Belfius Plan Equities Prospectus

Download Report

Transcript Belfius Plan Equities Prospectus

Belfius
Prospectus
Pension Fund
High Equities
Pensioenspaarfonds in de zin van artikel 227 van het KB van 12 november 2012
Openbare alternatieve instelling voor collectieve belegging (aicb) met een veranderlijk aantal rechten van
deelneming naar Belgisch recht, gemeenschappelijk beleggingsfonds.
Het prospectus bestaat uit de volgende onderdelen: (i)
informatie over het Fonds, (ii) Beheerreglement, (iii) periodieke
verslagen.
Juni 2015
1
Inleiding
De rechten van deelneming van het Fonds zijn niet en zullen niet worden
geregistreerd in de Verenigde Staten met toepassing van de US Securities Act
van 1933, zoals gewijzigd (« Securities Act 1933 »), noch toegelaten
krachtens welke Amerikaanse wetgeving dan ook. Deze rechten van
deelneming mogen in de Verenigde Staten (waaronder inbegrepen enigerlei
van diens grondgebieden, bezittingen of gebiedsdelen) niet worden
aangeboden, verkocht of overgedragen aan, en mogen noch direct, noch
indirect ten gunste komen van een US Person (in de zin van Regulation S van
de Securities Act 1933) en gelijkgestelde personen. Bovendien moeten de
financiële instellingen die niet in overeenstemming (« non compliant ») zijn
met de FATCA-regeling (waarbij « FATCA » staat voor de Amerikaanse
« Foreign Account Tax Compliance Act », zoals opgenomen in de « Hiring
Incentives to Restore Employment Act » (« HIRE Act »), samen met de daarin
vervatte toepassingsmaatregelen, waaronder inbegrepen soortgelijke
bepalingen aangenomen door de partnerlanden die met de Verenigde Staten
een « Intergovernmental Agreement » hebben gesloten), erop bedacht zijn
dat ze tot terugkoop van hun rechten van deelneming kunnen worden
verplicht op het ogenblik dat deze regeling in werking treedt.
Voorstelling
Naam: Belfius Pension Fund High Equities (in voorliggend document ook
« het Fonds » genoemd)
Indien meerdere compartimenten worden opengesteld, is elke verwijzing
naar het Fonds in voorkomend geval te verstaan als een verwijzing naar het
Fonds en/of naar elk compartiment.
Oprichtingsdatum: 3/11/1989
Bestaansduur: onbeperkt
Lidstaat waar de Beheervennootschap van het Fonds statutair gevestigd is:
België
Statuut:
Gemeenschappelijk beleggingsfonds dat, wat zijn werking en beleggingen
betreft, wordt geregeld door de wet van 19 april 2014 betreffende de
alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders (« de
aicb-wet »).
Compartimenten:
/
Klassen rechten van deelneming:
/
Beheervennootschap:
Candriam Belgium, met maatschappelijke zetel gevestigd te 1000 Brussel,
Kunstlaan 58, werd aangesteld als Beheervennootschap van aicb’s.
Rechtsvorm: naamloze vennootschap.
Candriam Belgium werd op 30 januari 1998 opgericht voor onbepaalde tijd.
Het geplaatste kapitaal bedraagt 3.248.402,87 EUR. Het volgestorte kapitaal
bedraagt 2.628.669,06 EUR.
In het kader van de werkzaamheden die zij krachtens de aicb-wet verricht,
beschikt de Beheervennootschap over voldoende eigen vermogen dat in
voorkomend geval door haar gelopen beroepsaansprakelijkheidsrisico's als
gevolg van beroepsnalatigheid kan dekken.
Candriam Belgium werd aangesteld als Beheervennootschap van de
volgende icb's:
- Aicb's: Belfius Pension Fund Balanced Plus, Belfius Pension Fund High
Equities, Belfius Pension Fund Low Equities, Belfius Plan Bonds, Belfius Plan
Equities, Belfius Plan High, Belfius Plan Low, Belfius Plan Medium, Belfius
Portfolio Advanced, Belfius Select Portfolio, Candriam B, Candriam
Clickinvest B, Belfius Cash Strategy, DMM, Paricor.
- Instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's): Candriam
Allocation, Candriam Business Equities, Candriam Equities B, Candriam
Fullinvest, Candriam Institutional, Candriam Sustainable.
Haar Raad van Bestuur is samengesteld uit de volgende personen:
Voorzitter:
- Mevr. Yie-Hsin Hung, Senior Vice President, New York Life Insurance
Company
 Senior Managing Director en Co-President van New York Life
Investment Management
Passieve bestuurders:
- Dhr. Naïm Abou-Jaoudé, Voorzitter van het Uitvoerend comité van
Candriam
 Vice President, New York Life Investment Management
- Dhr. John M. Grady, Senior Managing Director, New York Life Investment
Management
- Dhr. John T. Fleurant, Executive Vice President en Chief Financial Officer
van New York Life Insurance Company
- Dhr. John Yong Kim, Vice Chairman, President, Investments Group
 Chief Investment Officer, New York Life Insurance Company
 Chairman, New York Life Investment Management
- Dhr. David Bedard, Senior Vice President, New York Life Insurance
Company
 Senior Managing Director en Chief Financial Officer, New York Life
Investment Management
- Dhr Jeffrey Phlegar, Senior Vice President, New York Life Insurance
Company
 Chairman en Chief Executive Officer van MacKay Shields LLC
 Chief Executive Officer, MacKay Shields UK LLP
- Dhr. Daniel Gillet, Onafhankelijk bestuurder
Actieve bestuurders:
- Dhr. Tanguy de Villenfagne, Lid van het Uitvoerend comité van Candriam.
Hij oefent tevens volgende functies uit:
 Voorzitter van het Directiecomité van Candriam Belgium
 Bestuursmandaten in diverse icbe’s/aicb's.
- Dhr. Vincent Hamelink, Lid van het Uitvoerend comité van Candriam. Hij
oefent tevens volgende functies uit:
 Lid van het Directiecomité van Candriam Belgium
 Bestuursmandaten in diverse icbe’s/aicb's.
- Mevr. Myriam VANNESTE, Global Head of Distribution, Candriam Belgium
 Lid van het Directiecomité van Candriam Belgium
 Bestuursmandaten in diverse icbe’s/aicb's.
Haar Directiecomité is samengesteld uit de bovengenoemde actieve
bestuurders, te weten:
- Dhr. Tanguy de Villenfagne, Voorzitter
- Dhr. Vincent Hamelink, Lid
- Mevr. Myriam Vanneste, Lid
De commissaris van de Beheervennootschap is PricewaterhouseCoopers,
Bedrijfsrevisoren, burgerlijke vennootschap in de vorm van een cvba,
waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 1932 Sint-StevensWoluwe, Woluwedal 18, vertegenwoordigd door dhr. Roland Jeanquart.
De Beheervennootschap heeft de meest uitgebreide bevoegdheden om ter
verwezenlijking van haar maatschappelijk doel alle daden van beheer en
bestuur van icb’s te stellen.
Zij draagt de verantwoordelijkheid voor de werkzaamheden van
portefeuillebeheer, risicobeheer, administratie en verhandeling (distributie).
Overeenkomstig de aicb-wet is het de Beheervennootschap toegestaan haar
taken, bevoegdheden en verplichtingen voor het geheel of ten dele te
delegeren aan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon welke zij daartoe
geschikt acht. De Beheervennootschap blijft evenwel volledig aansprakelijk
voor de daden en handelingen die door deze gedelegeerde(n) worden
gesteld.
Als vergoeding voor de verschillende taken die worden vervuld door de
Beheervennootschap of door één van haar gedelegeerde(n), heeft de
Beheervennootschap recht op provisies die door het Fonds aan haar worden
uitbetaald en hieronder nader worden toegelicht.
Deze provisies vergoeden de werkzaamheden van portefeuillebeheer,
risicobeheer, administratie en verhandeling.
De belegger wordt verzocht de periodieke verslagen te raadplegen om
nadere bijzonderheden te krijgen over de provisies die aan de
Beheervennootschap of aan haar gedelegeerde(n) worden uitbetaald als
vergoeding voor hun diensten.
Met het doel te waarborgen dat de beleggers op billijke wijze worden
behandeld, heeft de Beheervennootschap een interne organisatie opgezet
die onder meer voorziet in structurele maatregelen (gedrags- en
beroepscode, beleid met het oog op de vaststelling, voorkoming en
beheersing van belangenconflicten) en in operationele procedures.
2
1.
De aan de werkzaamheid van Montage verbonden administratietaken
worden door de Beheervennootschap waargenomen.
Beleggingsdiensten bij het beheer
a) Portefeuillebeheer en risicobeheer
De Beheervennootschap draagt de verantwoordelijkheid voor het
beleggingsbeleid van het Fonds. De Beheervennootschap is belast met de
uitvoering van het beleggingsbeleid en het risicobeheer van het Fonds.
- Delegatie van de
beleggingsportefeuille:
/
uitvoering
van
het
beheer
van
de
- Delegatie van de uitvoering van transacties inzake opgenomen en
verstrekte effectenleningen verband houdende met de beleggingsdienst bij
het beheer van de beleggingsportefeuille:
Candriam France, Washington Plaza, 40 rue Washington, 75409 Paris Cedex
08, France.
Bovendien kunnen de werkzaamheden in verband met risicobeheer deels
worden gedelegeerd aan Candriam Luxembourg en/of aan Candriam France,
onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van de Beheervennootschap.
Candriam
Luxembourg
is
een
beheerder
van
alternatieve
beleggingsinstellingen (abi's)/Beheervennootschap van instellingen voor
collectieve belegging die op 10 juli 1991 voor onbepaalde tijd werd opgericht
in Luxemburg.
Candriam France is een beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen
(abi's)/vermogensbeheerder die in 1988 voor onbepaalde tijd werd opgericht
in Frankrijk.
b) Selectieprocedure van tussenpersonen
Overeenkomstig haar beleid inzake de selectie van tussenpersonen aan wie
orders
ter
uitvoering
worden
doorgegeven,
selecteert
de
Beheervennootschap de tussenpersonen voor de grote klassen financiële
instrumenten (obligaties, aandelen, derivaten) aan wie zij orders ter
uitvoering doorgeeft. Deze selectie wordt met name gemaakt op basis van
het orderuitvoeringsbeleid van de tussenpersoon, en wel met inachtneming
van haar beleid inzake de selectie van financiële tussenpersonen.
Bij de orderuitvoering wordt met name rekening gehouden met de volgende
factoren: prijs, kosten, snelheid, waarschijnlijkheid van uitvoering en
afwikkeling, omvang en aard van de order. Met toepassing van de selectieen beoordelingsprocedure van de financiële tussenpersonen en
tegenpartijen en op verzoek van de beheerder wordt elke aanvraag van een
nieuwe financiële tussenpersoon aanvaard of afgewezen door het
brokercomité (« Broker Review Board ») van de Beheervennootschap.
