Gezin Cornelis de Goede en Maria Schaap (1777 – 1820).

Download Report

Transcript Gezin Cornelis de Goede en Maria Schaap (1777 – 1820).

Familieportretten - Genealogie Goeden/de Goede/Gooden – door Wim de Goede ([email protected])
VIERDE GENERATIE – IV– 1:
Het gezin van Cornelis (Keesje, Kees) de Goede en Maria Schaap (1777 – 1820)
IV – 4
Cornelis de Goede was een zoon van Herman Goeden (de Goede) (III-1) en
Geertruijd (Truijtje) van Wunnik
Hun personalia
Cornelis de Goede, gedoopt 2 mei 1777 Beverwijk 1 – overleden 25 april 1803
Beverwijk.
Getrouwd 13 augustus 1797 te Beverwijk met Maria (Mietje) Schaap.
Mietje Schaap is gedoopt 6 november 1776 Beverwijk 2 – dochter van Jan
Corneliszn Schaap en Annaatje Soutman (Anna Soutman -Zoutman). Anna Soutman
is na het overlijden van Jan Corneliszn Schaap hertrouwd met Franciscus
Nonnenmaker op 9 juni 1782 3
Maria Schaap is overleden omstreeks 11 december 1800 Beverwijk.
Hun kinderen
1
2
3
4
V-9
Anna de Goede, gedoopt 24 november 1797 Beverwijk. Getuigen:
Cornelis Schaap en Anna Zoutman.
Cornelis was waarschijnlijk een broer van Mietje Schaap 4.
Anna de Goede is overleden 14 april 1820 Beverwijk.
V-10
Hermanus de Goede, gedoopt 7 november 1800 Beverwijk. Getuigen Jan
de Goede en Elizabeth de Vinck.
Hermanus is overleden 25 mei 1801 Beverwijk
RK statie H. Agatha, Beverwijk
http://89.99.2.167/Kerkboeken/Beverwijk/DoopTrouw_1680-1776.pdf
http://www.knggw.nl/raadplegen/de-nederlandsche-leeuw/1885-3/9/
Beverwijk doop 09-09-1774 Cornelis, zoon van Jan Schaap en Anna Zoutman – Getuigen Cornelis Zoutman en Engeltie
van Rossen – Ra Haarlem. Doop en trouw Beverwijk 1680-1776
Hun levensverhaal:
Jeugdjaren
Cornelis de Goede is geboren omstreeks 1 mei 1777 in Beverwijk. Zijn ouders Herman en Truijtje woonden toen
in Beverwijk of Wijk aan Duin. Keesje, want zo wordt hij een paar keer in de kerkelijke registers genoemd, was de
jongste van het gezin. Zijn zus Antje was de oudste, zij was 13 of 14 jaar toen Keesje geboren werd, daarna
kwamen Dirk en Jan. Die waren op dat moment 12 respectievelijk 4 jaar oud. Tussen Dirk en Jan zullen
ongetwijfeld doodgeboren kinderen zitten, maar die werden niet ingeschreven.
Vader Herman had zich vanuit Heel (bij Roermond) ergens voor 1763 in Velsen gevestigd. Het gezin was niet rijk
maar de omstandigheden in Velsen en Beverwijk waren toen toch nog wel zo dat er een redelijk bestaan mogelijk
was.
Vader Herman overlijdt in 1781, moeder Geertruij hertrouwt in 1783, er wordt een voogd aangesteld
Op 1 maart 1781 overleed vader Herman: Keesje de Goede was toen 3 jaar oud.
Moeder Geertruij bleef alleen achter maar hertrouwde al weer op 11 januari 1783 waardoor de zorg voor de
kinderen gewaarborgd was.
Het overlijden van vader Herman betekende dat er een voogd aangesteld moest worden om de om de verdere
opvoeding en toekomst van de kinderen veilig te stellen. De vrouw was nog niet “handelingsbekwaam” in die tijd,
dat kwam pas in 1956, dus de voogd kreeg ook het beheer van de erfenis.
