Meerjarenbegroting 2016-2019

Download Report

Transcript Meerjarenbegroting 2016-2019

GEMEENTE NUENEN
PROGRAMMABEGROTING 2016 EN
MEERJARENBEGROTING 2017-2019
1
2
VOORWOORD
Voor u ligt de meerjaren begroting van de gemeente Nuenen 2016-2019.
Dit jaar in een nieuw jasje met een nieuwe indeling en op een ander detailniveau. Als college geven
we hiermee gevolg aan het coalitieakoord en het daarvan afgeleide collegeprogramma daar waar het
gaat over de harmonisatie en vergroten van de toegankelijkheid van de begroting. We hopen dat ook
minder financieel onderlegde betrokken mensen hiermee de begroting beter kunnen doorgronden.
Zoals met de raad afgestemd is de begroting in 8 programma’s opgedeeld, die vervolgens zijn
opgebouwd uit meerdere beleidsproducten.
Ofschoon het een nieuwe opzet van de begroting is, is ook gebleken dat door harmonisatie van de
beleidsproducten en het nieuwe financiële systeem bepaalde zaken duidelijk efficiënter zijn
gerealiseerd.
De begroting is in meerjarenperspectief reëel sluitend en de algemene reserve en ratio
weerstandsvermogen (1,24) zijn op niveau. Het ratio van de weerstandsvermogen gaat in 2016 als
ons voorstel verlaging rekenrente wordt overgenomen verder omhoog. Dit omdat dan € 3,4 miljoen
wordt overgeheveld van de voorziening verliesgevende complexen bouwgrond naar de algemene
reserve bouwgrond. Nuenen is daarmee weer volledig zelfsturend met ruimte voor bestaand en nieuw
beleid!
Vele ambtenaren van de gemeente Nuenen en Dienst Dommelvallei hebben aan dit eindproduct
bijgedragen en hebben eendrachtig samengewerkt om ook deze begroting op tijd te realiseren.
Namens het college van B&W,
Joep Pernot
Wethouder Financiën
3
AANBIEDINGSBRIEF
Dit is de eerste begroting nieuwe stijl. De verwachtingen zijn hooggespannen en dat blijft nog wel even
zo. Een nieuwe begroting is tenslotte geen doel op zich maar een voertuig om beter te kunnen sturen
binnen en tussen programma’s. Die mogelijkheden willen we samen met de raad benutten en we
vertrouwen er op dat we daarin de raad aan onze zijde vinden. Bij de Kadernota van volgend jaar
willen we de eerste mogelijkheden voor het leggen van dwarsverbanden binnen en tussen
programma’s presenteren.
Als het jaarverslag over 2016 door de raad is behandeld blikken we terug op de geneugten en het
ongemak van de nieuwe werkwijze.
SOCIAAL KLOPPEND
De titel van ons coalitieakkoord is niet voor niets “Sociaal kloppend Nuenen”. Het kloppend zit hem
niet alleen in de cijfers, maar vooral ook in onze gemeenschap, de Nuenense samenleving. Een
kloppend hart van mensen die zich betrokken voelen bij hun dorp, hun buurt, hun straat, hun buren.
Die zich daarvoor willen inzetten. Maar dan niet gedicteerd door en vanuit het gemeentehuis. Nee,
mensen weten zelf vaak heel goed waar de schoen het meest wringt, waar de buurt behoefte aan
heeft, hoe hun buurvrouw het meest geholpen is. Als we effectief en efficiënt willen zijn, dan zullen we
ons oor dus zeker in diezelfde samenleving te luister moeten leggen. ‘Kantelen’ heet dat dan, maar
eigenlijk bedoelen we: regelen dat mensen die initiatieven willen ontplooien ondersteund worden. Niet
zozeer door direct de portemonnee te trekken; vaak zit de uitdaging niet in budget voor een goed
initiatief maar in het bij elkaar brengen van de juiste mensen, instanties of het slechten van
hindernissen.
Verbindingen in de samenleving zoeken, nieuwe tot stand brengen, de sociale kracht van de
gemeenschap benutten: daar gaat in 2016 veel aandacht naar uit. Antwoord krijgen op de vraag: wat
kan de samenleving prima zelf? En wat blijft er dan over voor de gemeente om bij te ondersteunen?
Hoe kunnen we ons aanbod aan producten en diensten aan laten sluiten bij de (werkelijke) behoefte
van de samenleving? Dat vergt een omslag in denken, zowel van de ambtelijke organisatie als van
ons als gemeentebestuur. We zullen het, samen met ‘het dorp’ vorm moeten gaan geven.
In dat licht is ook de constatering dat Nuenen vergrijst een belangrijk gegeven. Onze
bevolkingssamenstelling verandert en dat heeft behoorlijke gevolgen voor allerlei taakvelden binnen
de gemeente. Uiteraard heeft de vergrijzing direct gevolgen voor onze inzet op het gebied van de Wet
maatschappelijke ondersteuning. Het is logisch dat een groter beroep zal worden gedaan op
voorzieningen zoals dagbesteding, voorzieningen om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen of
ondersteuning voor mantelzorgers. Maar vergrijzing heeft ook gevolg voor de woningbouw: Ouderen
die zelfstandig willen blijven wonen hebben andere wensen wat betreft hun woonruimte dan een jong
gezin. En hoe voorzien we in de behoefte van mensen die niet langer geheel zelfstandig kunnen
blijven wonen? Grote kans dat wij hen beter bedienen met een regionaal afgestemd aanbod, dan dat
we als relatief kleine gemeente alles zelf ‘in huis’ moeten hebben. Dus zoeken we ook op het vlak van
huisvesting zeker onze (naaste) buren in de regio op, zoals ook onze buren ons opzoeken.
Veranderingen zijn er ook in ondernemersland. Het bestedingsgedrag van onze inwoners verandert.
Door de sterke groei van webshops bij voorbeeld verandert de detailhandel in onze kernen. Ook in
toekomst van bedrijventerreinen verandert het nodige. Het lijkt er op dat we in de regio Eindhoven niet
alleen te veel maar ook verkeerde bedrijfsterreinen hebben. De regionale bakens zullen verzet moeten
worden. Nuenen maakt deel uit van de regio en doet mee.
4
FINANCIEEL GEZOND
We bieden de raad een sluitende begroting aan die gebaseerd is op een gezond financieel beleid. De
lijn die voor 2015 is ingezet houden we vast. We zetten extra stappen om ons huishoudboekje
duurzaam gezond te houden: we werken op diverse terreinen aan het actualiseren van beheerplannen
en een optimalisatie van kostentoerekeningen. Dit laatste betekent overigens uitdrukkelijk niet dat we
per definitie meer kosten toerekenen, maar wel dat we meer aansluiting zoeken bij wat realistisch en
gebruikelijk is in den lande.
Verder blijft een begroting natuurlijk een vooruitblik op de toekomst. In de werkelijkheid zullen we nog
met nieuwe gegevens, voortschrijdend inzicht en onvoorziene ontwikkelingen worden geconfronteerd.
Vooral de te verwachten inkomsten van het Rijk op het sociale domein zijn nog niet altijd duidelijk.
Denk aan de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en aan de financiële vertaling van nieuwe
taken die door het Rijk bij de gemeenten worden ondergebracht. Maar soms ook omdat we simpelweg
met z’n allen niet nauwkeurig kunnen voorzien welke ontwikkelingen er op ons af komen en welke
financiële gevolgen die dan hebben. Wij verwachten dat het noodzakelijk zal zijn om moeilijke keuzes
te maken en rekenen erop dat de raad daarin zijn verantwoordelijkheid neemt, bijvoorbeeld in de door
de raad te ontwikkelen visie op de bestuurlijke toekomst van onze gemeente.
SOCIAAL DOMEIN
Gemeenten hebben er een (flinke) taak bijgekregen, waarvan nog steeds de vraag is wat dat voor
onze inkomsten en uitgaven betekent. Dat er bezuinigd moet worden staat vast. Maar hoeveel
mensen zullen uiteindelijk een beroep moeten doen op voorzieningen? En op welke voorzieningen
dan? Voor hoe lang? We kunnen weinig anders dan een goed onderbouwde inschatting maken.
Het Rijk heeft dan weliswaar een bezuiniging opgelegd als het gaat om de drie decentralisaties. We
zijn ook van plan die bezuiniging te halen, maar we zullen alles doen om de kwaliteit en de continuïteit
van de zorg van en voor onze inwoners op peil te houden. We staan gelukkig niet met lege handen.
De schotten tussen regelingen vallen weg, budgetten worden samengevoegd. Dat maakt ons
flexibeler en daardoor gaan we beter het maatwerk leveren dat onze inwoners nodig hebben. We
kunnen nieuwe mogelijkheden aanboren en waar mogelijk aansluiten bij initiatieven van inwoners en
maatschappelijke organisaties. Het blijft maatwerk binnen de mogelijkheden van onze gemeentelijke
financiële polsstok. Voor 2016 hanteren we dezelfde aanpak als voor 2015 als het gaat om de inkoop
van contracten voor zorg en ondersteuning. Precieze financiële consequenties van deze trajecten zijn
ongewis, maar met de ervaringen vanuit 2015 kunnen we wel steeds betere inschattingen maken.
We beschikken in Nuenen over een hoog voorzieningenniveau. En dat willen we natuurlijk graag zo
houden. Dat zal af en toe moeilijke keuzes vergen. We moeten op dat moment ook slimme
oplossingen zoeken, bijvoorbeeld op het vlak van maatschappelijk vastgoed.
We gaan bij de Kadernota 2016 de wijzigingen verwerken van ontwikkelingen zoals die zich de
komende maanden steeds duidelijker zullen aftekenen.
5
DIGITALISERING
Een andere onzekere factor in onze begroting is de kosten die we gaan maken voor automatisering en
ICT-voorzieningen.
Deze voorzieningen stellen ons als overheid in staat flexibeler te werken, meer maatwerk te leveren,
onze inwoners minder als nummer en meer als individu te helpen. De Rijksoverheid heeft beloofd dat
inwoners en bedrijven vanaf 2017 al hun zaken met de overheid digitaal kunnen regelen. De inwoners
en ondernemers van de toekomst willen ook buiten kantoor- of openingstijden bij de gemeente terecht
kunnen. Daar moeten wij de gemeente op inrichten.
We gaan nog meer werken met systemen waarin we aanvragen en afhandeling geheel digitaal
kunnen verwerken. Dat heeft veel met bedrijfsvoering (administratie, informatievoorziening) te maken
en daar komt dan ook de samenwerking binnen de Dienst Dommelvallei om de hoek kijken. Om die
samenwerking efficiënt te kunnen benutten zal het nodig zijn nog enkele essentiële maar ook kostbare
investeringen te doen als het gaat om onze informatiesystemen. De omvang van deze kosten is op dit
moment nog niet bekend. Wij verwachten u daarover in de Kadernota 2016 nader te kunnen
informeren.
6
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord ................................................................................................................................................3
Aanbiedingsbrief begroting 2016 en meerjarenbegroting 2016-2019 ......................................................4
Inhoudsopgave .........................................................................................................................................7
1. Algemene inleiding ...............................................................................................................................9
2. Beleidsbegroting ................................................................................................................................ 11
2.1. Algemene toelichting en inleiding bij programma's ........................................................................ 11
2.2. Programmaplan .............................................................................................................................. 12
2.2.1 Programma 1: Bestuur, Samenwerking & Dienstverlening .......................................................... 13
2.2.2 Programma 2: Veiligheid & Handhaving ...................................................................................... 24
2.2.3 Programma 3: Werk (participatie), Zorg & Jeugd ......................................................................... 32
2.2.4 Programma 4: Verenigingen & Accommodaties .......................................................................... 43
2.2.5 Programma 5: Wonen & Leefomgeving ....................................................................................... 51
2.2.6 Programma 6: Ruimtelijk beheer, Milieu & Verkeer ..................................................................... 60
2.2.7 Programma 7: Economie, Toerisme & Recreatie ......................................................................... 72
2.2.8 Programma 8: Financiën & Belastingen ....................................................................................... 82
2.3. Paragrafen ...................................................................................................................................... 98
2.3.1. Lokale heffingen .......................................................................................................................... 98
2.3.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing ............................................................................... 106
2.3.3. Onderhoud kapitaalgoederen .................................................................................................... 116
2.3.4. Financiering ............................................................................................................................... 124
2.3.5. Bedrijfsvoering ........................................................................................................................... 128
2.3.6. Verbonden partijen .................................................................................................................... 135
2.3.7. Grondbeleid ............................................................................................................................... 152
2.3.8. Kerngegevens ........................................................................................................................... 166
3. Financiële begroting ........................................................................................................................ 167
3.1. Overzicht van baten en lasten ...................................................................................................... 167
3.2. Toelichting overzicht van baten en lasten .................................................................................... 169
3.2.1. Overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten .......................................................... 170
3.2.2. Overzicht beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves ..................... 172
3.3. Uiteenzetting van de financiële positie ......................................................................................... 173
7
3.3.1. Jaarlijks terugkerende arbeidskosten ........................................................................................ 174
3.3.2. Overzicht van investeringen ...................................................................................................... 174
3.3.3. Overzicht van projecten ............................................................................................................. 176
3.4. Reserves en voorzieningen .......................................................................................................... 177
3.4.1. Overzicht van reserves en voorzieningen ................................................................................. 177
3.4.2. Toelichting op de reserves ........................................................................................................ 179
3.4.3. Toelichting op de voorzieningen ................................................................................................ 185
3.4.4. Beleid t.a.v. bespaarde rente .................................................................................................... 189
3.5. Toelichting op de financiële positie .............................................................................................. 191
4. Gerelateerde besluiten .................................................................................................................... 192
4.1. Subsidieprogramma 2016 ............................................................................................................ 193
4.2. Kader grondprijzen en exploitatiebijdragen 2016 ......................................................................... 213
4.3. Bestedingenplan 2016 .................................................................................................................. 218
Bijlage 1: Plancyclus actualisatie bestemmingsplannen ..................................................................... 231
Bijlage 2: Woningbouwprogramma ..................................................................................................... 232
8
1. ALGEMENE INLEIDING
Het proces van de kadernota naar de begroting bestaat uit drie delen:
JANUARI - JUNI 2015
In de eerste maanden van 2015 hebben we ons geconcentreerd op de jaarrekening 2014.
Besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden op 18 juni 2015. Terwijl de laatste hand werd gelegd
aan de jaarrekening 2014 zijn eind maart de voorbereidingen getroffen voor de kadernota 2015, die is
behandeld in de raadsvergadering van 2 juli 2015. In de tussentijd hebben we een
raadsinformatiebrief verzonden met daarin de tussentijdse rapportage over het eerste kwartaal 2015.
JULI - SEPTEMBER 2015
Op 2 juli 2015 zijn zowel de kadernota als ook een nieuwe programma-indeling van de begroting
Nuenen in de raad besproken. Wat de kadernota betreft is met name over de inhoud van een tiental
thema’s gediscussieerd: duurzaamheid, vrijetijdseconomie, scholenspreidingsplan, zwemmen, WWB,
bovenwijkse voorzieningen, Het Klooster, rekenrente, de onroerendezaakbelasting (OZB) en de
meicirculaire inclusief een aanvullende raadsinformatiebrief. Over deze tien thema’s hebben we
richtinggevende uitspraken meegekregen. Uiteindelijk heeft de raad de kadernota voor kennisgeving
aangenomen. De richtinggevende uitspraken hebben we als onderliggende informatie bij de
totstandkoming van deze meerjarenbegroting 2016-2019 meegenomen.
De vastgestelde nieuwe programma-indeling met een achttal programma’s krijgt in deze begroting zijn
eerste invulling. Dat is echter wel een leerproces voor ons allen. We hebben dan ook het idee dat het
beschrijven van de acht programma’s een continu proces is waarbij in de toekomst nog de nodige
verbeterslagen gemaakt moeten worden. Een tussentijdse evaluatie hoort daar ook bij.
Daarnaast is in deze periode een raadsinformatiebrief ‘Tweede tussentijdse rapportage 2015’
verzonden.
OKTOBER - DECEMBER 2015
In deze periode wordt de 3e tussentijdse rapportage 2015 opgesteld. De begrotingsbehandeling staat
gepland op 5 november 2015. De decemberwijziging 2015 is de opmaat om te beginnen met de
jaarrekening 2015.
FINANCIEEL OVERZICHT
De financiële uitwerking van deze begroting behelst de berekening van de effecten van "going
concern". Dit zijn raadsbesluiten en het gedetailleerde rekenwerk bij de vele staten, zoals inzet van
personeel, reserves en voorzieningen, kapitaallasten en renteberekening. Deze berekeningen en
aanpassingen die daaruit voortvloeien hebben we verwerkt in de begroting bestaand beleid. De
toelichting hierop hebben we bij programma 8 (Financiën) meegenomen. Daarnaast stellen we een
aantal beleidsaanpassingen voor. Hierin treft u een aantal zaken aan die we ook al met de kadernota
aan u hebben voorgelegd. Ook zijn een aantal financiële ontwikkelingen meegenomen. Voor deze
ontwikkelingen geldt dat wij die u apart willen presenteren en op programmaniveau willen toelichten.
Daarom kenmerken wij ze niet al op voorhand als bestaand beleid.
9
Dit alles heeft ertoe geleid dat we onderstaand financieel overzicht presenteren. Hierbij hebben we het
begrotingssaldo gesplitst in structureel en incidenteel. Dit onderscheid is belangrijk omdat de
provinciaal toezichthouder er van uitgaat dat de raad uiteindelijk een structureel sluitende begroting
vaststelt.
Onderwerp
Begroting bestaand beleid
Beleidsaanpassingen
Stand meerjarenbegroting
Waarvan structureel
Waarvan incidenteel
2016
147.898
-22.811
125.087
37.997
87.090
10
2017
133.462
-319.217
-185.755
-476.041
290.286
2018
40.745
-229.424
-188.679
-341.901
153.222
2019
162.441
821
163.262
98.130
65.132
2. BELEIDSBEGROTING
2.1. ALGEMENE TOELICHTING EN INLEIDING BIJ PROGRAMMA'S
Het programmaplan bestaat uit 8 te realiseren programma's.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Bestuur, Samenwerking & Dienstverlening
Veiligheid & Handhaving
Werk (participatie), Zorg & Jeugd
Verenigingen & Accommodaties
Wonen & Leefomgeving
Ruimtelijk beheer, Milieu & Verkeer
Economie, Toerisme & Recreatie
Financiën & Belastingen
De toelichting in het programmaplan wordt gedaan door middel van de drie ‘wat’-vragen:
•
•
•
Wat willen we bereiken? (Missie/visie, Collegeprogramma, 2016 resultaten in
programmabegroting)
Wat gaan we ervoor doen?
Wat gaat het kosten?
In het onderdeel 'Wat gaat het kosten?' wordt door middel van een tabel de realisatie 2014 en de
begrote baten en lasten en het saldo van 2015 t/m 2019 inzichtelijk gemaakt.
Dit doen we zowel op basis van de beleidsproducten als op basis van de kostensoorten.
Voor de leesbaarheid van de tabel wordt het volgende opgemerkt:
•
•
•
zowel de baten als lasten staan als positieve bedragen weergegeven;
het saldo van baten en lasten met een “-” bedrag staat vermeld als het programma in zijn totaliteit
financieel gezien meer kost dan het oplevert;
het saldo van baten en lasten met een “+” bedrag staat vermeld als het programma in zijn totaliteit
financieel gezien meer oplevert dan dat het kost;
Met andere woorden: een positief bedrag moet worden gelezen als een voordeel en een negatief
bedrag als een nadeel.
De verschillen tussen begroting 2016 oud en begroting 2016 nieuw worden toegelicht onder het
onderdeel 'Wat gaat het kosten?'. Het bedrag dat genoemd is als "2016 oud" is het bedrag dat in de
MPB 2015-2018 was geraamd voor het jaar 2016.
Alle bedragen moeten worden vermenigvuldigd met € 1.000,-.
Hieronder geven we weer hoe de vastgestelde 48 beleidsproducten over de acht programma’s zijn
verdeeld.
11
Nr.
1.
Programma
Bestuur, Samenwerking &
Dienstverlening
2.
Veiligheid & Handhaving
3.
Werk (participatie), Zorg & Jeugd
4.
Verenigingen
& Accommodaties
5.
Wonen & Leefomgeving
6.
Ruimtelijk beheer, Milieu &
Verkeer
7.
Economie, Toerisme &
Recreatie
8.
Financiën & Belastingen
Nr.
1.
2.
3.
4.
5.
45.
46.
6.
7.
12.
14.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
31.
13.
15.
16.
32.
33.
34.
35.
36.
8.
9.
28.
29.
30.
10.
11.
17.
18.
19.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
47.
48.
Beleidsproduct
Gemeenteraad
College van B&W
Dorps- en wijkraden
Burgerzaken
Regionale samenwerking
Bedrijfsvoering gemeente
Bedrijfsvoering Dienst Dommelvallei
Brandweer en rampenbestrijding
Openbare orde en veiligheid
Onderwijs, exclusief onderwijshuisvesting
Participatie
Inkomensondersteuning
Minimabeleid
Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk
Transitie Wmo
Transitie jeugdzorg
Algemene voorzieningen Wmo en jeugdzorg
Gezondheidszorg
Jeugd- en jongrenwerk
Begraafplaatsen
Onderwijshuisvesting
Vormings- en ontwikkelingswerk
Sport
Ruimtelijke ordening
Woningexploitatie/woningbouw
Volkshuisvesting
Omgevingsvergunningen
Bouwgrondexploitatie
Wegen, straten en pleinen
(verkeersmaatregelen)
Verkeer en vervoer
Afval
Riolering
Milieu
Openbaar groen en openluchtrecreatie
Bedrijfsleven en detailhandel
Kunst en cultuur
Toerisme
Speelvoorzieningen
Leningen en beleggingen
Algemene uitkering
Onvoorziene uitgaven
Beleidsvoornemens
Algemene baten en lasten
Uitkering deelfonds Sociaal Domein
Onroerendzaakbelasting
Overige belastingen
Resultaat
Mutaties reserves
We hebben de zaken op programmaniveau op hoofdlijnen beschreven. Om de nodige detailinformatie
als achterliggende informatie te kunnen verstrekken hebben we aan het eind van elk programma de
beleidsaanpassingen verder toegelicht en in meerjarenperspectief gepresenteerd. Deze bedragen
hebben we niet afgerond. De totstandkoming begroting bestaand beleid hebben we in programma 8
toegelicht. Ook daar hebben we de bedragen niet afgerond.
12
PROGRAMMA 1: BESTUUR, SAMENWERKING
& DIENSTVERLENING
Portefeuillehouder(s): Dhr. M.J. Houben MBA en Dhr. Ir. J.G.M.W. Pernot
13
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
Missie/visie
Collegeprogramma
De samenleving verandert, de
gemeente verandert mee.
Vernieuwd bestuur, een omslag
in denken en handelen.
De gemeente zoekt en vindt de
samenwerking die nodig is om
haar taken uit te voeren en
ambities in de samenleving te
verwezenlijken.
Om een krachtige en
zelfbewuste gemeente te
kunnen zijn, zoeken we de
samenwerking die past bij de
ambities van onze gemeente.
2016 resultaten in
programmabegroting
Sociale kracht versterken en
benutten.
Aansluiten bij initiatieven in de
samenleving.
Strategische raadsvisie op de
toekomst van de gemeente.
Zichtbare en betrouwbare
partner
Interne afstemming en
coördinatie op orde.
Evaluatie functioneren Dienst
Dommelvallei.
Beleidskader Burgerparticipatie
gemeente Nuenen.
Inwoners, maatschappelijke
organisaties en ondernemers
nemen verantwoordelijkheid
voor hun eigen toekomst.
Wij sluiten aan bij de initiatieven
in de samenleving en betrekken
onze inwoners en
ondernemingen bij
beleidsvorming en –uitvoering
en hebben een open houding
als het gaat om
burgerinitiatieven.
Iedereen moet kunnen
meedoen
We zijn een transparante
overheidsorganisatie die in
haar communicatie aansluit bij
(de wensen van) de
samenleving.
De focus op het gebied van
communicatie is gericht op
dialoog, openheid en
transparantie.
Strategische
communicatieagenda voor
majeure projecten.
Inwoners kunnen voor al hun
vragen terecht bij het
klantcontactcentrum. De
gemeente geeft in één keer het
juiste antwoord. Klanten
worden alleen doorverwezen
als het echt niet anders kan.
De klant staat centraal,
tevreden klanten.
Invoering van kanaalsturing
met voorkeur voor het digitale
kanaal;
Verruiming en verbetering van
het productenaanbod via de
gemeentelijke website;
Servicenormen:
Vergroting eerstelijnsafhandeling van 35% naar 60%
85% van de meldingen
openbare ruimte wordt binnen
4 werkdagen opgepakt,
urgente meldingen worden
binnen 1 werkdag opgepakt.
14
RELEVANTE BELEIDSNOTA'S IN DIT PROGRAMMA
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad gemeente
Nuenen 2010
Verordening op de raadscommissie Nuenen 2010
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Nuenen c.a. 2010
Verordening werkgeverscommissie griffie gemeenten Nuenen 2010
Instructie griffier
Verordening commissie accountantscontrole
Controleprotocol
Beleidsplan communicatie 2011-2014
Regionale agenda MRE
Raadsbesluit Dienst Dommelvallei d.d. 8 november 2012
Dienstverleningsconcept 2008
I&A-beleidsplan 2011-2015
Reglement Dorps- en wijkraden, gemeente Nuenen c.a. 2014
Reglement Commissie Straatnaamgeving
Regeling advisering bezwaarschriften
Verordening klachtbehandeling
WAT GAAN WE ERVOOR DOEN?
BESTUUR
De samenleving verandert en de gemeente verandert mee. Dat
betekent dat we steeds vaker aansluiten bij initiatieven van
inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. De
gemeente van de toekomst neemt haar inwoners geen
vraagstukken uit handen, maar helpt hen waar nodig om
verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen toekomst. We
zijn al begonnen met deze omslag in denken en doen en gaan
ons op dit gebied de komende periode steeds verder
ontwikkelen.
In het bestuurskrachtonderzoek dat in 2015 wordt gehouden, krijgen we spiegels voorgehouden over
het functioneren van het gemeentebestuur en de ambtelijke organisatie. Met het
bestuurskrachtonderzoek in de hand stelt de raad dan eind 2015 zijn visie op de bestuurlijke toekomst
van de gemeente vast. De raad en het college geloven in de kracht van de gemeenschappen die
Nuenen rijk is. Daarom streven wij met hart en ziel naar het zelfstandig voortbestaan van de gemeente
Nuenen. Tegelijkertijd sluiten we onze ogen niet voor onze omgeving en evenmin voor de
ingewikkelde opgaven die op onze gemeente afkomen. We zien ook de kansen die er zijn om samen
met onze partners op te trekken in tal van vraagstukken en taakstellingen. Goed besturen houdt in dat
we de juiste balans weten te vinden en behouden tussen inhoud, verantwoordelijkheid, identiteit en de
belangen van onze inwoners.
15
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
De identiteit en sociale kracht van de gemeenschappen in Nuenen worden gekoesterd en benut;
De ontwikkeling tot een gemeente die uitgaat van- en gericht is op het ondersteunen van de eigen
initiatieven van inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties wordt voortvarend
doorgezet;
Het bestuurskrachtonderzoek wordt afgerond, de raad stelt een strategische visie op de toekomst van
de gemeente vast. In 2016 volgt de uitwerking van de strategische visie in een plan van aanpak,
rekening houdend met de uitkomsten van het bestuurskrachtonderzoek.
DE GEMEENTERAAD
De gemeenteraad heeft drie hoofdtaken: volksvertegenwoordiging,
kaderstelling en controle. We vinden het belangrijk dat inwoners en
ondernemers in een zo vroeg mogelijk stadium worden betrokken
bij de kaderstelling en beleidsvorming. Ook gemeenteraadsleden
hebben hierin een taak vanuit hun volksvertegenwoordigende rol. In
2016 volgt ook het aanpassen van het reglement van orde voor de
gemeenteraad en de verordening op de raadscommissies, aan de
ambities van de raad en de eisen van deze tijd.
De raad bekijkt de mogelijkheden om een nieuwe invulling aan de rekenkamercommissie te geven.
We zoeken daarin de samenwerking met andere gemeenten in de regio. De nieuwe
rekenkamercommissie moet er in 2016 zijn.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
•
Meer dan nu nog het geval is, zullen belanghebbenden in een vroeg stadium actief worden
uitgenodigd om hun zienswijze op voorgenomen beleid te geven;
Het reglement van orde voor de gemeenteraad en de verordening op de raadcommissies wordt in
2016 gewijzigd;
Verdere uitrol van het digitaliseren van het raadswerk;
Nieuwe invulling van de functie rekenkamercommissie in samenwerking met andere gemeenten.
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
De opgaven waarvoor het college zich gesteld ziet zijn complex, de beschikbare financiële middelen
beperkt en de gemeentelijke organisatie is klein in verhouding tot de gemeentelijke opgaven. Voor de
leden van het college is en blijft het een uitdaging om met beperkte middelen de ambities op het
gewenste niveau te realiseren.
De transformatie in het sociale domein is afgerond. Nu begint de
fase waarin beleid en uitvoering gemeentebreed met elkaar
verbonden moeten worden. Dat vraagt van het college integrale
samenwerking over de grenzen van de portefeuilleverdeling heen.
Het betrekken van inwoners, maatschappelijke organisaties en het
bedrijfsleven bij de realisatie van ambities, vraagt om een open
bestuursstijl met toegankelijke bestuurders. Tegelijk moet het
bestuur de ruimte hebben om zakelijk en adequaat te schakelen,
zodat afspraken en toezeggingen kunnen worden waargemaakt. Dat lukt alleen als dat wat het
bestuur belooft ook haalbaar en uitvoerbaar is. De leden van het college houden elkaar daarin scherp
en streven gezamenlijk naar verdere versterking van hun communicatie buiten en in het
gemeentehuis.
16
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
•
Het college realiseert de voornemens in deze begroting binnen de voor dat doel door de raad
beschikbaar gestelde financiële kaders. Onvoorziene ontwikkelingen worden bij voorkeur
opgevangen binnen die financiële kaders;
We blijven investeren in versterking en verduurzaming van de kwaliteit van de gemeentelijke
organisatie;
Alle leden van het college dragen bij aan de ontwikkeling van gemeentebrede samenhang in het
collegebeleid en dragen dat beleid actief uit;
De collegeleden zijn goed benaderbaar voor inwoners, maatschappelijke organisaties en
ondernemers. De leden van het college bewaken ieder voor zich en ten opzichte van elkaar de
haalbaarheid en uitvoerbaarheid van afspraken en toezeggingen.
DE BURGEMEESTER
De burgemeester bevordert de bestuurlijke integriteit van de gemeente. Hij neemt het initiatief voor
integriteitsbijeenkomsten met zowel de gemeenteraad als met het college. In die bijeenkomsten wordt
aan de hand van praktijkvoorbeelden nagegaan of de afspraken die zijn vastgelegd in de bestuurlijke
gedragscodes nog aansluit bij de actuele dagelijkse praktijk.
Het is steeds normaler geworden om aspecten van integriteit met elkaar uit te wisselen. We
bespreken dan ook regelmatig dilemma’s waarmee bestuurders te maken krijgen. Het is een
leerproces wat de bestuurders ondersteunt bij het nemen van besluiten die in overeenstemming zijn
met het de afspraken die we hebben gemaakt binnen het normenkader integriteit.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
Tenminste 1 keer per jaar spreekt de raad aan de hand van voorbeelden over integriteit;
Tenminste 1 keer per jaar bespreekt het college het thema bestuurlijke integriteit.
SAMENW ERKING
De gemeente van nu en straks werkt veel en intensief samen met maatschappelijke organisaties en
buurgemeenten. Soms zijn we daarin opdrachtgever, soms faciliteren we gewenste ontwikkelingen en
soms zijn we mede-eigenaar van samenwerkingsorganisaties. Als we daarin keuzes moeten maken is
het logisch dat we een vorm van samenwerking kiezen die aansluit bij het doel dat er mee moet
worden bereikt. Dat vraagt om een goede coördinatie van onze deelname aan allerlei
samenwerkingsverbanden. Daarbij is van belang dat de informatievoorziening en communicatie
richting gemeenteraad goed is, zodat de raad zijn kaderstellende en controlerende taken goed kan
uitvoeren. Nuenen schaakt op vele borden maar het ene bord is belangrijker dan het andere. De
volgende ‘samenwerkingstafels’ verdienen in het bijzonder de aandacht:
DOMMELVALLEI
De samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering en dienstverlening
tussen de gemeenten in de Dommelvallei: Begin 2016 worden het
functioneren en de resultaten van de Dienst geëvalueerd. De resultaten
van die evaluatie geven richting aan de verdere ontwikkeling van deze
samenwerking.
17
SRE-MRE
De samenwerking in het verband van de SRE in de Metropoolregio Eindhoven (MRE): de omvorming
van de SRE heeft geleid tot de een convenant tussen de 9 gemeenten in het stedelijk
gebied van de regio Eindhoven. Zij hebben daarin hun afstemming en samenwerking
vastgelegd op het gebied van werken, wonen en voorzieningen. Het gaat hier om
taken die zonder die afstemming niet volledig en volwaardig kunnen worden
uitgevoerd. In 2015 start de herprogrammering van bedrijvenlocaties en de verwachting
is dat de herprogrammering van de woningbouw spoedig zal volgen.
In die samenwerking zijn de gemeenten geheel op eigen kracht aangewezen. De samenwerking in het
MRE-verband focust op economie, ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteit en richt zich op innovatie en
versterking en is om die reden belangrijk.
RIJK VAN DOMMEL EN AA
Tenslotte is er de samenwerking tussen gemeenten in de ontwikkeling van de groene zone tussen
Eindhoven en Helmond in het Rijk van Dommel en Aa. Ook deze samenwerking maakte in het
verleden deel uit van de samenwerking in het verband van het SRE. In 2015 zal blijken of en in welke
vorm deze samenwerking zich verder zal gaan ontwikkelen.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
Nuenen is een zichtbare en betrouwbare partner in de samenwerkingsverbanden waaraan de
gemeente deelneemt;
De informatiepositie van de raad m.b.t. onderwerpen waarvoor de gemeente samenwerkt met
anderen wordt versterkt, zodat de raad tijdig haar opvattingen kenbaar kan maken.
PARTICIPATIE
Wij benutten optimaal de kracht van onze inwoners. Participatie is
geen doel op zich. Het is een middel om inwoners en organisaties
intensiever te betrekken bij de totstandkoming en uitvoering van
gemeentelijk beleid. Participatie van inwoners heeft verschillende
motieven en draagt bij aan de volgende doelstellingen die de
gemeente nastreeft:
•
•
•
Toewerken naar beleid en plannen die beter aansluiten bij de wensen en beleving van inwoners;
bevorderen van het vertrouwen tussen inwoners, bedrijven en overheid;
bevorderen van transparantie van ons besluitvormingsproces.
Participatie is een groeiproces voor de gemeentelijke organisatie en moet door iedereen gedragen
worden. Daarvoor is het vrijmaken van capaciteit en faciliteiten (opleiding/training) noodzakelijk. En
zoals eerder gezegd is de strategische doorontwikkeling van de paragraaf Communicatie hierbij een
belangrijke randvoorwaarde.
Vanaf 1 juli 2015 kent Nederland een nieuw democratisch
instrument:
het
raadgevend
referendum.
Bij
300.000
steunbetuigingen wordt het verplicht om een referendum te houden.
De gemeenten moeten dat referendum dan, net als verkiezingen,
organiseren. Het is nog niet bekend of het Rijk daarvoor budget
beschikbaar stelt aan de gemeenten.
18
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
Een vastgesteld ‘Beleidskader Burgerparticipatie gemeente Nuenen’. Enerzijds om de participatie
van inwoners bij de gemeentelijke beleidsvorming verder te versterken. En anderzijds om te
bevorderen dat we actief burgerschap omarmen en stimuleren.
COMMUNICATIE
De gemeente wil graag een toegankelijke gesprekspartner zijn voor haar inwoners en streeft naar een
open en proactieve communicatie met haar doelgroepen. Waar mogelijk zoeken we de dialoog op met
onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties en we sluiten steeds vaker aan bij
initiatieven die zij ontplooien.
Om dat te realiseren is het van belang om kennis op de juiste manier en via
geschikte kanalen te delen met onze inwoners. Zo stellen wij hen in staat om de
juiste wegen te bewandelen en aan te geven aan welke informatie zij behoefte
hebben en via welk kanaal ze deze graag willen ontvangen. Deze insteek vraagt
een luisterende, coöperatieve houding van zowel bestuur als medewerkers.
Een zorgvuldig communicatiebeleid, met de inzet van een doordachte mix van
middelen waarmee we zoveel mogelijk doelgroepleden kunnen bereiken, is
hierbij onmisbaar. Naast de traditionele middelen (bijvoorbeeld een artikel in een
lokaal huis-aan-huisblad, een folder of een persoonlijke brief), spelen de digitale
middelen ook een steeds belangrijkere rol binnen ons communicatiebeleid.
Bovendien kunnen we informatie via de digitale weg snel met een grote groep
mensen delen/uitwisselen.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
•
We zijn een transparantere gemeente met duidelijke communicatielijnen met inwoners,
ondernemers en maatschappelijke organisaties;
Communicatie rond majeure projecten vindt plaats op basis van een communicatieagenda
(planmatiger en daardoor tijdiger en zorgvuldiger);
De inzet van de digitale platforms die we tot onze beschikking hebben wordt geïntensiveerd;
Er vindt vernieuwing en verbetering van de website plaats (wordt in fases uitgevoerd).
DIENSTVERLENING
In de dienstverlening staat de klant centraal. Het streven is tevreden
klanten. We spelen in op de behoefte van inwoners, organisaties en
ondernemers om direct informatie te verschaffen en daarbij gebruik te
maken van digitale media. We gaan het aantal producten dat digitaal
aangevraagd kan worden, verhogen. Tegelijkertijd werken we aan een
verbetering van de kwaliteit van het aanbod. In het programma ‘Antwoord’
wordt daarin voorzien. Antwoord is een samenhangend geheel aan
activiteiten waarmee we effectieve, efficiënte dienstverlening waarborgen.
19
In 2016 volgt de invoering van fase 3 van dit programma. Dat houdt in:
•
•
•
dat er één ingang is voor alle vragen: het Klantcontactcentrum;
dat over alle kanalen (telefoon, mail, balie, post, website) hetzelfde antwoord op dezelfde vraag
wordt gegeven en;
dat de klant zijn gegevens maar één keer hoeft te verstrekken.
Voor 2016 zal een bedrag van € 50.000,- nodig zijn om dat te bereiken. Daarnaast is de invoering van
zaakgericht werken nodig om de gewenste kwaliteitsverbetering tot stand te brengen Het is nu nog te
vroeg om dit al te vertalen naar financiële consequenties. Die zullen naar alle waarschijnlijkheid
duidelijk zijn in de kadernota 2017.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
Het productenaanbod via de website en de kwaliteit van de aangeboden producten neemt toe en
dat leidt tot een groter aandeel van de digitale productenverstrekkingen of aanvragen;
85% van de meldingen openbare ruimte wordt binnen 4 werkdagen opgepakt, urgente meldingen
worden binnen 1 werkdag opgepakt;
Het aantal klantvragen dat in één contact wordt afgehandeld stijgt van 35% naar 60%.
WAT GAAT HET KOSTEN?
In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma zijn verbonden. De
bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.
Zowel de baten als de lasten worden als positieve bedragen weergegeven. Het saldo wordt
weergegeven als negatief als er meer lasten zijn dan baten en als positief als er meer baten zijn dan
lasten.
Omschrijving
Realisatie Begroting
1. Bestuur, Samenwerking
2014
2015
& Dienstverlening
Gemeenteraad
0
0
College van B&W
0
21
Dorps- en wijkraden
0
0
Burgerzaken
421
396
Regionale samenwerking
126
0
Bedrijfsvoering DDV
464
290
Totaal baten
1.011
707
Omschrijving
Realisatie Begroting
1. Bestuur, Samenwerking &
2014
2015
Dienstverlening
Gemeenteraad
531
460
College van B&W
1.931
1.791
Dorps- en wijkraden
15
16
Burgerzaken
1.069
1.111
Regionale samenwerking
269
583
Bedrijfsvoering DDV
-256
211
Totaal lasten
3.559
4.172
Saldo (baten -/- lasten)
-2.548
-3.465
20
2016
2017
2018
2019
0
1
0
396
0
0
397
0
1
0
396
0
0
397
0
1
0
396
0
0
397
0
1
0
396
0
0
397
2016
2017
2018
2019
472
1.959
11
1.018
623
161
4.243
472
1.905
11
1.034
628
73
4.122
472
1.867
14
1.033
628
122
4.136
472
1.867
14
1.033
628
200
4.214
-3.846
-3.725
-3.739
-3.817
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Loonbetalingen en sociale
0
0
premies
Sociale uitkeringen
0
0
personeel
Vergoeding voor personeel
0
0
Overige goederen en
423
397
diensten
Aankopen niet duurzame
0
0
goederen en diensten
Inkomensoverdrachten van
0
0
het rijk
Sociale uitkeringen in geld
123
20
Inkomensoverdrachten aan
0
0
overheid (niet rijk)
Reserveringen
0
0
Kapitaallasten
0
0
Overige verrekeningen van
464
290
kostenplaatsen
Totaal baten
1.011
707
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Loonbetalingen en sociale
595
596
premies
Sociale uitkeringen
0
0
personeel
Vergoeding voor personeel
8
0
Overige goederen en
0
0
diensten
Aankopen niet duurzame
385
391
goederen en diensten
Inkomensoverdrachten van
182
117
het rijk
Sociale uitkeringen in geld
0
0
Inkomensoverdrachten aan
239
528
overheid (niet rijk)
Reserveringen
17
17
Kapitaallasten
3
2
Overige verrekeningen van
2.131
2.521
kostenplaatsen
Totaal lasten
3.559
4.172
Saldo (baten -/- lasten)
-2.548
-3.465
21
2016
2017
2018
2019
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
397
397
397
397
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
397
397
397
397
2016
2017
2018
2019
624
624
624
624
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
275
291
293
293
117
117
117
117
0
0
0
0
531
536
536
536
17
2
17
2
17
2
17
2
2.677
2.535
2.547
2.625
4.243
4.122
4.136
4.214
-3.846
-3.725
-3.739
-3.817
Analyse overzicht van baten en lasten
Programma 1
Verschil
Begroting 2016 nieuw
-3.846
Begroting 2016 oud
-3.251
Verschil
Nr.
-595
Omschrijving
Begrotingswijzigingen
Jaarrekening 2014
-2
Autonome ontwikkelingen
Aanpassing staat van personele lasten
-177
Kostenverdeelstaat
94
Mutaties gemeenschappelijke regelingen
-66
Aanpassing staat van activa
1
Tussentijdse rapportage Q1
-39
Wijkschouwen
-2
Beleidsaanpassingen
Verbetering Dienstverlening
-50
Formatie CMD
-50
Formatie college B&W
-17
Correctie/wijziging rekenrente
-288
Totaal
-595
BELEIDSAANPASSINGEN
Beleidsaanpassingen
2016
2017
2018
2019
Dienstverlening
- € 50.000
0
0
0
Formatie CMD
- € 50.000
- € 50.000
- € 50.000
- € 50.000
€ 50.000
€ 50.000
€ 50.000
€ 50.000
Formatie college B&W
- € 17.000
- € 17.000
- € 17.000
- € 17.000
Aktes burgerlijke stand
0
- € 40.000
0
0
Zie progr. 8
Zie progr. 8
Zie progr. 8
Zie progr. 8
Dekking tlv Sociaal Domein
Correctie/wijziging rekenrente
VERDERE VERBETERING DIENSTVERLENING
In 2016 willen we de derde fase van Antwoord© implementeren, waarmee we een nieuwe
verbeterslag maken in de dienstverlening. De doelstellingen van Antwoord© zijn er op gericht om
uiteindelijk in fase 4 te komen tot 80% afhandeling van klantvragen, direct klaar en in één keer goed.
De ontwikkeling en verbetering van Dienstverlening is inmiddels samengebracht in de dienst
Dommelvallei. Gezamenlijk investeren komt de samenwerking op dit terrein ten goede en levert dus
22
ook meer rendement op. Gezamenlijk investeren is ook noodzakelijk om de nieuwe klanten naar
aanleiding van onze nieuwe taken vanuit de decentralisaties goed van dienst te kunnen zijn. Voorlopig
ramen we, net zoals we voor 2015 hebben gedaan, ook voor 2016 € 50.000,-.
FORMATIE CMD
Met ingang van 1 januari 2015 waren de transities in het sociale domein een feit. Met daaraan
verbonden de instelling van het Centrum Maatschappelijke Deelname, de bemensing ervan en
wijziging van taken en werkwijzen. De Op ervaring van de afgelopen 5 maanden leert dat er een hoge
werkdruk ligt bij de CMD/Wmo-consulenten. Voor 2015 is de inschatting gemaakt dat 3 full time
consulenten voor de Wmo voldoende zou moeten zijn om het werk aan te kunnen. Uit de praktijk blijkt
dat er meer werk bij het CMD ligt en dat de continuïteit van de dienstverlening, niet meer kan worden
gegarandeerd. De inschatting is nu dat 24 uur extra structurele inzet voldoende moet zijn om de
dienstverlening op peil te houden. We vragen daarvoor een budget van € 50.000,- per jaar. Dit bedrag
willen we ten laste van de budgetten voor het sociaal domein brengen.
FORMATIE COLLEGE VAN B&W
Ook nu we als college weer voltallig zijn merken we dat er op zoveel vlakken blijvend werkzaamheden
op ons af komen die niet op te vangen zijn binnen onze huidige formatie. We stellen daarom voor om
de formatie van het college met 0,2 fte uit te breiden. We ramen hier € 17.000,- voor.
AKTES BURGERLIJKE STAND
In de aktes van de burgerlijke stand is inktvraat geconstateerd. Om de aktes veilig te stellen is het
nodig ze te digitaliseren. Hiervoor is in 2017 een bedrag nodig van € 40.000,-.
CORRECTIE/WIJZIGING REKENRENTE
De aanpassing van de rekenrente wordt bij programma 8 toegelicht.
23
PROGRAMMA 2: VEILIGHEID & HANDHAVING
Portefeuillehouder(s): Dhr. M.J. Houben MBA en Dhr. Drs. P.R. Weijmans
24
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
Missie/visie
Collegeprogramma
We gaan uit van eigen
verantwoordelijkheid, eigen
kracht en zelfredzaamheid.
Bepalen van de
handhavingsprioriteiten, met
aandacht voor invoering van
digitaal handhaven (door boa’s).
We gaan uit van eigen
verantwoordelijkheid, eigen
kracht en zelfredzaamheid.
Wij verbinden zorg en
veiligheid met elkaar.
Niemand blijft aan de kant
staan, iedereen doet mee.
Integrale ketenaanpak, samen
met de partners, op adequaat
schaalniveau
We gaan uit van eigen
verantwoordelijkheid, eigen
kracht en zelfredzaamheid.
2016 resultaten in
programmabegroting
Vaststellen geactualiseerd
handhavingsbeleid.
Vaststellen verordening
kwaliteit VTH omgevingsrecht
Een goed samenspel tussen
buurtbewoners,
(zorg)professionals en de
gemeente zal leiden tot een
goede optimale en integrale
aanpak voor de zorg op maat.
Uitvoeringsprogramma
Veiligheid 2016 met aandacht
voor tijdige opschaling
complexe casuïstiek en tijdige
combinaties van zorg en
‘drang&dwang’ bij bijvoorbeeld
woonoverlastsituaties en
aanpak
aanpak alcohol en drugs onder
jongeren.
Vernieuwd bestuur, een omslag
in denken en handelen.
Uitvoeringsprogramma
Veiligheid 2016.
Wij sluiten aan bij de initiatieven
in de samenleving en betrekken
onze inwoners en
ondernemingen bij
beleidsvorming en –uitvoering
en hebben een open houding
als het gaat om
burgerinitiatieven.
Uitvoering geven aan
Brandveilig Leven. Zo voert de
gemeente, in samenwerking
met vrijwilligers en de VRBZO
het project ‘Nuenen
(brand)veilig, deel II’ uit.
Integrale ketenaanpak, samen
met de partners, op adequaat
schaalniveau.
Implementatie van de
Toekomstvisie Brandweerzorg
met het onderdeel ‘Maatwerk
per post’ (regionale
werkmethode -2015 en
personeel- en materieelplan –
2016).
We gaan uit van eigen
verantwoordelijkheid, eigen
kracht en zelfredzaamheid.
Proces risicogericht adviseren
implementeren in
gemeentelijke processen.
25
RELEVANTE BELEIDSNOTA'S IN DIT PROGRAMMA
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Kadernota Veiligheid 2015-2018, inclusief prioriteiten (vaststelling gepland najaar 2015)
Handhavingsbeleid omgevingsrecht 2012-2016
Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Nuenen c.a. 2014
Evenementenbeleid
Regionaal Veiligheidsplan Oost-Brabant 2015-2018
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost
Regionaal Risicoprofiel
Regionaal Beleidsplan
Regionaal Crisisplan
Beleid externe veiligheid
Overeenkomst dierenopvang
Drank- en Horecawet 2013
Preventie- en handhavingsplan alcohol
Damoclesbeleid (artikel 13b Opiumwet)
Bibob-beleidsregels
WAT GAAN WE ERVOOR DOEN?
Nuenen is, in vergelijking met de 39 andere gemeenten in de politieregio Oost-Brabant, relatief veilig.
Dit willen we zo houden en waar mogelijk nog verder verbeteren.
INTEGRALE VEILIGHEID EN OPENBARE ORDE
Integrale veiligheid betekent: samen werken aan de verbetering van de lokale veiligheid, waarbij de
activiteiten van betrokken partijen op elkaar zijn afgestemd, elkaar aanvullen en elkaar versterken. De
gemeente vervult hierbij een regierol. Naast onze eigen rol, zien wij een essentiële rol weggelegd voor
inwoners, ondernemers en organisaties. De gemeente heeft hierbij
een begeleidende en stimulerende rol.
In de Kadernota Veiligheid 2015-2018 zijn een aantal prioriteiten
opgenomen. In het jaarlijks uitvoeringsprogramma Veiligheid worden
deze nader gespecificeerd en waar mogelijk SMART-geformuleerd.
De transities in het sociale domein en de daarbij behorende
werkwijzen, hebben belangrijke raakvlakken met veiligheid. Ze betekenen een kans om, samen met
onze partners, nog meer ‘aan de voorkant’ te komen, dichtbij inwoners. Essentiële onderliggende
vraag van de transities is immers: ‘Wat kunnen inwoners zelf?’ Maar ook: ‘Niemand blijft aan de kant
staan, Iedereen doet mee’. De decentralisatie van de jeugdzorg leidt tot een verbreding van ons
‘repertoire’ ten aanzien van jeugd (en dan specifiek de problematische jeugd), waardoor we nog meer
integraal kunnen werken.
ONDERMIJNENDE CRIMINALITEIT
Een aantal prioriteiten uit het lokaal veiligheidsbeleid zijn ook
opgenomen in het Regionaal Veiligheidsplan 2015-2018. Eén van
de (gedeelde) prioriteiten is de aanpak van georganiseerde
ondermijnende criminaliteit.
Denk daarbij aan georganiseerde hennepteelt, vervaardigen van
synthetische drugs, drugshandel, uitbuiting, illegale prostitutie,
26
mensenhandel, illegale autohandel en witwaspraktijken. Illegale activiteiten die overal kunnen
voorkomen. Politie en justitie zijn primair verantwoordelijk voor de strafrechtelijke aanpak van
georganiseerde criminaliteit. Doordat criminele activiteiten vaak samengaan met reguliere, legale
activiteiten, zijn gemeenten hier ook bij betrokken. Wij hebben een eigen instrumentarium: bestuurlijke
maatregelen zoals het toepassen van de Bibob-beleidsregels, uitvoeren van het Damoclesbeleid en
het bevorderen van bewustwording.
HANDHAVING
Het handhavingsbeleid bestrijkt de aandachtsvelden milieu, bouwen en ruimtelijke
ordening, brandveilig gebruik bouwwerken, de Algemene Plaatselijke Verordening en
bijzondere wetgeving (zoals de Drank- en horecawet). Bij de actualisatie van het
handhavingsbeleid wordt naar de prioritering gekeken, waarbij de aanpak van
georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit een punt van aandacht is.
BRANDW EER (VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-ZUIDOOST)
Na de regionalisering van de brandweer heeft het Algemeen
Bestuur van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost een ‘’Toekomstvisie
Brandweerzorg’’ vastgesteld. Deze Toekomstvisie is vervolgens
samen met het Regionaal Risicoprofiel en het Dekkingsplan input
geweest voor het Beleidsplan VRBZO 2015-2019. Volgens dit beleidsplan worden beleid en handelen
van VRBZO gestuurd vanuit een regionaal perspectief. Om de middelen effectief in te kunnen zetten,
werkt VRBZO vanuit één regionaal kader voor een collectief van 21 gemeenten. Dit geldt zowel voor
brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening als bevolkingszorg.
RAMPENBESTRIJDING/CRISISBEHEERSING
Voor de uitvoering van de processen Bevolkingszorg (processen
waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn), werken de gemeenten
binnen de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost intensief samen in
regionale teams. Zo kunnen we met name op het gebied van
crisiscommunicatie een beroep doen op de kennis en expertise van communicatiemedewerkers van
de 21 gemeenten en van de Veiligheidsregio. Voor diverse functies in het proces Communicatie
worden piketdiensten gedraaid. In 2016 werken we aan de verdere professionalisering van de
bevolkingszorg door het instellen van meer teams van specialisten die we kunnen invliegen in geval
van een ramp of crisis.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Realisatie uitvoeringsprogramma Veiligheid 2016;
Toepassen van communicatieparagraaf bij uitvoering van maatregelen in veiligheidsdomein;
Vaststellen geactualiseerd handhavingsbeleid;
Vaststellen Verordening kwaliteit VTH omgevingsrecht;
Vaststellen Handhavingsprogramma 2017 en Handhavingsverslag 2015;
Optimaliseren van het proces vergunningverlening en handhaving;
Proces risicogericht adviseren implementeren in gemeentelijke processen;
Uitvoering geven aan Brandveilig Leven;
Implementatie van de Toekomstvisie Brandweerzorg met het onderdeel ‘Maatwerk per post’;
Voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing continueren onder meer door het
leveren van een bijdrage aan de regionale teams voor de processen Bevolkingszorg.
27
WAT GAAT HET KOSTEN?
In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma zijn verbonden. De
bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.
Zowel de baten als de lasten worden als positieve bedragen weergegeven. Het saldo wordt
weergegeven als negatief als er meer lasten zijn dan baten en als positief als er meer baten zijn dan
lasten.
Omschrijving
Realisatie Begroting
2. Veiligheid & Handhaving
2014
2015
Brandweer en
29
15
rampenbestrijding
Openbare orde en veiligheid
22
19
Totaal baten
51
34
Omschrijving
Realisatie Begroting
2. Veiligheid & Handhaving
2014
2015
Brandweer en
906
1.111
rampenbestrijding
Openbare orde en veiligheid
337
456
Totaal lasten
1.242
1.567
Saldo (baten -/- lasten)
-1.191
-1.533
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Loonbetalingen en sociale
0
0
premies
Vergoeding voor personeel
0
0
Energie
0
0
Huren
29
7
Overige goederen en
26
27
diensten
Betaalde belastingen
0
0
Aankopen niet duurzame
0
0
goederen en diensten
Sociale uitkeringen in geld
-3
0
Inkomensoverdrachten aan
0
0
overheid (niet rijk)
Overige
0
0
inkomensoverdrachten
Reserveringen
0
0
Kapitaallasten
0
0
Overige verrekeningen van
0
0
kostenplaatsen
Totaal baten
51
34
28
2016
2017
2018
2019
37
37
36
36
19
56
19
55
19
55
19
55
2016
2017
2018
2019
988
1.017
1.023
1.023
452
1.440
426
1.443
426
1.449
406
1.430
-1.385
-1.387
-1.394
-1.374
2016
2017
2018
2019
0
0
0
0
0
0
29
0
0
29
0
0
28
0
0
28
27
27
27
27
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
56
55
55
55
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Loonbetalingen en sociale
21
0
premies
Vergoeding voor personeel
38
41
Energie
1
0
Huren
0
0
Overige goederen en
0
0
diensten
Betaalde belastingen
1
1
Aankopen niet duurzame
96
90
goederen en diensten
Sociale uitkeringen in geld
0
0
Inkomensoverdrachten aan
806
1.013
overheid (niet rijk)
Overige
3
3
inkomensoverdrachten
Reserveringen
10
10
Kapitaallasten
5
5
Overige verrekeningen van
262
404
kostenplaatsen
Totaal lasten
1.242
1.567
Saldo (baten -/- lasten)
-1.191
-1.533
2016
2017
2018
2019
0
0
0
0
19
0
0
19
0
0
20
0
0
20
0
0
0
0
0
0
1
1
1
1
165
139
139
119
0
0
0
0
903
932
938
938
0
0
0
0
10
5
10
5
10
5
10
5
337
337
337
337
1.440
1.443
1.449
1.430
-1.385
-1.387
-1.394
-1.374
Analyse overzicht van baten en lasten
Programma 2
Verschil
Begroting 2016 nieuw
-1.385
Begroting 2016 oud
-1.429
Verschil
Nr.
44
Omschrijving
Begrotingswijzigingen
Autonome ontwikkelingen
Aanpassing staat van personele lasten
21
Kostenverdeelstaat
67
Mutaties gemeenschappelijke regelingen
10
Tussentijdse rapportage Q1
22
Beleidsaanpassingen
Aanpak georganiseerde criminaliteit
Totaal
-76
44
29
BELEIDSAANPASSINGEN
Beleidsaanpassingen
Aanpak criminaliteit
2016
2017
2018
2019
- € 76.000
- € 50.000
- € 50.000
- € 30.000
AANPAK GEORGANISEERDE CRIMINALITEIT
Een van de prioriteiten is ‘aanpak georganiseerde ondermijnende criminaliteit’. Politie en justitie zijn
primair verantwoordelijk voor de strafrechtelijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. Doordat
criminele activiteiten vaak samengaan met reguliere activiteiten, zijn wij hier ook bij betrokken.
De belangrijkste ontwikkeling voor de komende jaren is het maken van en werken met een
zogenaamd ‘ondermijningsbeeld’. Een ondermijningsbeeld geeft een beeld van de georganiseerde
criminaliteit in de regio en de mogelijkheden om deze te bestrijden.
Daarnaast is ons in 2014 via een quickscan een spiegel voorgehouden om te bepalen hoe goed wij
gewapend zijn tegen georganiseerde criminaliteit. Daarbij zijn er aanbevelingen gedaan over hoe de
gemeente hun informatiepositie en bestuurlijke weerbaarheid kunnen verbeteren.
De komende periode wordt gebruikt om op basis van het ondermijningsbeeld en de quickscan een
plan van aanpak uit te werken en uit te voeren. Als het gaat om uitvoering van (een aantal van) de
taken wordt gekeken naar de mogelijkheden bundeling van personele capaciteit op (sub)regionaal
niveau. Onderdelen van het nog op te stellen plan van aanpak zijn:
Proces
Algemeen
Instrument
Veilige Publieke Taak
Versterken
informatiepositie
Vergunningverlening
Toepassen Wet bibob
Uitbreiding Bibobbeleidsregels 2014 (nieuw)
en exploitatiestelsel in
Algemene Plaatselijke
Verordening (nieuw)
Actie
Training weerbaarheid
medewerkers
Training Bewustwording
/awareness
Privacy-verordening op orde
brengen
Inrichten informatieknooppunt
Aanstellen
informatiecoordinator/coordinator
bestuurlijke
aanpak/onderhouden
informatieknooppunt
Aanstellen Bibob-coordinator
(zorgt voor koppeling gegevens
en de beoordeling van bibobdossiers).
Toetsen aanvragen
30
Kosten
€ 5.000,Incidenteel
€ 1.000,Incidenteel
€ 10.000,Incidenteel
€ 10.000,Incidenteel
0.2 fte (schaal
10)
Structureel
0,2 fte (schaal
10)
0,1 fte (schaal 8)
Handhaving
Regionaal
Ondermijningsteam
Toepassen Damoclesbeleid (artikel 13b
Opiumwet)
Beschikbaar stellen van
medewerkers (voornamelijk
handhavers) in periode 20162018.
Bijdrage ‘om niet’, heeft wel
invloed op huidige capaciteit.
