Begeleiden’ invullen voor
mijn begeleiding van een client die moeite heeft om ‘s morgens tijdig uit
bed te komen.
• Ik laat 1x de ‘Korte Klinische Beoordeling Lichamelijke Verzorging’ invullen
voor mijn begeleiding van een patiënt bij het aan- en uitkleden.
• Ik laat 1x de ‘Korte Klinische Beoordeling Lichamelijke’ verzorging invullen
voor het wassen van een patiënt op bed.
13
5. LEERACTIVITEITEN
• De begeleiding van een cliënt bij het uit bed komen is veel te
maken met ‘concrete afspraken maken’ en ‘stimuleren’.
Daarom ga ik eerst theorie lezen die ik op school heb gehad
bij inleiding psychologie en pathologie.
• Daarna bespreek ik met drie collega’s uit het team, hoe zij het
doen. Hoe zij cliënten stimuleren om toch uit bed te komen,
terwijl ze eigenlijk geen zin hebben om op te staan.
14
5. LEERACTIVITEITEN
• Ik loop ’s morgens met verschillende collega’s mee om te kijken hoe zij het
doen. Ik observeer dan wat ze zeggen en wat ze doen.
• Samen met mijn begeleider kies ik een of twee cliënten die ik zelf wil gaan
begeleiden bij het opstaan ’s morgens. Ik lees in het patiëntendossier of er
specifieke afspraken zijn bij deze cliënt.
• Dan wil ik onder begeleiding gaan oefenen met het stimuleren en
motiveren van de cliënt totdat deze uit bed komt. Als ik tevreden ben
over de uitvoering, vraag ik mijn begeleider om een beoordeling via het
formulier ‘Korte Klinische Beoordeling Begeleiden’
15
5. LEERACTIVITEITEN
• Ik start met kiezen van een cliënt die ik wil gaan helpen bij het aan- en
uitkleden.
• Ik lees het patiëntendossier om te ontdekken of er bij deze cliënt
specifieke aandachtspunten zijn bij het aan- en uitkleden.
• Ik kijk 3x mee met mijn begeleider, daarna wil ik zelf onder begeleiding de
cliënt helpen.
16
5. LEERACTIVITEITEN
• Als ik vind dat het goed gaat, vraag ik mijn begeleider om de daarop
volgende keer mee te kijken en mij te beoordelen.
• Omdat ik het ook belangrijk vind dat de patiënt zich prettig voelde tijdens
het aan- en uitkleden, vraag ik ook aan de patiënt wat deze vond van mijn
hulp.
17
LEERDOEL FORMULEREN
• Doel = wat wil je bereiken
• Doel = hoe wil je het bereiken
18
RUMBA
•
•
•
•
R = Relevant
U = Understandable
M = Measurable
B = Behavioral
• A = Attainable
 Belangrijk voor de client
 Begrijpelijk, in begrijpelijke taal geschreven
 Meetbaat, toetsbaas
 Concreet, in gedragstermen en daardoor voor
iedereen waarneembaar gedrag
 Haalbaar
19
SMART
•
•
•
•
•
S = Specifiek
M = Meetbaar
A = Acceptabel
R = Realistisch
T = Tijdgebonden
20
DOELSTELLING FORMULEREN
• Concretiseer je doel
• ‘veel voorkomende problemen’= goede term om te gebruiken
• Doel concreet formuleren, maar onderwerp is algemeen
(basiszorg of samenwerkingsrelatie), activiteiten zijn specifiek
• Doel is algemeen, in activiteiten specificeren
• ‘wil ik’ vermijden, wel ‘ik kan, doe, toon aan, etc.’
• Actief formuleren; ik doe, ik kan, ik lees.
21
PLANNING BEOORDELING
WEEK 1 inleveren concept stagewerkplan
WEEK 2 verwerken feedback
WEEK 3 inleveren definitief stagewerkplan
WEEK 5 tussenbeoordeling inhoud en professioneel gedrag
WEEK 9-10 Eindbeoordeling
22
VRAGEN?
• Succes met jullie stage!!
23