Vragen en antwoorden

Download Report

Transcript Vragen en antwoorden

Rijkswaterstaat
Ministerie van Infrastructuur
en Milieu
Kenniscentrum InfoMil
Vragen en antwoorden
17 januari 2017
Inhoudsopgave
Vragen en antwoorden
Kan ik een melding weigeren, omdat het bedrijf niet voldoet aan de
voorschriften voor geur of ammoniak?
Vraag
Antwoord
Wanneer kan een agrarisch type C-bedrijf volstaan met een melding
Activiteitenbesluit en wanneer is een omgevingsvergunning milieu nodig
?
Vraag
Antwoord
Hoe gaat het als een veehouderij type B een type C-bedrijf wordt? Wat voor
soort vergunning is nodig en wat moet ik daarin regelen?
Vraag
Antwoord
Colofon
3
3
3
3
3
3
4
5
5
5
6
Vragen en antwoorden
Hieronder ziet u vragen en antwoorden over de melding bij agrarische bedrijven onder het
Activiteitenbesluit.
Voor vragen over de melding in het algemeen (niet in het bijzonder de sector land- en tuinbouw) zie:
•
Vragen en antwoorden melding - juridische aspecten
Kan ik een melding weigeren, omdat het bedrijf niet voldoet
aan de voorschriften voor geur of ammoniak?
Vraag
Kan ik een melding weigeren, als het bedrijf niet voldoet aan de voorschriften voor bijvoorbeeld geur en
ammoniak in het Activiteitenbesluit?
Antwoord
Nee, dit kan niet. Een melding is een kennisgeving aan het bevoegd gezag. Er is geen sprake van het wel
of niet accepteren van een melding. Wel kunt u de inrichtinghouder erop wijzen dat er strijd is met de
regels uit het Activiteitenbesluit.
Het advies is daarom om bij ontvangst van een melding wel te beoordelen op geur en amoniak, maar dit
is geen verplichting voor het bevoegd gezag. De inrichtinghouder kan dan vrijwillig een nieuwe melding
indienen, die wel voldoet aan de geur- en ammoniakvoorschriften. Dit voorkomt handhaving achteraf
op de geur- en ammoniakvoorschriften (paragraaf 3.5.8 van het Activiteitenbesluit). Het blijft altijd de
verantwoordelijkheid van de inrichtinghouder om aan de voorschriften in het Activiteitenbesluit te
voldoen.
NB: de omgevingsvergunning bouwen kan alleen worden aangehouden wanneer de melding niet
ingediend of niet compleet is. Zie ook geen volledige melding bij aanvraag omgevingsvergunning.
Wanneer kan een agrarisch type C-bedrijf volstaan met een
melding Activiteitenbesluit en wanneer is een
omgevingsvergunning milieu nodig?
Vraag
Wanneer kan een agrarisch type C-bedrijf volstaan met een melding Activiteitenbesluit en wanneer is een
omgevingsvergunning milieu nodig?
Vragen en antwoorden
Kenniscentrum InfoMil | 3
Antwoord
Normaal gesproken is voor een verandering van een inrichting type C geen omgevingsvergunning milieu
nodig, als de verandering een activiteit uit hoofdstuk 3 betreft. De voorschriften staan in hoofdstuk 3,
dus is een omgevingsvergunning niet nodig. De ondernemer kan volstaan met een melding (en soms is
ook een OBM nodig).
Bijvoorbeeld: een veehouder gaat meer kuilvoer opslaan. De voorschriften van paragraaf 3.4.5
Activiteitenbesluit blijven van toepassing. Hij hoeft geen omgevingsvergunning milieu aan te vragen,
een melding is genoeg.
Het is ook mogelijk dat de verandering maar voor een deel onder de voorschriften van hoofdstuk 3 valt.
In dat geval moet hij én een melding (eventueel met OBM) doen én een verandering van de
omgevingsvergunning aanvragen.
Bijvoorbeeld: een veehouder gaat behalve meer kuilvoer ook 700 m3 vaste mest opslaan. Voor de
uitbreiding in kuilvoer doet hij een melding. Voor de vaste mest moet hij een omgevingsvergunning
milieu aanvragen. Bij de opslag van meer dan 600 m3 vast mest zijn de voorschriften van paragraaf 3.4.5
Activiteitenbesluit namelijk niet van toepassing.
Kort samengevat:
•
•
Veranderingen in de activiteiten waarvoor de voorschriften van hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit gelden, gaan
met melding.
Veranderingen in de activiteiten waarvoor voorschriften van de omgevingsvergunning milieu gelden, gaan via
