Het grote Edwin Moses interview

Download Report

Transcript Het grote Edwin Moses interview

Het grote Edwin Moses interview
ten voordele van een door BeursBubbels ondersteunde
kinderkankertherapie
Ondernemers en bedrijven worden in de huidige woelige economische tijden al
eens op een heel koude manier bewasemd. Het tijdsbeeld brengt dat met zich
mee. En zo hoor ik al te vaak verhalen die weinig nuance, zelfs een zekere
desinformatie in zich dragen.
In hoofde van mijn beroep heb ik het privilege om jaarlijks vele ondernemers en
topmanagers te ontmoeten, en ik kan - met de onderdanige hand op mijn hart –
zeggen dat ik telkenmale geëngageerde, sociaalbewogen, plichtsbewuste,
emotioneel-kwetsbare, en vooral heel erg moedige mensen leer kennen.
Edwin Moses, CEO van Ablynx, zag ik voor de eerste keer tijdens de roadshow
n.a.v. de beursintroductie van z’n bedrijf. Het was een heel korte kennismaking,
maar het heeft een dusdanig straffe beeldflits nagelaten dat ik deze zeker aan bod
zal laten komen als ik ooit de beursfilm van mijn leven zal draaien (mijn
pensioenleeftijd nadert, en dan is het tijd voor andere uitdagingen).
We zijn 2007.
Ik maakte toen een beursintroductie mee die absoluut uniek (want een beetje
controversieel) was. De CEO leverde immers een visitekaartje af waarbij je - als
ik het zou vertellen zonder mijn impressies mee te geven – gevoelsmatig zou
zeggen : ‘Aan deze aandelenintroductie doe ik niet mee !’
Het werd echter het meest magische IPO-moment in mijn leven …
Klokslag 8 uur. Edwin Moses betrad het spreekgestoelte in gezelschap van een
pluchen lamaknuffel.
Hij zei iets in de trant van : ‘Sorry dat ik de presentatie niet kan doen, want ik moet
dringend een show gaan doen in Parijs. Ik denk niet dat iemand zich hieraan zal storen,
want zo krijg je de presentatie tenminste in het Nederlands i.p.v. het Engels.’
Waarop Moses de pluchen lama onder zijn arm knelde en, naar aloude bijbelse
familietraditie, de zaal doormidden splijtte en zich een weg baande naar buiten.
Alle antilichamen van de aanwezigen stelden zich op in een opperste staat van
paraatheid en vonden troost in elkaars vertwijfeling.
Ik vond het een gewéldig moment !
Moses stal op dat moment mijn hart.
De symboliek achter deze gedreven performance nam bezit van al mijn vezels.
Moses wou immers de IPO maximaal doen lukken. Hij wou van in den beginne
een stevig aandeelhoudersschap. Maximale exposure. Dáárom trokt Moses met
z’n pluchen Ricky op dát moment liever naar Parijs, Londen, Boston en New
York. Want hij wist dat het management, dat het van hem op dát moment in Gent
moest overnemen, de klus prima zou klaren. Moses handelde in het kader van
het algemeen belang. Moedig en kordaat.
Toen hij dan op dat bewuste moment voorbij mijn zitje richting exit schreed,
dacht ik : ‘Go, Moses, go ! Split the seas for us !’
Ik heb de dag nadien geen seconde meer geaarzeld, deed persoonlijk mee aan de
beursintroductie, en meldde in BB dat ik Ablynx zou blijven opvolgen.
Het was tot dusver geen gemakkelijk parcours. Da’s nooit met biotech. Maar ik
heb Ablynx al die jaren weten appreciëren omwille van 3 belangrijke factoren die
je niet vanzelfsprekend terugvindt bij biotechaandelen :
1. Een businessmodel dat me zowel een baarmoedergevoel geeft als de opwinding van
een nakende geboorte.
2. Een uitmuntend financieel beheer (zowel feeling voor het momentum voor het
aantrekken van noodzakelijk nieuw kapitaal als voor het beheersen van de cashburn).