Zo wordt overeenkomstig dit beleid per soort instrumenten (aandelen,
rentevoeten, geldmarktinstrumenten, derivaten) een lijst van de toegelaten
brokers en een lijst van de toegelaten tegenpartijen bijgehouden.
De lijst van de toegelaten brokers wordt bovendien periodiek gescreend om
die te toetsen aan diverse criteria en waar nodig wijzigingen aan te brengen.
c)
Stemrechten
Het staat de Beheervennootschap onder meer vrij, voor rekening van het
Fonds, alle stemrechten uit te oefenen die gebonden zijn aan de effecten
waaruit de portefeuille van het Fonds is samengesteld. Zij ziet erop toe dat
deze stemrechten in het uitsluitende belang van het Fonds en zijn beleggers
worden uitgeoefend. Voor elk stemrecht dat in voorkomend geval door haar
wordt uitgeoefend, publiceert de Beheervennootschap alle relevante
informatie
ten
behoeve
van
de
beleggers
op
haar
website www.candriam.com.
2.
Administratie
Delegatie van de administratie:
RBC Investor Services Belgium nv, Rogierplein 11, 1210 Brussel. Zo is RBC
Investor Services Belgium nv meer in het bijzonder belast met het voeren van
de boekhouding, met de berekening en bekendmaking van de intrinsieke
waarde (netto-inventariswaarden) van de rechten van deelneming van het
Fonds overeenkomstig de Wet en het beheerreglement van het Fonds.
De administratietaken die verband houden met de werkzaamheden van
Transferagent worden vervuld door Belfius Bank nv, Pachecolaan 44, 1000
Brussel.
3.
Verhandelingstaak
De verhandelingstaak bestaat erin de verkoop van de rechten van
deelneming van het Fonds te coördineren door tussenkomst van de
entiteiten van Candriam-groep of van derden die daartoe door de
Beheervennootschap werden aangewezen (hierna « Distributeurs »
genoemd). Desgewenst kan elke belegger ter maatschappelijke zetel van de
Beheervennootschap gratis een exemplaar krijgen van de lijst van de
Distributeurs.
De Beheervennootschap en de verschillende Distributeurs kunnen
verhandelings- of plaatsingsovereenkomsten sluiten.
Op grond van deze overeenkomsten kan de Distributeur in hoedanigheid van
nominee in het deelnemersregister worden ingeschreven in plaats van de
cliënten die in het Fonds hebben belegd.
In dit geval bepalen deze overeenkomsten dat een cliënt die door
tussenkomst van de Distributeur in het Fonds heeft belegd te allen tijde mag
verzoeken de rechten van deelneming waarop hij door bemiddeling van de
Distributeur heeft ingeschreven, op zijn naam te stellen. Alsdan wordt de
cliënt onder zijn eigen naam in het register ingeschreven zodra de instructies
tot tenaamstelling van de Distributeur zijn ontvangen.
Het is de deelnemers toegestaan rechtstreeks bij het Fonds op rechten van
deelneming in te schrijven, zonder tussenkomst of bemiddeling van een
Distributeur.
Elke aangewezen Distributeur moet over het wettelijk en reglementair
vereiste statuut beschikken om de rechten van deelneming in het Fonds te
kunnen verhandelen en moet gevestigd zijn in een land dat verplicht is zich
te houden aan maatregelen ter bestrijding van het witwassen van geld en de
terrorismefinanciering die gelijkwaardig zijn aan die welke in de Belgische
wet of in de Europese Richtlijn 2005/60/EG zijn vastgesteld.
Bestaan van fee-sharing agreements:
Er kunnen regelingen voor het delen van vergoedingen (fee-sharing
agreements) bestaan tussen de Beheervennootschap en de Distributeurs. Op
grond daarvan kunnen de Distributeurs een plaatsingsprovisie voor effecten
ontvangen waarvan het maximumtarief is vastgesteld op 75% van de
beheersprovisies die het Fonds aan de Beheervennootschap uitbetaalt.
Bij het sluiten van dergelijke regelingen stelt de Beheervennootschap alles in
het werk om mogelijke belangenconflicten te voorkomen. Wanneer er zich
desondanks belangenconflicten voordoen, zal de Beheervennootschap
handelen in het uitsluitende belang van de deelnemers in het Fonds.
De deelnemers in het Fonds kunnen nadere bijzonderheden verkrijgen over
de hierboven genoemde vergoedingen door schriftelijk daarom te verzoeken
bij de Beheervennootschap.
Bestaan van soft commission agreements (commission sharing agreements):
Er kunnen regelingen voor soft commissions bestaan. De soft commissions
die door de effectenmakelaars worden opgebouwd ten gunste van de
Beheervennnootschap naar aanleiding van de uitvoering van orders op
effecten met betrekking tot het Fonds, maken een commercieel voordeel uit,
dat door deze makelaars aan de Beheervennootschap zelf is toegekend voor
de informatica-, administratieve en andere ontwikkelingen die deze laatste
heeft opgezet ter verbetering van de kwaliteit van beheerdiensten voor het
Fonds.
Voor een transactie die valt onder een soft commission agreement, wordt de
broker ten belope van 30% van de makelaarsprovisie vergoed voor de
orderuitvoering. De rest wordt bijgeschreven op de rekeningen bestemd
voor de zogenoemde gebundelde diensten of « softed services ».
Het totaalbedrag van de door de Beheervennootschap ontvangen nietgeldelijke voordelen bedraagt ten hoogste 45% van het totaal van de door
het Fonds uitbetaalde makelaarsprovisies.
Bij de uitvoering van orders voor rekening van het Fonds heeft het bestaan
van regelingen voor soft commissions geen invloed op de door de
Beheervennootschap gemaakte keuze van de verschillende financiële
tussenpersonen.
Mocht er zich desondanks een belangenconflict voordoen, dan handelt de
Beheervennootschap in het uitsluitende belang van de deelnemers in het
Fonds.
Nadere inlichtingen over de regelingen voor soft commissions worden in het
jaarverslag vermeld. De Beheervennootschap verbindt zich ertoe,
desgevraagd door de deelnemers, nadere bijzonderheden te verstrekken
over deze niet-geldelijke voordelen.
4.
Belangenconflicten
3
De Beheervennootschap heeft een schriftelijke procedure ingevoerd met het
doel
belangenconflicten,
met
inbegrip
van
de
uit
deze
bevoegdheidsoverdracht (delegatie) voortvloeiende conflicten, vast te
stellen, te voorkomen, te beheersen en te controleren. Zo ziet de
Beheervennootschap erop toe dat deze werkzaamheden niet worden
gedelegeerd aan entiteiten waarvan de belangen strijdig kunnen zijn met
haar eigen belangen of met die van de beleggers in het Fonds, tenzij deze
entiteit de uitvoering van de aan haar gedelegeerde taken functioneel en
hiërarchisch heeft gescheiden van haar andere, mogelijkerwijs conflicterende
taken, en de potentiële belangenconflicten naar behoren zijn vastgesteld,
beheerst, gecontroleerd en meegedeeld aan de beleggers in het Fonds. Het
door de Beheervennootschap gevoerde beleid ter voorkoming van
belangenconflicten
kan
worden
geraadpleegd
op
haar
website http://www.candriam.com.
Bewaarder:
Belfius Bank nv, Pachecolaan 44, 1000 Brussel, waarvan de hoofdactiviteit
die van een kredietinstelling is. Zo kan Belfius Bank zowel voor haarzelf als
voor rekening van derden of in samenwerking met derden, in België en in het
buitenland alle aan een kredietinstelling toegestane werkzaamheden
uitoefenen en alle bankverrichtingen uitvoeren, zoals onder meer die van
bewaarnemer en beheerder van effecten, alsook alle depot-, makelarij- en
beursverrichtingen.
Hier volgen de belangrijkste taken van de Bewaarder:
- Bewaring van de activa
De Bewaarder is niet alleen verantwoordelijk voor de bewaring van de
financiële instrumenten die in bewaarneming kunnen worden genomen,
maar dient ook een register bij te houden en na te gaan wie de eigenaar van
de andere tegoeden is.
De Bewaarder kan zich onder bepaalde omstandigheden en overeenkomstig
artikel 58, § 2 van de aicb-wet, ontdoen van zijn aansprakelijkheid. Wanneer
in lokale wetgeving of buitenlandse regelgeving wordt voorgeschreven dat
bepaalde financiële instrumenten door een lokale entiteit in bewaarneming
worden genomen en er geen lokale entiteiten zijn die voldoen aan de in
artikel 58, § 3 van de aicb-wet vermelde eisen inzake bewaringsdelegatie,
kan de bewaarder zich van zijn aansprakelijkheid ontdoen mits de specifieke
in dit artikel van de aicb-wet vastgestelde voorwaarden, het
beheerreglement van het Fonds en de desbetreffende overeenkomsten in
acht worden genomen.
- Kasstroomcontrole:
De Bewaarder zorgt er in het algemeen voor dat de kasstromen van het
Fonds naar behoren worden gecontroleerd.
- Toezicht:
Overeenkomstig de aicb-wet draagt de Bewaarder tevens de
verantwoordelijkheid voor bepaalde andere toezicht- en monitoringtaken.
Financiële dienst(en):
Belfius Bank nv, Pachecolaan 44, 1000 Brussel.
Distributeur(s):
Belfius Bank nv, Pachecolaan 44, 1000 Brussel.
Commissaris:
Deloitte Réviseurs d’Entreprises / Bedrijfsrevisoren bv o.v.v.e. cvba, met
maatschappelijke zetel gevestigd te 1831 Diegem, Berkenlaan 8b, vast
vertegenwoordigd door de heer Maurice Vrolix.
De commissaris, lid van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR), heeft als
taak controle uit te oefenen op de financiële toestand, op de jaarrekening en
op de regelmatigheid van de transacties die in de jaarrekening moeten
worden vastgesteld.
De commissaris certificeert de boekhoudkundige informatie die in de
jaarrekening van de Vennootschap is opgenomen en bevestigt zo nodig alle
informatie die overeenkomstig de aicb-wet moet worden verstrekt.
De belegger wordt verzocht de jaarverslagen te raadplegen om kennis te
nemen van het auditverslag.
Promotor(s):
Belfius Bank nv, Pachecolaan 44, 1000 Brussel
Candriam Belgium, Kunstlaan 58, 1000 Brussel.
