Dossier Wro en geluid

Download Report

Transcript Dossier Wro en geluid

Rijkswaterstaat
Ministerie van Infrastructuur
en Milieu
Kenniscentrum InfoMil
Dossier Wro en geluid
8 januari 2017
Inhoudsopgave
Dossier Wro en geluid
Dossier Wro en geluid
De Wro in het kort
Geluid en de Wro
Vragen en antwoorden Wro overzicht
Vragen en antwoorden Wro totaal
Vragen en antwoorden Wro algemeen
Vragen en Antwoorden Wgh en Wro
Wet ruimtelijke ordening
Colofon
3
3
3
8
11
11
11
11
11
12
Dossier Wro en geluid
Als procedurewet is in de Wro voor het aspect geluid niet veel geregeld. De meeste wettelijke
verplichtingen rond geluid staan niet in de Wro, maar in andere wetten zoals de Wet geluidhinder.
Dossier Wro en geluid
Hier vindt u informatie over het aspect geluid in relatie tot de Wet ruimtelijke ordening.
De Wro in het kort
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is een belangrijke wet in de ruimtelijke besluitvorming van
Nederland. Maar zij is zeker niet de enige wet in het ruimtelijk domein, andere voorbeelden van
"ruimtelijke" wetgeving zijn de Wabo of de Tracéwet. De Wro is het instrument om ruimtelijke
behoeften als wonen, werken, recreëren, mobiliteit, water en natuur in een samenhangende benadering
te verdelen.
De Wro brengt een duidelijk onderscheid aan tussen:
•
•
beleid
De Wro verlangt van iedere gemeente en provincie en Rijk een structuurvisie, waarin het
ruimtelijk ontwikkelingsbeeld wordt beschreven. Daaraan moet men tevens een
uitvoeringsstrategie verbinden die aangeeft op welke wijze men het beleid gaat realiseren;
normstelling
De juridische borging van de doorwerking van het beleid vindt plaats in bestemmingsplannen,
inpassingsplannen en beheersverordeningen.
Bij de toedeling van de ruimtelijke bevoegdheden gaat de wetgever uit van het adagium ‘bevoegdheid
volgt verantwoordelijkheid': een overheidsniveau dat verantwoordelijk wordt gehouden voor een
bepaald ruimtelijk beleid, moet ook de bevoegdheden hebben om dat waar te maken.
Hieronder wordt aan de hand van de hoofdstukken van de Wro de inhoud kort weergegeven:
1. Algemene bepalingen
2. Structuurvisies
3. Bestemmings- en inpassingsplannen
3A. Beheersverordening
4. Algemene regels en specifieke aanwijzingen
5. Intergemeentelijke samenwerking in stedelijke gebieden [leeg]
6. Financiële bepalingen
7. Handhaving en toezicht op de uitvoering
8. Bezwaar en beroep
9. Planologische organen
10. Slotbepalingen
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Zoals in elke wet worden er in hoofdstuk 1 van de Wro een aantal definities gegeven. Deze zijn van
belang voor de reikwijdte van de wet. In de Wro worden voor naar een zeer beperkt aantal begrippen
("grond, gronden of gebied" én "vaststellen van een bestemmingsplan") definities gegeven.
Dossier Wro en geluid
Kenniscentrum InfoMil | 3
Hoofdstuk 2. Structuurvisies
De structuurvisie is een inhoudelijk richtinggevend document voor de ruimtelijke ontwikkeling. De
gemeenten, provincies en het Rijk zijn verplicht om in het kader van een goede ruimtelijke ordening
voor hun grondgebied één of meer structuurvisies vast te stellen. Het bevat de hoofdlijnen van het
ruimtelijk beleid voor het gemeentelijke grondgebied. Ook is een structuurvisie mogelijk voor aspecten
van het ruimtelijk beleid. De structuurvisie geeft tevens aan hoe men verwacht dat beleid uit te voeren.