3. Ablynx’ informatieve engagement tegenover de particuliere beleggers. Sinds z’n
beursgenoteerd leven heeft Ablynx in België een pioniersrol gespeeld qua
communicatie met de kleine belegger. Daar uit ik groot respect voor.
Moses.
Dichter bij de kerstsfeer kan je niet aanschurken qua familienaam.
Mozes. De stenen tafelen. De 10 geboden.
Toen ik hem vroeg om een kerstinterview te geven voor alle BB-lezers, zei hij
meteen ja. Ik waardeer het enorm dat Edwin Moses ruimschoots tijd heeft willen
vrijmaken voor dit uitgebreid interview, en dat hij hiermee bijdraagt aan een
storting t.g.v. het kinderkankermuziekproject in het UZ Leuven dat BB steunt.
Het is de bedoeling dat het interview eerst beschikbaar wordt gesteld voor BBlezers om nadien wijd openbaar verspreid te worden, zodat de sensibilisatie voor
mijn steunproject maximaal benut kan worden.
Info over het kinderkankerproject vind je op de BB-website ‘beleggen met een hart’ !
Hierna lees je het volledige interview.
Géén 10 geboden, maar wél 10 vragen die je een bijkomend en waardevol inzicht
zullen geven in de wereld van biotech in het algemeen en Ablynx in het
bijzonder. Kortom : een openhartige getuigenis van een uitzonderlijke CEO. Veel
leesplezier !
1. Terug in de tijd
Laat ons beginnen met de publieke geboorte van Ablynx. Lang geleden, in het jaar 2007.
Rudi Mariën (de peetvader van de Belgische biotech) vertelde me op de receptie na de
IPO-presentatie : “Ik investeer in Ablynx, maar vanavond hoorde ik dat Ablynx in 2013
winstgevend kan zijn.” Met een grijns op het gezicht vervolgde hij : “Ik heb deze datum
neergeschreven in mijn agenda …”
Met ‘winstgevend’ bedoelde Rudi natuurlijk een commerciële doorbraak. We weten nu
dat dit mogelijk kan gebeuren in 2018, met TTP (een levensbedreigende ziekte waarbij
overal in het lichaam kleine bloedstolsels ontstaan in de bloedvaatjes). Dat is dus een
tijdspanne van 11 jaar sinds de IPO. Wat best wel een prestatie zou zijn.
Mijn vraag is de volgende. Gemiddeld neemt de ontwikkeling van een therapie, vanaf
ze in de klinische fase is, tot het moment dat ze op de markt komt, zo’n 10 jaar in beslag.
Vind jij dit een redelijke termijn voor dringende medische therapieën waar patiënten
op zitten te wachten ? Zorgt deze lange doorlooptijd er ook niet voor dat medicatie
uiteindelijk erg duur wordt ? Heb je zelf bepaalde suggesties om dit hele ontwikkelingsproces goedkoper te maken voor de farmaceutische sector en derhalve voor de
maatschappij ?
Een van de belangrijkste kwaliteiten in biotechmanagement is gefundeerd optimisme. Als
we niet optimistisch waren over de toekomst, dan zaten we hier als manager niet op onze
plaats. Ik volg jou in je visie dat een mogelijke lancering van ons eerste product, 11 jaar
na de IPO, inderdaad een erg significante verwezenlijking is. In 2007 waren we nog maar
pas aan het evolueren vanuit onze positie als onderzoeksbedrijf en nu staan we aan de
vooravond van de lancering en commercialisatie van ons eerste product : een grote stap
voorwaarts.
Je vraag over de doorlooptijden en de kosten is een erg belangrijke vraag. Kijk maar naar
ons product caplacizumab : het is ontwikkeld tegen de ziekte aTTP, waarvoor nog geen
therapeutisch medicament bestaat en waarbij de overlijdenskans – ondanks de huidige
verzorgingsmogelijkheden – 10-20% is. Als je een patiënt bent, die lijdt aan aTTP, dan kan
je je geen jaren wachten meer veroorloven, dan heb je het medicament nu nodig !