Persoon (personen) die de kosten draagt (dragen) in de situaties als
bedoeld in de artikelen 115, § 3, lid 3, 149, 152, 156, 157, § 1, lid 3, 165, 179
en 180, lid 3 van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012 met
betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging:
In het algemeen: Belfius Bank en/of Candriam Belgium.
In situaties als bedoeld in de artikelen 156 en 165 van het voornoemde
Koninklijk Besluit van 12 november 2012: de personen die voldoen aan de in
bovenstaande artikelen vermelde criteria, en overeenkomstig de daarin
vastgestelde regels.
Regels inzake waardering van de activa:
zie artikel 11 van het beheerreglement.
Balansdatum:
31 december.
Regels inzake toewijzing van de netto-opbrengsten:
De gewone algemene vergadering bepaalt jaarlijks, op voorstel van de Raad
van Bestuur, welke bestemming wordt gegeven aan het jaarlijkse
nettoresultaat zoals dit werd vastgesteld op basis van de rekeningen
afgesloten in overeenstemming met de geldende wetgeving.
Op de belegger toepasselijk belastingstelsel:
De fiscale behandeling van de door een belegger verkregen inkomsten en
meerwaarden hangt af van de wetgeving die van toepassing is op het
specifieke statuut van die belegger in het land waar die inkomsten en
meerwaarden worden verkregen. In geval van twijfel over het toepasselijke
belastingstelsel dient de belegger persoonlijk inlichtingen in te winnen bij
professionals of bevoegde adviseurs.
Fiscaal voordeel op de inschrijvingen:
Onder voorbehoud van wijzigingen in de fiscale regelgeving wordt de
belastingvermindering berekend op een jaarlijks geïndexeerd bedrag dat
beperkt is tot 950 EUR voor het fiscale aanslagjaar 2015. Het bedrag van de
jaarlijkse stortingen mag dit jaarlijks geïndexeerde maximum niet
overschrijden. De « domicilie-instellingen » behouden zich het recht voor
annuleringskosten in rekening te brengen aan de opdrachtgever indien de
stortingen de wettelijk vastgelegde drempel overschrijden.
Belastingheffing op het samengestelde kapitaal:
1° Taks op het langetermijnsparen
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het Wetboek diverse rechten
en taksen wordt een taks ingehouden op het spaartegoed gewaardeerd op
de dag dat de rekeninghouder de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt of op de
datum van de tiende verjaardag van de opening van de rekening indien de
houder op het tijdstip van opening 55 jaar of ouder was; voor deze laatste
categorie wordt de taks evenwel vooraf ingehouden in geval van
terugbetaling vanaf de leeftijd van 60 jaar.
De taks wordt niet ingehouden mits een door de Administratie der Directe
Belastingen uitgereikt attest wordt afgeleverd waaruit blijkt dat de
rekeninghouder nooit fiscale voordelen genoten heeft op de op zijn
pensioenspaarrekening verrichte stortingen.
2° Bedrijfsvoorheffing
In het geval van terugbetaling op een ogenblik dat de taks op het
langetermijnsparen nog niet van toepassing is, wordt bedrijfsvoorheffing
ingehouden overeenkomstig artikel 270, 1° van het Wetboek van de
inkomstenbelastingen (WIB).
De aanslagvoet hangt af van het tijdstip van terugbetaling en van de
hoedanigheid van de houder op dat ogenblik.
3° Samenstelling van de belastbare inkomsten
De belastbare inkomsten stemmen overeen met de som van de jaarlijkse
stortingen, gekapitaliseerd tegen een rentevoet van respectievelijk 6,25%
voor de vóór 1 januari 1992 verrichte stortingen en 4,75% voor de andere
stortingen, overeenkomstig artikel 34, § 3 en artikel 515bis, derde lid van het
WIB.
Op het Fonds toepasselijk belastingstelsel:
 Jaarlijkse taks op de instellingen voor collectieve belegging, op de
kredietinstellingen en op de verzekeringsondernemingen. Het tarief van
deze taks staat hierna in het gedeelte « Provisies en kosten ».
 Indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan, wordt het
pensioenspaarfonds vrijgesteld van Belgische roerende voorheffing op de
in artikel 17, § 1 en in artikel 90, 6° en 11° van het WIB 1992 opgesomde
inkomsten die aan het pensioenspaarfonds worden betaald of
toegekend, met uitzondering van de inkomsten uit kapitalisatiebons,
zerobonds, liquidatiecoupons van vastgoedcertificaten en inkomsten van
gereglementeerde vastgoedvennootschappen. Wanneer het Fonds
buitenlandse inkomsten ontvangt, kan het zijn dat daarop al een
bronbelasting in het buitenland is geheven.
4
Informatiebronnen:
• De rechten van deelneming worden ingekocht of terugbetaald bij de
loketten van de instellingen die zorg dragen voor de financiële dienst. De
informatie over het Fonds wordt verspreid in de financiële vakpers of via
andere communicatiemiddelen.
• Vóór of na de inschrijving op de rechten van deelneming zijn het
prospectus, de essentiële beleggingsinformatie, het beheerreglement,
de jaarverslagen en halfjaarlijkse verslagen alsook in voorkomend geval
de volledige informatie over de andere compartimenten op verzoek
kosteloos verkrijgbaar bij de instellingen die zorg dragen voor de
financiële dienst.
• De omloopsnelheid van de portefeuille is opgenomen in het laatste
jaarverslag. De omloopsnelheid geeft het procentuele jaargemiddelde
weer van de in de portefeuille van het Fonds uitgevoerde transacties op
basis van de inschrijvingen en terugbetalingen over de desbetreffende
periode. De gebruikte formule is die welke werd gepubliceerd in
bijlage B, afdeling II van het Koninklijk Besluit van 12 november 2012
met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve
belegging. De op die wijze berekende omloopsnelheid van de
portefeuille is te beschouwen als aanvullende indicator voor de omvang
van de transactiekosten.
• De lopende kosten, berekend in overeenstemming met Verordening
(EU) nr. 583/2010 van de Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van
Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad wat
betreft essentiële beleggersinformatie en de voorwaarden waaraan
moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het
prospectus op een andere duurzame drager dan papier of via een
website wordt verstrekt (hierna « Verordening nr. 583/2010 »), worden
opgenomen in de essentiële beleggersinformatie.
De lopende kosten bestaan uit alle betalingen die in mindering worden
gebracht op het vermogen van het Fonds wanneer een dergelijke aftrek
wordt opgelegd of toegestaan op grond van de regelgeving, het
beheerreglement of het prospectus. Ze omvatten echter geen mogelijke
prestatievergoeding
(performance
fee),
noch
portefeuilletransactiekosten, met uitzondering van de door de
depotbank aangerekende kosten, behalve in de gevallen waarin het
Fonds instap- of uitstapvergoedingen betaalt bij de aankoop of verkoop
van rechten van deelneming in een ander fonds.
Ze hebben de vorm van een enkel cijfer uitgedrukt in een percentage en
gebaseerd op de kosten van het vorige boekjaar. In sommige gevallen
kunnen ze worden uitgedrukt als maximaal te factureren bedrag of
worden opgesteld op basis van een andere periode van één jaar in het
verleden. Ze kunnen zelfs het voorwerp uitmaken van een schatting.
• De in het verleden behaalde resultaten staan in het laatste jaarverslag.
De beleggers worden erop gewezen dat deze gegevens in geen enkel
geval een indicator zijn voor de toekomstige resultaten van het Fonds.
• De volgende documenten en informatie kunnen worden geraadpleegd
op de website van de Beheervennootschap www.candriam.com: het
prospectus, de essentiële beleggersinformatie en het laatste jaar- en
halfjaarverslag.
Contactpunt waar indien nodig aanvullende inlichtingen kunnen worden
ingewonnen:
Belfius Bank op het gratis nummer 0800 99 900, dat bereikbaar is op elke
bankwerkdag van 7.00 tot 22.00 uur en op zaterdag van 9.00 tot 17.00 uur,
alsook op het volgende e-mailadres [email protected].
Jaarlijkse algemene vergadering van deelnemers:
De derde woensdag van de maand maart om 11.00 uur, ter maatschappelijke
zetel van de Beheervennootschap of op elke andere plaats in België die
nauwkeurig is aangegeven in het oproepingsbericht. Indien deze dag in
België een wettelijke feestdag of een banksluitingsdag is, wordt de jaarlijkse
algemene vergadering gehouden op de eerstvolgende bankwerkdag.
Bevoegde autoriteit:
Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresstraat 12-14,
1000 Brussel.
Overeenkomstig artikel 225 van de iacb-wet worden het prospectus en de
bijwerkingen daarvan gepubliceerd na goedkeuring door de FSMA. Deze
goedkeuring houdt geen beoordeling in van de opportuniteit en de kwaliteit
van het aanbod, noch van de toestand van de persoon die ze verwezenlijkt.
De officiële tekst van het beheerreglement werd neergelegd bij de FSMA.
Personen verantwoordelijk voor de inhoud van het prospectus:
De Raad van Bestuur van de Beheervennootschap. Voor zover de Raad van
Bestuur bekend, zijn de gegevens in het prospectus in overeenstemming met
de werkelijkheid en zijn er geen gegevens weggelaten waarvan de
vermelding de strekking van het prospectus zou wijzigen.
Personen verantwoordelijk voor de inhoud van de essentiële
beleggingsinformatie:
De Beheervennootschap kan enkel aansprakelijk worden gesteld op grond
van een in de essentiële beleggingsinformatie opgenomen verklaring die
misleidend, onnauwkeurig of niet in overeenstemming met de relevante
delen van het prospectus is. Voor zover haar bekend, zijn de gegevens van de
essentiële beleggingsinformatie in overeenstemming met de werkelijkheid
en zijn er geen gegevens weggelaten waarvan de vermelding de strekking
van de essentiële beleggingsinformatie zou wijzigen.
Aard van het recht belichaamd in het recht van deelneming in het Fonds:
recht van mede-eigenaarschap.
Stemrecht van de deelnemers:
Tenzij bij wet of in het beheerreglement anders is bepaald, worden de
besluiten tijdens een rechtsgeldig bijeengeroepen algemene vergadering van
deelnemers in het Fonds genomen bij gewone meerderheid van de
aanwezige of vertegenwoordigde deelnemers die aan de stemming
deelnemen. In voorkomend geval worden de besluiten met betrekking tot
het compartiment eveneens, tenzij bij wet anders is bepaald, genomen bij
gewone meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde deelnemers
in het betrokken compartiment die aan de stemming deelnemen.
Over het algemeen kunnen voor elk compartiment in voorkomend geval
algemene vergaderingen worden gehouden onder dezelfde voorwaarden als
voor de andere algemene vergaderingen.