Cornelis Havik en Jan Havik uit Beverwijk werden onder toezicht van de weeskamer als voogd aangesteld.
Op 11 januari 1783, één dag voordat Geertruijd hertrouwde met Jan Creliszn. Coeleveld, werd door de weeskamer
een akte opgesteld waarin een en ander was geregeld.
In deze akte werd door Geertruijd een bedrag van 12 gulden toegewezen – elk 3 gulden – aan haar kinderen Antje,
Dirk, Jan en Cornelis de Goede. Ook beloofde zij haar kinderen te zullen alimenteeren (onderhouden) tot hun
meerderjarigheid of eerder huwelijk. Voor die tijd toch een aardig bedragje.
De twaalf gulden werd door Geertruijd aan de weeskamer betaald, en deze instelling beheerde het geld dus tot
meerderjarigheid of eerder huwelijk van de kinderen. In het kasboek van de weeskamerarchieven van Beverwijk is
dan ook op 12 september 1797 aan Cornelis de Goede een betaling terug te vinden van 3 gulden in verband met
het bereiken van de meerderjarige leeftijd van 20 jaar 5.
Opmerkelijk is trouwens dat Keesje de Goede op 20 april 1793 – hij was pas 15 jaar oud – samen met zijn
schoonzus Mietje Stijgers getuige was bij de doop van Albert Janse, een zoon van zijn zus Antje en zwager Dirk
Jansen 6.
5 Over de verdere lotgevallen van Herman en Truijtje heb ik al een uitgebreid verhaal geschreven. Zie Gen. III – 1: Het
gezin van Hermanus (Herman) Goeden (de Goede) x Geertruijd (Truijtje) van Wunnik
6 Ra Haarlem, DTB 28 Beverwijk, doop 1771 - 1812, RK statie H. Agatha. Kind: Albert, 20 april 1793. Ouders: Dirk Jansen
en Antje de Goede. Getuigen: Keesje de Goede en Mietje Stijgers.
Rol der weesmeesteren 12 september 1797 Beverwijk.
In deze akte bevestigd Cornelis door middel van een kruisje
de uitbetaling van zijn erfdeel van 3 gulden.
Huwelijk 13 augustus 1797 met Mietje Schaap
Een maand voordat hij meerderjarig zou worden, en dus ook een maand voor de uitbetaling van zijn erfdeel, n.l.
op 13 augustus 1797 trad Kees de Goede te Beverwijk in het huwelijk met Maria Schaap. Maria – roepnaam
Mietje was 20 jaar oud bij haar huwelijk. Het was een moetje want dochter Anna zou al in november 1797 geboren
worden. Ze trouwden ten overstaan van schout en schepenen van Beverwijk. Het kerkelijk huwelijk was niet meer
rechtsgeldig, een gevolg van de in 1795 ingestelde Bataafsche Republiek en de daarmee gepaard gaande
omwenteling. Omdat ze het niet breed hadden trouwden zij in de classis van Prodeo, net als de meeste andere
Wijkers trouwens.
Mietje was gedoopt 6 november 1776 Beverwijk als dochter van Jan Corneliszn Schaap en Annaatje Soutman.
Haar moeder Anna Soutman werd tussen 1777 en 1782 weduwe en hertrouwde op 9 juni 1782 te Beverwijk 7 met
Franciscus Nonnenmaker, die dus de stiefvader van Maria Schaap werd. Frans kwam uit Amsterdam, maar was al
een tijdje woonachtig in Beverwijk. Hij was winkelier, venter en sjouwer en magazijnmeester van militaire
brandstoffen, een veelzijdig man dus.