Waarschuwen en sluitingen van
drugspanden
31
0,2 fte (schaal
10)
Binnen
bestaande
capaciteit
PROGRAMMA 3: WERK (PARTICIPATIE), ZORG & JEUGD
Portefeuillehouder(s): Dhr. H.M.A. Pero en Dhr. Drs. P.R. Weijmans
32
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
Missie/visie
Collegeprogramma
Iedereen aan het werk.
De WSD wordt betrokken bij de
re-integratie van bijzondere
doelgroepen. De Nuenense
ondernemers worden betrokken
bij re-integratietrajecten.
De samenwerking bij de
vormgeving van de
transities/transformatie op
subregionaal en regionaal
niveau wordt gecontinueerd. De
samenhang binnen de transities
wordt geborgd door één gezin,
één plan, één aanpak.
Maatwerk blijft noodzakelijk.
De norm voor de
toegankelijkheid tot het
minimabeleid wordt verhoogd
van 110% naar 120%. Er wordt
een beperkt noodfonds
opgericht voor schrijnende
situaties.
Iedereen moet kunnen
meedoen.
Inkomensondersteuning.
2016 resultaten in
programmabegroting
1. Versterking van sociaal
maatschappelijke initiatieven.
2. Versterken van de
organisatie van de eigen
kracht van de leefomgeving en
de inwoners.
RELEVANTE BELEIDSNOTA'S IN DIT PROGRAMMA
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Visiedocument Persoonlijk en Dicht bij (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 28 juni
2012)
Kadernota transitie Jeugdzorg (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 december
2012)
Beleidsplan Jeugd (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 13 februari 2014)
Verordening Jeugdhulp (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 18 18 september 2014)
Notitie beleidsuitgangspunten Wmo (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 20 november
2014)
Preventie- en handhavingsplan gemeente Nuenen (vastgesteld door de gemeenteraad
d.d. 28 mei 2015)
Uitvoeringsbesluit Wmo (vastgesteld in college d.d. 23 december 2014)
Uitvoeringsbesluit Jeugdhulp (vastgesteld in college d.d. 23 december 2014)
Notitie Van transitie naar Verbinding (vastgesteld in college d.d. 11 augustus 2015)
Werkplan 21 voor de Jeugd (vastgesteld in college d.d. 1 juni 2015)
33
WAT GAAN WE ERVOOR DOEN?
WERK
We streven ernaar dat uitkeringsgerechtigden (zoveel mogelijk) zelfstandig in
hun levensonderhoud kunnen voorzien. Dat doen we door regionaal afgestemde
uniforme arbeidsvoorzieningen aan te bieden zoals bemiddeling, trainingen of
aangepast werk. Dit is geheel in lijn met de uitgangspunten binnen de
Participatiewet. Bovendien realiseren we de zogenaamde garantiebanen
(onderdeel Sociaal Akkoord) via het Regionaal Werkbedrijf.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
Bieden van arbeidsvoorzieningen voor werkzoekenden;
Samenwerking in de regio voor wat betreft de arbeidsvoorzieningen en de realisatie
conform taakstelling garantiebanen.
MEEDOEN
Het CMD voert de zorgtaken uit waarvoor Nuenen sinds 1 januari 2015
verantwoordelijk is. Het gaat hier om het inslaan van een nieuwe weg:
meer verantwoordelijkheid van inwoners voor zichzelf en voor elkaar. We
werken aan een integrale benadering van inwoners die op meer dan één
vlak ondersteuning nodig hebben. De focus ligt daarbij op de eigen
kracht van inwoners en hun (sociale) netwerk en niet, of minder, op
aanbod van hulp door de gemeente. De rol van de gemeente ligt vooral
bij preventie en sturing richting de gewenste situatie. We willen zo het
beroep op de zwaardere (en daarom vaak duurdere) zorg terugdringen.
Belangrijk uitgangspunt hier is: één gezin, één plan, één aanpak. De
gemeente levert zelf geen zwaardere zorg, maar organiseert dat de
juiste professional de passende zorg biedt aan cliënten. De gemeente
faciliteert en controleert op kwaliteit.
Wij realiseren ons dat we decentralisatie van de zorg niet vanuit een machtspositie op kunnen leggen
aan de maatschappelijke partners. We willen deze zogenaamde Transformatie verder
vormgeven met een programma-aanpak. Dat vraagt verbindingen leggen met
verschillende maatschappelijke partners en inwoners in een samenwerkingsverband.
Daarnaast kunnen we samenwerken met andere gemeenten (Dommelvallei).
We zijn daar al een eind mee op weg; 2016 zal het jaar worden waarin we deze
(samenwerkings)processen
verder
gaan
‘inregelen’
en
optimaliseren.
Transformatie kent verschillende niveaus en vindt plaats in het gehele systeem. De subregionale
inkoop is één onderdeel in dat systeem. Het gaat dan om gezamenlijke inkoop van zaken zoals hulp
bij het huishouden, beschermd wonen of verblijfsmogelijkheden in opvang of instellingen.We gaan
daar niet anders mee om dan in 2015.
Het uitgangspunt van transformatie (zoals vastgesteld in ’21 voor de Jeugd’ en ‘Persoonlijk en
Dichtbij’) is dat we zorg en ondersteuning zo dicht mogelijk rondom de cliënt organiseren, al dan niet
met behulp van het sociale netwerk. Maatwerk in zorg en ondersteuning is daarbij leidend. Dit
betekent in principe grote beleidsvrijheid voor gemeenten. Inmiddels zijn er meerdere
34
‘transformatieagenda’s’ op verschillende niveaus ontstaan of al in werking getreden.
Daardoor bestaat de kans dat de beleidsvrijheid toch wordt beperkt.
Een voorbeeld hiervan is de problematiek van het herindelen van de ‘zorgproducten’
met bijbehorende codes. Gemeenten willen hier graag zelf beleid voor maken en zijn
daar ook al mee gestart. Echter, op landelijk niveau wordt gewerkt aan een nieuwe
landelijke standaard. De verschillende agenda’s kunnen elkaar mogelijk tegenwerken.
Dat vraagt bewustzijn, anticiperen en wanneer nodig handelen. Het is noodzakelijk om
te schakelen tussen al deze agenda’s en de juiste verbindingen te leggen. Dit is een
ingewikkeld proces, waar in 2016 de nodige tijd en geld in gaat zitten.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
•
•
•
•
•
Integrale benadering van inwoners met meerdere ondersteuningsbehoeften vindt plaats
binnen het CMD. Hier worden de verbindingen gelegd;
Investeren in preventie en normaliseren en daarmee de zwaardere en duurdere zorg
terugdringen. Dat betekent o.a. een dekkend aanbod voorschoolse educatie in de
gemeente, preventieve activiteiten ter voorkoming van alcoholmisbruik door jongeren en
uitbreiding fte CMD om nieuwe taken uit te voeren;
In regionaal en subregionaal verband worden verdere afspraken gemaakt omtrent de
inkoop van zorg en het gezamenlijk invullen van taken/verantwoordelijkheden in het kader
van de nieuwe wetgeving. Het beoogd financieel resultaat is mede afhankelijk van het
inkoop resultaat;
Monitoring welke zorg wordt ingezet en sturen op transformatie;
Expertise van de GGD inzetten voor het monitoren van het sociaal domein;
Bereiken dat iedere inwoner van Nuenen naar vermogen kan participeren in de Nuenense
samenleving;
Scholing en maatschappelijke nuttige activiteiten realiseren en verbindingen leggen vanuit
de Wmo en Jeugdzorg, om zo uitkeringsgerechtigden te bewegen richting arbeidsmarkt.
Lange termijnvisie van de Werkvoorzieningsschap de Dommel (WSD) is gereed.
OUDERENBELEID
In het coalitieakkoord en het collegeprogramma is geen extra
aandacht voor ouderenbeleid. Op zich zijn ouderen geen speciale
doelgroep omdat hier vanuit de Wmo voldoende aandacht voor is.
Maar de vergrijzing van onze gemeente levert wel een steeds
grotere uitdaging op waar we op moeten anticiperen. Zo heeft de
sterke groei van het aantal ouderen als gevolg dat de
wooncomponent binnen de inrichting van het sociaal domein extra
aandacht
nodig
heeft.
In de jaarlijkse notitie Beleidsuitgangspunten Wmo komt dit
onderwerp terug.
35
INKOMENSONDERSTEUNING
We hebben aandacht voor inwoners en gezinnen die financieel
gezien op een bestaansminimum zitten. Op het gebied van
inkomensondersteuning bieden we (aanvullende) voorzieningen
(Participatiewet, inkomenstoeslag, bijzondere bijstand, gemeentelijk
sociaal fonds). We willen het gebruik daarvan stimuleren zodat de
armoede, waar helaas ook sommige inwoners van onze gemeente
in leven, afneemt. De uitvoering van het taakveld Sociale Zaken
gebeurt in samenwerking met de gemeente Son en Breugel binnen
de Dienst Dommelvallei.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
Aanbieden inkomensondersteunende voorzieningen;
Evaluatie minimabeleid en toepassen verruimingsmogelijkheden;
Samen met Son uitvoeren van de taken van sociale zaken in Dienst Dommelvallei.
WAT GAAT HET KOSTEN?
In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma zijn verbonden. De
bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.
Zowel de baten als de lasten worden als positieve bedragen weergegeven. Het saldo wordt
weergegeven als negatief als er meer lasten zijn dan baten en als positief als er meer baten zijn dan
lasten.
Omschrijving
Realisatie Begroting
3. Werk (participatie), Zorg
2014
2015
& Jeugd
Onderwijs, excl.
10
32
Onderwijshuisvesting
Participatie
2.294
1
Inkomensondersteuning
4.950
5.453
Minimabeleid
39
20
Kinderopvang en
40
0
peuterspeelzaalwerk
Transitie Wmo
0
307
Transitie Jeugdzorg
0
0
Algemene voorzieningen
0
102
Wmo en Jeugdzorg
Gezondheidszorg
0
0
Jeugd- en jongerenwerk
0
0
Begraafplaatsen
87
93
Mutaties reserves
256
50
programma 3
Totaal baten
7.675
6.058
36
2016
2017
2018
2019
32
32
32
32
1
4.712
20
1
4.712
20
1
4.712
20
1
4.712
20
22
0
0
0
400
0
400
0
400
0
400
0
102
102
102
102
0
0
93
0
0
93
0
0
93
0
0
93
16
16
16
15
5.399
5.377
5.376
5.376
Omschrijving
Realisatie Begroting
3. Werk (participatie), Zorg &
2014
2015
Jeugd
Onderwijs, excl.
451
545
Onderwijshuisvesting
Participatie
2.206
2.603
Inkomensondersteuning
5.835
5.929
Minimabeleid
579
586
Kinderopvang en
290
257
peuterspeelzaalwerk
Transitie Wmo
0
1.929
Transitie Jeugdzorg
0
87
Algemene voorzieningen
0
2.146
Wmo en Jeugdzorg
Gezondheidszorg
386
360
Jeugd- en jongerenwerk
154
296
Begraafplaatsen
220
177
Mutaties reserves
10
10
programma 3
Totaal lasten
10.131
14.925
Saldo (baten -/- lasten)
-2.456
-8.867
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Niet in te delen lasten
0
0
Toegerekende rente
25
0
Huren
0
102
Overige aankopen en
uitbesteding duurzame
0
0
goederen
Overige goederen en
73
113
diensten
Betaalde belastingen
0
0
Aankopen niet duurzame
0
0
goederen en diensten
Inkomensoverdrachten van
7.161
5.371
het rijk
Subsidies aan
136
416
marktproducenten
Sociale uitkeringen in geld
23
6
Overige
0
0
vermogensoverdrachten
Inkomensoverdrachten aan
0
0
overheid (niet rijk)
Overige
0
0
inkomensoverdrachten
Aandelen en overige
0
0
deelnemingen
Reserveringen
256
50
Kapitaallasten
0
0
Overige verrekeningen van
0
0
kostenplaatsen
Totaal baten
7.675
6.058
37
2016
2017
2018
2019
550
550
550
550
2.551
5.748
597
2.455
5.748
604
2.372
5.748
608
2.292
5.748
608
325
286
286
286
3.521
2.062
3.488
1.958
3.412
1.946
3.388
1.949
3.892
3.839
3.859
3.857
371
268
129
371
270
128
371
270
127
371
270
127
10
10
10
10
20.024
19.707
19.559
19.455
-14.624
-14.330
-14.183
-14.080
2016
0
0
102
2017
0
0
102
2018
0
0
102
2019
0
0
102
0
0
0
0
113
113
113
113
0
0
0
0
0
0
0
0
4.653
4.630
4.630
4.630
509
509
509
509
6
6
6
6
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16
0
16
0
16
0
15
0
0
0
0
0
5.399
5.377
5.376
5.376
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Niet in te delen lasten
0
506
Toegerekende rente
0
0
Huren
0
0
Overige aankopen en
uitbesteding duurzame
41
0
goederen
Overige goederen en
0
0
diensten
Betaalde belastingen
0
8
Aankopen niet duurzame
461
933
goederen en diensten
Inkomensoverdrachten van
0
0
het rijk
Subsidies aan
0
0
marktproducenten
Sociale uitkeringen in geld
5.302
5.299
Overige
487
2.289
vermogensoverdrachten
Inkomensoverdrachten aan
2.707
3.364
overheid (niet rijk)
Overige
64
154
inkomensoverdrachten
Aandelen en overige
0
3
deelnemingen
Reserveringen
10
18
Kapitaallasten
109
121
Overige verrekeningen van
949
2.229
kostenplaatsen
Totaal lasten
10.131
14.925
Saldo (baten -/- lasten)
-2.456
-8.867
38
2016
1.614
0
0
2017
1.572
0
0
2018
1.525
0
0
2019
1.501
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
8
8
8
8
996
1.037
1.083
1.101
0
0
0
0
0
0
0
0
5.135
5.135
5.135
5.135
3.750
3.654
3.654
3.654
5.931
5.716
5.571
5.476
160
156
156
156
3
3
3
3
18
81
18
80
18
79
18
76
2.327
2.327
2.327
2.327
20.024
19.707
19.559
19.455
-14.624
-14.330
-14.183
-14.080
Analyse overzicht van baten en lasten
Programma 3
Verschil
Begroting 2016 nieuw
-14.624
Begroting 2016 oud
-14.457
Verschil
Nr.
-167
Omschrijving
Begrotingswijzigingen
Autonome ontwikkelingen
Aanpassing staat van personele lasten
Kostenverdeelstaat
34
-98
Mutaties gemeenschappelijke regelingen
77
Berekening rioolheffing 2016
-6
Staat D herrekening exploitatie Oude Landen
Subsidieprogramma 2016
4
-8
Beleidsaanpassingen
Ontwikkelingen WWB
-570
Herverdeling Participatiewet SD
2.136
Dekking formatie t.l.v. Sociaal Domein
50
Stimulering burgerinitiatieven
-25
Dekking t.l.v. Sociaal Domein
25
Huishoudelijke hulptoelage
-96
Jeugdzorg SD
646
Nazorg GGz onderzoek
-48
Nieuwe Wmo-taken SD
-102
Participatiewet SD nieuwe doelgroep
Participatiewet SD re-intergratie klassiek
-63
-306
Partcipatiewet SD (WSW)
-1.780
Subsidie kinderspeelzalen
-14
Voor- en vroegschoolse educatie
-23
Totaal
-167
39
BELEIDSAANPASSINGEN
2016
2017
2018
2019
- € 25.000
- € 25.000
- € 25.000
- € 25.000
Dekking tlv sociaal domein
€ 25.000
€ 25.000
€ 25.000
€ 25.000
Huishoudelijke hulptoelage
- € 96.148
0
0
0
- € 128.012
- € 208.017
- € 137.955
- € 115.163
€ 646.288
€ 624.230
€ 635.975
€ 632.281
€ 7.414
- € 9.861
- € 19.538
€ 59.556
- € 170.000
- € 170.000
- € 170.000
- € 170.000
Nazorg GGz onderzoek
- € 48.000
0
0
0
Subsidie kinderspeelzalen
Voor- en vroegschoolse
educatie
- € 14.000
- € 14.000
- € 14.000
- € 14.000
- € 22.728
- € 22.728
- € 22.728
- € 22.728
pm
pm
pm
pm
Beleidsaanpassingen
Stimulering burgerinitiatieven
Nieuwe Wmo-taken SD
Jeugdzorg SD
Participatiewet SD
Ontwikkelingen WWB
Regionale crisisdienst
STIMULERING BURGERINITIATIEVEN
In het kader van het transitieproces willen we de Nuenense inwoners stimuleren om met initiatieven te
komen die een stimulans zijn voor de verdere vormgeving van de participatiemaatschappij (opvang,
dagbesteding etc.). Er is ook al een aantal subsidieverzoeken gedaan in dat kader, de bereidheid om
initiatieven te ondernemen is er dus. We willen daaarom een budget instellen voor (co-)financiering of
subsidiering van dergelijke activiteiten. We vragen daarvoor jaarlijks € 25.000,- in de begroting op te
nemen. Dit budget willen we ten laste van de budgetten sociaal domein brengen.
HUISHOUDELIJKE HULP TOELAGE
Het beschikbare bedrag voor de decentralisatie-uitkering Huishoudelijke hulp toelage (HHT) voor 2016
is landelijk € 141 miljoen. De middelen HHT worden aan de gemeenten beschikbaar gesteld voor het
stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp, om zoveel mogelijk volwaardige werkgelegenheid te
behouden.
NIEUWE WMO-TAKEN SOCIAAL DOMEIN
Via de integratie uitkering Sociaal Domein hebben we via de meicirculaire 2015 meer geld toegezegd
gekregen. Deze extra inkomst ramen we 1 op 1 als extra uitgaven op dit onderdeel.
JEUGDZORG SOCIAAL DOMEIN
Op het gebied van Jeugdzorg is de integratie-uitkering via de meicirculaire 2015 structureel met ruim
zes ton gedaald. Deze daling is op dit onderdeel budgettair neutraal verwerkt door de uitgaven met
dezelfde bedragen te verlagen. We hebben nog onvoldoende in beeld wat de werkelijke kosten zijn.
Wel proberen we efficiënter te werken door meer casussen naar de voorkant te halen en zo duurdere
hulp buiten de deur te houden. Ook in regionaal verband wordt geprobeerd om voor 2016
kortingspercentages te bedingen.
40
PARTICIPATIEWET SOCIAAL DOMEIN
Voor de uitvoering van de Participatiewet krijgen we in de jaren 2016 en 2019 minder dan al was
begroot en in de jaren 2017 en 2018 meer. Deze bedragen verwerken we budgettair neutraal op dit
onderdeel.
ONTWIKKELINGEN WWB
In onze begroting is een inkomst geraamd van € 5.271.920,-. Zoals in de kadernota 2015 is
aangegeven mag een inkomst verwacht worden van € 4.531.113,-. Dat is dus maar liefst € 740.807,minder dan geraamd. We hebben echter vanaf de begroting 2015 een structureel bedrag van
€ 400.000,- aanpassingen WWB in onze begroting zitten. Dit maakt het financiële probleem dus
aanmerkelijk
kleiner.
Op dit moment wordt aan de uitgavenkant van de begroting rekening gehouden met een bedrag van
€ 4.754.920,- en we zien dat de werkelijke lasten op dit moment ongeveer hetzelfde verloop heeft als
vorig jaar en in lijn ligt met deze raming. Wij treffen nu actief maatregelen om dit financieel op te
vangen. Zo zijn we geruime tijd bezig met innovatieve projecten. Bovendien gaan we door middel van
de inzet van transitiemiddelen bij de WSD (dividend) de uitkeringsaantallen proberen te verlagen en
de uitkeringskosten te beperken. Ook verrichten wij inspanningen om met behulp van het RWB en
rechtstreeks met werkgevers over te kunnen gaan tot plaatsingen binnen de Participatiewet.
Vooralsnog ramen we 50% van het hierboven aangegeven financiële nadeel. Oftewel 50% van
€ 340.807,- is afgerond € 170.000,-.
NAZORG GGZ ONDERZOEK
Het blijkt dat het schort aan opvang en nazorg van Nuenense inwoners die na een periode intramurale
hulp te hebben gehad weer in de maatschappij moeten integreren. Deze constatering is een gevolg
van het feit dat de gemeente nu veel dichter op het totale hulpverleningsproces zit en dit soort lacunes
kan waarnemen. In 2016 willen we nagaan of en in welke mate opvang / nazorg georganiseerd kan
worden. Een eerste eenmalige inzet van professionals is noodzakelijk om dit te onderzoeken.
Daarvoor is incidenteel € 48.000,- nodig. Wat de structurele financiële gevolgen zijn zal gaandeweg
2016 duidelijk worden.
SUBSIDIE KINDERSPEELZALEN NUENEN
In de afgelopen periode heeft een fusie plaatsgevonden tussen de stichting Kinderspeelzalen Nuenen
en de peuterspeelzaal Gerwen. De voorbije twee jaar is telkens vastgesteld dat er geldstromen door
elkaar liepen waardoor een feitelijke financiële sturing niet mogelijk bleek.
Om wel een adequaat sturingsmiddel te hebben moet de bijdrage voor de gefuseerde stichting
gescheiden worden van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Dat laatste kan immers door alle
vormen van kinderopvang georganiseerd worden. De organisatie van de extra voorziening VVE als
middel om het transformatieproces in de jeugdzorg vorm te geven vergt van alle betrokken
organisaties een gezonde financiële basis. Die is momenteel niet structureel op orde bij de stichting
Kinderspeelzalen Nuenen. Dankzij incidentele subsidies is het mogelijk geweest dat euvel in de
afgelopen jaren het hoofd te bieden, maar nu blijkt dat het peuterspeelzaalwerk in het algemeen en de
VVE in het bijzonder succesvol zijn, moet een structurele financiële bijdrage van € 14.000,- geraamd
worden.
41
VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE (VVE)
Er is een wachtlijst ontstaan bij de honorering van verzoeken om VVE. Zuidzorg verwijst vanuit de
ouder – en kindzorg momenteel meer kinderen door dan van rijkswege budget beschikbaar is gesteld.
Door deze kinderen op deze wijze in een vroeg stadium de juiste begeleiding te bieden neemt de kans
op een problematische ontwikkeling af en wordt inzet van relatief duurdere gespecialiseerde zorg in de
toekomst vermeden (transformatieproces). Dit kost in totaal voor drie groepen € 45.000,-. Voor 2016
ontvangen we nog een doeluitkering van € 22.272,- zodat we er zelf € 22.728,- gemeentelijke gelden
in stoppen. Hoe de toekomstige rijksbekostiging vanaf 2017 gaat lopen is nog niet duidelijk maar we
stellen wel voor om de gemeentelijke bijdrage op dit gebied van € 22.728,- te blijven begroten.
SPOED4JEUGD/REGIONALE CRISISDIENST 0-23 JAAR
Het gaat hierom één regionaal meldpunt dat dag en nacht bereikbaar is bij acute crises waarbij
kinderen of jongeren tot 23 jaar betrokken zijn. Het is een samenwerking tussen 18 verschillende
organisaties. De 21 gemeenten in de regio Zuidoost Brabant zijn voor het onderdeel tot 18 jaar de
opdrachtgever. In het Regionaal Werkplan 2015 is een bedrag gereserveerd voor Spoed4Jeugd. Dat
is echter niet voldoende om de coördinatie te kunnen voeren en de ambities die zijn geformuleerd
waar te maken. Er is een schatting gemaakt van de middelen die hier in totaal voor de regio nodig zijn.
Dit is een bedrag van € 425.190,-. Bij dit bedrag zijn verschillende kanttekeningen te plaatsen.
Vooralsnog hebben we ons aandeel pm geraamd.
42
PROGRAMMA 4: VERENIGINGEN & ACCOMMODATIES
Portefeuillehouder(s): Dhr. Ir. J.G.M.W. Pernot en Dhr. H.M.A. Pero
43
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
Missie/visie
Collegeprogramma
Deelname mogelijk maken van
alle Nuenense inwoners aan
maatschappelijke activiteiten.
De gemeente Nuenen wil toe
werken naar een nieuw
structureel, toekomstvast en
zoveel mogelijk geobjectiveerd
subsidiebeleid. Daarbij staat het
behoud van de verscheidenheid
van activiteiten voorop, niet het
beschermen van
entiteiten(zoals afzonderlijke
verenigingen).
We streven naar toepassing van
marktconforme huurprijzen voor
accommodaties. We
subsidiëren
niet de accommodatie(s) maar
de verenigingen.
Er wordt ingezet op een nieuw
beleid dat wordt vastgelegd in
een nieuwe verordening,
waarbij
verenigingen ook worden
gestimuleerd om in het kader
van de participatiewet bepaalde
activiteiten aan te bieden. Het
nieuwe subsidiebeleid en de
nieuwe verordening zullen ook
een nieuwe vorm van toetsen,
selecteren en monitoren vergen.
2016 resultaten in
programmabegroting
Een pluriform aanbod van
activiteiten wordt vastgesteld in
een beleidsnota die de tweede
helft van 2016 ter
besluitvorming wordt
aangeboden.
Het uitgangspunt dat
activiteiten leidend zijn bij de
rechtvaardiging van het
bestaan van een
accommodatie betekent dat de
vaststelling van het pluriform
aanbod in onze gemeente het
vertrekpunt is voor het al of niet
voortbestaan van een
bepaalde voorziening.
Op de eerste plaats wordt het
pluriform aanbod vast te stellen
beleid vertaald in een nieuwe
algemene subsidieverordening.
Op de tweede plaats zal het
sociaal beleid in totaliteit (zie
ook programma 3) gemonitord
worden. Dat gebeurt zowel via
de landelijke monitor (3-D) als
een op te stellen lokaal
instrument (verbinding).
RELEVANTE BELEIDSNOTA'S IN DIT PROGRAMMA
•
•
•
•
•
Algemene Subsidieverordening 2008;
Beleidsregels 2008;
Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Nuenen 2015 (vastgesteld door de
gemeenteraad op 26 maart 2015);
Meerjarenspreidingsplan onderwijshuisvesting 2015-2035 Gemeente Nuenen c.a. (vastgesteld
door de gemeenteraad op 2 juli 2015);
Doordecentralisatieovereenkomst voortgezet onderwijs gemeente Nuenen (gesloten op 17
december 2014).
44
WAT GAAN WE ERVOOR DOEN?
PLURIFORM AANBOD
In het algemeen vallen onder dit vierde programma alle activiteitensubsidies voor Nuenense
instellingen, uitgezonderd de wettelijke taken. Deze laatste zijn in programma 3 aan de orde gekomen.
Uitgangspunt voor het verstrekken van subsidies is de wens om in onze gemeente een rijk aanbod
aan voorzieningen in stand te houden. Deze voorzieningen richten zich op sport, cultuur, jongeren- en
ouderenactiviteiten. Vigerend subsidie- en accommodatiebeleid is gebaseerd op het amendement van
december 2013 en de algemene subsidieverordening 2008. In december 2015 zal een nieuw
subsidie- en accommodatiebeleid evenals een nieuwe subsidieverordening naar de raad gebracht
worden. Op dat gebied zijn er echter nog enkele vraagstukken die op korte termijn verder onderzocht
moeten worden.
ZWEMBAD
Uit onderzoek blijkt dat zich nu een uitgelezen kans voordoet om de (betaalbare)
mogelijkheden te bekijken voor de realisatie van een zwembad in Nuenen in
combinatie met behoud van de sporthal. De gemeenteraad heeft al besloten dat
de sporthal ook na 2018 in Nuenen moet blijven en onderzoek geeft aan dat er
synergievoordelen te behalen zijn als sporthal en zwembad gecombineerd worden.
Uitgangspunt is om ook de zwwemverenigingen te accommoderen waarbij door
compartimentering en een beweegbare bodem meerdere activiteiten gelijktijdig
plaats kunnen vinden. Echter, nader onderzoek moet uitwijzen of dat ook haalbaar is.
MUZIKALE VORMING
Bij het pluriform aanbod behoort ook muzikale vorming. Het is bekend dat de
gemeente Nuenen kampt met een negatief eigen vermogen van het
Kunstkwartier. Het aanbod van muzikale vorming dreigt daarmee in gevaar te
komen. We hebben daarom een budget van € 71.071,- opgenomen om het
Kunstkwartier weer financieel gezond te maken.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
Beleidsnota pluriform aanbond Nuenen c.a. (maart 2016), Subsidie- en accommodatiebeleid.
ACCOMMODATIEBELEID
Uitgangspunt is dat een accommodatie een middel is om een doel te bereiken via activiteiten.
Daarmee legitimeren de georganiseerde activiteiten het bestaansrecht van een accommodatie. In
principe wordt een accommodatie kostendekkend geëxploiteerd. In sommige gevallen compenseren
we
de
huur
via
het
subsidiebeleid
aan
verenigingen.
Volgend op de vaststelling van het pluriform activiteitenaanbod in onze
gemeente, vindt uitwerking naar de diverse accommodaties in onze
gemeente plaats. Bij het pluriformiteitsuitgangspunt stellen we ook vragen
over de geografische spreiding (van sportvoorzieningen), over
meerwaarde binnen het bestaande aanbod en over de exploitatie.
45
ONDERW IJS
Door vaststellen van het meerjarenspreidingsplan onderwijshuisvesting
door de gemeenteraad, hebben we een belangrijke stap gezet. De
komende periode werken we de genomen besluiten verder uit. Het
belangrijkste is de herschikking in Nuenen-Oost, waardoor de leegstand
van schoollokalen afneemt, plus de verhuizing van basisschool De
Mijlpaal naar een nieuw gebouw.
De raad heeft wat betreft het voortgezet onderwijs besloten om te kiezen voor doordecentralisatie. Dit
betekent dat de gelden die de gemeente krijgt voor huisvesting, doorgesluisd worden naar de school.
Die is dan verantwoordelijk voor de besteding van het budget. In Nuenen realiseert het Pleincollege in
2016 een (gedeeltelijk) nieuw onderkomen voor haar Vmbo en Mavo-opleidingen.
De gemeente is en blijft verantwoordelijk voor het bewegingsonderwijs.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
Accommodatieprogramma 2016 – 2019;
Uitwerken van de herschikking huisvesting basisonderwijs NuenenOost, waarbij we het verzoek van HE om de schoolgebouwen te kopen betrekken. Uitvoering
herschikking met ingang van schooljaar 2018-2019;
Uitwerken van het raadsbesluit om een nieuw gebouw voor basisschool de Mijlpaal te realiseren
in Nuenen-West;
SUBSIDIEVERORDENING
De gemeenteraad wil graag een Algemene Subsidieverordening (ASV) voor de
gemeente Nuenen; de oude uit 2008 moet worden geactualiseerd.
De subsidieverordening spitst zich toe op alle lokale (activiteiten)subsidies,
afgezien van de activiteiten voortvloeiend uit wet- en regelgeving. Omdat het
alleen gaat om activiteitensubsidies in het kader van de instandhouding van een
lokaal voorzieningenniveau, is een verdere precisiering via subsidieregels
overbodig geworden.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
Vaststelling Algemene Subsidieverordening januari 2016.
46
WAT GAAT HET KOSTEN?
In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma zijn verbonden. De
bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.
Zowel de baten als de lasten worden als positieve bedragen weergegeven. Het saldo wordt
weergegeven als negatief als er meer lasten zijn dan baten en als positief als er meer baten zijn dan
lasten.
Omschrijving
4. Verenigingen &
Accommodaties
Onderwijshuisvesting
Vormings- en
ontwikkelingswerk
Sport
Totaal baten
Realisatie Begroting
Omschrijving
4. Verenigingen &
Accommodaties
Onderwijshuisvesting
Vormings- en
ontwikkelingswerk
Sport
Totaal lasten
Realisatie
Saldo (baten -/- lasten)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
33
52
123
52
52
52
0
0
0
0
0
0
121
155
188
240
225
348
225
277
225
277
225
277
Begroting
2014
2015
2016
2017
2018
2019
345
1.433
1.471
1.381
1.523
1.518
682
645
718
641
641
629
1.238
2.265
1.207
3.285
1.239
3.428
1.206
3.228
1.189
3.353
1.177
3.324
-2.111
-3.046
-3.080
-2.952
-3.076
-3.047
2016
0
0
286
2017
0
0
235
2018
0
0
235
2019
0
0
235
0
0
0
0
62
42
42
42
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
348
277
277
277
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Niet in te delen lasten
0
0
Energie
0
0
Huren
134
213
Overige aankopen en
uitbesteding duurzame
0
0
goederen
Overige goederen en
21
27
diensten
Betaalde belastingen
0
0
Aankopen niet duurzame
0
0
goederen en diensten
Inkomensoverdrachten aan
0
0
overheid (niet rijk)
Overige
0
0
inkomensoverdrachten
Reserveringen
0
0
Kapitaallasten
0
0
Overige verrekeningen van
0
0
kostenplaatsen
Totaal baten
155
240
47
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Niet in te delen lasten
0
0
Energie
40
21
Huren
0
0
Overige aankopen en
uitbesteding duurzame
12
9
goederen
Overige goederen en
0
0
diensten
Betaalde belastingen
41
35
Aankopen niet duurzame
328
1.105
goederen en diensten
Inkomensoverdrachten aan
715
655
overheid (niet rijk)
Overige
154
84
inkomensoverdrachten
Reserveringen
41
37
Kapitaallasten
827
1.008
Overige verrekeningen van
108
331
kostenplaatsen
Totaal lasten
2.265
3.285
Saldo (baten -/- lasten)
-2.111
-3.046
2016
0
36
0
2017
10
21
0
2018
112
21
0
2019
110
21
0
9
9
9
9
0
0
0
0
27
27
27
27
1.229
1.148
1.193
1.195
749
673
673
673
86
85
85
85
37
965
37
929
37
906
37
877
290
290
290
290
3.428
3.228
3.353
3.324
-3.080
-2.952
-3.076
-3.047
Analyse overzicht van baten en lasten
Programma 4
Verschil
Begroting 2016 nieuw
-3.080
Begroting 2016 oud
-3.214
Verschil
Nr.
134
Omschrijving
Begrotingswijzigingen
Jaarrekening 2014
38
Aanpassing staat van activa
5
Autonome ontwikkelingen
Kostenverdeelstaat
41
Subsidieprogramma 2016
-6
Beleidsaanpassingen
Overschot scholenspreidingsplan
157
Indexering huur scholen
-5
Sanering vermogen Kunstkwartier
-71
Sport-zwem-combinatie
-25
Totaal
134
48
BELEIDSAANPASSINGEN
2016
2017
2018
2019
0
- € 9.680
- € 112.012
- € 110.438
0
€ 9.680
€ 112.012
€ 110.438
Overschot scholenspreidingsplan
€ 157.000
€ 147.320
0
0
Sport-zwem-combinatie
- € 25.000
Sanering vermogen kunstkwartier
- € 71.071
Beleidsaanpassingen
Realisering huisvesting De
Mijlpaal
Dekking tlv
scholenspreidingsplan
REALISERING NIEUWE HUISVESTING DE MIJLPAAL
In het nieuwe scholenspreidingsplan is een structurele oplossing voor de basisschool De Mijlpaal
uitgewerkt. Inmiddels is duidelijk dat er een nieuwe school gerealiseerd gaat worden met een omvang
van 9 lokalen in Nuenen-West. Voor de bouw van de school is het nodig dat de gemeente grond
verwerft en het schoolbestuur een krediet verleent zodat het zelf de school kan realiseren. Daarmee is
in 2017 een bedrag gemoeid van € 242.000,- en in 2018 € 1,6 miljoen. De kapitaallasten van deze
investering kan ten laste worden gebracht van gereserveerde post verlaging huurkosten van €
157.000,- worden gebracht. Vanaf 2018 houden we nog budget beschikbaar (het verschil tussen de
vrijval huurbetaling van € 157.000,- en de structurele kapitaallasten investering De Mijlpaal) om
verdere investeringen op het gebied van onderwijshuisvesting te kunnen bekostigen.
SPORT-ZWEM-COMBINATIE
De discussie over het in stand houden van een zwembad werd vorig jaar aangezwengeld toen de
huidige exploitant te kennen gaf de huurtarieven fors te gaan verhogen. Doordat de gemeente samen
met de gebruikers en de exploitant in overleg gingen is de maatregel om de tariefsverhoging door te
voeren bijgesteld tot september 2015. Dan zal er een besluit genomen moeten worden.
We zoeken nu naar oplossingen. Deze kunnen variëren tot het gebruik maken van zwemwater buiten
onze gemeentegrenzen of het realiseren van een nieuw zwembad. Op dit moment wordt de
haalbaarheid onderzocht om een zwembad in combinatie met een sporthal te bouwen.
We moeten dus een verdiepingsslag maken van de reeds uitgevoerde verkenning van een zwembad /
sporthal. We houden er rekening mee dat er verder onderzoek gedaan moet worden naar
mogelijkheid, voldoende draagvlak en exploitatiemodellen. Daarbij moet ook aan de orde gesteld
worden of de gemeente de huidige sporthal wil te renoveren of nieuw bouwen in combinatie met een
zwembad.
Op voorhand is slechts een raming te maken van de kosten die gepaard gaan met een dergelijke
verdiepingsslag. We vragen daarom een bedrag van € 25.000,- incidenteel op te nemen in de
begroting 2016.
49
SANERING NEGATIEF VERMOGEN KUNSTKWARTIER
De gemeente Nuenen heeft de voorbije jaren op de subsidie van Kunstkwartier gekort. Enerzijds via
de exploitatiesubsidie. Anderzijds door een gefaseerde afbouw van de huisvestingssubsidie Klooster.
Door ingrepen in subsidies en door de toenmalige bedrijfsvoering is bij de instelling een negatief eigen
vermogen ontstaan. De bedrijfsvoering van Kunstkwartier is inmiddels drastisch veranderd. Uit de
exploitatie blijkt dat het tekort significant is teruggedrongen, ondanks aanhoudende bezuinigingen.
Het gaat dus veel beter, maar Kunstkwartier is niet in staat om het negatieve vermogen binnen een
redelijke termijn te saneren. We willen Kunstkwartier eenmalig een bedrag beschikbaar stellen van
€ 71.071,- om weer een gezonde financiële situatie te krijgen.
50
PROGRAMMA 5: WONEN & LEEFOMGEVING
Portefeuillehouder(s): Dhr. M.J.P. Jansen en Dhr. H.M.A. Pero
51
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
Missie/visie
Collegeprogramma
Passende huisvesting
voor verschillende
doelgroepen.
Adequate bestemmingsplannen
Herfasering Nuenen-West
Nota grondbeleid
Huisvesting doelgroepen
ouderen/jongeren/zorgbehoevenden/Sinti
2016 resultaten in
programmabegroting
Conform de plancyclus
worden in 2016 een aantal
bestemmingsplannen
geactualiseerd. Waarbij
bepalingen uit de
Verordening ruimte worden
opgenomen.
Er zal een herijking
plaatsvinden van NuenenWest. Dit heeft betrekking op
de inrichting van het plan en
de financiële afspraken.
In 2016 wordt gestart met de
actualisatie van de Nota
grondbeleid.
Vaststelling algemeen
volkshuisvestelijk kader.
Actualisatie visie huisvesting
Sinti (onderdeel voormalige
Plan van Aanpak).
Actualisatie
woningbouwprogramma.
RELEVANTE BELEIDSNOTA'S IN DIT PROGRAMMA
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Wet ruimtelijke ordening (Wro)
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Gemeentelijke Structuurvisie (wijziging 2015)
Intergemeentelijke structuurvisie Rijk van Dommel en Aa (september 2011)
Welstandsnota
Reclamenota
Sectorale Structuurvisie Wonen (Woonvisie) 2013-2020
Prestatieafspraken gemeente Nuenen, Woonbedrijf 2012-2017 (25 mei 2012)
Bestuursconvenant Stedelijk Gebied Eindhoven
Plan van aanpak Sinti in Nuenen 2013-2015 (vastgesteld 18 december 2012)
Amendement (gemeenteraad) van 6 november 2014 over 5e locatie
Nota Grondbeleid 2005
Nota Grondbeleid 2012
Ruimtebalans naar Masterplan
Prioritering en grondexploitatie
52
WAT GAAN WE ERVOOR DOEN?
RUIMTELIJK BELEID
Het kader waarbinnen dit programma plaatsvindt, zijn bestemmingsplannen en
structuurvisies. Alle gewenste ontwikkelingen moeten vastliggen in ruimtelijk beleid.
Hiervoor is van groot belang dat ze up-to-date zijn, wat betekent dat we de komende
periode een aantal beleidsdocumenten moeten gaan actualiseren. Daarnaast is
ruimtelijke ordening een steeds breder beleidsterrein met aandacht voor niet direct
ruimtelijke aspecten zoals gezondheid, veiligheid en een prettige woon- en
werkomgeving.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
•
Vaststellen van gebiedsdekkende bestemmingsplannen voor onder andere het
buitengebied, Landgoed Gulbergen, Eeneind, Gerwen Zuid Oost. Vaststellen van
bestemmingsplannen voor ontwikkelingen op Molvense Erven 63, Verbindingsboog
Meijerijlaan, Emmastraat, Pastoorsmast 3 -5, Mauritsgaarde, crematorium Oude Landen,
Hoekstraat Nederwetten en calamiteitenpad Nederwetten;
Ruimtelijke gevolgen van veranderingen in het sociale domein vertalen naar
bestemmingsplannen;
Ruimte bieden voor ontwikkeling vrijetijdseconomie binnen regels bestemmingsplannen.
Conform de plancyclus worden in 2016 een aantal bestemmingsplannen geactualiseerd
(deze planning is als bijlage bij deze begroting gevoegd).
WONEN
Waar in de stedelijke omgeving appartementen gebouwd worden, ligt de
nadruk in Nuenen op de bouw van grondgebonden woningen. Dit sluit ook
aan bij de groene ambities van de gemeente én de vestigingsmotieven van
gezinnen: een dorp in het groen, op korte afstand van de stad. Een groot deel
van de nieuwe woningen, ongeveer 1.575 stuks, komt in Nuenen-West. De
eerste fase Nuenen-West is gestart met de bouw van een breed scala aan
woningtypen.
Ook in de komende periode zal de herijking (actualisering) van het plan een belangrijk onderwerp zijn.
Deze herijking moet zorgen voor een acceptabele ruimtelijke inrichting en een betere financiële positie
van de gemeentelijke grondexploitatie.
Naast reguliere bouw heeft de gemeente een extra verantwoordelijkheid voor
een aantal doelgroepen:
•
•
•
•
ouderen en zorgbehoevenden (met als doel zo lang mogelijk zelfstandig
blijven wonen)
jongeren
statushouders
Sinti
53
Om te zorgen dat ouderen en zorgbehoevenden zo lang mogelijk zelfredzaam en op een goede
manier in hun eigen woning kunnen blijven wonen, moeten voorzieningen bereikbaar zijn. Daarnaast
kunnen mogelijkheden voor het bouwen ten behoeve van mantelzorg oplossingen bieden.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
•
•
•
•
Afronden herijking Nuenen West;
Start woningbouw Gerwen ZO;
Verkoop kavels Nederwetten en Eeneind-Oost;
Vaststelling volkshuisvestelijk kader;
Vaststellen prestatieafspraken met corporaties;
Herziening woningbouwprogramma;
Huisvestingsvisie Sinti als onderdeel van het Plan van Aanpak Sinti.
VERGUNNINGEN
In 2018 treedt de Omgevingswet in werking. Een nieuwe wet waarbinnen bestaande wetten zijn
samengevoegd. Door het samenvoegen van de Algemene Plaatselijke Verordening met de
Omgevingswet, krijgen we een integrale vergunningverlening.
De economie trekt aan. Daarom zullen er naar verwachting meer bouwactiviteiten plaatsvinden.
Tegelijkertijd zijn meer van die activiteiten vergunningsvrij. De effecten van de aantrekkende economie
en de verdere deregulering, heffen elkaar wat aantallen aanvragen betreft, waarschijnlijk op.
De ontwikkeling van Landgoed Gulbergen als recreatief gebied ligt
momenteel stil. Inmiddels zijn Attero en Libéma “uit elkaar”,
waardoor er geen exploitant en uitvoerbare planvisie meer zijn.
Attero heeft de opdracht voor het opstellen van een
bestemmingsplan stopgezet. Pogingen van de gemeenten Nuenen
en Geldrop-Mierlo tot het laten uitvoeren van een marktverkenning
naar de mogelijkheden voor Landgoed Gulbergen, zijn door MRE
geblokkeerd. Het MRE wenst eerst zekerheid te krijgen over de
bedoelingen van Attero met het Landgoed, nu Attero is overgenomen door Waterland. Dat betekent
dat de geraamde bouwlegesopbrengst zoals die voorheen begroot was, niet meer reëel is.
Dit neemt overigens niet weg dat de ambitie in stand blijft om Landgoed Gulbergen te ontwikkelen als
een intensief recreatief park met landelijke uitstraling. Het Landgoed Gulbergen heeft immers de
potentie
om
een
enorme
impuls
te
geven
aan
de
vrijetijdseconomie.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
Vaststelling verordening kwaliteit VTH omgevingsrecht;
Herziening Bouwverordening.
54
BOUW GRONDEXPLOITATIE
Daarnaast hebben het grondbeleid en de grondexploitatie een grote impact op de financiële
huishouding van de gemeente. De eventuele kansen en risico´s in de bouwgrondexploitatie zijn van
belang voor de algemene financiële- en reservepositie van de gemeente.
REKENRENTE
Sinds 2013 werd een gemeentelijke rekenrente gehanteerd van 4% per jaar. Deze wordt vanaf 1-12016 verlaagd naar 2,5 %. Bij de bouwgrondexploitaties spreken we over grote bedragen;
rentewijzigingen hebben dus een grote impact.
Een aantal gemeentelijke leningen zijn hergefinancierd. Deze leningen hebben rentepercentages op
basis van de nu geldende lagere marktrente. De exacte effecten van de verlaging van deze
rekenrente zullen bij de herziening van de grondexploitaties in 2016 (in het kader van de jaarrekening
2015) voor alle projecten doorgerekend worden.
GRONDPRIJSBELEID
De nota grondbeleid 2012-2018, die in juni 2012 door de raad is vastgesteld,
bevatte diverse wijzigingen in het grondprijsbeleid. Deze grondprijzen passen we
toe als kaders en voorwaarden voor de gemeentelijke uitgifte van (bouwrijpe)
grond in (nieuwe) grondexploitaties en projecten. Deze grondprijzen worden
jaarlijks bezien en indien nodig geactualiseerd (d.m.v. een nieuw vast te stellen
Kader Grondprijzen en Exploitatiebijdragen). De verwachting is dat dit in 2016
moet gebeuren.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
De rekenrente zal per 1 januari 2016 van 4 % verlaagd worden naar 2,5 % per jaar. In de
jaarrekening 2015 zal deze rekenrente in de grondexploitaties worden opgenomen;
Vaststellen nieuw Kader Grondprijzen en Exploitatiebijdragen.
55
WAT GAAT HET KOSTEN?
In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma zijn verbonden. De
bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,- Zowel de baten als
de lasten worden als positieve bedragen weergegeven. Het saldo wordt weergegeven als negatief als
er meer lasten zijn dan baten en als positief als er meer baten zijn dan lasten.
Omschrijving
Realisatie Begroting
5. Wonen & Leefomgeving
2014
2015
Ruimtelijke ordening
65
2
Woningexploitatie/woningbouw
505
477
Volkshuisvesting
167
130
Omgevingsvergunningen
494
557
Bouwgrondexploitatie
10.920
22.171
Mutaties reserves programma
329
930
5
Totaal baten
12.481
24.267
2016
2
460
130
590
11.848
2017
2
460
130
490
14.919
2018
2
460
130
664
28.805
2019
2
460
130
795
12.917
1.182
123
590
335
14.212
16.123
30.649
14.638
2016
602
553
2.028
0
11.325
2017
553
552
2.023
0
14.896
2018
556
552
2.033
0
28.609
2019
556
552
2.033
0
12.547
1.670
1.143
1.912
1.866
16.178
19.166
33.662
17.554
-1.971
-1.966
-3.043
-3.013
-2.916
Realisatie Begroting
2014
2015
0
0
31
0
504
477
206
129
2.946
14.229
0
0
2016
0
0
460
129
7.818
0
2017
0
0
460
129
12.982
0
2018
0
0
460
129
23.549
0
2019
0
0
460
129
8.691
0
Omschrijving
Realisatie Begroting
5. Wonen & Leefomgeving
2014
2015
Ruimtelijke ordening
540
628
Woningexploitatie/woningbouw
554
563
Volkshuisvesting
1.460
1.833
Omgevingsvergunningen
0
0
Bouwgrondexploitatie
13.039
21.795
Mutaties reserves programma
319
1.419
5
Totaal lasten
15.912
26.237
Saldo (baten -/- lasten)
Omschrijving
Kostensoort
Niet in te delen lasten
Werkelijk betaalde rente
Werkelijk ontvangen rente
Huren
Kosten algemene plannen
Aankoop gronden
Overige aankopen en
uitbesteding duurzame
goederen
Overige goederen en
diensten
Betaalde belastingen
Aankopen niet duurzame
goederen en diensten
Inkomensoverdrachten van
het rijk
Sociale uitkeringen in geld
-3.431
0
0
0
0
0
0
1.506
8.502
4.622
2.430
5.922
5.024
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
17
0
0
0
0
0
123
0
0
0
0
0
56
Inkomensoverdrachten aan
overheid (niet rijk)
Overige
inkomensoverdrachten
Overige
investeringsbijdragen en
overige kapitaaloverdrachten
Reserveringen
Kapitaallasten
Overige verrekeningen van
kostenplaatsen
Overige verrekeningen
Totaal baten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.099
94
930
0
1.182
0
123
0
590
0
335
0
283
0
0
0
0
0
4.671
12.481
0
24.267
0
14.212
0
16.123
0
30.649
0
14.638
2016
23
460
0
0
0
512
2017
40
460
0
0
0
215
2018
28
460
0
0
0
18.312
2019
38
460
0
0
0
59
900
2.067
1.634
673
0
0
0
0
1
1
1
1
251
210
213
213
0
0
0
0
0
0
0
0
38
34
34
34
1
1
1
1
20
0
0
0
2.485
3.165
1.989
2.865
2.792
2.666
2.782
2.483
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Niet in te delen lasten
0
3
Werkelijk betaalde rente
503
477
Werkelijk ontvangen rente
0
0
Huren
0
0
Kosten algemene plannen
0
0
Aankoop gronden
2.439
7.945
Overige aankopen en
uitbesteding duurzame
1.691
2.133
goederen
Overige goederen en
0
0
diensten
Betaalde belastingen
40
1
Aankopen niet duurzame
231
257
goederen en diensten
Inkomensoverdrachten van
1
0
het rijk
Sociale uitkeringen in geld
0
0
Inkomensoverdrachten aan
91
579
overheid (niet rijk)
Overige
0
1
inkomensoverdrachten
Overige
investeringsbijdragen en
20
20
overige kapitaaloverdrachten
Reserveringen
2.336
2.171
Kapitaallasten
3.514
3.160
Overige verrekeningen van
2.694
3.124
kostenplaatsen
Overige verrekeningen
2.352
6.367
Totaal lasten
15.912
26.237
3.262
3.055
2.823
2.823
5.060
16.178
8.230
19.166
4.698
33.662
7.989
17.554
Saldo (baten -/- lasten)
-1.966
-3.043
-3.013
-2.916
-3.431
-1.971
57
Analyse overzicht van baten en lasten
Programma 5
Verschil
Begroting 2016 nieuw
-1.966
Begroting 2016 oud
-2.393
Verschil
Nr.
427
Omschrijving
Begrotingswijzigingen
Jaarrekening 2014
565
Autonome ontwikkelingen
Kostenverdeelstaat
-189
Aanpassing bouwleges
86
Bespaarde rente
-32
Beleidsaanpassingen
Renovatie woonwagens
-3
Totaal
427
BELEIDSAANPASSINGEN
Beleidsaanpassingen
Verlaging bouwlegsopbrengst
Renovatie woonwagens
2016
2017
2018
2019
0
- € 200.000
- € 200.000
- € 200.000
- € 3.000
- € 18.000
- € 28.267
- € 38.267
BOUWLEGES OPBRENGST VERLAGING
In 2010 is door Attero (erfpachter) en Libéma (beoogd exploitant) een planvisie opgesteld voor het
Landgoed Gulbergen. Het adviesbureau Arcadis heeft de afgelopen jaren aan een bestemmingsplan
gewerkt in opdracht van Attero. Voor dit plan was de planvisie van Attero/Libéma leidend. Inmiddels
zijn Attero en Libéma “uit elkaar gegaan” waarmee er geen exploitant en uitvoerbare planvisie meer is.
Attero heeft de opdracht voor het opstellen van een bestemmingsplan stopgezet.
In het kader van de actualisatie gaat de gemeente nu zelf een conserverend bestemmingsplan
opstellen waarin tevens de vrijstelling voor Bloem en Tuin wordt opgenomen. Over een verdere
ontwikkeling van Landgoed Gulbergen als recreatief gebied kan nu geen enkele uitspraak worden
gedaan.
Deze ontwikkelingen dwingen ons er toe om de extra geraamde bouwleges vanaf 2017 van
€ 200.000,- niet meer op te nemen. Het feit dat we in de raming van de bouwleges geen rekening
(meer) houden met leges voor landgoed Gulbergen betekent niet dat we geen inzet meer gaan plegen
om landgoed Gulbergen te gaan ontwikkelen.
58
RENOVATIE WOONWAGENS
Het college wil goede en gezonde huisvesting voor alle inwoners van Nuenen. Het noodzakelijk
geachte onderhoud aan huurwoonwagens (waar de gemeente eigenaar van is) blijft ver achter bij
deze ambitie. Dit maakt het noodzakelijk dat bestaande huurwoonwagens in de komende jaren
gerenoveerd moeten worden om een leefbare huisvesting te kunnen blijven waarborgen. Maximale
kosten per wagen zijn € 25.000,-. We gaan uit van renovatie van 6 wagens in 2015 en vervolgens 4
wagens per jaar. De kosten worden geactiveerd.
Via het aannemen van een amendement heeft de raad op 6 november 2014 besloten om deze
opgenomen bedragen uit de begroting te halen en dat direct een start gemaakt moet worden met de
procedure om te komen tot realisatie van de vijfde woonwagenlocatie in Nuenen West.
De realisatie van de vijfde sinti-locatie in Nuenen West laat op zich wachten. De verantwoordelijkheid
voor de ontwikkeling hiervan ligt bij Nuenen West BV. Deze ontwikkelaar heeft nog geen geschikte
partij gevonden om deze locatie te beheren. Dit kan mogelijk nog 5 jaar duren. Een aantal jongere
Sinti wil hier niet op wachten en gaan steeds vaker in huizen wonen.
e
De 5 locatie biedt dan ook geen oplossing voor de urgente problemen op de bestaande locaties.
Het amendement is derhalve niet uitvoerbaar.
59
PROGRAMMA 6: RUIMTELIJK BEHEER, MILIEU & VERKEER
Portefeuillehouder(s): Dhr. M.J.P. Jansen, Dhr. H.M.A. Pero en
Dhr. Drs. P.R. Weijmans
60
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
Missie/visie
Collegeprogramma
Straten, wegen en pleinen:
Op een sobere wijze de
openbare ruimte veilig en heel
houden. De inwoners worden
op een goede manier
betrokken bij het beheer van
de openbare ruimte.
Het college wil investeren om zo
energieneutraal mogelijk te zijn.
2016 resultaten in
programmabegroting
Langs hoofd- en ontsluitingswegen wordt de huidige
verlichting zo snel mogelijk
vervangen door energiezuinige
verlichting.
Inwoners zullen actief worden
uitgenodigd om deel te nemen
aan overleg met betrekking tot
beheer
van openbare ruimte.
Met de participatieladder als
basis wordt telkens gekeken in
hoeverre inwoners betrokken
worden bij gemeentelijke
initiatieven op het gebied van
onderhoud van de openbare
ruimte
De gemeente staat open voor
knelpunten die de inwoners
ervaren
Oplossen knelpunten parkeren
en verlichting
Regulier en nieuw beleid
Optimaliseren van de
kostentoerekening tussen
diverse taakgebieden
Aanleggen van diverse
voorzieningen ter verbetering
van de doorstroming van het
plaatselijke en doorgaand
verkeer, zowel op hoofdwegen
als ook op fietspaden
Verkeer en vervoer:
Behouden van bereikbaarheid
van dorp en stad voor alle
verkeersdeelnemers en de
verbetering van de kwaliteit
van het openbaar vervoer en
de woonomgeving.
De doelstellingen van VSP2
worden door het college weer
op de agenda gezet.
Afval:
Een afvalloze samenleving
tegen zo laag mogelijke (netto)
kosten en met een als ruim
voldoende ervaren service.
We streven er naar dat in 2020
het restafval nog maar 5%
bedraagt van de totale
inzameling
Onderzoek doen naar een
verdergaande afstemming
tussen de verschillende schakels uit de inzamelketen. Zowel
fysiek als qua tarief moet dit
leiden tot een maximale
hoeveelheid herbruikbare
componenten met een
optimale kwaliteit.
Regulier beleid
Uitvoeren van pilots die
moeten leiden tot een
doorbraak in het verminderen
van de hoeveel-heid restafval.
Optimaliseren van de
kostentoerekening tussen
diverse taakgebieden
61
Riolering:
Het beschermen van de
volksgezondheid en het
verbeteren van het
watersysteem door lokale
maatregelen.
Regulier en nieuw beleid
Optimaliseren van de
kostentoerekening tussen
diverse taakgebieden
Regulier en nieuw beleid
Milieu:
Een veilige en prettige
woonomgeving voor de
inwoners van Nuenen.
We streven naar een regionale
spilfunctie op het gebied van
duurzaamheid
Maatregelen uitvoeren, en
verder onderzoek doen ter
verbetering van de
oppervlaktewaterkwaliteit van
de Dommel en haar zijbeken
Opwekken van groene energie
i.c.m. groeninzameling en
Carbiogas
We willen activiteiten op het
gebied van wonen, werken
milieu en ecologie duurzamer
maken of aanpakken
In 2024 moet al het asbest
vanuit rijksbeleid van de daken
zijn verwijderd
Subsidieregeling isolatieproject
bestaande
woningbouwvoorraad
Inventarisatie asbest op daken
RELEVANTE BELEIDSNOTA'S IN DIT PROGRAMMA
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Veegplan
Afvalbakkenplan
Zwerfafvalplan
Gladheidbestrijdingsplan; Beleidsplan 2013-2018
Handboek kabels en leidingen 2015
Verordening ondergrondse infrastructuur Nuenen 2015
Beleidsregels Nadeelcompensatie kabels en leidingen Nuenen c.a. 2015
Beleids- en beheerplan OVL 2012-2016
Beheerplan Wegen 2015-2019
Definitief ontwerp Europalaan / HOV2
Bestemmingsplan Europalaan/ HOV2
Openbaar Vervoer concessie 2016
Verkeerstructuurplan 2 “De Ontknoping”/ Visie en concept-Uitvoeringsprogramma
Afvalstoffenverordening Nuenen 2004
Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015 met behorende tarieventabel
De tweede nota Duurzaamheid 2.0.
Verordening rioolheffing
Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2011 - 2015 (vGRP)
Waterplan gemeente Nuenen 2009
Verordening rioolheffing 2016.
Algemene plaatselijke verordening
62
WAT GAAN WE ERVOOR DOEN?
STRATEN, W EGEN EN PLEINEN
Een van de belangrijkste taken bij het onderhoud in de openbare
ruimte is het veilig en heel houden van alle voorzieningen. Om dat
zo efficient mogelijk te doen, moeten de beheerplannen van de
diverse disciplines actueel zijn. Voor een aantal disciplines is het
nodig om in 2016 een beheerplan te maken of actualiseren.
De rol van inwoners bij het onderhoud aan de openbare ruimte moet
nog verder vorm krijgen We bekijken per onderwerp hoe de rol van
inwoners het beste tot zijn recht komt.
Nieuwe wetgeving zorgt voor een verhoging van de kosten voor onkruidbestrijding op verharding.
Verder stellen we voor om enkele knelpunten op het gebied van parkeren en openbare verlichting op
te lossen.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
Reiniging wegen
•
•
Implementeren van een andere methode van onkruidbestrijding op verharding;
Onkruidbestrijding, zwerfafval opruimen en machinaal vegen combineren tot een optimale mix;
Openbare verlichting
•
•
•
Vanuit milieu-oogpunt versneld vervangen van de huidige verouderde en energieverslindende
lagedruk natriumlampen (SOX) door LED-lampen, uitgezonderdBroekdijk en Eikelkampen; .