Wanneer de rechten van deelneming gelijke waarde hebben, geeft elk
geheel recht van deelneming recht op één stem. Zijn de rechten van
deelneming niet van gelijke waarde, dan geeft elk geheel recht van
deelneming van rechtswege recht op een aantal stemmen naar
evenredigheid van het gedeelte van het kapitaal dat het vertegenwoordigt,
met dien verstande dat het recht van deelneming dat het laagste bedrag
vertegenwoordigt voor één stem wordt aangerekend; gedeelten van
stemmen worden verwaarloosd.
Vereffening van het Fonds:
Het besluit van de Beheervennootschap om het Fonds te ontbinden en in
vereffening te stellen, kan onder meer voortvloeien uit ingrijpende en
ongunstige veranderingen in de economische, politieke en sociale toestand
in de landen waar wordt belegd of waar de rechten van deelneming in het
Fonds worden verdeeld, of nog uit het feit dat het uitstaande bedrag van het
Fonds te laag wordt, waardoor het beheer van dit Fonds te zwaar en te duur
wordt. Een dergelijk besluit wordt voorgelegd aan de algemene vergadering
van deelnemers in het Fonds.
De verrichtingen worden uitgevoerd door een of meer vereffenaars, die
natuurlijke of rechtspersonen kunnen zijn en die worden benoemd door de
algemene vergadering van deelnemers die bepaalt welke bevoegdheden zij
hebben en welke vergoeding zij krijgen.
De netto-opbrengst van de vereffening van het Fonds wordt op pro-ratabasis
uitgekeerd aan de deelnemers in het Fonds, dat wil zeggen naar
evenredigheid van hun deelneming in het Fonds.
Voornaamste juridische implicaties van de contractuele verhouding die
wordt aangegaan voor investeringen:
De beleggers zijn inzonderheid juridisch verbonden door het
beheerreglement en door de in dit prospectus vervatte voorwaarden.
De relatie tussen de beleggers en het Fonds wordt geregeld en in elk opzicht
uitgelegd overeenkomstig de Belgische wetgeving. De rechtbank van Brussel
worden bij uitsluiting bevoegd verklaard voor elke betwisting of elk geschil.
Indien van toepassing met betrekking tot de tenuitvoerlegging in België van
een bindend eindvonnis in burgerlijke en handelszaken dat werd gewezen
door de gerechten van een lidstaat van de Europese Unie, en voor zover dat
vonnis valt binnen het toepassingsgebied van de Europese verordening
betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de
tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, wordt dit
vonnis in het algemeen erkend en ten uitvoer gelegd in België zonder
onderzoek ten gronde, behoudens in bepaalde uitzonderlijke
omstandigheden.
Aanpassing van de strategie en/of het beleggingsbeleid:
Binnen de perken van de in het beheerreglement vervatte voorschriften
beschikt de Beheervennootschap over de meest uitgebreide bevoegdheden
om de strategie en/of het beleggingsbeleid aan te passen.
Indien een dergelijke aanpassing aanleiding geeft tot een wijziging van het
beheerreglement, wordt het ter zake geldende besluit genomen door de
bevoegde algemene vergadering.
5
De beleggers worden van elke wezenlijke aanpassing in kennis gesteld
voorafgaand aan de inwerkingtreding daarvan.
Opschorting van de berekening van de netto-inventariswaarde en van de
uitgifte, inkoop en omzetting van rechten van deelneming:
Onverminderd de wettelijke opschortingsoorzaken kunnen de berekening
van de netto-inventariswaarde, de uitgifte, inkoop en omzetting in de
volgende gevallen worden opgeschort:
1. wanneer een of meer markten waarop meer dan 20% van de activa
wordt verhandeld of een of meer belangrijke valuta- of wisselmarkten
waar de deviezen worden verhandeld waarin de waarde van de activa is
uitgedrukt, gesloten zijn om een andere reden dan wettelijke vakantie of
wanneer de transacties er zijn geschorst of beperkt.
De Raad van Bestuur van de Beheervennootschap bepaalt in welke
gevallen een officiële netto-inventariswaarde wordt berekend op basis
waarvan geen enkele aanvraag tot uitgifte, inkoop of omzetting wordt
aanvaard.
2. wanneer de toestand zo ernstig is dat de tegoeden en/of verplichtingen
niet correct kunnen worden gewaardeerd of het Fonds er niet over kan
beschikken zonder de belangen van de deelnemers ernstig te schaden;
3. wanneer het niet mogelijk is gelden te transfereren of transacties te
verwezenlijken tegen een normale prijs of wisselkoers of wanneer
beperkingen zijn opgelegd aan de valuta-/wisselmarkten of aan de
financiële markten;
4. bij een defect van de informaticamiddelen waardoor de berekening van
de netto-inventariswaarde onmogelijk wordt gemaakt;
5. vanaf de publicatie van de oproeping tot de bevoegde algemene
vergadering van deelnemers die wordt bijeengeroepen om te beslissen
over de ontbinding van het Fonds of in voorkomend geval van een
compartiment van het Fonds, wanneer deze ontbinding niet uitsluitend
bedoeld is om de rechtsvorm te wijzigen;
6. bij een fusie of andere herstructurering, ten laatste de dag vóór de
datum waarop de ruilverhouding en in voorkomend geval de opleg dan
wel de vergoeding voor de inbreng of overdracht worden berekend.
Transactie in OTCderivaten
en
technieken voor goed
portefeuillebeheer
Het is elk Fonds toegestaan reverse repo’s (« reverse repurchase
agreements »), ook omgekeerde cessie-retrocessietransacties genoemd, uit
te voeren waarbij de overdrager of cedent (tegenpartij) verplicht is het
overgedragen goed terug te nemen en het Fonds verplicht is het
overgenomen goed terug te geven.
Het type effecten dat het voorwerp uitmaakt van de omgekeerde cessieretrocessietransactie, alsook de daarbij betrokken tegenpartijen moeten
voldoen aan de reglementaire vereisten.
De effecten die het voorwerp uitmaken van de omgekeerde cessieretrocessietransactie dienen in overeenstemming te zijn met het
beleggingsbeleid van het betrokken Fonds en moeten, samen met de andere
effecten die het Fonds in portefeuille heeft, de beleggingsbeperkingen over
de hele linie in acht nemen.
Gedurende de volledige looptijd van de reverse repo-overeenkomst mag het
Fonds de effecten die het voorwerp daarvan uitmaken niet verkopen, noch in
onderpand/als waarborg geven, behalve indien het Fonds over andere
dekkingsmiddelen beschikt.
III. Repo’s (cessie-retrocessietransacties)
Het is elk Fonds toegestaan repo’s (« repurchase agreements »), ook wel
cessie-retrocessietransacties genoemd, uit te voeren waarbij het Fonds
verplicht is het overgedragen goed terug te nemen, terwijl de overnemer of
cessionaris (tegenpartij) verplicht is het overgenomen goed terug te geven.
Het type effecten dat het voorwerp uitmaakt van de cessieretrocessietransactie, alsook de daarbij betrokken tegenpartijen moeten
voldoen aan de reglementaire vereisten.
Het betrokken Fonds moet bij afloop van de geldigheidsduur van de repo
over de vereiste activa beschikken om in voorkomend geval de
overeengekomen prijs voor de teruggave aan het Fonds te betalen.
Het gebruik van deze transacties mag niet tot gevolg hebben dat de
beleggingsdoelstellingen worden gewijzigd, noch leiden tot het nemen van
bijkomende, hogere risico's.
IV. Risico's verbonden aan technieken voor goed portefeuillebeheer
1. Tegenpartijrisico
Het tegenpartijrisico is het risico dat de tegenpartij wordt getroffen door een
kredietgebeurtenis (credit event) die haar ervan weerhoudt de effecten/het
geldbedrag terug te geven op de vervaldag van de transactie of op welk
ogenblik dan ook wanneer het Fonds daarom verzoekt.
2. Leveringsrisico
Het kan zijn dat het Fonds activa wil afstoten/te gelde maken terwijl die
activa het voorwerp uitmaken van een transactie met een tegenpartij. Het
leveringsrisico is het risico dat die tegenpartij, hoewel zij contractueel
daartoe verplicht is, niet bij machte is de activa voldoende snel terug te
geven om het Fonds in staat te stellen de verkoop ervan op de markt gestand
A. Technieken voor goed portefeuillebeheer
te doen.
Het is elk Fonds toegestaan met het doel zijn rendement te vergroten en/of
zijn risico's te verminderen technieken en instrumenten toe te passen met
betrekking tot effecten en geldmarktinstrumenten:
3. Risico van belangenconflicten
Een keuze ingegeven door andere redenen dan het enige belang van het
Fonds, tegenpartijen en/of een ongelijke behandeling in het beheer van
gelijkwaardige portefeuilles behoren tot de belangrijkste bronnen van
I.
Effecten uitleentransacties
Elk Fonds mag de in zijn portefeuille opgenomen effecten uitlenen aan een
kredietnemer, hetzij rechtstreeks, hetzij door een beroep te doen op een
gestandaardiseerd effectenleningsysteem georganiseerd door een erkende
verrekenings- of vereffeningsinstelling (clearinginstituut) of op een
effectenleningsysteem georganiseerd door een financiële instelling die
onderworpen is aan bedrijfseconomische (prudentiële) regels en die
gespecialiseerd is in dit soort transacties.
Als onderdeel van deze effectenleningen moet het Fonds financiële
zekerheden ontvangen die voldoen aan de reglementaire vereisten.
Deze effectenuitleentransacties mogen betrekking hebben op 100% van de
totale waarderingswaarde van de in portefeuille gehouden effecten.
Het Fonds dient erover te waken dat de omvang van de
effectenuitleentransacties op een gepast niveau gehandhaafd blijft, of moet
om teruggave van de uitgeleende effecten kunnen verzoeken teneinde te
allen tijde zijn terugkoopverplichting te kunnen nakomen en om te
voorkomen dat die transacties een belemmering vormen voor het beheer
van de activa van het Fonds overeenkomstig zijn beleggingsbeleid.
II.
Reverse repo’s ( omgekeerde cessie-retrocessietransacties)
belangenconflicten.
V. Maatregelen ter beperking van risico's verbonden aan de technieken
met het oog op een goed portefeuillebeheer
1. Maatregelen ter beperking van het tegenpartij- en leveringsrisico
a. Selectie van tegenpartijen
De tegenpartijen van deze transacties worden goedgekeurd door de afdeling
Risk Management van de Beheervennootschap en hebben bij het initiëren
van de transacties een minimale kortetermijnrating van A-2 of gelijkwaardig
gekregen van minstens één erkend ratingbureau.
b. Financiële zekerheden
Zie hieronder het punt « Beheer van financiële zekerheden voor technieken
voor goed portefeuillebeheer ».