De structuurvisie heeft vooral een intern structurerende functie. Er is geen hiërarchische verhouding
tussen structuurvisies van rijk, provincie en gemeente. Aan de structuurvisie van bijvoorbeeld een
provincie zijn burgers noch andere overheden gebonden. Ze legt geen verplichtingen op. De
structuurvisie is een beleids- en ontwikkelingskader, geen toetsingskader.
De gemeenteraad stelt de structuurvisie voor de gemeentevast, provinciale staten voor de provincie en
de Minister voor het Rijk. De Wro en het Bro geven geen procedurevoorschriften voor de
totstandkoming van een structuurvisie.
Hoofdstuk 3. Bestemmings- en inpassingsplannen
Het grootste gedeelte van dit hoofdstuk heeft betrekking op bestemmingsplannen (gemeente) en
inpassingsplannen (rijk en provincie). Een bestemmingsplan (of inpassingsplan) bestaat uit
bestemmingen en regels. Met een bestemming wordt voor ieder stuk grond aangegeven waarvoor het
gebruikt mag worden. Een bestemmingsplan is meestal een mix van beheer (het tegengaan ongewenste
ontwikkelen) en uitvoering (het mogelijk maken van ontwikkelen).
In dit hoofdstuk van de Wro vindt u inhoudelijke en procedurele bepalingen met betrekking tot
bestemmingsplannen en inpassingsplannen. Daarnaast gaat een gedeelte van dit hoofdstuk over
coördinatie van (ruimtelijke) besluiten al dan niet tussen verschillende overheden. De structuur van dit
hoofdstuk is als volgt:
•
•
•
•
•
•
•
Afdeling 3.1. Bepalingen omtrent de inhoud van het bestemmingsplan
Afdeling 3.2. Bepalingen omtrent de procedure van het bestemmingsplan
Afdeling 3.2a. Bepalingen omtrent de procedure van wijziging of uitwerking van een
bestemmingsplan
Afdeling 3.3. Vaststelling bestemmingsplan of uitwerking daarvan naar aanleiding van een
omgevingsvergunning
Afdeling 3.4 Vervallen
Afdeling 3.5. Inpassingsplannen van provincie en rijk
Afdeling 3.6. Coördinatie bij verwezenlijking van ruimtelijk beleid
Afd. 3.1. Bepalingen omtrent de inhoud van het bestemmingsplan
Een belangrijke bepaling van deze afdeling is het eerste lid van artikel 3.1. Daar wordt aangegeven dat de
gemeenteraad voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer bestemmingsplannen
vaststelt. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening wordt daarbij de bestemming van de in het
plan begrepen grond aangewezen en worden met het oog op die bestemming regels worden gegeven.
Deze regels betreffen in elk geval regels omtrent het gebruik van de grond en van de zich daar
bevindende of gewenste bouwwerken.
Afd. 3.2. Bepalingen omtrent de procedure van het bestemmingsplan
In deze afdeling zijn de belangrijkste procedurele stappen tot vaststelling van een bestemmingsplan
vastgelegd in artikel 3.8. Een nadere aanvulling (op enkele punten) wordt in het Besluit ruimtelijke
Dossier Wro en geluid
Kenniscentrum InfoMil | 4
ordening geregeld.
Daarnaast is hier de grondslag van een voorbereidingsbesluit opgenomen (art. 3.7). Een
voorbereidingsbesluit is een verklaring van de gemeenteraad dat een bestemmingsplan voor het
betreffende gebied wordt voorbereid. Met dit besluit wordt een voorbereidingsbescherming beoogd,
waarmee bouw- en aanlegactiviteiten kunnen worden geweerd die nog op grond van het geldende
bestemmingsplan mogelijk zijn.
Afd. 3.2a. Bepalingen omtrent de procedure van wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan
Om bepaalde flexibiliteit in te bouwen kunnen door de Gemeenteraad in een bestemmingsplan
bevoegdheden voor Burgemeester en Wethouders (met daarbij horende regels) op te nemen (artikel 3.6).
