Zondag 25 december 2016 Kerst

Download Report

Transcript Zondag 25 december 2016 Kerst

Zondag 25 december 2016 10:00 – Eerste Kerstdag
Tekst: Lukas 2: 1-7 (i.h.b. vers 6-7)
1 En het geschiedde in diezelve dagen, dat er een gebod uitging van den keizer Augustus, dat de
gehele wereld beschreven zou worden.
2 Deze eerste beschrijving geschiedde als Cyrénius over Syrië stadhouder was.
3 En zij gingen allen om beschreven te worden, een iegelijk naar zijn eigen stad.
4 En Jozef ging ook op, van Galiléa, uit de stad Nazareth, naar Judéa, tot de stad Davids, die
Bethlehem genaamd wordt (omdat hij uit het huis en geslacht Davids was),
5 Om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was.
6 En het geschiedde als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou.
7 En zij baarde haar eerstgeboren Zoon en wond Hem in doeken en legde Hem neder in de kribbe,
omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg.
Thema: Haar eerstgeboren Zoon:
1) stil verwacht
2) bot geweigerd
3) laag afgedaald
Liturgie:
Lofzang van Zacharias 1, 2
Psalm 119: 70
Lezen: Lukas 2: 1-7
Psalm 118: 1, 7, 14
Psalm 111: 3, 4, 5
Lofzang v Maria 1, 3
Leestip:
• Lukas 1: 67-80 (Lofzang van Zacharias)
• 2 Kor. 8: 1-15 (Christus werd arm…)
Citaat: “Als u vraagt: waarom lag Hij zo laag? Dan is het antwoord: omdat wij zo hoog staan, zo
ontzettend hoogmoedig zijn. Wij zijn hemelbestormers geworden. Het gevolg is dat wij gekooide en
geboeide mensen zijn geworden. Er zit er niet een die zichzelf zalig kan maken. Er zit er niet een die uit
zichzelf zalig wil worden. Er zit er niet een die uit zichzelf zalig wil worden. Dat hoort allemaal bij het
kerstevangelie”. Ds. G. Boer, Kerstpreek .
Gespreksvragen:
1. Overdenk eens het citaat van ds. G. Boer. Heeft u/heb jij daar ook zo’n last van: die hoogmoed naar
God (en naar mensen)? En kwam de Zaligmaker daarom zo laag af te dalen, voor u/jou?
2. Kerstfeest vieren dat is ook het feest van God, van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Leg dat
eens uit.
3. Een predikant schreef: ‘Lukas beschrijft de geboorte van Christus met een glimlach, met lichtjes in
zijn ogen’. Leg dat eens uit.
4. Maria heeft de Heere Jezus ‘stil’ verwacht. Dat betekent dat ze het eigenlijk met niemand deelde.
Met wie wel en wat weten we over deze ontmoeting?
5. Op de ‘normale’ tijd (Maria is uitgerekend) zal de geboorte gaan plaatsvinden. Waarom komt Jezus
op de ‘normale’ tijd?
6. Er blijkt geen plaats te zijn voor het Kind, Jozef en Maria.
a) Waarom niet?
b) Wie zit er achter ‘geen plaats’ voor Jezus?
c) Zeg dat iets over hoe welkom Jezus is in onze harten en levens?
d) Hoe maakt de Heere plaats voor Zijn Zoon in het hart van een mens?
7. Maria wond Jezus in doeken. Waarom deed ze dat?
8. Daarna legde Maria Hem in de kribbe. Augustinus zegt: “Het levende Brood dat uit de hemel
neerdaalde werd gelegd in een voederbak opdat mensen ervan zullen eten”. Wat vindt u, jij van deze
uitspraak?
9. De Zoon van God wilde arm worden om zondige mensen rijk te maken. Ben jij al door Zijn armoede
rijk geworden? Of geldt nog altijd voor jou: “rijken heeft Hij ledig weggezonden”?
Voor de jongste kinderen:
1. Waar woonden Jozef en Maria en naar welke plaats moesten ze gaan?