Opstellen nieuw beheerplan Openbare Verlichting;
Aanbrengen openbare verlichting Hemelse Pad (nieuwe ontwikkeling).
Wegen
•
•
Raadsvoorstel over de reconstructie van de Broekdijk;
Verharding parkeerplaats Lissevoort en parkeerstroken Refelingse Erven (nieuwe ontwikkeling);
Civiele kunstwerken
•
Opstellen beheerplan Civiele kunstwerken 2017-2021.
VERKEER EN VERVOER
Het belangrijkste onderwerp binnen Verkeer en vervoer is de aanleg
van de hoogwaardig vervoersverbinding HOV2 tegelijk met de
reconstructie van de Europalaan. Dit betreft echter de uitvoering.
Beleidsmatig is het traject in de voorgaande jaren doorlopen. We
willen de Europalaan klaar hebben op het moment dat de nieuwe
Openbaar Vervoerconcessie eind 2016 van start gaat. Tijdens de
totstandkoming van de concessie zal de HOV-waardigheid van de
verbindingen voor Nuenen nauwlettend gevolgd worden.
63
Verder staan voor 2016 diverse maatregelen gepland uit het Verkeerstructuurplan VSP2. Deze
maatregelen hebben als doel de verkeersdruk op Nuenen-Zuid te verminderen. Dat zal een positieve
invloed hebben op de lokale leefbaarheid, veiligheid en bereikbaarheid van die wijk. De ontwikkeling
houdt ook verband met de woningbouw in Nuenen-West.
In 2016 wordt het “Parkeerbeleid centrum” opgesteld met daarin de mogelijkheden voor betaald
parkeren in het centrum van Nuenen en de wenselijkheid hiervan.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
Europalaan HOV2
•
Reconstructie Europalaan met infrastructuur voor HOV2 en alle bijkomende werkzaamheden aan
riolering, groen, verlichtingen verkeerslichten.
Openbaar vervoer
•
•
Bewaken dat de afspraken uit het Programma van Eisen op juiste wijze in de nieuwe concessie
worden geïmplementeerd;
Toezien op HOV-waardige inzet (voertuigen en frequentie) voor de Europalaan.
Parkeerbeleid en infrastructuur
•
•
Vaststellen parkeerbeleid centrum;
Vaststellen kaders / parkeernormen.
VSP
•
•
•
•
Aanleg verbindingsboog Pinckart;
Openstellen op/afrit Geldropsedijk;
Verbeteren doorstroming A270;
Vaststellen bestemmingsplan en start aanleg regionale fietsverbinding Helmond – Eindhoven.
AFVAL
We moeten toe naar een omslag in denken: in plaats van het voorkomen
van verspilling en uitputting van grond- en hulpstoffen, naar hergebruik
van milieuhygiënisch en financieel waardevolle componenten. Ofwel: afval
gebruiken als een secundaire grondstof. In 2016 worden reeds in gang
gezette optimalisaties verder doorgezet. Anderzijds vinden zowel lokaal
als regionaal onderzoeken plaats die moeten leiden tot een afvalloze
samenleving.
Duurzaamheid speelt bij dit alles een belangrijke rol. Er moet sprake zijn
van een balans tussen milieuaspecten (‘planet’), economische aspecten
(‘profit’) en sociale aspecten (‘people’). Of in termen van de zo genoemde afvaldriehoek: een balans
tussen doeltreffendheid (milieu), doelmatigheid (kosten) en dienstverlening (service).
De gemeente Nuenen loopt nog een risico ten aanzien van het niet nakomen van
de verplichting om een afgesproken hoeveelheid afval aan te leveren aan Attero.
64
In 2016 vindt de afronding van dit onderwerp plaats. Het risico is opgenomen in de risicoparagraaf.
De voorziening Afval wordt deels gevoed vanuit andere taakgebieden. In 2016 nemen we de
kostentoerekening tussen de betreffende taakgebieden onder de loep. Dit moet leiden tot een
optimalisering: zoveel mogelijk de relevante kosten toerekenen en “de vervuiler” betaalt.’.
Vooruitlopend op het bovenstaande is als nieuw voornemen in deze begroting opgenomen dat de
kostenverdeling voor het verwijderen van zwerfafval niet alleen meer voor rekening van de reserve
Afval komt.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
•
•
•
Aan de hand van het in 2015 op te stellen visiedocument Afval opzetten en uitvoeren van pilots
waarin inwoners daadwerkelijk afvalloos gaan worden;
Herinrichting en tarifering milieustraat (centraal brengsysteem) laten aansluiten bij het
haalsysteem en decentraal brengsysteem;
Intensivering van de samenwerking binnen Blink (operationeel richting beleidsmatig);
In samenwerking met de andere (regio)gemeenten een marktverkenning naar milieuhygiënisch en
financieel hoogwaardige toepassing van de gescheiden afvalstromen;
Optimaliseren van de kostentoerekening tussen diverse taakgebieden;
Andere kostenverdeling zwerfafval (nieuw voornemen).
RIOLERING
In 2016 gaan we het verbeterd Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP)
actualiseren. Hierin staan onder andere de nieuwe en voortgaande
ontwikkelingen voor de komende vijf jaar omschreven. Denk daarbij
vooral aan het schoner maken van het oppervlaktewater en het
(zoveel mogelijk) voorkomen van hinder en overlast bij extreme
regenbuien. Als onderdeel van het vGRP actualiseren we ook de
rioolheffingsberekening.
Vanuit het taakgebied riolering wordt bijgedragen aan het taakgebied Afval. In 2016 nemen we de
kostentoerekening tussen de betreffende taakgebieden onder de loep. Dit moet leiden tot een
optimalisering: zoveel mogelijk de relevante kosten naar deze post toerekenen, zoveel mogelijk ‘’de
vervuiler betaalt’’.
Op het gebied van nieuwe voornemens zijn enkele ontwikkelingen te noteren.
•
•
Allereerst zorgt nieuwe wetgeving voor een verhoging van de kosten voor onkruidbestrijding op
verharding;
Verder wordt voorgesteld om, vooruitlopend op de hierboven genoemde optimalisatie van de
kostentoerekening, als nieuw voornemen op te nemen dat de kostenverdeling voor het
verwijderen van zwerfafval niet alleen meer voor rekening van de reserve Afval komt.
65
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
•
geactualiseerd vGRP;
Uitvoeren KRW-maatregelen binnen verband Waterportaal Zuidoost Brabant;
Aanpassen kostenverdeling straatreiniging en verwerken kostenverhoging, in combinatie met
budgetten voor wegen en reiniging wegen (nieuw voornemen);
Andere kostenverdeling zwerfafval (nieuw voornemen).
MILIEU
Voor 2016 staat de start en uitwerking van het programma Duurzaamheid
2.0 voorop. We willen investeren en een grote stap voorwaarts maken op
het gebied van duurzaamheid. Hierin liggen ook relaties met de
beleidsproducten Afval (afval = secundaire grondstof)) en Straten, wegen
en pleinen (energiezuinige verlichting). Verder willen wij bedrijven
stimuleren om meer aandacht te besteden aan duurzaamheid en
energieverbruik.
In 2016 hebben we ook aandacht voor het opwekken van schone energie.
De gemeente heeft hierin geen trekkende rol, maar ziet wel mogelijkheden voor bredere inzet van de
biogasinstallatie op Gulbergen. De installatie zou bijvoorbeeld GFT-afval kunnen verwerken, nu de
hoeveelheid gas uit de Gulberg terugloopt. De gemeente wil daarin een stimulerende rol spelen. Als
nieuw beleid voor 2016 zetten we in op isolatie van de bestaande woningbouwvoorraad. We stellen
voor om hiervoor structureel een stimuleringsbudget beschikbaar te stellen.
In 2024 moet al het asbest vanuit rijksbeleid van de daken zijn verwijderd. Met
behulp van onderzoek, voorlichting en kennisoverdracht moeten we dit in goede
banen gaan leiden. In 2016 wordt een inventarisatieronde uitgevoerd, hier is
geen extra budget voor nodig. Verder worden gesprekken gevoerd met o.a.
ZLTO en Woningbouwverreniging(en) om na te gaan wat deze kunne betekenen.
Mogelijk is na 2016 budget noodzakelijk.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
Energie – subsidieregeling isolatieproject bestaande woningbouwvoorraad;
Materialentransitie – opwekken van groene energie i.c.m. groeninzameling en Carbiogas;
Inventarisatie asbestlocaties (zie ook kadernota).
66
WAT GAAT HET KOSTEN?
In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma zijn verbonden. De
bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.
Zowel de baten als de lasten worden als positieve bedragen weergegeven. Het saldo wordt
weergegeven als negatief als er meer lasten zijn dan baten en als positief als er meer baten zijn dan
lasten.
Omschrijving
Realisatie Begroting
6. Ruimtelijk beheer, Milieu
2014
2015
& Verkeer
Wegen, straten en pleinen
270
418
(verkeersmaatregelen)
Verkeer en vervoer
155
6.385
Afval
2.380
2.332
Riolering
2.229
2.156
Milieu
12
3
Mutaties reserves
1.395
908
programma 6
Totaal baten
6.440
12.201
2016
2017
2018
2019
513
513
513
513
0
2.253
2.175
3
0
2.077
2.214
3
0
2.048
2.281
3
0
2.064
2.279
3
1.302
1.385
1.300
1.255
6.246
6.191
6.144
6.114
2016
2017
2018
2019
2.331
2.261
2.275
2.271
1.265
1.880
1.787
392
286
1.735
1.826
392
190
1.706
1.893
392
190
1.722
1.892
392
1.093
1.094
1.094
1.094
8.747
7.595
7.550
7.560
-2.550
-2.502
-1.403
-1.406
-1.447
Realisatie Begroting
2014
2015
0
0
0
0
2016
30
0
2017
58
0
2018
61
0
2019
77
0
Omschrijving
Realisatie Begroting
6. Ruimtelijk beheer, Milieu &
2014
2015
Verkeer
Wegen, straten en pleinen
1.944
2.208
(verkeersmaatregelen)
Verkeer en vervoer
251
7.421
Afval
2.012
2.016
Riolering
1.855
1.915
Milieu
208
369
Mutaties reserves
969
822
programma 6
Totaal lasten
7.239
14.751
Saldo (baten -/- lasten)
Omschrijving
Kostensoort
Niet in te delen lasten
Energie
Overige aankopen en
uitbesteding duurzame
goederen
Overige goederen en
diensten
Betaalde belastingen
Aankopen niet duurzame
goederen en diensten
Belasting op inkomen van
gezinnen
Sociale uitkeringen in geld
-799
0
0
0
0
0
0
2.706
8.785
2.322
2.118
2.085
2.085
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.215
2.156
2.187
2.221
2.255
2.291
125
9
9
9
9
9
67
Inkomensoverdrachten aan
overheid (niet rijk)
Overige
inkomensoverdrachten
Reserveringen
Kapitaallasten
Overige verrekeningen van
kostenplaatsen
Totaal baten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.395
0
908
0
1.261
0
1.349
0
1.296
0
1.214
0
0
344
438
438
438
438
6.440
12.201
6.246
6.191
6.144
6.114
2016
166
189
2017
196
189
2018
196
190
2019
212
190
1.075
96
0
0
0
0
0
0
14
14
14
14
2.880
2.618
2.620
2.623
0
0
0
0
0
0
0
0
121
70
56
56
13
13
13
13
984
965
1.056
1.002
1.094
1.027
1.094
1.017
2.341
2.341
2.341
2.341
8.747
7.595
7.550
7.560
-2.502
-1.403
-1.406
-1.447
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Niet in te delen lasten
0
33
Energie
188
199
Overige aankopen en
uitbesteding duurzame
839
7.270
goederen
Overige goederen en
0
0
diensten
Betaalde belastingen
29
13
Aankopen niet duurzame
2.771
2.802
goederen en diensten
Belasting op inkomen van
0
0
gezinnen
Sociale uitkeringen in geld
0
0
Inkomensoverdrachten aan
0
54
overheid (niet rijk)
Overige
1
13
inkomensoverdrachten
Reserveringen
1.095
822
Kapitaallasten
880
1.054
Overige verrekeningen van
1.437
2.493
kostenplaatsen
Totaal lasten
7.239
14.751
Saldo (baten -/- lasten)
-799
-2.550
Analyse overzicht van baten en lasten
Programma 6
Verschil
Begroting 2016 nieuw
-2.502
Begroting 2016 oud
-2.709
Verschil
Nr.
207
Omschrijving
Begrotingswijzigingen
Jaarrekening 2014
-565
Autonome ontwikkelingen
68
Kostenverdeelstaat
84
Berekening afvalstoffenheffing 2016
2
Berekening rioolheffing 2016
130
Tussentijdse rapportage Q1
-11
Staat D
678
Beleidsaanpassingen
Parkeerplaats Lissevoort
-16
Parkeerstroken Refelingse Erven
-25
Verlichting Hemelsepad
-22
Onkruidbestrijding verharding
-47
Onkruidbestrijding t.l.v. riolering
29
Beleid duurzaamheid
-30
Totaal
207
BELEIDSAANPASSINGEN
Beleidsaanpassingen
2016
2017
2018
2019
Nota duurzaamheid 2.0
- € 30.000
- € 30.000
- € 30.000
- € 30.000
Onkruidbestrijding verharding
- € 47.000
- € 47.000
- € 47.000
- € 47.000
Onkruidbestrijding tlv riolering
€ 29.500
€ 29.500
€ 29.500
€ 29.500
Parkeerplaats Lissevoort
- € 16.000
0
0
0
Parkeerstroken Refelingse Erven
- € 25.000
0
0
0
Verlichting Hemelsepad
- € 22.300
- € 3.600
- € 19.800
€ 3.600
€ 19.800
- € 28.000
- € 28.000
- € 28.000
€ 28.000
€ 28.000
€ 28.000
Hemelsepad tlv bovenwijks
€ 22.300
Vervanging mini-containers
Dekking minicontainers
Vervanging ondergrondse
containers
Dekking ondergrondse containers
Storting civiele kunstwerken
€ 115.122
NOTA DUURZAAMHEID 2.0
Het college heeft het signaal dat de gemeenteraad ten aanzien van duurzaamheid heeft gegeven
opgepakt. Er wordt gewerkt aan het uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2.0 waarin deze ambitie is
verwerkt. Speerpunten zijn de bestaande woningbouwvoorraad (rijksprogramma programma nul op de
meter), voorbeeld gedrag (eigen organisatie, gemeentehuis, verkeer en vervoer) de opwekking van
duurzame energie en innovatieve openbare verlichting.
69
Duurzaamheid moet uiteindelijk verweven zijn met de dagelijkse taken en werkzaamheden die de
gemeente heeft. Uit het geheel van ambities en acties komt ook naar voren dat er extra middelen
noodzakelijk zijn, die een min of meer structureel karakter hebben. Naar verwachting is voor de eerste
serie actiepunten de komende jaren structureel € 30.000,- noodzakelijk.
ONKRUIDBESTRIJDING OP VERHARDING
Vanaf 1 januari 2016 mogen wij geen chemische middelen meer gebruiken bij de onkruidbestrijding.
Doordat de bestrijding nu moet gebeuren met meer inzet van machines (borstelen, branden etc.) en
dit bovendien vaker moet gebeuren, stijgen onze kosten. We vragen het budget voor
onkruidbestrijding te verhogen met een bedrag van € 47.000,- per jaar. Dit bedrag willen dekken
vanuit de rioleringsbudgetten (€ 29.500,-) en ten laste van wegen (€ 17.500,-). Uiteindelijk komt dan
de totale lasten van onkruidbestrijding uit op een verdelingswijze van 50% t.l.v. riolering (gesloten
huishouding) en 50% t.l.v. wegen (algemene middelen) gebracht.
AANBRENGEN VERHARDING PARKEERPLAATS LISSEVOORT
Er bestaat de wens om het gedeelte van de parkeerplaats van sportpark Lissevoort wat nu een
halfverharding heeft, te bestraten. Hierdoor kan dit gedeelte, wat intensief gebruikt wordt, beter en met
droge voeten gebruikt worden. Voor het aanbrengen van betonstraatstenen en straatkolken is
eenmalig een bedrag nodig van € 16.000,-.
AANBRENGEN VERHARDING IN PARKEERSTROKEN REFELINGSE ERVEN
In de wijk Refelingse Erven zijn 6 grasstroken aangewezen als parkeerstrook om de parkeerdruk in
deze wijk te verlichten. Vanuit de wijkvertegenwoordiging is het verzoek gekomen om deze
parkeerstroken te voorzien van verharding. Ook de gemeente is hiermee geholpen, omdat deze
grasstroken niet meer als zodanig te onderhouden zijn. Het aanbrengen van grasbetontegels in
groenstroken vergt een incidentele uitgave van € 25.000,- in de begroting 2016.
AANBRENGEN OPENBARE VERLICHTING HEMELSEPAD
Al vanaf het begin dat sportpark Oudelanden bestaat, is de wens ontstaan om verlichting aan te
brengen langs het fietspad vanaf het tunneltje onder de Smits van Oyenlaan (Hemelsepad) tot aan de
weg Pastoorsmast. Verlichting verhoogt de (sociale) veiligheid op dit stuk fietspad aanzienlijk. Voor
het aanbrengen daarvan is een budget van € 22.300,- nodig in 2016. Dit budget kan zijn dekking
vinden binnen de reserve bovenwijkse voorzieningen.
VERVANGING MINI-CONTAINERS
Elk (laagbouw) huishouden in Nuenen beschikt over 3 minicontainers voor respectievelijk restafval,
gft-afval en papier. Eind 2014 zijn op basis van contractafspraken de minicontainers voor rest- en gftafval door Attero om niet overgedragen aan de gemeente. De minicontainers voor papier worden in
2018 eigendom van de gemeente. De eigendomsoverdracht van de rest- en gft-containers levert een
kostenbesparing op van zo’n € 30.000,- per jaar. Het gros van de containers is inmiddels aan het eind
van hun levensduur. Het voorstel is om alle minicontainers uit 1998 vanaf 2018 gefaseerd te
vervangen. Het aantal ‘defecte’ minicontainers dat jaarlijks vervangen moet worden valt nog mee en
we gaan ook niet eerder vervangen dan strikt noodzakelijk. De totale kosten voor het leveren en
uitzetten van 18.000 minicontainers, het aanbrengen van een adressticker en het innemen en
70
verwerken van de oude containers worden geraamd op zo’n € 540.000,-. In het financiële overzicht
hebben we vanaf 2018 hiervan de kapitaalslasten meegenomen, waarbij geldt dat deze lasten gedekt
kunnen worden uit de hierboven genoemde kostenbesparing. Voor ons staat echter nog niet vast dat
een grootschalige vervanging nodig zal zijn. Eerst willen we via de evaluatie van het afvalbeleid ook
met u vooruit kijken naar de toekomst waarbij een grote reductie in de afvalstromen (m.n. het
restafval) het streven is.
VERVANGING ONDERGRONDSE CONTAINERS
In de gemeente Nuenen wordt de inzameling van het huishoudelijk afval gedeeltelijk met
ondergrondse containers uitgevoerd. Hiertoe staan er verspreid 67 ondergrondse containers.
Ondergrondse containers (de binnenbak) hebben een technische levensduur van ongeveer 10 jaar en
moeten daarna vervangen worden. De ondergrondse betonnen buitenbak waar de binnencontainer in
valt heeft een technische levensduur van ongeveer 20 jaar. Voor de vervanging van de 17
binnencontainers in 2015 t/m 2017 is reeds een budget beschikbaar gesteld van € 85.000,-. Voor de
vervanging van de binnencontainers vanaf 2019 t/m 2022 is het voorstel om vanaf 2017 jaarlijks een
bedrag van € 28.000,- te reserveren. We kiezen het jaar 2017 als begin jaar omdat er juist in dat jaar
een verlaging van de lasten te verwachten is omdat dan de contractuele prijs van restafval naar
beneden toe wordt bijgesteld. De vervanging komt ten laste van de afvalstoffenheffing.
STORTING CIVIELE KUNSTWERKEN
In 2016 gaan we het beheerplan civiele kunstwerken opstellen. Momenteel kent deze voorziening een
stand van € 728.416,-. We stellen voor om éénmalig de storting van € 115.122,- achterwege te laten.
Op basis van het nieuwe plan en het nog aanwezige achterstallige onderhoud wordt dan de nieuwe
storting berekend. De financiële vertaling van deze beleidsaanpassing hebben we via programma 8
beleidsproduct beleidsvoornemens laten lopen.
71
PROGRAMMA 7: ECONOMIE, TOERISME & RECREATIE
Portefeuillehouder(s): Dhr. M.J. Houben MBA, Dhr. M.J.P. Jansen, Dhr. H.M.A. Pero
en Dhr. P.R. Weijmans
72
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
Missie/visie
Collegeprogramma
Profileren van het dorpse
karakter van de gemeente
Nuenen
Nuenen nationaal en
internationaal profileren als het
Montmartre van Brabant.
Stimuleren (culturele)
ontwikkelingen en activiteiten in
het groene gebied tussen
Eindhoven en Helmond
Ontwikkeling Landgoed
Gulbergen tot een toeristische
trekpleister.
De economie als middel in
zetten voor verbetering en
instandhouding van de
leefbaarheid in onze
gemeente.
Om meer rendement te halen
werken we op de onderdelen
bedrijfslocaties, kantoren en
detailhandel samen in het
verband van het Stedelijk
gebied.
Lasten en regeldruk voor
ondernemers verminderen.
Het bloeiende cultuur- en
verenigingsleven in Nuenen
wordt gekoesterd.
Op sobere wijze in stand
houden van de kwaliteit en
functionaliteit het openbaar
groen en de voorzieningen.
Regulier beleid en ‘Interactief en
transparant bestuur’.
Openbare ruimte wordt steeds
meer van de inwoners.
2016 resultaten in
programmabegroting
Ontwikkeling van het
cultuurhistorisch lint van het
Park tot molen de Roosdonck.
Programmamanager Rijk van
Dommel en Aa aan de slag
met de roadmap.
Marktverkenning samen met
de gemeente Geldrop-Mierlo
voor de verdere ontwikkeling
van het Landgoed Gulbergen.
Herijking van de regionale
bedrijventerreinenstrategie
inclusief de profilering van
bestaande terreinen;
Invoering parkmanagement
Uitwerking van de regionale en
subregionale
detailhandelsvisies
In overleg en samenwerking
met het lokale bedrijfsleven
een bijdrage leveren aan de
inspanningen gericht op het tot
stand brengen van een positief
vestigingsklimaat
Bepaling toekomst Het
Klooster
Groot onderhoud aan cultureel
centrum Het Klooster
Nieuw beheerplan bossen
vaststellen.
Vier wijkschouwen organiseren
Nieuw bomenbeleidsplan.
RELEVANTE BELEIDSNOTA'S IN DIT PROGRAMMA
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Landschapsontwikkelingsplan De Peel
Intergemeentelijke structuurvisie Rijk van Dommel en Aa
Beleidsplan Archeologische Monumentenzorg, gemeente Nuenen c.a. (2010)
Erfgoedverordening 2010 gemeente Nuenen c.a.
Reglement van orde monumentencommissie gemeente Nuenen c.a. 2015
Subsidieverordening Onderhoud gemeentelijke monumenten Nuenen c.a. 2015
Groenbeheerplan
Bomenbeleidsplan
Groenstructuurplan
Beheerplan gemeentebossen
Beheerplan speelvoorzieningen 2011 – 2020
Warenwetbesluit Attractie- en speeltoestellen
73
WAT GAAN WE ERVOOR DOEN?
BEDRIJFSLEVEN EN DETAILHANDEL
Uit onderzoek van het Stedelijk Gebied Eindhoven in opdracht van
de Provincie Noord-Brabant is gebleken dat er een overschot is
ontstaan aan (geplande) bedrijventerreinen. Daarnaast blijkt dat het
profiel van de verschillende bedrijventerreinen onvoldoende aansluit
bij de vraag naar vestigingslocaties. In 2015 is een begin gemaakt
met de herprogrammering van bedrijventerreinen in het stedelijk
gebied Eindhoven. De resultaten daarvan worden in het voorjaar
van 2016 verwacht en zullen dan tot besluitvorming en uitvoering
moeten leiden. De ontwikkeling en inrichting van parkmanagement is een belangrijk element in de
gewenste profilering van de bedrijventerreinen. 2016 is het jaar waarin we parkmanagement in overleg
met de gevestigde bedrijvengaan realiseren. Voor het aantrekken van een beleidsmedewerker
economische zaken die deze kar vanuit de gemeente kan trekken, is geld opgenomen.
DETAILHANDELSVISIE
In het najaar van 2015 leggen we de regionale detailhandelsvisie en de
detailhandelsvisie voor het Stedelijk Gebied Eindhoven aan de gemeenteraad
voor. De beide visies bieden een kader voor het stimuleren van gewenste
ontwikkelingen en voor het tegengaan van ongewenste ontwikkelingen. De
uitwerking van die visies, op een wijze die past bij de onze gemeente, kan niet
plaatsvinden zonder de inzet en medewerking van het lokale bedrijfsleven. Met
elkaar creëren we zo het gewenste vestigingsklimaat. De vermindering van
lasten en regeldruk maakt daar deel van uit.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
De regionale herprogrammering van bedrijventerreinen is afgerond en de gevolgen daarvan voor
de gemeente Nuenen zijn bekend;
Parkmanagement wordt ingevoerd;
De uitwerking van de detailhandelsvisies naar Nuenense maat is gereed en kan rekenen op een
brede steun in de kring van Nuenense ondernemers.
KUNST EN CULTUUR
Het college vindt dat er een professioneel theateraanbod moet blijven in
onze gemeente. Ervaring leert dat daarvoor gemiddeld € 8,- per stoel, per
voorstelling aan bijgedragen moet worden. Wij hebben het theateraanbod
vertaald in 20 voorstellingen per jaar en nemen daar budget voor op.
74
VAN GOGH
De stichting Van Gogh Village Nuenen kreeg jaarlijks een bedrag
om de gemeente Nuenen op het gebied van Vincent van Gogh te
promoten. In 2016 zullen we daar nieuwe afspraken met de stichting
over maken.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
Bepaling toekomst Het Klooster;
Uitvoering groot onderhoud cultureel centrum Het Klooster;
Prestatieafspraken met Stichting van Gogh Village Nuenen.
TOERISME EN ERFGOED
Nuenen heeft met recht de ondertitel Van Gogh Village: her en der in de gemeente staan nog steeds
de gebouwen die Vincent van Gogh in diverse tekeningen, schilderijen en etsen heeft vereeuwigd.
Het kunstzinnige karakter van het dorp houdt niet op met Van Gogh. Bekende en minder bekende
kunstenaars hebben in Nuenen hun thuis gevonden. Het college wil dat gegeven aangrijpen voor het
nationaal en internationaal profileren van Nuenen. Niet alleen als Van Goghdorp, maar als het
Montmartre van Brabant. Uiteraard blijft het icoon Vincent van Gogh een belangrijke (internationale)
drager.
BRUISEN VAN ACTIVITEITEN
Het moet gaan bruisen van de (culturele) activiteiten in het groene gebied tussen de steden
Eindhoven en Helmond. Daar past ook bij dat we dat groene gebied verder ontwikkelen tot een
aantrekkelijk gebied voor recreanten en toeristen. Gemeente Nuenen heeft de
samenwerkingsovereenkomst Rijk van Dommel en Aa ondertekend en draagt bij aan het in dienst
nemen van de programmamanager. Deze programmamanager draagt zorg voor uitvoering van de
Roadmap. De projecten leveren een bijdrage aan de ontwikkeling en versterking van de
vrijetijdseconomie. Een belangrijk speerpunt is de ontwikkeling van Landgoed Gulbergen. Ondanks
het feit dat er op dit moment weinig beweging zit bij de verantwoordelijke partijen MRE en Attero, blijft
de ambitie ongewijzigd om Landgoed Gulbergen te laten ontwikkelen tot een intensief, recreatief hart
van het Rijk van Dommel en Aa.
We denken ook na over de organisatie van evenementen waar veel bezoekers op afkomen, en hoe
zich dat verhoudt tot de inning van vermakelijkhedenretributie. Werpt deze een belemmering op voor
het organiseren van grootschalige evenementen, of heeft de inning daar weinig invloed op? Dit
onderzoek is in volle gang en zal wellicht nog in 2015 worden afgerond.
MONUMENTEN
De monumenten in de gemeente Nuenen dragen bij aan de historische beleving
van het dorp. Belangrijk onderdeel van deze beleving is dat veel panden die
Vincent van Gogh in Nuenen heeft geschilderd, nog steeds bestaan. Regulier
onderhoud van (gemeentelijke) monumenten wordt gestimuleerd, omdat de
oude panden kwetsbaar zijn. In 2016 verhogen we daarom het subsidieplafond.
75
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
Actueel beleidskader voor toerisme en recreatie;
Versterking recreatieve fietsstructuur rondom Landgoed Gulbergen, (aanleg fietsstrook Schoutse
Vennen en Refelingse Erven.
OPENBAAR GROEN EN OPENLUCHTRECREATIE
Primaire doel is het op sobere wijze in stand houden van de kwaliteit en
functionaliteit van de speelvoorzieningen, de groenvoorziening, de bossen
en de kleinschalige landschapselementen (wegbeplantingen, houtsingels,
poelen etc.). Dit draagt bij aan de groene uitstraling van de gemeente,
(openlucht)recreatie, het milieu, verbindingen tussen landschapselementen
en coulissenwerking. Inwoners nodigen we actief uit om deel te nemen aan
overleg over het beheer openbare ruimte en de uitvoering daarvan.
In 2016 staat de actualisatie van het beleidsplan speelruimtevoorzieningen
op de planning. De inwoners betrekken we bij dit traject conform de
afspraken die we met elkaar maken in het nog op te stellen ‘Beleidskader
Burgerparticipatie’.
De gemeente geeft subsidie vanuit het stimuleringskader Groen Blauwe
Diensten aan initiatieven van particulieren voor de aanleg en het behoud
van landschapselementen. Jaarlijks is hiervoor een budget van beschikbaar
(regulier budget). De provincie verdubbelt dit budget. De veldcoördinator
benadert actief de agrarische ondernemers voor de aanleg van poelen,
wandelpaden en houtwallen. Ook het onderhoud aan solitaire bomen en
knotwilgen wordt op deze wijze gefinancierd. Maatregelen die ten gunste
komen van het leefgebied van de Das ondersteunen we extra.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
•
Nieuw bomenbeleidsplan;
Vier uitgevoerde buurtwijkschouwen ‘Kijk op uw wijk’;
Nieuw beheerplan bossen;
Geactualiseerd beleids- en beheerplan speelruimtevoorzieningen.
76
WAT GAAT HET KOSTEN?
In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma zijn verbonden. De
bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.
Zowel de baten als de lasten worden als positieve bedragen weergegeven. Het saldo wordt
weergegeven als negatief als er meer lasten zijn dan baten en als positief als er meer baten zijn dan
lasten.
Omschrijving
Realisatie Begroting
7. Economie, Toerisme &
2014
2015
Recreatie
Openbaar groen en
159
200
openluchtrecreatie
Bedrijfsleven en detailhandel
388
14
Kunst en cultuur
0
0
Toerisme
42
23
Speelvoorzieningen
0
0
Mutaties reserves
167
0
programma 7
Totaal baten
756
237
2016
2017
2018
2019
183
183
183
133
14
0
38
0
14
0
38
0
14
0
38
0
14
0
38
0
7
13
13
13
241
247
247
197
2016
2017
2018
2019
1.870
1.847
1.823
1.823
50
367
126
61
50
368
126
60
50
367
126
60
50
367
126
60
7
13
13
13
2.480
2.464
2.440
2.439
-2.323
-2.239
-2.216
-2.192
-2.241
Realisatie Begroting
2014
2015
23
0
0
0
0
0
14
14
115
150
2016
0
0
0
14
150
2017
0
0
0
14
150
2018
0
0
0
14
150
2019
0
0
0
14
100
Omschrijving
Realisatie Begroting
7. Economie, Toerisme &
2014
2015
Recreatie
Openbaar groen en
2.032
1.902
openluchtrecreatie
Bedrijfsleven en detailhandel
55
63
Kunst en cultuur
199
353
Toerisme
79
176
Speelvoorzieningen
52
65
Mutaties reserves
0
0
programma 7
Totaal lasten
2.417
2.560
Saldo (baten -/- lasten)
Omschrijving
Kostensoort
Werkelijk betaalde rente
Vergoeding voor personeel
Energie
Huren
Kosten algemene plannen
Overige goederen en
diensten
Betaalde belastingen
Aankopen niet duurzame
goederen en diensten
-1.660
51
64
47
47
47
47
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
77
Belasting op producenten
Inkomensoverdrachten van
het rijk
Overige
vermogensoverdrachten
Inkomensoverdrachten aan
overheid (niet rijk)
Overige
inkomensoverdrachten
Aandelen en overige
deelnemingen
Reserveringen
Kapitaallasten
Overige verrekeningen van
kostenplaatsen
Totaal baten
26
9
24
24
24
24
2
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
358
0
0
0
0
0
167
0
0
0
7
0
13
0
13
0
13
0
0
0
0
0
0
0
756
237
241
247
247
197
2016
0
0
9
0
0
2017
0
0
9
0
0
2018
0
0
9
0
0
2019
0
0
9
0
0
0
0
0
0
4
4
4
4
1.136
1.121
1.097
1.097
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
10
10
10
10
57
51
51
51
0
0
0
0
356
64
362
63
362
63
362
62
843
843
843
843
2.480
2.464
2.440
2.439
-2.239
-2.216
-2.192
-2.241
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Werkelijk betaalde rente
0
0
Vergoeding voor personeel
0
0
Energie
12
9
Huren
0
0
Kosten algemene plannen
0
0
Overige goederen en
0
0
diensten
Betaalde belastingen
10
4
Aankopen niet duurzame
1.144
1.187
goederen en diensten
Belasting op producenten
0
0
Inkomensoverdrachten van
0
0
het rijk
Overige
0
0
vermogensoverdrachten
Inkomensoverdrachten aan
0
10
overheid (niet rijk)
Overige
37
47
inkomensoverdrachten
Aandelen en overige
0
0
deelnemingen
Reserveringen
310
349
Kapitaallasten
49
64
Overige verrekeningen van
855
889
kostenplaatsen
Totaal lasten
2.417
2.560
Saldo (baten -/- lasten)
-1.660
-2.323
78
Analyse overzicht van baten en lasten
Programma 7
Verschil
Begroting 2016 nieuw
-2.239
Begroting 2016 oud
-2.248
Verschil
Nr.
9
Omschrijving
Begrotingswijzigingen
Autonome ontwikkelingen
Kostenverdeelstaat
45
Tussentijdse rapportage Q1
-32
Subsidieprogramma 2016
-7
Beleidsaanpassingen
Vrijval budgetten Klooster
100
Exploitatiebijdrage Klooster
-50
Professioneel theateraanbod
-42
Subsidieplafond monumenten
-5
Totaal
9
BELEIDSAANPASSINGEN
Beleidsaanpassingen
Parkmanagement
Dekking tlv reserve
2016
2017
2018
2019
- € 80.000 - € 80.000
0
0
€ 80.000
€ 80.000
0
0
Vrijval budgeten Het Klooster
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
Exploitatiesubsidie Het Klooster
- € 50.000 - € 50.000
- € 50.000
- € 50.000
Professioneel theateraanbod
- € 42.400 - € 42.400
Subsidieplafond monumenten
Vermakelijkhedenretributie
- € 42.400
- € 42.400
- € 5.000
- € 5.000
- € 5.000
0 - € 15.000
- € 15.000
- € 15.000
- € 5.000
PARKMANAGEMENT
Veel taken op het gebied van economische zaken, zoals de regionaal economische
strategieontwikkeling, werden in het verleden opgepakt of ondersteund door het SRE. Bij de
ontmanteling van het SRE werd economische zaken een taak binnen de samenwerking in het
Stedelijk gebied. Daarbij zijn de gemeenten aangewezen op de eigen medewerkers.
79
Onze gemeentelijke organisatie beschikt noch over de capaciteit noch over de kennis die nodig is om
volledig en volwaardig deel te nemen aan die samenwerking. Op lokaal niveau maakt de ontwikkeling
van parkmanagement weinig vorderingen. Wij willen de organisatie tijdelijk, voor de duur van 2 jaar,
uitbreiden met een beleidsmedewerker economische zaken. Deze zal dus tot voornaamste taak
krijgen om het eerder genoemde parkmanagement te gaan ontwikkelen, (mee) te werken aan de
regionale economische strategie en te fungeren als account-manager voor Nuenense
ondernemingen.Hiermee is in totaal ca. € 160.000,- gemoeid. Dit bedrag kan worden gedekt vanuit de
bestemmingsreserve Parkmanagement. De financiële vertaling van deze beleidsaanpassing hebben
we via programma 8 beleidsproduct beleidsvoornemens laten lopen.
VRIJVAL BUDGETTEN HET KLOOSTER
In de begroting is een structureel bedrag opgenomen van € 100.000,- voor Het Klooster. Dit bedrag
had enerzijds te maken met de afspraak dat wij voor een beperkt aantal jaren een bijdrage van
€ 50.000,- zouden verstrekken in de exploitatie. En daarnaast was een deel beschikbaar voor het
geval wij zouden worden aangesproken op het wegvallen van bestaande huurders. Voor het laatste
geldt namelijk dat wij contractueel de garantie hebben gegeven dat er minimaal € 100.000,- aan huur
binnenkomt via de bestaande huurders. Voor de exploitatiebijdrage van € 50.000,- geldt dat daar nu
geen formele afspraak meer onder ligt en voor de garantieregeling geldt dat wij dit als risico
meenemen in paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. De € 100.000,- kan dus vrijvallen.
Bij de volgende twee punten doen wij u overigens wel voorstellen omtrent de exploitatie van Het
Klooster.
EXPLOITATIESUBSIDIE HET KLOOSTER
De financiële situatie van Het Klooster is niet al te rooskleurig. De afgelopen jaren heeft Het Klooster
niet kunnen draaien zonder een aanvullende bijdrage van de gemeente en tussentijds is ook nog een
keer een geldlening van € 75.000,- verstrekt om uit acute financieringsproblemen te geraken. De
exploitant heeft aangegeven dat m.n. de theatertak verlieslijdend is. Onderzoek heeft echter
uitgewezen dat Het Klooster (ook zonder theaterpoot) vooralsnog niet zonder gemeentelijke bijdrage
kan functioneren. Bij het vastleggen van de nieuwe beheer en exploitatieovereenkomst (de huidige
overeenkomst loopt op 31december 2017 af) moet een afspraak gemaakt worden over de
exploitatiesubsidie. Voor nu willen de € 50.000,- die nog in de begroting zat, maar waar dus geen
formele verplichting meer onder ligt, wel graag beschikbaar houden.
PROFESSIONEEL THEATERAANBOD
Voor het instand houden van de theaterfunctie in Het Klooster hebben wij € 42.400,- opgenomen. Dit
bedrag is gebaseerd op 265 stoelen, 20 voorstellingen per jaar en een gemiddelde subsidie van € 8,per stoel per voorstelling.
VERHOGING SUBSIDIEPLAFOND MONUMENTEN
Bijna alle monumenten herinneren aan de tijd dat Vincent van Gogh hier schilderde. Door deze
panden is de beleving van dat stukje historie zo sterk in Nuenen.In 2012 zijn er 15 panden extra
aangewezen als gemeentelijk monument. De totale monumentenlijst telt nu 67 monumenten. De
eigenaren van die ‘nieuwe’ monumenten vinden steeds beter hun weg binnen het subsidiestelsel.
80
Met de huidige € 10.000,- op de begroting kunnen relatief weinig eigenaren gestimuleerd worden hun
pand goed te onderhouden. En deze oude panden zijn juist kwetsbaar wanneer zij niet goed
onderhouden worden.
Wij verwachten dat € 15.000,- een realistischer begroting voor het huidige aantal monumenten.
VERLAGING VERMAKELIJKHEDENRETRIBUTIE
In 2010 is door Attero (erfpachter) en Libéma (beoogd exploitant) een planvisie opgesteld voor het
Landgoed Gulbergen. Het adviesbureau Arcadis heeft de afgelopen jaren aan een bestemmingsplan
gewerkt in opdracht van Attero (erfpachter). Voor dit plan was de planvisie van Attero/Libéma leidend.
Inmiddels zijn Attero en Libéma “uit elkaar gegaan” waarmee er geen exploitant en uitvoerbare
planvisie meer is. Attero heeft de opdracht voor het opstellen van een bestemmingsplan stopgezet.
Pogingen van de gemeenten Nuenen en Geldrop-Mierlo tot het laten uitvoeren van een
marktverkenning naar de mogelijkheden voor Landgoed Gulbergen zijn door MRE geblokkeerd. Het
MRE wenst eerst zekerheid te hebben over de bedoelingen van Attero met het Landgoed nu Attero is
overgenomen door Waterland.
In het kader van de actualisatie gaat de gemeente nu zelf een conserverend bestemmingsplan
opstellen waarin tevens de vrijstelling voor Bloem en Tuin wordt opgenomen. Over een verdere
ontwikkeling van Landgoed Gulbergen als recreatief gebied kan nu geen enkele uitspraak worden
gedaan.
Deze ontwikkelingen dwingen ons er toe om de vanaf 2017 extra geraamde vermakelijkhedenretributie van € 15.000,- niet meer op te nemen.
81
PROGRAMMA 8: FINANCIËN & BELASTINGEN
Portefeuillehouder(s): Dhr. Ir. J.G.M.W. Pernot
82
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
Missie/visie
Collegeprogramma
Een begroting die structureel
en reëel in evenwicht is.
Coalitieakkoord
Het college presenteert jaarlijks
een sluitende begroting met een
doorkijk naar de 3 volgende
jaren.
Collegeprogramma
Harmonisatie
begrotingsstructuur.
2016 resultaten in
programmabegroting
Sluitende meerjarenbegroting
Via de begroting 2016-2019.
De eerste stap in verbetering
van de leesbaarheid en
begrijpelijkheid van de
begroting.
Inrichten
vennootschapsbelasting.
Volgen en voldoen aan het
BBV.
Verlaging rekenrente.
Presenteren van een
geactualiseerde
risicoberekening.
Actief inspelen op financiële
(wettelijke) ontwikkelingen.
Regulier beleid
Het voortdurend alert zijn
financiële mogelijkheden en
onmogelijkheden.
Het hebben van een
weerstandsvermogen waarbij
de hoogte is afgestemd op de
risico’s die gelopen worden.
Coalitieakkoord
Eventuele rekeningoverschotten
worden bij bestemming van het
resultaat in eerste instantie
ingezet voor het opbouwen van
de algemene reserve en
vervolgens voor het
weerstandsvermogen.
Waar mogelijk nu of op termijn
een verlaging van de lokale
belastingdruk.
Coalitieakkoord
Het verlagen van de Onroerend
Zaak Belastingen (OZB) is eerst
dan aan de orde als er sprake is
van voldoende opgebouwd
weerstandsvermogen
Voor de OZB in 2016 geen
inflatieverhoging.
Belastingheffing
Collegeprogramma
Harmonisatie.
Harmonisatie
belastingverordeningen.
Harmonisatie
legesverordeningen.
Regulier.
Digitalisering
Onderzoek digitaal raadplegen
en digitaal aanslagen te
ontvangen.
83
RELEVANTE BELEIDSNOTA'S IN DIT PROGRAMMA
•
•
•
•
•
Treasurystatuut 16-6-2009.
Nota reserves en voorzieningen 2011 (plus aanvullend raadsbesluit 26-9-2013).
Nota activering, waardering en afschrijving.
Financiële verordening 14-12-2006 (voor het laatst gewijzigd op 2-7-2015).
Diverse belastingverordeningen (marktgelden, legesverordening, onroerende zaakbelastingen,
rioolheffing, afvalstoffenheffing en reinigingsrechten, toeristenbelasting,
vermakelijkhedenretributie, lijkbezorgingrechten.
WAT GAAN WE ERVOOR DOEN?
SOLIDE FINANCIELE POSITIE
Een tweetal elementen komen hierbij nadrukkelijk naar voren. Een sluitende begroting en voldoende
weerstandsvermogen.
Een sluitende begroting is een begroting die structureel en reëel in evenwicht is,
met goed onderbouwde bedragen. Daarnaast willen we enig weerstandsvermogen
om financiële tegenvallers op te vangen en dekking te hebben voor financiële
risico's die we voorzien. Het aantrekken en uitzetten van geldleningen en het
verlenen van garanties doen we alleen in het kader van onze publieke taak. Simpel
gezegd: we speculeren dus niet op de geldmarkt. We hanteren een systematiek
van integrale financiering tegen een omslagrente die afgeleid is van de werkelijke
rentelast van de gemeentelijke begroting.
Verder beschikken we in de begroting over een post 'Onvoorzien'.
Het is aan de raad om aan te geven welke omvang deze post moet
hebben. Bovendien kunnen we kiezen voor één post voor de hele
begroting, of dat per programma een post 'Onvoorzien' wordt
opgenomen. In Nuenen hebben we op dit moment één totaalpost
'Onvoorzien'.
EFFICIENCY
In Dommelvalleiverband streven we naar gezamenlijk efficiencywinst. De aanschaf van één
gezamenlijk financieel softwarepakket en het harmoniseren van de vorm van de P&C-documenten
daar de belangrijkste voorbeelden van. De nieuwe begrotingsopzet met 8 programma's en 48
beleidsproducten evalueren we na afloop van de volledige P&C-cyclus, dus in 2017 na afronding van
de jaarrekening 2016.
In 2015 hebben we onderzoek gedaan naar we de mogelijkheden om de verschillende
invorderingsprocessen te harmoniseren. Die gaan we vervolgens in 2016 invoeren. We gaan ook In
2016 verder met digitaliseren van onze facturenstromen. Met name de uitgaande facturen worden
geheel digitaal verstuurd en verwerkt.
84
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
•
•
Een sluitende begroting 2016-2019;
Het blijven toepassen van het begrip integrale financiering. Hierbij stellen we voor om de
omslagrente (die berekend is op basis van de gemiddelde rentekosten) te verlagen van
4% naar 2,5%;
Een weerstandsratio te hebben van boven de 1;
Harmonisatie invorderingsprocessen;
Digitalisering facturenstroom.
GEW IJZIGDE FINANCIELE W ETGEVING
Er zijn ingrijpende wijzigingen aangekondigd in het "Besluit Begroting en Verantwoording provincies
en gemeenten" (BBV) die vooral betrekking hebben op de grondexploitaties. Deze wijzigingen hebben
een relatie met de invoering van de Vennootschapsbelasting (Vpb). De vennootschapsbelasting gaat
ook voor gemeenten gelden.
Ingangsdatum van beide onderdelen is 1 januari 2016 en hebben gevolgen voor de begroting 20162019. Deze wijzigingen zijn echter nog niet definitief en daarom nog niet in deze begroting verwerkt.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
Invoering Vpb vanaf 1 januari 2016;
Voldoen aan de gewijzigde eisen die het BBV gaat stellen.
LOKALE LASTEN
Het is continu van belang om de afweging te maken tussen gemeentelijke voorzieningen enerzijds en
de lastendruk anderzijds.
De hoogte van de OZB is afgeleid van de WOZ-waarde (een percentage).
Jaarlijks stellen we nieuwe WOZ-waarden vast. De aanslagen zijn gebaseerd op
de WOZ-waarden met een waardepeildatum die 1 jaar voorafgaand aan het
belastingjaar ligt. De tarieven worden berekend aan de hand van de ontwikkeling
van de nieuwe WOZ-waarden en wel zodanig dat uiteindelijk sprake is van de
geraamde opbrengst onroerendezaakbelastingen. Daarbij houden we altijd
rekening met de uitbreiding van het aantal woningen en panden in de gemeente.
Het is gebruikelijk de geraamde opbrengst in principe jaarlijks te verhogen met
de daarvoor geldende inflatiecorrectie.
85
Gemeenten zijn per 2016 verplicht een WOZ-beschikking te sturen aan alle belanghebbenden, dus
ook aan gebruikers van huurwoningen. Dit betekent uiteraard niet dat zij het OZB gebruikersdeel voor
de woning moeten betalen. Met dagtekening 28 februari 2016 ontvangen zij een WOZ-beschikking.
PLATFORM “MIJNOVERHEID”
De Nederlandse overheid wil dat alle overheidsinstanties in 2017 met
inwonerscommuniceren via het online platform MijnOverheid. Wij zijn van
plan om onze inwoners in 2016 al de mogelijkheid aan te bieden om hun aanslagen digitaal te
ontvangen via MijnOverheid. Inwoners die zich niet aangemeld hebben, ontvangen hun documenten
op de ‘vertrouwde’ wijze via de post.
NIEUWE BELASTINGAPPLICATIE
Mogelijk komt er in 2016 of 2017 een nieuwe belastingapplicatie. Inwoners en bedrijven
zullen hier niets van merken. Het is de bedoeling dat de afvalstoffenheffing en
rioolheffing dan vanuit de nieuwe belastingapplicatie geheven en geïnd wordt. Dit
betekent dat we geen gebruik meer zullen maken van de diensten van Brabant Water.
Dit vergt een goede communicatie met de belastingplichtigen.
HARMONISATIE TARIEVENTABEL LEGESVERORDENING
We streven er naar om in de nabije toekomst de tarieventabel van de legesverordening wat format
betreft zo veel mogelijk te harmoniseren met Geldrop-Mierlo en Son en Breugel. En daar waar
mogelijk tarieven (geleidelijk) gelijk te trekken. Om optimaal belasting te kunnen heffen is het
daarnaast aan te raden om de belastingverordeningen van de gemeenten die deelnemen aan Dienst
Dommelvallei (met uitzondering van de tarieven), verder te uniformeren. In 2016 krijgen de
gemeenteraden hiervoor harmonisatievoorstellen aangeboden. Op het
moment zijn er verder geen ingrijpende veranderingen in de wijze van
heffen van gemeentelijke belastingen. Dienst Dommelvallei heft en int op
dezelfde wijze namens de gemeente Nuenen als voorheen.
BEOOGD RESULTAAT IN 2016
•
•
•
•
•
•
•
Doel is om daar waar mogelijk tot lastendruk verlaging te komen;
De mogelijkheid bekijken om de objectkenmerken en eventueel de vergelijkingsobjecten van
woningen digitaal te laten raadplegen voordat de aanslagen verstuurd worden;
Door gewijzigde wetgeving ontvangen huurders van woningen in 2016 voor het eerst een WOZbeschikking;
Er zijn voornemens om inwoners de mogelijkheid aan te bieden om digitaal
aanslagen/aanmaningen te ontvangen. Dit gebeurt via MijnOverheid;
Aanslagen overige belastingen worden in 2016 op de gebruikelijke wijze gestuurd;
Harmonisatievoorstel belastingverordeningen;
Harmonisatievoorstel legestarieventabel.
86
WAT GAAT HET KOSTEN?
In onderstaande tabel zijn de baten en lasten opgenomen die aan het programma zijn verbonden. De
bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.
Zowel de baten als de lasten worden als positieve bedragen weergegeven. Het saldo wordt
weergegeven als negatief als er meer lasten zijn dan baten en als positief als er meer baten zijn dan
lasten.
Omschrijving
Realisatie Begroting
8. Financiën & Belastingen
2014
2015
Leningen en beleggingen
1.349
1.365
Algemene uitkering
17.879
15.929
Onvoorziene uitgaven
603
0
Beleidsvoornemens
5
431
Uitkering deelfonds Sociaal
0
7.928
Domein
Onroerendezaakbelasting
6.218
6.267
Overige belastingen
23
8
Resultaat
0
0
Mutaties reserves
782
0
programma 8
Totaal baten
26.859
31.928
Omschrijving
Realisatie Begroting
8. Financiën & Belastingen
2014
2015
Leningen en beleggingen
135
125
Algemene uitkering
0
0
Onvoorziene uitgaven
140
-301
Beleidsvoornemens
0
7.266
Uitkering deelfonds Sociaal
0
0
Domein
Onroerendezaakbelasting
425
401
Overige belastingen
17
64
Resultaat
3.087
40
Mutaties reserves
4.109
580
programma 8
Totaal lasten
7.912
8.175
Saldo (baten -/- lasten)
18.947
23.754
87
2016
1.611
16.592
0
545
2017
1.668
16.375
0
412
2018
1.749
16.575
0
317
2019
1.841
16.817
0
304
7.313
7.153
6.998
6.898
6.303
8
0
6.413
8
0
6.489
8
0
6.613
8
0
0
0
0
0
32.371
32.028
32.136
32.482
2016
119
0
8
1.513
2017
113
0
206
1.866
2018
107
0
438
1.768
2019
100
0
438
1.805
0
0
0
0
350
66
125
348
66
-186
348
66
-189
349
66
163
549
559
594
638
2.729
2.971
3.131
3.559
29.642
29.057
29.005
28.923
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Niet in te delen lasten
0
431
Winstuitkeringen
2
3
Toegerekende rente
1.326
1.342
Kosten algemene plannen
2
0
Overige goederen en
41
28
diensten
Betaalde belastingen
0
0
Aankopen niet duurzame
0
0
goederen en diensten
Belasting op producenten
6.218
6.267
Belasting op inkomen van
0
0
gezinnen
Vermogensheffing
1
0
Inkomensoverdrachten van
17.884
23.857
het rijk
Sociale uitkeringen in geld
603
0
Overige
investeringsbijdragen en
0
0
overige kapitaaloverdrachten
Reserveringen
782
0
Kapitaallasten
0
0
Overige verrekeningen van
0
0
kostenplaatsen
Totaal baten
26.859
31.928
Omschrijving
Realisatie Begroting
Kostensoort
2014
2015
Niet in te delen lasten
0
7.417
Winstuitkeringen
0
0
Toegerekende rente
0
0
Kosten algemene plannen
0
0
Overige goederen en
0
0
diensten
Betaalde belastingen
0
0
Aankopen niet duurzame
33
14
goederen en diensten
Belasting op producenten
0
0
Belasting op inkomen van
0
0
gezinnen
Vermogensheffing
0
0
Inkomensoverdrachten van
0
0
het rijk
Sociale uitkeringen in geld
0
0
Overige
investeringsbijdragen en
140
0
overige kapitaaloverdrachten
Reserveringen
7.196
621
Kapitaallasten
128
125
Overige verrekeningen van
415
-2
kostenplaatsen
Totaal lasten
7.912
8.175
Saldo (baten -/- lasten)
18.947
23.754
88
2016
545
3
1.589
0
2017
412
3
1.645
0
2018
317
3
1.727
0
2019
304
3
1.818
0
28
28
28
28
0
0
0
0
0
0
0
0
6.303
6.413
6.489
6.613
0
0
0
0
0
0
0
0
23.904
23.528
23.573
23.716
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
32.371
32.028
32.136
32.482
2016
1.791
0
0
0
2017
1.823
0
0
0
2018
1.722
0
0
0
2019
2.112
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
14
14
14
14
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
549
119
559
113
594
107
638
100
257
462
694
695
2.729
2.971
3.131
3.559
29.642
29.057
29.005
28.923
Analyse overzicht van baten en lasten
Programma 8
Verschil
Begroting 2016 nieuw
29.642
Begroting 2016 oud
29.701
Verschil
Nr.
-58
Omschrijving
Begrotingswijzigingen
Jaarrekening 2014
-36
Autonome ontwikkelingen
Aanpassing staat van personele lasten
122
Kostenverdeelstaat
-46
Aanpassing staat van activa
-6
Mutaties gemeenschappelijke regelingen
-20
Aanpassing bouwleges
-86
Berekening afvalstoffenheffing 2016
Berekening rioolheffing 2016
-2
-124
Tussentijdse rapportage Q1
61
Wijkschouwen
2
Bespaarde rente
32
Staat D
-682
Subsidieprogramma 2016
21
Beleidsaanpassingen
Algemene uitkering
501
Ontwikkelingen WWB
400
Indexering huur scholen
5
Verlichting Hemelsepad t.l.v. Bovenwijks
22
Storting civiele kunstwerken
115
Parkmanagement
-80
Parkmanagement t.l.v. reserve
80
Correctie stelpost rente
-50
Aantal leerlingen VO
-31
Mutaties reserves
227
Uitkering Sociaal Domein
-531
Geen inflatiecorrectie OZB
-66
Correctie/wijziging rekenrente
91
Resultaat beleidsaanpassingen
23
Totaal
-58
89
BEGROTING BESTAAND BELEID
Het overzicht begroting bestaand beleid schetst de financiële ruimte die onze begroting heeft met
daarin verwerkt alle besluitvormingen en autonome ontwikkelingen t/m 29-9-2015.
2016
2017
2018
2019
263.904
482.934
288.550
288.550
35.717
-18.072
-18.370
-18.669
02 1e tussentijdse rapportage 2015
-19.587
-19.587
-19.587
-19.587
03 Aanpassingen staat B
-30.691
-44.027
-45.724
-46.021
04 Aanpassingen kostenverdeelstaat riolering
-65.967
-65.967
-65.967
-65.967
05 Aanpassingen kostenverdeelstaat afval
-96.284
-96.284
-96.284
-96.284
06 Aanpassingen kostenverdeelstaat bouwgrond
-19.525
-22.289
0
0
85.500
-107.000
66.500
198.000
Beginstand Begroting
Begrotingswijzigingen:
01 Aanpassingen jaarrekening 2014
Autonome ontwikkelingen:
07 Bouwlegesaanpassing
08 Actualisering staat C
09 Gemeenschappelijke regelingen
10 OZB
11 Doorrekening afval
12 Doorrekening riolering
6.038
8.634
7.922
38.098
19.990
-13.506
-21.529
-75.466
-39.755
-61.055
-82.155
41.845
2.327
8.780
10.200
10.091
123.711
189.287
138.594
138.594
43.200
43.200
43.200
13 Stelpost indexering jaarschijf 2019
-72.000
14 Stelpost indexering
15 Afname verkoop openbaar groen
43.200
-50.000
16 Doorrekening staat D
Stand begroting bestaand beleid (d.d. 29-9-2015)
-160.680
-151.586
-164.605
-151.943
147.898
133.462
40.745
162.441
TOELICHTING:
BEGINSTAND BEGROTING:
De beginstand van deze begroting is de eindstand van de begroting 2015-2018 zoals die door de raad
op 6 november 2014 is vastgesteld.
01 JAARREKENING 2014:
De aanpassing heeft te maken met de begrotingswijziging op het gebied van kapitaallasten als gevolg
van de jaarrekening 2014. De aanpassing heeft hoofdzakelijk te maken met de overdracht van het
schoolgebouw van het Pleincollege aan schoolbestuur OMO in verband met de doordecentralisatie.
De restant boekwaarde van het gebouw is in 2014 afgeschreven waardoor vanaf 2015 de
kapitaallasten veel lager zijn. Omdat een groot deel van deze gebouwen eind 2016 afgeschreven is, is
dat effect na 2016 kleiner.
90
E
02 1 TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE 2015:
e
In de 1 tussentijdse rapportage zaten een aantal onderwerpen die een structurele doorwerking
hadden. Dit hadden wij in de Kadernota 2015 ook meegenomen en toen becijferd op € 4.413,-. Het
tekort op het gebied van facilitaire zaken van € 12.000,- voor de catering en € 12.000,- voor de kosten
voor de schoonmaak van de koffieautomaten en de vergaderservice zijn structureel. Daarmee komt
het structurele effect uit op - € 19.587,-.
03 AANPASSINGEN STAAT B:
Jaarlijks worden de kosten voor de salarissen opnieuw berekend, op basis van de laatst bekende
gegevens over de formatie, inschaling, sociale lasten en de te verwachten loonontwikkeling. Het
resultaat is een optelsom van al deze factoren. De grootste kostenstijging, die van salarisstijging en
periodieken, is reeds tegen geboekt via de stelpost indexering.
04, 05 EN 06 AANPASSING KOSTENVERDEELSTAAT:
Door middel van de kostenverdeelstaat worden de algemene kosten van de gemeente verdeeld over
de productieve uren. Voor 2016 is het uurtarief bepaald op € 90.- (2015 was € 87,-). De stijging van
het uurtarief wordt veroorzaakt door de inflatie over de kosten, en hogere algemene kosten, zoals bijv.
de bij de kadernota geraamde bedragen voor facilitaire zaken voor de organisatie en
gemeenschappelijke regeling Dienst Dommelvallei in het kader van de transities.
Op drie onderdelen worden minder uren toegerekend dan in de voorgaande begroting.
Het gaat achtereenvolgens om structureel minder uren voor riolering en afval. Daarnaast geldt dat
voor de grondexploitaties in meerjarenperspectief al vanaf 2018 rekening was gehouden met het feit
dat minder uren kan worden toegerekend. Voor 2016 en 2017 is nu ook iets minder geraamd dan in
vorige begroting was opgenomen.