In deze afdeling worden de procedurele aspecten met betrekking tot een wijzigings- of uitwerkingsplan
geregeld.
Afdeling 3.3. Vaststelling bestemmingsplan of uitwerking daarvan naar aanleiding van een omgevingsvergunning
Hierin is geregeld dat wanneer er een verleende omgevingsvergunning tot afwijken van een
bestemmingsplan wordt ingepast in een bestemmingsplan daartegen geen zienswijzen meer kunnen
worden ingebracht. Belanghebbenden hebben hun zienswijzen al in de procedure van de
omgevingsvergunning al kenbaar kunnen maken en ook was er de mogelijkheid tot beroep. Hun
rechtsbescherming is dus gegarandeerd.
Afd. 3.5. Inpassingsplannen van provincie en rijk
Ook het Rijk en de provincies hebben op basis van de Wro de bevoegdheid om bestemmingsplannen te
maken. In die situaties wordt in de Wro gesproken van inpassingsplannen. Met dit instrument kunnen
de nationale en/of provinciale belangen ruimtelijk vastgelegd worden. Dit is in paragraaf 3.5.1 geregeld
voor provinciale inpassingsplannen en in paragraaf 3.5.2 die van het Rijk.
De inhoudelijke en procedurele aspecten van een inpassingsplan zijn vrijwel gelijk aan die van het
bestemmingsplan zoals hierboven beschreven afdelingen 3.1, 3.2 en 3.3. Er bestaat wel een extra
verplichting om de gemeenteraad (provinciaal inpassingsplan) of de gemeenteraad en de provinciale
staten (bij een rijksinpassingsplan) te horen. Hoe zij dit doen is vormvrij.
Afdeling 3.6. Coördinatie bij verwezenlijking van ruimtelijk beleid
In deze afdeling wordt geregeld dat samenhangende besluiten die nodig zijn voor een bepaalde activiteit
gecoördineerd genomen kunnen worden. De titel van deze afdeling geeft al aan dat de inhoud van deze
afdeling breder is dan alleen maar bestemmingsplannen of inpassingsplannen.
Het grootste gedeelte van de afdeling gaat of het mogelijk maken van (ruimtelijke) besluiten op
gemeentelijk niveau (paragraaf 3.6.1), provinciaal niveau (paragraaf 3.6.2) en rijksniveau (paragraaf
3.6.3). De drie coördinatieregelingen bewerkstelligen een aanzienlijke procedurele versnelling: de
procedures worden niet serieel maar parallel geschakeld, en kunnen in samenhang worden voorbereid
en behandeld. Ook de beroepsregeling effectueert een snelle rechtszekerheid voor de gemeente, voor de
bezwaarden en derden-belanghebbenden.
In paragraaf 3.6.4 wordt zaken geregeld omtrent grondgebruik en grondverwerving.
Hoofdstuk 3A. Beheersverordening
Sinds de invoering van de Wro is het instrument "Beheersverordening"geïntroduceerd. Een
beheersverordening is een beheerregeling en heeft betrekking op een gebied waarin geen ruimtelijke
ontwikkelingen worden voorzien. Een beheersverordening legt de bestaande situatie vast.
De beheersverordening kent een aantal voordelen ten opzichte van het bestemmingsplan. Een
Dossier Wro en geluid
Kenniscentrum InfoMil | 5
beheersverordening is in veel gevallen sneller en goedkoper te maken dan een bestemmingsplan en kent
geen voorbereidingsprocedure en beroepsmogelijkheden.