7 http://www.knggw.nl/raadplegen/de-nederlandsche-leeuw/1885-3/9/
Kerkbuurt Beverwijk eind 18e eeuw – Beeldbank Museum Kennemerland
1797 – 1800 – Geboorte van de kinderen Anna en Harmen
1. Anna de Goede: Op 24 november 1797 wordt te Beverwijk Anna de Goede gedoopt. Ze zal dus plm 23
november 1797 geboren zijn. Peter en meter waren Cornelis Schaap (een broer 8 van Mietje) en Anna
Zoutman, Mietjes moeder.
2. Herman de Goede: Hij wordt gedoopt op 7 november 1800 te Beverwijk. Zijn geboortedatum zal plm 6
november 1800 zijn. Peter en meter waren broer Jan en zijn echtgenote Elizabeth de Vinck. Een goede
keus want broer Jan was een geslaagde en redelijk welvarende tuinder aan het worden 9.
8 Beverwijk doop 09-09-1774 Cornelis, zoon van Jan Schaap en Anna Zoutman – Getuigen Cornelis Zoutman en Engeltie
van Rossen – Ra Haarlem. Doop en trouw Beverwijk 1680-1776
9 Hier kom ik nog op terug bij het portret van Jan en Elisabeth.
11 december 1800 – moeder Mietje overlijdt!
Mietje Schaap is op 11 december 1800, dus een maand na de geboorte van Herman overleden. Zij was toen 24
jaar oud. Waarschijnlijk het gevolg van een zware bevalling? Kees de Goede staat er nu dus alleen voor.
Op 9 juni 1801 overlijdt kleine Herman (7 maanden oud) alsnog en blijft Kees de Goede achter met zijn dochter
Anna.
1803 – Overlijden van Kees de Goede
Kees de Goede komt deze tegenslagen niet te boven. Op 25 april 1803 sterft hij op 25-jarige leeftijd in Beverwijk.
Dochter Anna, 6 jaar oud, blijft achter als wees en zal aan de zorg van de weinige familie (Peter en Meter) of aan
de plaatselijke armenzorg zijn toevertrouwd.
1820 – Overlijden van Anna de Goede
Dochter Anna is waarschijnlijk op 14 april 1820 overleden in Beverwijk. Zij was ongehuwd. Het
overlijden van Johanna de Goede werd nl. op 15 april 1820 aangegeven door Cornelis Tromp,
timmermansknecht en aangetrouwde achterneef van Anna 10 en Lucas Federman, kantoorbediende.
Volgens de aangevers was zij 21 jaar oud, maar dat zal 22 geweest moeten zijn.
Opvallend is de jonge leeftijd waarop de mensen stierven. Natuurlijk is dat een bekend gegeven maar toch is het
goed om eens te kijken naar de oorzaken.
•
•
•
•
Voor moeder en kind was het risico om bij de bevalling te sterven zeer groot.
Zeer veel kinderen stierven al voor hun eerste verjaardag aan de gevolgen van mazelen,
waterpokken en roodvonk (Scharlaaken koorts)
Overleefde je deze kinderziektes dan kon je geveld worden door vaak besmettelijke ziektes als
kinkhoest, griep 11(met de fantasienamen als zinkingkoorts, slymziekte, zenuwkoorts,
rhumatique ziekte), pleuritis, tuberculose (uitteerende ziekte, borstkwalen, zoals waterzucht in
de borst), typhus (1813), cholera (oa 1833, 1865/1866) en de daarmee verband houdende
verschijnselen zoals kolieken, bloedspuwingen, keelziekte enz. Men had weinig weerstand door
slecht voedsel, slechte woon- en werkomstandigheden en slechte hygiëne. Geneesmiddelen
tegen deze ziektes bestonden nog nauwelijks.
Had je dit allemaal overleefd en was je boven de 50 jaar dan was de kans op een “gewone
ziekte” zoals hart-en vaat ziektes, kanker of beroerte groot.
Boven de 70 had de natuurlijke selectie haar werk gedaan. Men stierf dan aan een verval van krachten
evt in combinatie met een beroerte. Boven de 90 de bleven de zeer sterken over, die een natuurlijke
dood stierven.
