Skelet en bewegen vmbo-b34 - Wikiwijsleermiddelenplein

Download Report

Transcript Skelet en bewegen vmbo-b34 - Wikiwijsleermiddelenplein

Skelet en bewegen vmbo-b34

Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 20 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73576 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.

Inhoudsopgave

Skelet en bewegen

Kennisbank

Toepassingen

Mens en paard

Gewervelden kwartet

Op poten staan

Verwerken

Examenopgave

Extra

LvoorL

Begrippenlijst

Begrippenlijst

Over dit lesmateriaal

Skelet en bewegen Kennisbank

Je hebt dieren met een skelet en dieren zonder skelet.

Dieren met een skelet kun je onderverdelen in dieren met een inwendig skelet en dieren met een uitwendig skelet.

Hoe dat precies in elkaar zit, bestudeer je in de onderstaande Kennisbankitems.

KB: Skelet en bewegen KB: Geraamte

Test je kennis

Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

Skelet

kn.nu/yjqb0

1 van 8

Welke van de drie diergroepen hieronder hebben een inwendig skelet?

a. Zoogdieren, vissen, vogels b. Spinnen, insecten, weekdieren c. Zeesterren, wormen, holtedieren d. Kwallen, weekdieren, sponzen

2 van 8

Pagina 2 Skelet en bewegen vmbo-b34

Welke van de volgende dieren heeft een uitwendig skelet met gewrichten?

a. Insect b. Mossel c. Kat d. Worm

3 van 8

Welke van de volgende dieren heeft een uitwendig skelet zonder gewrichten?

a. Insect b. Mossel c. Kat d. Worm

4 van 8

Waar of niet waar?

Dieren met een uitwendig skelet hebben minder spieren per gewricht dan dieren met een inwendig skelet.

a. Waar b. Niet waar

5 van 8

Waar of niet waar?

Bij dieren met een uitwendig skelet liggen de spieren aan de binnenkant van het skelet.

a. Waar b. Niet waar

6 van 8

Dieren die o.a op hun voetwortelbeentjes en middenvoetsbeetjes lopen zijn ...

a. teengangers b. zoolgangers c. hoefgangers d. voetgangers

7 van 8

Welke ganger zakt het makkelijkst weg in een zachte ondergrond?

a. teengangers b. zoolgangers c. hoefgangers d. voetgangers Pagina 3 Skelet en bewegen vmbo-b34

8 van 8

Bekijk de afbeelding.

Wat gebeurt er als spier d zich samentrekt?

a. Het heupgewicht buigt zich.

b. Het heupgewicht strekt zich.

c. Het kniegewicht buigt zich.

d. Het kniegewicht strekt zich.

Pagina 4 Skelet en bewegen vmbo-b34

Toepassingen Mens en paard

Benen

Een mens is een zoolganger. Het paard is een hoefganger.

Een paard loopt letterlijk op de top van zijn tenen.

Het onderste deel van een paardenbeen bevat dan ook minder botten dan het onderste deel van een mensenbeen.

Bekijk de afbeelding.

Je ziet de achterbenen van een paard en de benen van een mens.

Welke onderdelen zie je?

Kies uit: a. middenvoetsbeentjes b. scheenbeen c. bekken d. dijbeen e. scheenbeen f. teenkootjes

1 = ... 2 = ... 3 = ... 4 = ... 5 = ... en 6 = ...

Pagina 5 Skelet en bewegen vmbo-b34

Arm en voorbenen

Bekijk de afbeelding.

Je ziet de voorbenen van een paard en een arm van een mens.

Welke onderdelen zie je?

Kies uit: a. schouderblad b. spaakbeen c. ellepijp d. vingerkootjes e. middenhandsbeentjes f. opperarm

1 = ... 2 = ... 3 = ... 4 = ... 5 = ... en 6 = ...

Gewervelden kwartet

Pagina 6 Skelet en bewegen vmbo-b34

Benodigdheden: 4 kaartjes

van karton per groepje Schaar en lijm Printer Tekenmateriaal Het dierenrijk bestaat uit allerlei afdelingen, klassen en soorten.

Dieren kun je verdelen in twee groepen: ongewervelde en gewervelde dieren.

Gewervelde dieren hebben een inwendig skelet hebben en een wervelkolom.

De gewervelde dieren kun je verder indelen in vijf klassen: vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren.

Je werkt in groepjes.

Overleg met je docent welke klasse jouw groep gaat onderzoeken.

Ga op zoek naar kenmerken over jullie klasse.

Daarna maak je een kwartet (vier kaartjes).

Bekijk dan de filmpjes waarin informatie wordt gegeven over jullie klasse.

Noteer de kenmerken van de klasse die je hoort en ziet.

Let daarbij op: koudbloedig of warmbloedig de huid de manier van voortplanten (inwendig of uitwendig en wel of geen eieren) de manier van ademhalen de omgeving waar ze leven Noteer de soorten die je in het filmpje hoort en ziet.