2. Maatregelen ter beperking van het risico van belangenconflicten
Met het doel risico's van belangenconflicten tegen te gaan, heeft de
Beheervennootschap een procedure voor de selectie en bewaking van
tegenpartijen opgezet via door de afdeling Risk Management georganiseerde
comités. Bovendien is de vergoeding voor deze verrichtingen marktconform,
6
dat wil zeggen afgestemd op de gangbare marktpraktijken, om elk
belangenconflict uit te sluiten.
VI. Vergoedingsbeleid
De inkomsten die verband houden met de activiteit inzake verstrekte
effectenleningen komen integraal toe aan het (de) betrokken fonds(en), na
aftrek van de directe en indirecte werkingskosten en -uitgaven. De aan de
Beheersmaatschappij betaalde kosten en lasten bedragen maximaal 40% van
deze inkomsten.
In het kader van die activiteit staat de Beheervennootschap meer in het
bijzonder in voor het sluiten van de transacties inzake verstrekte
effectenleningen en de daarmee samenhangende administratieve follow-up,
de bewaking van aan de activiteit verbonden risico's, het toezicht op de
regelgeving en fiscaliteit met betrekking tot de activiteit, alsook voor het
dekken van de uit de activiteit voortvloeiende operationele risico’s.
In de periodieke verslagen staat gedetailleerde informatie over de inkomsten
voortvloeiende uit de activiteit inzake verstrekte effectenleningen, alsook
over de daarmee gepaard gaande werkingskosten en -uitgaven. Daarin wordt
voorts de identiteit vermeld van de entiteiten waaraan deze kosten en
uitgaven worden betaald, en wordt nauwkeurig aangegeven of die entiteiten
gelieerd zijn aan de Beheervennootschap en/of aan de Depotbank.
VII. Periodieke informatieverstrekking aan de beleggers
Aanvullende informatie over deze technieken met het oog op een goed
portefeuillebeheer is terug te vinden in de periodieke verslagen.
B. Beheer van financiële zekerheden voor technieken voor goed
portefeuillebeheer
I.
Algemene criteria
Alle zekerheden die tot doel hebben de blootstelling aan het tegenpartijrisico
te verminderen, moeten te allen tijde voldoen aan de volgende criteria:
Liquiditeit: elke zekerheid die anders dan in contanten wordt
ontvangen (non-cash collateral) moet zeer liquide zijn en worden
verhandeld op een gereglementeerde markt of in het kader van een
multilaterale handelsfaciliteit (MTF - Multilateral Trading Facility) die
transparante prijsstellingsmethoden toepast, zodat de zekerheid snel
kan worden verkocht tegen een prijs die de aan de verkoop
voorafgaande waardering benadert.
Waardering: de ontvangen zekerheden worden ten minste dagelijks
gewaardeerd en de activa met een hoge prijs volatiliteit worden
uitsluitend als zekerheid aanvaard mits er voldoende conservatieve
veiligheidsmarges zijn opgezet.
Kredietkwaliteit van de uitgevende instellingen: de ontvangen
financiële zekerheid moet van hoge kwaliteit zijn.
Correlatie: de ontvangen financiële zekerheid moet worden gesteld
door een entiteit die onafhankelijk is van de tegenpartij en mag geen
hoge correlatie vertonen met de prestaties van de tegenpartij.
Spreiding: de financiële zekerheid moet voldoende gespreid zijn over
landen, markten en uitgevende instellingen. Wat de spreiding over
uitgevende instellingen betreft, mag het maximale risico waaraan het
Fonds via de ontvangen zekerheden bij één en dezelfde emittent is
blootgesteld niet groter zijn dan 20% van het nettoactief van het Fonds
in kwestie.
De aan het beheer van de zekerheden verbonden risico's, zoals de
operationele en juridische risico's, moeten in kaart worden gebracht,
beheerst en beperkt in het kader van het risicobeheerprocedure.
In geval van eigendomsoverdracht wordt de ontvangen zekerheid
bewaard door de bewaarder. De andere soorten overeenkomsten die
aanleiding geven tot zekerheden mogen worden bewaard door een
derde bewaarnemer die aan prudentieel toezicht is onderworpen en
die geen enkele band heeft met de verstrekker van de financiële
zekerheden.
De ontvangen zekerheden mogen te allen tijde integraal worden
aangesproken zonder overleg te voeren met of toestemming te vragen
aan de tegenpartij.
II.
Toegelaten soorten zekerheden
De volgende soorten financiële zekerheden zijn toegelaten:
zekerheden in contanten (cash collateral), luidend in de
referentievaluta van het Fonds in kwestie;
schuldinstrumenten van goede kwaliteit (die minstens rating BBB-/Baa3
of gelijkwaardig hebben gekregen van één van de ratingbureaus),
uitgegeven door een overheidsemittent uit een OESO-land (staten,
supranationale instellingen enz.) en waarvan de emissieomvang
minstens 250 miljoen EUR bedraagt;
schuldinstrumenten van goede kwaliteit (die minstens rating BBB-/Baa3
of gelijkwaardig hebben gekregen van één van de ratingbureaus),
uitgegeven door een particuliere emittent uit een OESO-land en
waarvan de emissieomvang minstens 250 miljoen EUR bedraagt;
rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die
voldoende
liquiditeit
bieden
en
die
beleggen
in
geldmarktinstrumenten.
De afdeling Risk Management van de Beheervennootschap kan strengere
criteria opleggen en zodoende bepaalde soorten instrumenten, bepaalde
landen, bepaalde emittenten (uitgevende instellingen) of zelfs effecten
uitsluiten.
III. Hoogte van de financiële zekerheden
De Beheervennootschap heeft een beleid vastgesteld waarbij respectievelijk
de volgende hoogte van financiële zekerheden wordt vereist naargelang van
het soort transacties:
opgenomen en verstrekte effectenleningen: 105% van de waarde van
de geleende activa,
repo's en reverse repo's: 100% van de waarde van de overgedragen
activa,
IV. Beleid inzake zekerheidsmarges (haircuts)
De Beheervennootschap past een beleid inzake zekerheidsmarges (haircuts)
toe dat is afgestemd op elke als financiële zekerheid ontvangen
activacategorie.
Desgewenst kan elke belegger ter maatschappelijke zetel van de
Beheervennootschap gratis een exemplaar krijgen van het desbetreffende
beleidsdocument.
V. Beperkingen inzake herbelegging van de ontvangen financiële
zekerheden
In contanten gestelde financiële zekerheden mogen uitsluitend in deposito
worden geplaatst bij entiteiten van goede kwaliteit, belegd in kwalitatief
hoogwaardige staatsobligaties, gebruikt ten behoeve van reverse repo's die
te allen tijde opzegbaar (callable) zijn en/of belegd in
kortetermijngeldmarktfondsen met inachtneming van de toepasselijke
spreidingscriteria.
Het Fonds belegt in activa met een lage risicograad. Niettemin kan er aan de
verrichte beleggingen een gering financieel risico verbonden zijn.
Financiële zekerheden anders dan in geld (non-cash collateral) worden niet
verkocht, noch herbelegd, noch in pand gegeven.
Informatie over het
risicoprofiel
De belegger dient enerzijds kennis te nemen van de specifieke risicofactoren
die vermeld staan hieronder alsook in de technische informatiebladen van
het Fonds, en anderzijds van het hoofdstuk « Risico- en opbrengstprofiel » in
de essentiële beleggersinformatie.
De lijst waarin een beschrijving wordt gegeven van de risico’s is zeker niet
volledig. Daarom wordt potentiële beleggers aangeraden advies in te winnen
bij hun gespecialiseerde adviseurs alvorens in te schrijven.
Lijst van risico's:
A. Aandelenrisico (equitry risk): de beleggingen in gewone aandelen en
andere effecten met aandelenkarakter zijn met name blootgesteld aan
het risico dat veranderingen intreden in economische omstandigheden,
beursmarkten, industrie en bedrijfsleven alsmede aan risico's die
inherent
verbonden
zijn
aan
het
vermogen
van
de
portefeuillebeheerders om te anticiperen op deze veranderingen die de
waarde van de activa negatief kunnen beïnvloeden. Het streven naar
een hoger rendement gaat vaak gepaard met een verliesrisico.
B. Renterisico: een renteschommeling (met name als gevolg van de
inflatie) kan verliesrisico's veroorzaken en de intrinsieke waarde (netto-
7
inventariswaarde) van de rechten van deelneming doen afnemen (in het
bijzonder bij een rentestijging wanneer het Fonds een positieve
rentegevoeligheid heeft en, omgekeerd, bij een rentedaling wanneer het
Fonds een negatieve rentegevoeligheid heeft). Langlopende obligaties
(en daarmee samenhangende derivaten) zijn gevoeliger voor
renteschommelingen.
C. Commodityrisico: voor fondsen die beleggen in grondstoffenposities
(commodity's) kan het waardeverloop fors verschillen van de
ontwikkeling op traditionele effectenmarkten (aandelen, obligaties).
Weersomstandigheden en geopolitieke factoren kunnen ook een
weerslag hebben op het niveau van vraag en aanbod van de
onderliggende commodity en bijgevolg veranderingen teweegbrengen in
de grondstoffenschaarste die op de markt wordt verwacht. Bepaalde
grondstoffen daarentegen, zoals bijvoorbeeld energie en sommige
metalen, kunnen in sterkere mate met elkaar gecorreleerd zijn qua
waardeverloop.
I.
Concentratierisico: risico dat verband houdt met een grote concentratie
van de beleggingen in een bepaalde activacategorie of op bepaalde
markten. Dit houdt in dat het waardeverloop van deze activa of markten
een belangrijke invloed heeft op de portefeuillewaarde van het Fonds.
Hoe breder de portefeuillespreiding van het Fonds, des te kleiner het
concentratierisico. Dit risico is bijvoorbeeld ook groter op specifiekere
markten (bepaalde regio's, sectoren of thema's) dan op ruim
gediversifieerde markten (wereldwijde spreiding).
J.
Rendementsrisico: dit risico vloeit voort uit de mate waarin het Fonds is
blootgesteld aan de andere risico's, uit het beheertype (actiever of
minder actief ingesteld) en het bestaan of ontbreken van beschermingsof garantiemechanisme. De koersbeweeglijkheid of volatiliteit is een van
de indicatoren van het rendementsrisico.
K. Kapitaalrisico: de belegger wordt gewaarschuwd voor het feit dat zijn
vermogen niet waardevast is, waardoor de kans bestaat dat hij het
ingelegde bedrag niet volledig terugkrijgt. Hij kan dus in voorkomend
geval verlies lijden.
D. Kredietrisico: risico dat een uitgevende instelling (emittent) of
tegenpartij in gebreke blijft. Dit risico omvat het veranderingsrisico van
kredietspreads en het wanbetalingsrisico (default risk).