Hoofdstuk 4. Algemene regels en specifieke aanwijzingen
Naast de bevoegdheid tot het vaststellen van bestemmingsplannen door de provincie of het Rijk voorziet
de wet in de bevoegdheid voor de provincies en het Rijk om door middel van een verordening
respectievelijk een algemene maatregel van bestuur algemene of specifieke eisen te stellen aan
ruimtelijke besluiten van lagere overheden of aan de kwaliteit van die beslissingen. In de meeste
gevallen zullen deze eisen betrekking hebben op de inhoud van bestemmingsplannen. In overwegende
mate zal het eisen betreffen die een ruimtelijk kwaliteitsniveau omschrijven waaraan
bestemmingsplannen in het algemeen of bestemmingsplannen in nader aangeduide gebieden, op een
daarbij te bepalen tijdstip moeten voldoen. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om een eis dat gemeenten
in een nader omschreven gebied de bestemmingsplannen in die zin moeten wijzigen dat bepaalde
bestemmingen niet meer mogelijk zijn (bijvoorbeeld een verbod om in het stroomgebied van rivieren te
bouwen). Een ander voorbeeld is een algemene eis met betrekking tot het in acht nemen van afstanden
tussen concurrerende bestemmingen.
Dit alles wordt in afdeling 4.1 geregeld voor de provincie en in afdeling 4.2. voor het Rijk.
Hoofdstuk 6. Financiële bepalingen
In deze afdeling worden aspecten geregeld wat betreft financiën in relatie met de ruimtelijke
instrumenten van de Wro. Er zijn vier afdelingen:
•
•
•
•
Afdeling 6.1. Tegemoetkoming in schade
Afdeling 6.2. Vergoeding van hogere kosten van de gemeente
Afdeling 6.3. Subsidies
Afdeling 6.4. Grondexploitatie
Afdeling 6.1. Tegemoetkoming in schade
De zogeheten 'tegemoetkoming in schade', voorheen 'planschade', is het financiële nadeel dat een
betrokkene heeft door het verschil tussen de nieuwe (onvoorziene) planologische situatie en de
bestaande/oude situatie. Een eventuele vergoeding van het financiële nadeel kan pas aangevraagd
worden als er sprake is van een onherroepelijk bestemmingsplan, uitwerkingsplan, wijzigingsplan of
een onherroepelijke omgevingsvergunning (gericht op het afwijken van het bestemmingsplan).
Ook is hier geregeld dat met de aanvrager van een bepaald initiatief een planschadeovereenkomst
gesloten kan worden.
Afdeling 6.2. Vergoeding van hogere kosten van de gemeente
In deze afdeling wordt de vergoeding van kosten geregeld wanneer een bijvoorbeeld een gemeente op
verzoek van een ander overheidsorgaan (bijvoorbeeld het Rijk) een ruimtelijk besluit neemt.
Afdeling 6.3. Subsidies
In deze afdeling wordt de grondslag geregeld voor subsidieverlening door de minister voor onder ander
de ontwikkeling of vaststelling van ruimtelijke visies en plannen van provincies of gemeenten, de
voorbereiding van projecten of activiteiten die voor de uitvoering van het nationaal ruimtelijk beleid van
strategisch belang zijn of voor de verwezenlijking van projecten of activiteiten die voor de uitvoering van
het nationaal ruimtelijk beleid van strategisch belang zijn.
Afdeling 6.4. Grondexploitatie
Dossier Wro en geluid
Kenniscentrum InfoMil | 6
Deze afdeling biedt gemeenten onder meer instrumenten om kosten van de planontwikkeling bij
grondeigenaren te verhalen. Indien sprake is van een aangewezen bouwplan en daarvoor een ruimtelijk
besluit (bijv. bestemmingsplan) nodig is, is een gemeente verplicht om haar kosten op de
initiatiefnemer te verhalen. Deze kosten zijn limitatief opgenomen in de kostensoortenlijst. Een
vrijwillige overeenkomst met een grondeigenaar, via een anterieure overeenkomst, is het uitgangspunt
van de Wro. In deze overeenkomst afspraken met elkaar gemaakt worden over onder andere de kosten.
Wanneer er geen anterieure overeenkomst is afgesloten dan dient de gemeente een exploitatieplan op te
stellen. In het exploitatieplan staat een berekening van de exploitatiebijdrage die de grondeigenaar
dient te betalen. Daarnaast kunnen er zaken worden geregeld ten aanzien van bijvoorbeeld
woningcategorieën en betalingsvoorwaarden. De kosten die de gemeente mag verhalen, zijn in het
Besluit Ruimtelijke Ordening (Bro) vastgesteld. Het exploitatieplan moet door de gemeenteraad
gelijktijdig met het ruimtelijk besluit goedgekeurd te worden.
