Nieuwe Bouwwet half goed half gedrocht

Download Report

Transcript Nieuwe Bouwwet half goed half gedrocht

Kopij PM
PKB_Beo_pers tx3.doc
André Thomsen
Nieuwe Bouwwet half goed half gedrocht
Minister Blok wil het toezicht op de kwaliteit van bouwplannen privatiseren.
Een wetsontwerp met die strekking wordt woensdag a.s. in de Tweede Kamer
behandeld. In plaats van de beoordeling van bouwplannen door gemeenten
zal na gereedkomen van een bouwwerk een verklaring van een private kwaliteitsborger dat aan de bouwvoorschriften wordt voldaan voldoende zijn. Voor
het opstellen van zo’n conformiteitsverklaring zal een nieuwe bedrijfstak van
private kwaliteitsborger gaan zorgen met een geschatte jaaromzet van een
kwart miljard euro, gecontroleerd door een nieuwe Borgingsautoriteit. Doelgroep van deze nieuwe bureaucratie zijn in eerste instantie alleen de projectmatige woningbouwers en -ontwikkelaars; bouwwerken in een hogere risicoklasse vallen er voorlopig buiten en kleinere bouwwerken worden borgingsvrij,
dat wil zeggen dat de overheid pas komt kijken als het verkeerd gaat.
Het initiatief achter deze ingrijpende stelselwijziging kwam van een door
voormalig bouwminister Sybilla Dekker voorgezeten commissie met voornamelijk belanghebbende bouwpartijen, en die insteek is nog steeds leidend: het
wetsontwerp draagt de geur van slagers die hun eigen vlees willen keuren en
een overheid die dat om redenen van opportuniteit graag steunt.
Zo wordt het wetsontwerp echter niet gepresenteerd. Volgens de toelichting
staat een betere bescherming van de (bouw)consument centraal. Mede dankzij de Vereniging Eigen Huis bevat het wetsvoorstel inderdaad een aanzienlijke verbetering van de juridische positie van de bouwconsument/opdrachtgever waarmee eindelijk een einde komt aan de beperkte aansprakelijkheid van de bouwondernemer; feitelijk een breed gedragen correctie op een
onrechtvaardigheid die eigenlijk vele jaren te laat komt.
Maar dat is maar de helft van de waarheid. In feite dient die verbetering als
hefboom voor de andere helft, de privatisering van het publieke bouwtoezicht
waartegen steeds meer weerstand bestaat. Om die reden wil minister Blok de
beide delen niet scheiden, terwijl het twee zeer verschillende beleidsterreinen
en wetstrajecten betreft die weinig gemeen hebben.
Volgens Blok zou de beoogde privatisering nodig zijn omdat het huidige gemeentelijk bouwtoezicht onvoldoende functioneert. Als argument voor de be1
Kopij PM
PKB_Beo_pers tx3.doc
André Thomsen
oogde privatisering is die bewering tenminste merkwaardig. Het zijn immers
de bouwers die de bouwfouten maken. Het zijn ook de bouwers die er in de
afgelopen jaren een gewoonte van maakten om van verleende bouwvergunning af te wijken, met grote en meestal verborgen risico’s voor de bouwkwaliteit.
Het bouwtoezicht kan beter; daarvoor zijn inmiddels ook wettelijke maatregelen genomen (de Wet VTH) waardoor de kennis en capaciteit meer gecentraliseerd wordt in regionale omgevingsdiensten (RUD’s). Het geeft te denken als
een verantwoordelijke minister desondanks verwijten richting het bouwtoezicht
hanteert als argument voor privatisering. Nederland behoort nog steeds – ondanks de sluipende bezuinigingen op kennis en personeel - tot de landen die
het bouwtoezicht het best op orde hebben. Of dat met de voorgestelde private
kwaliteitsborging zo zal blijven valt zeer te betwijfelen; daarvoor bevat het
voorstel te veel risico’s, en tekortkomingen:
-
De voorgestelde private borgingssysteem is vooralsnog weinig meer dan