Bepaalde fondsen kunnen risico's lopen op de kredietmarkt en/of op
bepaalde emittenten in de mate dat het koersverloop wordt bepaald
door
de
verwachtingen
van
marktpartijen
over
de
schuldaflossingscapaciteit van die uitgevende instellingen. Deze fondsen
kunnen ook blootstaan aan het wanbetalingsrisico van een
geselecteerde emittent, dat wil zeggen diens onvermogen om zijn
schuldaflossingsverplichting na te komen in de vorm van coupons en/of
de hoofdsom. Al naargelang het Fonds positieve of negatieve uitstaande
posities heeft op de kredietmarkt en/of bij bepaalde emittenten, kan de
netto-inventariswaarde negatief worden beïnvloed wanneer de
kredietspreads zich respectievelijk in opgaande of neergaande lijn
ontwikkelen of zelfs wanneer de emittent in gebreke blijft
(wanprestatie/verzuim).
Bepaalde fondsen mogen gebruikmaken van derivaten die buiten de
beurs (over-the-counter) worden verhandeld (OTC-derivaten). OTCderivatentransacties kunnen aanleiding geven tot een tegenpartijrisico
dat vergelijkbaar is met het kredietrisico, zijnde verliezen als gevolg van
verplichtingen die worden aangegaan met een in gebreke blijvende
tegenpartij.
Een fonds dat belegt in schuldinstrumenten van mindere kwaliteit is
gevoeliger voor deze problemen en kan bijgevolg sterker in waarde
schommelen (grotere volatiliteit).
M. Flexibiliteitsrisico: gebrek aan flexibiliteit te wijten aan de
beleggingsportefeuille van het Fonds en/of aan beperkingen op het
overschakelen op andere aanbieders, met inbegrip van het risico van
voortijdige inkoop. Dit risico kan het Fonds op bepaalde tijdstippen
ervan weerhouden de gewenste acties te ondernemen. Voor fondsen of
beleggingen die onderworpen zijn aan restrictieve regelgeving kan dit
risico hoger uitvallen.
E.
Afwikkelingsrisico: het risico dat een afwikkeling via een
betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of
levering van de effecten door een tegenpartij niet of niet in
overeenstemming met de initiële voorwaarden plaatsvindt. Van dat
risico is sprake voor zover bepaalde fondsen beleggen in regio's waar de
financiële markten niet sterk ontwikkeld zijn. In de regio's waar de
financiële markten goed ontwikkeld zijn blijft dit risico beperkt.
N. Inflatierisico: het inflatierisico is voornamelijk te wijten aan bruuske
schommelingen in vraag en aanbod van goederen en diensten in de
economie, aan duurder wordende grondstoffenprijzen alsook aan
bovenmatige loonstijgingen. Dit is het risico dat in een afgewaardeerde
munt wordt terugbetaald en dat het rendementspercentage lager uitvalt
dan het inflatiepercentage. Het inflatierisico doet zich bijvoorbeeld voor
bij langlopende en vastrentende obligaties.
F.
Liquiditeitsrisico: het risico dat een positie in de portefeuille van het
Fonds niet tegen beperkte kosten binnen een voldoende kort tijdsbestek
kan worden verkocht, te gelde gemaakt (geliquideerd) of afgesloten en
dat het vermogen van het Fonds om te allen tijde te voldoen aan zijn
verplichtingen tot inkoop van rechten van deelneming op verzoek van de
beleggers, in gevaar komt. Op bepaalde markten (met name van
groeilandobligaties of emerging bonds en hoogrenderende obligaties of
high-yield bonds) kunnen minder gunstige marktomstandigheden de
noteringsmarges doen toenemen, wat gevolgen kan hebben voor de
netto-inventariswaarde bij aankopen of verkopen van activa. Bovendien
kunnen de effecten moeilijk verhandelbaar worden wanneer een crisis
uitbreekt op deze markten.
O. Risico verbonden aan externe factoren: onzekerheid over de
onveranderlijkheid van bepaalde externe factoren in de
beleggingsomgeving (zoals het belastingstelsel of veranderingen in
regelgeving) die gevolgen kunnen hebben op de werking van het Fonds.
G. Valuta- of wisselkoersrisico: dit risico ontstaat als gevolg van
rechtstreekse beleggingen van het Fonds en het gebruik van financiële
futures door het Fonds, waardoor een risicopositie wordt ingenomen in
een andere valuta dan de munt waarin het Fonds wordt gewaardeerd.
Wanneer de wisselkoers van die valuta schommelt ten opzichte van de
waarderingsvaluta van het Fonds, kan dat de waarde van de activa in
portefeuille negatief beïnvloeden.
H. Bewaarnemingsrisico: het risico van verlies van in bewaring gegeven
activa als gevolg van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze
handelingen van de bewaarnemer of van een onderbewaarnemer.
L.
Risico’s gebonden aan opkomende of groeilanden (emerging countries):
opkomende markten (emerging markets) kunnen in hogere mate
onderhevig zijn aan hausse- en baissebewegingen die elkaar in sneller
tempo opvolgen dan het geval is op volgroeide markten.
Marktbewegingen in tegengestelde richting van de ingenomen posities
kunnen de netto-inventariswaarde fors doen afnemen. Volatiliteit kan
worden teweeggebracht door een algemeen marktrisico of kan te wijten
zijn aan het wisselvallige verloop van één en hetzelfde effect. Bepaalde
opkomende markten kunnen worden overheerst door branche/bedrijfstakspecifieke of sectorale concentratierisico's. Ook deze risico's
kunnen aanleiding geven tot een verhoogde volatiliteit of
koersbeweeglijkheid. Opkomende landen kunnen te maken krijgen met
ernstige politieke, sociale, juridische en fiscale onzekerheden of andere
gebeurtenissen die negatieve gevolgen kunnen hebben voor het Fonds
dat in deze groeilanden belegt.
P. Modelrisico: de effecten waaruit de portefeuille van het Fonds wordt
samengesteld, worden hoofdzakelijk geselecteerd op basis van
kwantitatieve modellen. Het risico bestaat dat die modellen minder
doeltreffend blijken of zelfs leemten vertonen in specifieke
marktomstandigheden.
Q. Derivatenrisico: afgeleide producten of derivaten zijn financiële
instrumenten waarvan de waarde afhangt (of wordt afgeleid) van een of
meer onderliggende financiële activa (aandelen, rentevoeten, obligaties,
vreemde valuta's of deviezen enz.). Door gebruik te maken van
derivaten, loopt het Fonds bijgevolg het risico dat inherent verbonden is
aan de onderliggende instrumenten. Het Fonds kan derivaten gebruiken
om in de onderliggende activa risicoposities in te nemen (exposure) of af
te dekken (hedging). Naargelang van de ingezette strategieën kunnen
door het gebruik van derivaten ook hefboomrisico's ontstaan (waarbij de
omvang van neerwaartse of baissebewegingen wordt geaccentueerd als
gevolg van de hefboomwerking). Bij een risicodekkings- of
hedgingstrategie is het onder bepaalde marktomstandigheden mogelijk
dat er geen perfecte correlatie is tussen de derivaten en de activa die
het Fonds wil hedgen. Wat opties betreft, kan een ongunstig
koersverloop van de onderliggende activa tot gevolg hebben dat alle
8
betaalde optiepremies verloren gaan voor het Fonds. Bovendien is aan
OTC-derivaten niet alleen een tegenpartijrisico verbonden (dat
weliswaar kan worden tegengegaan door het als zekerheid gestelde
onderpand –collateral – aan te spreken), maar ook een waarderings- of
zelfs liquiditeitsrisico (de moeilijkheid om openstaande posities te
verkopen of af te sluiten).
R. Volatiliteitsrisico: het Fonds kan (bijvoorbeeld via directionele of
arbitrageposities) een volatiliteitsrisico op de markten lopen en
bijgevolg, naargelang van de ingenomen posities, verliezen lijden
wanneer het volatiliteitsniveau op deze markten verandert.
S.
Arbitragerisico: arbitrage is een techniek die beoogt te profiteren van
vastgestelde (of verwachte) koersverschillen (spreads) tussen markten
en/of bedrijfstakken en/of effecten en/of vreemde valuta's (deviezen)
en/of instrumenten. Als deze arbitrages zich in ongunstige zin
ontwikkelen (hausse van verkoop- of shortposities en/of baisse van
koop- of longposities), kan dat de intrinsieke waarde (nettoinventariswaarde) doen afnemen.
T.
Tegenpartijrisico: het Fonds mag OTC-derivaten gebruiken en/of
technieken met voor goed portefeuillebeheer toepassen. Deze
verrichtingen kunnen aanleiding geven tot een tegenpartijrisico, zijnde
verliezen als gevolg van verplichtingen die worden aangegaan met een in
gebreke blijvende tegenpartij.
Hefboomrisico volgens de AIFM-methode:
Berekening van de hefboomfinanciering:
In de regelgeving met betrekking tot beheerders van alternatieve
beleggingsinstellingen (AIFM - Alternative Investment Fund Managers) wordt
hefboomfinanciering gedefinieerd als een methode waarmee de
Beheervennootschap de positie van een door haar beheerd Fonds met
geleend contant geld of geleende effecten, met een hefboom in de vorm van
derivatenposities of anderszins vergroot.
De hefboom wordt uitgedrukt als de verhouding of ratio tussen de
blootstelling (exposure) van het Fonds en zijn intrinsieke waarde (nettoinventariswaarde).
De blootstelling wordt berekend volgens de methode op basis van gedane
toezeggingen (commitment method) en volgens de brutomethode (zie
verder).
Methode op basis van gedane toezeggingen
a)
De volgens de methode op basis van gedane toezeggingen berekende
blootstelling is gelijk aan de som van de absolute waarden van alle posities
(waaronder derivatenposities) – na toepassing van de hedging- en
salderingsregelingen – die overeenkomstig de regelgeving zijn gewaardeerd.
Brutomethode
b)
De volgens de brutomethode berekende blootstelling is gelijk aan de som
van de absolute waarden van alle posities (waaronder derivatenposities,
maar met uitsluiting van de activa die door een insignificant risico van
waardeverandering worden gekenmerkt) die overeenkomstig de regelgeving
zijn gewaardeerd.
Berekening van het totale risico
De Beheervennootschap berekent het totale risico volgens de methode op
basis van gedane toezeggingen (commitment method), zoals nader bepaald
in de regelgeving.
Deze methode bestaat erin derivaten om te zetten in gelijkwaardige posities
in de onderliggende activa (in voorkomend geval volgens hun respectieve
risicogevoeligheid). Deze omzetting mag zo nodig worden vervangen door de
theoretische waarde (notional value).