07 BOUWLEGESAANPASSING:
De ramingen voor opbrengsten uit leges voor omgevingsvergunningen fluctueren omdat deze zijn
gebaseerd op de bouwprognoses voor de komende 4 jaar. Er is geen direct verband te leggen tussen
de formatie en het aantal verwachte aanvragen om vergunning. Dit komt onder meer omdat de
tijdsbesteding per aanvraag veel kan verschillen. De huidige doorberekende personele capaciteit is
gebaseerd op een vaste werkvoorraad. Incidentele fluctuaties in het werkaanbod worden zoveel
mogelijk met de beschikbare personele capaciteit opgevangen. Wanneer dit niet meer mogelijk is
kunnen door een flexibele (formatie)schil incidentele fluctuaties worden opgevangen. Hierbij kan
gedacht worden aan uitwisselen van personeel binnen in eerste instantie de Dommelvallei of het
tijdelijk inhuren van extern personeel.
08 ACTUALISERING STAAT C:
De aanpassing van de staat van geactiveerde kapitaaluitgaven, de mutaties van na de vaststelling
jaarrekening 2014, leidt tot een lichte verschuiving.
09 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN:
De besluitvorming van de raad met betrekking tot de begrotingen 2016 van diverse
gemeenschappelijke regelingen heeft in het voorjaar van 2015 plaatsgevonden. De financiële
consequenties hiervan hebben wij ook in de Kadernota 2015 samengevat. Omdat de besluitvorming
91
over deze afzonderlijke begrotingen dus al heeft plaatsgevonden hebben we dit hier als bestaand
beleid verwerkt.
10 OZB:
De verwachte opbrengsten OZB geven voor de jaren 2016 tot en met 2018 een nadeel weer. Dat is
enerzijds te verklaren door een daadwerkelijk lagere te ontvangen OZB-opbrengst van € 25.000,e
zoals ook aangegeven via de raadsinformatiebrief van de 1 tussentijdse rapportage 2015 en
anderzijds doordat we in meerjarenperspectief een lagere inflatiecorrectie (1,1%) dan de
inflatiecorrectie bij de vorige begroting (1,4%) toepassen. De jaarschijf 2019 geeft uiteraard wel een
voordeel omdat deze jaarschijf nog niet in de vorige begroting stond en daarmee hetzelfde bedrag
meekreeg als de jaarschijf 2018. De jaarschijf 2019 is nu wel ten opzicht van 2018 verhoogd met het
inflatiepercentage van 1,1%.
11 EN 12 BEREKENING AFVALSTOFFENHEFFING EN RIOOLHEFFING:
Voor afval en riolering geldt dat er over de komende vier jaar minder ambtelijke uren meegenomen
zijn. De daling in kosten vanaf 2017 op het gebied van stortkosten van restafval was al in de vorige
begroting verwerkt. Deze kosten zijn allemaal meegenomen in de tariefberekening. Het extra
comptabel toe te rekenen BTW-bedrag is voor riolering met € 124.000,- aanzienlijk verhoogd. Dit komt
met name door de extra BTW voor € 43.500,- over reiniging wegen wat voorgaande jaren niet mee
was genomen. Daarnaast wordt er voor ca. € 47.000,- meer aan BTW over toekomstige investeringen
toegerekend.
13 STELPOST INDEXERING 2019:
Nu wij de begroting in lopende prijzen ramen moet ook de stelpost indexering op twee punten
geactualiseerd worden. Het punt waar het hier over gaat is de aanpassing van de jaarschijf 2019. De
vorige begroting liep tot en met de jaarschijf 2018. Ten opzichte van 2018 en nog gebaseerd op de
meicirculaire van 2014 moet de stelpost met € 72.000,- verhoogd worden. Dit bedrag heeft ook reeds
in de Kadernota 2015 gestaan.
14 AANPASSING STELPOST INDEXERING:
De meicirculaire 2015 geeft ten opzichte van de vorige meicirculaire een lagere prijsontwikkeling bruto
binnenlands product voor 2015 weer. Aangezien 2015 voor deze stelpost de basis is geweest kan
deze stelpost nu met structureel € 43.200,- worden verlaagd.
15 AFNAME VERKOOP OPENBAAR GROEN:
In de begroting 2015 hebben we aangegeven dat we het opgenomen opbrengstbedrag van
€ 150.000,- gaan halen, maar dat deze opbrengst niet structureel geraamd kan blijven worden. Dit is
de reden dat we het opbrengstbedrag in het jaar 2019 met € 50.000,- verlaagd hebben naar
€ 100.000,-.
16 DOORREKENING STAAT D:
Door wijzigingen in de omvang van reserves en voorzieningen is de bespaarde rente gewijzigd.
Voorheen was afval en riolering een bestemmingsreserve. Op basis van het BBV zijn dit nu
voorzieningen geworden. Waar de rente van de reserves altijd naar de exploitatie gaat, wordt de rente
over de voorzieningen als incidenteel gezien en wordt deze bijgeschreven op algemene reserve. Dit
heeft een nadelig effect gehad voor de begroting. Elders in de begroting stellen we voor om deze
92
incidentele rente niet meer bij te schrijven op de algemene reserve (aangezien deze inmiddels een
normomvang van € 2,8 miljoen heeft) maar om deze voortaan toe te voegen aan de exploitatie.
BELEIDSAANPASSINGEN
2016
2017
2018
2019
- € 246.953
- € 274.536
- € 300.020
- € 322.110
€ 291.178
€ 63.538
€ 124.890
€ 330.360
- € 525.689
- € 406.352
- € 478.482
- € 576.674
Stelpost leerlingen VO
- € 31.000
- € 31.000
- € 31.000
- € 31.000
Mutaties reserves
Geen inflatiecorrectie OZB
2016
Invoering
vennootschapsbelasting
Nieuw meerjarig informatie
beleidsplan
€ 226.575
€ 226.575
€ 226.575
€ 226.575
- € 66.000
- € 66.000
- € 66.000
- € 66.000
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
€ 210.113
€ 206.514
€ 378.026
€ 414.891
Beleidsaanpassingen
Correctie/wijziging rekenrente
Algemene Uitkering mei
Uitkering Sociaal Domein
Septembercirculaire
CORRECTIE/WIJZIGING REKENRENTE
Zoals in de Kadernota ook is aangegeven is in de meerjarenbegroting vanaf 2014 een structureel
voordeel opgenomen van € 400.000,-. Dit voordeel is opgenomen omdat in 2014 een deel van het kort
geld is omgezet naar lang geld. En dat gaf een voordeel omdat tegen een lager rentepercentage dan
de 4% waarmee gerekend werd kon worden gefinancierd. Dit voordeel werd vervolgens structureel in
de totale financieringslasten verwerkt, maar de stelpost is blijven staan. Inmiddels ligt de gemiddelde
rentelast met 2,5% dus al aanmerkelijk lager en is het niet meer reëel om een dergelijke stelpost in de
begroting te hebben. Dit geeft een structureel nadeel van de begroting van € 400.000,-. Hetzelfde
verhaal geldt ook voor de vergelijkbare post van € 288.000,- (voordeel op het afsluiten van een
geldlening) die bij de begroting 2015 is opgenomen. Deze post loopt nu ook via de totale
financieringslast. Dit nadeel kan deels opgevangen worden door geen rente meer toe te voegen aan
de algemene reserve. Nu de algemene reserve de afgesproken hoogte van € 2,8 miljoen heeft bereikt
is dat ook niet meer noodzakelijk.
Dit geeft over de komende begrotingsjaren de volgende voordelen:
2016 = € 349.647,2017 = € 332.064,2018 = € 316.580,2019 = € 304.490,Deze rente wordt overigens wel als incidenteel aangemerkt.
Verder geldt dat de renteomslag op basis van renteberekeningen voor de begroting 2016 van 4% naar
2,5% verlaagd kan worden. Op dit moment zijn de onderliggende berekeningen voor deze begroting
opgesteld op basis van een rentepercentage van 4%. Het verlagen van dit percentage naar 2,5%
heeft een impact op alle nu gepresenteerde saldi van de programma’s. Vandaar dat we deze
93
beleidsaanpassing in eerste instantie alleen hier in programma 8 presenteren (de hierboven
genoemde € 288.000,- zit overigens zoals reeds eerder aangegeven in programma 1).
De renteverlaging heeft consequenties voor de reguliere exploitatie en grondexploitaties. Voor de
grondexploitaties betekent dit een verlaging van de Voorziening verliesgevende complexen
bouwgrond met € 3,4 miljoen op basis van de contante waarde berekening per 1 januari 2016, zie
onderstaande berekening. Gezien de de hoogte van de risico’s binnen de grondexploitaties wordt
voorgesteld deze vrijval toe te voegen aan de Algemene reserve bouwgrond.
Voor de exploitatie betekent dit een mindere inkomst van de bespaarde rente op het eigen vermogen
van € 216.000,-. Dit betreft een verlaging van incidentele inkomst met € 131.000,- en de structurele
inkomst met € 85.000,-. Exclusief de gesloten huishoudingen (riolering en afval) geeft dat een lager
last voor de exploitatie op het onderdeel rente van de kapitaallasten van € 307.000,-. Per saldo
betekent de renteverlaging een voordeel van € 91.000,-.
Conform de beleidslijn van de afgelopen jaren wordt de te betalen rente geraamd op het percentage
van de omslagrente. Omdat deze daalt van 4% naar 2,5% zijn de rentemeevallers in de loop van het
jaar (en in de jaarrekening) veel lager dan nu het geval is. Voorgesteld wordt om de rekenrente te
verlagen van 4% naar 2,5%.
Verliesvoorziening GREX (contante waarde)
Bedrag
(CW)
Rente
1 januari 2016
20.355.469
4%
1 januari 2016
16.950.251
2,50%
Balanswaarde per datum
Saldo
3.405.218
ALGEMENE UITKERING + INTEGRATIE UITKERING SOCIAAL DOMEIN
Via de raadsinformatiebrief van 23 juni 2015 hebben wij u als onderdeel van de kadernota discussie
geïnformeerd over de meicirculaire 2015. In onderstaand overzicht is de meicirculaire 2015 opgesplitst
in de algemene uitkering en de uitkering sociaal domein en dit is afgezet t.o.v. de bedragen zoals die
in begroting 2015-2018 geraamd zijn. Hierbij is voor de begroting boekjaar 2019 gelijk gehouden aan
2018 (- = negatief). De consequenties voor de jaarschijf 2015 worden verwerkt via de
decemberwijziging 2015. De structurele consequenties voor de jaren daarna worden nu via
beleidsaanpassingen in de meerjarenbegroting meegenomen.
Gemeentefonds
2016
2017
2018
2019
16.090.397
16.104.694
16.071.803
16.071.803
7.843.617
7.531.130
7.440.041
7.440.041
Totaal begr.
23.934.014
23.635.824
23.511.844
23.511.844
Algemene uitkering meic.
16.381.575
16.168.232
16.196.693
16.402.163
Algemene uitkering begr.
Uitkering sociaal domein begr.
Uitkering sociaal domein meic.
7.317.928
7.124.778
6.961.559
6.863.367
23.699.503
23.293.010
23.158.252
23.265.530
291.178
63.538
124.890
330.360
Uitkering sociaal domein mut.
-525.689
-406.352
-478.482
-576.674
Verschil
-234.511
-342.814
-353.592
-246.314
Totaal meic.
Algemene uitkering mutatie
94
In het nu volgend overzicht geven wij een verklaring van de verschillen en hebben daarbij de
verschillen als beleidsaanpassing in deze begroting verwerkt.
Verschillenverklaring
A Huishoudelijke hulp toelage
B Nieuwe Wmo-taken SD
B Jeugdzorg SD
B Participatiewet SD
C Diversen alg uitk.
Totaal
2016
2017
2018
2019
96.148
0
0
0
128.012
208.017
137.955
115.163
-646.288
-624.230
-635.975
-632.281
-7.414
9.861
19.538
-59.556
195.030
63.538
124.890
330.360
-234.512
-342.814
-353.592
-246.315
A HUISHOUDELIJKE HULP TOELAGE
Het beschikbare bedrag voor de decentralisatie-uitkering Huishoudelijke hulp toelage (HHT) voor 2016
is landelijk € 141 miljoen. De middelen HHT worden aan de gemeenten beschikbaar gesteld voor het
stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp, teneinde zoveel mogelijk volwaardige
werkgelegenheid te behouden. De in de tabel genoemde Nuenensebedragen hebben wij reeds eerder
via een afzonderlijke procedure bij het ministerie moeten aanvragen en wij willen deze ook voor het
genoemde doel beschikbaar houden.
B 3D-TAKEN SOCIAAL DOMEIN
Met ingang van 2016 zijn de objectieve verdeelmodellen voor de Wmo 2015 en Jeugd van toepassing.
Door de invoering ervan treden herverdeeleffecten op.
De integratieuitkering Sociaal Domein wordt structureel verlaagd met € 134 miljoen in verband met de
zgn. WLZ-indiceerbaren. Cliënten hadden de keuze om hun behandeling onder de Wet Langdurige
Zorg door te zetten of in te stromen bij de gemeenten. Minder cliënten dan verwacht stroomden in bij
de gemeenten, wat een korting op het macrobudget rechtvaardigde.
Verder worden de macrobudgetten in de verschillende jaren verlaagd tussen € 100 en € 250 miljoen,
hoofdzakelijk in de taak Jeugd.
De financiële effecten zijn voor de decentralisatie Wmo en Participatie aanmerkelijk minder groot.
Deze 3D-taken zijn budgettair neutraal verwerkt. Dit houdt in dat wij per saldo rekening houden met
een lagere algemene uitkering, maar dat wij de kosten in de begroting met dezelfde bedragen
aanpassen. Wij houden het kostenniveau dus gelijk met de bedragen die wij vanuit de algemene
uitkering hiervoor ontvangen.
C DIVERSEN ALGEMENE UITKERING
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de
ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’
hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De
jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voorvloeiend uit de trap op trap af methode
wordt het accres genoemd.
In 2016 is het beeld positief door een toename van het accres. Het meerjarenperspectief wordt verder
nog positief beïnvloed doordat de aanvullende korting op de Wmo-bestaande taken minder groot is
dan door ons oorspronkelijk was ingeschat.
95
STELPOST LEERLINGEN VO
In de begroting is een stelpost hogere algemene uitkering opgenomen vanwege de groei van het
aantal leerlingen Voortgezet onderwijs. Deze stelpost van € 31.000,- structureel kan vervallen omdat
we in de berekening van de algemene uitkering uitgaan van de laatste prognoses aantal leerlingen.
Feitelijk heeft er ook wel een groei plaatsgevonden, maar dit voordeel hebben we dus al bij de
berekening van de algemene uitkering meegenomen.
MUTATIES RESERVES
De conclusie van de actualisatie van het bestedingenplan is dat de geplande uitgaven binnen deze
reserves afgedekt kunnen worden en dat er vanuit de exploitatie geen extra storting in deze reserves
benodigd is. Daarmee kan de extra in de exploitatie geraamde storting van het fonds bovenwijkse
voorzieningen van € 226.575,- vrijvallen.
ACHTERWEGE LATEN INFLATIECORRECTIE OZB
Gelet op de lokale lastendruk stellen we voor om de inflatiecorrectie voor 2016 achterwege te laten.
Dit betekent dat we alleen de tarieven aanpassen om de waardemutaties te compenseren en dat de
gemiddelde huizenbezitter in 2016 hetzelfde als in 2015 zal betalen.
INVOERING VENNOOTSCHAPSBELASTING
De wet modernisering Vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen zal per 1 januari 2016
in werking treden. De vennootschapsbelasting wordt zodanig aangepast dat overheidsondernemingen
die economische activiteiten verrichten op een markt waarop ook private ondernemingen actief zijn, op
dezelfde wijze aan de heffing van vennootschapsbelasting worden onderworpen als die van private
ondernemingen.
Via de kadernota is aangegeven dat wij de consequenties hiervan willen verwerken in de begroting
2016-2019. Gelet op de late verschijning van de BBV-notitie (die een nadrukkelijke relatie legt met de
invoering Vennootschapsbelasting) lukt dit echter niet bij de aanbieding van de begroting in
september. Een aanvullend voorstel wordt aangeboden voor de raadsvergadering van december om
deze alsnog voor de wettelijke ingangstermijn van 1 januari 2016 te kunnen vaststellen en via een
begrotingswijziging te verwerken in de begroting 2016-2019. Hierover is de gemeenteraad reeds
geïnformeerd via een raadsinformatiebrief.
NIEUW MEERJARIG INFORMATIEBELEIDSPLAN
Het informatiebeleidsplan 2016-2020 is bijna gereed. De besluitvorming moet nog plaatsvinden.
De financiële consequenties zijn, zoals eerder opgemerkt, nog niet helder en zullen bij de Kadernota
2016 voorgelegd worden.
96
SEPTEMBERCIRCULAIRE
Op de derde dinsdag van september is de septembercirculaire 2015 verschenen. De
septembercirculaire geeft een positief beeld weer als gevolg van toename accres en minder BTW
declaratie van gemeenten. Het accres 2015 is iets minder nadelig, ten opzichte van de mei-circulaire
2015 komt er € 60 miljoen bij. De rijksuitgaven nemen dit jaar toe door de verwachte toestroom van
asielzoekers. Daarnaast is het uitkeringsjaar 2016 ietsjes positiever, € 10 miljoen. De circulaire meldt
extra uitgaven voor defensie/veiligheid, beschut werk, opvang van peuters en kinderopvangtoeslag.
Voor 2018 en 2019 loopt het accres verder op.
Omdat gemeenten naar inschatting van het ministerie van Financiën de komende jaren minder BTW
declareren bij het rijk dan het daarvoor geldende plafond, krijgen ze dat niet gedeclareerde deel in het
gemeentefonds gestort. In 2015 gaat het om € 24 miljoen extra, in 2016 om € 106 miljoen. De
bedragen cumuleren, dus samen € 130 miljoen extra in 2016. De jaren daarna zijn er nog mutaties,
maar het cumulatief effect in 2019 is nog steeds redelijk op het niveau van 2016, namelijk € 122
miljoen.
Het effect van deze twee onderdelen is voor Nuenen een plus van circa € 200.000,- voor 2016 en
2017. Daarna loopt dit bedrag nog verder op.
Naast het effect op het onderdeel algemene uitkering die wij in het begrotingssaldo hebben
meegenomen, is ook de integratie-uitkering sociaal domein "beperkt" aangepast. Voor het onderdeel
WMO-nieuwe taken krijgen we in 2016 € 25.541,- minder en voor het onderdeel Participatiewet krijgen
we meer. Bij de Participatiewet gaat het dan om € 20.349,- meer in 2016, € 28.337,- meer in 2017,
€ 36.685,- meer in 2018 en € 35.720,- meer in 2019. De mutaties in de integratie-uitkering sociaal
domein hebben we overeenkomstig de bestaande gedragslijn budgettair neutraal verwerkt door voor
hetzelfde bedrag een uitgaaf dan wel een taakstelling/aframing op te nemen.
97
2.3. PARAGRAFEN
2.3.1. LOKALE HEFFINGEN
Deze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen op hoofdlijnen.
Hiermee ontstaat inzicht in de lokale lastendruk, wat van belang is voor de integrale afweging tussen
enerzijds beleid en anderzijds inkomsten. Bij behandeling van de begroting worden besluiten
genomen over de gewenste omvang van de afzonderlijke lokale heffingen. In dezelfde
raadvergadering worden de tarieven vastgesteld die conform de begrotingsbesluitvorming zijn
opgenomen in de belastingverordeningen.
BELEID
Bij het heffen en invorderen van belastingen zijn we onder meer gebonden aan:
•
•
•
•
•
de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR);
de Algemene wet bestuursrecht (Awb), (inclusief de algemene beginselen van behoorlijk bestuur);
de Invorderingswet 1990;
de Gemeentewet;
diverse uitvoeringsbesluiten.
De wet geeft duidelijke kaders aan voor de heffing, invordering en kwijtschelding van gemeentelijke
belastingen. Het maken van uitzonderingen op de regels uit de wetgeving is niet toegestaan, dit om
rechtsongelijkheid voor de inwoners te voorkomen.
In het verlengde daarvan liggen de beleidsregels. Er kunnen zich gevallen voordoen die in de wet niet
specifiek zijn geregeld. Dan is het noodzakelijk en wenselijk dat regels worden gesteld die een
uniforme, praktische en doelmatige uitvoering mogelijk maken.
Beleidsregels zijn niet algemeen verbindende voorschriften. Het zijn besluiten in de zin van de
Algemene wet bestuursrecht. In het kader van synchronisatie in de samenwerking met Dienst
Dommelvallei wordt geïnventariseerd of bepaalde beleidsregels uniform vastgesteld kunnen worden.
Het tarievenbeleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
•
•
•
Geen algemene lastenstijging. De gemiddelde lasten voor de inwoners mogen niet meer
toenemen dan de inflatiecorrectie. Lastenverzwaring voor inwoners blijft achterwege en indien
enigszins mogelijk zullen we gemeentelijke belastingen, tarieven, heffingen en/of leges verlagen;
Streven naar kostendekkendheid in de tariefstelling voor leges en retributies;
Het profijtbeginsel bij de overige heffingen hanteren.
98
In overeenstemming met deze beleidsuitgangspunten worden de tarieven over 2016 als volgt
aangepast:
•
•
•
•
Voor de OZB stellen wij voor om de inflatiecorrectie voor 2016 achterwege te laten;
Leges en tarieven in de tarieventabel worden verhoogd met de inflatiecorrectie;
Het vastrecht afvalstoffenheffing wordt met 2% verlaagd, het variabel tarief van gft-afval wordt met
10% verlaagd en het variabel tarief rest-afval wordt met 19% verhoogd;
Voor de rioolheffing stellen wij voor om de inflatiecorrectie voor 2016 achterwege te laten.
ONROERENDEZAAKBELASTINGEN (OZB)
We heffen op grond van artikel 220 van de Gemeentewet twee directe belastingen op de onroerende
zaken die binnen de gemeente liggen, de zogenaamde onroerendezaakbelastingen:
•
•
Een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak
die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of
persoonlijk recht gebruikt;
Een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende
zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.
De hoogte van de OZB is afgeleid van de WOZ-waarde (een percentage). Jaarlijks worden nieuwe
WOZ-waarden vastgesteld. De aanslagen zijn gebaseerd op de WOZ-waarden met een
waardepeildatum die 1 jaar voorafgaand aan het belastingjaar ligt.
De maximaal verwachte opbrengst OZB wordt als percentage van de totale WOZ-waarden (rekening
houdend met areaaluitbreiding en waardestijging) van alle onroerende zaken in Nuenen uitgedrukt. Dit
percentage is bepalend voor de hoogte van elke individuele aanslag OZB.
Er is geen wettelijk maximum gesteld aan de jaarlijkse stijging van de OZB-tarieven. Er geldt echter
wel een macronorm. De macronorm houdt in dat in 2016 voor alle gemeenten samen de opbrengst
van de OZB niet hoger mag zijn dan de OZB-opbrengst in 2015, verhoogd met de macronorm.
Wanneer gemeenten zich hier collectief niet aan houden, houdt het Rijk zich het recht voor om nadere
maatregelen te nemen.
In het Bestuursakkoord Rijk-gemeenten is aangegeven dat de woonlasten niet meer verhoogd worden
dan met het inflatiepercentage. Als de financiële situatie van de gemeente deze bestuursperiode
verbetert, wordt met voorrang invulling gegeven aan het minder laten stijgen van de OZB dan de
macronorm, respectievelijk het inflatiepercentage.
In de Gemeentewet is vastgelegd dat gemeenten geen meeropbrengst mogen genereren naar
aanleiding van de waardestijging van de onroerende zaken bij een herwaardering. Alleen de
areaalontwikkeling en de bovenbeschreven toegestane tariefstijgingen mogen leiden tot een
meeropbrengst.
Conform voornoemde regelgeving worden de tarieven voor 2016 bijgesteld aan de hand van de
ontwikkeling van de nieuwe WOZ-waarden en wel zodanig dat uiteindelijk sprake is van een
gelijkblijvend niveau van de opbrengst onroerendezaakbelastingen, exclusief de areaaluitbreiding en
de tariefaanpassing. Het voorstel voor vaststelling van de tarieven wordt tegelijk met de begroting
aangeboden aan de raad.
99
De inschatting van de totale WOZ-waarde voor 2016 is als volgt:
Totale waarde woningen:
€ 2.818.416.000,-
(2015: € 2.809.986.000,-)
Totale waarde niet-woningen:
€
(2015: € 360.854.000,-)
353.637.000,-
De ramingen voor de baten OZB 2016 zijn als volgt:
Eigenaren woning:
€
4.811.900,-
Eigenaren niet-woning:
€
864.500,-
Gebruikers niet-woning:
€
622.800,-
WOZ-W AARDE VAN BELANG VOOR W ONINGW AARDERINGSSTELSEL
Per 1 oktober 2015 heeft de WOZ-waarde een significante invloed op het aantal punten voor de
huurwoningen en daarmee op de maximaal redelijke huurprijzen. De belangrijkste wijziging voor de
WOZ-uitvoering is dat door deze wijziging van het woningwaarderingsstelsel huurders van woningen
veel vaker een formeel belang zullen hebben bij de WOZ-waarde van de woning waarin zij wonen.
De Waarderingskamer heeft dan ook aangegeven dat gemeenten bij het verzenden van WOZbeschikkingen in de eerste 8 weken van 2016 ook een beschikking moeten toezenden aan de
huurders.
De wijziging van het Woningwaarderingsstelsel kan wel effect hebben op het afhandelen van
bezwaren tegen de vastgestelde WOZ-waarde. Wanneer twee belanghebbenden bij dezelfde
onroerende zaak afzonderlijk bezwaar en beroep indienen en daarbij tegenstrijdige overwegingen
aandragen, zal de gemeente bij het beoordelen van de juistheid van de WOZ-taxatie standpunten van
beide partijen moeten meewegen.
Afvalstoffenheffing
De gemeente is verplicht huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. Op grond van artikel 15.33 van de
Wet milieubeheer en de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten wordt afvalstoffenheffing
geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruikmaakt van een perceel waarvoor de
gemeente verplicht is huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. De tarieven van de afvalstoffenheffing
zijn verdeeld in twee componenten:
1. een vast deel: Hiertoe behoren kosten die niet in de invloedssfeer liggen van de individuele
inwoners zoals de kosten van de milieustraat, glas-, papier- en plasticinzameling;
2. een variabel deel: Het gaat hier om het zogenaamd “de vervuiler betaalt” principe; hoe vaker
iemand zijn rest- en gft-afval aanbiedt, des te hoger de kosten voor deze aanbieder zijn.
Bepaling van de tarieven van de afvalstoffenheffing geschiedt conform het “Model
kostenonderbouwing afvalstoffenheffing versie 1.0” van de VNG en zodanig dat de geraamde kosten
niet boven de geraamde baten uitkomen. Bij het bepalen van de geraamde kosten wordt sinds 2014
100
ook de volledige BTW over deze kosten meegenomen (artikel 229b van de Gemeentewet). We
streven er kortgezegd naar dat de kosten voor 100% worden gedekt door de opbrengsten uit de
heffingen.
In 2016 wordt gekeken in hoeverre de kostentoerekening tussen diverse taakgebieden kan worden
geoptimaliseerd. Vooruitlopend daarop wordt voor de begroting 2016 de volgende verschuiving van
kosten voorgesteld:
Momenteel komen de kosten voor het verwijderen van zwerfafval volledig ten laste van afval. Dit is
niet terecht, aangezien het tijdig verwijderen van zwerfvuil ook leidt tot minder vervuiling van het
rioolstelsel, stellen wij voor om een bedrag van € 27.914,-, zijnde 50% van de totale kosten, voor
rekening van riolering te laten komen. Daarmee worden de kosten ten laste van afval met een zelfde
bedrag verminderd.
RIOOLHEFFING
Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet wordt een rioolheffing geheven. De rioolheffing wordt
opgelegd aan de gebruiker van een eigendom, van waaruit afvalwater direct of indirect via de
gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.
De tarieven van de rioolheffing worden zodanig vastgesteld dat de geraamde kosten niet boven de
geraamde baten uitkomen. Bij het bepalen van de geraamde kosten mag ook de BTW over deze
kosten meegenomen worden (artikel 229b van de Gemeentewet). We streven er kortgezegd naar dat
de kosten voor 100% worden gedekt door de opbrengsten uit de heffingen.
Het tarief voor de rioolheffing is gebaseerd op het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011 – 2015
(vGRP). Het tarief bedraagt momenteel € 1,76 per kubieke meter verbruikt leidingwater. In 2016 wordt
het vGRP geactualiseerd.
In de rioolheffingsberekening is rekening gehouden met een bijdrage aan chemische onkruidbestrijding. In 2015 stond daarvoor in de begroting een bedrag van € 53.000,-. Hiervan kwam
€ 32.500,- ten laste van straten, wegen en pleinen en € 20.500,- ten laste van riolering. Vanaf 2016 is
er een verbod op het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Aangezien alle andere methodes
veel duurder zijn, moet rekening worden gehouden met een verhoging van het budget. Wij verwachten
dat de totale kosten voor onkruidbestrijding op verharding € 100.000,- gaan bedragen. Ons voorstel is
om hiervan 50% ten laste te brengen van riolering 50% ten laste van straten, wegen en pleinen. Voor
riolering betekent dit een verhoging van € 29.500,-.
In 2016 wordt ook gekeken in hoeverre de kostentoerekening tussen diverse taakgebieden kan
worden geoptimaliseerd. Vooruitlopend daarop wordt voor de begroting 2016 de volgende
verschuiving van kosten voorgesteld:
Momenteel komen de kosten voor het verwijderen van zwerfafval volledig ten laste van afval.
Aangezien het tijdig verwijderen van zwerfvuil ook leidt tot minder vervuiling van het rioolstelsel, is in
de rioolheffingsberekening een bedrag van € 27.914,-, zijnde 50% van de totale kosten, voor rekening
van riolering gebracht. Hiermee wordt de toerekening van zwerfafval in lijn gebracht met de andere
toerekeningen
In totaliteit betekenen de hierboven genoemde voorstellen een toename van de kosten van € 57.414,ten laste van riolering. De reserve riolering is toereikend om dit bedrag eenmalig op te vangen. Voor
101
de jaren na 2016 wordt aan u een nieuwe berekening van de rioolheffing voorgelegd als onderdeel
van het nieuwe vGRP. In deze berekening zal de toename ten laste van riolering structureel worden
meegenomen.
BAATBELASTING
Als de gemeente voorzieningen gaat aanleggen waar maar een deel van de inwoners (bijzonder) bij
gebaat zijn, dan kan de gemeente hen een baatbelasting opleggen. De belasting wordt ineens dan
wel jaarlijks geheven gedurende maximaal 30 achtereenvolgende jaren. Momenteel is nog maar één
baatbelasting van kracht. De betreffende voorziening is de aanleg van de rotonde op de Europalaan
(“industrieterrein Berkenbos”).
TOERISTENBELASTING
Op grond van artikel 225 van de Gemeentewet wordt toeristenbelasting geheven van diegene die
mensen tegen vergoeding laat overnachten onder andere in hotels, pensions, vakantieonderkomens
en op vaste standplaatsen. Het geldt alleen als de persoon die hier verblijft geen inwoner van de
gemeente is.
VERMAKELIJKHEDENRETRIBUTIE
Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet wordt vermakelijkhedenretributie geheven bij de
organisatoren van evenementen waarbij entree wordt geheven. Deze retributie wordt pas geheven als
er meer dan 2.000 betalende bezoekers het evenement hebben bezocht. Deze retributie wordt
geheven omdat er gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot
stand gebrachte of gehouden voorzieningen.
Bij de begrotingsbehandeling in de raadsvergadering van november 2015 wordt de verordening
Vermakelijkhedenretributie vastgesteld.
LEGES
Wanneer de gemeente een bepaalde dienst levert, kunnen daarvoor leges worden geheven. De
tarieven worden jaarlijks vastgesteld in de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening. Net als
riool- en afvalstoffenheffing moeten de tarieven dusdanig worden vastgesteld dat de geraamde baten
niet boven de geraamde lasten uitkomen. Er mag geen winst gemaakt worden. Voor deze heffingen
wordt gestreefd naar een 100% kostendekkend tarief. Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals
voor reisdocumenten, moet rekening gehouden worden met van rijkswege gestelde maximumtarieven.
De verschillende leges die worden geheven, worden in principe jaarlijks verhoogd met de daarvoor
geldende inflatiecorrectie.
102
MARKTGELDEN
Marktgelden worden geheven van degene die een standplaats inneemt (of van degene aan wie een
standplaats is toegewezen) op de wekelijkse warenmarkt. Marktgelden zijn afhankelijk van het aantal
strekkende meters frontlengte van de standplaats.
KW IJTSCHELDINGSBELEID
Als mensen de verschuldigde belasting niet kunnen betalen (of met buitengewoon bezwaar), komen
zij wellicht in aanmerking voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. In het kader van de
administratieve lastenverlichting voor de inwoners, hanteren we automatische kwijtschelding van de
gemeentelijke belastingen voor onze uitkeringsgerechtigden.
De kwijtscheldingsregels zijn vastgelegd in de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling
Invorderingswet 1990. De gemeente heeft, als gevolg van artikel 255 van de Gemeentewet, slechts op
2 onderdelen beleidsvrijheid;
•
•
De raad kan bepalen dat er helemaal geen dan wel gedeeltelijke kwijtschelding wordt verleend.
De raad kan regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan in
aanmerking worden genomen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend.
Op grond van het laatste onderdeel heeft de gemeente gekozen voor het voor 100% meenemen van
de kosten van bestaan.
Kwijtschelding kan worden aangevraagd voor de volgende heffingen:
•
•
•
Onroerendezaakbelastingen;
Afvalstoffenheffing (*);
Rioolheffing.
(*) Sinds twee jaren wordt een gelimiteerd aantal ledigingen van huishoudelijk afval kwijtgescholden.
Bij woningen staan wij slechts één restcontainer en één gft-container op het perceel toe. Deze
ledigingen worden 100% kwijtgescholden. Wanneer men de mogelijkheid heeft om afval aan te
bieden in een ondergrondse container (via het gebruik maken van een daartoe bestemd pasje) dan
wordt het aantal ledigingen beperkt. Het gelimiteerde aantal containers en aantal ledigingen in
ondergrondse containers is deels om “oneigenlijke gebruik” tegen te gaan en deels om mensen
bewust te maken van het scheiden van afval.
103
OVERZICHT TARIEVEN
De hiervoor genoemde beleidsuitgangspunten leiden tot de in onderstaande tabellen berekende
tarieven en ramingen voor 2016. Ter vergelijking zijn tevens de werkelijke cijfers van 2014 en 2015
opgenomen. De tarieven 2016 worden ter vaststelling aangeboden in dezelfde raadsvergadering als
deze begroting.
OZB Eigenaar Woning
2014
0,16438 %
2015
0,17034 %
2016
0,16983 %
OZB Eigenaar Niet-woning
0,23528 %
0,24266 %
0,24761 %
OZB Gebruiker Niet-woning
Afvalstoffenheffing
Vastrecht (per jaar)
0,18897 %
0,19481 %
0,19879 %
104,76
114,74
112,81
Afvalstoffenheffing 25L. rest
0,98
1,15
1,37
Afvalstoffenheffing 80L. rest
3,58
4,20
5,01
Afvalstoffenheffing 140L. rest
6,27
7,35
8,77
Afvalstoffenheffing 240L. rest
10,75
12,60
15,03
Afvalstoffenheffing Ondergrondse
1,55
1,70
1,90
Afvalstoffenheffing 25L. gft
0,58
0,44
0,39
Afvalstoffenheffing 80L. gft
1,85
1,39
1,25
Afvalstoffenheffing 140L. gft
3,22
2,42
2,17
Afvalstoffenheffing 240L. gft
5,53
4,15
3,73
Rioolheffing (per m3)
1,85
1,76
1,76
Toeristenbelasting
2,16
2,19
2,21
Vermakelijkhedenretributie
5%
5%
5%
Ontwikkeling lokale lastendruk
Jaar
WOZ-waarde
2014
2015
2016
298.000
280.000
281.000
Wijziging WOZ-waarde
OZB
-5,1%
-3,8%
0,3%
485,00
485,00
485,00
Afvalstoffenheffing *
240,00
264,00
286,00
Rioolheffing #
253,00
241,00
241,00
Totaal
978,00
990,00
1.012,00
* Afval berekend op basis van vastrecht plus het gemiddelde aantal ledigingen (18 maal een grijze
container van 140 liter en 7 maal een groene container van 140 liter).
# Rioolheffing: 137 m3
104
Vergelijking buurgemeenten
Ten tijde van de samenstelling van deze begroting is de hoogte van de belastingtarieven voor 2016
binnen nagenoeg alle gemeenten nog onderwerp van discussie en daarom nog niet bekend. In
onderstaande tabel worden de eenheden gebruikt die het COELO toepast voor het bepalen van de
woonlasten. Onderstaand tabel geeft inzicht in de gegevens over 2015 (afgerond op hele euro’s).
Son en
Breugel
Nuenen
Eindhoven
Best
GeldropMierlo
OZB Eig. woning
0,09270 %
0,17034 %
0,09559 %
0,09810 %
0,0822 %
OZB Eig. niet-woning
0,13780 %
0,24266 %
0,19778 %
0,15920 %
0,1444 %
OZB Gebr. niet-won.
0,12330 %
0,19481 %
0,15695 %
0,12910 %
0,1175 %
188,00
264,00
241,00
253,00
249,00
142,00
241,00
144,00
159,00
156,00
Afvalstoffenheffing*
(meerpers.huishouden)
Rioolheffing
Totale woonlasten
* Indien er geen sprake is van een meerpersoonshuishouden maar een Diftar gemeente dan zijn de
kosten berekend op basis van vastrecht plus het gemiddelde aantal ledigingen
105
2.3.2. WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING
In deze paragraaf wordt de financiële robuustheid van de gemeente weergegeven.
Onder weerstandsvermogen wordt in algemene zin verstaan de mogelijkheid om tegenvallers op te
vangen. Het weerstandsvermogen betreft de relatie tussen:
•
•
(beschikbare) weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente
beschikt om niet begrote kosten te dekken;
risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van
materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van de gemeente.
Beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico’s
In de raadsvergadering van 5 februari 2015 heeft de raad de ‘Nota risicomanagement en
weerstandsvermogen’ vastgesteld. In de nota wordt het beleidskader voor het weerstandsvermogen
beschreven. Dit kader luidt als volgt:
•
•
•
•
De gemeenteraad wordt via de planning- en control documenten (begroting en jaarrekening)
geïnformeerd over de 15 belangrijkste risico’s, de beschikbare weerstandscapaciteit en de ratio
van het weerstandsvermogen;
De ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ wordt als basis gehanteerd voor de
opstelling van de verplicht voorgeschreven paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in
de meerjaren programmabegroting en de jaarrekening;
Uitgegaan wordt van een gewenste minimale score voor de ratio weerstandsvermogen van
‘voldoende’ (ratio > 1);
Als de ratio weerstandsvermogen door de toename van risico’s onder de 1 uitkomt zal ofwel de
beschikbare weerstandscapaciteit worden aangevuld, ofwel extra inspanningen worden gedaan
om de benodigde weerstandscapaciteit terug te brengen. In deze situatie zal het college
voorstellen doen aan de gemeenteraad die ervoor moeten zorgen dat het weerstandsvermogen
weer op het gewenste niveau komt.
In de ‘Nota risicomanagement en weerstandsvermogen’ is uitvoerig ingegaan op het wettelijk kader,
de inventarisatie van de risico’s en de weerstandscapaciteit. De beleidsconclusies zijn hierboven
weergegeven. In deze begroting heeft een actualisatie plaatsgevonden van de weerstandscapaciteit,
de risico’s en het weerstandsvermogen.
Ontwikkelingen
Risicomanagement is een systematisch en cyclisch proces om risico's te identificeren, te analyseren
en te beoordelen; op basis hiervan maatregelen te nemen en te evalueren. Risico’s worden niet alleen
geïnventariseerd tijdens de besluitvorming bij nieuwe projecten/activiteiten, maar ook bij de uitvoering
van de reguliere taken.
Om uitvoering te kunnen geven aan het continue proces van risicomanagement, is dit opgenomen in
het ‘Management Control Systeem’. Een overzicht van alle risico’s inclusief waardering en het
weerstandsvermogen zijn hierin opgenomen.
106
Met het actualiseren van de benodigde- en beschikbare weerstandscapaciteit is de weerstandsratio
toegenomen. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door het afnemen van de benodigde
weerstandscapaciteit en anderzijds door het toenemen van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Financiële kengetallen
Op 15 mei 2015 is een besluit tot wijziging van het BBV vastgesteld. Dit in verband met het opnemen
van financiële kengetallen. Het gaat om de kengetallen voor netto schuldquote en netto schuldquote
gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, solvabiliteitsratio, structurele exploitatieruimte,
belastingcapaciteit en grondexploitatie. De kengetallen moeten vanaf de begroting 2016 in de
paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement worden vermeld en geven zicht op de financiële
positie van de gemeente en bieden daarnaast de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken.
Daarmee dragen deze kengetallen bij aan de controlerende en kaderstellende taak van de
gemeenteraad.
Inventarisatie van de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit)
Hoewel zorgvuldig is geprobeerd om alle risico’s in beeld te brengen, kan het voorkomen dat een
risico niet is opgenomen. Zoals eerder genoemd is risicomanagement een dynamisch proces en
voortschrijdend inzicht zorgt voor een steeds vollediger beeld.
Het is onmogelijk en onwenselijk om te sturen op alle geïdentificeerde risico’s. Door de risico’s te
kwantificeren wordt de lijst geordend. Op deze manier ligt de focus op de risico’s, die de grootste
impact op de organisatie hebben. Zowel de kans dat een risico zich manifesteert als de impact die het
risico met zich meebrengt moet worden bepaald.
Er wordt een inschatting gemaakt van de waarschijnlijkheid dat het risico daadwerkelijk optreedt.
Vervolgens wordt er een inschatting gemaakt van het bedrag dat de gemeente kwijt is indien het risico
optreedt. Het kwantificeren van risico’s is een proces van taxeren en inschatten en heeft daarmee
altijd in bepaalde mate een subjectief karakter.
Voor zowel de bepaling van een kans als het financieel gevolg wordt een indeling in 5 risicoklassen
gehanteerd:
Klasse
1
2
3
4
5
Kans (Waarschijnlijkheid)
Eén keer per 10 jaar of minder (1-20%)
Eén keer per 5 à 10 jaar (21-40%)
Eén keer per 2 à 5 jaar (41-60%)
Eén keer per 1 à 2 jaar (61-80%)
Eén keer per jaar of vaker (81-99%)
107
Klasse gemiddelde (%)
10%
30%
50%
70%
90%
Klasse
Financieel gevolg (€)
1
2
3
4
5
< 50.000
50.000 – 100.000
100.000 – 250.000
250.000 – 500.000
> 500.000
Klasse gemiddelde (€)
25.000
75.000
175.000
375.000
-
Met behulp van de risicoscore worden de risico’s gerangschikt en wordt inzichtelijk welke risico’s een
hoge prioriteit hebben. Op basis van de score ‘kans’ (1 t/m 5) en de score ‘financieel gevolg’ (1 t/m 5)
wordt de impact van het risico bepaald. Hiervoor worden de klassen van kans en gevolg
vermenigvuldigd volgens onderstaande formule:
Risicoscore = inschaling klasse ‘Kans’ x inschaling klasse ‘Financieel gevolg’
Om de uiteindelijke risicowaarde te berekenen wordt het kans percentage vermenigvuldigd met het
financiële gevolg. De risicowaarde is het uiteindelijke bedrag per risico dat wordt meegeteld in de
benodigde weerstandscapaciteit. Om de risicowaarde te berekenen wordt de volgende formule
gehanteerd:
Risicowaarde = percentage ‘Kans’ x ‘Financieel gevolg’
Voor het overgrote deel van de risico’s geldt dat de waardes van kans en gevolg niet exact te bepalen
zijn. Bij het kwantificeren wordt om deze reden het klasse gemiddelde aangehouden.
Het totaal aan risicowaarden vormt de benodigde weerstandscapaciteit. Omdat niet alle risico’s zich
tegelijk manifesteren, wordt hierbij gerekend met een zekerheidspercentage van 90%.
108
Risico
1. Risico’s Exploitatie grond
2. Kansen Exploitatie grond
3. Participatiewet
4. WMO
5. Attero
6. Wijzigingen BBV
7. Algemene uitkering gemeentefonds
8. Inkoop en aanbesteding
9. Ramp
10. Dienst Dommelvallei
11. Leges
12. Fiscaliteit
13. Subsidies/specifieke uitkeringen
14. Klooster
K x G = Score
Financieel gevolg
4 x 4 = 16
375.000
5 x 3 = 15
4 x 3 = 12
4 x 3 = 12
1x5= 5
175.000
175.000
175.000
1.000.000
5 x 2 = 10
2x3= 6
2x3= 6
75.000
175.000
175.000
Subtotaal
Overige risico’s
Totaal
Totaal o.b.v. zekerheidspercentage (90%)
15. Risico’s onvoorzien
Totaal (90% zekerheidspercentage)
Risicowaarde
9.979.000
- 5.725.000
400.000
262.500
236.605
157.500
122.500
122.500
100.000
76.275
67.500
52.500
52.500
50.000
5.954.380
557.500
6.511.880
5.860.692
250.000
6.110.692
1 & 2. Exploitatie grond
Voor de grondexploitaties zijn de risico’s februari/maart 2015 geactualiseerd. De waardering van de
risico’s is gebaseerd op de Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen zoals op 5 februari
2015 door de raad vastgesteld. Omdat de kans (waarschijnlijkheid) van optreden voor een
grondexploitatie niet altijd te relateren is aan het aantal keren van optreden, is in die afwijkende
gevallen de kans gerelateerd aan de procentuele kans van wel of niet optreden.
Normaal gesproken worden kansen (positief risico) binnen grondexploitaties betrokken bij het bepalen
van de risicowaarde. Echter dit jaar doen zich bij de grondexploitatie Nuenen-West en Gerwen
woningbouw grote(re) kansen op een positiever exploitatieresultaat voor. In de kolom risicowaarde zijn
deze kansen negatief opgenomen. Als deze kansen zich ook daadwerkelijk manifesteren dan kan de
voorziening verliesgevende complexen verlaagd worden. In die situatie is het college voornemens om
het niet noodzakelijke deel van de voorziening verliesgevende complexen toe te voegen aan de
Algemene risicovoorziening.
Beheersmaatregel
Er vindt risicobewaking plaats door minimaal jaarlijks de risicoanalyse grondexploitatie te actualiseren.
De risico’s worden met de jaarrekening 2015 opnieuw geactualiseerd.
Daarnaast is er een risicovoorziening ‘Verliesgevende complexen bouwgrond’.
109
3. Participatiewet
Door de stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden en de Rijksbezuinigingen loopt de gemeente
een financieel risico. Er bestaat een reële kans dat het aantal uitkeringsgerechtigden de komende
jaren toeneemt. Oorzaken daarvoor zijn onder andere: aanscherpen criteria Wajong, sluiten nieuwe
Wsw en inkorten duur WW. Nieuwe instroom kost per jaar ongeveer € 14.000,- – € 15.000,-.
Beheersmaatregel
Getracht wordt de compensatieregeling te benutten. Echter het risico blijft aanwezig als de
uitkeringsgerechtigden oplopen en het daadwerkelijke budget wat hiervoor nodig is achterblijft vanuit
het Rijk. Zo wordt er mede door de oplopende werkeloosheid een groter aantal uitkeringen verstrekt
dan voorheen. Het enige wat de gemeente kan doen is blijvend kort op het uitkeringenbestand zitten
om zelfstandigheid voor wat betreft het inkomen van klanten te bevorderen.
4. Wmo
Er zit een risico in de autonome groei van klanten en voorzieningen binnen de Wmo als gevolg van
toenemende vergrijzing en uitbreiding van de doelgroepen. Door onder andere de geleidelijke
afschaffing van de zorgzwaartepakketten 1 tot en met 4 blijven mensen langer thuis wonen en wordt
waarschijnlijk een groter beroep gedaan op ondersteuning vanuit de Wmo.
De hulp bij het huishouden is in de nieuwe Wmo als zodanig vervallen. Wel blijft
schoonmaakondersteuning nodig voor inwoners om te kunnen participeren. De integratie-uitkering is
met 40% gekort in 2015.
Beheersmaatregel
In het woningbouwprogramma voorzien in een aanzienlijk volume van zorgwoningen (25-30 op
jaarbasis). Andere beheersmaatregelen zijn: het voorzieningenniveau versoberen (CVV en HBH),
doorvoeren van de kanteling, versterken informele zorg en een grotere financiële verantwoordelijkheid
voor diegene die het betreft meer zelf betalen).
Het beleid met betrekking tot hulp bij het huishouden is aangepast waardoor de aanvragen/uitgaven
teruglopen. Wel blijft het een open-einde regeling. Mocht een inwoner recht hebben op de voorziening,
dan moet deze verstrekt worden.
5. Attero
De gemeente heeft een aanbiedingsovereenkomst met Attero voor de verwerking van haar
huishoudelijk restafval. In die overeenkomst staat dat de Brabantse gemeenten gehouden zijn om
gezamenlijk jaarlijks minimaal 510.000 ton huishoudelijk restafval aan Attero te leveren.
Met ingang van 2011 wordt deze minimale hoeveelheid niet meer gehaald, hetgeen Attero ertoe heeft
gebracht daarvoor aan de gewesten een rekening te verzenden. Momenteel loopt hier een
arbitragezaak over. Deze arbitrage zal voor het einde van 2015 leiden tot een uitspraak.
Beheersmaatregel
Het totale bedrag dat de gezamenlijke Brabantse gemeenten aan Attero verschuldigd zijn bedraagt
€ 25.931.224,-. De volumeplicht zoals deze in de aanbiedingsovereenkomst is opgenomen, betekent
110
een gezamenlijke verplichting van 510.000 ton per jaar. Er is geen onderverdeling gemaakt naar
gewest of gemeenten. Als verdeelsleutel wordt dan doorgaans het inwoneraantal gebruikt. Bij een
inwonertal van de provincie Noord-Brabant van 2.479.274 (stand 1 januari 2014) betekent dit € 10,46
per inwoner. Bij een inwonertal van de gemeente van 22.620 komt dit neer op een (eenmalige)
kostenpost van € 236.605,-.
6. Wijzigingen BBV
De commissie BBV heeft begin juli een wijziging voorgesteld die in het najaar van 2015 ter vaststelling
wordt aangeboden. Deze wijziging gaat dan in per 1-1-2016. De wijziging betreft o.a. maximale duur
van de GREX, kostentoerekening aan Bouwgronden in Exploitatie, Strategische gronden en
rentetoerekening aan de GREX. Indien het voorstel van de commissie BBV ongewijzigd wordt
vastgesteld zijn er financiële consequenties voor de begroting en financiële consequenties voor de
GREX. Omdat het voorstel nog niet is vastgesteld en omdat de exacte gevolgen niet bekend zijn is er
nog geen rekening mee gehouden in de begroting. Dit brengt een risico met zich mee. Over dit
onderwerp is reeds een raadsinformatiebrief gestuurd.
Beheersmaatregelen
De wijzigingen worden nauwlettend gevolgd.
7. Algemene uitkering gemeentefonds
De gemeente loopt het risico dat schommelingen (verlagingen) van de algemene uitkering
plaatsvinden. Via circulaires wordt de gemeente enkele malen per jaar geïnformeerd over de
aanpassingen. Samen de trap op/trap af en andere bezuinigingen van rijkswege kunnen hierop van
invloed zijn. Schommelingen kunnen problemen veroorzaken voor het sluitend krijgen van de
begroting. Hier kan geen invloed op worden uitgeoefend. De totale uitkering bedraagt ± € 23,5 miljoen.
Er doen zich mutaties voor tot een half miljoen euro.
De transities worden vanaf 2015 meegenomen in de algemene uitkering, maar worden als risico bij de
transities zelf meegewogen.
Beheersmaatregel
De algemene uitkering maakt integraal onderdeel uit van de begroting. De schommelingen worden op
het eerstvolgende moment binnen de exploitatie verwerkt om deze sluitend te houden. Een buffer van
bijvoorbeeld een jaar zou de schommelingen structureel op kunnen vangen.
8. Inkoop en aanbesteding
Als gevolg van het niet juist hanteren van de aanbestedingsplicht kan een marktpartij rechtsmiddelen
aanwenden tegen een gunningsbesluit. Dit leidt tot een vertraging met financiële en juridisch
gevolgen. Niet-rechtmatige inkopen kunnen bovendien leiden tot een afkeurende verklaring
(rechtmatigheid) bij de jaarrekening. Hierdoor bestaat de kans op negatieve publiciteit.
Door het niet juist toepassen van de mogelijkheden, worden de voordelen van het aanbesteden niet
benut.
111
Beheersmaatregel
In 2013 is het inkoopbeleid en bijbehorende inkoopprocedure vastgesteld. Er is veel voorlichting
gegeven. De procedure is uitvoerig beschreven en er wordt gewerkt met checklists. Verder bestaat de
mogelijkheid om een inkoop door Bizob te laten begeleiden. ‘Inkoop’ is onderdeel van de
verbijzonderde interne controle. Hierbij worden zowel procesgerichte (deelwaarneming) als
gegevensgerichte (inkoopanalyse) controles uitgevoerd.
9. Ramp
Iedere gemeente kan te maken krijgen met incidenten, die de status van ramp krijgen. Die kunnen
lokaal, regionaal of bovenregionaal van karakter zijn.
Beheersmaatregel
Door adequate maatregelen kunnen de effecten van rampen beperkt worden. Lokale en regionale
rampenorganisaties voorzien daarin, wat zich uit in rampencoördinatie en –organisatie.
Goede informatievoorziening, opleidingen en oefenen zijn daarbij randvoorwaarden voor succes.
Met de transities is de gemeente verantwoordelijk geworden voor een hoop zorgtaken. Hierdoor
kunnen mogelijke gevolgen (toename instroom) groter zijn dan voorheen.
10. Dienst Dommelvallei
De samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering en dienstverlening verloopt via de
Gemeenschappelijke Regeling Dienst Dommelvallei. Op basis van de vastgestelde begroting van
Dienst Dommelvallei wordt financieel bijgedragen aan de dienst. Hierbij zijn ook aannames gemaakt
met betrekking tot te realiseren efficiency. Omdat Dienst Dommelvallei geen eigen reserves heeft
worden de risico’s van de dienst betrokken bij de risicowaarde van de drie deelnemende gemeenten.
Beheersmaatregel
Via een begroting, jaarrekening en rapportages (Dommelvallei) worden de ontwikkelingen periodiek en
intensief gevolgd. Eventuele effecten kunnen rechtstreeks verwerkt worden in de eigen begroting.
Daarnaast is sprake van deelname in het bestuur van Dienst Dommelvallei. Door de samenwerking
wordt een steeds groter gedeelte van de organisatiekosten buiten de eigen gemeentelijke organisatie
gelegd. De impact kan groot zijn, maar de organisaties zijn stabiel en worden intensief in hun
ontwikkeling gevolgd. De op Dienst Dommelvallei drukkende taakstellingen zijn in de inmiddels
vastgestelde meerjarenbegroting 2015-2018 van de dienst verwerkt. De gekwantificeerde risico’s van
Dienst Dommelvallei zijn conform verdeelsleutel bij de deelnemende gemeenten opgenomen.
11. Leges
Het risico is aanwezig dat opbrengsten leges achterblijven ten opzichte van de begroting.
112
Beheersmaatregel
De voortgang opbrengsten leges wordt maandelijks gemonitord. Dit (voortschrijdend) inzicht vormt de
basis voor de komende meerjarenbegroting.
12. Fiscaliteit
De gemeente is aansprakelijk voor fouten in loonbelastingopgaves, BTW aangiften, opgave BTW
compensatiefonds en de WKR. Bovendien kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor
belastingschulden van andere bedrijven op basis van inleners of ketenaansprakelijkheid.
Beheersmaatregel
Met het oog op de ontwikkelingen rondom 'Horizontaal Toezicht' met de Belastingdienst wordt er
gewerkt aan een 'Tax Control Framework'. Hiermee worden de fiscale processen en fiscale risico's in
beeld gebracht.
13. Subsidies/specifieke uitkeringen
De gemeente ontvangt subsidies en specifieke uitkeringen. Hieraan zijn verplichtingen verbonden. Het
niet of onvoldoende naleven van deze voorwaarden kan leiden tot terugbetalingsverplichtingen.
Beheersmaatregel
De beleidsmedewerkers controleren of er wordt voldaan aan de gestelde eisen. De meeste subsidies
worden middels een accountantsverklaring verantwoord. De verantwoording van de specifieke
uitkeringen verloopt via de SiSa-bijlage.
14. Klooster
In de overeenkomst tussen gemeente en exploitant van Het Klooster is vastgelegd dat de gemeente
garant staat voor inkomsten uit huur van de vast gebruikers voor een bedrag van € 100.000,-.
Daarvan is in de afgelopen jaren niet of nauwelijks gebruik van gemaakt. Daarom is deze post uit de
begroting gehaald en in de risicoreserve gestopt. We ramen hiervoor een risico van € 50.000,-.
Beheersmaatregel
De exploitant heeft tot taak om ervoor te zorgen dat de leegstand als gevolg van wegvallen van vaste
gebruikers zo spoedig mogelijk wordt ingevuld.
15. Risico’s onvoorzien
Stelpost voor de gebeurtenissen met een negatief gevolg die niet gekwantificeerd of benoemd zijn.
113
Inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit is de verzamelterm van al die bronnen waaruit niet voorziene
financiële tegenvallers bekostigd kunnen worden.
Incidentele weerstandscapaciteit (peildatum 01-01-2016)
- Algemene reserve #
- Reserve vrije bestedingsruimte
- Algemene reserve bouwgrond #
- Algemene risicovoorziening
- Stille reserve
- Raming onvoorziene uitgaven
- Onbenutte belastingcapaciteit
Totale weerstandscapaciteit
Incidenteel
3.380.311
113.556
1.518.000
2.414.048
pm
0
7.425.915
Structureel
152.010
0
152.010
# De bedragen van de reserves zijn nog niet aangepast aan de in deze begroting voorgestelde
overheveling van bedragen (zoals verwoord in beslispunt 9 van het raadsvoorstel).
Weerstandsvermogen
Er wordt uitgegaan van een gewenste minimale score voor de ratio weerstandsvermogen van
‘voldoende’ (ratio ≥ 1). Deze verhouding wordt bepaald door de volgende ratio:
Beschikbare weerstandscapaciteit
Ratio weerstandsvermogen
=
Benodigde weerstandscapaciteit
De ratio weerstandsvermogen kan als volgt worden vastgesteld:
€ 7.577.925
Ratio weerstandsvermogen
=
=
1,24
€ 6.110.692
Geconcludeerd kan worden dat het weerstandsvermogen van de gemeente met een weerstandsratio
van 1,24 voldoende is om de risico’s op te vangen.
114
Financiële kengetallen
Zoals bij het onderdeel ontwikkelingen aangegeven is het met ingang van begroting 2016 en
jaarrekening 2015 verplicht om financiële kengetallen op te nemen. Hierdoor is er voor de raad meer
inzicht in de financiële positie van de gemeente.
Omschrijving
Netto schuldquote
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte
leningen
Solvabiliteitsratio
Grondexploitatie
Structurele exploitatieruimte
Belastingcapaciteit
Realisatie
2014
177%
Begroting
2015
141%
Begroting
2016
150%
151%
11%
163%
16%
140%
122%
10%
112%
3%
141%
127%
11%
134%
1%
141%
Geconcludeerd mag worden dat de financiële weerbaarheid- en wendbaarheid van de gemeente goed
is. Dit blijkt ook uit de weerstandsratio van ruim 1. Hieronder volgt per kengetal een korte toelichting:
Netto schuldquote
“Geeft inzicht in het niveau van de schuldenlasten ten opzichte van de eigen middelen en zodoende
een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken.
Omdat er bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal worden terugbetaald, wordt bij de
berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als
exclusief de doorgeleende gelden te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de
verstrekte leningen in de exploitatie is én wat dat betekent voor de schuldenlast.”
De netto schuldquote van Nuenen is hoger dan 100% en mag als niet goed worden betiteld.
Solvabiliteitsratio
“Geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen.
Onder de solvabiliteitsratio wordt het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal verstaan.”
Een solvabiliteit van 50% en hoger kan als voldoende worden aangemerkt. Het percentage van 11%
kan als onvoldoende worden beoordeeld.