ongetoetst wensdenken, omvat te veel risico’s en voor zover praktijktests
zijn uitgevoerd (o.a. Den Haag, Amsterdam) zijn de resultaten weinig
overtuigend tot ronduit onvoldoende. Belangrijke nadelen zoals de vanuit
buitenslandse voorbeelden bekende agency-effecten zijn genegeerd.
-
De maatschappelijke kosten zijn hard, maar de baten boterzacht en bovendien te ongelijk verdeeld. Hoe groter het bouwwerk hoe hoger de baten en hoe lager de lasten, en andersom. Hoe de lastenverdeling uiteindelijk uitpakt is afhankelijk van de te betalen leges, maar daarover is nog
niets bekend, evenmin als over de uiteindelijke kosten van de borgingsbureaucratie! Duidelijk is nu al dat de consument en (eind)gebruikers hoe
dan ook de hogere rekening krijgen.
-
De nieuw op te zetten borgingsbureaucratie is ongewenst en onnodig.
Voor de in eerste instantie beoogde doelgroep, de projectmatige woningbouw en -ontwikkelingsindustrie, mag simpelweg een zodanig sluitend, effectief en met garanties geborgd kwaliteitssysteem geëist worden dat hun
product geheel gebruiksklaar, zonder gebreken en zonder risico’s voor de
kopers/bewoners wordt opgeleverd. Verschuiving van het publieke toetsingsmoment van bouwplan naar oplevering is juist daarvoor goed en gewenst. Als de bouwers vervolgens hun werk goed doen en een fatsoenlijk
consumentgericht opleverdossier verplicht wordt gesteld kan het publieke
2
Kopij PM
PKB_Beo_pers tx3.doc
André Thomsen
bouwtoezicht normaliter beperkt blijven tot risicogerichte steekproeven.
Dat is beter en eenvoudiger dan een kostbare private toetsingsbureaucratie die uitsluitend controleert of aan de bouwregelgeving wordt voldaan.
-
Het simpelweg borgingvrij maken van die kleinere burgerklus staat
haaks op het doel van het wetsontwerp. Dat het mede is ingegeven om
de lastendruk van overheid en bedrijfsleven te begrenzen is eigenlijk
dieptreurig. Het betreft zo’n 80% van de bouwaanvragen, voornamelijk
kleinere nieuwbouw, aan- en verbouw waarbij de burger direct als opdrachtgever, bewoner, gebruiker of huurder betrokken is, en waarvoor
de overheid van oudsher ook een voorlichtende en beschermende taak
heeft. Het vergunning- en/of borgingvrij maken zal de al of niet legaal
werkende of beunhazende Jacobse en Van Es bedrijven een flinke
stimulans geven. Weliswaar blijft het Bouwbesluit ook voor hen van
kracht, maar de overheid komt pas kijken als het verkeerd gaat en
zonder toezicht is de pakkans verwaarloosbaar. Het tegenovergestelde
van kwaliteitsborging dus en derhalve strijdig met de doelstelling van
het wetsontwerp!
Alles bij elkaar vinden wij deze helft van het wetsontwerp een onrijp gedrocht
dat nog lang niet klaar is voor een serieuze behandeling.
De goede helft is daarentegen dringend nodig en heeft een breed draagvlak:
-
De verbetering van de rechtspositie van opdrachtgevers/kopers heeft
haast, in het bijzonder de aansprakelijkheidsverbetering. Daarentegen zijn
wij negatief over de informatieplicht m.b.t. de verzekering en het 5%depot; dit moet harder worden geregeld.
-
De verschuiving van de toetsing van bouwplan naar oplevering is ook een
duidelijke verbetering die wij steunen. Naast de conformiteitsverklaring
hoort daar ook een verplicht consumentgericht opleveringsdossier bij.
-
En ten slotte is ook de politieke aandacht voor de verbetering van de
bouwkwaliteit positief en urgent. Daar valt heel veel aan te verbeteren!
dr. Rob J. Mulder is directeur kennis & belangenbehartiging van de Verenging
Eigen Huis
prof.ing. André Thomsen is emeritus-hoogleraar aan de TU Delft en adviseur
van de Nederlandse Woonbond
946 woorden
3