In de volgende gevallen wordt een derivaat niet in aanmerking genomen om
het totale risico te berekenen:
indien het gelijktijdig aanhouden van dit aan een financieel actief
verbonden derivaat en van in risicoloze activa belegde liquide middelen
gelijkwaardig is aan het rechtstreekse bezit van het desbetreffende
financieel actief;
indien dit derivaat de prestaties/resultaten van in portefeuille
aangehouden financiële activa omwisselt voor de prestaties/resultaten
van andere financiële referentieactiva (zonder aanvullende risico's ten
opzichte van het rechtstreekse bezit van de financiële referentieactiva).
Het Fonds mag koopposities (longposities) of verkoopposities (shortposities)
op derivaten die betrekking hebben op identieke onderliggende activa
onderling verrekenen, ongeacht de looptijd van de contracten. Bovendien is
het eveneens toegestaan derivaten te verrekenen met rechtstreeks
aangehouden activa mits beide posities betrekking hebben op één en
hetzelfde actief of op activa waarvan de historische rendementen nauw met
elkaar zijn gecorreleerd. Er mag ofwel op basis van marktwaarde, ofwel op
basis van risico-indicator worden verrekend.
Het door het Fonds gelopen totale risico mag niet meer bedragen dan 210%
van de netto-inventariswaarde.
Beheer van het liquiditeitsrisico
Teneinde het liquiditeitsrisico te beheren, moeten de afdeling Risk
Management van de Beheervennootschap en/of haar delegatiehouders:
vanaf de opstart tussenkomen door ervoor zorgen dat de verwachte
liquiditeit
van
het
beleggingsuniversum
onder
normale
marktomstandigheden afgestemd is op de inkoopvoorwaarden voor
de cliënten (betalingstermijn enz.);
elke besluit analyseren tot opschorting van de berekening van de
netto-inventariswaarde in uitzonderlijke omstandigheden;
periodiek waken over de activa en de deelnemers in het Fonds en
onder normale en uitzonderlijke liquiditeitsomstandigheden
stresstests uitvoeren teneinde het liquiditeitsrisico te beoordelen. Aan
de hand van deze stresstests kan worden bepaald of het Fonds in staat
is om daaraan het hoofd te bieden. De stresstests worden regelmatig
vergeleken met de in werkelijkheid vastgestelde inkopen om de
deugdelijkheid daarvan te waarborgen en ze waar nodig te
ondersteunen;
als uit deze stresstests blijkt dat een bepaalde situatie nadere
aandacht verdient, neemt de afdeling Risk Management op eigen
initiatief alle nodige maatregelen. Daartoe behoren een aanscherping
van de interne liquiditeitsregels, een aanbeveling aan de
Beheervennootschap om de inschrijvings-/inkoopvoorwaarden te
wijzigen of elke andere maatregel die tot doel heeft het
liquiditeitsprofiel en het terugbetalingsbeleid beter op elkaar af te
stemmen.
Het percentage activa waarvoor bijzondere regelingen gelden vanwege de
illiquide aard ervan, wordt bekendgemaakt in het jaarverslag.
De beleggers worden onmiddellijk op de hoogte gebracht wanneer het Fonds
een beroep heeft gedaan op gefaseerde terugbetalingsmechanismen (gates)
of andere bijzondere regelingen.
Voor elke nieuwe regeling die door de Beheervennootschap wordt ingesteld
met het oog op het beheer van de liquiditeit moet het Prospectus worden
bijgewerkt en moeten de beleggers op voorhand in kennis worden gesteld.
Verder publiceert het Fonds in zijn jaarverslag het risicoprofiel alsook de
door de Beheervennootschap toegepaste risicobeheersystemen.
Synthetische risico- en opbrengstindicator:
De synthetische risico- en opbrengstindicator maakt inzichtelijk hoe het
Fonds wordt gepositioneerd vanuit het oogpunt van de risico's en
opbrengsten. Deze indicator wordt berekend in overeenstemming met
Verordening nr. 583/2010; de recentste versie van de indicator is
beschikbaar in de essentiële beleggersinformatie.
Met deze indicator wordt het Fonds gerangschikt op een schaal van 1 tot 7
op basis van de volatiliteit van zijn trackrecord (de in het verleden behaalde
resultaten), zo nodig aangevuld met die van zijn referentiekader. De
volatiliteit is een maat voor de bandbreedte waarin de waarde van het Fonds
kan fluctueren, zowel in opwaartse als in neerwaartse richting.
Hoe hoger het Fonds gerangschikt is op de schaal, hoe groter het mogelijke
rendement, maar des te groter ook het verliesrisico. Het laagste cijfer
betekent niet dat het Fonds risicoloos is, maar dat dit in vergelijking met
hoger gerangschikte fondsen in principe een lager, maar ook beter
voorspelbaar rendement biedt.
De indicator kan worden berekend met behulp van gesimuleerde gegevens
over in het verleden behaalde resultaten, welke niet noodzakelijkerwijs een
betrouwbare indicatie vormen voor het toekomstige risico- en
opbrengstprofiel van het Fonds. Daardoor kan de omvang van het risico in de
tijd variëren.
9
Informatie over de rechten van deelneming en de
verhandeling ervan
Fonds
Belfius
Pension Fund
High Equities
Klasse
Type
Munt
ISIN-code
Eerste
inschrijvingsprijs
Eerste
inschrijvingsperiode/-dag
Betalingsdatum van de
eerste inschrijvingsprijs
Bedrag eerste
minimuminschrijving
-
Kap.
EUR
BE0159537696
24,79
van 2/10/1989 tot
31/10/1989
3/11/1989
-
Het inschrijvingsbedrag per deelnemer is jaarlijks beperkt tot het maximaal toegelaten bedrag dat in aanmerking komt voor het fiscale voordeel per
belastingplichtige.
Met betrekking tot overdrachten voorziet artikel 34 van het WIB in de volgende regeling:
- De overdracht van de tegoeden op een collectieve pensioenspaarrekening naar een verzekeringsspaarrekening alsook elke gedeeltelijke overdracht leiden tot
belastingheffing overeenkomstig de bepalingen van het WIB.
- De volledige overdracht van een bij een bepaalde instelling of onderneming geopende collectieve spaarrekening naar een bij een andere instelling of onderneming
geopende collectieve spaarrekening leidt niet tot enige inhouding van welke belasting dan ook.
Vorm van de rechten van deelneming
De deelneming in het fonds blijkt uit een inschrijving op een namens de deelnemer geopende pensioenspaarrekening met nauwkeurige opgave van het aantal
rechten van deelneming waarop de deelnemer recht heeft.
De rechten van deelneming van het Fonds bestaan in eenheden en fracties van één duizendste per eenheid.
Berekening van de netto-inventariswaarde, nadere regels inzake inschrijving op, inkoop en omzetting van rechten van deelneming
D
=
D+1
D+3
Afsluitingsdatum van de ontvangstperiode van orders (iedere Belgische bankwerkdag om 14.30 uur) en datum van de gepubliceerde nettoinventariswaarde. Het hier vermelde afsluitingstijdstip van de ontvangstperiode van orders geldt voor de instelling die zorg draagt voor de
financiële dienst en voor de in het prospectus opgenomen distributeurs. Wat de andere distributeurs betreft, dient de zich te informeren over
het door hen toegepaste afsluitingstijdstip van de ontvangstperiode van orders.
Berekeningsdatum van de netto-inventariswaarde (datum NIW = D)
Betalings- of terugbetalingsdatum van de aanvragen
Publicatie van de netto-inventariswaarde:
De netto-inventariswaarde wordt gepubliceerd op de website van de Belgische Vereniging van Asset Managers (BeAMA) – www.beama.be/vni – en kan ook
worden opgevraagd bij de loketten van de instellingen die zorg dragen voor de financiële dienst.
Provisies en kosten
Recurrente provisies en kosten gedragen door het Fonds (in EUR of percentage van de netto-inventariswaarde van de activa):
Provisies en kosten
Vergoeding voor het beheer van de
beleggingsportefeuille
1,05%
Prestatiecommissie
Administratievergoeding
• Montagediensten
nihil
0,02%
• Diensten Legal Life en Boekhouding
0,04%
0,03%
0,02%
• Transferagent
Vergoeding voor de financiële dienst
Vergoeding van de bewaarder
Nihil
Nihil
0,065%
Jaarlijkse taks
0,0925%
Vergoeding van de commissaris
Vergoeding van de natuurlijke personen aan wie
EUR 3.500 (excl. BTW)
—
Berekeningsbasis
Per jaar van het gemiddelde nettoactief (exclusief niet-vervallen
opgelopen vergoedingen, provisies en kosten), op maandbasis berekend
en betaalbaar.
nihil
Per jaar van het gemiddelde nettoactief (exclusief niet-vervallen
opgelopen vergoedingen, provisies en kosten), op maandbasis berekend
en betaalbaar.
Per jaar op de schijf van het gemiddelde nettoactief ≤ 500 miljoen €
(exclusief niet-vervallen opgelopen vergoedingen, provisies en kosten), op
maandbasis berekend en betaalbaar.
Per jaar op de schijf van het gemiddelde nettoactief > 500 miljoen € ≤ 1
miljard € (exclusief niet-vervallen opgelopen vergoedingen, provisies en
kosten), op maandbasis berekend en betaalbaar.
Per jaar op de schijf van het gemiddelde nettoactief > 1 miljard €
(exclusief niet-vervallen opgelopen vergoedingen, provisies en kosten), op
maandbasis berekend en betaalbaar.
nihil
nihil
Per jaar van het gemiddelde nettoactief (exclusief niet-vervallen
opgelopen vergoedingen, provisies en kosten), op maandbasis berekend
en betaalbaar
Van de op 31 december van vorig jaar in België netto uitstaande
bedragen.
Per jaar.
—
10
de effectieve leiding is toevertrouwd
Andere kosten (schatting), met inbegrip van de
vergoeding van de commissaris, van de
bestuurders en van de natuurlijke personen
belast met de effectieve leiding
0,10%
Per jaar.
Niet-recurrente provisies en kosten gedragen door de belegger (in EUR of percentage van de netto-inventariswaarde per recht van deelneming):
Provisies en kosten
Verhandelingsprovisie
Administratieve kosten
Bedrag tot dekking van de kosten voor verwerving/vervreemding van de
activa
Bedrag tot ontmoediging van uittreding binnen één maand na
toetreding
Taks op de beursverrichtingen (TOB)
(i)
Toetreding
3% (i)
—
—
Uittreding
—
—
—
—
—
—
—
Er worden geen kosten geboekt voor de inschrijvingen op pensioenspaarrekeningen die vóór 24/11/2003 werden geopend.