Het probleem van tijd en kosten is er een dat de maatschappij an sich moet oplossen.
Regeringen en regelgevers eisen dat de veiligheid van de patiënten op de eerste plaats
staat bij de ontwikkeling van nieuwe medicamenten en dit heeft enorme kosten en lange
doorlooptijden tot gevolg. Dit is misschien een aanvaardbare benadering voor de
ontwikkeling van een medicament tegen een ziekte waar reeds geschikte behandelingen
voor bestaan, maar dat is het misschien niet voor ernstige en mogelijk dodelijke ziektes
waarvoor er nog geen enkele adequate behandeling bestaat. Als ontwikkelingsbedrijf zijn
we bij wet verplicht om nieuwe medicamenten uitgebreid te testen op dieren. Deze
testen leveren mogelijk slechts weinig relevante informatie op voor gebruik bij mensen,
en bovendien zijn deze testen ook ethisch steeds een uitdaging. Daarna moeten we de
testen ook uitvoeren op gezonde menselijke vrijwilligers (waar dan ook weer ethische
kwesties aan gekoppeld zijn), waardoor we ook weer wat bijleren, maar het is pas door
het testen op een echte patiënt dat we het meeste informatie opdoen. Pas als de
maatschappij bereid is om meer risico’s te nemen in het geval van erg zieke
patiëntengroepen (waarbij het de vraag is of het niet deze patiënten zélf mogen zijn die
de beslissing nemen i.p.v. de maatschappij) kunnen ontwikkelingen sneller en
substantieel goedkoper worden. Hiervan zouden dan zowel patiënten als ziekenfondsen
kunnen genieten. Bovendien zou dit het te volgen pad voor de ontwikkeling van een
medicament eenvoudiger kunnen maken voor bedrijven, met als gevolg dat zij meer
kunnen investeren in het ontwikkelen van therapieën voor belangrijke medische noden.
Er bestaan reeds enkele versnelde doorlooptrajecten voor de ontwikkeling van medicatie
voor enkele uiterst hoge, onvervulde medische noden. We zullen van zo’n traject gebruik
maken voor het ter goedkeuring aanbieden van caplacizumab bij de EMA in de eerste
jaarhelft van 2017. Maar het algemene proces is nog steeds veel te traag en is sterk
gefocust op het reduceren van het risico voor de patiënt en staat niet in verhouding tot
de graad van nood die leeft bij de patiënt. De maatschappelijke veranderingen die nodig
zijn houden ook in dat men moet bereid zijn niet voor elke fout een schuldige te willen
aanduiden, laat staan er financieel gewin uit proberen te slaan. In plaats daarvan moet
men zich focussen op de noden van de patiënt, zelfs als hieraan risico’s verbonden zijn,
zeker als het er voor de patiënt sowieso slecht uitziet, omdat er geen adequate
behandelingen beschikbaar zijn.
2. Een hierop aansluitende vraag : weesgeneesmiddelen
Veel bedrijven, zoals Ablynx, mikken op het ontwikkelen van weesgeneesmiddelen. Ik
zie dat deze trend/focus in volle expansie is. Maar het uiteindelijke resultaat is dikwijls
een therapie die erg duur is, zowel voor de patiënt als voor de sociale zekerheid.
Bovendien begrijpt het publiek niet dat dit zo duur moet zijn. Denk je dat het industriële
en maatschappelijke model hierachter houdbaar is ?
Hierop antwoorden begint volgens mij bij onze basisrechten. We willen allemaal zo
gezond en zo lang mogelijk leven. Als geheel van een grotere club (lees : de maatschappij)
komen we samen om hen die in nood zijn bij te staan. Als je als lid van deze ‘club’ het
slachtoffer wordt van een zeldzame ziekte, verwacht je dan niet dat je evenveel hulp krijgt
van de andere clubleden, dan wanneer je aan een gewone ziekte zou lijden ? Het
antwoord is volgens mij een volmondig ‘ja’.