Video: ?Zoogdieren

Video: ?Vissen

Video: ?Reptielen

Video: ?Reptielen

Video: ?Amfibieën Video: ?Alle klassen (huiden) Video: ?Alle klassen (warm- en koudbloedig) Maak nu het kwartet. Een kwartet bestaat uit 4 kaartjes van verschillende soorten dieren die tot jullie klasse behoren.

Op elk kaartje komt: een afbeelding (geprint of getekend) van het dier de naam van de soort Pagina 7 Skelet en bewegen vmbo-b34

4 kenmerken van de klasse Geef één van de 4 kenmerken een afwijkend kleurtje.

Overleg met je docent wie de kaartjes kopieert (zo mogelijk in kleur). Knip de kaartjes samen uit.

Je krijgt in je groepje van alle klassen een kwartet.

Speel het spel.

Op poten staan

Bekijk het filmpje en beantwoord daarna de volgende vragen: Video: ?Zool-, teen- en topgangers a. Welke overeenkomst zie je bij landzoogdieren als je de poten bekijkt?

b. Welke type poot past bij een dier dat op een zachte ondergrond leeft?

c. Wat is het verschil in snelheid tussen teengangers en topgangers?

d. Op welke delen van de voet loopt een teenganger?

e. Wat is het verschil in uithoudingsvermogen tussen teengangers en topgangers?

f. Wat kun je zeggen over het voedsel van teengangers?

g. Welk voordeel hebben dieren met hoeven ten opzichte van zool- en teengangers?

h. Zoek twee verschillende dieren op met hoeven, die niet in het filmpje voorkomen. Zijn dit evenhoevigen of onevenhoevigen?

Pagina 8 Skelet en bewegen vmbo-b34

Verwerken Examenopgave

Beantwoord ter afsluiting van dit onderdeel de volgende examenvraag.

VMBO BB 2003-1 Vraag 17

Extra uitdaging:

VMBO KB 2010-2 Vraag 40 VMBO KB 2006-2 Vraag 47 Pagina 9 Skelet en bewegen vmbo-b34

Extra LvoorL

Bekijk de volgende filmpjes: Video: Gewervelde dieren Video: ?

Ongewervelde dieren Video: ?

Zoolgangers Pagina 10 Skelet en bewegen vmbo-b34

Begrippenlijst Begrippenlijst

Inwendig skelet

Het geraamte bij gewervelde dieren.

Uitwendig skelet

Het pantser bij geleedpotige dieren (bijvoorbeeld insecten).

Borstels

De lichaamssegmenten van regenwormen zijn steeds voorzien van kleine, verharde en borstelachtige uitsteeksel.

Gewrichten

Beweeglijke verbinding tussen twee botten/beenderen.

Botten

Bot is een hard beenweefsel dat aanwezig is bij veel dieren en bij de mens.

Zoolgangers

Zoolgangers hebben een vrij langzame gang. Voorbeelden van zoolgangers zijn mensen, beren en apen.

Beenmerg

Beenmerg weefsel in de beenderen van gewervelde dieren, o.a. in ruggenwervel en borstbeen. Speelt een rol bij het vormen van botweefsel en bloed.

Wervellichaam

De buikzijde van de tussenwervelschijf.

Bekkengordel

De bekkengordel wordt gevormd door de heupbeenderen en het heiligbeen.

Kalk

Kalk is een stevige stof die je in je botten vindt en voorkomt dat je botten te soepel zijn.

Spieren

Een spier is een weefselstructuur van cellen die de eigenschap hebben te kunnen samentrekken waardoor beweging mogelijk is.

Teengangers

Maken alleen met de teenkootjes en middenvoetsbeentjes contact met de grond. Voorbeelden van teengangers zijn de katachtigen en honden.

Hoefgangers

Lopen op de tippen van hun vingers of tenen (teenkootjes). Voorbeelden van hoefgangers zijn paarden, koeien en olifanten.

Been

Been is keihard en stevig en tevens hetgeen waar botten uit bestaan.

Kraakbeen

Kraakbeen is weefsel dat stevig is en toch ook buigzaam.

Romp

De romp bestaat uit de wervelkolom, de ribben, de schoudergordel en de bekkengordel. De romp heeft een beschermende functie.

Schedel

De schedel staat bovenop de wervelkolom en heeft een beschermende functie.

Wervelkolom

De wervelkolom is veerkrachtig en heeft een beschermende een beschermende en vormgevende functie.

Tussenwervelschijf

Een kraakbeenkussentje, gevuld met vocht, gelegen tussen elke wervel en de volgende.

Uitsteeksels

De rugzijde van de tussenwervelschijf.

Ledematen

Benaming voor armen en benen.

Lijmstof

Lijmstof is een soepele stof die je in je botten vindt en voorkomt dat je botten te broos zijn.

Pagina 11 Skelet en bewegen vmbo-b34

Over dit lesmateriaal Colofon

Auteur Laatst gewijzigd Licentie

VO-content 20 December 2016 om 11:25 Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Leerniveau Leerinhoud en doelen Eindgebruiker Moeilijkheidsgraad Studiebelasting

VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3; Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; leerling/student gemiddeld 1 uur en 15 minuten Pagina 12 Skelet en bewegen vmbo-b34