Lees hier het volledige artikel van Wim Vlekken.

Download Report

Transcript Lees hier het volledige artikel van Wim Vlekken.

Aandacht voor de bodem bij groen omvorming
Wat je niet ziet heeft automatisch geen aandacht. Toch is het belangrijk om te weten wat zich allemaal
onder de grond, in het verborgene afspeelt. Dat is een wereld op zichzelf, met een eigen voedselketen en
onderlinge afhankelijkheden. Dat ondergrondse bodemleven is ook ontzettend kwetsbaar en alle
bovengrondse leven is afhankelijk van een gezonde structuur onder de grond.
Op de tekening hieronder (overgenomen van Wageningen Universiteit) zie je welke organismen van
elkaar afhankelijk zijn: wie eet wie?
Om wortelstructuren van bomen niet te beschadigen en het bodemleven in stand te houden staan er
richtlijnen op Stadswerkposter. Bij werkzaamheden nabij bomen in lanen en parken is het belangrijk om
zich strikt aan die richtlijnen te houden. Regeltjes nu negeren mag misschien goedkoper zijn, op termijn is
het herstellen van schade vele malen duurder.
Aannemers zullen daar soms niet zo mee zitten. Eventuele schade openbaart zich doorgaans vijf tot tien
jaar later. Wie dan leeft, die dan zorgt. Daarom is het voor de opdrachtgever extra belangrijk, om toezicht
te houden en te handhaven. Want als eigenaar en opdrachtgever wordt je na jaren met de gevolgen van
schade geconfronteerd. Een zieke boom kappen en vervangen kan dan zomaar tienduizenden Euro’s gaan
kosten. En de veroorzaker kun je dan niet meer aansprakelijk stellen.
Bodemstructuur
Bij groen omvormingen is het onverstandig om de bovenlaag te verhogen, af te graven of te verdichten.
Ophogen of afgraven verstoort de bodemstructuur en bij terugstorten vindt herstel heel langzaam plaats.
Dat kan meer dan vijf jaar duren. Verdichten is regelrecht moord op de organismen en de daarvan
afhankelijke planten. Ook de waterhuishouding wordt daarmee in de war gestuurd. Verdichte grond
herstelt niet tenzij je gericht maatregelen neemt door bijvoorbeeld extra veel regenwormen te
introduceren. Dan nog kan het meer dan vijf jaar duren voordat het effect heeft. Ondertussen lijden
bomen eronder, worden ziek en sterven af. Alleen,….. dit zie je pas jaren later. Als je dan reageert met
herstelwerk, hoe goed bedoeld, heeft pas vele jaren later effect. Voor de bomen is het dan te laat. En
herplanting mislukt om dezelfde reden. Verdichte grond zal zich niet op eigen kracht herstellen. Er is
permafrost van enkele decennia voor nodig, met andere woorden een ijstijd. Een technische maatregel
die weleens kan helpen is ‘ploffen’. Dit is relatief duur en succes is niet verzekerd.
Symbiose
Onder de grond leven ontzettend veel organismen die van elkaar afhankelijk zijn. Ook hier is het een
kwestie van eten of gegeten worden. Zie het schema hierboven. Daarnaast zijn veel organismen van
elkaar afhankelijk. Het meest bekende voorbeeld is, dat wortels van planten en bomen samenwerken met
schimmels (mycorrhiza). De schimmels nestelen zich in en rondom wortels en leveren zo mineralen, die
de plant zelf minder effectief kan opnemen. In ruil daarvoor levert de plant suikers aan de schimmel. Ook
hier speelt onderlinge concurrentie, list en bedrog een grote rol. In een kubieke meter gezonde grond
vind je kilometers schimmeldraden. Verder zitten er in dat volume grond zo’n 500 wormen, van diverse
soorten. Daarnaast miljarden bacteriën. Het bodemleven is niet compleet zonder de duizenden aaltjes
(goede en slechte), beerdiertjes, springstaarten, etc. Alles leeft met en van elkaar. Dit is een kwetsbare
biotoop, die zich moeilijk herstelt van verstoringen. Het leven onder de grond is vooral la-a-a-angzaam.
Uit onderzoek van Wageningen Universiteit blijkt, dat er een opmerkelijk verschil bestaat tussen bossen
en parken aan de ene kant en landbouwgrond aan de andere kant. Bossen en parken zijn sterk afhankelijk