Pas in de 19e eeuw begon met door hygiënische maatregelen enige grip te krijgen op infectieziektes als
de cholera (overgebracht door bacteriën in het drinkwater, als bacteriën uit feces het drinkwater
kunnen bereiken, in die tijd een waterput met emmer, dus vul het scenario maar in).
De sterfte had dus een piek in het eerste levensjaar en nam af tot het zestiende levensjaar. Vanaf die tijd had je
een goede kans te overleven tot je vijftigste of zestigste. Op die leeftijd beginnen er vaak medische problemen de
kop op te steken (hart/kanker/beroerte) of de mensen stierven doordat ze geen verzorging hadden of als gevolg
van de vele onbehandelde kwaaltjes en verminderde weerstand. 12
10 Cornelis Tromp was gehuwd met Johanna Nonnenmaker, die een dochter was van Frans Nonnenmaker en Anna Soutman.
Anna Soutman was de moeder van Mietje Schaap die weer hertrouwd was met Frans Nonnenmaker. Cornelis Tromp was
dus getrouwd met Johanna de Goede's achternicht.
11 Zinking, zinkingskoorts en zinkingsziekte – Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde – 116 nr 1 – 1972
https://www.ntvg.nl/sites/default/files/migrated/1972100230001a.pdf
12 http://www.startpagina.nl/v/kunst-cultuur/geschiedenis/vraag/348625/belangrijkste-doodsoorzaken-16-17-18
Overlijdensadvertenties Oprechte Haarlemsche Courant 1 maart t/m 5 mei 1803
In de Oprechte Haarlemsche Courant staan overlijdensadvertenties. Vaak is er een overlijdensoorzaak
vermeld. Uiteraard gaat het hier om de gegoede klasse, dus niet geheel te vergelijken met het gewone
volk, maar toch: Er valt wel een algemeen beeld van af te leiden. Ik heb de Haarlemsche Couranten
van een paar maanden, nl. uit de periode 1 maart t/m 5 mei 1803 doorgeploegd en een overzicht
gemaakt van doodsoorzaken met de leeftijd van de overledene. Niet opgenomen zijn de hoogbejaarden
(boven de 80) die een natuurlijke dood stierven – die waren er ook – en de overlijdensadvertenties
zonder vermelding van doodsoorzaak. Daarnaast zijn doodgeboren kinderen vaak bij de geboorteadvertenties opgenomen, dus ook die ontbreken in de lijst. Dit aantal was zeer groot!
Waterzucht in de borst 77 jaar
Keelziekte 57 jaar
Beslooten Koliek 17 jaar
Verval van krachten 77 jaar
Borstkwaal en verval van levenskrachten 77 jaar
Verval van krachten en beroerte 82 jaar
Verval van krachten 73 jaar
Langduurige verzwakking van ziels- en
ligchaamsvermooghens 41 jaar
Verval van krachten 65 jaar
Zinking koorts 34 jaar
Accident aan het hoofd 56 jaar
Rhumatique ziekte 41 jaar
Eene sukkeling van anderhalf jaar 20 jaar
Sukkeling van uitteerende ziekte 44 jaar
Verval van krachten 67 jaar
Beroerte 67 jaar
Zinkingkoorts 68 jaar
Beroerte 56 jaar
Zenuwkoorts 22 jaar
Bevalling van een leevend en welgeschapen zoontje 36
jaar
Rhumatique bezetting op de borst 44 jaar
Kraambedde
Veeljaarige Ongesteldheid 23 jaar
Onverwagt Toeval 47 jaar
Onverwagt en treffend Toeval 14 jaar
Borstziekte 60 jaar
Kramp-kolyk 65 jaar
Beroerte 66 jaar
Onverwacht toeval 60 jaar