In het verleden concentreerden grote farmaceutische bedrijven zich op het ontwikkelen
van geneesmiddelen voor veel voorkomende aandoeningen zoals diabetes, hartziekten
e.d., waarbij ze bij aflevering van een goed medicament zeker konden zijn van belangrijke
financiële inkomsten. Zoals je zegt, is er een toenemende focus op zeldzame ziektes,
vooral door kleinere biotechbedrijven, die zich aangetrokken voelen tot de hoge,
onvervulde medische nood, de intellectuele uitdaging en het feit dat deze nichemarkt
voor kleinere bedrijven beheersbaarder is dan voor de meer voorkomende ziektes.
Je leest veel over de hoge individuele kostprijs van sommige van deze weesgeneesmiddelen en over de hoge winsten die ermee gemoeid gaan, maar men vergeet dat 9 op
de 10 geneesmiddelen nooit ontwikkeld geraken. Het succesnummer is maar het topje
van de ijsberg, het ontwikkelingsbedrijf moet zelf opdraaien voor al de mislukkingen.
Omdat bij zeldzame ziektes slechts een klein aantal patiënten behandeld zal worden, is
het belangrijk dat de producerende biotech- of farmaceutische onderneming het
weesgeneesmiddel correct kan prijzen om een deel van hun R&D-kosten te recupereren,
zodat het bedrijf kan blijven investeren in toekomstige ontwikkelingen en het
investeerders kan blijven aantrekken. Ik ga er natuurlijk niet mee akkoord dat sommige
bedrijven zomaar ridicule bedragen aanrekenen voor hun medicamenten, alleen maar
omdat ze het monopolie hebben, maar wel als hun geneesmiddel werkelijk zeer efficiënt
is en daardoor de patiënt een verhoogde levenskwaliteit krijgt waardoor de
verzorgingskost afneemt en het individu een verhoogde bijdrage aan de maatschappij kan
leveren.
Dus, als het geneesmiddel een diepgaand effect heeft (in onze recente fase II-test met
caplacizumab hadden patiënten die ons geneesmiddel namen >70% minder kans op een
terugval), dan is het kostenefficiënt voor de maatschappij om hiervoor een redelijke prijs
te betalen, die ervoor zorgt dat de farmaceutische bedrijven kunnen blijven inzetten
op zelfs relatief kleine patiëntengroepen en dit voor het goed van ons allemaal. Ik denk
dat de werkelijke duurzaamheid van de gezondheidszorg gefocust zou moeten zijn op
ziektes die gerelateerd zijn aan de levensstijl : roken, drinken, overmatig eten. Kijk naar
de kostprijs voor de behandeling van diabetes type 2, een ziekte die volgens sommigen
aanzien wordt als zelf-veroorzaakt. Hierbij vallen de kosten van weesgeneesmiddelen in
het niets.
3. Euronext of Nasdaq ?
Ik heb de indruk dat dezer dagen de Belgische biotechsector zijn financieringsbehoefte
meer en meer zoekt bij Amerikaanse investeerders. Is een notering op Nasdaq dan geen
logische stap voorwaarts in de zoektocht naar internationale exposure en naar nieuwe
investeerders met veel beschikbaar geld ? Ik refereer hierbij naar een recent, succesvol
voorbeeld : de Nasdaq-IPO van Galapagos.
Inherent aan de biotechsector is dat ze risicovol is : mogelijk mooie hoge winsten,
maar daarnaast substantiële risico’s. Iedereen die in deze sector al geld ingezameld heeft,
weet dat de algemene regel geldt dat Europese investeerders veel meer risico-avers zijn
dan US-investeerders. Nemen we de commercialisatie van caplacizumab als voorbeeld :
in Europa gaan de vragen vooral over het minimaliseren van de risico’s die gepaard gaan
met het oprichten van een nieuwe commerciële organisatie, terwijl in de USA de discussie
volledig draait rond het maximaliseren van de kansen. Onze biotechbedrijven zijn ook
bepaald technisch uiterst complex en daardoor zijn ze vooral voor investeerders
gespecialiseerd in life science interessant. Ik denk dat er hiervan meer in New York alleen
al zitten, dan in gans Europa samen. Daardoor is het duidelijk dat, waar ter wereld je ook
gevestigd bent met je biotechbedrijf, US-investeerders een deel van je focus zullen
uitmaken naarmate je bedrijf zich ontwikkelt.