van een samenspel met mycorrhiza, terwijl in landbouwgrond de symbiose met bacteriën het
belangrijkste is. De opbrengst van landbouwgrond kan hoger zijn als de bovenlaag zoveel mogelijk in takt
wordt gelaten. Omploegen, vooral diepploegen, verstoort dat samenspel, waardoor planten minder goed
groeien. Er is daarom meer mest en gewasbescherming (lees landbouwgif) nodig. Zonde, want het
bodemleven doet dit werk gratis.
Onderhoud
Om een park of parkachtig bos gezond te houden is het nodig om gefaseerd te dunnen. Als het even kan is
het beter voor de biodiversiteit om dode bomen te laten staan of liggen. Alleen als ze gevaar vormen voor
passanten is het verstandig om ze op te ruimen.
In een bos waar de natuur z’n gang kan gaan worden bomen sterk en oud, door lang klein te blijven. Jonge
bomen leven lang in de schaduw van de ‘moederbomen’. Zij ontvangen daardoor doorgaans maar 30%
van de lichtinval. Daarom ontwikkelen jonge bomen extra lichtgevoelige bladeren en worden ze
ondergronds, via de mycorrhiza van extra koolhydraten voorzien. Daarom overleven jonge bomen vaak
niet als ze zonder de schaduw van volwassen bomen aangeplant worden. Ze verbranden. En ze missen de
bodemstructuur met onder andere de voor groei zo belangrijke mycorrhiza netwerken.
Ook in parken is de schaduw van grote bomen belangrijk voor de jonge planten. Maar anders dan in de
bossen, worden in parken de minder presterende zaailingen verwijderd. Als de grote boom op termijn
sterft, staat er in elk geval een nieuw klaar om door te schieten en de rol van de dode soortgenoot over te
nemen. Gratis en met garantie dat hij op die plek ook echt zal overleven. Dunning van de ondergroei is
dan ook belangrijk in parken en bossages.
Daarnaast is het ook belangrijk dat in de ondergroei struiken en kruidachtige planten groeien. Dat ziet niet
alleen mooi uit, maar zorgt ook voor een evenwichtige bodenstructuur. Binnen de kroonprojectie liefst
geen gras. Dan is er ook geen risico van schade aan de bomen door maaien. Bovendien groeit gras onder
een boom vaak slecht en zal extra bemesting de bodemstructuur voor de bomen en andere planten in de
buurt verstoren. Een gazon leg je alleen aan op plekken, waar dit bijdraagt aan sociale activiteiten.
Straatbomen
Hoewel straatbomen voor de leefbaarheid van steden erg belangrijk zijn, is het moeilijk om de hierboven
opgesomde richtlijnen te handhaven. Straatbomen staan per definitie in een voor hun vijandelijke
omgeving. De grond ontbeert de bodemstructuur, die nodig is om gezond oud te worden. Er is binnen de
kroon projectie simpelweg geen plaats voor zo’n evenwichtige bodemstructuur. In elk geval moet
verdichting van de bodem voorkomen worden. Anders ontstaat er gebrek aan water en zuurstof.
Geregeld bijmesten kan dan ook geen kwaad. Laanbomen zouden nog in staat kunnen zijn om een
mycorrhiza netwerk op te bouwen en te onderhouden. Maar solitaire bomen zijn geheel afhankelijk van
de zorg van mensen.
Straatbomen moeten een minimale afstand van de rand van de weg staan. In het verleden zijn veel
bomen te dicht bij de straat geplant, of is de weg teveel richting bomen uitgebreid. Om die reden wordt
er vaak geveld, wat natuurlijk veel weerstand oproept. Daarnaast moeten straatbomen tot een
voorgeschreven hoogte takvrij zijn. Dat noodzaakt tot snoeien, tenzij er bomen worden geplant, die door
de boomkweker al op jonge leeftijd op die vorm zijn voorbereid. Zulke bomen zijn iets duurder in
aanschaf, maar op termijn veel goedkoper. Het snoeiwerk is niet meer nodig en er ontstaan dus ook geen
uitval door verkeerd snoeien.
Kortom, zorg bij openbaar groen en in tuinen voor een gezonde bodemstructuur. Geef bomen de ruimte
die ze nodig hebben. Draag bij aan een evenwichtige biodiversiteit, zowel boven als onder de grond.
Wim Vlekken
december 2016