Beroerte 16 jaar
Zwaare pyn in de ingewanden en verstopping 40 jaar
Kinderziekte 6 jaar
Bevalling en zinking koorts 26 jaar
Zwaare verstopping en waterzugt 65 jaar
Kinderziekte 27 jaar
Verval van krachten en attaque van beroerte 66 jaar
Verval van levenskrachten 61 jaar
Kinkhoest 5 maanden
Kinderziekte 4 jaar
Toeval van beroerte
Zinkingkoorts 54 jaar
Zinkingkoorts 59 jaar
Bezetting in de borst 59 jaar
Verval van krachten 76 jaar
Longteering 29 jaar
Kraambed 29 jaar
Uitteerende ziekte en verval van krachten 71 jaar
Slym ziekte 62 jaar
Verval van krachten 65 jaar
Uitteerende ziekte 42 jaar
Verval van krachten 83 jaar
Langdurige verzwakking 63 jaar
Korte ziekte 61 jaar en 53 jaar
Herhaalde bloedbrakingen 47 jaar
Een zeer subiet Toeval 44 jaar
Uitteerende ziekte 33 jaar
Verval van krachten 78 jaar
Borstkwaal 40 jaar
Meer en meer toeneemende zwakte 13 weeken
Valling op de borst 74 jaar
Beroerte 67 jaar
Mazelen 15 maanden
Beroerte 86 jaar
Kwaataardige koorts 62 jaar
Zwaare stuipen
Ongelukkige val 58 jaar
Verzweering in de keel – roodvonk 33 jaar
Kwaadaardige zinking-ziekte 59 jaar
Waterzugt 53 jaar
Uitteerende ziekte 1 jaar
Beroerte 71 jaar
Longterende ziekte 20 jaar
Verval van krachten en krampen in de ingewanden 74
jaar
Verval van krachten 74 jaar
Maagkwaal 65 jaar
Beroerte 63 jaar
Koorts ziekte 62 jaar
Verval van krachten 86 jaar
Kraambed 32 jaar
Borstkwaal 73 jaar
Stuiptrekking 38 jaar
Borstkwaal en verval van krachten 60 jaar
Uitteerende ziekte 38 jaar
Water in de borst 61 jaar
Beroerte 47 jaar
Beroerte in het hoofd 42 jaar
Langduurige en smertelijke ziekte 50 jaar
Slym beroerte 57 jaar
Roodvonk 10 jaar
Onpasselijkheid gevolgd door het Koude vuur in de
ingewanden 18 jaar
Beroerte 72 jaar
Verval van krachten 82 jaar
Uitteering en verval van levenskrachten 72 jaar
Verval van krachten 78 jaar
Verval van krachten 67 jaar
Borstziekte 71 jaar
Onverwacht toeval 71 jaar
Aanhoudende verzwakking 60 jaar
Borst Pleuris … jaar
Rhumatique ziekte 64 jaar
een kort tevooren gebeurd subiet toeval 37 jaar
Borstziekte 74 jaar
Verval van krachten 73 jaar
Kraambed
Verval van krachten 73 jaar
Kraambed
Borstziekte en verval van leevenskrachten 82 jaar
Borstziekte 43 jaar
Uitteerende ziekte
Kwaadaardige zenuwkoorts 35 jaar
Borstziekte 54 jaar
Langduurig verval van krachten 68 jaar
Water in de borst 75 jaar
Hevige ziekte en zwaare stuipen 3 jaar
Uitteerende ziekte 20 jaar
Kinkhoest 6 jaar
Sleepende ziekte en verval van levenskrachten 67 jaar
Beroerte 67 jaar
Stuipen ¾ jaar
Kankergezwel aan het been 57 jaar
Borstkwaal 26 jaar
Zinkingskoorts op de borst 59 jaar
Accident 77 jaar
Verval van krachten 87 jaar en 68 jaar
Scharlaaken koorts 1 jaar
Beroerte 61 jaar
Borstziekte 35 jaar
Borstziekte 70 jaar
Kwaadaartige Zinkingkoorts 42
Sukkelend lichaam 45 jaar
Bloedspuuwing 47 jaar
Schrijvers en dichters en hun kwalen in de 18e eeuw 13:
Jacobus Bellamy
De dichter Jacobus Bellamy was een van die pechvogels die leed aan kwalen waarvoor artsen nog geen