Bij Ablynx zijn we ons altijd bewust geweest van dit feit en hebben we veel tijd
geïnvesteerd in de USA. Op dit ogenblik zijn meer dan 40% van onze investeerders
gevestigd in de USA, en dit allemaal zonder Nasdaq-notering ! Ik denk dus dat toegang
zoeken tot US-investeerders nooit een probleem geweest is. Volgens mij ligt het pijnpunt
eerder bij de juiste waardering. Biotechbedrijven die genoteerd staan op de Europese
beurzen vinden vaak dat ze niet correct gewaardeerd zijn. Als ze dan genoteerd staan op
Nasdaq gebeurt het dikwijls, zoals nu met Galapagos, dat ze plots substantieel positief
geherwaardeerd worden. Op dit ogenblik geldt Genmab als een voorbeeld van een
Europees biotechbedrijf dat ‘correct’ gevalideerd is zonder Nasdaq-notering.
Als ik in de USA een presentatie geef voor nieuwe investeerders, krijg ik vaak te horen dat
ze de waardering van ons aandeel niet goed begrijpen. Ze zeggen dan dikwijls : “Als je op
Nasdaq zou genoteerd staan, dan was je x keer meer waard.” Nu, of dit dan het geval zou
zijn of niet, deze visie wordt daar wel gedeeld. Wat mij betreft, als Ablynx een waardering
kan bekomen die ons werkelijk potentieel weerspiegelt, dan zou ik niet aansturen op een
notering op Nasdaq, alleen al omwille van de extra kosten en de extra verplichtingen die
dit met zich meebrengt. Aan de andere kant, als we blijven ondervinden dat we niet
correct gewaardeerd worden op de lokale markt, dan kan een Nasdaq-notering in de
toekomst een volgende logische stap worden.
4. Opvolgvraag : investeringsklimaat
Is België nog altijd een geschikte plek voor bedrijven die actief zijn in life science ?
En denk jij dat er een mogelijke verplaatsing van talent of bedrijvigheid naar plaatsen
buiten de EU zal volgen ?
Ik refereer naar de verkiezing van Donald Trump, die gezworen heeft om de USA de
voortrekker van R&D in de geneesmiddelenindustrie te maken. Hij zal ook big pharma
stimuleren om geld dat overzees geparkeerd staat te repatriëren en hij zal hen
belastingen van slechts 10% of minder laten betalen i.p.v. 35%. Dat zou wel eens
een boost kunnen geven aan de biotechindustrie ginder. Is er een brain drain te
verwachten ?
Ik denk dat België een geschikte plek is voor een life science bedrijf en het feit dat het een
draaischijf is met een toenemende concentratie van bedrijven is een belangrijke factor in
het aantrekken van nieuwe werkkrachten. We zijn er erg blij mee dat 2 van de meest
recente seniors (CSO en CMO) die we aangenomen hebben, allebei van Noord-Amerika
komen. Dit zegt veel over de vooruitgang van Ablynx, dat we Amerikanen van dit niveau
kunnen aantrekken. Spijtig genoeg is het nog steeds onnodig moeilijk om
werkvergunningen voor dit type mensen te verkrijgen en dit is een hindernis die zou
moeten vergemakkelijkt worden.
Als je kijkt naar sommige van onze grootste samenwerkingspartners (bv. Merck & Co en
AbbVie), dan zijn dat US-bedrijven, die nog steeds versteld staan van de productiviteit en
mogelijkheden van bedrijven als het onze. Ik ben blij dat zij en andere firma’s de
mogelijkheid krijgen om hun buitenlandse cash te repatriëren en dat hun belastingsdruk
zal verlagen. Hierdoor zullen zij meer reserves hebben voor R&D, die ze meer en meer
zullen moeten outsourcen, zodat dit uiteindelijk bedrijven als het onze ten goede zal
komen.