2. Hoeveel maanden was Maria in verwachting toen de Heere Jezus werd geboren? Antwoord:
a) zes maanden,
b) acht maanden,
c) negen maanden.
3. Vul eens in: de echte vader van de Heere Jezus is niet Jozef maar……………
4. Mochten Jozef en Maria in een ‘herberg’ (een soort hotel) slapen? Waarom niet?
5. De wieg voor de Heere Jezus was een kribbe. Wat is dat?
6. Zou jij in een kribbe willen slapen? Waarom wel/niet?
7. Zou jij de volgende tekst uit je hoofd kunnen leren? “En zij baarde haar eerstgeboren Zoon en wond
Hem in doeken en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de
herberg”.
Zondagavond 25 december 2016 18:30 – Eerste Kerstdag
Tekst: Lukas 2: 8-11
8 En er waren herders in diezelve landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht
over hun kudde.
9 En zie, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen hen, en zij
vreesden met grote vreze.
10 En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke
wezen zal;
11 Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, Welke is Christus de Heere, in de stad Davids.
Thema: De heerlijkheid des Heeren in Efratha:
a) Hierdoor om-schenen
b) Hierdoor bevreesd
c) Hierdoor verblijd
Liturgie:
Psalm 98: 1, 2
Psalm 33: 11
Lezen Lukas 2: 8-20
Lofzang van Zacharias 3, 4, 5
Psalm 97: 1, 2, 7
Psalm 89: 7
Leestip:
• Lukas 1: 46-56 (lofzang van Maria)
• Exodus 33 (Gods heerlijkheid willen zien)
• Mattheüs 17: 1-10 (verheerlijking op de berg)
Citaat:
“De herders werden in het volle licht van de heerlijkheid Gods gezet. Dat is altijd een licht zonder
schaduw. Dat is altijd een licht, dat nooit eenzijdig is. Rondom de herders straalt het licht van God Zelf.
Rondom hen stralen alle deugden Gods”. Ds. W.L. Tukker, Gereformeerd Weekblad 1963.
Gespreksvragen:
1. De heerlijkheid des Heeren daalde neer in de duistere velden van Efratha en om scheen hen. Zou
u/jij iets meer kunnen zeggen over de ‘heerlijkheid van God’? Wat is dat eigenlijk?
2. In het Oude Testament lezen we vaak over de heerlijkheid van de Heere. Geef eens twee
voorbeelden (die in de preek werden genoemd)?
3. In een eerdere preek stonden we stil bij de heerlijkheid van de Heere in tijdens de woestijnreis.
Mozes had gezegd: “En morgen, dan zult gij des HEEREN heerlijkheid zien, dewijl Hij uw
murmureringen tegen den HEERE gehoord heeft; want wat zijn wij, dat gij tegen ons murmureert?”.
Hoe werd deze heerlijkheid getoond? Wat valt je op als dit vergelijkt met de heerlijkheid des Heeren
in de velden van Efratha?
4. De herders waren bevreesd voor en door de heerlijkheid van God. Waarom was dat? Herkent u/jij
iets van die vrees voor deze heerlijkheid?
5. Later lezen we in het Nieuwe Testament dat drie discipelen de heerlijkheid van Christus mochten
zien op de berg van verheerlijking.
a) Zoek dat eens op (Mattheus 17: 1-8).
b) Wat zagen zij toen?
c) En waren zij ook bevreesd?
d) Zo ja, waarom wilde Petrus dan toch op de berg blijven?
6. De herders hoeven volgens de ‘engel des Heeren’ niet te vrezen. Waarom niet?
7. De boodschap wordt wel heel persoonlijk tot de herders gebracht. Waaruit blijkt dat?
8. Heb jij, heeft u al heel persoonlijk de boodschap mogen horen en verstaan: ‘heden geboren is u/jou
de Zaligmaker’?
9. De herders werden omschenen door de heerlijkheid Gods. Hoe was het in de stal waar Jezus in de
kribbe lag?