oplossingen hadden. In maart 1784, hij was 27 jaar, schreef hij: ‘ik geloof dat mijn hele leven uit een
aaneenschakeling zal bestaan van natuurlijke en zedelijke kwalen – tot nu toe sluiten de schakels
redelijk goed op elkaar aan.’ Bellamy leed aan podagra, een veel voorkomende kwaal in de achttiende
eeuw, een soort reuma die voor veel pijn in de voeten zorgde. Het stadsleven ondermijnde zijn
gezondheid volledig. Vanuit Utrecht schreef hij zijn vriendin in oktober 1782: ‘alles wat ik nooit gehad
heb krijg ik hier. Nu hoest ik terwijl ik niet echt verkouden ben – in Vlissingen wist ik niet wat hoesten
was. Ik ben voor dit land niet gemaakt. Men zegt dat de lucht hier zo bij uitstek gezond is, maar voor
mij is de ruwe Zeeuwse lucht veel gezonder.’
Willem Bilderdijk en Betje Wolf
In het koude en vochtige Nederland, waar ook nog eens veel ‘bedorven en onbedorven zuivel wordt
geconsumeerd’, aldus een tijdschrift in 1701, moeten veel mensen hebben geleden aan chronische
maag- en darmklachten en allergische en astmatische klachten. Zo iemand was de schrijver Willem
Bilderdijk, die aan de meest diverse, verder onschuldige kwalen leed, zodat hij in 1794 klaagde: ‘Kreeg
ik maar eens een echt zware doorgaande ziekte, ik zou of beter worden of bezwijken, maar zo is ’t niet
uit te houden of ik moet mijn hele verstand kwijtraken.’ Betje Wolff kreeg wél een zware ziekte. De drie
laatste jaren van haar leven leed ze aan ondraaglijke krampen, veroorzaakt door maag-darmkanker.
Om bijbehorende depressies te bestrijden konden artsen niet veel meer doen dan de patiënt beweging
en afleiding (lezen bijvoorbeeld) aanbevelen.......
Otto van Eck, Belle van Zuylen, Onno Zwier van Haren en Willem van Hogendorp
Vooral kinderen stierven bij de vleet aan besmettelijke ziektes als mazelen, waterpokken en roodvonk.
Otto van Eck noteerde op dinsdag 25 november 1794 in zijn dagboek dat er die dag ‘een merkwaardige
gebeurtenis’ had plaatsgevonden, ‘dat er namelijk een broertje van mij jarig is. Want behalve mijzelf
zijn zij allen gestorven voordat ze een jaar oud waren’. Al rond 1720 werd er geëxperimenteerd met
inenten tegen de pokken, waarbij gezonde mensen werden geïnfecteerd met het wondvocht van een
zieke, om zo het immuunsysteem te stimuleren. Deze procedure wekte veel weerstand op, zowel uit
medisch als theologisch oogpunt. De moeder van Belle van Zuylen bijvoorbeeld, stierf in 1768 nadat ze
was ingeënt. Een gemeente als Leiden verbood de inenting in 1771 vanwege de risico’s. Pas toen men
aan het eind van de eeuw in Engeland begon in te enten met koepokken kwam er een doorbraak, hoewel
de weerstand in Nederland nog lang groot bleef. Schrijvers als Onno Zwier van Haren en de Bataviase
koopman Willem van Hogendorp pleitten vóór inenting. De laatste deed dat in 1779 in een prachtig
verhaal, Sophronisba, of de gelukkige moeder door de inëntinge van haare dochters.
13 https://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/18de/thema/lg18030.html