Grondexploitatie
“Geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten.”
Dit kengetal geeft alleen een indicatie, de paragraaf “Grondbeleid” geeft een geprognosticeerd inzicht
in de stand van zaken.
Structurele exploitatieruimte
“Is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen
lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor
nodig is.”
De structurele ruimte op begrotingsbasis is voor 2015 en 2016 positief.
Belastingcapaciteit
“Geeft inzicht hoe de belastingdruk zicht verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde.”
De woonlasten binnen de gemeente zijn 41% hoger dan het landelijk gemiddelde.
115
2.3.3. ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
Wegen
Beleid
In het nieuw vastgestelde beheerplan heeft de raad gekozen voor cyclisch onderhoud. Dit betekent
dat gedurende een periode van circa 40 tot 60 jaar na aanleg op het juiste moment het juiste
onderhoud wordt uitgevoerd. Cyclisch onderhoud is structureel en levensduur verlengend. Daarmee is
de kwaliteit van de weg gedurende de gehele levensduur hoger dan bij regulier onderhoud.
Beleidsplan
Naam
Beheerplan Wegen 2015-2019
Periode
Vastgesteld in de
raad
Planning
vaststelling nieuw
beleidsplan
2015-2019
6-11-2014
Eind 2019
Uitgangspunten
Inspecties
In het rapport van de wegeninspectie (tweejaarlijks) wordt aangegeven wat nodig is voor onderhoud
wegen in de komende vijf jaar. Bij elk nieuw rapport van de weginspectie wordt beoordeeld of de
reserve voor de komende vijf jaren voldoende is.
Jaarlijks groot onderhoudsbudget c.q. investeringsmiddelen
Financieel
2016
2017
2018
2019
Dotatie reserve (onderhoudsfonds)
837.086
837.086
837.086
837.086
Besteding uit reserve (onderhoudsfonds)
973.000
973.000
973.000
973.000
-135.914
-135.914
-135.914
-135.914
960.149
824.235
688.321
552.407
Mutatie reserve
Saldo reserve per 31-12
Deze reserve (onderhoudsfonds) is bedoeld voor de egalisatie van sterk schommelende kosten van
groot onderhoud. Het beheerplan Wegen 2015-2019 is in november 2014 vastgesteld. Jaarlijks wordt
volgens dit programma het benodigd (gemiddeld) bedrag (€ 837.086,-) gestort in deze reserve. De
storting is bestemd voor cyclisch onderhoud. De onttrekking bedraagt gemiddeld € 973.000,- per jaar.
Voor reconstructie en rehabilitatie van de wegen zijn geen middelen beschikbaar in het
onderhoudsfonds. Indien hier middelen voor nodig zijn zal apart aan de raad om budget gevraagd
worden.
Naast bovengenoemde middelen voor groot onderhoud is jaarlijks € 118.120,- beschikbaar voor klein
onderhoud.
116
Achterstallig onderhoud
Het achterstallig onderhoud is een indicator van het CROW (uitgedrukt in kosten) en is gedefinieerd
als onderhoud op wegvakonderdelen, waarbij de richtlijn al is overschreden, met andere woorden
waarbij het onderhoud al eerder uitgevoerd had moeten worden.
Het achterstallig onderhoud voor de diverse verhardingen wordt voor zover aanwezig in de komende
jaren langzaam ingelopen.
Openbare verlichting
De gemeente Nuenen heeft ca. 5.400 lichtmasten en 5.700 armaturen. De kosten voor openbare
verlichting bestaan uit de jaarlijkse kosten voor elektriciteit en klein onderhoud (groepsremplace,
beheer, tussentijdse storingen, aanrijdingen of vernielingen en incidentele (ver-)plaatsingen) en de
kosten voor vervangingsinvesteringen. De lichtmasten moeten gemiddeld 1x in de 40 jaar vervangen
worden en de armaturen 1x in de 20 jaar.
Beleid
Het beheerplan Openbare verlichting is vastgesteld op 15 december 2011. In dit beheerplan is
opgenomen dat de komende tien jaar, al de armaturen met SOX lampen worden vervangen door
energiezuinige (led)verlichting. Door deze vervanging wordt bespaard op energie- en
onderhoudskosten. Deze besparing, vloeit jaarlijks terug in de bestemmingsreserve. Met dit extra
budget wordt de extra benodigde investering voor het vervangen van alle SOX armaturen tot 2020
gerealiseerd. Ook wordt dit budget gebruikt voor het vervangen van lichtmasten en armaturen die in
slechte staat verkeren niet zijnde SOX armaturen.
Beleidsplan
Naam
Periode
Beleids- en beheerplan OVL 2012-2016
2012-2016
Vastgesteld in de
Planning
raad vaststelling nieuw
beleidsplan
15-12-2011
Eind 2016
Uitgangspunten
Uitdaging was om de sterk verouderde lichtmasten en versleten armaturen te vervangen, zonder dat
hiervoor extra budget beschikbaar gesteld hoefde te worden. De oplossing is gevonden in het
investeren in energiezuinige armaturen. De huidige verouderde en energieverslindende lagedruk
natriumlampen (SOX) worden in een tijdsbestek van 10 jaar allemaal vervangen. Door deze
vervanging wordt bespaard op de energie- en de onderhoudskosten. Afgesproken met uw raad is om
deze besparing te storten in de reserve voor vervangingsinvesteringen.
117
Jaarlijks groot onderhoudsbudget c.q. investeringsmiddelen
Financieel
2016
2017
2018
2019
78.612
80.075
81.388
83.418
Besteding uit reserve (onderhoudsfonds)
65.388
86.335
124.960
111.105
Mutatie reserve
13.224
-6.260
-43.572
-27.687
Saldo reserve per 31-12
78.281
72.021
28.449
762
Dotatie reserve (onderhoudsfonds)
Achterstallig onderhoud
Of op dit moment sprake is van achterstallig onderhoud is onbekend.
Civiele kunstwerken
Met civiele kunstwerken worden bruggen, viaducten etc. bedoeld. Voor het groot onderhoud hiervan is
een reserve gevormd.
Beleid
In 2016 wordt een beheerplan voor de periode 2017 – 2021 aangeboden aan de raad. Aan de hand
hiervan wordt bepaald of de jaarlijkse storting in de reserve toereikend is. De eventuele financiële
gevolgen van dit beheerplan worden na raadsvaststelling via een begrotingswijziging verwerkt in de
begroting.
Beleidsplan
Naam
Beheerplan Civiele kunstwerken
Periode
Vastgesteld in de
raad
Planning
vaststelling nieuw
beleidsplan
N.v.t.
N.v.t.
2016
Uitgangspunten
De jaarlijkse storting bedraagt € 115.122, - en de onttrekking bedraagt € 115.122, -. Hiervoor is nog
geen beheerplan beschikbaar.
Voor het vervangen van civiele kunstwerken bij einde levensduur zijn geen middelen beschikbaar in
het onderhoudsfonds. Indien hier middelen voor nodig zijn wordt hiervoor apart aan de raad om
budget gevraagd. In het op te stellen beheerplan wordt hier verder op in gegaan.
118
Jaarlijks groot onderhoudsbudget c.q. investeringsmiddelen
Financieel
Dotatie reserve / voorziening
Besteding uit reserve / voorziening
2016
2017
2018
2019
115.122
115.122
115.122
115.122
# 115.122
115.122
115.122
115.122
0
0
0
0
728.416
728.416
728.416
728.416
Mutatie reserve
Saldo reserve per 31-12
Achterstallig onderhoud
Er is sprake van achterstallig onderhoud. Dit wordt meegenomen in de actualisatie van het
beheerplan.
# Het voorstel is om de storting in 2016 éénmalig achterwege te laten. In 2016 wordt het beheerplan
geactualiseerd. Hierin wordt dan de toekomstige storting en het aanwezige achterstallig onderhoud in
doorgerekend.
Verkeersregelingen
Beleid
Voor het vervangen van verkeersborden, verkeerstekens, wegmarkeringen, etc. is een reserve
gevormd. De lopende projecten die uit deze reserve worden gefinancierd worden in 2015 afgerond.
Voor dit onderwerp is geen beheerplan opgesteld. Omdat een beheerplan ontbreekt kan geen inzicht
worden gegeven in de toereikendheid van de reserve.
Beleidsplan
Naam
N.v.t.
Periode
Vastgesteld in de
raad
Planning
vaststelling nieuw
beleidsplan
N.v.t.
N.v.t.
N.v.t.
Uitgangspunten
Vanaf 2016 worden alleen nog de ANWB bewegwijzeringsborden uit de reserve gefinancierd.
119
Jaarlijks onderhoudsbudget c.q. investeringsmiddelen
Financieel
2016
2017
2018
2019
Dotatie reserve (onderhoudsfonds)
6.500
13.000
13.000
13.000
Besteding uit reserve (onderhoudsfonds)
6.500
13.000
13.000
13.000
0
0
0
0
562
562
562
562
Mutatie reserve
Saldo reserve per 31-12
Achterstallig onderhoud
Op dit moment is er geen sprake van achterstallig onderhoud.
Openbaar groen en watergangen
Beleid
Gemeentebossen
De gemeente is aansprakelijk c.q. verantwoordelijk voor het beheer van de gemeentebossen. Het bosbezit van de gemeente Nuenen is in totaal 48,9 ha groot en ligt verspreid over vijf aparte gebieden in
de gemeente. Door middel van een beheerplan zijn het beheer en onderhoud van de
gemeentebossen voor de periode 2010 – 2016 vastgelegd. Na deze periode zal op basis van het
nieuwe beheerplan de raming zo nodig worden geactualiseerd.
Bomen
Op 18 december 2003 is door de gemeenteraad het bomenbeleidsplan geaccordeerd. Het beleidsplan
heeft als doel: Het duurzaam in stand houden van een gezond en gevarieerd bomenbestand en
boomstructuren die belangrijk zijn voor het straatbeeld en de oriëntatie. Het bomenbeleidsplan heeft
een geldigheidsduur tot en met 2012. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw bomenbeleidsplan.
Dit plan zal in 2016 aan de gemeenteraad wordt aangeboden. Na vaststelling worden de financiële
consequenties in de begroting verwerkt. Aandachtsvelden hierbij zijn onder andere nieuwe ziektes,
aantastingen/plagen en het actualiseren van de inventarisatiegegevens.
Openbaar groen
Op 25 november 2010 heeft de gemeenteraad het Groenstructuurplan vastgesteld. Centrale vraag in
dit plan is waar groen kan verdwijnen en waar het beeldbepalend en onmisbaar is voor de groene
uitstraling en prettige leefomgeving van de gemeente Nuenen. Verder is in het Groenstructuurplan
aangegeven waar belangrijke structuren ontbreken. Het Groenstructuurplan is de basis voor verder
beleid, beheer en planvorming.
Voor de omvorming van groen is in het verleden € 215.000,- opgenomen, met als doel door de
omvorming de door de raad opgelegde bezuiniging te kunnen realiseren. De bezuiniging loopt op van
€ 25.000,- in 2013 tot en met € 100.000,- structureel in 2016.
120
Beleidsplan
Naam
Periode
Vastgesteld in de
raad
Planning
vaststelling nieuw
beleidsplan
Beheerplan gemeentebossen
2011-2016
25 november 2010
medio 2016
Bomenbeleidsplan
2003-2012
18 december 2003
medio 2016
Groenstructuurplan
2011-2020
25 november 2010
medio 2020
Groenbeheerplan
2012-2016
31 mei 2012
eind 2016
Uitgangspunten
Watergangen
Beheer en onderhoud van watergangen (sloten) met een afvoerende en een bergende functie van het
oppervlaktewater binnen het stroomgebied van de waterschappen De Dommel en Aa en Maas.
Overeenkomstig de Keur oppervlaktewateren betreft dit sloten met een beperkt belang, niet zijnde in
onderhoud bij de bovengenoemde waterschappen.
Bossen
Op sobere wijze in stand houden van de kwaliteit en functionaliteit van de bossen ten behoeve van de
openluchtrecreatie en het milieu.
Landschappelijke beplanting
Op sobere wijze in stand houden van lintvormige en kleinschalige landschapselementen
(wegbeplantingen, houtsingels, poelen etc.), ten behoeve van:
•
•
•
beeld, milieu;
verbindingen tussen landschapselementen;
coulissen werking.
Openbaar groen
Op sobere wijze in stand houden van de kwaliteit en functionaliteit van de groenvoorziening t.b.v. een
groene uitstraling van de gemeente voor haar eigen inwoners en gebruikers (inwoners van buiten de
gemeente en toerisme). Het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau is C.
Jaarlijks onderhoudsbudget c.q. investeringsmiddelen
Financieel
2016
2017
2018
2019
Dotatie voorziening
279.822
279.822
279.822
279.822
Besteding uit voorziening
362.993
362.993
277.323
282.022
Mutatie voorziening
-83.051
-47.051
2.559
-2.140
47.166
115
2.674
534
Saldo voorziening per 31-12
Achterstallig onderhoud
Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.
121
Riolering
Beleidsplan
Nieuwe ontwikkelingen worden in 2016 benoemd in te actualiseren verbeterd Gemeentelijk
Rioleringsplan (vGRP). Hierin worden onder andere de nieuwe en voortgaande ontwikkelingen voor
de komende vijf jaar omschreven. Daarbij moet vooral gedacht worden aan het schoner maken van
het oppervlaktewater (maatregelen om te voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)) en
het zo veel mogelijk voorkomen van hinder en overlast bij extreme regenbuien (klimaatadaptatie).
Naam
Verbeterd Gemeentelijk Rioleringsplan
2010 – 2015 (vGRP)
Periode
Vastgesteld in de
raad
Planning
vaststelling nieuw
beleidsplan
2009-2015
28-5-2009
Eind 2015
Uitgangspunten
Op 23 juni 2011 is de gemeenteraad akkoord gegaan met het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan
2011-2015 (vGRP). De doelen vastgelegd in het vGRP zijn:
•
•
•
Een goede inzameling en transport van stedelijk afvalwater;
Inzameling, transport en / of verwerking van afvloeiend hemelwater, voor zover dit redelijkerwijs
niet kan door particulieren;
Voorkomen van structureel nadelige gevolgen van te hoge of te lage grondwaterstanden, voor
zover dit onder de gemeentelijke zorgplicht valt.
Jaarlijks groot onderhoudsbudget c.q. investeringsmiddelen
Bij de overige kapitaalgoederen wordt het groot onderhoud betaald uit of de exploitatie of uit de
reserve of uit een voorziening. Bij riolering wordt de voorziening gehanteerd ter egalisatie van de
kosten. Onderstaand staan de mutaties en de stand van de voorziening weergegeven
Financieel
2016
Dotatie voorziening
Besteding uit voorziening
Saldo voorziening per 31-12
2017
2018
2019
60.625
95.559
80.965
2.468.964
2.564.523
2.645.487
38.923
2.408.339
Achterstallig onderhoud
Op dit moment is er sprake van achterstallig onderhoud. Dit betreft (vooral kleinschalige)
herstelwerkzaamheden aan de riolering op basis van reguliere jaarlijkse inspectierondes. Aangezien
de inspecties nog niet allemaal beoordeeld zijn, kan nog geen inschatting worden gemaakt van de
kosten die gemoeid zijn met het wegwerken van de achterstand. De verwachting is wel dat deze
kosten gedekt kunnen worden binnen de beschikbare middelen, zoals die zijn opgenomen in de
rioolheffingsberekening.
122
Gebouwen
Beleidsplan
De gemeenteraad heeft in de vergadering van 31 mei 2012 het beheerplan gebouwen (inclusief
onderwijs) vastgesteld. Dit voor de periode 2012–2021.
Naam
Beheerplan gebouwen
Periode
Vastgesteld in de
raad
Planning
vaststelling nieuw
beleidsplan
2012 - 2021
31 mei 2012
1e kwartaal 2016
Uitgangspunten
Voor de gebouwen die economisch eigendom zijn van de gemeente Nuenen en waarvoor de
gemeente verantwoordelijk is voor het groot onderhoud is een voorziening gevormd. Uitgangspunt
voor deze voorziening is wat minimaal nodig is om de gebouwen veilig, heel en functioneel te houden
op basis van sober en doelmatig onderhoud. Conform het beheerplan wordt in 2016 een bedrag van
€ 196.117,- gestort en wordt een bedrag van € 208.392,- onttrokken. Doordat het onderhoud aan
onderwijsgebouwen ten laste van de schoolbesturen is gekomen, moet het beheerplan worden
aangepast. Dit staat gepland voor 2016. De eerste cijfers laten zien dat rekening moet worden
gehouden met een verhoging van de storting.
Jaarlijks onderhoudsbudget c.q. investeringsmiddelen
Financieel
2016
2017
2018
2019
Dotatie reserve / voorziening
196.117
196.117
196.117
196.117
Exploitatiebudget
118.351
119.238
120.132
121.033
Jaarlijks beschikbaar
314.468
315.355
316.249
317.150
Besteding uit reserve / voorziening
208.392
223.525
312.895
54.879
Besteding exploitatiebudget
118.351
119.238
120.132
121.033
Totaal besteding
326.743
342.763
433.027
175.912
Saldo
-12.275
-27.408
-116.778
141.238
Achterstallig onderhoud
Het benodigde onderhoud aan gebouwen wordt bepaald aan de hand van inspecties. Elk gebouw
wordt om de twee jaar geïnspecteerd. Het beheerplan Gebouwen is gebaseerd op de cijfers die
voortvloeien uit de inspecties.
Bij diverse gebouwen is sprake van achterstallig onderhoud. Reden daarvoor is dat nog politieke
besluitvorming moet plaatsvinden over het toekomstige gebruik en/of eigendom van gebouwen. Bij de
sportaccommodaties speelt de vraag over al dan niet privatiseren. Verder is bij een van de gymzalen
de vraag of het gebouw gesloopt gaat worden of niet. Zo lang deze vragen niet beantwoord zijn, is
grootschalig investeren in onderhoud een vorm van kapitaalvernietiging. De beschikbaar gestelde
budgetten voor onderhoud dienen echter wel beschikbaar te blijven, zodat direct na bestuurlijke
besluitvorming actie ondernomen kan worden.
123
2.3.4. FINANCIERING
Het opstellen van de paragraaf financiering in de begroting en de jaarstukken is in zowel het BBV als
in de wet Fido verplicht gesteld. Financiering betreft de wijze waarop Nuenen de benodigde
geldmiddelen aantrekt en (tijdelijke) overtollige geldmiddelen belegt. De uitvoering van deze paragraaf
vindt plaats binnen de wettelijke kaders van het BBV en de wet Fido. Naast deze wetgeving is een
treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut zijn nadere regels opgenomen om daarmee de
financieringsfunctie te sturen, te beheersen en te controleren. De bedragen in onderstaande tabellen
moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.
Interne- en externe ontwikkelingen
Rentevisie
Externe ontwikkelingen
De ECB zal een ruim monetair beleid blijven voeren. De lange rentetarieven zullen onder invloed van
het gematigde economisch herstel naar verwachting nog wat verder oplopen.
Bron: BNG 3 augustus 2015.
Interne ontwikkelingen
De interne rekenrente, zogenaamde omslagrente, is 4%. In deze begroting wordt een voorstel gedaan
om deze te verlagen naar 2,5%.
Wet Hof
De Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) is per 1 januari 2014 in werking getreden en is er
gekomen omdat Nederland zijn begrotingstekort moet terugdringen. Rijk en decentrale overheden
(gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, provincies en waterschappen) zijn daar samen
verantwoordelijk voor. De wet vloeit voort uit Europese regels voor het terugdringen van het
begrotingstekort. Deze zijn onderdeel van het Stabiliteits- en Groeipact. In de Wet Hof zijn die
Europese afspraken verankerd in nationale wetgeving.
EMU-saldo
In de Wet Hof is vastgelegd dat er per jaar een plafond is voor het EMU-tekort van alle gemeenten
samen. De hoogte van dat zogeheten macroplafond wordt elk jaar opnieuw vastgesteld op basis van
bestuurlijk overleg tussen rijk en gemeenten. Voor de huidige kabinetsperiode is afgesproken dat de
decentrale overheden het begrotingstekort geleidelijk terugbrengen van 0,5 procent van het bruto
binnenlands product (bbp) in 2013, naar 0,3 procent bbp in 2017. Voor gemeenten bedraagt het
macroplafond in 2014 0,32 procent van het bbp. Het netto financieringssaldo van alle overheden bij
elkaar mag in een jaar niet boven dat plafond uitkomen.
Iedere gemeente krijgt daarnaast een individuele referentiewaarde voor het EMU-tekort in een jaar op
basis van het begrotingssaldo van het voorgaande jaar. Pas bij overschrijding van het plafond voor het
EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten kan de referentiewaarde per gemeente voor het EMUtekort een rol gaan spelen.
Met het hieronder opgenomen EMU-overzicht wordt inzage gegeven in de geldstromen binnen de
begroting zonder onttrekkingen uit de reserves.
124
Emu-saldo
Omschrijving
1 Exploitatiesaldo voor toevoegingen c.q. onttrekkingen uit reserves
2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
Investeringen in (im)materiele vaste activa die op de balans worden
4 geactiveerd
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en
overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in
5 mindering zijn gebracht bij post 4
Desinvesteringen in (im)materiele vaste activa: baten uit
desinvesteringen in (im)materiele vaste activa (tegen verkoopprijs),
6 voor zover niet op exploitatie verantwoord
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw- en woonrijp maken
7 e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op
8 exploitatie verantwoord
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties
9 met derden betreffen
Lasten ivm transacties derden, die niet via de onder post 1
genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de
reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die
10 nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
Verkoop effecten: Zodra er effecten worden verkocht wat is de
11 verwachte boekwinst op de exploitatie
EMU Saldo
2015
984
1.300
2016
946
1.160
2017
1.096
1.139
516
557
552
2.016
949
1.105
0
0
0
0
0
0
14.385
5.098
5.524
20.752
10.177
13.777
2.094
788
649
5.058
6.006
9.286
Liquiditeit
De liquiditeit voor 2016 en volgende jaren is mede afhankelijk van de gerealiseerde inkomsten uit de
GREX, deze is voor de komende 5 jaar geraamd op € 27 miljoen. Hierdoor wordt er voornamelijk
gewerkt met kasgeldleningen of kortlopende geldleningen om een geprognosticeerd liquiditeiten
overschot te voorkomen.
Renterisicobeheer
De overheid heeft twee instrumenten bepaald voor het toetsen van het renterisico, namelijk: de
kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijke liquiditeitstekort gefinancierd kan en
mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort een
structureel karakter draagt, moet er een langlopende geldlening worden aangetrokken. Indien voor het
derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden, moet de toezichthouder
hiervan op de hoogte worden gesteld, en moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de
kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd aan de toezichthouder. De kasgeldlimiet is
vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.
125
Stap
Omschrijving
Bepalen toegestane kasgeldlimiet
Omvang begrotingstotaal per 2016
Percentage regeling
1 Toegestane kasgeldlimiet
Vlottende korte schuld
Opgenomen gelden < 1 jaar
Schuld in rekening courant
Gestorte gelden door derden < 1 jaar
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld
2 Totaal vlottende korte schuld
Vlottende middelen
Contante gelden in kas
Tegoeden in rekening courant
Overige uitstaande gelden < 1 jaar
3 Totaal vlottende middelen
4 Totaal netto vlottende schuld (2-3)
Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) (1-4)
2016
59.269
8,50%
5.038
5.000
0
0
0
5.000
1
250
0
251
4.749
289
De kasgeldlimiet biedt nog ruimte om € 289.000,- kort geld aan te trekken voor 2016.
Renterisiconorm
De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm
houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20%
van het begrotingstotaal.
Stap
Omschrijving
2016
2017
2018
2019
1 Renteherzieningen
0
0
0
0
2 Aflossingen
5.400
12.901
10.902
10.536
3 (1+2) Renterisico
5.400
12.901
10.902
10.536
4 Begrotingstotaal
59.269
60.696
75.281
59.535
5 Percentage regeling
20%
20%
20%
20%
6 (4 x 5) Renterisiconorm
11.854
12.139
15.056
11.907
7 Ruimte(+)/Overschrijdingen(-)
6.454
-762
4.155
1.371
Voor de komende jaren is er behalve in 2017 ruimte om lang geld aan te trekken volgens de
renterisiconorm.
Schatkistbankieren
Op 10 december 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel verplicht
schatkistbankieren. De decentrale overheden worden hierdoor verplicht het overgrote deel van hun
liquide middelen aan te houden in de schatkist. De EMU-schuld en de financieringsbehoefte van het
Rijk vermindert hierdoor. Decentrale overheden kunnen in het kader van de uitoefening van de
publieke taak nog steeds geld uitlenen aan een andere decentrale overheid.
126
Overzicht opgenomen geldleningen:
Opgenomen langlopende leningen
Leningverstrekker Looptijd
rente
Van
t/m
BNG
1996 2021
BNG
2003 2018
BNG
2011 2016
BNG
2012 2022
BNG
2012 2017
BNG
2012 2017
BNG
2013 2020
BNG
2014 2020
BNG
2015 2027
Totaal
oorspronkelijk
3,97%
4,20%
2,24%
3,17%
2,18%
1,64%
1,72%
0,80%
1,21%
127
278
5.500
5.000
13.500
7.500
5.000
23.000
10.000
220
59.778
1-1-2016
31-12-2016
106
1.100
5.000
13.500
7.500
5.000
23.000
9.000
220
64.426
90
733
0
13.500
7.500
5.000
23.000
9.000
203
59.026
2.3.5. BEDRIJFSVOERING
De bedrijfsvoering heeft als doel het zo optimaal mogelijk ondersteunen en uitvoeren van de
programma’s. In de praktijk moet dit tot uiting komen in het goed bedienen van de klanten van onze
gemeente, interne en externe processen efficiënt te laten verlopen en zorgvuldige besluitvorming te
garanderen.
Concreet gaat het om een goede dienstverlening aan de inwoner, namelijk door:
•
•
•
•
•
een efficiënt werkende organisatie;
een zorgvuldig besluitvormingsproces;
een gestructureerde planning en beheersing van de beleidsuitvoering;
waar mogelijk op een verantwoorde manier benutten van ICT-mogelijkheden;
de beschikbaarheid van gemotiveerd en gekwalificeerd personeel.
In deze paragraaf wordt ingegaan op de onderwerpen:
•
•
•
•
•
•
•
Organisatieontwikkeling;
HRM-beleid;
Samenwerking met Dienst Dommelvallei en de gemeenten Geldrop-Mierlo en Son en Breugel;
Informatievoorziening;
Planning en control;
Huisvesting;
Kengetallen.
ORGANISATIEONTWIKKELING
Het jaar 2016 zal in het kader staan van een verdere doorontwikkeling van de organisatie. De kracht
van een organisatie van de toekomst zit in het vermogen tot meebewegen, het constante proces van
aanpassen aan en inspelen op die veranderende omgeving. Thema’s zoals Het Nieuwe Werken,
digitaal werken maar ook organisatiecultuur vormen hiervoor de aanleiding.
Organisatie ontwikkeling vraagt om een integrale aanpak vanuit verschillende beleidsterreinen.
Ontwikkelingen op het vlak van medewerkers en leiderschap (de factor Mens), de werkprocessen (de
factor Proces) en de werkomgeving (de factor Middelen) zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
HRM-BELEID – MODERN STIMULEREND WERKGEVERSCHAP
HR21
In 2016 wordt bekeken of aansluiting bij het door de VNG ontwikkelde Functiebeschrijvings- en
waarderingssysteem HR 21 door de Dommelvallei organisaties wenselijk en haalbaar is.
128
Nieuw beloningsbeleid.
In tegenstelling tot eerdere afspraken is nu overeengekomen dat eerst op 1 januari 2017 het
Individueel Keuze Budget wordt ingevoerd.
Wel zal het nieuwe hoofdstuk 3 van de CAR-UWO per 1 januari 2016 in werking treden. Hiermee
wordt beoogd het huidige beloningsbeleid te harmoniseren, te moderniseren en het bestaande
begrippenkader te vereenvoudigen. Vanwege het dwingende karakter van de nieuwe structuur zal er
overgangsrecht worden gecreëerd om mogelijke nadelige inkomenseffecten voor de individuele
medewerker op te vangen.
Generatiepact.
De VNG en de bonden hebben in de laatste cao gezamenlijk afgesproken om 1500 jongeren aan het
werk te helpen in de sector. Er ligt een advies aan de gemeenten om de mogelijkheden van een
”generatiepact” te onderzoeken. De gedachte hierachter is dat ouderen gestimuleerd worden om
plaats te maken voor jongeren. Hoewel geen wettelijke verplichting, is de handschoen opgepakt om in
gezamenlijkheid de wenselijkheid, haalbaarheid en de mogelijkheden te onderzoeken. Uitgangspunt
daarbij is te komen tot een uniforme regeling voor vier organisaties.
Leer-/werkbedrijf.
Ook op andere terreinen vinden, verbinden en versterken de Dommelvallei organisaties elkaar.
In gezamenlijkheid worden, met respect voor de eigenheid en de eigen keuzes van de deelnemende
organisaties, de positie op de arbeidsmarkt en het werkgeversimago verder vormgegeven.
De in gang gezette stappen met betrekking tot stages en werkervaringsplaatsen zullen leiden tot een
verdere professionalisering van de organisaties als erkend leer- en werkbedrijf en dragen daarmee bij
aan dat proces. In gezamenlijkheid kan er ook qua volume een andere positie in de regio worden
ingenomen.
Digitalisering.
De (salaris)administratie zal verder worden doorontwikkeld in een digitale omgeving. Ook
medewerkers krijgen daarbij een eigen omgeving/portal om gegevens te raadplegen en –uiteraard
onder voorbehoud van de nodige autorisatie- mutaties aan te leveren. Er wordt ook een digitale
gesprekscyclus ingericht.
Ziekteverzuim.
De ambitie is om op basis van het eigen regiemodel het ziekteverzuimpercentage, voor zover
beïnvloedbaar, te consolideren of waar mogelijk te verlagen ten opzichte van het niveau van 2015.
Voor zowel het management als de medewerker zelf is hier een actieve, (zelf)sturende rol weggelegd.
Waar mogelijk wordt onnodige medicalisering voorkomen c.q. teruggedrongen.
SAMENWERKING MET DIENST DOMMELVALLEI EN DE GEMEENTEN GELDROP-MIERLO EN
SON EN BREUGEL
In Dienst Dommelvallei zijn de bedrijfsvoeringstaken van de drie participerende gemeenten
samengevoegd teneinde gezamenlijk een robuuster, homogener en kwalitatiever organisatie tot stand
te brengen. Om die doelen te bereiken worden bestaande bedrijfsprocessen waar mogelijk
geharmoniseerd en op elkaar afgestemd. Nieuwe bedrijfsvoeringproducten en -processen worden
gezamenlijk ontwikkeld en geïmplementeerd. In 2014 is daarmee gestart en in 2015 zijn al belangrijke
vorderingen gemaakt. Zo werden in 2015 onder meer besluiten genomen over de inrichting van de
P&C-cycli en over de inrichting van de documenten die daarin worden gebruikt. De nieuwe inrichting
van deze programmabegroting is een voorbeeld daarvan. In 2016 wordt het functioneren van de
dienst en de resultaten die geboekt zijn geëvalueerd. De resultaten van die evaluatie zullen worden
gebruikt om de verdere ontwikkeling van de samenwerking in Dienst Dommelvallei richting te geven.
129
Eind 2014 is de ontwikkeling van de strategische visie op de bestuurlijke toekomst van de drie
gemeenten tot stilstand gekomen. Momenteel zijn de drie gemeenten elk voor zich aan de slag met de
ontwikkeling van hun visie op de bestuurlijke toekomst. Daarin krijgt ook Dienst Dommelvallei
aandacht. Ondertussen vordert de verdere ontwikkeling van de samenwerking op concrete
onderwerpen gestaag. De medewerkers van de drie gemeenten en die van Dienst Dommelvallei
weten elkaar steeds beter te vinden.
INFORMATIEVOORZIENING
In 2014 is een gezamenlijk Informatiebeleidsplan Dommelvallei 2015 voor de drie gemeenten en de
dienst ontwikkeld. Dit plan bevat samenwerkingsafspraken en principes, een architectuurvisie, een
financiële paragraaf en een opsomming van projecten. Het plan dient als basis voor het op te stellen
Informatiebeleidsplan 2016-2020.
De projecten in het IBP 2015 zijn onderverdeeld in programma’s. Deze onderverdeling in programma’s
wordt gehandhaafd in het IBP 2016-2020 en staat hieronder kort beschreven. Naast de onderdelen
van het IBP van 2015 zal er in het IBP 2016-2020 aandacht zijn voor toekomstige ontwikkelingen,
governance, beheerorganisatie en rolverdeling tussen IT-serviceorganisatie en IT-vraagorganisatie.
Indeling programma’s
i-NUP, digitale dienstverlening, zaakgericht werken en Antwoord©
De projecten in dit programma zijn gericht op realisatie van de inhoudelijke ambities en wettelijke
opdrachten op het terrein van de informatiearchitectuur en de dienstverlening aan inwoners,
instellingen en bedrijven.
Projecten als de invoering van zaakgericht werken, implementatie van i-NUP, harmonisatie van het
applicatielandschap, consolidatie van de techniek en informatiebeveiliging lopen door.
•
•
In 2016 is een start gemaakt met zaakgericht werken. Er zal veel aandacht nodig zijn voor de
organisatie in de transitie naar digitaal werken. Verdere ontwikkeling zal nodig zijn, onder
andere:
o
Finetuning en optimaliseren van processen (lean);
o
Ontwikkelingen van e-formulieren op de website waarmee zaaktypen rechtstreeks
gestart worden;
o
Inrichten specifieke (op maat) zaaktypen;
o
Inzetten van apps ten behoeve van interne processen en met een publiek karakter.
Doorontwikkeling digikoppeling - digilevering etc:
o
•
Meer ketens zullen via het centrale “Dommelvallei postkantoor” gaan lopen waardoor
we specifieke koppelvlakken kunnen uitfaseren. Per koppelvlak is daarvoor een
implementatie nodig. (Het centrale “Dommelvallei postkantoor” is een centrale
koppeling om gegevens tussen gemeenten en ketenpartners uit te kunnen wisselen.
Nu bestaat dit uit meerdere koppelingen. Met koppelvlakken wordt bedoeld het
standaardiseren van gegevensuitwisseling tussen gemeenten en ketenpartners.)
Voorbereiding en realisatie BRP (basisregistratie personen):
o
Binnengemeentelijke leveringen:
Door de komst van de BRP zullen persoonsgegevens van inwoners uit de landelijke
registratie gehaald dienen te worden. Dit heeft gevolgen voor de binnengemeentelijke
130
levering van die gegevens. Hiervoor is onder andere een gegevensmagazijn nodig. Dit
project start in 2015 en wordt met ingang van 2017 ingevoerd, ervan uitgaande dat er
geen wetswijzigingen komen;
o
Aanbesteding burgerzaken modules.
Digitalisering archieven:
o
Afronden project Digitalisering bouwvergunningen;
o
Digitalisering akten Burgerlijke stand;
De ontwikkeling van documentaire informatievoorziening van analoog
informatiebeheer naar het digitaal zaakgericht informatiebeheer.
Informatievoorziening Sociaal Domein
De projecten in dit programma zijn gericht op realisatie van de inhoudelijke ambities en wettelijke
opdrachten op het terrein van de informatiearchitectuur in het kader van de decentralisaties.
•
Doorontwikkelen digitaal loket sociaal domein en uitbouwen koppelingen met backoffice
systemen sociaal domein en zaaksystemen;
•
Verdere ketenintegratie sociaal domein;
•
Digitaliseren dossiers.
Informatiebeveiliging
De projecten in dit programma zijn gericht op implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging
Nederlandse Gemeenten (BIG).
•
De implementatie van de Big moet voor 2017 gerealiseerd worden. De implementatie van de
“bouwstenen” start in 2015 en loopt door in 2016.
Harmonisatie applicatielandschap-lifecycle management
De projecten uit dit programma zijn gericht op het gebruik van uniforme, gestandaardiseerde
systemen en applicaties voor alle deelnemers.
Het proces lifecycle management houdt zich bezig met de levenscyclus van applicaties. Het proces
bepaalt wanneer een applicatie vervangen, aangepast dan wel gesaneerd moet worden.
Er zal een “harmonisatiekoers” bepaald worden voor het tijdvak 2016-2020. De koers bepaalt in welke
volgorde en in welke percelen ingekocht en geïmplementeerd wordt. Naast (informatie-) technische
aspecten zijn organisatorische aspecten van belang.
De uitgangspunten voor harmonisatie in 2016 zijn:
•
•
•
•
Die systemen die ingezet worden voor een proces waarin procesverantwoordelijk in één hand
ligt. (o.a. belastingen);
Systemen waarvan de procesverantwoordelijken vanuit de business een duidelijke
harmonisatiewens hebben en daarin bereid zijn een duidelijke opdrachtgever rol te vervullen;
Harmoniseren gegevensdistributie;
Verdere consolidaties;
131
•
Consolidatie systemen voor vergunningverlening en handhaving.
Automatiseringsplan (Consolidatie)
•
•
•
•
Het professionaliseren van de ICT dienstverlening door een herinrichting van de
processen en de ICT servicedesk;
De samenvoeging van de verschillende beveiliging- en netwerkomgevingen;
De vervanging van de dataopslag- en back-upfaciliteiten;
De ingebruikname van de glasvezelverbinding en de realisatie van een gespiegelde ICT
omgeving op twee locaties. Dit om de continuïteit van de ICT omgeving te waarborgen en
uitwijkfaciliteiten te realiseren.
PLANNING EN CONTROL
Nu de inrichting van de interne controle volledig is geharmoniseerd voor de vier organisaties zullen de
IC’s meer ingericht worden op risicovolle processen en aandachtsgebieden. Ook zal doorontwikkeling
en verbetering van het Management Control Systeem plaatsvinden. De actualisatie van risico’s is een
dynamisch proces en voortschrijdend inzicht zal voor een steeds vollediger beeld zorgen.
In 2016 zal het aanbestedingstraject van de accountant worden afgerond. Inbedding en ontwikkeling
van rapportage en IC’s rondom de transities worden voortgezet. Voor de navolging van inkoop- en
aanbestedingsbeleid is onverminderd aandacht.
Ook in 2016 wordt aandacht besteed aan het actualiseren en harmoniseren van processen op een zo
efficiënt en effectief mogelijke manier.
HUISVESTING
De huisvesting van de ambtelijke organisatie en het bestuur is momenteel als volgt:
• Jan van Schijnveltlaan / Papenvoort (hoofdvestiging);
• Pastoorsmast (buitendienst Openbare Werken);
• Berg (Centrum Maatschappelijke Dienstverlening).
De villa van het gemeentehuis voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Verder zijn er
verbeteringen nodig in het kader van de duurzaamheid. In de begroting 2015 is hiervoor budget
beschikbaar gesteld. Uitvoering zal plaatsvinden in 2016.
132
KENGETALLEN AMBTELIJKE ORGANISATIE
(peildatum 23-7-2015)
Verdeling man/vrouw en fulltime/parttime
Fulltime
Parttime
Totaal
Mannen
34
5
39
Vrouwen
14
28
42
33
81
Totaal
48
Verhouding man / vrouw 2015 man 48%, vrouw 52 %
Verhouding man / vrouw in vergelijkbare gemeenteklasse voor 2014:
58% / 42%
Formatie (28-7-2015)
(excl. Griffie en College B&W)
01-01-2015
01-01-2016
Begroting 2016*
Begroting 2015**
fte
1,00
1,00
Samenleving
fte
21,81
20,35
Ontwikkeling & handhaving
fte
31,63
32,01
Openbare werken
fte
24,84
26,37
Totale formatie
fte
79,28
79,73
Afdeling
Factor
Directie / gemeentesecretaris
Hoewel de totale (toegestane) formatie van de gemeente Nuenen 79,28 fte is, is de werkelijke
bezetting op dit moment 71,85 fte (bestaande uit 48 fulltime en 33 parttime medewerkers). De
resterende 7,43 fte bestaat deels uit openstaande vacatures en is deels tijdelijk ingevuld door middel
van externe inhuur.
Gemiddelde leeftijd (23-7-2015)
2015
2014**
2013*
Mannen
50,64
50,00
48,40
Vrouwen
46,95
45,40
45,50
Totaal
48,73
Gemiddelde leeftijd landelijk binnen gemeenten in 2014: 48,1 jaar
47,60
46,70
** peildatum 1-8-2014
* peildatum 10-8-2015
133
Ziekteverzuim (excl. zwangerschapsverlof)
Verzuimpercentage
Gemiddelde duur (dagen) (geen vng norm)
2015***
2014**
2013*
4,82%
7,54%
7,90%
11,29
18,49
11,04
0,69
1,00
Verzuimfrequentie
0,69
Ziekteverzuimpercentage in vergelijkbare gemeenteklasse voor 2014: 4,8 %
*** periode 1 1 2015 t m 23 7 2015
** periode 1-1-2014 t/m 31-7-2014
* periode 1-1-2013 t/m 30-6-2013
134
2.3.6. VERBONDEN PARTIJEN
Inleiding
De paragraaf verbonden partijen moet inzicht geven in de relaties van de gemeente in rechtspersonen
waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend én financiële belangen gemoeid zijn. Verbonden partijen
zijn een manier om een bepaald beleidsvoornemen uit te voeren; het aangaan van verbonden partijen
komt altijd voort uit het publiek belang.
Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het
bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.
Onder financieel belang wordt verstaan: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag
dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor
aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichting niet nakomt.
Ter voldoening aan het bepaalde in de artikelen 1, 5, 9, 15 en 36 van het BBV komen hierna de
volgende verbonden partijen aan de orde:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven (MRE) te Eindhoven (voorheen
SRE);
Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) te Eindhoven;
Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) te Eindhoven;
Stichting i.o. Veiligheidshuis Brabant Zuidoost te Eindhoven;
Gemeenschappelijke Regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Brabant
Zuidoost te Helmond;
Stichting Bureau Inkoop- en aanbestedingen Zuidoost Brabant (BIZOB) te Oirschot;
Naamloze Vennootschap Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) te Den Haag;
Gemeenschappelijke Regeling Dienst Dommelvallei te Mierlo;
Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorziening de Dommel (WSD) te Boxtel;
Naamloze Vennootschap Brabant Water te Den Bosch;
Stichting Peelnetwerk te Helmond;
Gemeenschappelijke Regeling Reiniging Blink te Helmond.
In deze paragraaf zal in tabelvorm elke verbonden partij uitgewerkt worden aan de hand van de
volgende indelingen:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Doel en openbaar belang van de verbonden partij;
Visie op de verbonden partij in relatie tot doelstellingen opgenomen in de begroting en
verwacht resultaat: wat zijn de beleidsmatige voornemens en politieke uitgangspunten m.b.t.
de samenwerking;
Veranderingen en ontwikkelingen van de verbonden partij;
Risico’s: welke risico’s zijn er bij deelname;
Afbreukrisico van geen deelname: wat zijn de risico’s bij geen deelname;
Alternatieven voor geen deelname: welke alternatieven zijn er;
Relatie met programma: welke programma’s hebben betrekking op de samenwerking;
Bestuurlijke betrokkenheid: wie zijn er betrokken bij de samenwerking;
Bestuurlijke vertegenwoordiging namens de gemeente;
Frequentie van terugkoppeling naar de raad: frequentie van informatieterugkoppeling;
135
•
•
Financieel belang: welke kosten horen bij de samenwerking;
Vermogenspositie en resultaat boekjaar van de verbonden partij.
De volgende afkortingen zijn gebruikt in de uitwerking van de verbonden partijen:
DB:
Dagelijks bestuur.
GR:
Gemeenschappelijke regeling.
NV:
Naamloze Vennootschap.
WGR+: Verplichte samenwerking voor gemeenten in een stedelijke regio.
GR Metropoolregio Eindhoven (MRE) te Eindhoven (voorheen SRE)
Per 1 januari 2015 is de Metropoolregio Eindhoven actief. Het doel van
deze samenwerking is het behouden en het verstevigen van de
Doel en openbaar belang
internationale concurrentiepositie en spitst zich toe op de behartiging
van de gezamenlijke belangen op de thema’s economie, mobiliteit en
ruimte.
De regio wordt bestuurd op verschillende overheidsniveaus (lokaal,
subregionaal en regionaal) en er wordt steeds geschakeld tussen de
verschillende niveaus. De samenwerking vindt niet alleen plaats op de
schaal van de 21 gemeenten, maar ook op subregionaal niveau.
Flexibele samenwerkingsverbanden, die gebaseerd zijn op
gelijkluidende belangen van de deelnemers, worden steeds
belangrijker.
Visie op de verbonden partij Daarnaast kan de Metropoolregio op tijdelijke thema’s de gezamenlijke
en verwacht resultaat
belangen zowel van alle gemeenten als van enkele gemeenten
behartigen.
Door deze samenwerking wordt niet alleen een kostenbesparing
gerealiseerd, maar worden de (ontwikkelings)mogelijkheden van de
(sub)regio(‘s) beter benut.
Samen met andere overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en
maatschappelijke organisaties worden de thema’s economie, ruimte en
mobiliteit verkend en wordt de regionale strategie bepaald.
De Metropoolregio is na een intensief omvormingstraject op 1 januari
2015 gestart. De WGR+ is op deze datum ook afgeschaft. Daarmee is
Veranderingen en
de vervoersautoriteit overgegaan naar de provincie. Onduidelijk is nog
ontwikkelingen
of deze daar blijft of door de provincie naar de regio worden
gedelegeerd. Eind 2016 vindt er een evaluatie plaats.
Met de instelling van de Metropoolregio Eindhoven is ook het aantal
taken dat in regionaalverband wordt uitgevoerd verminderd. De
overgebleven taken zijn anders georganiseerd. Middels werkplaatsen
en gesprekstafels wordt op inhoud samengewerkt. De terugkoppeling
van deze werkplaatsen en gesprekstafels gebeurt in het Regionaal
Risico’s
Overleg. De terugkoppeling naar de gemeenteraden is nog niet
optimaal. Om hierin te voorzien wordt de Raadstafel21 ingericht, met
daarin vertegenwoordigers uit alle gemeenteraden. Alle
gemeenteraden leveren 2 raadsleden die hierin participeren. Of deze
maatregel zorgt voor betere terugkoppeling kan niet van te voren
worden ingeschat.
Het risico is dat de gemeente Nuenen c.a. zich buiten sluit als zij niet
Afbreukrisico van geen
deelneemt aan de Metropoolregio. De Metropoolregio is een
deelname
belangenbehartiger van de regio en weet ook middelen bij anderen
(veelal via cofinanciering) los te krijgen.
Alternatieven voor geen
Naast de Metropoolregio zijn er allerlei andere vormen van
deelname
(gemeentelijke) samenwerking mogelijk. Zo is op subregionaal vlak
136
een convenant gesloten met de gemeenten in het stedelijk gebied van
Eindhoven.
Relatie met programma
Bestuurlijke betrokkenheid
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Frequentie van
terugkoppeling naar de raad
Programma 1: Bestuur, Samenwerking & Dienstverlening.
Er is een algemeen bestuur, bestaande uit één bestuurder uit elk van
de 21 gemeenten. Uit dit algemeen bestuur vormt zich een dagelijks
bestuur van 3 personen, voor een periode van telkens 4 jaar.
Algemeen bestuur: lid: M.J. Houben (burgemeester), plv. lid: E.
Groothoff (raadslid).
Jaarlijks wordt de begroting van de Metropoolregio aan de raad ter
instemming voorgelegd. Daarnaast vindt er incidenteel terugkoppeling
plaats als onze vertegenwoordigers bij de Metropoolregio dit wenselijk
achten.
Opsplitsing bijdrage:
2015
2016
SRE
Algemene bijdrage
97.318
Regionale opgaven
Financieel belang
82.391
SRE Stimuleringsfonds
80.434
80.445
Brainport Development
45.544
45.316
Oud SRE
3.165
Streekarchief (RHCe)
Opslag en beheer
45.028
42.064
Toezicht
19.436
17.707
Openbaarheid
23.687
19.331
314.613
287.254
Totaal
2014
Vermogenspositie en
resultaat boekjaar
2015
2016
Prognose excl. Prognose excl.
jaarresultaat
jaarresultaat
2014
2014
6.900.000
6.358.180
5.514.580
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
188.000.000
Niet bekend
Niet bekend
Resultaat boekjaar
541.000
Niet bekend
Niet bekend
GR Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) te Eindhoven
De ODZOB zorgt voor het aanbrengen en handhaven van de door de
Doel en openbaar belang
overheden in de regio aangegeven kwaliteit van de fysieke
leefomgeving.
De ODZOB heeft een relatie met de partners in de GR en andere
opdrachtgevers die wordt gekenmerkt door: bereikbaarheid,
Visie op de verbonden partij
beschikbaarheid, snelheid en betrouwbaarheid waar het gaat om de
en verwacht resultaat
levering van diensten en producten, de beantwoording van vragen en
het voldoen aan verzoeken betreffende de fysieke leefomgeving.
137
Veranderingen en
ontwikkelingen
Risico’s
Afbreukrisico van geen
deelname
Alternatieven voor geen
deelname
Relatie met programma
Bestuurlijke betrokkenheid
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
ODZOB streeft er naar om in de toekomst voor alle deelnemers de
brede WABO taken te gaan uitvoeren. Nuenen beschouwd de ODZOB
op dit moment als uitvoeringsdienst voor de Wabo taken en ziet
vooralsnog geen meerwaarde voor de uitvoering van de “brede”
wabotaken door de ODZOB.
De vereiste kwaliteitseisen in de toekomst zouden daartoe de
noodzaak zijn. De vaststelling van deze kwaliteitseisen is einde 2014
uitgesteld.
De gemeente Nuenen is, samen met het grootste deel van de
regiogemeenten, van mening dat vooralsnog geen sprake zal zijn van
de uitbesteding van de brede Wabo taken. De samenwerking wordt
beperkt tot hetgeen wettelijk is geregeld.
De omzet blijft achter bij de verwachtingen. In dat geval zijn alle
deelnemers aan GR daarvoor (financieel) verantwoordelijk.
Het gemeentelijk werkprogramma is slechts een klein onderdeel van
het totaal uitvoeringsprogramma. Invloed is daardoor slechts beperkt.
Deelname voor wat betreft het basistakenpakket is wettelijk verplicht.
Dit geldt niet voor de verzoektaken. ODZOB is er echter op ingericht
om ook de uitvoering van verzoektaken voor haar rekening te nemen.
Indien dit niet gebeurt is het financieel risico als gevolg daarvan voor de
deelnemers van de GR.
In 2014 is gebleken dat de ODZOB een positief resultaat heeft
gedraaid met het huidige takenpakket. Van uitbreiding hiervan hoeft
dan ook geen sprake te zijn.
Zoals gezegd is de deelname voor wat betreft het basistakenpakket
wettelijk verplicht. Voor wat betreft de uitvoering van verzoektaken zou
ook de samenwerking in Dienst Dommelvallei soelaas kunnen bieden
voor zover dit nodig mocht zijn en kansen biedt in deze vorm van
samenwerking.
Programma 1: Bestuur, Samenwerking & Dienstverlening.
De gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne,
Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende,
Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-De-Mierden,
Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre en de
provincie Noord-Brabant zijn de deelnemers. Te zijner tijd kunnen ook
waterschappen en het Rijk toetreden tot de regeling.
Algemeen bestuur: lid: P. Weijmans (wethouder) plv. lid: H. Pero
(wethouder).
Jaarlijks voor wat betreft de begroting en rekening.
Incidenteel voor wat betreft mogelijke aanpassingen van de
Gemeenschappelijke Regeling.
2015
Frequentie van
terugkoppeling naar de raad
Landelijke basistaken
0
50.012
186.547
119.800
11.309
11.123
197.856
180.935
2014
2015
2016
prognose
prognose
Eigen vermogen
1.033.316
1.112.000
1.290.000
Vreemd vermogen
6.754.377
5.255.000
3.755.000
Resultaat boekjaar
631.194
79.000
178.000
Verzoektaken
Collectieve taken
Totaal
Gestart 2013
Vermogenspositie en
resultaat boekjaar
2016
138
GR Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) te Eindhoven
Doel en openbaar belang
Visie op de verbonden partij
en verwacht resultaat
Veranderingen en
ontwikkelingen
Risico’s
Afbreukrisico van geen
deelname
Alternatieven voor geen
deelname
Relatie met programma
De Veiligheidsregio (VRBZO) behartigt de belangen van de gemeenten
in het samenwerkingsgebied op de terreinen van: brandweerzorg,
ambulancezorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en
rampen, rampenbestrijding en crisisbeheersing en de
gemeenschappelijke meldkamer, door:
Adequaat te reageren op spoedeisende hulpvragen van inwoners,
instellingen en bedrijven;
Het organiseren en coördineren van geneeskundige hulp bij ongevallen
en rampen;
Het voorkomen en bestrijden van brand, het beperken van
brandgevaar en/of ongevallen bij brand en alles wat hiermee verband
houdt. Ook de coördinatie van de werkzaamheden op dit gebied
behoort tot de taak van het VRBZO;
Het organiseren, coördineren en uitvoeren van ambulancezorg, de
bijbehorende procesregistratie en het bevorderen van adequate
opname van zieken en ongevalslachtoffers in ziekenhuizen of andere
instellingen voor intramurale zorg;
Het ondersteunen van de hulpverlening door gemeenten.
Op regionale schaal werken aan een veilige leefomgeving voor
mensen die er wonen en verblijven. Professionele hulp verlenen als het
nodig is. Waarborgen creëren voor fysieke veiligheid en
voorbereidingen treffen voor rampenbestrijding en crisisbeheersing.
De gemeentelijke brandweer is per 1 januari 2014 overgegaan naar de
Veiligheidsregio conform de Wet veiligheidsregio’s (Wvr). De
gemeenschappelijke regeling is hierop aangepast. Met behulp van de
Toekomstvisie Brandweerzorg is een grote inspanning verricht om
bestuurlijke overeenstemming te krijgen over het niveau van
basisbrandweerzorg voor de regio. In het in 2015 vastgestelde
beleidsplan 2015-2019 is onder meer bepaald dat VRBZO de
uitgangspunten voor repressief brandweeroptreden vastlegt in één
regionale werkmethode (personeels- en materieelplan).
De Veiligheidsregio maakt naar aanleiding van de bestuurlijk
vastgestelde Toekomstvisie brandweerzorg een implementatieplan. De
afgesproken bezuinigingen worden hierin uitgewerkt.
Deelname is een wettelijke plicht (Wgr, Wvr).
Geen alternatieven.
Programma 2: Veiligheid & Handhaving
Bestuurlijke betrokkenheid
Deelname door 21 gemeenten in de regio Zuidoost Brabant.
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Algemeen bestuur: lid: M.J. Houben (burgemeester).
Dagelijks bestuur: lid: M.J. Houben (burgemeester).
Frequentie van
terugkoppeling naar de raad
Terugkoppeling vindt plaats wanneer zich belangrijke ontwikkelingen
voordoen.
Daarnaast passeren al die stukken de gemeenteraad die gaan over
beleid, begroting en toekomstige ontwikkelingen in de Veiligheidsregio.
139
De deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling waarborgen de
betaling van rente en aflossing van de door de Veiligheidsregio onder
goedkeuring van gedeputeerde staten gesloten geldleningen volgens
door het algemeen bestuur vast te stellen regels en naar evenredigheid
van het aantal inwoners van iedere gemeente van het desbetreffende
kalenderjaar en indien de geldschieters dit wensen onder het doen van
afstand van de voorrechten, welke de wet aan borgen toelaat.
Financieel belang
Gemeentelijke bijdrage
Bijdr. piketregeling oranje
Bijdr. gemeentelijke
rampenbestrijding
Bijdr. gemeentelijke bevolkingszorg
Totaal
2014
Vermogenspositie en
resultaat boekjaar
Eigen vermogen
2015
2016
1.024.898
893.907
6.265
6.363
2.107
2.075
1.083
1.033.238
903.460
2015
2016
Niet bekend
Niet bekend
7.300.000
Vreemd vermogen
28.800.000
Resultaat boekjaar
3.400.000
Stichting i.o. Veiligheidshuis Brabant Zuidoost te Helmond
Het is van belang om onderscheid te maken tussen het Veiligheidshuis
als professionele netwerkorganisatie en het Veiligheidshuis als
facilitator voor ketenpartners.
Het landelijk kader richt zich specifiek op het veiligheidshuis als
netwerkorganisatie van verschillende partners in de zorg-, de
strafrechtketen en gemeenten, gericht op een ketenoverstijgende
Doel en openbaar belang
persoons-, systeem- en gebiedsgerichte aanpak van, of advisering
rondom, complexe problematiek.
In de rol van facilitator biedt de netwerkorganisatie aan ketenpartners
de mogelijkheid om werkplekken te huren in een kantoor.
Het Veiligheidshuis Brabant-Zuidoost is in de kern een smalle
organisatie. Haar professionaliteit ligt op het gebied van procesregie,
advisering en informatievoorziening.
Het Veiligheidshuis richt zich op het bestrijden van ernstige overlast en
criminaliteit door recidive en maatschappelijke uitval te voorkomen.
Hierbij ligt de focus niet alleen op bestaande overtreders van de wet,
maar ook op individuen of groepen met groot risico op afglijden richting
crimineel en ernstig overlastgevend gedrag.
Visie op de verbonden partij
Het Veiligheidshuis vormt als netwerk een belangrijke schakel. Niet
en verwacht resultaat
alleen in de verbinding tussen straf en zorg, maar ook met de
bestuurlijke component door de regierol en participatie van gemeenten.
De meerwaarde van de samenwerking zit in de ketenoverstijgende
aanpak, die de afzonderlijke aanpakken versterkt. Daarbij behouden
alle partners hun eigen (wettelijke) verantwoordelijkheden.
140
Veranderingen en
ontwikkelingen
Risico’s
Afbreukrisico van geen
deelname
In 2014 heeft het Veiligheidshuis definitief de weg ingeslagen van het
voeren van procesregie op complexe casuïstiek de methode van
Casus op Maat (COM-zaken). Daarvoor vormen de uitgangspunten
van het Landelijk kader Veiligheidshuizen de basis. De ontwikkeling
om te komen tot schaalvergroting op Oost-Brabantniveau (met vier
locaties) is vooralsnog on-hold gezet.
In de strategische agenda van het Veiligheidshuis (vastgesteld in
oktober 2014) is er aandacht voor de verbinding tussen de lokale
zorg/sociale keten en de meer centrale georganiseerde strafketen. De
komende maanden/jaar zullen de transities in een transformatiefase
komen, waarin het van groot belang is om de contacten met het
Veiligheidshuis verder aan te halen en te verankeren.
In 2015 is voorgesteld om een samenwerkingsovereenkomst aan te
gaan en een stichting op te richten. De 21 gemeenteraden zijn in de
gelegenheid gesteld om hierop zienswijze in te dienen. Eind 2015 zal
een hierover een besluit worden genomen door het bestuur.
Voor 2015 heeft het bestuur een werkbegroting opgesteld. Na de
samenvoeging van de twee veiligheidshuizen in de regio is besloten
om naar een verdeelsystematiek te gaan. Dit heeft geleid tot een
lagere bijdrage per gemeente in 2015 en 2016. Voorgesteld is om in
2017 de verdeelsleutel opnieuw te bezien omdat er dan een aantal
jaren ervaring is opgedaan met de aanpak van complexe casuïstiek.
Onduidelijk is wat de gevolgen zijn wanneer één (of meerdere) van de
21 gemeenten (Veiligheidshuis Brabant-Zuidoost) niet gaat deelnemen
aan het Veiligheidshuis.
Er kan dan geen gebruik worden gemaakt van de voordelen die het
Veiligheidshuis kan bieden, zoals informatie, expertise en menskracht.
Bepaalde organisaties hebben ook aangegeven geen capaciteit te
hebben om deel te nemen aan overlegstructuren in alle afzonderlijke
gemeenten.
Alternatieven voor geen
deelname
Gemeente moet dan zelf meer regelen en kan geen beroep meer doen
op inbreng van bepaalde maatschappelijke instanties.
Relatie met programma
Programma 2: Veiligheid & Handhaving;
Programma 3: Werk (participatie), Zorg & Jeugd.
Bestuurlijke betrokkenheid
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Frequentie van
terugkoppeling naar de raad
Op strategisch niveau is een vertegenwoordiging van bestuurders uit
gemeenten verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie van de
netwerkorganisatie. Hiervoor worden de portefeuillehouders veiligheid,
zorg en jeugd betrokken.
