25 december 10.00 u Grote Kerk Eerste Kerstdag

Download Report

Transcript 25 december 10.00 u Grote Kerk Eerste Kerstdag

Kerst 2016

Orde van de viering op Eerste Kerstdag in Dalfsen Voorganger: ds. Hans Schipper Organist: Gerrit Hoving Trompettist : Karin Lautenbach Lectrix: Anna-Frouwke Dorleijn  Zingen voor de dienst: lied 477 1,3 en 5 1.Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu de vorst der engelen hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning. 5. Zingt aarde en hemel, zingt nu engelenkoren, zingt alle scharen rondom de troon: Glorie aan God en vrede voor de mensen! Komt, laten wij aanbidden, Komt, laten wij aanbidden, Komt, laten wij aanbidden die koning. 3.Het licht van de Vader, licht van den beginne, zien wij omsluierd, verhuld in ‘t vlees: goddelijk Kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.

 Welkom  Zingen: Lied(Psalm):118 : 1 en 9 Laat ieder 's HEREN goedheid prijzen, zijn liefde duurt in eeuwigheid. Laat, Israël, uw lofzang rijzen: Zijn liefde duurt in eeuwigheid. Dit zij het lied der priesterkoren: Zijn liefde duurt in eeuwigheid. Gij, die den HEER vreest, laat het horen: Zijn liefde duurt in eeuwigheid.  Stil Gebed – Bemoediging – Groet  Aansteken van kerstkaars  Zingen: lied 506. Wij trekken in een lange stoet op weg naar Betlehem, wij gaan uw Koning tegemoet, o stad Jeruzalem! Gezegend die Zijn komst begroet en knielen wil voor Hem!

Refrein: Wij loven U, Koning en Heer, Koning en Heer. Wij loven U, Koning en Heer.

Al zijt Gij nu nog maar een kind zo kwetsbaar, teer en klein, wij weten dat het rijk begint waarvan Gij Heer zult zijn. Een rijk waarin de vrede wint van oorlog en van pijn.

Refrein

Al gaat de vijand in het rond, de koning van het kwaad, al dreigt hij met zijn grote mond dat hij U eens verslaat, straks ligt hij dodelijk gewond wanneer zijn rijk vergaat.

Refrein

Wij gaan op weg naar Betlehem, daar ligt Hij in een stal die Koning in Jeruzalem voor eeuwig wezen zal! Laat klinken dan met luider stem en blij bazuingeschal:

Refrein

Dit is de dag, die God deed rijzen, juicht nu met ons en weest verblijd. O God, geef thans uw gunstbewijzen, geef thans het heil door ons verbeid. Gezegend zij de grote koning die tot ons komt in 's HEREN naam. Wij zeegnen u uit 's HEREN woning, wij zegenen u al tezaam.

 Gebed van de kerstmorgen  Tijd voor de kinderen  Zingen: lied 474: 1,2, 3 en 4 . 1.Looft God, gij christnen, maakt Hem groot in zijn verheven troon, die nu zijn rijk voor ons ontsloot en zendt zijn eigen Zoon, en zendt zijn eigen Zoon. 2.Hij daalt uit 's Vaders schoot terneer op aard om kind te zijn, een kindje arm en naakt en teer al in een kribje klein, al in een kribje klein.  Schriftlezing: Johannes 1: 1-14  Zingen: lied 488 . 1.In den beginne was het woord, op aarde is zijn stem gehoord die spreken wil tot elk geslacht, Hij werd geboren in de nacht. 2.Hij werd geboren in de nacht die al het licht heeft voortgebracht, aan zon en maan zijn teugel legt, Hij is de Heer, Hij werd een knecht. 3.Hij is de Heer, Hij werd een knecht, op Hem wordt alle last gelegd,  Kerstevangelie uit Lukas 2: 1-7  Zingen: lied 475. 1.Ik mag hier aan uw kribbe staan, Heer Jezus, licht en leven. Ik draag U als geschenken aan wat Gij mij hebt gegeven. U zij mijn hart en ziel gewijd, mijn geest, mijn zin, mijn innigheid. O neem ze aan als gaven. 2.Voor ik als kind ter wereld kwam, zijt Gij voor mij geboren. Eer ik een woord van U vernam, hebt Gij mij uitverkoren. Voordat uw hand mij heeft gemaakt, werd Gij een kindje, arm en naakt, hebt Gij U mij gegeven. 3.Verzakende zijn macht en recht, verkiest Hij zich een stal, neemt de gedaant' aan van een knecht, de Schepper van het Al, de Schepper van het Al. 4.Hij ruilt met ons op vreemde wijs: Hij neemt ons vlees en bloed en geeft ons in zijns Vaders huis zijn eigen overvloed, zijn eigen overvloed. Hij woont temidden van het kwaad, Hij troont in onze lage staat. 4.Hij troont in onze lage staat waar al wat leeft verloren gaat, Hij kwam toen niemand naar Hem riep, dit licht dat zoveel luister schiep. 5. Dit licht dat in het duister sliep is God die ons bij name riep, Hij roept totdat Hij wordt gehoord, in den beginne was het woord. 3.Temidden van de nacht des doods zijt Gij, mijn zon, verrezen. O zonlicht, mild en mateloos, uw gloed heeft mij genezen. O zon die door het donker breekt en ’t ware licht in mij ontsteekt, hoe heerlijk zijn uw stralen.

 Overdenking  Zingen: lied 487: 1 en 2 Eer zij God in onze dagen, eer zij God in deze tijd. Mensen van het welbehagen, roept op aarde vrede uit. Gloria in excelsis Deo, gloria in excelsis Deo. .  Gebeden  Collecte.  Slotlied: ‘Ere zij God’ Eer zij God die onze Vader en die onze Koning is. Eer zij God die op de aarde naar ons toe gekomen is. Gloria in excelsis Deo, gloria in excelsis Deo Ere zij god, Ere zij God. In den hoge, in den hoge, in den hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde. In de mensen een welbehagen. Vrede op aarde, vrede op aarde. Vrede op aarde, vrede op aarde. In de mensen, in de mensen, een welbehagen. In de mensen een welbehagen, een welbehagen. Ere zij god, Ere zij God. In den hoge, in den hoge, in den hoge. Amen, amen.  Zending en zegen

Gezegende dagen!!