Lees hier de overweging van Magda Verheijen

Download Report

Transcript Lees hier de overweging van Magda Verheijen

OVERWEGING HET STEIGER
Zaterdag 24 december 2016, Kerstnacht, jaar A
Voorganger: Magda Verheijen
Jes. 9, 1-6 / Titus 2, 11-14 / psalm 96 / Lucas 2, 1-21
Beste mensen hier bijeen,
Ooit is iemand er mee begonnen: begonnen met het verzamelen van stukjes textiel. Ooit was
er iemand die zocht en vond: oude lapjes, vieze lapjes, lapjes met rafels, en heel ineens een
lapje dat fel van kleur is, en ook nog een lapje dat glinstert in het licht. Dat verzamelwerk was
slechts het halve werk; de lapjes werden met steekjes aan elkaar gezet en zo ontstond een bont
geschakeerde grote lap. En met een voering ertegenaan werd het een echte deken. Daaronder
kon je een beetje schuilen tegen de kou.
Een lappendeken werd gemaakt uit armoede. ( Tussen haakjes:
als je de beelden ziet van vluchtelingen, dan zie je ook dat zij vaak een dergelijke deken met
zich meedragen. Als beschutting broodnodig. )
Later werd het maken van een dergelijke deken tot kunst verheven; wie er gevoel voor heeft
maakt dan een quilt. Deze dekens, of wandkleden, zijn een lust voor het oog: prachtige
stoffen, verwerkt in ingenieuze patronen.
Als we voor het gemak de wereld waarin wij leven vergelijken als een reusachtige
lappendeken, besef je dat wij, hier, in dit deel van de wereld, onder een gouden stukje van die
deken leven.
Wij mogen hier warm, beschut, in een kerk vertoeven, waar velen dagenlang, in de weer zijn
geweest om alles te laten stralen.
En zo verloopt alles naar verwachting. En zitten wij samen, als het ware met een warme
deken om ons heen geslagen. Anniek heeft daarnet precies gedaan wat wij hopen en
verwachten; zij heeft de komst van het Kind gesymboliseerd. Opdat wij er ons omheen
konden scharen, luisterend naar de bekende melodieën en vooral naar het 2de hoofdstuk van
Lucas.
Echter er klonken drie lezingen, en samen vormen zij een prachtig geheel. Het verhaal van de
geboorte, gelardeerd met twee korte lezingen.
De profeet Jesaja gebruikt voor de bevrijder die hij eens weet te komen prachtige namen.
Waar haalt hij het vandaan? Niet uit een rijke fantasie. Deze schitterende benamingen werden
namelijk waarschijnlijk gebruikt bij de kroningsplechtigheden van een koning, en ze zijn
inderdaad een ( goede) koning waardig: Wonderbare Raadsman, goddelijke Held, eeuwige
Vader, Vredevorst. Je zult maar zo genoemd worden. Prachtige namen, betekenisvolle namen,
en om die te mogen dragen ben je eigenlijk groter dan welke menselijke vorst dan ook.
Jesaja neemt de vlucht naar voren; hij spreekt over een toekomst zonder verdrukking, met
vrijheid en openheid. Een toekomst waar ook wij zo naar verlangen, tot op de dag van
vandaag: Geen IS, geen Boko Haram, geen aanslagen, geen armoede, geen honger, geen
geweld….
Titus, de man van de 2de lezing, wiens brief overigens wordt toegedicht aan de bekende
Paulus, schrijft vol liefde een pastoraal briefje. Een brief die je bemoedigt, een brief die als
een warme deken om je heen wordt geslagen. Je raakt er niet door ontmoedigd, integendeel.
Je wordt opgepept; het gaat er niet om dat je je alleen maar aan de regels houdt; maar je krijgt
perspectief: wat betekent het voor jou? Het Kind dat eens in Bethlehem ter wereld kwam,
gewikkeld in een schamele lappendeken, is ook gekomen om ons te verlossen van onze
angsten. Ook van onze 21ste -eeuwse angsten, onze aarde die bezwijkt onder ons
energieverbruik, onder alle aanslagen en terreur, alle oorlog en geweld.
Titus helpt ons om het geboorteverhaal verder te dragen, van heden naar toekomst. Het is
daar, in Bethlehem, niet gestopt. Het verhaal gaat verder, tot op de dag van vandaag.
En dan kunnen/mogen we net zo doen als de herders; wij gaan in gedachten met ze mee. En
we dragen ons eigen leven mee. U, jij, wij, ik, met de schamele lappendeken van ons eigen
bestaan als geschenk. De deken die wij meedragen en die wij gedurende ons leven zelf
maken; soms felgekleurd, soms dof, soms met angst en berusting, soms vuil van egoïsme,
soms met gaten waar we het zelf niet meer kunnen vullen. Gaten van schuld, gaten van
schaamte…
Voor het Kind. Aan zijn voeten leggen we neer: onze levenshouding van: ik bepaal mijn eigen
leven. Mijn geluk realiseer ik zelf. Wie niet meekomt, heeft zelf schuld. Onze gedachten: Wie
als vluchteling aanklopt, krijgt niet thuis. Schulden? Eigen schuld. Geen tijd om iets voor de
buurvrouw te doen, laat ze het zelf oplossen. Maar ook onze goede wil, onze stille
barmhartigheid voor een ander, onze onmacht, het niet weten hoe het dan wel moet…Daar, bij
het Kind, leggen we onze kleine schamelheid neer. Als geschenk, want meer hebben we, als
waren we herders, niet te bieden.
En, tegelijk, met die deken schenken we ook, schoorvoetend, de gaten van ons onvermogen,
onze angst, onze schuld.
En dat alles zal worden aanvaard. “Onze lasten zal Hij dragen,” zo zingt het lied. Zo zingen
wij ook. Dankbaar. Want kijk, het Licht gloort. En dat Licht mogen wij verder dragen.
Vrede zal neerdalen; een toekomst wenkt. Want God maakt ons vrij. Laten we dat dan maar,
met een mooi oud woord, genade noemen.
En dat wensen wij elkaar, op Kerstavond, van harte toe!
Amen.