Dagelijks bestuur: lid: Mr. M.M.D.Vermue-Vermue (burgemeester
gemeente Cranendonck) en wethouder P. Weijmans (wethouder
gemeente Nuenen c.a.) namens de gemeenten die behoren tot het
basisteam Dommelstroom.
Er vindt incidenteel terugkoppeling plaats, zoals wanneer er meer
duidelijkheid is over de ontwikkelingen om te komen tot één
veiligheidshuis Oost-Brabant.
De gemeente heeft voor de komende jaren een bedrag van € 5.900,00
begroot.
Financieel belang
Gemeentelijke bijdrage
141
2015
2016
5.351
5.900
Vermogenspositie en
resultaat boekjaar
Voor het jaar 2015 zijn de beide centrumgemeenten (Eindhoven en
Helmond) verantwoordelijk voor de financiële jaarrekening, ieder voor
hun subregio (regio Eindhoven en Peelregio). Nuenen valt onder de
subregio Eindhoven.
Het verwachte resultaat voor 2015 en 2016 van het Veiligheidshuis
bedraagt € 167.594,-. Conform het beoogde principe van de nieuwe
Samenwerkingsovereenkomst (artikel 16, lid 3) zal € 41.939,- worden
toegevoegd aan de reserves van het Veiligheidshuis. Onder
voorbehoud wordt het overige deel van het batig saldo (€ 125.655,-)
geretourneerd aan de deelnemende gemeenten conform de
doorbelastingsmethodiek voor de gemeentelijke bijdrage.
GR Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Brabant Zuidoost te Helmond
In stand houden van de GGD om daarmee de gezondheid van de
bevolking en preventie van ziekten te bevorderen, alsmede snelle
interventies op het gebied van gezondheid te verzorgen.
Gemeenschappelijke behartiging van de belangen van de
Doel en openbaar belang
deelnemende gemeenten en uitvoering van de wettelijke gemeentelijke
taken op het gebied van de (openbare) gezondheid(szorg).
Financiering o.b.v. bijdrage deelnemende gemeenten, bijdragen
ziektekostenverzekeraars, ambulancehulpverlening en bijdragen
particulieren.
De gemeente kan profiteren van de professionele kennis en
voorzieningen welke de GGD bezit en door de gemeente niet
zelfstandig in stand gehouden kunnen worden. Tevens wordt door de
Visie op de verbonden partij samenwerking met de regiogemeenten een schaalgrootte bereikt die
en verwacht resultaat
een efficiënte en effectieve aanpak mogelijk maakt tegen zo laag
mogelijke kosten.
Een positieve bijdrage aan de gezondheid van de inwoners van onze
gemeente en uitvoering van tal van wettelijke taken.
Met de GGD zijn nieuwe afspraken gemaakt over de wijze van
indexering van het beschikbaar te stellen budget. Tot voor enkele jaren
werd daar de zogenaamde Helmondse methode toegepast die uitgaat
van een index die opgebouwd is uit het gewogen gemiddelde van de
loon en prijs index van de voorgaande vier jaren. Vanaf 2012 wordt
gebruik gemaakt van het door het CPB berekende indexcijfer voor de
consumptieve overheidsbestedingen dat jaarlijks in maart bekend
Veranderingen en
wordt gemaakt. Deze index wordt dan toegepast voor zowel de
ontwikkelingen
personele als overige exploitatielasten waarbij geen nacalculatie meer
zal plaatsvinden.
Daarnaast is er op aangedrongen om in het kader van de
noodzakelijke bezuinigingen een vervolg in te zetten op het traject
waarbij de taken van de GGD opnieuw onder de loep genomen zullen
worden om tot nieuwe afspraken te komen over de invulling van zowel
de wettelijke taken als de door de individuele gemeenten afgenomen
contracttaken.
De door de gemeenten in 2010 voor het jaar 2012 opgelegde
bezuiniging van 10% werd deels ingevuld door efficiënter werken en
toepassen van het “nieuwe werken”. Deze bezuinigingen hebben
geleid tot frictiekosten die in enkele jaren moeten worden
Risico’s
teruggebracht.
Verder zijn de kosten van de nieuwe huisvesting in de “Witte Dame” te
Eindhoven binnen het totale budget gebleven. Door de verkoop van
het pand de Callenburg in Helmond wordt een positief saldo verwacht
dat dan aan de reserves zal worden toegevoegd en deels aan de
142
gemeenten toe zal komen.
Afbreukrisico van geen
deelname
Alternatieven voor geen
deelname
Relatie met programma
Bestuurlijke betrokkenheid
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Frequentie van
terugkoppeling naar de raad
Financieel belang
Geen behartiging van onze belangen op dit gebied en niet kunnen
voldoen aan wettelijke verplichtingen waaronder het in stand houden
van een GGD.
Het zoeken naar andere instanties die uitvoering kunnen geven aan
onze wettelijke taken op het gebied van openbare gezondheidszorg.
Volledig afzien van geen deelname is geen reële optie i.v.m.de in de
Wet Publieke Gezondheid opgenomen eis dat de gemeente een GGD
in stand moet houden.
Programma 3: Werk (participatie), Zorg & Jeugd.
De volgende gemeenten behoren tot het werkgebied van de GGD
Brabant Zuidoost: Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne,
Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende,
Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren,
Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
In dit gebied wonen ca. 750.000 mensen.
Algemeen bestuur: lid: P. Weijmans (wethouder). Wegens ziekte
vervanging door M.J. Houben (burgemeester).
Er vindt in ieder geval terugkoppeling plaats bij de vaststelling van de
begroting en wijzigingen daarvan en verder incidenteel als onze
vertegenwoordiger bij de GGD dit wenselijk acht.
Gemeentelijke bijdrage per inwoner
inclusief bijdrage sociaal plan
reorganisatie.
2014
Vermogenspositie en
resultaat boekjaar
Eigen vermogen
2015
2016
341.135
359.566
2015
2016
prognose
prognose
2.300.000
2.122.000
2.168.000
Vreemd vermogen
12.600.000
12.715.000
12.545.000
Resultaat boekjaar
138.000
nihil
nihil
Stichting Bureau Inkoop- en aanbestedingen Zuidoost Brabant (BIZOB) te Oirschot
Doel en openbaar belang
Inkoopuitgaven maken een zeer groot deel uit van de jaarlijkse
begroting. Door samenwerking kunnen gemeenten hun inkoop
professionaliseren. Daarnaast vertaalt de kwaliteit van inkoop zich
direct in de kwaliteit van producten, diensten en werken. Integer en
efficiënt inkopen heeft een positieve uitstraling naar inwoners, het
bedrijfsleven en de eigen medewerkers. Goed ingerichte
inkoopprocessen vergroten het vertrouwen van de samenleving in de
manier waarop gemeenschapsgeld wordt besteed.
143
Visie op de verbonden partij
en verwacht resultaat
De Aanbestedingswet 2012 (Aw 2012) laat voldoende ruimte over om
eigen beleid te voeren op het gebied van inkopen en aanbesteden. Het
inkoop- en aanbestedingsbeleid waarborgt de naleving van wet- en
regelgeving, een doelmatige inkoop en bestuurlijke integriteit. Het
inkoopbeleid gaat uit van de algemene beginselen van behoorlijk
bestuur: openheid, objectiviteit en zorgvuldigheid. Door gebruik te
maken van objectieve voorwaarden, kunnen gemeenten de keuze voor
een leverancier verantwoorden. Deze helderheid biedt ook voordelen
voor ondernemers, die weten waar ze aan toe zijn.
Veranderingen en
ontwikkelingen
De Aw 2012, die in werking is getreden op 1 april 2013, vormt samen
met het Aanbestedingsbesluit en de Gids Proportionaliteit het wettelijk
kader voor alle inkopen en aanbestedingen, ook onder de Europese
aanbestedingsdrempels. Daarnaast bestaan er nog een aantal
aanvullende regelingen, zoals het ARW 2012 (Aanbestedingsreglement
Werken), de Richtsnoeren voor Leveringen en Diensten en de
Klachtenregeling. Bij of krachtens de Aw 2012 worden een aantal
zaken geregeld die nieuw zijn ten opzichte van eerdere regelgeving. De
belangrijkste wijzigingen zijn de tot dwingend rechtelijke bepalingen
verheven eisen over proportionaliteit, aan inschrijvingen en aan
contractvoorwaarden, de bepalingen over niet-samenvoegen en
verplicht splitsen van opdrachten en de bepalingen die betrekking
hebben op het beperken van de kosten van het deelnemen aan een
aanbesteding.
Risico’s
Afbreukrisico van geen
deelname
Alternatieven voor geen
deelname
Door deel te nemen aan BIZOB wordt het risico op juridische
procedures door onjuiste inkoop- en aanbestedingstrajecten verkleind.
De aansluiting bij BIZOB is een keuze voor continuïteit in
organisatorische en personele zin voor de invulling van de
inkoopfunctie. Naast het mislopen van de mogelijk gunstigere prijzen
en/of hogere kwaliteit, ligt er een afbreukrisico op gebied van
efficiencyverbetering, rechtmatigheid en een versterking van de
expertise.
In plaats van aansluiting bij BIZOB kan ook gekozen worden voor het
volledig intern invullen van de inkoopfunctie. Daarnaast kan een
commercieel inkoopbureau worden ingehuurd om gelijksoortige
ondersteuning te bieden.
Relatie met programma
Afhankelijk van op welk gebied er inkoop- en aanbestedingstrajecten
lopen heeft BIZOB betrekking op alle programma’s.
Bestuurlijke betrokkenheid
Naast de gemeente Nuenen zijn nog 21 andere gemeenten en 3
samenwerkingsverbanden in de regio verbonden aan de stichting.
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Algemeen bestuur: lid: N. Scheltens (gemeentesecretaris) en P.
Weijmans (wethouder).
Frequentie van
terugkoppeling naar de raad
Terugkoppeling vindt plaats richting college.
Financieel belang
Vermogenspositie en
resultaat boekjaar
Gebaseerd op het aantal afgenomen
dagen.
2015 en 2016: 5 dagen x 42 weken.
x voorlopig bedrag van € 540,-.per
dag.
2014
Eigen vermogen
1.314.742
Vreemd vermogen
323.831
Resultaat boekjaar
591.595
144
2015
2016
113.400
113.400
2015
2016
Niet bekend
Niet bekend
NV Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag
Doel en openbaar belang
De BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor
het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag
houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de
inwoners.
De BNG Bank biedt een compleet pakket van financiële diensten met
faciliteiten voor elektronisch betalingsverkeer, rekening-courant,
Visie op de verbonden partij financieren en beleggen, treasury en aanvullende adviesdiensten. De
en verwacht resultaat
organisatie is gebaseerd op korte lijnen en centrale bundeling van
kennis, zodat er altijd snel en adequaat oplossingen kunnen worden
aangedragen voor alle bankzaken.
De strategie van de BNG Bank is met de klant mee te bewegen. Dit
wordt gedaan door met diensten op maat in te spelen op de
Veranderingen en
veranderende behoeften van de klanten. De financiële diensten
ontwikkelingen
omvatten kredietverlening, advies, betalingsverkeer, elektronisch
bankieren en vermogensbeheer en gebiedsontwikkeling De BNG Bank
participeert ook in publiek-private samenwerking.
De BNG Bank is na de Staat een van de grootste emittenten van
Nederland. Het door de bank uitgegeven schuldpapier heeft een credit
Risico’s
rating AAA van Moody’s, en AA+ van Standard & Poor’s en AA+ van
Fitch.
Afbreukrisico van geen
n.v.t.
deelname
Alternatieven voor geen
n.v.t.
deelname
Relatie met programma
Programma 8: Financiën & Belastingen;
Paragraaf Treasury en financiering.
Bestuurlijke betrokkenheid
De aandeelhouders hebben zeggenschap in BNG Bank via het
stemrecht op de aandelen die zij bezitten (een stem per aandeel).
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Als aandeelhouder: J. Pernot (wethouder).
Frequentie van
Bijzondere ontwikkelingen worden via rapportages teruggekoppeld.
terugkoppeling naar de raad
De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in
handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap.
Gemeente Nuenen bezit 1.755 aandelen à € 2,50 zijnde in totaal
€ 4.388,-.
De dividenduitkering is afhankelijk van de resultaten. Hierbij streeft de
BNG Bank niet naar een maximaal, maar naar een redelijk rendement
op het eigen vermogen.
Gezien de aanhoudende onzekerheden acht de bank het niet
Financieel belang
verantwoord een uitspraak te doen over de verwachte nettowinst 2015.
Het dividend wordt jaarlijks uitgekeerd
2015
2016
en heeft betrekking op het
voorafgaande boekjaar.
Gemiddeld begroot bedrag voor de
1.000
2.600
gemeente Nuenen was altijd € 5.200,bij 50% pay-out van de nettowinst en
is nu bij 25% verlaagd naar € 2.600,-.
2014
2015
2016
Vermogenspositie en
resultaat boekjaar
Niet bekend
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
3.582.000.000
149.891.000.000
145
Niet bekend
Resultaat boekjaar
126.000.000
GR Dienst Dommelvallei te Mierlo
Dienst Dommelvallei is het samenwerkingsverband van de gemeenten
Geldrop-Mierlo, Nuenen en Son en Breugel. In deze dienst zijn de
bedrijfsvoeringstaken financiën, belastingen, personeel & organisatie,
Doel en openbaar belang
informatievoorziening en planning en control voor de drie gemeenten
ondergebracht. Daarnaast hebben de gemeenten Son en Breugel en
Nuenen de taken met betrekking tot werk en inkomen en
dienstverlening in Dienst Dommelvallei ondergebracht.
Visie op de verbonden partij
en verwacht resultaat
Veranderingen en
ontwikkelingen
Risico’s
Afbreukrisico van geen
deelname
Alternatieven voor geen
deelname
Relatie met programma
Bestuurlijke betrokkenheid
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Frequentie van
terugkoppeling naar de raad
Financieel belang
Bij de vorming van Dienst Dommelvallei is aangegeven dat de dienst
moet leiden tot: meer kwaliteit, minder kwetsbaarheid, minder kosten
en goed werkgeverschap.
Dienst Dommelvallei stimuleert de samenwerking met en tussen de
deelnemende gemeenten. Uitgangspunt is dat met de huidige
collegiale houding van de partners er op diverse terreinen harmonisatie
afspraken gemaakt worden. Bij harmonisatiewensen en nieuwe
ontwikkelingen wordt in een zo vroeg mogelijk stadium gezamenlijk
afgestemd binnen de structurele overlegvormen tussen
portefeuillehouders, gemeentesecretarissen en managementteams.
Het jaar 2016 staat onder andere in het teken van de uitkomsten en
uitwerking van de Evaluatie Dienst Dommelvallei 2014-2016. Eind
2015 wordt gestart met de evaluatie van de eerste twee operationele
jaren. Aan de hand van de evaluatie wordt bestuurlijk besloten of en op
welke terreinen de dienst zal verbreden of verdiepen.
Te hoge verwachtingen en te snel resultaat willen zien. Dienst
Dommelvallei zal de tijd moeten krijgen om zichzelf te bewijzen.
Daarbij zal een balans gezocht moeten worden tussen enerzijds
dienstverlening aan de individuele deelnemers en efficiency en
kwaliteit aan het totaal anderzijds.
Bij geen deelname kunnen geen resultaten van de samenwerking
behaald worden.
De werkzaamheden weer zelf als gemeente oppakken of in andere
verbanden samenwerkingsmogelijkheden gaan zoeken.
Programma 1: Bestuur, Samenwerking & Dienstverlening.
Dienst Dommelvallei is een samenwerkingsverband van GeldropMierlo, Nuenen c.a. en Son en Breugel.
Het Algemeen Bestuur (AB) bestaat uit drie leden per college van de
deelnemers. M.J. Houben (burgemeester), P. Weijmans (wethouder),
J. Pernot (wethouder) namens Nuenen.
Het AB wijst uit zijn midden een voorzitter, die tevens voorzitter is van
het Dagelijks Bestuur (DB). Het DB bestaat uit de voorzitter, een
collegelid uit het AB per deelnemer en de gemeentesecretarissen van
de deelnemers.
Jaarlijks wordt de begroting van de Dienst Dommelvallei ter zienswijze
aan de gemeenteraden voorgelegd. De jaarrekening wordt jaarlijks ter
kennisname naar de deelnemers gezonden.
2014
2015
2016
Gemeentelijke
bijdrage
4.263.466
146
4.541.709
4.607.025
Vermogenspositie en
resultaat boekjaar
Het behaalde resultaat wordt via de afgesproken verdeelsleutel
verrekend met de drie gemeenten. Mede dankzij het kostenbewust en
efficiënt werken is in 2014 het aanzienlijk positief rekeningresultaat van
€ 778.635,- tot stand gekomen. Voor Nuenen is de restitutie
€ 256.750,- waarvan € 51.275,- gereserveerd wordt bij de Dienst
Dommelvallei voor Personeel en Organisatie en € 63.893,- bij de
gemeente Nuenen voor I&A.
GR Werkvoorziening de Dommel (WSD) te Boxtel
Afbreukrisico van geen
deelname
De WSD heeft tot doel de uitvoering van de Wet sociale
werkvoorziening (WSW). Ter realisering van deze doelstelling draagt
zij ook zorg voor de re-integratie van mensen met een grote afstand tot
de arbeidsmarkt voor gemeentelijke opdrachtgevers.
Naast de uitvoering van de WSW voert WSD ook voor gemeenten reintegratietrajecten uit voor de Participatiewet.
WSD draait structureel met een positief financieel resultaat. Dit
betekent dat de deelnemende gemeenten slechts een kleine
gemeentelijke bijdrage (bestuurskosten) hoeven te betalen om de
exploitatie sluitend te krijgen.
De WSD is een uitvoeringsorganisatie van de WSW en kan voor alle
inwoners met een grote achterstand op de arbeidsmarkt een rol
vervullen.
De WSW is per 1-1-2015 opgehouden te bestaan (er vindt geen
nieuwe instroom plaats). De zittende doelgroep blijft gebruik maken
van de WSW. Er vindt gemiddeld jaarlijks 6% uitstroom plaats van de
doelgroep.
De WSD zal een meerjarenbegroting moeten gaan opstellen die uit
blijft gaan van een positief financieel resultaat. Mocht dit niet lukken
dan liggen de financiële gevolgen hiervan bij de deelnemende
gemeenten.
Hoog (bestuurlijk maar ook financieel als je in deze fase zou besluiten
om niet meer te deel te nemen aan de gemeenschappelijke regeling).
Alternatieven voor geen
deelname
Aansluiten bij andere gemeenschappelijke regeling of inkoop van
diensten.
Relatie met programma
Programma 3: Werk (participatie), Zorg & Jeugd.
Bestuurlijke betrokkenheid
Naast de gemeente Nuenen c.a. nemen nog 10 andere gemeenten in
de regio deel in de gemeenschappelijke regeling.
Doel en openbaar belang
Visie op de verbonden partij
en verwacht resultaat
Veranderingen en
ontwikkelingen
Risico’s
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Frequentie van
terugkoppeling naar de raad
Algemeen bestuur: lid: P. Weijmans (wethouder), plv M. Jansen
(wethouder) en C.W. van Werkum (raadslid) plv. G.M. Scholder
(raadslid).
Bestuurlijke vertegenwoordiging koppelt terug aan de raad en in de
financiële cyclus van de gemeente (begroting, jaarrekening en
bestuurlijke rapportages) wordt hierover een terugkoppeling gegeven.
Naast de bestuurskosten zijn er nog kosten voor 75,54 geplaatste
werknemers omgerekend naar 36 uur per week. Voor een groot deel
wordt hiervoor ook een bijdrage van het Rijk ontvangen.
Financieel belang
Bestuurskosten
2014
Vermogenspositie en
resultaat boekjaar
147
2015
2016
8.737
8.818
2015
2016
prognose
prognose
Eigen vermogen
22.772.000
23.872.000
24.972.000
Vreemd vermogen
4.634.000
4.634.000
4.634.000
Resultaat boekjaar
3.966.000
1.100.000
1.100.000
NV Brabant Water te Den Bosch
Brabant Water is het drinkwaterbedrijf dat aan 2,5 miljoen inwoners en
bedrijven in Noord-Brabant drinkwater levert en ervoor zorgt dat de
klanten altijd en overal in Brabant kunnen rekenen op zuiver en veilig
drinkwater. Een verantwoordelijke taak, waarnaar gehandeld wordt.
Doel en openbaar belang
Brabant Water streeft niet naar winst, maar wel naar de beste kwaliteit
en dienstverlening.
Brabant Water biedt naast drinkwater ook water op maat en
gespecialiseerde diensten en advies aan.
Brabant Water is als drinkwaterbedrijf primair verantwoordelijk voor het
Visie op de verbonden partij waarborgen van de continuïteit van de waterlevering in haar
en verwacht resultaat
voorzieningsgebied en de kwaliteit en druk van het geleverde
drinkwater.
Brabant Water levert water uit de beste bronnen en doet er daarbij
alles aan om dat ook voor de toekomst veilig te stellen door goed te
Veranderingen en
zorgen voor de waterwingebieden. Er wordt gewerkt met moderne
ontwikkelingen
techniek en actieve zorg voor de omgeving. Belangrijke thema’s
daarbij zijn duurzaamheid, gezondheid en veiligheid.
Risico’s
n.v.t.
Afbreukrisico van geen
n.v.t.
deelname
Alternatieven voor geen
n.v.t.
deelname
Relatie met programma
n.v.t.
Bestuurlijke betrokkenheid
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Frequentie van
terugkoppeling naar de raad
Financieel belang
n.v.t.
Als aandeelhouder: M.J. Houben (burgemeester).
Geen terugkoppeling.
De gemeente heeft een belang in Brabant Water N.V. van 22.246
aandelen à € 0,10 (totaal € 2.224,60).
2014
Vermogenspositie en
resultaat boekjaar
Eigen vermogen
483.813.000
Vreemd vermogen
415.793.000
Resultaat boekjaar
30.071.000
148
2015
2016
Niet bekend
Niet bekend
Stichting Peelnetwerk te Helmond
Het Bestuurlijk platform Peelnetwerk is een stichting waarin op 1 juli
2012 de Reconstructiecommissie De Peel en het Streekplatform De Peel
zijn opgegaan. Deze nieuwe organisatie richt zicht voor de gehele
Peelregio (Helmond, Nuenen, Laarbeek, Gemert-Bakel, Deurne, Asten,
Someren en Geldrop-Mierlo) op de verbetering en versnelling van de
uitvoering van het beleid op geselecteerde thema’s, zoals ‘versterken en
verduurzamen landbouw’’, professionaliseren en profileren
Doel en openbaar belang
vrijetijdssector’, ‘versterken MKB’, ‘cultuurhistorie en ontwikkelen
Peelidentiteit’, ‘robuuste natuur en aantrekkelijke landschap’, ‘natuurlijk
watersysteem en ‘behoud vitale kernen en leefbare groene ruimte’.
Centraal staat de versterking en verbreding van het gebiedsnetwerk en
het per onderwerp of project werken in flexibele structuren. Een
kernteam fungeert hierbij als aanjager en verbinden, terwijl het
bestuurlijk platform stimuleert en de voortgang bewaakt.
Versterken van de synergie tussen economie en quality of life
(ambitiedocument ‘Vitale Groene Ruimte de Peel’).
Profiteren van samenwerking op genoemde gebieden. Wel is het de
afgelopen jaren gebleken dat deelname aan het Peelnetwerk op minder
Visie op de verbonden
draagvlak kan rekenen (de problematiek in het buitengebied van de
partij en verwacht resultaat gemeentes als Deurne, Asten en Gemert-Bakel is wezenlijk anders dan
in Nuenen en Geldrop-Mierlo) en dat Nuenen en Geldrop-Mierlo meer
aansluiting heeft met het Rijk van Dommel en Aa. Ook de nieuwe rol van
de SRE en de ODZOB en de toegevoegde waarde ervan is momenteel
nog onduidelijk.
Veranderingen en
ontwikkelingen
Risico’s
Afbreukrisico van geen
deelname
Alternatieven voor geen
deelname
Aan de streekrekening heeft Nuenen niet deelgenomen, maar deze is
definitief beëindigd. Voor de komende jaren is alleen een structurele
bijdrage voorzien aan ondersteuning van het Peelnetwerk van € 12.500
op jaarbasis (tot juli 2016).
Het SRE heeft haar bijdrage aan het programma VTE/GEO stopgezet.
Er ligt nu een verzoek bij de gemeenten om € 0,40 per inwoner bij te
dragen. De contractuele verplichtingen van het SRE kunnen ook
overgaan naar de MRE. Hierover is nog geen duidelijkheid.
Een extra uitgave van € 0,40 per inwoner voor het inhuren van de
ODZOB voor de GEO/VTE taken.
Voor Nuenen is dit voor 2014 € 4.600,-, voor 2015 € 9.200,- en voor
2016 € 4.600,-. Het college heeft besloten deze bijdrage niet te betalen
omdat het SRE contractueel verplicht is om deze bijdrage te blijven
betalen.
Voor 1 juli 2016 moet er een besluit vallen of wij de huidige
overeenkomst met het Peelnetwerk verlengen of dat wij aansluiting
zoeken bij een andere overkoepelende partij. Dit wordt een natuurlijk
ijkmoment om de bestuurlijke samenwerking in de regio te
heroverwegen.
Dit is nu nog niet geheel duidelijk, maar het Rijk van Dommel en Aa zou
een logische samenwerking kunnen zijn. Inmiddels spelen ook andere
ontwikkelingen, zoals Peel 6.1./6.2, MRE of andere
samenwerkingsverbanden in het stedelijk gebied rondom Eindhoven
waar wij ons bij zouden kunnen aansluiten.
Relatie met programma
Programma 6: Ruimtelijk beheer, Milieu & Verkeer;
Programma 7: Economie, Toerisme & Recreatie.
Bestuurlijke betrokkenheid
Gemeenten: Deurne, Asten, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek,
Nuenen, Someren, Brainport Development, DLG, Waterschap Aa en
Maas, SAS, Top Brabant, Waterschap de Dommel, ZLTO, de Groene
Campus, Provincie Noord Brabant, MKB Nederland, Rabobank, KVO,
BZW, Vereniging Kleine Kernen Noord Brabant.
149
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Frequentie van
terugkoppeling naar de
raad
Financieel belang
Wethouder Jansen heeft zitting in het Peelnetwerk. Burgemeester
Houben is bestuurlijk opdrachtgever Rijk van Dommel en Aa vanuit de
stuurgroep Brainport-Oost.
Informatievoorziening over mogelijke projecten. Ook zal de Raad te
zijner tijd een keuze moeten maken welke vorm van regionale
samenwerking het meest gewenst is.
2015
2016
Deelname aan het Peelnetwerk
2014
Vermogenspositie en
resultaat boekjaar
Eigen vermogen
222.073
Vreemd vermogen
482.644
Resultaat boekjaar
59.211
12.500
12.500
2015
2016
Niet bekend
Niet bekend
GR Reiniging Blink te Helmond
Doel en openbaar belang
Visie op de verbonden partij
en verwacht resultaat
Veranderingen en
ontwikkelingen
Risico’s
Afbreukrisico van geen
deelname
Het doelmatig uitvoeren van de afvalinzameling en de reinigingstaken
die bij wet, in het bijzonder de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet
milieubeheer, aan de gemeente zijn opgedragen en/of voortvloeien uit
de aan de gemeente op grond van de Gemeentewet toevertrouwde
zorg voor de eigen huishouding, binnen de kaders van het publiekrecht
en in samenwerking met een privaatrechtelijke rechtspersoon.
Actieve bijdrage aan de lokale vertolking van het landelijk beleid inzake
preventie van huishoudelijk afval conform het vigerende Landelijk
Afvalbeheerplan (LAP), met in acht neming van lokale accenten.
Verzekeren van de openbare dienstverlening wat betreft hoogwaardige
inzameling en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen, met
inbegrip van de uitvoering van reinigingstaken, dit alles binnen de
grenzen van haar werkgebied.
Zorgdragen voor alle aanverwante activiteiten, zoals sortering,
hergebruik en/of nuttige toepassing dan wel recycling van de
huishoudelijke afval-/reststromen.
Belangrijk is dat de samenwerking zonder winstoogmerk de
kernactiviteiten met betrekking tot huishoudelijke afvalstoffen efficiënt
en effectief worden uitgevoerd, zoals eerder omschreven, t.w.
preventie en projectbeheer, inzameling, reiniging, sortering en
overslag, afzet en commercialisatie alsmede implementatie beheersen controlesystemen in naam en voor rekening van de bij BLINK
aangesloten gemeenten en eventueel later aangesloten publieke
partijen.
Houdbaarheid van de gemeenschappelijke regeling in de huidige vorm
(d.w.z. met een private partij als deelnemer) volgens de nieuwe wet
gemeenschappelijke regelingen.
Risico van beëindiging van deelname in BLINK door een of meerdere
deelnemers.
Financieel risico voor deelnemers vanwege het ontbreken van eigen
vermogen.
Zelfstandige uittreding betekent schadeloos stellen van andere
deelnemers.
Aanbesteding en samenwerking met een andere afvalinzamelaar leidt
tot veel minder flexibiliteit en minder invloed op de dagelijkse
bedrijfsvoering.
150
Alternatieven voor geen
deelname
Relatie met programma
Bestuurlijke betrokkenheid
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Frequentie van
terugkoppeling naar de raad
Aanbesteding van de taken die betrekking hebben op huishoudelijke
afvalstoffen en reiniging van verhardingen.
Deelname in een andere GR constructie zoals Cure (de
gemeenschappelijke regeling van gemeente Eindhoven, Valkenswaard
en Geldrop-Mierlo).
Programma 5: Wonen & Leefomgeving;
Programma 6: Ruimtelijk beheer, Milieu & Verkeer.
Naast onze gemeente nemen, naast de directie van Sita
Gemeentelijke Dienstverlening BV, nog zes andere gemeenten in de
regio deel in de gemeenschappelijke regeling.
Algemeen bestuur: lid: H. Pero (wethouder) plv. P. Weijmans
(wethouder).
Bij het vaststellen van de Begroting BLINK;
Bij wijzigingen van de gemeenschappelijke regeling;
Bij toetreding van nieuwe gemeenten;
3-jaarlijkse evaluatie van BLINK.
2015
2016
887.155
887.155
Financieel belang
Kosten t.b.v. inhuur voertuigen,
personeelslasten, overige
bedrijfslasten en extra taken.
Vermogenspositie en
resultaat boekjaar
De GR Blink beschikt niet over een eigen vermogen en de risico’s
worden opgevangen door de deelnemende partijen. De resultaten voor
de deelnemers worden jaarlijks afzonderlijk afgewikkeld.
151
2.3.7. GRONDBELEID
Algemeen
Het grondbeleid en de grondexploitatie hebben een belangrijke invloed op -en samenhang met- de
realisatie van de andere beleidsprogramma's van een gemeente. Daarnaast hebben het grondbeleid
en de grondexploitatie een grote financiële impact op de algehele financiële huishouding van de
gemeente. De eventuele financiële kansen en risico's zijn van belang voor de algemene financiële- en
reservepositie van de gemeente.
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens de achtergronden en algemene randvoorwaarden,
aandachtspunten, uitgangspunten, kanttekeningen en risico’s van het grondbeleid en de
grondexploitaties van de gemeente Nuenen c.a. aan de orde.
Raadsbesluiten
De basis voor het huidige gemeentelijke grondbeleid en de grondexploitaties is gelegd in de Nota
Grondbeleid 2005 en de Nota Grondbeleid 2012. Daarnaast zijn de raadsbesluiten van
“Ruimtebalans naar Masterplan” en “Prioritering projecten en grondexploitatie” uit 2005 relevant
geweest voor de huidige grondexploitaties. Tenslotte zijn vanaf 2006 tot en met heden diverse
raadsbesluiten genomen (herijkingen grondexploitaties, jaarrekeningen, begrotingen, risico-analyses,
etc.), die van invloed zijn op de huidige actuele stand van het grondbeleid en grondexploitaties. De
meest recente raadsbesluiten in dit kader zijn:
•
Raadsbesluit november 2014 “vaststelling begroting 2015”;
•
Raadsbesluit juni 2014 ”vaststelling jaarrekening 2014”.
•
Raadsbesluit maart 2015 “stelselwijziging afdrachten aan bestemmingsreserves”;
In de Kadernota 2012 is besloten om jaarlijks bij het opstellen van de jaarrekening de
grondexploitaties te herzien. Ingeval sprake is van grote tussentijdse wijzigingen wordt de raad
hierover geïnformeerd c.q. wordt een voorstel met begrotingswijziging voorgelegd.
In de Kadernota 2015 hebben wij aangekondigd om de rekenrente vanaf 1-1-2016 van 4% per jaar
naar 2,5% per jaar te verlagen. In deze begroting hebben we dat voorstel concreet gemaakt. In de
jaarrekening 2015 zal deze rekenrente in de grondexploitaties worden opgenomen. De financiele
consequenties van deze renteverlaging in de grondexploitaties is elders in deze begroting
aangegeven.
Bij deze begroting 2016 zijn met betrekking tot de overige uitgangspunten de grondexploitaties niet
herzien ten opzichte van de grondexploitaties behorende bij de jaarrekening 2014. Uiteraard worden in
de jaarrekening 2015 ook deze overige uitgangspunten van de grondexploitaties herzien t.o.v. de
jaarrekening 2014. De eerstvolgende herziening –bij de jaarrekening 2015- kan van invloed zijn op de
algemene reserve bouwgrond, de totale woningbouwplanning, de fondsen en de bestedingsplannen
van deze fondsen.
152
Onderzoeken
In 2013 / 2014 is door Kafi Integrity een onderzoek naar een integriteitsvraagstuk gedaan en medio
2014 is het betreffende rapport uitgebracht. Dit is voor de gemeente aanleiding geweest om aangifte
te doen. De verwachting is de Rijksrecherche in de tweede helft van 2015 haar onderzoek zal
afronden. De financiële effecten van verwervingen zijn doorgerekend in de grondexploitaties. De
bevindingen in het onderzoek van Hekkelman en Kafi Integrity geven geen aanleiding om op dit
moment de grondexploitaties te herzien.
Bestemmingsreserves
De bestedingsplannen voor de bestemmingsreserves bovenwijkse voorzieningen, sociale
volkshuisvesting, parkmanagement en groen voor rood zijn gereed. In maart 2014 is tevens door de
raad een “stelselwijziging” vastgesteld voor de stortingen in deze reserves vanuit de diverse projecten.
Voor meer toelichting en achtergrond wordt verwezen naar dit raadsbesluit.
Bovenwijkse voorzieningen
Het saldo van de bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen bedraagt per 31 december 2014
afgerond € 2.206.208,-.
Met de stortingen (vanuit de diverse projecten) en rente groeit de reserve in de komende jaren. De
bestedingen van deze bestemmingsreserve zijn bovenwijkse voorzieningen, welke volgen en
“veroorzaakt” worden door de uitvoering van de (woningbouw)projecten, te kunnen realiseren. De
belangrijkste investering, die de aankomende jaren in dit kader wordt gerealiseerd, is de aanpassing
en realisatie van de HOVII-Europalaan.
Sociale volkshuisvesting
Het saldo van de bestemmingsreserve sociale volkshuisvesting bedraagt per 31 december 2014
afgerond € 24.156,-.
Met de stortingen (vanuit de diverse projecten) en rente groeit de reserve in de komende jaren. De
bestedingen van deze bestemmingsreserve zijn projecten, waarin sociale woningbouw wordt
gerealiseerd. Deze reserve stimuleert de realisatie van deze typen woningen.
Parkmanagement
Het saldo van de bestemmingsreserve parkmanagement bedraagt per 31 december 2014 afgerond
€ 357.532,-.
Met de stortingen vanuit de ontwikkelingsprojecten van bedrijventerreinen en rente groeit ook deze
reserve in de komende jaren. De bestedingen van deze bestemmingsreserve zijn om bv.
parkmanagement op Eeneind II Zuid mogelijk te maken. Deze reserve heeft het doel om de kwaliteit
en leefbaarheid van de Nuenense bedrijventerreinen in stand te houden en te verbeteren.
Groen voor rood
Het saldo van de bestemmingsreserve groen voor rood bedraagt per 31 december 2014 afgerond
€ 654.617,-.
Met de stortingen van het project Nuenen West (bijdrage van Nuenen West BV) en de rente blijft deze
reserve in de aankomende jaren op nagenoeg hetzelfde peil. De bestedingen van deze
bestemmingsreserve zijn gericht op het verbeteren van het Dommeldal, dat als gevolg van de
woningbouwontwikkeling Nuenen West een kwaliteitsimpuls verdient en dient te verkrijgen.
153
Financiële uitgangspunten: Besluit Begroting en Verantwoording
Conform de verslagleggingsvoorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en
gemeenten (BBV) worden, op de balansdatum, voorzieningen gevormd voor bestaande risico’s van te
verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten (art. 44, lid
1b). Deze voorschriften zijn ook van toepassing op grondexploitaties en projecten.
De grondexploitaties en projecten zijn ingedeeld conform het BBV. Er is een onderscheid gemaakt in
BIE (Bouwgrond In Exploitatie) en NIEGG-projecten (Niet In Exploitatie Genomen Gronden).
BIE (Bouwgrond In Exploitatie)
Het betreft hier een (door de Raad vastgestelde) grondexploitatie in uitvoering. Het begrip is van
belang voor de wijze waarop de grond wordt beoordeeld en opgenomen in de financiële administratie.
Vervaardigingskosten van bouwrijp en woonrijp maken van de locatie worden geactiveerd ofwel
bijgeschreven op het balansactief. Activering van de gemaakte kosten is acceptabel omdat
grondexploitatie geen éénjarig proces is. Is er sprake van een gepland tekort dan wordt dat verlies
onmiddellijk genomen in de vorm van een voorziening. Is er echter sprake van een gepland overschot
dan wordt het resultaat gewoonlijk genomen (tussentijdse winstneming) voor zover dat met voldoende
zekerheid gerealiseerd is of bij voortdurende onzekerheid pas geheel aan het einde van het proces en
bij afsluiting van de grondexploitatie(winstneming).
NIEGG (Niet In Exploitatie Genomen Gronden)
Niet in exploitatie genomen (bouw)grond (NIEGG) is meestal anticiperend of strategisch aangekocht.
Er is dan nog geen grondexploitatiebegroting, maar deze (bouw)grond past wel in gedachten
(verwachtingen) over ontwikkeling voor gemeentelijke bebouwingsuitbreiding. Voor deze grond moet
een reëel en stellig voornemen bestaan dat deze in de nabije toekomst zal worden ontwikkeld en
bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit, gezien de budgettaire gevolgen
(op middellange termijn). In dit besluit dient de raad inhoud te hebben gegeven aan ambitie en
planperiode. De commissie BBV verbindt geen vormvereisten aan dit besluit. NIEGG bevindt zich dan
als het ware op de startlijn van de “vervaardigingsfase” vanwege de intenties met de grond. Ontbreekt
het raadsbesluit, dan heeft de grond niet de status van NIEGG maar voorraad grond- en hulpstoffen.
Verwachte resultaat grondexploitatie / project
Een grondexploitatie is geen statische, maar een dynamische berekening van verwachte kosten en
opbrengsten in combinatie met gerealiseerde kosten en opbrengsten. Het berekenen van een
resultaat van een grondexploitatie is geen exacte wetenschap en betreft een modellering van de
verwachte toekomstige situatie in het project.
Voor grondexploitaties en projecten met een negatief verwacht resultaat zijn en worden voorzieningen
gevormd. Ieder jaar wordt, bij de jaarrekening, de vereiste omvang van de voorzieningen en het
benodigde weerstandsvermogen bepaald. De voorziening voor een grondexploitatie / project met een
negatief verwacht resultaat wordt gevormd op basis van het resultaat op de dan geldende datum van
contante waarde.
Uiteraard zijn ook de grondexploitaties en projecten met positief verwachte resultaten “onder
voorbehoud” en kunnen voordat het project is afgerond nog niet worden besteedt. Deze positieve
154
resultaten, en eventuele tussentijdse winstnemingen, zijn onder andere afhankelijk van de te
realiseren verkopen van (bouwrijpe) grond.
Uit het oogpunt van doelmatigheid zal het college ernaar streven om uitgaven, bedrijfseconomisch
verantwoord, niet in een te vroeg stadium te doen en opbrengsten uit verkoop van bouwrijpe grond op
het juiste tijdstip te realiseren.
Daarnaast worden bij de jaarrekening jaarlijks de risicoanalyses uitgevoerd. Door het kwantificeren
van de belangrijkste kansen en risico’s bij de grotere projecten wordt het benodigde
weerstandsvermogen in beeld gebracht.
Door de slechte economische situatie was op de balansdatum 31 december 2014, een voorziening
verliesgevende complexen van € 19.573.000,- noodzakelijk. Een toename van ca. € 250.000,- ten
opzichte van de jaarrekening 2013.
Parameters en uitgangspunten grondexploitaties
Rentelasten en –baten in een grondexploitatie
Met ingang van 2013 wordt een gemeentelijke rekenrente gehanteerd van 4% per jaar. Het voorstel is
om deze vanaf 1-1-2016 te verlagen naar 2,5 %. De rente is van toepassing op alle uitgaven en
inkomsten en maakt zodoende een belangrijk onderdeel uit van de grondexploitaties.
De exacte effecten van de verlaging van deze rekenrente zullen bij de herziening van de
grondexploitaties in 2016 (in het kader van de jaarrekening 2015) voor alle projecten doorgerekend
worden. Het totale voordeel voor de grondexploitaties wordt thans becijferd op € 3,4 mln.
Grondprijsbeleid
De nota grondbeleid 2012-2018, die in juni 2012 door de raad is vastgesteld, bevatte diverse
wijzigingen in het grondprijsbeleid. Deze grondprijzen worden toegepast als kaders en voorwaarden
voor de gemeentelijke uitgifte van (bouwrijpe) grond in (nieuwe) grondexploitaties en projecten. Deze
grondprijzen worden jaarlijks bezien en indien nodig geactualiseerd (d.m.v. een nieuw vast te stellen
Kader Grondprijzen en Exploitatiebijdragen). Op dit moment gelden de onderstaande grondprijzen
voor de gemeente Nuenen c.a.:
•
•
•
•
•
m² bouwgrond vrije sector, residueel bepaald (met een minimum van € 350, - p/m² excl. btw)
m² bouwgrond sociale woningbouw € 250, - p/m² excl. btw
m² openbaar groen:
o restgroen: € 150, - p/m² excl. btw
o grond met bebouwingsmogelijkheden: residueel bepaald (met een minimum van
€ 350, - p/m² excl. btw)
m² bouwgrond bedrijventerrein zichtlocaties € 175, - p/m² excl. btw
m² bouwgrond bedrijventerrein regulier € 148, - p/m² excl. Btw
155
Waardering NIEGG
Over de NIEGG-projecten worden de kosten en de rente toegerekend tot aan de verwachte
marktwaarde. De verwachte marktwaarde is door de raad (bij raadsbesluit in maart 2013) bepaald op:
•
•
•
€ 150,- per m2 uitgeefbaar gebied voor vrije sector woningen,
€ 75,- per m2 uitgeefbaar gebied voor sociale sector woningen en
€ 45,- per m2 uitgeefbaar gebied voor industriegrond.
Wanneer de verwachte marktwaarde is bereikt, worden de rente en andere kosten direct ten laste
gebracht van de reguliere exploitatie van de gemeente.
Woningbouwprogrammering 2012-2029
Voor de woningbouwprogrammering is door de raad op 5 maart 2013 een planning vastgesteld voor
de periode van 2012-2029. De werkelijke productie volgt de markt. Inmiddels hebben de voortgang
van projecten en de marktontwikkelingen uiteraard geleid tot wijzigingen in de
woningbouwprogrammering en is dat de basis geweest voor de op te stellen grondexploitaties bij de
jaarrekening 2014. Bij de jaarrekening 2015 zal wederom een geactualiseerde woningbouwplanning
worden opgenomen in de grondexploitaties.
Op 13 februari 2014 is door de gemeenteraad de Sectorale Structuurvisie Wonen (Woonvisie) 20132020 vastgesteld. In deze Woonvisie is aangegeven hoe de gemeente wil omgaan met nieuwe trends,
wet- en regelgeving op het gebied van wonen. De gemeente houdt vast aan het bestaande
woningbouwprogramma en nieuwe projecten zijn alleen mogelijk wanneer aangetoond kan worden dat
deze projecten van volkshuisvestelijk belang zijn voor de gemeente.
Daarnaast wordt de bestaande woningvoorraad steeds belangrijker. Oude wijken worden aangepakt
en verbeterd. Verduurzaming van deze bestaande woningen wordt steeds belangrijker.
Met de woningbouwcorporaties moeten stevige afspraken worden gemaakt over het betaalbaar
houden van de (huur)woningen voor de sociale doelgroep in Nuenen.
e
Voor de planperiode van de 1 BOR t/m 2009 zijn 651 woningen gerealiseerd, 226 in de vrije sector en
425 in de sociale sector. Daarnaast zijn in de periode 2010 t/m 2013 nog ca. 250 woningen
gerealiseerd. Bij project Luistruik is een nieuwe fase (45 woningen in met name het segment vrije
sector huur) gestart. In project Nuenen-West is de bouw van start gegaan met bouwveld A, waar 87
woningen (waarvan 34% in het segment sociale huur) worden gerealiseerd.
156
Grondexploitaties
Prognoses
Bij raadsbesluit van de vaststelling van de jaarrekening 2014 zijn de prognoses per complex/project
voor de laatste maal vastgesteld. Zoals is afgesproken wordt eenmaal per jaar, bij het jaarverslag,
nagegaan of de vastgestelde prognoses inclusief de daaraan ten grondslag liggende calculaties nog
actueel zijn of moeten worden bijgesteld. Voor de overige wijzigingen zie de toelichtende tekst
onderaan deze tabellen.
In de volgende tabel zijn de resultaten van winstgevende en verlieslatende complexen getoond. De
winstgevende complexen en de geprognosticeerde winstneming is uiteraard onder voorbehoud van
bijvoorbeeld de daadwerkelijke realisatie van grondverkopen in de complexen. Met betrekking tot de
verlieslatende complexen wordt, tegen de contante waarde van het complex, direct een voorziening
gevormd.
157
A dm
nr
prjct
E xplo it a t ie o pze t v a s t t e s t e lle n in
La a t s t v a s t ge s t e lde e xplo it a t ie o pze t
A c t ue le R e a lis a t ie
J a a rre k e ning 2 0 14
v a s t ge s t e ld bij be gro t ing 2 0 15
t / m 2 0 14
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
N o g t e ne m e n
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
ko sten
o pbre ngs t e n
R e s ult a a t
R e s ult a a t
ko sten
o pbre ngs t e n
R e s ult a a t
ko sten
o pbre ngs t e n
R e s ult a a t
E indwa a rde
E indwa a rde
nr
B o uwgro nd In E xplo it a t ie ( B IE )
B .0404
4
19.304.545
-31.763.062
-12.458.517
-12.458.517
19.627.416
-31.523.007
-11.895.591
19.236.107
-20.888.774
-1.652.667
B .0406
5b
Luistruik
Emmastraat
438.431
-1.007.000
-568.569
-568.569
538.582
-955.200
-416.618
105.534
0
105.534
B .0406
5c
Wederikdreef
596.107
-877.500
-281.393
-281.393
413.807
-604.500
-190.693
52.591
0
52.591
B .0470
19
Eeneind II Zuid
10.297.562
-11.515.214
-1.217.652
-1.217.652
10.397.346
-11.082.907
-685.561
9.161.163
-7.821.348
1.339.815
B .0472
20
Eeneind West
23.184.247
-24.454.569
-1.270.322
-1.270.322
25.843.905
-26.445.656
-601.751
18.914.762
-961.517
17.953.245
B .0649
15
Nederwetten Esrand
4.772.004
-4.788.920
-16.916
-16.916
4.757.659
-4.754.987
2.672
4.314.162
-3.969.221
344.940
B .0764
26
Eeneind Oo st
2.991.003
-5.849.925
-2.858.922
-1.058.272
2.967.692
-5.755.125
-2.787.433
3.432.973
-3.582.487
-149.514
98.179
-147.179
-49.000
-49.000
-6.755
0
-6.755
98.179
-147.179
-49.000
6 1.6 8 2 .0 7 8
- 8 0 .4 0 3 .3 6 9
- 18 .7 2 1.2 9 1
- 16 .9 2 0 .6 4 1
6 4 .5 3 9 .6 5 2
- 8 1.12 1.3 8 2
- 16 .5 8 1.7 3 0
5 5 .3 15 .4 7 1
- 3 7 .3 7 0 .5 2 6
17 .9 4 4 .9 4 5
B 0599 /B .11.01
RB algemeen en Nazo rg
R e s ult a a t wins t ge v e nde pro je c t e n
E xplo it a t ie o pze t v a s t t e s t e lle n in
La a t s t v a s t ge s t e lde e xplo it a t ie o pze t
J a a rre k e ning 2 0 14
v a s t ge s t e ld bij be gro t ing 2 0 15
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
ko sten
o pbre ngs t e n
A c t ue le R e a lis a t ie
t / m 2 0 14
E xplo it a t ie
CW
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
E xplo it a t ie
R e s ult a a t
v e rlie s
ko sten
o pbre ngs t e n
R e s ult a a t
ko sten
o pbre ngs t e n
R e s ult a a t
E indwa a rde
V e rlie s la t e nde pro je c t e n binne n B IE
B .0432/B 0433
14
Nuenen West
B .0517
9
Ho ngerman (incl. M ijlpaal)
B .1003
39
Intratuin B erg
12 5 .8 9 5 .0 3 1
R e s ult a a t v e rlie s la t e nde pro je c t e n
120.499.238
-88.083.351
32.415.888
18.719.299
103.393.981
-73.315.268
5.395.793
-4.272.952
1.122.841
2.970.524
-2.970.524
0
- 9 2 .3 5 6 .3 0 3
3 3 .5 3 8 .7 2 9
30.078.713
63.817.173
-5.466.460
58.350.713
853.267
5.711.787
-4.435.952
1.275.835
0
2.976.779
-1.687.185
1.289.594
2.069.910
-705.475
1.364.435
2.955.650
-2.408.024
547.625
19 .5 7 2 .5 6 6
10 9 .10 5 .7 6 9
- 7 7 .7 5 1.2 2 0
3 1.3 5 4 .5 4 8
6 8 .8 4 2 .7 3 3
- 8 .5 7 9 .9 6 0
6 0 .2 6 2 .7 7 2
158
A dm
nr
prjct
E xplo it a t ieo pzet v as t t e s t e lle n in
La at st v as t ges t elde explo it at ie o pze t
A c t ue le R ea lis at ie
Ja arre ke ning 20 14
va st ge st e ld bij be gro t ing 2 015
t / m 2 014
ge rea lis ee rde
V e rwa cht e
N o g te
ge re alise erde
V e rwa cht e
E xplo it at ie
E xplo it at ie
E xplo it at ie
E xplo it a t ie
ko st e n
m arkt waa rde
m a ke n
k o st en
m a rkt waa rde
R e sult a at
ko s t e n
o pbrengs t e n
R es ult a at
nr
ko s t e n
N iet In E xplo it at ie Ge no m en G ro nden
( N IE G G)
B .0405
38
Kloo stertuin
1.369.818
-2.033.550
-663.732
0
1.316.476
-2.033.550
-717.074
1.369.818
-315.412
1.054.406
B .0473
21
Gerwen Wo ningbouw
6.142.500
-6.142.500
0
0
6.142.500
-6.142.500
0
6.142.499
0
6.142.499
B .0522
35
B o schhoeve
8.046.025
-7.663.120
382.905
0
8.098.314
-7.715.409
382.905
8.046.025
-7.663.120
382.905
B .0805
41
Nederwetten wo ningbouw (vo orb.krediet)
18.842
0
31.158
0
11.737
0
-11.737
18.842
0
18.842
15 .57 7.18 5
- 15 .83 9.17 0
- 2 49 .6 69
0
15.56 9.0 27
- 15.89 1.45 9
- 3 45 .90 6
15 .5 77 .184
- 7.9 78 .5 32
7.59 8.6 52
t o t a al
159
Toelichting projecten
In deze toelichting zijn alleen de grote afwijkingen per project en de belangrijke gebeurtenissen per
project genoemd. De toelichting op de verschillen van de diverse projecten is gebaseerd op de laatste
ontwikkelingen in relatie tot de laatste vastgestelde grondexploitatieberekeningen van de jaarrekening
2014.
Bouwgrond in exploitatie (BIE)
Winstgevende complexen
De stand van zaken van de grondexploitaties/ bouwprojecten is medio 2015 in grote lijnen als volgt.
B.0404 Luistruik
•
Harde bouwcapaciteit 1 BOR-periode.
•
De bouw van de eerste fase (104 appartementen, 28 parkvilla’s en 28 hofwoningen) is afgerond
en inmiddels is fase 2A (45 hofwoningen) in aanbouw. In 2012 is de raad akkoord gegaan met
een gewijzigde grondexploitatie, waarin uitgegaan wordt van een afname van de substantiële
bijdrage voor het totale plangebied tot 90% van de oorspronkelijke bijdrage.
•
Er is vooralsnog geen rekening gehouden met een verdere afwaardering van de resterende nog
te verkopen gronden.
•
De geprognosticeerde (resterende) bijdrage aan het financieringsfonds SRE, welke inmiddels is
afgeschaft, komt ten bate van het projectresultaat.
•
De verwachte winstneming (op het einde van verwachte looptijd van) dit project bedraagt ca. €
12,5 miljoen.
e
B.0406b Emmastraat
•
Dit project is onderwerp van discussie geweest in het overleg met woningbouwvereniging Helpt
Elkander om te komen tot een maximale risico-reductie binnen het geheel van de gezamenlijke
projecten evenals nieuwe prestatieafspraken.
•
De locatie Emmastraat is geschikt voor marktconforme woningbouw. Aangezien Helpt Elkander
heeft aangegeven deze gronden niet van de gemeente af te nemen voor vrije sectorwoningen,
worden voorbereidingen getroffen om tot een andere invulling te komen.
•
In 2015 wordt een (ontwerp)bestemmingsplan in procedure gebracht, die de bouw van maximaal
5 woningen mogelijk maakt. De locatie kan ontwikkeld worden door een ontwikkelaar of de kavels
kunnen rechtstreeks aan particulieren verkocht worden. In 2015 zal naar verwachting een
afweging tussen beide mogelijkheden worden gemaakt.
B.0406c Wederikdreef
•
Dit project is vooralsnog onderwerp van discussie in het overleg met woningbouwvereniging Helpt
Elkander om te komen tot een maximale risico-reductie binnen het geheel van de gezamenlijke
projecten evenals nieuwe prestatieafspraken.
•
De locatie Wederikdreef is geschikt voor sociale woningbouw.
B.0470 Bedrijventerrein Eeneind II Zuid
•
Bedrijventerrein (eigen behoefte)
160
•
Het verwachte positieve projectresultaat is naar boven bijgesteld tot ca. € 1,2 miljoen.
Belangrijkste oorzaken hiervoor zijn het wegvallen van de geprognosticeerde (resterende)
bijdrage aan het inmiddels afgeschafte financieringsfonds SRE en bijstelling van het budget voor
woonrijp maken. Daar staat wel tegenover dat de verkoop van de laatste 7 bedrijfskavels
stagneert en nu naar verwachting binnen drie jaar worden verkocht.
B.0472 Bedrijventerrein Eeneind West
•
Bedrijventerrein (regionale behoefte)
•
Eind 2011 zijn met de voormalig grondeigenaren koopovereenkomsten gesloten en is met een
combinatie van ontwikkelende partijen een samenwerkingsovereenkomst gesloten om de
volledige 27,5 ha bedrijventerrein tussen nu en 2020 te realiseren. Vanuit deze
samenwerkingsovereenkomst blijven voor de dit project geprognosticeerde opbrengsten
gehandhaafd op de in de overeenkomst opgenomen afnamemomenten door de combinatie van
ontwikkelende partijen van de gemeente.
•
Uitgangspunt van de overeenkomst is een voor de gemeente sluitende grondexploitatie. Nadere
afspraken over uitwerking van het bestemmingsplan en optimalisatiemogelijkheden hebben
geresulteerd in een aanvullende overeenkomst (allonge), die medio 2014 door partijen is
ondertekend. In de overeengekomen grondprijs c.q. exploitatiebijdrage is niet langer een bedrag
opgenomen voor de afdracht aan het, inmiddels afgeschafte, financieringsfonds SRE.
•
De reconstructie van de Collse Hoefdijk is afgerond, waarmee tevens het bedrijventerrein
Eeneind West wordt ontsloten. Deze werkzaamheden zijn voor 50% gefinancierd door het
Financieringsfonds en voor 50% uit de grondexploitatie van het project Eeneind West en
opgenomen exploitatiebijdrage.
•
De verwachte winstneming is naar boven bijgesteld, omdat inmiddels duidelijk is geworden dat
enkele (ingecalculeerde) risico’s niet of slechts gedeeltelijk kunnen of zullen optreden.
B.0649 Nederwetten Esrand
•
Dit project valt onder de 1 BOR-periode/woningbouwprogramma 2005-2010.
•
Het project is gefaseerd opgeleverd vanaf december 2010. In 2011 is ook het openbaar gebied
opgeleverd.
•
Inmiddels zijn ook alle achtervangwoningen verkocht, de daadwerkelijk afrekening tussen
gemeente en Helpt Elkander zal in 2015 plaatsvinden. In de grondexploitatie is vorig jaar al
rekening gehouden met een forse afboeking hiervoor. Daarnaast moeten nog enkele resterende
vrije kavels worden verkocht.
•
Er wordt rekening gehouden met een nagenoeg sluitend (iets positief) gemeentelijk
projectresultaat. Deze positieve bijstelling ten opzichte van vorig jaar heeft als belangrijkste
oorzaak het wegvallen van de afdracht ten behoeve van het, inmiddels afgeschafte,
financieringsfonds SRE.
e
161
B.0764 Eeneind Oost
•
Harde bouwcapaciteit voor de periode woningbouw 2010-2015.
•
De CPO woningen zijn in 2011 opgeleverd, evenals de eerste fase van het openbaar gebied.
Gezien het aantal nog niet verkochte vrije kavels (ten behoeve van vrijstaande woningen), is de
tweede fase van het openbaar gebied vooralsnog niet aangelegd. Overwogen wordt om deze
werkzaamheden in de loop van 2015 alsnog af te ronden.
•
Naast de zeven nog te verkopen vrije kavels moeten er momenteel nog twee
achtervangwoningen worden verkocht.
•
Afrekening van de verkochte achtervangwoningen vindt binnenkort plaats. Afschaffing van het
financieringsfonds SRE leidt ook hier tot een hogere verwachte resterende winstname van
inmiddels ca. € 1.050.000,- .
B.1101 Project Nazorg
•
Bij de jaarrekening 2014 zijn diverse projecten Nazorg definitief afgesloten en is een positief
resultaat van ca. € 340.880,- gerealiseerd in 2014. Project Boschhoeve (woningbouw) is
overgezet naar Nazorg, inclusief een reservering voor enkele verkeersmaatregelen.
Verlieslatende complexen
De stand van zaken van de grondexploitaties/ bouwprojecten is medio 2015 in grote lijnen als volgt.
B.0432 en B.0433 Nuenen West
•
Dit project wordt deels uitgevoerd in de 3e periode van het woningbouwprogramma 2015-2020
(ruim 400 woningen) en 2020-2028 (ruim 1100 woningen).
•
De gemeentelijke grondexploitatie is opgesplitst in een deel Nuenen West Algemeen (B.0432) en
een deel Nuenen West Verwervingen (B.0433).
•
Volgens de afspraak in de Samenwerkingsovereenkomst heeft de ontwikkelingscombinatie
Nuenen-West BV in dit proces de ontwikkelrol en levert de gemeente stedenbouwkundige regie
en publiekrechtelijke processen. Samen met Nuenen West BV heeft de gemeente het eerste
uitwerkingsplan van het bestemmingsplan Nuenen West uitgewerkt. De eerste fase (circa 425
woningen) ligt direct ten zuiden van de Europalaan.
•
Binnen bouwveld A (87 woningen) zijn de eerste 65 woningen verkocht en is gestart met de
bouw. Over bouwveld C is de gemeente nog in onderhandeling met de Ontwikkelcombinatie
Luistruik (OCL) voor de realisatie van de eerste 20% van de bouwclaim die OCL van de
gemeente heeft. De gemeente heeft OCL een aanbieding gedaan voor de gronden van 57
woningen in bouwveld C. Naar verwachting worden deze gronden eind 2015 of begin 2016 door
de gemeente aan OCL geleverd.