Hoofdstuk 7. Handhaving en toezicht op de uitvoering
In dit hoofdstuk is de bestuursrechtelijke handhaving geregeld van hetgeen bij en krachtens deze wet is
bepaald, alsmede het bestuursrechtelijke toezicht op de uitvoering van de wet. Bij de invoering van de
Wabo is een groot deel van de artikelen over handhaving en toezicht in deze afdeling komen te
vervallen. In alle (handhavings)situaties waarbij er een mogelijkheid is deze te realiseren geldt het
handhavingsregime van de Wabo. In de gevallen waarin echter in een planologisch besluit of regeling
een absoluut gebruiksverbod is opgenomen, biedt het nieuwe artikel 7.2 Wro hiertoe een regeling. Dat
artikel voorziet in een verbodsbepaling voor het gebruik van gronden en bouwwerken in strijd met
regels of besluiten waarvan niet met omgevingsvergunning kan worden afgeweken. Een voorbeeld
daarvan is een absoluut verbod om het bestaande gebruik te wijzigen als bedoeld in artikel 3.7, vierde
lid, van de Wro. Een dergelijk verbod kan in een voorbereidingsbesluit of bij een verklaring als bedoeld
in de artikelen 4.1, vijfde lid, of 4.3, vierde lid, zijn opgenomen. De handhaving van een dergelijk verbod
verloopt dus via de Wro.
Hoofdstuk 8. Bezwaar en beroep
In afdeling 8.1. staan de bepalingen betreffende bezwaar en beroep voor de verschillende besluiten van
de Wro. Zo is bijvoorbeeld in artikel 8.2 geregeld dat belanghebbende bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State een beroepsschrift kunnen indienen.
In afdeling 8.2. is de wettelijke grondslag geregeld voor de Stichting Advisering bestuurrechtspraak voor
Milieu en Ruimtelijke Ordening (StAB). De StAB is een onpartijdige deskundige die de bestuursrechter
desgevraagd adviseert over geschillen op het gebied van het fysieke leefmilieu.
Hoofdstuk 9. Planologische organen
In deze afdeling is de grondslag gelegd voor het instellen van planologische (advies) organen. Op het
ogenblik is alleen geregeld dat elke provincie een provinciale planologische commissie moet hebben
ten behoeve van het overleg over en de coördinatie van zaken betreffende provinciaal ruimtelijk beleid.
In het aangenomen wetsvoorstel Wet ruimtelijke ordening is een afdeling 9.2 opgenomen met
bepalingen betreffende een Ruimtelijk planbureau. Deze afdeling is echter (nog) niet in werking
getreden.
Hoofdstuk 10. Slotbepalingen
In dit laatste hoofdstuk wordt een zeer divers aantal aspecten geregeld, waaronder verplichtingen over
handhavingsbeleid, de kosten die samenhangen met uitvoering van de wet en de procedure die
samenhangt met het besluitvorming over de wet en de procedure die samenhangt met de in de wet
aangegeven mogelijkheden voor algemene maatregelen van bestuur.
Dossier Wro en geluid
Kenniscentrum InfoMil | 7
In artikel 10.3 is bepaald dat voor gronden die niet tot een provincie of gemeente behoren een
rijksbestemmingsplan kan worden vastgesteld door de Minister. Voorwaarde is dat dit per AMvB is
bepaald door de ministers van I&M en Verkeer en Waterstaat.
In artikel 10.4 is aangegeven dat bij Koninklijk besluit kan worden bepaald dat deze wet niet van
toepassing is voor werken of werkzaamheden ten behoeve van de landverdediging.