5. Naam
Prima.
Terug naar Ablynx. Wat is het verhaal achter de herkomst van de bedrijfsnaam ? Het is
altijd prettig om de etymologie van een bedrijfsnaam te ontdekken. Ik zie het woord
‘lynx’, een dier dat ik niet zou associëren met het dier waarop jullie wetenschap
gebaseerd is : de lama. Dus, hoe zit het verhaal in mekaar ?
Het verhaal is zo’n beetje verloren geraakt in de loop der tijd, want de naam is bedacht
door de eerste CEO van het bedrijf, Mark Vaeck. Ik denk dat het Marks belangrijkste
bezorgdheid was om de naam zover mogelijk vooraan in elke alfabetische rangschikking
te krijgen, zodat hij bedacht dat de naam zeker moest beginnen met ‘AB’, wat staat voor
‘antibody’ en de ‘lynx’ verwijst gewoon naar de connectie, de link met antibodies. Bij elk
event werkt zijn strategie : we staan altijd bovenaan in de lijst, enkel de ‘nummers’ gaan
ons vooraf, en dit is inderdaad altijd een pluspunt gebleken.
6. Vobarilizumab
Het RA-platform schijnt niet voor chemie te zorgen tussen Ablynx en zijn
medeontwikkelaars. Eerst was er Pfizer en nu is het AbbVie dat neen zegt. Dit verwart
mij eigenlijk een beetje. Ik heb net een studie fase II van een Australische firma,
Mesoblast, geanalyseerd en naar mijn bescheiden mening, scoorde deze qua efficiëntie
niet beter dan vobarilizumab. Maar deze firma verklaarde dat, gebaseerd op de
resultaten, dit een first-in-class therapie zou kunnen worden. Dus, waarom wou AbbVie
met jullie niet verder voor een fase III ? En waarom denk je niettemin dat vobarilizumab
toch betekenisvol zal kunnen worden in de globale RA-arena ? En wat als er toch geen
partnership kan gesloten worden ?
We waren erg opgetogen over de resultaten van de fase II b voor vobarilizumab voor RA
en hadden eigenlijk niet meer kunnen verwachten van deze molecule.
Ik denk dat we moeten accepteren dat grote bedrijven hun strategie dikwijls veranderen
en als partner kan dit dan betekenen dat je niet langer meespeelt. Met ATN-103 sloten
we de originele deal met Wyeth en daarna werden zij overgenomen door Pfizer. Pfizer
besloot ATN-103 niet naar fase III te brengen, ondanks een succesvolle fase II B. Ik kan je
zeggen dat het Wyeth-management erg geshockeerd was door deze beslissing, maar
Pfizer had een nieuwe strategie : ze zetten alles in op hun molecule (JAK remmer) voor
RA. Vier jaar later is de molecule nog steeds niet goedgekeurd in Europa en de
wereldwijde verkoop is niet al te impressionant. Grote firma’s nemen niet altijd de juiste
beslissingen !
Wat AbbVie en vobarilizumab betreft, is het zo dat we nooit de specifieke reden voor hun
afhaken hebben vernomen. Sommigen geloven dat er dan toch iets mis moet geweest zijn
met de resultaten van de fase II b of dat AbbVie niet voldoende tevreden was over de
performance van de molecule en daardoor besloten heeft om er niet mee door te gaan,
maar wij hebben alle data gezien en geloven oprecht dat de resultaten erg indrukwekkend
waren en dat dit dus ‘slechts’ een strategiewijziging van AbbVie was, na onze
oorspronkelijke deal van 2013. Als je kijkt naar hun recent gepubliceerde R&Dpresentatie, dan zie je 150 pagina’s die gaan over hun nieuwe focus, oncologie, en slechts
25 pagina’s die gaan over immunologie/ontstekingen. Ze hebben een grote overname
gedaan in de oncologiesector en het is duidelijk dat dit hun reserves opslorpt.