•
In het kader van verplaatsing tuincentrum Coppelmans zijn door beide partijen verwervingen
gedaan. De van Coppelmans verworden gronden aan de Europalaan (gelegen in fase 1) kunnen
nu ontwikkeld worden voor woningbouw. Gronden ten behoeve van de nieuwe locatie van het
tuincentrum Coppelmans eveneens verworven. Prognose is dat in 2016 deze gronden ten
behoeve van het nieuwe tuincentrum worden geleverd aan Coppelmans. De
bestemmingsplanprocedure voor het nieuwe tuincentrum loopt (Raad van State). Coppelmans zal
woningen aan de noordzijde hiervan ontwikkelen om de verwervingskosten (deels) te laten
renderen.
•
Door de gemeente en Nuenen West BV worden al geruime tijd gesprekken gevoerd in het kader
van een kwalitatieve, kwantitatieve en contractuele herijking van het plan. Het resultaat van de
162
herijking dient voor beide partijen voordeel op te leveren. Doelen van deze herijking zijn o.a. een
verbetering van het resultaat van de (gemeentelijke) grondexploitatie, een vermindering van de
(financiële) risico’s aangaande de ontwikkeling en een geactualiseerd verkavelingsplan, dat beter
aansluit op de huidige marktwensen.
•
Zoals al eerder in de toelichting (op de jaarrekening 2014 en begroting 2015) is vermeld, is in
beide grondexploitaties een aantal risico’s verwerkt, die fors negatieve consequenties hebben.
Ook is voor een deel geanticipeerd op voordelen die de herijking dient op te leveren. Hieronder
vallen ook risico’s in het kader van onduidelijkheid in financiële interpretatie van de
Samenwerkingsovereenkomst en Allonge. Deze contractuele documenten worden vooralsnog
niet door beide partijen eenduidig geïnterpreteerd. Over alle genoemde aspecten (risico’s) is de
gemeente nog in onderhandeling met de BV. Na een akkoord over de herijking zullen
contractueel duidelijke en harde afspraken gemaakt moeten worden.
B.0517 Hongerman
•
Dit project bestaat uit vier deelprojecten, welke wat betreft ontwikkeling en realisatie voor 20192021 gepland staan. De vier deelprojecten zijn:
1. Project 9a Hongerman-Sporthal Oude Landen (accommodatie-sporthal)
2. Project 9b Hongerman-Zorgwoningen-Hoge Brake (ca. 90 zorgwoningen SVVE + Brede
School + 9 woningen Hoge Brake)
3. Project 9c: Hongerman – locatie Mijlpaal (ca. 28 woningen)
4. Project 9d: Hongerman – locatie Heikampen (ca. 20 woningen)
•
Voor de ontwikkeling van het project is een overeenkomst gesloten met Helpt Elkander.
Financieel gezien is er een contractuele verbinding tussen de deelprojecten. Ook dit project is
onderwerp van discussie in het overleg met woningbouwvereniging Helpt Elkander om te komen
tot een maximale risicoreductie binnen het geheel van de gezamenlijke projecten De gemeente
streeft er nog steeds naar om minnelijk tot overeenstemming te komen, maar dan wel vanuit de
juridische en contractuele positie van partijen.
B.1003 Intratuin-Berg
Het plangebied is opgedeeld in drie kavels, waarvan er twee zijn verkocht en nagenoeg afgebouwd
zijn. Het derde en laatste kavel moet nog worden verkocht. De grondexploitatie van dit project is bij de
jaarrekening 2014 gedeeltelijk afgesloten.
163
Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG)
B 0405 Klooster(tuin) (woningen nader te bepalen, het Klooster, centrumfuncties)
•
In december 2010 heeft de gemeenteraad de 1 visievorming op de Dorpskern/Kloostertuin
vastgesteld. Dit betreft de tussenstap om te komen tot een definitieve uitwerking van de
ontwikkeling Kloostertuin en locatie Park-Voirt. Derhalve wordt, hoewel het project onder ‘NIEGG’
staat, rente aan het project toegerekend. De bestaande panden in de Kloostertuin zijn, met
uitzondering van de gymzaal, gesloopt. In de commissie Ruimte is uitgesproken dat een
marktconsultatie verwacht wordt alvorens het project te ontwikkelen.
•
In de grondexploitatie is nu een budget voor de planontwikkelingskosten, in verband met de
(werkzaamheden volgend uit de) marktconsultatie, opgenomen. Indien de gemeenteraad besluit
het project verder te gaan ontwikkelen, zal een nieuwe grondexploitatie worden opgesteld op
basis van dat de kaders van dat besluit. Er heeft zich een partij aangediend voor de realisatie van
een zorgvilla. De gesprekken hierover lopen nog.
•
Vooralsnog heeft de raad besloten het project aan te merken als NIEGG-project en kan rente
over de boekwaarde (ca. € 1,0 miljoen) aan het project worden toegeschreven tot aan de
verwachte marktwaarde van ca. € 2,0 miljoen.
e
B.0473 Gerwen woningbouw (incl. Kerkakkers)
•
Eind 2010 zijn de gronden en eigendommen (inclusief garagebedrijf van een plaatselijke
ondernemer) verworven. In hetzelfde jaar is met woningbouwvereniging Helpt Elkander een
ontwikkel- en realisatieovereenkomst gesloten over de ontwikkeling van onder andere deze
locatie (als onderdeel van een groter gebied in Gerwen) ten behoeve van woningbouw.
•
Dit project is onderwerp van discussie in het overleg met woningbouwvereniging Helpt Elkander
om te komen tot een maximale risicoreductie binnen het geheel van de gezamenlijke projecten
evenals nieuwe prestatieafspraken.
•
Eind 2013 werd duidelijk dat Helpt Elkander niet bereid is om in het kader van een totaaloplossing
te komen tot een gezamenlijke afrekening, hetgeen voor de gemeente een vereiste is.
Vooralsnog kunnen daarom geen nieuwe afspraken worden gemaakt en behoudt de gemeente
zich met betrekking tot de in het verleden gesloten overeenkomsten alle rechten voor.
•
De gemeente streeft er nog steeds naar om minnelijk tot overeenstemming te komen, maar dan
wel vanuit de juridische en contractuele positie van partijen.
•
Omdat de huidige boekwaarde de verwachte marktwaarde (ruim € 6,1 miljoen) inmiddels heeft
bereikt, komt de rente over de boekwaarde vanaf 2014 ten laste van de reguliere exploitatie.
B.0522 Boschhoeve (ca. 55 woningen, 4 bedrijfsgebouwen van totaal 8.500m2)
•
De woningen zijn allemaal verkocht en opgeleverd, evenals het openbaar gebied. De rest van het
project (woningbouw) is bij de jaarrekening 2014 afgesloten.
•
Omdat de markt voor kantoren dusdanig slecht is, is vorig jaar reeds besloten de bedrijfskavels
bij deze jaarrekening af te boeken (tot een marktwaarde van € 45,- per m2) en over te brengen
naar NIEGG. Wanneer de ontwikkeling van kantoren concrete vormen aanneemt en de
betreffende ontwikkelaar hiertoe initiatieven neemt, kan deze grond opnieuw in exploitatie worden
genomen.
164
B.0805 Nederwetten Woningbouw
•
Het project Nederwetten woningbouw is bij de jaarrekening 2012 afgewaardeerd naar € 0,-. Er is
voor de jaren daarna een voorbereidingskrediet van € 50.000,- beschikbaar gesteld voor
onderzoek naar de woningmarkt en –behoefte in Nederwetten alsmede voor het opstellen van
een structuurvisie Nederwetten. Van dit voorbereidingskrediet is inmiddels € 19.000,uitgegeven.
Nieuwe projecten
B.1501 Gerwen Zuid-Oost
•
Voornemen is dat in 2015 een grondexploitatie voor dit project wordt geopend.
•
Daarbij is thans het uitgangspunt dat dit deel van project Gerwen naast het geschil met Helpt
Elkander ontwikkeld wordt door een derde partij.
•
Het betreft een nieuw woningbouwproject waarbij ook één van de huidige voetbalvelden van
RKGSV betrokken wordt. De ontwikkeling past binnen de Woonvisie en Structuurvisie Gerwen en
zou een bijdrage moeten leveren aan de groei en leefbaarheid van het dorp.
•
Uitgangspunt is de ontwikkeling van 65 grondgebonden woningen, waarvan naar verwachting
25% in het sociale segment worden ontwikkeld. Naar verwachting wordt in 2015 een koop- en
anterieure overeenkomst gesloten met de ontwikkelaar. In de grondexploitatie zijn budgetten
opgenomen voor eventuele knelpunten van RKGSV door het wegvallen van een voetbalveld.
Daarnaast zijn de fondsafdrachten vanuit het project conform het gemeentelijke grondbeleid
opgenomen. Naar verwachting is het gemeentelijk projectresultaat (op einde van de looptijd) circa
€ 540.000,- positief.
165
2.3.8. KERNGEGEVENS
Het is gebruikelijk om begrotingsvoorstellen vergezeld te laten gaan door een overzicht van relevante
kengetallen. Deze kengetallen komen meer en meer digitaal beschikbaar. In deze begroting nemen
we daarom geen kengetallen op maar verwijzen wij u naar de website www.waarstaatjegemeente.nl.
Deze website is voortgekomen uit en ontwikkeld met gemeentelijke bestuurders, politici en
medewerkers. De website bevat een dasboard dat onderverdeeld is in 15 thema’s over gemeentelijke
onderwerpen. De gegevens komen uit verschillende bronnen en onderzoeken, zoals burger- en
ondernemerspeilingen, CBS, RIVM en andere centrale databronnen.
U kunt de gegevens uit het dashboard gebruiken om te zien waar Nuenen staat. U kunt de gegevens
ook vergelijken met andere gemeenten. U gaat als volgt te werk.
•
U gaat naar de website www.waarstaatjegemeente.nl;
•
Via de knop “Naar Dashboard” aan de rechterbovenzijde komt u in een keuzemenu;
•
Via de knop “kies gemeente” komt u in overzicht van de Nederlandse gemeenten;
•
U kiest de gemeente Nuenen en u drukt op de knop “selectie toepassen”;
•
Er ontvouwt zich een overzicht met knoppen per thema;
•
U kiest een thema en krijgt daarmee toegang tot de voor de gemeente Nuenen verzamelde
gegevens.
166
3. FINANCIËLE BEGROTING
3.1. OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN
Omschrijving
Programma's:
1. Bestuur, Samenwerking &
Dienstverlening
2. Veiligheid & Handhaving
3. Werk (participatie), Zorg &
Jeugd
4. Verenigingen &
Accommodaties
5. Wonen & Leefomgeving
6. Ruimtelijk beheer, Milieu &
Verkeer
7. Economie, Toerisme &
Recreatie
8. Financiën & Belastingen
Totaal programma's #
Baten
Begroting 2016
Lasten
Saldo
Baten
Begroting 2017
Lasten
Saldo
Baten
Begroting 2018
Lasten
Saldo
Baten
Begroting 2019
Lasten
Saldo
397
4.243
-3.846
397
4.122
-3.725
397
4.136
-3.739
397
4.214
-3.817
56
1.440
-1.385
55
1.443
-1.387
55
1.449
-1.394
55
1.430
-1.374
5.383
20.014
-14.631
5.361
19.697
-14.336
5.361
19.549
-14.189
5.361
19.445
-14.085
348
3.428
-3.080
277
3.228
-2.952
277
3.353
-3.076
277
3.324
-3.047
13.029
14.507
-1.478
16.000
18.024
-2.023
30.059
31.750
-1.691
14.303
15.688
-1.385
4.944
7.654
-2.711
4.806
6.501
-1.694
4.844
6.456
-1.612
4.858
6.466
-1.608
210
2.473
-2.263
210
2.451
-2.240
210
2.427
-2.216
160
2.426
-2.266
20
24.386
-61
53.699
81
-29.313
20
27.126
147
55.612
-126
-28.486
20
41.223
378
69.499
-358
-28.276
20
25.430
378
53.371
-358
-27.941
# Omdat dit overzicht een verdere uitsplitsing kent in algemende dekkingsmiddelen en mutaties reserves sluiten bovenstaande bedragen dus niet 1 op1 aan
bij de bedragen genoemd bij de 8 programma’s.
Algemene dekkingsmiddelen:
Algemene uitkering
Dividenden
Lokale heffingen
Overige algemene
dekkingsmiddelen
Saldo financieringsfunctie
Totaal algemene
dekkingsmiddelen
23.904
3
6.335
0
29
415
23.904
-27
5.920
23.528
3
6.445
0
24
414
23.528
-21
6.031
23.573
3
6.521
0
18
414
23.573
-15
6.107
23.716
3
6.645
0
12
414
23.716
-9
6.231
545
1.665
-1.121
412
2.009
-1.597
317
1.911
-1.595
304
1.948
-1.644
1.589
6
1.583
1.645
5
1.640
1.727
5
1.722
1.818
5
1.813
32.375
2.116
30.260
32.032
2.451
29.581
32.140
2.348
29.792
32.486
2.379
30.107
167
Geraamd totaal saldo van
baten en lasten
Beoogde toevoegingen en
onttrekkingen:
Mutaties reserves programma 3
Mutaties reserves programma 5
Mutaties reserves programma 6
Mutaties reserves programma 7
Mutaties reserves programma 8
Totaal beoogde toevoegingen en
onttrekkingen aan reserves
Geraamd resultaat
56.761
55.815
946
16
1.182
1.302
7
0
10
1.670
1.093
7
549
6
-488
209
0
-549
2.507
3.328
59.268
59.143
59.158
58.063
1.095
73.363
71.847
1.516
57.916
55.750
2.166
16
123
1.385
13
0
10
1.143
1.094
13
559
6
-1.020
291
0
-559
16
590
1.300
13
0
10
1.912
1.094
13
594
6
-1.322
205
0
-594
15
335
1.255
13
0
10
1.866
1.094
13
638
5
-1.531
161
0
-638
-821
1.537
2.818
-1.282
1.918
3.623
-1.705
1.618
3.621
-2.003
125
60.695
60.881
-186
75.281
75.470
-189
59.534
59.371
163
168
3.2. TOELICHTING OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN
169
3. Financiële begroting, Meerjarenprogrammabegroting 2016-2019
Gemeente Nuenen
3.2.1. OVERZICHT VAN DE GERAAMDE INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Omschrijving
Programma 1 Bestuur,
Samenwerking &
Dienstverlening
Verkiezingen
Formatie Communicatie
Programma 2 Veiligheid &
Handhaving
Digitaal handhaven
Programma 3 Werk
(participatie), Zorg & Jeugd
Nasleep wet inburgering
Programma 4 Verenigingen &
Accommodaties
Baten
2016
Lasten
Baten
0
70.000
2017
Lasten
Baten
26.000
2018
Lasten
Baten
65.000
2019
Lasten
65.000
17.000
10.000
Programma 5 Wonen &
Leefomgeving
Programma 6 Ruimtelijk
beheer, Milieu & Verkeer
Inhuur burgerparticipatie
Bestemmingsplan buitengebied
Beheerplan groen
Peelnetwerk
Verkoop openbaar groen
Programma 7 Economie &
Toerisme
18.600
25.000
10.000
4.531
150.000
18.600
150.000
150.000
100.000
Programma 8 Financiën &
Belastingen
170
Post onvoorzien
Onderuitputting kapitaallasten
Beleidsaanpassingen
Dienstverlening
Burgerlijke stand
Aanpak criminaliteit
Nazorg GGz
Overschot
scholenspreidingsplan
Sport-zwem-combinatie
Sanering vermogen
kunstkwartier
Parkeerplaats Lissevoort
Parkeerstroken Refelingse
erven
Storting civiele kunstwerken
Incidentele rente
Onderuitputting kapitaallasten
renovatie woonwagens
Totaal
152.010
-10.333
142.865
-19.500
143.225
-26.000
143.225
0
50.000
40.000
26.000
48.000
-157.000
-147.320
25.000
71.071
16.000
25.000
-115.122
209.847
192.264
-13.000
359.847
272.757
176.780
-8.667
342.264
51.978
164.690
-8.667
326.780
173.558
-8.667
264.690
199.558
171
3.2.2. OVERZICHT BEOOGDE STRUCTURELE TOEVOEGINGEN EN ONTTREKKINGEN AAN DE RESERVES
# Het voorstel is om de storting civiele kunstwerken voor 2016 achterwege te laten.
2016
Omschrijving
2017
2018
2019
Toevoegingen Onttrekkingen Toevoegingen Onttrekkingen Toevoegingen Onttrekkingen Toevoegingen Onttrekkingen
Algemene reserve
Algemene reserve
Algemene reserve grondexploitaties
Algemene reserve bouwgrond
Totaal algemene reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
Bestemmingsreserve
Bouwgrond, bovenwijkse voorz onbel
Bouwgrond, sociale volkshuisversting
Bouwgrond, parkmanagement
Bouwgrond, fonds groen voor rood
Begraafplaaats Oude Landen
10.000
10.000
10.000
10.000
BR div projecten en investeringen (MN)
Reserve recreatie en toerisme
Totaal bestemmingsreserves
10.000
0
10.000
0
10.000
0
10.000
Onderhoudsfondsen
Vervanging speeltoestellen
62.030
62.030
62.030
62.030
Vervanging openbare verlichting
78.612
80.075
80.075
80.075
Onderhoud wegen
Verkeersregelingen
Civiele kunstwerken #
837.086
973.000
6.500
6.500
115.122
837.086
973.000
13.000
13.000
115.122
837.086
973.000
13.000
13.000
115.122
0
837.086
973.000
13.000
13.000
115.122
Overige kunstwerken
Totaal onderhoudsfondsen
1.099.350
979.500
1.107.313
986.000
1.107.313
986.000
1.107.313
986.000
Totaal
1.109.350
979.500
1.117.313
986.000
1.117.313
986.000
1.117.313
986.000
172
3.3. UITEENZETTING VAN DE FINANCIËLE POSITIE
173
3.3.1. JAARLIJKS TERUGKERENDE ARBEIDSKOSTEN
Conform het BBV moet een overzicht van jaarlijks terugkerende arbeidskosten worden opgenomen. Onder “beloningen tijdens het dienstverband” zijn de
huidige ramingen voor personeel in dienst opgenomen. Vanwege het ontbreken van een dienstverband zijn hierbij de raadsleden niet meegenomen. Onder
“uitkeringen bij ontslag” zijn de WW-verplichtingen en het uit te keren wachtgeld meegenomen. Tenslotte zijn onder “pensioentoezeggingen” de uit te keren
pensioenen voor (gepensioneerde) wethouders meegenomen.
Omschrijving
2016
2017
2018
2019
Beloningen tijdens het dienstverband
6.015
6.034
6.125
6.217
Uitkeringen bij ontslag
139
37
0
0
Pensioentoezeggingen
87
89
90
91
0
0
0
0
6.241
6.160
6.215
6.308
Afvloeiingsregelingen
Totaal
3.3.2. OVERZICHT VAN INVESTERINGEN
Uit te voeren
investering per
programma
EN /
MN
Afs.
Termijn:
Jaar
Investering
Reeds
gevoteerd
1. Bestuur, Samenwerking & Dienstverlening
Heftruck/laad-graaf
EN
5
combinatie
Bestelbus
EN
5
2016
2017
2018
2019
0
32.000
0
0
0
0
0
0
65.000
0
Totaal
investering
Kapitaallasten
2016
2017
2018
2019
32.000
0
7.680
7.424
7.168
65.000
0
0
0
15.600
174
Bestelbus
EN
5
0
0
0
65.000
0
65.000
0
0
0
15.600
4. Verenigingen & Accommodaties
NKV Beplanting
EN
30
0
4.000
0
0
0
4.000
0
293
288
283
EMK Ballenvangers
EN
10
0
20.000
0
0
0
20.000
0
2.800
2.720
2.640
Veldmeubilair
EN
10
0
15.000
0
0
0
15.000
0
2.100
2.040
1.980
5
0
0
12.000
0
0
12.000
0
0
2.880
2.784
10
0
0
45.000
0
0
45.000
0
0
6.300
6.120
10
0
0
45.000
0
0
45.000
0
0
6.300
6.120
10
0
0
45.000
0
0
45.000
0
0
6.300
6.120
10
0
0
36.000
0
0
36.000
0
0
5.040
4.896
60
0
0 375.000
0
0
375.000
0
0
21.250
21.000
0
0
0
355.248
0
20.131
19.894
19.657
0
0
355.248
0
0
20.131
19.894
6. Ruimtelijk beheer, Milieu & Verkeer
Sneeuwploeg
EN
fietspadstrooier
Opzet-natzout
EN
strooimachine
Opzet-natzout
EN
strooimachine
Opzet-natzout
EN
strooimachine
Aanhanger natzout
EN
strooimachine
Project 1 afkoppelen
EN
Vrijverval riolen 2016
EN
60
0
355.248
Vrijverval riolen 2017
EN
60
0
0 355.248
Vrijverval riolen 2018
EN
60
0
0
0
355.248
0
355.248
0
0
0
20.131
Vrijverval riolen 2019
Vervanging electromechnaische pompgemalen 2016
Vervanging electromechnaische pompgemalen 2017
Vervanging electromechnaische pompgemalen 2018
Vervanging electromechnaische pompgemalen 2019
EN
60
0
0
0
0
355.248
355.248
0
0
0
0
EN
15
0
35.000
0
0
0
35.000
0
3.733
3.640
3.547
EN
15
0
0
35.000
0
0
35.000
0
0
3.733
3.640
EN
15
0
0
0
35.000
0
35.000
0
0
0
3.733
EN
15
0
0
0
0
35.000
35.000
0
0
0
0
175
Totaal
0
461.248 948.248
520.248
390.248
2.319.992
0
36.737
107.940
160.913
3.3.3. OVERZICHT VAN PROJECTEN
Investering
Uit te voeren projecten per programma
Dekking ten laste van:
2016
2017
2018
2019
510.000
0
0
0
65.388
86.335
124.960
111.105
973.000
973.000
973.000
973.000
6. Ruimtelijk beheer, Milieu & Verkeer
Reconstructie Europalaan / HOV2
Fonds bovenwijks
Openbare verlichting
Onderh. fonds openbare verlichting
Onderhoud wegen
Onderh. fonds onderhoud wegen
Verkeersregelingen
Onderh. fonds verkeersregelingen
6.500
13.000
13.000
13.000
Civiele kunstwerken
Onderh. fonds civiele kunstwerken
115.122
115.122
115.122
115.122
Onderh. fonds speeltoestellen
148.500
210.600
86.000
56.200
1.818.510
1.398.057
1.312.682
1.268.427
7. Economie, Toerisme & Recreatie
Speelvoorzieningen
Totaal
176
3.4. RESERVES EN VOORZIENINGEN
3.4.1. OVERZICHT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN
# De bedragen van de reserves zijn nog niet aangepast aan de in deze begroting voorgestelde overheveling van bedragen (zoals verwoord in beslispunt 9
van het raadsvoorstel)##
Balans
Naam reserve/ voorziening
Reserves
Algemene reserve
Algemene reserve #
Reserve vrije bestedingsruimte
Bouwgrond; algemene reserve #
Algemene risicovoorziening #
Resultaat dienstjaar
Totaal algemene reserves
Bestemmingsreserves
Bouwgrond; bovenwijkse voorz onbel
Bouwgrond; sociale volkshuisvesting
Bouwgrond; parkmanagement
Bouwgrond; fonds groen voor rood
Bestemmingsreserve Afval
Bestemmingsreserve riolering
Begraafplaats Oude Landen
BR div projecten en investeringen (MN)
Vangnet transities sociaal domein
Bestemmingsreserve I&A
BTW-compensatie
Totaal Bestemmingsreserves
Onderhoudsfondsen
Vervanging speeltoestellen
31- Balans
12-2015
31- Balans
12-2016
31- Balans
12-2017
31- Balans
12-2018
3112-2019
3.380.311
113.556
1.518.000
2.414.048
0
7.425.914
3.729.958
118.604
1.578.720
2.414.048
0
7.841.330
4.062.022
123.854
1.641.869
2.414.048
0
8.241.793
4.378.603
129.314
1.707.544
2.414.048
0
8.629.509
4.683.093
134.993
1.775.845
2.414.048
0
9.007.979
2.250.213
272.238
641.833
167.786
0
0
479.119
12.650
1.000.000
64.000
0
4.887.837
2.250.792
586.794
937.506
178.307
0
0
472.734
12.650
1.000.000
64.000
0
5.502.784
2.806.684
886.750
1.245.006
192.742
0
0
466.780
12.650
1.000.000
64.000
0
6.674.611
3.977.089
741.486
1.701.325
238.546
0
0
461.272
12.650
1.000.000
64.000
0
8.196.368
5.090.287
845.412
2.039.378
286.183
0
0
456.228
12.650
1.000.000
64.000
0
9.794.137
261.099
174.629
26.059
1.489
7.319
177
Vervanging openbare verlichting
Onderhoud wegen
Verkeersregelingen
Civiele kunstwerken
Gebouwen
Overige kunstwerken
Totaal onderhoudsfondsen
Totaal reserves
Voorzieningen
Onderhoudsvoorzieningen
Voorziening onderhoud openbaar groen
Voorziening onderhoud gebouwen
Totaal onderhoudsvoorzieningen
Risicovoorzieningen
Milieuschade Schenkels
Verliesgevende complexen bouwgrond #
Totaal Risicovoorzieningen
Egalisatievoorzieningen
Spaarverlof personeel
Afvloeiingsregelingen personeel
Pensioen voormalige wethouders
Voorziening afval
Voorziening riolering
Totaal Egalisatievoorzieningen
Bijdragen van derden
Promotie-inkomsten
Parkeerfonds
Verkeersveiligheid (ipv rood-licht)
Totaal Bijdragen van derden
Totaal voorzieningen
Totaal reserves en voorzieningen
65.057
1.096.063
562
728.417
0
18.756
2.169.955
14.483.707
78.281
960.149
562
728.417
0
18.756
1.960.795
15.304.909
72.021
824.235
562
728.417
0
18.756
1.670.051
16.586.456
27.136
688.321
562
728.417
0
18.756
1.464.682
18.290.558
-3.894
552.407
562
728.417
0
18.756
1.303.568
20.105.684
130.217
118.204
248.421
47.166
107.247
154.413
114
81.096
81.210
2.674
0
2.674
534
142.894
143.428
627.100
20.355.469
20.982.568
627.100
21.169.687
21.796.787
627.100
22.016.475
22.643.575
627.100
22.897.134
23.524.234
627.100
23.813.019
24.440.119
26.939
48.194
1.750.682
66.916
2.080.722
3.973.453
26.939
0
1.730.002
66.618
2.013.491
3.837.050
26.939
0
1.708.431
66.618
2.011.909
3.813.897
26.939
0
1.685.956
66.618
2.016.032
3.795.545
26.939
0
1.662.564
67.195
2.057.003
3.813.701
550
9.366
15.236
25.152
25.229.594
39.713.301
550
9.366
15.236
25.152
25.813.401
41.118.310
550
9.366
15.236
25.152
26.563.834
43.150.289
550
9.366
15.236
25.152
27.347.604
45.638.163
550
9.366
15.236
25.152
28.422.400
48.528.083
178
3.4.2. TOELICHTING OP DE RESERVES
Reserves
De reserves vallen uiteen in algemene reserves, bestemmingsreserves en onderhoudsfondsen.
Algemene reserves fungeren als buffer, voor het opvangen van verliezen van algemene aard.
Bestemmingsreserves daarentegen zijn gevormd voor een specifiek doel. Tevens dienen
bestemmingsreserves om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in
rekening worden gebracht.
De Onderhoudsfondsen dienen ter egalisatie van sterk schommelende kosten van groot onderhoud.
Algemene reserves
Algemene reserve
Stand 1-1-2016
3.380.311
Toevoegingen 2016
349.647
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
3.729.958
De algemene reserve heeft vooral een bufferfunctie om ongewenste en onvoorziene toekomstige
tegenvallers op te kunnen vangen. Daarnaast is er de functie van afdekking van bestaande en
toekomstige risico’s. Het gaat dan om risico’s waarvoor geen voorziening kan worden gevormd, omdat
geen inschatting gemaakt kan worden van het bedrag van de schade of verlies dat ermee gemoeid
kan zijn.
Toevoegingen;
Incidentele rente
349.647
Onze voorstel is dus om deze rente toe te voegen aan de exploitatie. Het voorstel om de stand terug
te brengen tot € 2,8 miljoen is in bovenstaande tabel nog niet verwerkt.
Reserve vrije bestedingsruimte
Stand 1-1-2016
113.556
Toevoegingen 2016
5.048
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
118.604
Bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2009 is deze reserve ingesteld. Het niet bestemde
resultaat van de jaarrekening wordt gestort in de reserve vrije bestedingsruimte en de rente daarover
wordt niet toegerekend aan de exploitatie maar aan de reserve. Daarmee wordt het mogelijk gemaakt
om deze middelen, indien nodig, in te zetten voor de gevolgen van het actualiseren en doorrekenen
van de bestaande meerjarenbegroting, noodzakelijke aanvulling van de voorziening wethouders
pensioenen en het overbruggen van incidentele tekorten.
De toevoeging betreft enerzijds de bespaarde rente en anderzijds de bespaarde rente vanuit de
reserve div projecten en investeringen.
Toevoegingen;
Rente
5.048
179
Bouwgrond algemene reserve
Stand 1-1-2016
1.518.000
Toevoegingen 2016
60.720
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
1.578.720
De doelstelling van de algemene reserve bouwgrondexploitatie is een financiële buffer voor het
afdekken van financiële risico’s in de bouwgrondexploitaties. De voeding van deze reserve wordt
gevormd door de voordelige resultaten van bouwgrondexploitaties.
Voor de afdekking van de huidige negatieve bouwgrondexploitaties is een specifieke voorziening
‘verliesgevende complexen bouwgrond’ ingesteld, die gevoed wordt vanuit de algemene reserve
bouwgrond. U dient er rekening mee te houden dat de stand van de algemene reserve bouwgrond
beïnvloed wordt door toekomstige winstnames die hoogst onzeker zijn. Bij aanspreking van deze
reserve zal altijd gekeken moeten worden naar de stand op het moment zelf. Bij de vaststelling van de
jaarrekening 2014 is er door uw raad besloten om € 1.518.000,- toe te voegen aan de algemene
reserve bouwgrond.
Toevoegingen;
Rente
60.720
Het voorstel om een bedrag van € 3.405.218,- over te hevelen van de voorziening verliesgevende
complexen bouwgrond naar deze reserve is in bovenstaande tabel nog niet verwerkt.
Algemene risicovoorziening
Stand 1-1-2016
2.414.048
Toevoegingen 2016
0
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
2.414.048
De gemeente Nuenen loopt het meeste risico met de bouwgrondexploitatiegebieden. Dit risico is
gekwantificeerd en in kaart gebracht bij de risicoanalyse. De overige risico’s van de gemeente zijn
beperkt van aard en bij de jaarrekening in de paragraaf weerstandsvermogen zoveel mogelijk
benoemd.
De omvang van de algemene risicoreserve is bij de vaststelling van de nota reserves en
voorzieningen 2011 bepaald op € 5.500.000,- (programmarisico € 3.750.000,- + Gemeentefonds
€ 1.750.000,-). Bij de jaarrekening 2011 is dit bedrag uit de reserve onttrokken ter beperking van de
negatieve algemene reserve. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2014 is er door uw raad besloten
om € 1.518.000,- toe te voegen aan de algemene risicovoorziening.
Tevens is er besloten om € 1.188.048,- over te hevelen van de algemene reserve.
Naderhand is op basis van het raadsbesluit van 2 juli voor een bedrag van € 292.000,- onttrokken.
Het voorstel om een bedrag van € 580.311,- over te hevelen van de algemene reserve naar deze
reserve is in bovenstaande tabel nog niet verwerkt.
180
Bestemmingsreserves
Bouwgrond; bovenwijkse voorziening onbel
Stand 1-1-2016
2.250.213
Toevoegingen 2016
1.075.580
Onttrekkingen 2016
1.075.000
Stand 31-12-2016
2.250.792
Deze reserve is bedoeld ter dekking van de lasten van investeringen met een zogeheten “bovenwijks”
karakter. Daarbij is te denken aan investeringen in de infrastructuur (ontsluitingswegen,
verkeersstructuur).
Toevoegingen;
Rente
90.009
Bijdrage Nuenen West
400.571
Bijdrage Eenheid West
360.000
Bijdrage Hongerman
225.000
De onttrekking betreft de bijdrage aan reconstructie Europalaan € 1.075.000,-.
Bouwgrond; sociale volkshuisvesting
Stand 1-1-2016
272.238
Toevoegingen 2016
401.938
Onttrekkingen 2016
87.381
Stand 31-12-2016
586.794
Deze bestemmingsreserve is gevormd om initiatieven op het gebied van de sociale volkshuisvesting
te stimuleren. Gezien het woningbouwprogramma is dit opgenomen in de ‘Ruimtebalans’. De reserve
wordt gevoed vanuit anterieure overeenkomsten/bijdragen op basis van de nota grondbeleid en vanuit
incidentele op te stellen publiekrechtelijke overeenkomsten.
Verwezen wordt naar de Nota grondbeleid, waarin is toegelicht wanneer en met welk doel middelen
aan deze reserve onttrokken kunnen worden.
De voedingen aan en onttrekkingen uit de bestemmingsreserve sociale volkshuisvesting volgt uit de
afspraken uit met name de Ruimtebalansprojecten. Iedere vrije sector woningen draagt € 2.000,- bij,
iedere sociale woning kreeg € 5.000,- (oftewel: voor elke 2,5 vrije sector woning zou gestimuleerd
worden dat er 1 sociale woning gerealiseerd kon worden). In de nota grondbeleid 2012-2018 is
opgenomen dat voor nieuwe projecten geldt dat niet automatisch een bijdrage van € 5.000,- per
sociale woning wordt gedaan. Een ontwikkelaar moet kunnen aantonen dat deze bijdrage noodzakelijk
is om het project haalbaar te houden.
181
Bouwgrond; parkmanagement
Stand 1-1-2016
641.833
Toevoegingen 2016
295.673
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
937.506
Parkmanagement is opgezet en geïnitieerd door samenwerking tussen gemeente en bedrijven. De
activiteiten staan in het teken van duurzaamheid, verbetering, kostenbeheersing, ruimtebeheersing en
gemak voor ondernemers en arbeid. De samenwerking tussen werkgevers en gemeente moet zorgen
voor een gezond economisch, werk- en leefklimaat.
Met de Nota Grondbeleid heeft de raad besloten om voor de uitvoering van parkmanagement c.q.
toekomstige revitalisering van bedrijventerreinen een bijdrage te calculeren per verkochte m2 grond
voor bedrijven. Deze bestemmingsreserve wordt gevoed vanuit anterieure overeenkomsten/bijdragen
en vanuit incidentele op te stellen publiekrechtelijke overeenkomsten.
In het verleden is deze reserve al behoorlijk gevoed (met name uit bedrijventerrein Eeneind-II Zuid).
De kopers op dit bedrijventerrein verwachten ook het een en ander ten aanzien van onder andere
beveiliging (bijvoorbeeld een parkmanager). Een voorstel hiervoor is in deze meerjarenbegroting
opgenomen.
Bouwgrond; fonds groen voor rood
Stand 1-1-2016
167.786
Toevoegingen 2016
30.521
Onttrekkingen 2016
20.000
Stand 31-12-2016
178.307
Deze reserve is ingesteld om een landschapsinvestering te kunnen financieren bij het ontwikkelen in
landelijk gebied. Om niet tot één op één compensatiemaatregelen gedwongen te worden is het in
stand houden van deze reserve noodzakelijk.
De toevoeging betreft enerzijds de bijdrage uit project B0432 Nuenen West (€ 23.810.-) en anderzijds
de bespaarde rente (€ 6.711,-). De onttrekking van € 20.000,- heeft betrekking op het
stimuleringskader groen/blauwe diensten.
Begraafplaats Oude Landen
Stand 1-1-2016
479.119
Toevoegingen 2016
10.000
Onttrekkingen 2016
16.384
Stand 31-12-2016
472.734
In de raadsvergadering van maart 2011 is besloten om een bestemmingsreserve begraafplaats Oude
Landen in het leven te roepen. De investering van de begraafplaats Oude Landen is een activum met
economisch nut en moest geactiveerd worden. De raad heeft besloten om een marktconform tarief te
heffen voor de begraafplaats waardoor niet alle kosten (incl. de kapitaallasten) gedekt worden door
het grafrechttarief. Voor het egaliseren van de lasten en baten is een reserve begraafplaats Oude
Landen gevormd. De rente over de reserve begraafplaats Oude Landen is meegenomen in de
berekening van het saldo baten en lasten van de begraafplaats.
De toevoeging betreft de structurele storting voor onderhoud. De onttrekking betreft het
exploitatiesaldo.
182
BR div projecten en investeringen (MN)
Stand 1-1-2016
12.650
Toevoegingen 2016
0
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
12.650
Deze reserve is in 2012 gevormd om specifieke projecten en investeringen te kunnen bekostigen.
Vangnet transities sociaal domein
Stand 1-1-2016
1.000.000
Toevoegingen 2016
0
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
1.000.000
Conform het amendement bij de jaarrekening 2013 is er in 2014 de reserve vangnet transities
gecreëerd.
Ten laste van het jaarrekeningresultaat 2013 is er een bedrag van € 1.000.000,- gestort in deze
reserve voor de jaren 2015 en 2016. Aan het einde van het boekjaar 2016 vloeit het eventuele restant
van dit geoormerkt geld terug naar de algemene reserve.
Bestemmingsreserve I&A
Stand 1-1-2016
64.000
Toevoegingen 2016
0
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
64.000
Op 2 juli 2015 heeft de raad besloten om dat deel van het positieve resultaat jaarrekening 2014 Dienst
Dommelvallei wat te maken had met lagere lasten I&A te reserveren en in een reserve te storten. Het
voorstel om hier ook het bedrag van € 554.435,- dat overkwam van de gemeente Son en Breugel aan
toe te voegen kreeg geen goedkeuring van de gemeenteraad.
Onderhoudsfondsen
Vervanging speeltoestellen
Stand 1-1-2016
261.099
Toevoegingen 2016
62.030
Onttrekkingen 2016
148.500
Stand 31-12-2016
174.629
Op basis van het beheerplan speelvoorzieningen vastgesteld in 2010 voor de periode 2011- 2020 is
een reserve gevormd voor vervanging van speeltoestellen. Omdat het hier gaat om vervanging en niet
om groot onderhoud is het niet mogelijk hiervoor een voorziening te creëren. De toevoeging betreft de
storting conform het beheerplan. Momenteel houden we alleen op sobere wijze de bestaande
voorzieningen in stand. We wachten op nieuw beleid. Omdat bestaande toestellen mogelijk t.z.t.
moeten worden vervangen is opheffen en aframen niet aan de orde.
183
Vervanging openbare verlichting
Stand 1-1-2016
65.057
Toevoegingen 2016
78.612
Onttrekkingen 2016
65.388
Stand 31-12-2016
78.281
Op basis van het beheerplan openbare verlichting is een reserve gevormd voor vervanging van de
openbare verlichting Omdat het hier gaat om vervanging en niet om groot onderhoud is het niet
mogelijk hiervoor een voorziening te creëren. De toevoeging betreft de storting conform het
beheerplan (€ 55.391,-) en tevens het exploitatievoordeel uit energiebesparing (€ 14.501,-), besparing
onderhoud (€ 7.610,-) en exploitatie voordeel uit energie en onderhoud vervanging (€ 1.110,-). Het
bedrag in de reserve wordt de komende jaren gebruikt om (versneld) openbare verlichting te
vervangen door energiezuinige openbare verlichting.
Onderhoud wegen
Stand 1-1-2016
1.096.063
Toevoegingen 2016
837.086
Onttrekkingen 2016
973.000
Stand 31-12-2016
960.149
Deze bestemmingsreserve is bedoeld voor de egalisatie van sterk schommelende kosten van groot
onderhoud. Het wegenbeheerplan 2009-2013 is in juni 2009 vastgesteld. Jaarlijks wordt volgens dit
programma het benodigd (gemiddeld) bedrag gestort in deze reserve (€ 837.086,-) Een deel van de
stortingen is voor lang cyclisch groot onderhoud (€ 137.000,-).
Verkeersregelingen
Stand 1-1-2016
562
Toevoegingen 2016
6.500
Onttrekkingen 2016
6.500
Stand 31-12-2016
562
Deze reserve is oorspronkelijk opgesteld als een onderhoudsfonds. Het gaat om egalisatie van sterk
schommelende kosten van groot onderhoud. Op dit moment zijn geen actuele beheerprogramma´s
vastgesteld. Het resterende bedrag in de reserve wordt de komende jaren gebruikt om eventuele
eenvoudige calamiteiten op te kunnen vangen. De storting en onttrekking betreft ANWB
bewegwijzeringsborden
Civiele kunstwerken
Stand 1-1-2016
728.417
Toevoegingen 2016
115.122
Onttrekkingen 2016
115.122
Stand 31-12-2016
728.417
Deze reserve is oorspronkelijk opgesteld als een onderhoudsfonds. Het gaat om egalisatie van sterk
schommelende kosten van groot onderhoud. Op dit moment zijn geen actuele beheerprogramma´s
vastgesteld. Jaarlijks wordt volgens oude programma´s het benodigd (gemiddeld) bedrag gestort in
deze reserves (€ 115.112,-). De onttrekking betreft de kosten voor onderhoud diverse kunstwerken.
184
Overige kunstwerken
Stand 1-1-2016
18.756
Toevoegingen 2016
0
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
18.756
Deze reserves zijn oorspronkelijk opgesteld als een onderhoudsfonds. Het gaat om egalisatie van
sterk schommelende kosten van groot onderhoud. Op dit moment is geen actueel beheerprogramma
vastgesteld. In 2016 zijn er geen stortingen en onttrekkingen.
3.4.3. TOELICHTING OP DE VOORZIENINGEN
Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen. Voorzieningen zijn passiefposten op de balans, die
een inzicht geven in de voorzienbare lasten in verband met risico’s en verplichtingen, waarvan de
omvang en/of het tijdstip van optreden per de balansdatum min of meer onzeker zijn, en die
oorzakelijk samenhangen met de periode voorafgaande aan die datum.
De voorzieningen zijn onder te verdelen in onderhoudsvoorzieningen, risicovoorzieningen,
egalisatievoorzieningen en bijdrage van derden.
Onderhoudsvoorzieningen
Voorziening onderhoud openbaar groen
Stand 1-1-2016
130.217
Toevoegingen 2016
279.882
Onttrekkingen 2016
362.933
Stand 31-12-2016
47.166
Bij de vaststelling van het beheerplan groen is de reserve onderhoud openbaar groen omgezet naar
een voorziening. In de Nota reserves en voorzieningen 2011 is besloten dat “Na vaststelling van de
beheerplannen en bij voldoende beschikbare middelen instellen van onderhoudsvoorzieningen voor
groot onderhoud in de openbare ruimte“. Instellen van een voorziening voor onderhoud openbaar
groen valt binnen deze afspraak.
De toevoeging betreft de storting conform het beheerplan (€ 279.882,-).
Voorziening onderhoud gebouwen
Stand 1-1-2016
118.204
Toevoegingen 2016
196.117
Onttrekkingen 2016
207.074
Stand 31-12-2016
107.247
Bij de vaststelling van het beheerplan gebouwen (2012-2021) is de reserve omgezet naar een
voorziening onderhoud gebouwen. Uitgaven voor groot onderhoud (hieronder afgekort met GO) dat
meegenomen is in het beheerplan wordt uit de voorziening bekostigd. In 2014 is een grote inhaalslag
gemaakt in het onderhoud aan diverse gebouwen en is de verbouwing van het gemeentehuis
grotendeels afgerond. Verder gaan per 1 januari 2015 diverse verantwoordlijkheden voor
gebouwenonderhoud over van de gemeente naar de schoolbesturen. Dit alles is aanleiding om in
2015 een herberekening te maken van de benodigde stortingen in, en onttrekkingen aan de
voorziening onderhoud gebouwen.
185
Toevoegingen;
Huisvesting gemeentehuis
73.259
Brandweer onderhoud gebouwen
9.882
Gymzalen onderhoud gebouwen
23.580
Sportpark onderhoud gebouwen
13.204
Cultureel centrum onderh gebouwen
68.355
Wijkacc onderhoud gebouwen
7.837
Onttrekkingen;
GO gemeentegebouwen
93.084
GO sociaal culturele voorzieningen
59.231
GO sportaccommodaties
37.163
GO peuterspeelzalen
17.593
Risicovoorzieningen
Milieuschade Schenkels
Stand 1-1-2016
627.100
Toevoegingen 2016
0
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
627.100
Dit is een risicovoorziening voor, op dit moment bekend zijnde risicolocaties, wat betreft
milieuvervuiling. Het gaat om mogelijke saneringskosten voor grond die de gemeente heeft verkocht
aan de Gebroeders Schenkels.
De onttrekking betreft de kosten voor advies en juridische ondersteuning.
186
Verliesgevende complexen bouwgrond
Stand 1-1-2016
20.355.469
Toevoegingen 2016
814.219
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
21.169.687
In de diverse vastgestelde planexploitaties zijn de indicaties van het programma, de fasering
en de te verwachten exploitatiesaldi opgenomen. Voor plannen met een verwacht verlies
dient een voorziening te worden getroffen. De verliezen voortkomende uit de diverse
planexploitaties in het kader van de ‘Ruimtebalans’ zijn opgenomen in deze voorziening. De
ontwikkeling van de voorziening is conform de actualisatie van de planexploitaties bij de
jaarrekening. De toevoeging betreft de rente .
Het voorstel om € 3,4 miljoen over te hevelen naar de algemene reserve bouwgrond is in
bovenstaande tabel nog niet verwerkt.
Egalisatievoorzieningen
Spaarverlof personeel
Stand 1-1-2016
26.939
Toevoegingen 2016
0
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
26.939
Deze voorziening is opgenomen ter hoogte van het opgebouwde spaarverlof van een aantal
personeelsleden. Bij het uit dienst gaan van deze personeelsleden wordt dit uitbetaald.
De negatieve toevoeging betreft de aframing van het saldo ter dekking van de achterliggende
verplichtingen.
Afvloeiingsregelingen personeel
Stand 1-1-2016
48.194
Toevoegingen 2016
0
Onttrekkingen 2016
48.194
Stand 31-12-2016
0
Deze voorziening heeft als doel de financiering van de met het personeel gemaakte afspraken bij
afvloeiing e.d. In het licht van de bezuinigingen en reeds gemaakte afspraken met vertrokken
personeelsleden is het noodzakelijk om de voorziening te handhaven. Door deze voorziening te
handhaven en te vullen met eenmalige middelen is het mogelijk om de afspraken met vertrokken
personeelsleden na te komen zonder dat dit een structurele belasting voor de begroting inhoudt. De
voorziening is voldoende groot om alle verplichtingen vanuit de gemeente te kunnen bekostigen.
Ultimo 2016 zal de voorziening zijn uitgeput. Op het moment dat er eerder sprake is van het vinden
van een baan zal er een overschot zijn in de voorziening.
Pensioen voormalige wethouders
Stand 1-1-2016
1.750.682
Toevoegingen 2016
38.700
Onttrekkingen 2016
59.380
Stand 31-12-2016
1.730.002
Voor zittende wethouders dient op grond van de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers
(APPA) pensioen te worden opgebouwd. Dit pensioen –afhankelijk van de diensttijd als wethouderkomt tot uitkering na het bereiken van de 65-jarige leeftijd.
De noodzakelijke omvang van de voorziening aan het eind van het boekjaar wordt elk jaar bepaald op
basis van actuariële berekeningen door een extern bureau. De werkelijke pensioenbetalingen aan
(voormalige) wethouders in het boekjaar komen ten laste van deze voorziening.
187
Afval
Stand 1-1-2016
66.916
Toevoegingen 2016
0
Onttrekkingen 2016
298
Stand 31-12-2016
66.618
Het tarief dat geheven wordt voor afvalstoffenheffing mag, op begrotingsbasis, maximaal 100%
kostendekkend zijn. Als er grote schommelingen zijn in de kosten kan gebruik gemaakt worden van
een bijdrage van derden afval om de kosten te egaliseren en zo grote schommelingen in de tarieven
te voorkomen. Door een uitspraak van de commissie BBV is de volledige reserve afval omgezet in een
voorziening afval.
Riolering
Stand 1-1-2016
2.080.722
Toevoegingen 2016
41.463
Onttrekkingen 2016
108.694
Stand 31-12-2016
2.013.491
In november 2014 heeft de commissie BBV de notitie riolering uitgebracht. Hierin staat dat de
voordelen op kapitaallasten van riolering die veroorzaakt worden door verschuiving van projecten naar
een later moment, gestort moeten worden in een bijdrage van derden. Voor 2014 gaat het om een
bedrag van € 126.742,-. Daarna is de uitspraak van de commissie BBV gekomen dat de volledige
reserve riolering omgezet dient te worden in een voorziening riolering.
Bijdragen van derden
Promotie-inkomsten
Stand 1-1-2016
550
Toevoegingen 2016
1.000
Onttrekkingen 2016
1.000
Stand 31-12-2016
550
De marktkooplieden betalen maandelijks een bijdrage in de promotieactiviteiten voor de markt. De
acties die plaatsvinden worden door de markt bedacht. Daarbij is het budget leidend.
Parkeerfonds
Stand 1-1-2016
9.366
Toevoegingen 2016
0
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
9.366
De regel in de gemeente Nuenen is dat bedrijven parkeren op eigen terrein moeten oplossen. Bij
nieuwbouw moeten zij dus op hun eigen terrein parkeerplaatsen realiseren. Indien dit niet kan en het
bedrijf gevestigd is in het centrum, is het mogelijk om deze verplichting af te kopen. Deze middelen
zijn dan bedoeld om parkeerplaatsen elders te realiseren, middels de bijdragen van de bedrijven.
Afkoop kan slechts plaatsvinden na toestemming van het college.
Verkeersveiligheid
Stand 1-1-2016
15.236
Toevoegingen 2016
0
Onttrekkingen 2016
0
Stand 31-12-2016
15.236
Dit betreft gelden die in overleg met SRE moeten worden aangewend voor activiteiten in het kader van
de verkeersveiligheid.
188
3.4.4. BELEID T.A.V. BESPAARDE RENTE
Reserves en voorzieningen dienen ter (interne) financiering van gemeentelijke investeringen. De
(bespaarde) rente over dit vermogen behoeft uiteraard niet uitgekeerd te worden aan externen (i.c. de
bank) doch blijft beschikbaar binnen de gemeentelijke huishouding. De bespaarde rente kan worden
toegevoegd aan het vermogen dan wel ingezet worden ten behoeve van de exploitatie. Met de
vaststelling van de Nota reserves en voorzieningen 2011 zijn de kaders hiervan door uw raad
vastgelegd. Hieronder volgen de voornaamste uitgangspunten.
Bepaling % bespaarde rente
Bestaand beleid is een rekenrente van 4% te hanteren. In deze begroting stellen we voor om voortaan
een rekenrente van 2,5% te gebruiken.
Methode rentetoerekening
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De bespaarde rente wordt via de systematiek van de omslagrente toegerekend aan de
gemeentelijke kostendragers (diverse beleidsproducten).
100% van de bespaarde rente van het vaste deel van de algemene reserve wordt structureel
toegevoegd aan de exploitatie.
100% van de bespaarde rente van het structurele niveau bestemmingsreserves structureel
toe te voegen aan de exploitatie
Het structurele niveau van de bestemmingsreserves vast te stellen op het laagste niveau in de
komende 5 jaar. De laagste stand wordt bepaald als het totaal van alle bestemmingsreserves,
behalve de reserves die samenhangen met de bouwgrondexploitatiegebieden (omdat de rente
niet toegevoegd wordt aan de exploitatie) en de onderhoudsfondsen die mogelijk op termijn
een voorziening zullen worden.
De rente over de reserve begraafplaats Oude Landen betrekken bij het saldo baten en lasten
van de begraafplaats.
De jaarlijkse bespaarde rente boven het structurele niveau wordt toegevoegd aan de
algemene reserve als incidentele dekking om de algemene reserve weer op niveau te
brengen (Werkgroep weg naar herstel).
Er wordt geen bespaarde rente aan reserves toegevoegd met uitzondering van de algemene
reserve bouwgrond, de reserve vrije bestedingsruimte, de bestemmingsreserves bovenwijkse
voorzieningen, sociale volkshuisvesting, parkmanagement en fonds groen voor rood.
100% van de bespaarde rente over de voorzieningen wordt toegevoegd aan de algemene
reserve als incidentele dekking om de algemene reserve weer op niveau te brengen
(Werkgroep weg naar herstel).
100% van de bespaarde rente over de risicovoorziening wordt toegevoegd aan de algemene
reserve als incidentele dekking om de algemene reserve weer op niveau te brengen
(Werkgroep weg naar herstel).
Aangezien de algemene reserve inmiddels de normomvang van € 2,8 miljoen heeft bereikt is ons
voorstel om de incidentele rente toe te voegen aan de exploitatie. Hiermee gaan we terug naar de
beleidslijn zoals die is vastegelegd in de nota reserves en voorzieningen 2011.
Bij de kadernota 2015 is een voorstel gepresenteerd over de berekeningswijze van de rekenrente.
Voorgesteld wordt nu om vanaf 1-1-2015 de toerekening van de rente aan de verschillende
189
beleidsproducten hierbij aan te laten sluiten. De rekenrente is in 2015 4% en wordt dan vanaf 2016
2,5%.
Tot en met het jaar 2014 wordt de rente over de investeringen geraamd door 100% rente toe te
rekenen over de boekwaarde op 1-1 van elk jaar en 50% over de vermeerderingen en
verminderingen. Voorgesteld wordt om vanaf 1-1-2015 de rente alleen toe te rekenen voor 100% van
de boekwaarde op 1-1 van elk jaar. Er wordt dus geen rente meer toegerekend over de
vermeerderingen en verminderingen.
De oude werkwijze is niet in te richten in het financieel pakket en de nieuwe (voorgestelde) werkwijze
wel.
190
3.5. TOELICHTING OP DE FINANCIËLE POSITIE
Inleiding
In deze paragraaf wordt kort toegelicht welke uitgangspunten zijn gebruikt voor de berekeningen in
deze meerjarenbegroting. Tevens worden afwijkingen ten opzichte van voorgaande jaren toegelicht.
Indexen
Voor de begroting 2016 en verder zijn de volgende indexen gebruikt.
Indexcijfers MJB 2016-2019
Loonkostenindex
2016
1,50%
2017
1,50%
2018
1,50%
2019
1,50%
Materiële kostenindex
0,75%
0,75%
0,75%
0,75%
2016
1,1%
2017
1,1%
2018
1,1%
2019
1,1%
Tariefopbrengsten / inkomsten
Gewogen kostenontwikkeling
Rekenrente
Om rente over de investeringen toe te rekenen aan de juiste beleidsproducten in de begroting wordt
gewerkt met een rekenrente. Ook de bespaarde rente wordt berekend met deze rekenrente. De
gebruikte rekenrente is conform bestaand beleid 4%. In deze begroting stellen we echter voor om in
de toekomst met een rekenrente van 2,5% te gaan werken.
Toerekening rente
Bij de kadernota 2015-2019 is de berekeningswijze van de rekenrente uitgeschreven.
De toerekening van de rente aan de verschillende beleidsproducten sluit hierbij aan. De rente wordt
voor 100% van de boekwaarde op 1-1 van elk jaar toegerekend. Er wordt dus geen rente toegerekend
over de vermeerderingen en verminderingen.
191
4. GERELATEERDE BESLUITEN
192
4.1. SUBSIDIEPROGRAMMA 2016
1. INLEIDING
Voor u ligt het subsidieprogramma 2016. Dit jaarlijks programma geeft inzicht in de wijze waarop het
college de gelden van de door de gemeenteraad vastgestelde subsidiebudgetten verdeelt over de
Nuenense verenigingen en instellingen.
2. UITGANGSPUNTEN
Grondslag
Bij de verdeling van de subsidies is de Algemene subsidieverordening gemeente Nuenen c.a. 2008
(door de gemeenteraad vastgesteld op 29 mei 2008) toegepast, later verordening genoemd. De
waarderingsbijdragen zijn gebaseerd op de beleidsregels subsidiebeleid welzijn gemeente Nuenen
c.a. voor waarderingsbijdragen juni 2008 (24 juni 2008 door het college vastgesteld), later de
beleidsregels genoemd. Daarnaast gelden de beleidsuitgangspunten in het welzijnsbeleid, met name
de kadernota Persoonlijk en Dichtbij, de kadernota transitie Jeugdzorg, de kaders begeleiding AWBZ
in de Wmo en de notitie beleidsuitgangspunten Wmo.
Maatregel € 500,00
Bij de samenstelling van dit programma is rekening gehouden met het amendement dat in 2013 bij de
behandeling van het subsidie- en accommodatiebeleid werd aangenomen. In december 2013 werd
besloten om organisaties die een subsidie ontvangen die minder of gelijk is aan € 500,00 vanaf 2015
geen subsidie meer te geven.
Indexering
Bij de samenstelling van de begroting 2016 wordt rekening gehouden een indexering. In de kadernota
is een kostenindexering bepaald van 0,75%, deze is toegepast op het subsidieprogramma 2016.
De totale beschikbare subsidiebedragen per subsidiebudget komen hiermee op:
Subsidieplafonds
2015
(volks)cultuur en natuur
maatschappelijke
dienstverlening
jeugd
sport
incidentele subsidie
(participatie)
extra Heartsafe = motie
index = 0,75%
2016
634.921,00
€
4.761,91
€
€ 1.016.241,00
€ 945.309,00
€ 145.499,00
€
€
€
7.621,81
7.089,82
1.091,24
€
€
2.000,00
€
€
-
€ 2.743.970,00
€
20.564,78
€
€
€
8.246,00
8.246,00-
€ 1.032.108,81
€ 944.152,82
€ 146.590,24
€
€
-
639.682,91
2.000,00
€ 2.764.534,78
Hier heeft een verschuiving tussen de subsidiebudgetten plaatsgevonden. Stichting Carrousel richt
zich niet alleen op jeugd, maar ook op volwassenen en is verplaatst naar het subsidieplafond van
maatschappelijke dienstverlening.
193
3. WIJZIGINGEN SUBSIDIE TEN OPZICHTE VAN 2015
SUBSIDIEBUDGET (VOLKS)CULTUUR EN NATUUR
Kunstzinnige vorming
De Stichting Culturele Activiteiten Nuenen is opgehouden voert geen activiteiten meer uit. Voor 2016
is er geen subsidieaanvraag meer binnengekomen. Het vrijgevallen budget is als nieuwe post onder
kunstzinnige vorming opgenomen. Te weten: activiteiten voor jeugdigen (basisschool) en
ondersteuningsactiviteiten sociaal domein.
Cultureel erfgoed
Voor Heemkundekring De Drijehornick wordt € 8.000,00 geraamd, dit is een toename van € 6.755,00.
Dit geldt als tegemoetkoming van de huurkosten in het Koetshuis waar ze momenteel gevestigd zijn.
De accommodatie dient ter ondersteuning van de activiteiten die de heemkundekring verricht.
Oranjecomité
De beleidsregels subsidiebeleid welzijn (juni 2008) bepalen dat Stichting Oranje comité € 2.025,00
subsidie toegewezen kan krijgen. In 2015 was dit € 3.375,00.
SUBSIDIEBUDGET MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
Maatschappelijk werk
De LevGroep ontving in 2015 € 725.495,00. Dit bedrag wordt in 2016 verhoogd naar € 763.217,00
omdat de welzijnsinstelling meer taken gaat uitvoeren in het kader van de transities. De meerkosten
worden gemaakt door extra in te zetten op cliëntondersteuning, vroegsignalering schuldhulp en
dagbesteding.
Ouderenorganisaties
De Katholieke Bond voor Ouderen (KBO) ontvangt alleen nog subsidie voor activiteiten die passen in
het kader van de gemeentelijke beleidsdoelstellingen. In het jaarverslag 2014 begroten ze de post
activiteiten op € 27.300,00. Aan baten bij KBO staat hier € 15.800,00 tegenover. De gemeente
subsidieert het restant voor de activiteiten, te weten € 11.500,00. Met de KBO zullen hierover nadere
afspraken gemaakt worden.
PVGE Vereniging voor senioren heeft volgens hun begroting geen kosten voor activiteiten. Ze kunnen
op grond hiervan geen subsidie toegekend krijgen.
Regionale maatschappelijke organisatie
Novadic Kentron heeft geen subsidieaanvraag voor 2016 gedaan. De raming wordt hiermee op € 0,00
gezet.