Artikel 10.7 geeft de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur voorschriften te gegeven ten
behoeve van de nakoming van internationale verplichtingen die samenhangen met de wet. Afdeling 10.8
biedt de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur nadere regelingen te stellen voor een
betere uitvoering van de wet.
In artikel 10.10 is aangegeven dat de minister elke 5 jaar verslag moet doen van de effecten van de wet in
de praktijk en hoe de wet dient te worden aangehaald.
Geluid en de Wro
Hier vindt u informatie over het aspect geluid in de Wro en de onderliggende regelgeving.
U vindt informatie over de volgende onderwerpen:
•
•
•
•
•
•
Algemeen
Structuurvisie
Algemene regels
Bestemmingsplan
Beheersverordening
Coördinatieregeling
Algemeen
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is vooral een procedurewet. Zij bestaat uit een aantal instrumenten
om de ruimtelijke besluitvorming te stroomlijnen. Daarnaast geeft zij richting in bevoegdheden in
ruimtelijke besluitvorming. Het is een belangrijke wet om ruimtelijke behoeften als wonen, werken,
recreëren, mobiliteit, water en natuur in een samenhangende benadering te verdelen.
De Wro brengt een duidelijk onderscheid aan tussen:
•
beleid
De Wro verlangt van iedere gemeente en provincie en Rijk een structuurvisie, waarin het
ruimtelijk ontwikkelingsbeeld staat beschreven.
•
borging
De juridische borging van de doorwerking van het beleid vindt plaats in de AmvB Ruimte,
provinciale verordeningen, bestemmingsplannen, inpassingsplannen en beheersverordeningen.
In alle hierboven genoemde instrumenten speelt het aspect geluid een rol. Dit kan op verschillende
manieren:
•
als onderdeel van de inhoudelijke afweging. Bijvoorbeeld: Het ruimtelijk mogelijk maken van de
functie "scheepswerf" via een bestemmingsplan heeft invloed op het woon- en leefklimaat van
Dossier Wro en geluid
Kenniscentrum InfoMil | 8
•
bestaande woningbouw. Ook kan deze nieuwe functie het lastiger maken om in de toekomst
woningbouw mogelijk te maken.
als geluidgerelateerde verplichting. In een bestemmingsplan kan een verplichting staan dat een
woning een "dove gevel" mag hebben vanwege de geluidbelasting.
Structuurvisie
De structuurvisie is een inhoudelijk richtinggevend beleidsdocument voor de ruimtelijke ontwikkeling.
De gemeenten, provincies en het Rijk hebben de verplichting om in het kader van een goede ruimtelijke
ordening voor hun grondgebied één of meer structuurvisies vast te stellen. Het bevat de hoofdlijnen van
het ruimtelijk beleid voor het gemeentelijke grondgebied. Ook is een structuurvisie mogelijk voor
aspecten van het ruimtelijk beleid. De structuurvisie geeft eveneens aan hoe men verwacht dat beleid uit
te voeren.
Wettelijke verplichtingen in relatie tot het aspect geluid
In de Wro staan voor de voorbereiding, opstellen en vaststellen van een structuurvisie geen
verplichtingen specifiek voor het aspect geluid.
Rol geluid
Het aspect geluid zal hoofdzakelijk in de inhoudelijke onderbouwing van de beleidskeuzes in een
structuurvisie een rol spelen.
Meer informatie vindt u op de webpagina "Structuurvisie"
Algemene regels
De Wro voorziet in de bevoegdheid voor de provincies en het Rijk om door middel van een verordening
respectievelijk een algemene maatregel van bestuur algemene of specifieke eisen te stellen aan
ruimtelijke besluiten van lagere overheden of aan de kwaliteit van die beslissingen. De vaststelling van
dergelijke algemene regels in een provinciale verordening of AMvB dient, met het oog op een goede
ruimtelijke ordening, tot borging van de provinciale - en nationale belangen.
In de meeste gevallen richten deze eisen zich op de inhoud van bestemmingsplannen,
beheersverordeningen of Omgevingsvergunning ruimte.