omgevingsvergunning milieu.
Uitzondering houden van landbouwhuisdieren
Voor het houden van landbouwhuisdieren (paragraaf 3.5.8) geldt een ander systeem. Bij verandering van
een type C-bedrijf moet bevoegd gezag altijd toetsen aan de Wav en Wgv. De ammoniak- en
geurvoorschriften van paragraaf 3.5.8 Activiteitenbesluit blijven buiten toepassing. Dat staat in artikel
2.4 lid 2 Besluit omgevingsrecht, zoals dat luidt na het reparatiebesluit van 6 januari 2014 (pdf, 217 kB)
(artikel II, onderdeel B). Als een veehouder een verandering wil in het houden van landbouwhuisdieren,
moet hij dus een omgevingsvergunning milieu aanvragen.
Artikel 2.4 lid 2 Bor ziet op heel paragraaf 3.5.8. Het geldt daarmee ook voor de voorschriften die niet aan
de Wav en Wgv zijn ontleend, zoals de bepalingen over luchtwassers en bodem.
Dit alles verandert niets aan het toepassingsbereik van paragraaf 3.5.8. Dus:
•
•
Verandering waarbij bevoegd gezag moet toetsen aan de Wav en Wgv, gaan altijd met een
omgevingsvergunning milieu. Voorschriften 3.113 tot en met 3.121 zijn nooit van toepassing op
type C-bedrijven.
De overige voorschriften van paragraaf 3.5.8 (bodem, luchtwassers, etcetera) gelden wel voor type
C-bedrijven. Wijzigt er iets, dan moet bevoegd gezag daarvoor een omgevingsvergunning milieu
verlenen (voorzover de verandering reden is voor wijziging van de vergunning). Vervolgens zijn
die voorschriften gewoon weer van toepassing. Deze voorschriften hoeft u dus niet in de
omgevingsvergunning milieu opnemen.
De uitspraak ABRvS, 201211481/2/A4 van 30 jli 2014, Lingewaard maakt dit niet anders.
Vragen en antwoorden
Kenniscentrum InfoMil | 4
Hoe gaat het als een veehouderij type B een type C-bedrijf
wordt? Wat voor soort vergunning is nodig en wat moet ik
daarin regelen?
Vraag
Een veehouderij die volledig onder het Activiteitenbesluit valt (type B), breidt uit met een
covergistingsinstallatie. Daardoor wordt het een type C-bedrijf (omgevingsvergunning milieu nodig).
Moet ik een oprichtingsvergunning of uitbreidingsvergunning verlenen? Hoe regel ik dat met de
voorschriften? En als er een OBM is verleend, wat gebeurt daarmee?
Antwoord
In dit geval moet het bedrijf een oprichtingsvergunning hebben. De veehouderij wordt een type C-bedrijf
(en het is geen IPPC-bedrijf). Ga je van type B naar type C, dan krijg je te maken met het oprichten van
een activiteit: namelijk de covergistingsinstallatie. Voor de inrichting is nog niet eerder een vergunning
onderdeel milieu verleend, daarom is hier een oprichtingsvergunning voor de vergistingsinstallatie
nodig.
De veehouder moet een vergunning aanvragen voor uitsluitend de covergistingsinstallatie. De
voorschriften van de vergunning gaan alleen over de covergistingsinstallatie. Er staan geen voorschriften
voor de covergisting in hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Voor hoofdstuk 2 zult u moeten kijken of
er voorschriften gelden.
De rest van het bedrijf blijft onder het Activiteitenbesluit vallen. Dat regel je niet in de vergunning. Als er
een eventuele bestaande OBM is, blijft deze gewoon bestaan. Daar verandert niets aan. De
covergistingsinstallatie betreft ook geen wijziging van de OBM.
Vragen en antwoorden
Kenniscentrum InfoMil | 5
Colofon
URL: http://www.infomil.nl/onderwerpen/landbouw-tuinbouw/activiteitenbesluit/kopie-meldingaim/vragen-en-antwoorden/
Datum: 17 januari 2017
Dit is een publicatie van:
Kenniscentrum InfoMil
www.infomil.nl
Post
Kenniscentrum InfoMil
Postbus 7007
2280 KA Rijswijk
Bezoek
Kenniscentrum InfoMil
Lange Kleiweg 34
Rijswijk
Kenniscentrum InfoMil is onderdeel van Rijkswaterstaat Leefomgeving van Rijkswaterstaat, de
uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Meer over Rijkswaterstaat Leefomgeving vindt u op www.rws. ( #1)nl/leefomgeving.
Meer over Rijkswaterstaat vindt u op www.rws.nl