194
MEE Zuid Oost Brabant heeft geen aanvraag voor 2016 ingediend. De overeenkomst met hen is in
2015 beëindigd. De werkzaamheden zijn deels door de LevGroep overgenomen en deels in het kader
van de transformatie bespaard.
GGzE voert vanaf 2015 een extra taak uit. Deze valt onder de nieuwe Wmo-taken in het sociaal
domein. De gemeente heeft hiervoor € 20.000,00 in de begroting opgenomen. Het gaat om de vrije
inloop voor patiënten. Dit bedrag wordt overgeheveld van elders uit de begroting naar het
subsidiebudget.
Stichting De Carrousel heeft in 2015 subsidie ontvangen in het kader van de jeugdactiviteiten. Deze
stichting richt zich niet alleen op jeugd en is daarom verschoven naar het subsidiebudget
maatschappelijke dienstverlening. Het geraamde bedrag is hetzelfde gebleven. De stichting is gericht
op de participatie en integratie van mensen met een verstandelijke beperking in de regio Eindhoven
en de Kempen. De stichting richt zich daarbij primair op het faciliteren van activiteiten in de vrije tijd
van en voor mensen met een verstandelijke beperking.
Overig
Veteranendag Brabant Zuidoost kent geen grondslag voor toekenning in de beleidsregels 2008. De
aanvraag 2016 zal middels een voorgenomen besluit door het college worden afgewezen.
SUBSIDIEBUDGET JEUGD
Uitvoeringsovereenkomsten
LevGroep, voert in 2016 extra taken uit in het kader van de Jeugdwet. Het gaat om een bedrag van
€ 51.820,00,-.
Zuidzorg krijgt subsidie op basis van het aantal kinderen tussen 0 en 4 jaar. De raming 2016 is
gemaakt op basis van 748 (peildatum 1 januari 2015) en een tarief per kind van € 350,00. Wanneer
achteraf blijkt dat er minder kinderen waren wordt het teveel betaalde bedrag geretourneerd. Tot en
met 2015 golden andere afspraken. Het tarief per kind bedroeg toen € 342,00.
Voor Kinderspeelzalen Nuenen wordt in 2016 een bedrag geraamd van € 289.000,00. Dit is
€ 12.440,00 meer dan in 2015. De reden hiervan is dat de salariskosten zijn gestegen om de
organisatie in te richten voor een derde groep voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Het is een
wettelijke verplichting om voor- en vroegschoolse educatie aan te bieden.
Recreatieve activiteiten voor de jeugd
Stichting De Carrousel is overgeheveld naar het subsidiebudget maatschappelijke dienstverlening.
195
SUBSIDIEBUDGET SPORT
Sportverenigingen
NUVO68 heeft te laat een subsidieaanvraag ingediend en wordt afgewezen.
SUBSIDIEBUDGET INCIDENTEEL
Dit subsidiebudget voor incidentele subsidies is eerder door bezuinigingen komen te vervallen. De
transities en de participatie maatschappij vragen om een overheid die faciliterend is. Er is voor 2016
een bedrag van € 25.000,00 geraamd om in te spelen op activiteiten de gericht zijn op ondersteuning
in het sociale domein en het versterken van voorliggende voorzieningen.
Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld voor activiteiten die door Nuenense instellingen worden
georganiseerd met het oog op de volgende doelen:
- activiteiten gericht op deelname aan activiteiten door Nuenense inwoners die daarop eigen kracht
niet toe in staat zijn (kwetsbare inwoners);
- activiteiten die bedoeld zijn om de sociale samenhang van een buurt of wijk te versterken;
- activiteiten die beogen om Nuenense inwoners te ondersteunen zodat ze niet direct aangewezen zijn
op specialistische zorg.
Direct na vaststelling van de gemeentebegroting kunnen Nuenense organisaties informatie inwinnen
of subsidieaanvragen indienen. Het college hoopt hiermee te anticiperen op het nieuwe subsidiebeleid
en wil hiermee voorkomen dat 2016 niet enkel bestaat uit voortzetting van bestaand beleid.
4. NIEUWE AANVRAGEN 2016
Voor het subsidiejaar 2016 zijn de volgende (nieuwe) aanvragen ingediend:
Instelling:
Jongerenkoor Jocanto
Bedrag:
€ 340,00
VOORKOM!
Verslavingspreventie.
Bijna Thuis Huis
€ 4.000,00
Standpunt:
Niet toekennen. Volgens de beleidsregels
waarderingsbijdragen (2008) krijgen ze € 340,00
toegewezen. Op basis van een amendement dat
in 2013 bij de behandeling van het subsidie- en
accommodatiebeleid werd aangenomen zijn alle
waarderingsbijdrage minder of gelijk aan € 500,00
afgeschaft.
Niet toekennen. Er zijn geen onderbouwende
stukken opgestuurd. Het betreft een onvolledige
aanvraag.
Toekennen. Blijkens de eerste opzet hebben ze
als organisatie eenmalig een subsidie nodig om
op te starten. In het tweede jaar verwachten ze
een bezetting van 80% waarbij ze begroten met
een positief resultaat. Het besluit is om een
eenmalige garantiesubsidie te verstrekken in de
196
exploitatie
Niet toekennen. Activiteit past in beleid voor de
realisering van een participatiemaatschappij,
echter wordt subsidie gevraagd voor aanschaf
van materialen. Dit is een incidentele subsidie
waarover de gemeenteraad nog geen besluit
genomen heeft.
Niet toekennen. De gemeente kent slechts één
formeel adviesorgaan, de Adviesraad Sociaal
Domein (ASD). Indien de ouderen respectievelijk
ouderenorganisaties een eigen platform wensen
is het aan hen om dat te financieren.
Niet toekennen. Geen volledige aanvraag
ontvangen.
Niet toekennen. Dit betreft een incidentele
subsidie, hierover moet de raad nog een budget
beschikbaar stellen. De aanvraag is € 8.000,00
co-financiering voor het opknappen van een
voormalig handbalterrein in Nederwetten.
Kookgroep Ittemee
Seniorenraad Nuenen
Stichting Dorpswerkplaats
Dorpsraad Nederwetten
Totaal nieuw
€ 4.000,00
5. Beoordeling na zienswijzen
Het college heeft verenigingen in de gelegenheid gesteld om na een voorgenomen besluit een
zienswijze in te kunnen dienen. De volgende instellingen hebben hier gebruik van gemaakt. Tevens
wordt hier inhoudelijk op ingegaan.
Stichting Leergeld Nuenen c.a.
Zienswijze:
De Stichting geeft aan dat er geen bedrag in het subsidieprogramma is opgenomen voor 2016. Hierbij
laten ze de gemeente weten dat inmiddels met een verhuurder van een ruimte waar ze materialen
repareren en opslaan een overeenkomst voor 2016 is gesloten. Hieraan zijn kosten verbonden, die de
stichting niet volledig kan zelf kan financieren.
Overweging:
De doelstelling van Stichting Leergeld is als volgt:
“Adviseurs en bestuur zetten zich in voor schoolgaande kinderen die niet mee kunnen doen
aan activiteiten in en buiten school omdat dit voor de ouders te duur is. Het gevolg van deze
armoede is sociale uitsluiting en dat is voor de toekomst van deze kinderen en daarmee ook
voor de hele samenleving funest. Stichting Leergeld wil alle kinderen laten meetellen zodat
zich goed kunnen voorbereiden op de toekomst.”
Voor toekenning van een waarderingssubsidie komen in aanmerking instellingen die:
“Activiteiten ontplooien die rechtstreeks het algemeen belang van de plaatselijke
gemeenschap en het welzijn van de inwoners van de gemeente bevorderen en bijdragen aan
de gemeentelijke beleidsdoeleinden…”
197
Het college ondersteunt de doelstelling en werkzaamheden van Stichting Leergeld Nuenen c.a. De
stichting geeft immers invulling aan het doel van de Wmo en de Jeugdwet (participatie). Echter heeft
de stichting geen subsidieaanvraag ingediend. Stichting Leergeld Nuenen c.a. heeft wel van de
mogelijkheid gebruik gemaakt om een zienswijze in te dienen.
Het college heeft de zienswijze gezien als een aanvraag voor subsidie. De doelstelling van Stichting
Leergeld Nuenen c.a. sluit aan op de gemeentelijke beleidsdoelstelling.
Standpunt college:
Het college is bereid om een bijdrage voor huisvesting beschikbaar te stellen, om hiermee een
bijdrage te kunnen leveren aan de doelstelling van de stichting. Vooralsnog wordt daarvoor een
bedrag geraamd van € 575,00.
Volleybalvereniging NUVO ’68
Overweging:
Volleybalvereniging NUVO ’68 heeft de gegevens voor de subsidie aanvraag te laat ingediend. Het
college beschouwt de verlate aanvraag als zienswijze. NUVO ’68 heeft alle onderbouwende stukken
alsnog ingediend.
Standpunt college:
Bij de heroverweging besluit het college om de subsidie van € 10,50 per jeugdlid en 10% van de
accommodatiekosten te subsidiëren. Het geraamde bedrag komt hiermee op € 1.125,00.
Zwem- en polovereniging Nuenen
Zienswijze:
De Zwem- en polovereniging verzoekt om een extra subsidie van € 7.250,-. Dit bedrag is nodig om de
verhoging van de huur van zwemwater te kunnen opvangen. De exploitant heeft voor 2016 de tarieven
met 10% verhoogd. De vereniging geeft aan dat middels een huurovereenkomst de huurafspraken
voor 2016 zijn vastgelegd.
Overweging:
Het college ondersteunt de activiteiten van de zwem- en polovereniging. Het college geeft hiervoor
een waarderingsbijdrage gebaseerd op de beleidsregels. Deze geeft aan dat per jeugdlid € 10,50
gesubsidieerd wordt en 10% van de kosten van een binnensportaccommodatie die ten behoeve van
de jeugd worden gemaakt worden vergoedt.
De kosten voor binnensport komen vanaf 2016 op € 34.314,00 + 10% = € 37.745,40. Van deze kosten
wordt 10% gesubsidieerd. Te weten: € 3.774,54. Samen met de subsidie voor het aantal jeugdleden
(91 leden X € 10,50) € 955,50. Het voorgenomen besluit is € 4.386,90 en wordt bijgesteld naar een
bedrag van € 4.730,04.
198
Standpunt college:
Vanwege de verhoging van de accommodatiekosten zal het voorgenomen besluit worden bijgesteld.
Aanvullend stellen we voor om voor de gebruikers van het zwembad in Nuenen eenmalig een extra
subsidie toe te kennen voor de toegenomen huurkosten. Hiervoor wordt € 7.000,- begroot. De
ontwikkelingen rondom een zwembad in Nuenen zijn nog onduidelijk. Deze duidelijkheid zal bij een
nog uit te voeren onderzoek naar voren moeten komen. Tot die tijd is het wenselijk dat de gebruikers
in verenigingsverband hun activiteiten kunnen blijven uitoefenen.
WLG zorg voor welzijn, Kookgroep “Ittemee”
Zienswijze:
WLG geeft in de zienswijze aan dat ze een eenmalige bijdragen voor materialen ten behoeve van de
kookactiviteiten willen ontvangen.
Overweging:
Zoals in de onderbouwing in eerste instantie vindt het college de activiteiten passen binnen het
gemeentelijke beleid. Met name door versterking van sociale cohesie in wijken. Hiervoor is een bedrag
van € 25.000,00 opgenomen in het subsidieprogramma 2016, onder incidentele subsidie. De
gemeenteraad neemt op 5 november een besluit hierover. Pas na besluitvorming zal de aanvraag van
WLG voor kookgroep “Ittemee” in dit kader behandeld worden.
Standpunt college:
Op dit moment bestaat er geen grondslag om subsidie toe te kennen, omdat het gaat om een
incidentele subsidie waarvoor geen budget is opgenomen. De aanvraag wordt bij vaststelling van het
bedrag incidentele subsidie opnieuw beoordeeld.
Jongerenkoor Jocanto
Zienswijze:
Jongerenkoor Jocanto geeft in haar zienswijze aan dat ze aanspraak willen maken op het
subsidiebudget jeugd. Jongerenkoor Jocanto geeft aan dat er sprake is van 11 leden onder de 18 jaar.
Daarnaast geeft Jocanto aan dat ze een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van jongeren in
Nuenen. Er wordt een plek geboden om te leren en er is voor jongeren de mogelijkheid om te groeien
en te ontdekken wie ze zijn in een veilige omgeving.
Overweging:
De beleidsregels hebben indeling voor subsidieverlening. Hierbij is aangegeven of er een vast bedrag
per jaar, een bedrag per lid of een bedrag per inwoner toegekend kan worden. Koren valt onder
amateurkunst. In de verordening zijn bedragen opgenomen per vereniging. Voor Jocanto is een
bedrag opgenomen van € 340,00.
Op basis van een amendement dat in 2013 bij de behandeling van het subsidie- en
accommodatiebeleid werd aangenomen zijn alle waarderingsbijdrage minder of gelijk aan € 500,00
afgeschaft.
199
Standpunt college:
De zienswijze heeft niet geleid tot ander inzicht.
Nuenens Wildbeheer
Zienswijze:
Nuenens Wildbeheer licht toe welke werkzaamheden specifiek voor de gemeente Nuenen worden
verricht. Ze geven aan dat deze werkzaamheden anders door gemeente uitgevoerd dienen te worden
en dat dit nu gebeurt door vrijwilligers.
Overweging:
Nuenens Wildbeheer heeft de werkzaamheden die zij verricht voor de gemeente Nuenen nader
toegelicht en nader gespecificeerd in hun zienswijze. Vanuit de afdeling Ontwikkeling en Handhaving
heeft een (her)overweging plaatsgevonden. De conclusie hieruit is dat de stichting werkzaamheden
verricht voor de gemeente Nuenen en voor de gemeenschap die anders door gemeenteambtenaren
verricht dienen te worden. Er worden met de stichting hierover werkafspraken gemaakt.
Standpunt college:
Het college is van mening dat deze werkzaamheden in goed overleg met de betrokken ambtenaar
uitgewerkt kunnen worden en stelt een waarderingsbijdrage ter beschikking van € 850,00.
Stichting Veteranen Brabant Zuid Oost
Zienswijze:
Stichting Veteranen Brabant Zuid Oost geeft aan dat de belangrijkste taak is de ontmoeting van
gelijkgestemden. Door ervaringen te delen helpt dit met het verwerkingsproces van veteranen. De
stichting geeft aan dat er in Nuenen 100 veteranen woonachtig zijn.
Overweging:
Vanaf 1 januari 2015 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid voor de zorg en de participatie van
haar inwoners. Inwoners kunnen hiervoor terecht bij het CMD. Het gemeentelijk beleid is erop gericht
om de voorliggende voorzieningen, waaronder deze stichting valt, te kennen en samen met elkaar
inwoners te ondersteunen.
Standpunt college:
Het college heeft na zienswijze beoordeeld dat de Stichting Veteranen Brabant Zuid Oost een
waarderingsbijdrage toe te kennen van € 600,-, de insteek is dat de stichting samenwerking aan gaat
als het gaat om de activiteiten die ze verrichten.
200
KBO
Zienswijze:
Het bezwaar richt zich met name op het niet subsidiëren van huisvestingskosten die een wezenlijk
onderdeel uitmaken van de kosten van een activiteit. Zodra de huisvestingskosten stoppen is het
zonder subsidie niet mogelijk om de activiteiten voort te zetten.
Overweging:
Het college heeft zich – om te korten op de subsidie – laten leiden door hetzelfde argument als het
bestuur bevestigt: er wordt subsidie verstrekt in de huisvestingskosten die ter ondersteuning dienen
voor doelstellingen in het welzijnsbeleid. Dat is een situatie die zich heeft voltrokken in de afgelopen
jaren. Voorheen was er een directe relatie tot subsidie en te subsidiëren activiteiten. Daar willen we
als gemeente weer naartoe. Nu wordt de indruk gewekt dat de gemeente alle activiteiten die de
instelling organiseert ook heeft opgenomen in haar welzijnsbeleid. Wij zijn echter van mening dat een
groot deel van de activiteiten die een sterke wissel trekken op de huisvestingskosten inhoudelijk niet
voor subsidie in aanmerking komen. Een goed voorbeeld daarvan is het biljarten (relatief groot
oppervlak). Graag willen we weer terug naar en directe subsidierelatie met inhoudelijke prioriteiten. De
voorgenomen korting sorteert daarop voor.
Standpunt college:
De KBO zal door de gemeente worden uitgenodigd voor een gesprek om tot nadere afspraken te
komen (een uitvoeringsovereenkomst). De subsidie KBO is aangepast op basis van de begrote
activiteiten. Dit zou echter een te groot verschil met de vorige subsidiebeschikking betekenen. Dat is
de reden dat wij een overgangsmaatregel willen treffen voor de helft van de geplande teruggang.
Mee Brabant Zuid Oost
Zienswijze:
Mee Brabant Zuid Oost geeft in de zienswijze aan dat de subsidie voor informele zorg (te weten,
€ 17.919,00) die werd verstrekt is in 2015, ten onrechte niet is toegekend en vraagt of deze in 2016
wel weer toegekend kan worden.
Mee Brabant Zuid Oost geeft aan diensten te verlenen voor cliëntondersteuning en vraagt hiervoor
subsidie aan.
Overweging:
Het college is van mening dat de informele zorg met ingang van 2015 is getransformeerd naar directe
formatie-uren in het CMD. De betreffende subsidie was integraal opgenomen in de totale
subsidieraming 2015 (€ 209.000).
Door het college is de nota beleid cliëntondersteuning vastgesteld. Daarin wordt deze vorm van
ondersteuning anders gedefinieerd dan voorheen het geval was. Op grond daarvan wordt op een
andere wijze invulling gegeven aan deze dienstverlening.
Standpunt college:
Het besluit om geen subsidie meer te verstrekken aan de instelling blijft gehandhaafd.
201
Bijna Thuis Huis
Zienswijze:
Bijna Thuis Huis heeft een gesprek met de gemeente een nieuwe begroting ingediend. Ze vragen de
gemeente medewerking te verlenen aan een huurovereenkomst voor een accommodatie.
Overweging:
In de gesprekken die hebben plaatsgevonden is gebleken dat er geen sprake is van een aanvraag
voor subsidie.
Standpunt college:
Het besluit om geen subsidie beschikbaar te stellen.
202
5. FINANCIËLE PARAGRAAF
Subsidieplafond 2015
€ 2.743.970,00
Index = 0,75%
€
20.565,00
€ 2.764.535,00
extra inloop ggze +/+
€
20.000,00
Subsidieplafond 2016
€ 2.784.535,00
Te beschikken zoals geraamd 2016
€ 2.679.023,00
Verschil plafond 2016 ten opzichte
van geraamde bedragen 2016
€
105.512,00
SUBSIDIEPROGRAMMA PER SUBSIDIEBUDGET
1. SUBSIDIEBUDGET (VOLKS)CULTUUR EN NATUUR
Het subsidiebudget Cultuur bedraagt in 2016 € 639.683,00. In dit subsidiebudget zijn ten aanzien van
2015 de volgende mutaties uitgevoerd:
•
De bedragen van instellingen zijn met +0,75% geïndexeerd.
•
De waarderingsbijdrage gelijk of lager dan € 500,00 vervalt.
•
Voor Heemkundekring De Drijehornick is de subsidie toegenomen in verband met huur van de
accommodatie.
Deze mutaties zijn in onderstaande ramingen verwerkt.
1. Kunstzinnige Vorming
De subsidies worden in de vorm van contractfinanciering verleend.
Instelling:
Basisbibliotheek Dommeldal
Kunstkwartier Helmond
CAN
Raming 2016
€ 381.516,00
€ 181.375,00
€ 0,00
Toekenning 2015
€ 378.676,00
€ 179.690,00
€ 45.000,00
203
Activiteiten jeugdigen en
ondersteuning Sociaal Domein
€ 45.400,00
€ 0,00
2. Koren en toneel
De verenigingen krijgen een waarderingsbijdrage volgens de beleidsregels waarderingsbijdragen
(2008).
Instelling:
Musicalgroep Kapsones
Toneelvereniging De Lindespelers
Jongerenkoor Jocanto
Raming 2016
€ 660,00
€ 2.395,00
€ 0,00
Toekenning 2015
€ 660,00
€ 2.395,00
€ 0,00
3. Cultureel erfgoed en milieueducatie
De verenigingen/stichtingen krijgen een waarderingsbijdrage volgens de beleidsregels
waarderingsbijdragen (2008).
Instelling:
Onderhoud Kapelpark Hooijdonk
IVN
Heemkundekring De Drijehornick
Nuenens Wildbeheer
Raming 2016
€ 970,00
€ 3.860,00
€ 8.000,00
€ 800,00
Toekenning 2015
€ 970,00
€ 3.860,00
€ 1.245,00
€ 0,00
4. St. Nicolaasverenigingen – oranjecomité
De verenigingen krijgen een waarderingsbijdrage volgens de beleidsregels waarderingsbijdragen
(2008).
Instelling:
Stichting Intocht Sinterklaas Nuenen
Stichting Oranjecomité
Raming 2016
€ 600,00
€ 3.375,00
Toekenning 2015
€ 600,00
€ 3.375,00
5. Muziekkorpsen
De muziekkorpsen krijgen een waarderingsbijdrage volgens de beleidsregels waarderingsbijdragen
(2008).
204
Instelling:
Showkorps Oefening en Volharding
Drumfanfare Jong Leven Gerwen
Gerwens Muziekkorps
Brassband De Vooruitgang
Raming 2016
€ 5.755,00
€ 4.015,00
€ 4.120,00
€ 3.545,00
Toekenning 2015
€ 6.485,00
€ 4.090,00
€ 4.340,00
€ 3.535,00
Berekening:
Vast
bedrag
majoretten
(€ 30)
Jeugdlid
(€ 45)
lid in
opleiding
(€ 10)
€
7.500,00
Totaal
Showkorps
Oefening en
Volharding
€ 1.450,00
€
150,00
€1.845,00
€ 360,00
€
1.950,00
€
5.755,00
Drumfanfare
Jong Leven
€ 1.450,00
€
120,00
€ 495,00
€ 150,00
€
1.800,00
€
4.015,00
Gerwens
Muziekkorps
€ 1.450,00
€
-
€ 405,00
€
90,00
€
2.175,00
€
4.120,00
Brassband
De
Vooruitgang
€ 1.450,00
€
-
€ 450,00
€
70,00
€
1.575,00
€
3.545,00
205
2. SUBSIDIEBUDGET MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
Het subsidiebudget Maatschappelijke Dienstverlening bedraagt in 2016 € 1.032.109,00. In dit
subsidiebudget zijn ten aanzien van 2015 de volgende mutaties uitgevoerd:
•
De bedragen van instellingen zijn met +0,75% geïndexeerd.
•
De waarderingsbijdrage gelijk of lager dan € 500,00 vervalt.
Deze mutaties zijn in onderstaande ramingen verwerkt.
1. Maatschappelijk Werk
De subsidies worden in de vorm van contractfinanciering verleend.
Instelling:
LevGroep
Raming 2016
€ 763.217,00
Toekenning 2015
€ 725.495,00
2. Ouderenorganisaties.
De Nuenense ouderenorganisaties krijgen een subsidie die bestaat uit het onderdeel sociaal-culturele
activiteiten. De subsidies worden in de vorm van contractfinanciering verleend.
Instelling:
KBO
PVGE
Raming 2016
€ 11.500,00 #
€ 0,00
Toekenning 2015
€ 29.629,00
€ 2.319,00
# Daarnaast geldt een overgangsregel van € 9.000,-.
3. Regionale maatschappelijke organisaties
Verschillende regionale organisaties die ook in de gemeente Nuenen actief opereren krijgen een
bedrag per inwoner of Nuenense deelnemer volgens de beleidsregels waarderingsbijdragen (2008).
Instelling:
Novadic Kentron
Raming 2016
€ 0,00
Toekenning 2015
€ 2.300,00
206
Slachtofferhulp Nederland afd. ZO
MEE
GGzE
Stichting De Carrousel
Voorkom! Verslavingspreventie
€ 3.240,00
€ 0,00
€ 52.670,00
€ 8.246,00
€ 0,00
€ 3.240,00
€ 203.945,00
€ 32.670,00
€ 8.246,00
€ 0,00
4. Lokale maatschappelijke organisatie
De in Nuenen werkzame organisaties ontvangen een jaarlijkse waarderingsbijdrage volgens de
beleidsregels waarderingsbijdragen (2008).
Instelling:
Bijna Thuis Huis
Stichting Vrijwillige Thuiszorg
Stichting Plus - Minus
Woonkeur Adviesgroep (WAG)
Veilig Verkeer Nederland
Stichting Heartsafe
EHBO St. Clemens
Seniorenraad
St. Leergeld
Raming 2016
€ 0,00
€ 1.552,00
€ 600,00
€ 700,00
€ 4.900,00
€ 2.000,00
€ 4.690,00
€ 0,00
€ 575,00
Toekenning 2015
€ 0,00
€ 1.580,00
€ 500,00
€ 700,00
€ 4.900,00
€ 2.000,00
€ 4.560,00
€ 0,00
€ 575,00
Berekening:
EHBO St. Clemens
vast bedrag
lid (€ 10)
€
€
4.000,00
690,00
€
4.690,00
5. Overig
De stichtingen/verenigingen krijgen een waarderingsbijdrage volgens de beleidsregels
waarderingsbijdragen (2008).
Instelling:
Veteranendag Brabant Zuidoost
Stichting Leefbaarheid Gerwen
Kookgroep Nederwetten
Kookgroep Ittemee
Stichting Dorpswerkplaats
Raming 2016
€ 600,00
€ 2.700,00
€ 560,00
€ 0,00
€ 0,00
Toekenning 2015
€ 600,00
€ 2.700,00
€ 528,00
€ 0,00
€ 0,00
207
3. SUBSIDIEBUDGET JEUGD
Het subsidiebudget Jeugd bedraagt in 2016 € 944.153,00. In dit subsidiebudget zijn ten aanzien van
2015 de volgende mutaties uitgevoerd:
•
De bedragen van instellingen zijn met +0,75% geïndexeerd.
•
De waarderingsbijdrage gelijk of lager dan € 500,00 vervalt.
Al deze mutaties zijn in onderstaande ramingen verwerkt.
1. Uitvoeringsovereenkomsten
Met vier instellingen wordt een uitvoeringovereenkomst gesloten waarin beleid, opdrachten, resultaten
en effecten en ten slotte de verantwoording wordt geregeld.
Instelling:
Lev groep
Zuidzorg
Kinderspeelzalen Nuenen
Bureau Halt
Raming 2016
€ 513.089,00
€ 261.800,00
€ 189.000,00
€ 9.263,00
Toekenning 2015
€ 461.269,00
€ 264.024,00
€ 172.027,00
€ 9.263,00
2. Recreatieve activiteiten voor de jeugd
Een aantal Nuenense organisaties die voor de jeugd werkzaam zijn krijgt een vaste
waarderingsbijdrage volgens de beleidsregels waarderingsbijdragen (2008).
Instelling:
Stichting jeugdrecreatie (Kievit)
Stichting Kindervakantieactiviteiten
Nuenen
Stichting Jeugdactiviteiten Gerwen
Raming 2016
€ 4.910,00
€ 2.660,00
Toekenning 2015
€ 4.910,00
€ 2.660,00
€ 2.660,00
€ 2.660,00
208
3. Jeugdverenigingen
Deze organisaties, die allerlei activiteiten voor de Nuenense jeugd organiseren, worden gesubsidieerd
op basis van de volgende beleidsregels:
•
elke vereniging ontvangt een vaste jaarlijkse bijdrage van € 25,00 per jeugdlid en
•
indien van toepassing een vaste bijdrage in de exploitatie van de accommodatie.
Instelling:
DOEN! Nederwetten
Scouting Pantha Rhei
Scouting Rudyard Kipling
Jong Nederland Gerwen
Dorpsraad Nederwetten
Raming 2016
€ 625,00
€ 900,00
€ 10.075,00
€ 8.275,00
€ 0,00
Toekenning 2015
€ 650,00
€ 1.000,00
€ 10.225,00
€ 8.375,00
€ 0,00
Berekening:
Jeugdverenigingen
DOEN! Nederwetten
Scouting Pantha Rhei
Scouting Rudyard
Kipling
Jong Nederland
Gerwen
Aantal
leden
25
36
103
Ledensubsidie Accommodatiebijdrage
Totaal
€
625,00
€
900,00
€ 2.575,00
€ 7.500,00
€
625,00
€
900,00
€ 10.075,00
31
€
€ 7.500,00
€
775,00
8.275,00
209
4. SUBSIDIEBUDGET SPORT
Het subsidiebudget Sport bedraagt in 2016 € 146.590,00. In dit subsidiebudget zijn ten aanzien van
2015 geen mutaties uitgevoerd.
1. Sportverenigingen
De stichtingen/verenigingen krijgen een waarderingsbijdrage volgens de beleidsregels
waarderingsbijdragen (2008). Per jeugdlid ontvangt de vereniging een vaste bijdrage van € 10,50 en
van de verschuldigde huur van binnensportaccommodaties, die gebruikt worden door de jeugd, wordt
10% gesubsidieerd.
Instelling:
RKSV
Voetbalvereniging Nederwetten
RKGSV
EMK
Honk - en softbalclub
TV Lissevoort
TV Wettenseind
Hockey Nuenen
NUVO 68
Badmintonclub
Zwem - en polovereniging
PSV gymnastiek
NKV
Raming 2016
€ 6.348,00
€ 0,00
€ 754,00
€ 1.276,00
€ 939,00
€ 1.460,00
€ 840,00
€ 6.482,00
€ 1.125,00
€ 734,00
€ 4.730,00
€ 1.039,00
€ 1.403,00
Toekenning 2015
€ 6.357,00
€ 515,00
€ 707,00
€ 1.145,00
€ 1.126,00
€ 1.617,00
€ 956,00
€ 6.504,00
€ 1.072,00
€ 824,00
€ 3.940,00
€ 1.227,00
€ 1.511,00
210
Berekening:
Sportverenigingen
RKSV
Voetbalvereniging
Nederwetten
RKGSV
EMK
Honk - en
softbalclub
TV Lissevoort
TV Wettenseind
Hockey Nuenen
NUVO 68
Badmintonclub
Zwem - en
polovereniging
PSV gymnastiek
NKV
Aantal
leden
600
41
Ledensubsidie
Huur
Totaal
€ 6.300,00
€
430,50
€
€
€
€
6.347,76
443,17
71
120
32
€
745,50
€ 1.260,00
€
336,00
€
84,38
€ 159,20
€ 6.027,00
€
€
€
8,44
15,92
602,70
€
€
€
753,94
1.275,92
938,70
139
80
554
57
35
91
€ 1.459,50
€
840,00
€ 5.817,00
€
598,50
€
367,50
€
955,50
€
€
€ 6.649,91
€ 5.265,00
€ 3.662,00
€37.745,00
€
€
€
€
€
€
664,99
526,50
366,20
3.774,54
€
€
€
€
€
€
1.459,50
840,00
6.481,99
1.125,00
733,70
4.730,00
58
84
€
€
€ 4.298,40
€ 5.211,91
€
€
429,84
521,19
€
€
1.038,84
1.403,19
609,00
882,00
Subsidie
huur
477,60 €
47,76
126,70 €
12,67
2. Compensatie huisvesting
Instelling:
RKSV
Raming 2016
€ 59.000,00
Toekenning 2015
€ 57.998,00
3. Combinatiefunctionaris
Met de LevGroep wordt een uitvoeringovereenkomst gesloten waarin beleid, opdrachten, resultaten
en effecten en ten slotte de verantwoording wordt geregeld.
Instelling:
LevGroep
Raming 2016
€ 60.500,00
Toekenning 2015
€ 60.000,00
211
5. SUBSIDIEBUDGET INCIDENTEEL (PARTICIPATIE)
De transities en de participatie maatschappij vragem om een overheid die faciliterend is. Er is voor
2016 een bedrag van € 25.000,00 geraamd om in te spelen op activiteiten de gericht zijn op
ondersteuning in het sociale domein en het versterken van voorliggende voorzieningen.
Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld voor activiteiten die door Nuenense instellingen worden
georganiseerd met het oog op de volgende doelen:
- activiteiten gericht op deelname aan activiteiten door Nuenense inwoners die daarop eigen kracht
niet toe in staat zijn (kwetsbare inwoners);
- activiteiten die bedoeld zijn om de sociale samenhang van een buurt of wijk te versterken;
- activiteiten die beogen om Nuenense inwoners te ondersteunen zodat ze niet direct aangewezen zijn
op specialistische zorg.
Direct na vaststelling van de gemeentebegroting kunnen Nuenense organisaties informatie inwinnen
of subsidieaanvragen indienen. Het college hoopt hiermee te anticiperen op het nieuwe subsidiebeleid
en wil hiermee voorkomen dat 2016 niet enkel bestaat uit voortzetting van bestaand beleid.
Instelling:
Raming 2016
€ 25.000,00
Toekenning 2015
€ 0,00
212
4.2. KADER GRONDPRIJZEN EN EXPLOITATIEBIJDRAGEN 2016
Inleiding
In de Nota Grondbeleid wordt verwezen naar dit document (‘Kader grondprijzen en
exploitatiebijdragen’) waarin de minimumgrondprijzen per uitgiftecategorie en exploitatiebijdragen
worden vastgesteld en waarin wordt aangegeven hoe deze berekend worden. De gemeenteraad stelt
dit document jaarlijks in geactualiseerde vorm vast. Eventueel gewijzigde grondprijzen of
exploitatiebijdragen zullen vanaf dat moment gelden. Een reeds vastgestelde versie van dit document
blijft geldig tot de vaststelling van een nieuwe versie.
De vaststelling van nieuwe grondprijzen en/of exploitatiebijdragen heeft alleen betrekking op nieuwe
grondexploitaties. Voor de lopende grondexploitaties zal beoordeeld worden in hoeverre de nieuwe
grondprijzen of exploitatiebijdragen doorgevoerd kunnen worden. Contractuele afspraken met derden
blijven daarbij vanzelfsprekend van kracht.
Grondprijzen
In onderstaand schema zijn per uitgiftecategorie de methode voor grondprijsberekening en minimale
grondprijs opgenomen. De genoemde vrij op naam- en huurprijzen zijn gebaseerd op de definities die
het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) hanteert in haar Begrippenlijst Wonen en worden
jaarlijks geactualiseerd. De gemeente Nuenen volgt deze actualisering van woningprijzen.
Uitgiftecategorie
(prijspeil van prijsgrenzen 2014)
Methode grondprijsberekening
Minimale
grondprijs
(excl. BTW)
(prijspeil 1-12015)
Woningbouw (koop)
1- Goedkoop
(verkoopprijs < € 192.000 v.o.n.,
woning met een maximale EPC die
minstens 25% lager ligt dan de EPC in het
Bouwbesluit < € 197.000 v.o.n.)
* Grondgebonden: vaste prijs per
vierkante meter
€ 250,- per
vierkante meter
uitgeefbaar
* Gestapelde bouw:
projectspecifiek, nader te bepalen
(bv. vaste prijs per woning)
projectspecifiek
2- Middelduur
(verkoopprijs € 192.000 - € 333.000 v.o.n.)
Residuele grondwaarde
Residueel
bepaald, met een
minimum van €
350,- per
vierkante meter
uitgeefbaar
3- Duur
(verkoopprijs > € 333.000 v.o.n.)
Residuele grondwaarde
Residueel
bepaald, met een
213
minimum van
€ 350,- per
vierkante meter
uitgeefbaar
Woningbouw (huur)
1- Goedkoop
(huurprijs < € 389,05 per maand)
* Grondgebonden: vaste prijs per
vierkante meter
€ 250,- per
vierkante meter
uitgeefbaar
* Gestapelde bouw:
projectspecifiek, nader te bepalen
(bv. vaste prijs per woning)
Projectspecifiek
* Grondgebonden: vaste prijs per
vierkante meter
€ 250,- per
vierkante meter
uitgeefbaar
* Gestapelde bouw:
projectspecifiek, nader te bepalen
(bv. vaste prijs per woning)
projectspecifiek
3- Duur
(huurprijs > € 710,68 per maand)
Residuele grondwaarde
Residueel
bepaald, met een
minimum van
€ 350,- per
vierkante meter
uitgeefbaar
Woningbouw (vrije kavels)
Residuele grondwaarde
Residueel
bepaald, met een
minimum van
€ 350,- per
vierkante meter
uitgeefbaar
1- Zichtlocatie
Vaste prijs per vierkante meter
€ 175,- per
vierkante meter
uitgeefbaar
2- Niet-zichtlocatie
Vaste prijs per vierkante meter
€ 148,- per
vierkante meter
uitgeefbaar
1- Snippergroen (reststroken)
Vaste prijs per vierkante meter
€ 150,- per
vierkante meter
uitgeefbaar
2- Grond met bebouwingsmogelijkheden
Residuele grondwaarde
Residueel
2- Middelduur
(huurprijs € 389,05 - € 710,68 per maand)
Industrie- en bedrijventerreinen
Openbaar groen
214
bepaald, met een
minimum van
€ 350,- per
vierkante meter
Alle overige categorieën,
alsmede stapeling van functies
Nader te bepalen
projectspecifiek
De residuele grondwaarde is afhankelijk van projectspecifieke omstandigheden, zoals grootte en type
van de woning. In geval van een residuele grondwaardeberekening bepaalt de gemeente de
uitgangspunten.
Verder kunnen projectspecifieke redenen aanleiding geven voor een afwijking van de reguliere
grondprijzen of grondprijsberekeningsmethoden. In dat geval zullen de aangepaste grondprijzen voor
dat project ter vaststelling worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Regionale grondprijssystematiek voor bedrijventerreinen
Eind 2013 hebben de verschillende gemeenten van het Stedelijk Gebied, waaronder Nuenen, het
Bestuursconvenant Stedelijk Gebied 2013 ondertekend. In dit convenant spreken gemeenten af een
samenwerking aan te gaan ‘als ware ze één gemeente’.
Voorgesteld wordt voor bedrijventerreinen om als regio genormeerd residueel te rekenen
(grondwaarde = commerciële waarde -/- stichtingskosten). Op basis van deze berekeningssystematiek
stelt elke gemeente, binnen een afgesproken marge, een vaste grondprijs vast. Deze
berekeningsmethode leidt vooralsnog niet tot aanpassing van de gemeentelijke grondprijs.
In projectspecifieke gevallen kan worden gekozen voor taxatie.
Sociale grondprijs
De gemeente hanteert een vaste grondprijs voor sociale woningbouw van € 250,- per m2 uitgeefbaar,
exclusief BTW, zowel voor sociale huur als sociale koop. In vergelijking met de regiogemeenten zit de
gemeente Nuenen c.a. hiermee (nog steeds) aan de lage kant. Op enkele gemeenten na worden voor
sociale woningbouw hogere prijzen gehanteerd, dan wel wordt er geen onderscheid gemaakt tussen
een grondprijs ten behoeve van sociale volkshuisvesting en het vrije sector segment (hetgeen in alle
gemeenten –voor zover vastgesteld- hoger ligt dan dit bedrag). Met een relatief lage grondprijs
probeert de gemeente Nuenen de realisatie van sociale woningbouw in haar gemeente te stimuleren.
In het eind 2013 ondertekende Bestuursconvenant Stedelijk Gebied 2013 hebben gemeenten
(waaronder Nuenen) afgesproken te onderzoeken of voor het bepalen van hun sociale grondprijs een
gezamenlijk methode kan worden afgesproken. Dit proces loopt momenteel nog.
215
Erfpacht
Indien wordt gekozen voor de toepassing van erfpacht zal de erfpachtcanon projectspecifiek worden
bepaald en kaderstellend ter besluitvorming worden voorgelegd aan de gemeenteraad. In de
erfpachtovereenkomst zal het college binnen de aldus gestelde kaders de erfpachtcanon vaststellen
en zullen in dat geval bepalingen in de onderliggende overeenkomst worden opgenomen over de
indexering / herziening van de erfpachtcanon.
Overige exploitatiebijdragen
Afdrachten bestemmingsreserves
Onderstaande bestemmingsreserves worden gevoed door bijdragen van ontwikkelende partijen
(conform gemaakte afspraken in een anterieure overeenkomst) of door bijdragen vanuit de
grondexploitaties van projecten (wanneer de gemeente zelf bouwrijpe gronden uitgeeft). Voor verdere
details over de verschillende reserves wordt verwezen naar de Nota Reserves & Voorzieningen van
de gemeente Nuenen.
Hieronder wordt per bestemmingsreserve toegelicht welke afdracht de gemeente hanteert. De
genoemde afdrachten zijn gebaseerd op de diverse investeringsprogramma’s voor de
bestemmingsreserves, zoals in de Nota Grondbeleid is toegelicht.
Bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen
De afdracht aan de bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen bedraagt € 5.000,- per woning,
€ 8,- per vierkante meter uitgeefbare grond / bouwkavel voor bedrijfskavels of € 8,- per vierkante
meter bruto vloeroppervlak (bvo) in geval van kantoorpanden, winkels of overige functies.
Bestemmingsreserve sociale volkshuisvesting
De bestemmingsreserve sociale volkshuisvesting wordt gevoed door projecten waarin vrije sector
woningbouw is voorzien. Als vrije sector woningbouw wordt aangemerkt elke woning die een vrij op
naam prijs heeft van meer dan € 194.000,- (prijspeil 2014) of huurprijs van meer dan € 699,48 per
maand (prijspeil 2014). De afdracht is vastgesteld op € 2.000,- per vrije sector woning.
Als sociale woning wordt aangemerkt elke woning die een vrij op naam prijs heeft van maximaal
€ 194.000,- (prijspeil 2013) of een huurprijs van maximaal € 699,48 per maand (prijspeil 2014).
Wanneer een sociale woning wordt gebouwd, kan aan de ontwikkelaar die deze woning laat bouwen
een bijdrage van maximaal € 5.000,- per sociale woning uit de reserve worden toegekend. Een
ontwikkelende partij dient haar aanvraag te voorzien van een onderbouwing, waaruit blijkt dat deze
bijdrage noodzakelijk is om het project financieel haalbaar te maken. Het college van B&W beslist over
de toewijzing uit de reserve.
216
Financieringsfonds SRE
Het financieringsfonds is per 1 januari 2014 afgeschaft. In het eind 2013 ondertekende BSGE
convenant wordt gesproken over een nieuw in te stellen (gezamenlijke) financieringsfaciliteit
strategische projecten. De wijze waarop eventueel hiervoor in aanmerking komende strategische
projecten gefinancierd zullen worden en welke systematiek hiervoor wordt aangehouden, moet nog
nader worden uitgewerkt. Wanneer er meer duidelijkheid komt over de nieuwe systematiek, is de
gemeente voornemens om haar beleid hieromtrent aan te passen.
Bestemmingsreserve Parkmanagement
De afdracht aan de bestemmingsreserve parkmanagement bedraagt € 6,- per vierkante meter
uitgeefbare grond voor bedrijventerreinen en kantorenlocaties.
Bestemmingsreserve Groen voor Rood
De benodigde bijdrage in deze bestemmingsreserve wordt per project vastgesteld en onderbouwd.
Overige exploitatiebijdragen
Een gemeente maakt diverse kosten in het kader van ruimtelijke ontwikkelingen. Deze kosten worden
in rekening gebracht bij de exploitant van het project. Te denken valt aan planontwikkelingskosten,
bijdrage voor waterberging, etc. Naast de hierboven genoemde bedragen voor afdrachten aan
bestemmingsreserve zal de gemeente deze kosten verhalen op een exploitant. Deze
exploitatiebijdragen zijn echter projectspecifiek en zullen in voorkomende gevallen per project worden
bepaald.
217
4.3. BESTEDINGENPLAN 2016
Voor de reserves bovenwijkse voorzieningen, sociale volkshuisvesting, parkmanagement en groen
voor rood is gekeken naar toekomstige bestedingsmogelijkheden. Deze zijn hier opgenomen. De
standen van de reserves kunnen vanaf 2015 afwijken met de elders gepresenteerde standen omdat
het hier om eventuele nieuwe beleidsvoornemens gaat. De stand 1-1-2015 sluit uiteraard aan met de
stand 31-12-2104 uit de jaarrrekening 2014. We vragen u in te stemmen met de mogelijke
toekomstige bestedingsrichtingen.
Bij de begroting wordt dan specifiek de goedkeuring voor het eerst volgende begrotingsjaar gevraagd
(in casu dus de bestedingen die in de jaarschijf 2016 zijn opgenomen).
Bouwgrond; bovenwijkse voorzieningen
Deze reserve is bedoeld ter dekking van de lasten van investeringen met een zogeheten “bovenwijks”
karakter. Daarbij is te denken aan investeringen in de infrastructuur (ontsluitingswegen,
verkeersstructuur).
Voor de komende jaren – primair kijkend naar de komende vijfjarige periode (2015 t/m 2019) – zijn er
vanuit diverse projecten bijdragen te verwachten. De volgende investeringen vanuit de
bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen kunnen geraamd worden:
1
Europalaan – HOV2
Raadsbesluit 2014,
Investering realisatie
HOV2
Reserve bovenwijks
€ 10.900.000
€ 1.700.000
Subsidies:
2.
Financieringsfonds
€ 1.125.000
Subtotaal eigen mid
€ 2.825.000
BDU
€ 2.825.000
Provincie/ garantstelling
€
Subtotaal
€ 6.400.000
AROV
€ 4.500.000
excl. eerdere
voorbereidingskosten
ad.
€ 431.000
Europalaan betreft de belangrijkste ontsluiting voor
woon-werkverkeer in de richting van Eindhoven, deels
voor de ontsluiting uitbreiding nieuwe wijk NuenenWest, deels voor overige nieuwe inbreidingslocaties.
Investering betreft de reconstructie met aanleg
busbanen tussen gemeentegrens en busstation.
Planning uitvoering 2015-2016. Binnen de beschikbaar
gestelde kredieten en na stapeling van de subsidies is
het te besteden bedrag hoger (circa € 12,3 mln.)
750.000
Bijdrage aan Nuenen-West / Allonge
Bijdrage bedraagt totaal € 120.000
Voor de planperiode t/m 2018 bedraagt
deze € 20.191
Bij de totstandkoming is afgesproken met NuenenWest bv dat gemeente de sluitpost van verrekeningen
ten laste brengt van bovenwijkse voorzieningen.
Bedragen worden verrekend per verstrekte
omgevingsvergunning. (In kader van herijking laten
vervallen en verrekenen.)
218
3.
Reconstructie / bijdrage aan
bestaande infra Nuenen-West ivm
fietsverbinding richting Eindhoven
Bijdrage aan investering € 100.000
In verband met de realisatie van Nuenen-West zullen
fietsverbindingen Nuenen-Zuid – Eindhoven via
Wettenseind en Nuenen-centrum – Dubbestraat –
Eindhoven wijziging behoeven en ook specifiek
geschikt moeten worden gemaakt voor fietsverkeer. Dit
kan ofwel door de nieuwe wijk ofwel door aanpassing
van bestaande structuren.
Planning uitvoering 2018-2019
4.
Waterstructuur Nuenen-West
Bijdrage aan investering € 450.000
Bijdrage aan de wijziging van de waterstructuur van
Nuenen richting de Dommel en de Hooidonkse Beek.
De ontwikkeling van Nuenen-West, realisatie
Europalaan en de huidige “afvoergoot” van stedelijk
water naar de kleine Dommel is aanleiding voor
herbezinning van de afvoerstructuur. Met de realisatie
van twee nieuwe verbindingen, een aan de noordzijde
van Nuenen in de richting hooidonkse Beek en een aan
de zuidzijde richting Dommel is herstel en vernatting
mogelijk met een landschappelijke en natuurlijke
inpassing.
Planning uitvoering 2016-2018
5.
Eeneind-West, landschappelijke
inpassing, wateropgave
Bijdrage aan investering € 250.000
In het kader van de realisatie van bedrijventerrein
Eeneind-West wordt een bijdrage aan de exploitatie
gedaan van € 250.000 voor de landschappelijke
inpassing van het bedrijventerrein, de zuidelijke entree
van Nuenen en de te realiseren wateropgave.
Afgedragen aan grex in 2014
6.
Reconstructie verkeers- en
waterstructuur Park
Nuenen/Centrum:
Oost- en zuidzijde (al gerealiseerd)
Westzijde
Upgrade park
7.
Voor de realisatie van de waterstructuur voor de
Beatrixstraat, Eikenlaan/ Beukenlaan en Kerkstraat zijn
in het verleden door bovenwijkse voorzieningen
bijdragen verstrekt in de investering. Laatste onderdeel
hiervan is de afronding van de reconstructie
waterstructuur van het park. Dit wordt in twee
gedeelten uitgevoerd:
Bijdrage aan investering € 750.000
Westzijde planning uitvoering: 2016-2017
Upgrade park, de kosten liggen met name in 2017
Verkeersboog Meierijlaan – rotonde
Goossens
In het kader van de ontlasting van de verkeersstructuur
van de reguliere ontsluiting wordt voorgelegd een
doorkoppeling te maken van de Meierijlaan richting
rotonde Goosens. Dit ontlast het kruispunt
Geldropsedijk-Europalaan aanzienlijk
Uitgaande van:
Rotonde Opwettenseweg € 585.000
Verbinding
€ 192.000
Totaal
€ 777.000
Subsidie
€ 388.500
Restant bovenwijks
€ 388.500
Inclusief rotonde Opwettenseweg,
rijbanen, aanpassing Spegelt
Bijdrage aan investering € 338.500
Planning uitvoering 2015-2016
8.
Realisatie / reconstructie op-/afritten
Geldropsedijk – A270
In kader van de verkeerstructuur verbeteren van de
aansluitmogelijkheden van Nuenen-Zuid/ Eeneind en
219
Bijdrage aan investering € 230.000
Nuenen-West op de A270. De huidige bussluizen
verwijderen en verkeerstechnische aansluiting
realiseren.
Uitgaande van:
Investering
€ 460.000
Subsidie
€ 230.000
Bovenwijkse voorzieningen € 230.000
Planning uitvoering 2015-2016
9.
Regenwaterstructuur Nuenen-Zuid
Bijdrage aan investering € 450.000
Enerzijds betreft dit het aansluiten van een aantal
Bouwprojecten op de nieuw aan te leggen
regenwaterstructuur. Dit betreft projecten
Bosgorsstraat-Hongerman-Mijlpaal, WielewaallaanVinkenlaan en Wederikdreef. Geraamde bijdrage
hiervoor is € 200.000,--.
Anderzijds betreft het de aanleg van de nieuwe
regenwaterstructuur in Nuenen-Zuid met de aansluiting
op het oppervlaktewater van de vijver achter het
kernkwartier. Bijdrage vooralsnog bepaald op
€ 250.000,--.
Planning uitvoering 2017-2018
10.
Fietspaden Gulbergen
Aanleggen fietsstroken Refelingse Heide en Schoutse
Vennen. Geraamde bijdrage hiervoor is € 120.000
Bijdrage aan investering € 370.000
Planning uitvoering 2016
Inrichting van fietspad/fietsstraat Mierlosedijk, tegelijk
met het aanleggen van de ontsluiting van het
evenementenparkeerterrein. Geraamde bijdrage
hiervoor is € 250.000
Planning uitvoering 2017
11.
Versterken groenstructuren
(groenstructuurplan)
Bijdrage aan investering € 263.400
In alle kernen: verbeteren kwaliteit buurtgroen,
vergroten ecologische en recreatieve mogelijkheden
watergangen (Nuenen-Zuid), aanplanten en/of
vervangen diverse boomstructuren en laanbeplanting,
versterken historische structuren. Geraamde
investering ca. € 220.000, geraamde kosten
voorbereiding en uitvoering ca. € 44.000
Planning uitvoering 2016-2019
12.
Voorstel recreatieve ontsluiting
(bossen)
Bijdrage aan investering € 180.000
Aanleg minder valide route, inclusief bebording,
rustpunten en slagbomen. Verbreding en verbetering
bestaande paden. Geraamde investering € 150.000,
geraamde kosten voorbereiding en uitvoering € 30.000
Planning uitvoering 2016-2017
13.
Versterken ecologische
verbindingszones
Bijdrage aan investering € 36.000
Geraamde investering voor inventarisatie en uitvoering
van versterking ecologische verbindingszones
€ 30.000, geraamde kosten voorbereiding en uitvoering
€ 6.000
Planning uitvoering 2018
220
14.
Uitbreiden recreatieve voorzieningen
Bijdrage aan investering € 42.000
Aanleg trimparcours en picknickplaatsen. Geraamde
investering € 35.000, geraamde kosten voorbereiding
en uitvoering € 7.000
Planning uitvoering 2018
15.
Koppelen wandelpaden aan
bestaande netwerken
Bijdrage aan investering € 36.000
Geraamde investering voor inventarisatie,
verbetering/verbreding bestaande paden incl.
bebording € 30.000, geraamde kosten voorbereiding en
uitvoering € 6.000
Planning uitvoering 2018
Verrekening gerealiseerde
regenwaterstructuren
Betreft diverse verrekeningen van gerealiseerde
regenwaterstructuren.
Bijdrage aan investering € 341.382
Planning verwerking 2014 en 2015
17.
Nuenen-West
Mogelijke investeringen in Nuenen-West met een
plangebiedoverstijgend karakter moeten worden
onderzocht. Te denken valt aan groenvoorziening(en)
of opwaardering van ontsluiting(en).
18.
Bijdrage geluidwerende maatregelen
Eeneind
Planning bijdrage bij afwikkeling project in 2015.
16.
221
222
223
Bouwgrond; sociale volkshuisvesting
Deze bestemmingsreserve is gevormd om initiatieven op het gebied van de sociale volkshuisvesting
te stimuleren. Gezien het woningbouwprogramma is dit opgenomen in de ‘Ruimtebalans’. De reserve
wordt gevoed vanuit anterieure overeenkomsten/bijdragen op basis van de nota grondbeleid en vanuit
incidentele op te stellen publiekrechtelijke overeenkomsten.
Verwezen wordt naar de Nota grondbeleid, waarin is toegelicht wanneer en met welk doel middelen
aan deze reserve onttrokken kunnen worden. De toevoeging betreft de bijdrage uit project B0432
Nuenen West.
De voedingen aan en onttrekkingen uit de bestemmingsreserve sociale volkshuisvesting volgt uit de
afspraken uit met name de Ruimtebalansprojecten. Iedere vrije sector woningen draagt € 2000,- bij,
iedere sociale woning kreeg € 5000,- (oftewel: voor elke 2,5 vrije sector woning zou gestimuleerd
worden dat er 1 sociale woning gerealiseerd kon worden). In de nota grondbeleid 2012-2018 is
opgenomen dat voor nieuwe projecten geldt dat niet automatisch een bijdrage van € 5000,- per
sociale woning wordt gedaan. Een ontwikkelaar moet kunnen aantonen dat deze bijdrage noodzakelijk
is om het project haalbaar te houden.
De afgelopen jaren hebben de onttrekkingen de voedingen overschreden, waardoor een bijdrage
vanuit de Algemene Dienst noodzakelijk was. In 2014 was geen budget beschikbaar voor initiatieven.
Vanaf 2015 is de prognose dat de reserve weer wordt gevoed.
Een mogelijk toekomstig initiatief dat voor een bijdrage in aanmerking zouden kunnen komen is het
zorglandgoed bij Opwetten, dat in ontwikkeling is. Daarnaast zou het idee van startersleningen nader
uitgewerkt kunnen worden.
224
225
Bouwgrond; parkmanagement
Parkmanagement is opgezet en geïnitieerd door samenwerking tussen gemeente en bedrijven. De
activiteiten staan in het teken van duurzaamheid, verbetering, kostenbeheersing, ruimtebeheersing en
gemak voor ondernemers en arbeid. De samenwerking tussen werkgevers en gemeente moet zorgen
voor een gezond economisch, werk- en leefklimaat.
Met de Nota Grondbeleid heeft de raad besloten om voor de uitvoering van parkmanagement c.q.
toekomstige revitalisering van bedrijventerreinen een bijdrage te calculeren per verkochte m2 grond
voor bedrijven. Deze bestemmingsreserve wordt gevoed vanuit anterieure overeenkomsten/bijdragen
en vanuit incidentele op te stellen publiekrechtelijke overeenkomsten.
De toevoeging betreft de bespaarde rente.
In het verleden is deze reserve al behoorlijk gevoed (met name uit bedrijventerrein Eeneind-II Zuid).
De kopers op dit bedrijventerrein verwachten ook het een en ander ten aanzien van onder andere
beveiliging (bijvoorbeeld een parkmanager). Een plan voor de bestedingen uit dit fonds moet nog
nader worden uitgewerkt. Wel willen we nu in 2016 concreet invulling gaan geven aan de
parkmanager.
226
227
Bouwgrond; fonds groen voor rood
Deze reserve is ingesteld om een landschapsinvestering te kunnen financieren bij het ontwikkelen in
landelijk gebied. Om niet tot één op één compensatiemaatregelen gedwongen te worden is het in
stand houden van deze reserve noodzakelijk.
De Dienst Landelijk Gebied heeft een visie gemaakt voor het totale Dommel-gebied (gemeenteoverschrijdend). Dit betreft een integrale aanpak, met een totaal van ca. € 6 miljoen aan investering,
waarbij geen uitspraak wordt gedaan over wie welke kosten draagt. Vanuit het project Nuenen-West
wordt een bijdrage in het fonds gestort van € 1,0 miljoen (€ 0,5 mln reeds gestort), welke hier aan kan
worden besteed.
Komend jaar wordt geïnventariseerd op welke gemeentegronden investeringen van toepassing
zouden kunnen zijn (voor investeringen op EHS-gronden hebben Rijk/Provincie budget gereserveerd).
Daarnaast zal als gevolg van (beoogde) wijzigingen in Nuenen-West het plan anders uitgevoerd gaan
worden. Doel is hier komend jaar nadere invulling aan te geven, opdat een concreet plan met de
volgende begrotingscyclus meegenomen kan worden.
228
229
Conclusie:
De conclusie van de actualisatie van het bestedingenplan is dat de geplande uitgaven binnen deze
reserves afgedekt kunnen worden en dat er vanuit de exploitatie geen extra storting in deze reserves
benodigd is. Daarmee kunnen de extra in de exploitatie geraamde uitgaven van het fonds bovenwijkse
voorzieningen van € 226.575 vrijvallen.
230
BIJLAGE 1: PLANCYCLUS ACTUALISATIE BESTEMMINGSPLAN
231
BIJLAGE 2: WONINGBOUWPROGRAMMA NUENEN
WONINGBOUWPROGRAMMA NUENEN 2015 versie 20150713
locatie
2016
2016
2017
2017
2018
2018
2019
2019
2020
2020
totale
woningbouw
woningbouwprogramma
capaciteit
start bouw Opleveren start bouw Opleveren start bouw Opleveren start bouwOpleveren start bouw Opleveren
per
2016-2020
2015
Structuurvisie Gerwen woningbouw
40 Gerwen-ZO
95
65
Structuurvisie Nederwetten woningbouw
15- Esrand
135
5
02- Berg-Weverstraat
04- De Luistruik fase 2a
04- De Luistruik fase 2b
04- De Luistruik fase 3a
04- De Luistruik fase 3b
05b- Emmastraat
05c - Wederikdreef
08- Kernkwartier
09a- Hongerman zorgwoningen Hoge Brake
09b- Hongerman achterterrein
09c- Locatie Mijlpaal
09d- Locatie Heikampen
10- Vinkenlaan-Wielewaallaan
14a - Nuenen-West, fase 1, incl. Sinti
14a - Nuenen-West, fase 2-3
14a - Nuenen-West, fase 4, 5 en 6
14b - Nuenen-West / Kapperdoes
25- Vincent van Goghstraat
26- Uitbreiding Eeneind-Oost
29- Berkenbos
38- Kloostertuin
39-Intratuin-Berg
Zorglandgoed Opwetten
Molvense Erven
Pastoor Aldenhuijsenstraat
De Geer - Boord (Jansen)
De Vank
Parkstraat - Voirt
24
45
43
43
43
5
39
0
0
20
0
20
0
425
860
290
14
0
7
0
30
1
32
4
25
5
0
0
30
35
20
24
30
20
20
20
24
15
43
43
43
5
75
5
23
75
87
14
2
43
2
23
120
87
1
2
120
120
14
2
2
2
1
20
32
4
32
4
5
5
woningbouw
programma
woningbouw
programma
2021-2025
2026 - e.v.
0
65
45
0
50
0
40
5
50
0
45
0
24
45
43
43
0
5
0
0
0
0
0
0
0
305
0
0
14
0
7
0
20
1
32
4
0
5
0
0
0
0
0
0
43
0
39
0
0
20
0
20
0
120
715
0
0
0
0
0
0
0
0
0
25
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
145
290
0
0
0
0
10
0
0
0
0
0
0
0
232