Wettelijke verplichtingen in relatie tot het aspect geluid
In de Wro staan voor de voorbereiding, opstellen en vaststellen van een structuurvisie geen
verplichtingen specifiek voor het aspect geluid.
Rol geluid
Het aspect geluid zal hoofdzakelijk in de inhoudelijke onderbouwing van de regels en voorwaarden een
rol spelen.
Meer informatie vindt u op de webpagina "Algemene regels".
Bestemmingsplan
Bij het bestemmingsplan gaat het om het ruimtelijk mogelijk maken van aan de ene kant bronnen van
geluid (zoals industrie, spoor- en wegverkeer) en aan de andere kant bestemmingen die een zekere mate
van rust nodig hebben (zoals woningen en ziekenhuizen).
Wettelijke verplichtingen in relatie tot het aspect geluid
In de Wro zelf staan voor het instrument bestemmingsplan geen verplichtingen specifiek voor het aspect
Dossier Wro en geluid
Kenniscentrum InfoMil | 9
geluid opgenomen. Toch zijn in bepaalde situaties wel degelijk wettelijke verplichtingen bij de
beoordeling van het aspect geluid. Deze verplichtingen zijn in andere wettelijke kaders opgenomen:
•
gezoneerde industrieterreinen (hoofdstuk V, Wet geluidhinder). Zie voor meer informatie:
Systematiek industrielawaai Wgh.
•
wegverkeerslawaai: bouwen van gevoelige bestemmingen bij wegen (niet zijnde 30-km wegen) of
de aanleg van wegen (niet zijnde 30-km wegen of hoofdwegen), (hoofdstuk VI Wet geluidhinder).
Zie voor meer informatie: Systematiek wegverkeerslawaai Wgh.
•
spoorweglawaai: bouwen van gevoelige bestemmingen bij spoorwegen of de aanleg van
(spoor)wegen (niet zijnde hoofdspoorwegen), (hoofdstuk VII Wet geluidhinder. Zie voor meer
informatie: Systematiek spoorweglawaai Wgh.
•
luchtvaartlawaai (Wet Luchtvaart).
Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) (art. 3.1.1) zijn er voor het aspect geluid enkele
verplichtingen waaraan het bestemmingsplan moet voldoen. Dit gaat alleen op voor zover dit nodig is
voor de uitvoering van de Wgh geluidhinder. Het gaat om het vastleggen van grondslagen van de
beoordeling van geluid, zoals de ligging van de gevel (c.q. rand bouwvlak) en typering van de te
beoordelen weg (aantal rijstroken en dergelijke).
Rol van geluid
De belangrijkste rol van het aspect geluid is als onderdeel van de inhoudelijke afweging. Voor situaties
waarvoor geen wettelijk beoordelingskader voor het aspect geluid aanwezig is zal de beoordeling plaats
moeten vinden op basis van het algemene beoordelingskader "een goede ruimtelijke ordening" (art. 3.1
Wro).
Daarnaast kan het aspect geluid spelen als geluidgerelateerde verplichting. Is een bepaalde
milieumaatregel nodig om tot een goede ruimtelijke ordening te komen? Dan is het aan te raden deze te
borgen in het bestemmingsplan. Voorbeelden hiervan zijn de toepassing van de dove gevel of het
gebruik van een (nieuwe) weg afhankelijk maken van de aanwezigheid van geluidschermen.
Meer informatie is te vinden op de webpagina's "Uitleg bestemmingsplan" en "Milieu in het
bestemmingsplan".
Beheersverordening
De beheersverordening is als het over juridische status gaat, gelijk aan het bestemmingsplan. Dit
instrument heeft als doel om bestaande situaties vast te leggen. Het is mogelijk deze in plaats van een
bestemmingsplan op te stellen. Het instrument beheersverordening kan interessant zijn voor bestaande
gebieden waar men geen ontwikkelingen voorziet. Denk daarbij aan woonwijken.