11
Belfius Pension Fund
High Equities
Doelstellingen van het Fonds:
Het Fonds stelt zich ten doel de belegger te laten profiteren van de
ontwikkelingen op de financiële markten via een gemengde portefeuille
bestaande uit aandelen en obligaties uit verschillende landen en
economische sectoren. Deze waarden worden door de beheerder
geselecteerd op basis van hun verwachte rentabiliteit en met inachtneming
van de voorwaarden die zijn vastgesteld in de wet van 17 mei 2004 tot
aanpassing van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op het vlak
van het pensioensparen.
Dit Fonds is bijgevolg een pensioenspaarfonds in de zin van de voormelde
wet.
Het Fonds legt de nadruk op beleggingen in aandelen en met aandelen gelijk
te stellen waarden.
Beleggingsbeleid van het Fonds:
 Categorieën toegelaten activa:
Het Fonds legt de nadruk op beleggingen in aandelen en met aandelen
gelijk te stellen waarden. Verhoudingsgewijs kunnen die beleggingen
echter een minderheid uitmaken of aanzienlijk worden ingeperkt
naargelang van de verwachtingen van de beheerder ten aanzien van de
ontwikkelingen op de financiële markten en met het doel het risico voor
de belegger te verminderen.
Overeenkomstig de wetgeving betreffende de pensioenspaarfondsen
worden de activa van het Fonds belegd in de investeringen vermeld en
binnen de grenzen vastgelegd in 1° tot 4° hierna:
ten hoogste 20 pct. van de in bezit zijnde investeringen die hierna
1°
zijn omschreven in 2° tot 4°, mag in een andere munt dan de euro
uitgedrukt zijn;
ten hoogste 75 pct. van de in bezit zijnde activa mag rechtstreeks
2°
worden geïnvesteerd in aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen
waarden binnen de volgende grenzen en overeenkomstig de volgende
modaliteiten:
maximaal 70 pct. van het totaal van die aandelen en waarden mag
rechtstreeks bestaan uit aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen
waarden van vennootschappen naar het recht van een Lidstaat van de
Europese Economische Ruimte (EER) waarvan de beurskapitalisatie meer
bedraagt dan 1.000.000.000 EUR of de tegenwaarde daarvan uitgedrukt in
de munt van een Lidstaat van de EER en die genoteerd zijn op een
gereglementeerde markt;
maximaal 30 pct. van het totaal van die aandelen en waarden mag
rechtstreeks bestaan uit aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen
waarden van vennootschappen naar het recht van een Lidstaat van de
Europese Economische Ruimte (EER) waarvan de beurskapitalisatie minder
bedraagt dan 1.000.000.000 EUR of de tegenwaarde daarvan uitgedrukt in
de munt van een Lidstaat van de EER en die genoteerd zijn op een
gereglementeerde markt;
maximaal 20 pct. van het totaal van die aandelen en waarden mag
rechtstreeks bestaan uit aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen
waarden van vennootschappen naar het recht van een Staat die geen lid is
van de EER, die niet in euro of in een munt van een Lidstaat van de EER zijn
uitgedrukt, en die genoteerd zijn op een regelmatig werkende markt,
waarop wordt toegezien door overheden die erkend zijn door de publieke
overheid van een Lidstaat van de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);
ten hoogste 75 pct. van de in bezit zijnde activa mag worden
3°
geïnvesteerd in obligaties en andere schuldinstrumenten die op de
kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, in hypothecaire leningen en in
gelddeposito’s binnen de volgende grenzen en overeenkomstig de
volgende modaliteiten:
in obligaties en andere schuldinstrumenten in euro of in de munt
van een Lidstaat van de EER, uitgegeven of onvoorwaardelijk
gewaarborgd, in hoofdsom en in interest, door een Lidstaat van de EER,
door een van zijn politieke onderafdelingen, door andere openbare
lichamen of instellingen van een Lidstaat van de EER of door een
supranationale organisatie waarvan een of meer leden van de EER deel
uitmaken of in hypothecaire leningen in euro of in de munt van een
Lidstaat van de EER;
maximaal 40 pct. van het totaal van die obligaties en andere
schuldinstrumenten die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, van die
hypothecaire leningen en van die gelddeposito’s mag bestaan uit activa, in
euro of in de munt van een Lidstaat van de EER, uitgegeven door publiekof privaatrechtelijke vennootschappen uit een Lidstaat van de EER, of uit
gelddeposito’s, in euro of in de munt van een Lidstaat van de EER, met een
looptijd van meer dan één jaar bij een kredietinstelling die is erkend en
wordt gecontroleerd door een toezichthoudende overheid van deze
Lidstaat;
maximaal 40 pct. van het totaal van die obligaties en andere
schuldinstrumenten die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, van die
hypothecaire leningen en van die gelddeposito’s mag bestaan uit activa, in
de munt van een Staat die geen lid is van de EER, uitgegeven of
onvoorwaardelijk gewaarborgd, in hoofdsom en in interest, door een Staat
die geen lid is van de EER, door andere openbare lichamen of instellingen
van een Staat die geen lid is van de EER, of door een supranationale
organisatie waarvan geen enkel lid van de EER deel uitmaakt, of uit activa
in de munt van een Staat die geen lid is van de EER, met een looptijd van
meer dan één jaar, uitgegeven door publiek- of privaatrechtelijke
vennootschappen uit diezelfde Staat, of uit gelddeposito’s, in de munt van
een Staat die geen lid is van de EER, met een looptijd van meer dan één
jaar bij een kredietinstelling die is erkend en wordt gecontroleerd door een
toezichthoudende overheid van deze Staat;
ten hoogste 10 pct. van de tegoeden mag worden geïnvesteerd in
4°
contanten op een rekening in euro of in een munt van een Lidstaat van de
EER, bij een kredietinstelling die is erkend en wordt gecontroleerd door
een toezichthoudende overheid van een Lidstaat van de EER. »
Het Fonds heeft een afwijking verkregen om tot 75% van zijn activa te
beleggen
in
verschillende
emissies
van
effecten
en
geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gewaarborgd door een
lidstaat van de Europese Economische Ruimte, door zijn territoriale
publiekrechtelijke lichamen, door een niet-lidstaat van de Europese
Economische Ruimte of door internationale publiekrechtelijke
instellingen waarin een of meer lidstaten van de Europese Economische
Ruimte deelnemen. Naargelang van de ontwikkeling van de referentieindex (benchmark) kan het Fonds zo nodig gebruikmaken van deze
afwijking. Het Fonds mag meer dan 35% van zijn activa beleggen in
effecten of geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of
gewaarborgd door alle lidstaten van de eurozone.
 Toegelaten derivatentransacties:
Met inachtneming van de van kracht zijnde wettelijke bepalingen mag het
Fonds ook gebruikmaken van afgeleide producten (derivaten), zoals
bijvoorbeeld opties, futures en valutatermijntransacties (forward exchange
deals), zowel om het beleggingsdoel te verwezenlijken als voor
risicodekkingsdoeleinden (hedging). De belegger moet erop bedacht zijn
dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van dergelijke afgeleide
producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende
instrumenten.
 Het beleggingsbeleid is erop gericht de portefeuillerisico's te spreiden. De
ontwikkeling van de netto-inventariswaarde is evenwel onzeker omdat die
onderhevig is aan de verschillende soorten risico’s die hierna worden
toegelicht. Dat kan leiden tot een relatief hoge koersbeweeglijkheid of
volatiliteit.
 Beschrijving van de algemene strategie ter dekking van het valuta- of
wisselkoersrisico:
Het Fonds neemt zich niet voor het gelopen valuta- of wisselkoersrisico
systematisch af te dekken.
 Sociale, ethische en milieuaspecten:
Het beleggingsbeleid van het Fonds is niet specifiek gebaseerd op sociale,
ethische of milieucriteria. Niettemin belegt het Fonds niet in effecten van
ondernemingen waarvan de activiteit gericht is op de productie, het
gebruik of het bezit van antipersoonsmijnen en/of wapens met verarmd
uranium.
Specifieke risico's:
De in de onderstaande tabel vermelde risico-omvang van het Fonds kan in
meerdere of mindere mate van toepassing zijn, te weten: 1 = laag; 2 =
middelhoog; 3 = hoog.
12
Lijst van risico's
Kapitaalrisico
Aandelenrisico (equity risk)
Renterisico
Kredietrisico
Rendementsrisico
Valuta- of wisselkoersrisico
Inflatierisico
Liquiditeitsrisico
Risico verbonden aan externe factoren
Risico gebonden aan opkomende of groeilanden (emerging
countries)
Afwikkelingsrisico
Flexibiliteitsrisico
Risicoomvang
3
3
3
3
3
2
2
2
2
1
1
1
De belegger wordt eraan herinnerd dat geen kapitaalgarantie noch
kapitaalbeschermingsmechanisme wordt geboden, dat zijn belegging zowel
in waarde kan stijgen als dalen, en dat hij in dit laatste geval het gevaar loopt
minder terug te krijgen dan hij heeft ingelegd.
Hefboomfinancieringsbronnen en omvang daarvan volgens de AIFMmethode:
Hefboomfinancieringsbronnen
- Geleend geld Nee
Het Fonds kan evenwel op korte termijn geld lenen ten belope van maximaal
10% van zijn nettoactiva, meer in het bijzonder om het hoofd te bieden aan
schommelingen van zijn passiva/verplichtingen
- Geleende effecten Nee
- Ingenomen derivatenposities Nee
- Hergebruik van cash collateral Nee
Maximumomvang
-
Brutomethode: 110%
Methode op basis van gedane toezeggingen: 110%
Het kan echter zijn dat het Fonds in bepaalde uitzonderlijke
omstandigheden wordt blootgesteld aan een hogere mate van
hefboomfinanciering. Deze uitzonderlijke omstandigheden en de eventueel
noodzakelijke herstelmaatregelen worden vervolgens toegelicht in het
jaarverslag van het Fonds.
De mate van hefboomfinanciering wordt in het jaarverslag vermeld.
Risicoprofiel van de standaardbelegger:
Dit Fonds is bestemd voor elke meerderjarige natuurlijke persoon die
voldoende op de hoogte is van het risico dat inherent verbonden is aan de
aandelen- en obligatiemarkten, die begrijpt aan welke hierboven
uiteengezette risico's het Fonds is blootgesteld en die deze aanvaardt
rekening houdend met zijn eigen beleggersprofiel.
Beleggingshorizon:
Dit Fonds is mogelijk niet geschikt voor beleggers die van plan zijn hun geld
binnen 5 jaar op te nemen.
Gezien het specifieke belastingstelsel van dit Fonds in hoofde van de
belegger is het niettemin aangewezen om minstens tot op de leeftijd van 60
jaar in het Fonds te blijven.
13