Het is niet de bedoeling om met de beheersverordening nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te
maken. Beperkte uitbreidingsmogelijkheden bieden, zoals erfbebouwing of dak opbouwen mag wel
overeenkomstig het geldende bestemmingsplan.
Wettelijke verplichtingen in relatie tot het aspect geluid
In de Wro staan voor de voorbereiding, opstellen en vaststellen van een structuurvisie geen
verplichtingen specifiek voor het aspect geluid. Ook de Wgh maakt geen wettelijke koppeling met de
beheersverordening.
Rol geluid
Gezien het karakter van dit instrument, het vastleggen van een bestaande situatie, speelt het aspect
geluid hier geen rol.
Dossier Wro en geluid
Kenniscentrum InfoMil | 10
Meer informatie over de beheersverordening vindt u op de webpagina "Beheersverordening"
Coördinatieregeling
Vanuit de Wro is het mogelijk om de verschillende besluiten die samenhangen met de realisatie van
ontwikkelingen te coördineren. Hiermee kan men de benodigde uitvoeringsbesluiten, inclusief
omgevingsvergunningen van de Wabo, coördineren met het vaststellingsbesluit van het
bestemmingsplan of inpassingsplan. Dit is zowel voor het bevoegde gezag als voor belanghebbenden
een stuk overzichtelijker. Daarnaast geldt bij de coördinatieregeling een en hetzelfde
rechtsbeschermingstraject. Belanghebbenden moeten eerst hun zienswijzen laten weten tegen een
(ontwerp)besluit. Vervolgens kunnen zij in beroep in eerste en enige aanleg bij de Raad van State.
Er is een gemeentelijke - (art. 3.30 Wro), provinciale - (art. 3.33 Wro) en een Rijkscoördinatieregeling (art.
3.35 Wro).
Rol geluid
Bij zowel een bestemmingsplan- als een hogere waarde procedure gelden nog dezelfde procedures. Bij
een omgevingsvergunning met een hogere waarde is dit al niet meer het geval. De coördinatieregeling
biedt dan de mogelijkheid om voor meerdere in verband met elkaar te nemen besluiten één en dezelfde
procedure te doorlopen.
Vragen en antwoorden Wro overzicht
U vindt hier een overzicht van vragen en antwoorden over geluid en de Wet ruimtelijke ordening.
Vragen en antwoorden Wro totaal
U vindt hier alle vragen en antwoorden over geluid en de Wro.
Vragen en antwoorden Wro algemeen
U vindt hier vragen en antwoorden over geluid en de Wet ruimtelijke ordening.
Vragen en Antwoorden Wgh en Wro
U vindt hier vragen en antwoorden over geluid en de Wet ruimtelijke ordening in relatie met de Wet
geluidhinder.
Wet ruimtelijke ordening
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is vooral een procedurewet. Zij bestaat uit een aantal instrumenten
om de ruimtelijke besluitvorming te stroomlijnen. Daarnaast geeft zij richting in bevoegdheden in
ruimtelijke besluitvorming. Het is een belangrijke wet om ruimtelijke behoeften als wonen, werken,
recreëren, mobiliteit, water en natuur in een samenhangende benadering te verdelen.
Dossier Wro en geluid
Kenniscentrum InfoMil | 11
Colofon
URL: http://www.infomil.nl/onderwerpen/hinder-gezondheid/geluid/inhoudelijkdossier/regelgeving/wet-ruimtelijke/
Datum: 8 januari 2017
Dit is een publicatie van:
Kenniscentrum InfoMil
www.infomil.nl
Post
Kenniscentrum InfoMil
Postbus 7007
2280 KA Rijswijk
Bezoek
Kenniscentrum InfoMil
Lange Kleiweg 34
Rijswijk
Kenniscentrum InfoMil is onderdeel van Rijkswaterstaat Leefomgeving van Rijkswaterstaat, de
uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Meer over Rijkswaterstaat Leefomgeving vindt u op www.rws. ( #1)nl/leefomgeving.
Meer over Rijkswaterstaat vindt u op www.rws.nl