Daarbovenop hebben ze ook ingezet op hun nieuwe kleine molecule JAK inhibitor, ABT494, voor RA en ze schijnen nieuwe biologische geneesmiddelen in dit gebied te negeren,
dit ondanks het grote succes van Humira, hun anti-TNF met jaarlijkse verkoopcijfers
van 14 miljard $, het best verkopende geneesmiddel in de wereld.
We zijn erg enthousiast over vobarilizumab omwille van de data-uitkomst en omwille van
het feit dat, wanneer we deze resultaten vergelijken met de belangrijkste geneesmiddelen
binnen RA, het blijkt dat wij deze substantieel overtreffen. Het is echt zo simpel als dat.
Dat betekent niet dat het niet belangrijk is voor ons om, in deze erg competitieve ruimte,
een commerciële partner te vinden, die ons kan helpen om de waarde van deze erg
waardevolle eigendom te maximaliseren. Zonder de juiste partner zal Ablynx niet op eigen
houtje naar fase III voor RA overgaan, want dit zou geen enkele zin hebben. Daarom zetten
we momenteel vaart achter de verdere fase-voorbereiding, zonder ons bloot te stellen aan
te hoge kosten, en ondertussen verkennen we nieuwe partnermogelijkheden. We
zullen dan bekijken hoe we best verdergaan. We mogen daarbij niet vergeten dat we ook
bezig zijn met een onderzoeksfase met vobarilizumab in SLE (een chronische
onstekingsziekte, waarvoor er een hoge nood aan een behandeling is) op ongeveer 300
patiënten. Hierover zal vroeg in 2018 duidelijkheid komen, iets waar de markt momenteel
geen of weinig aandacht voor lijkt te hebben.
7. Een hierop aansluitende vraag : een partnership onderhandelen
Tijdens de laatste conference call zei je dat er nog geen onderhandelingen met
potentiële nieuwe partners gestart waren. Ik ben geïntrigeerd door de
onderhandelingen die nu aan de gang zijn : hoe start je zo’n proces ? Loopt dit via extern
lobbywerk ? Een oproep voor biedingen van binnenuit het bedrijf ? Een officiële
rondvraag ? En hoe bereik je een redelijke deal, als je je in de positie van een kwetsbare
David bevindt, tegenover een almachtige Goliath ?
Met business development startte ik mijn carrière in de biotechsector, dus dat is iets waar
ik al meer dan 30 jaar sterk mee bezig ben.
Ik geloof dat mensen denken dat er een duidelijke start is aan zo’n proces, maar dat is
eigenlijk niet zo. Mijn collega’s en ik hebben continu gesprekken/relaties met al de
belangrijkste farma- en biotechspelers en met sleutelbanken en adviseurs binnen dit
vakgebied. Je begint niet pas met al deze gesprekken op het ogenblik dat je een deal nodig
hebt. Managers in de farma- en biotechwereld zijn constant op zoek naar externe
aanwinsten die hun portfolio kunnen opwaarderen en daarom zijn ze constant alles aan
het screenen wat zich op publiek domein bevindt. Als we de resultaten van fase II b van
vobarilizumab presenteren, kijken we wie er zich op de call aanmeldt. Er zijn altijd
vertegenwoordigers van belangrijke farmabedrijven die luisteren, naast natuurlijk vele
‘anonieme’ luisteraars !
We hebben duidelijk gesteld dat we geen toelichting geven over de verschillende business
ontwikkelingen en discussies die plaatsvinden omtrent vobarilizumab, maar ik kan wel
meegeven hoe het er in het algemeen aan toe gaat met deals zoals deze. Het bedrijf zal
eerst alle informatie bundelen over de doelmarkt en de concurrentie, over al de relevante
technische data met betrekking tot de molecule die ter licentie wordt aangeboden, samen
met een samenvatting van de bestaande patenten en een uitgestippeld plan voor de
toekomstige ontwikkeling. Ondertussen wordt uit een bestaande database een doelgroep
geselecteerd van mogelijke samenwerkingspartners. Op dat moment kan er, op hoog
niveau, een ‘zachte’ toenadering naar deze potentiële partners opgestart worden om te
exploreren of het nieuwe product strategisch zou passen binnen hun portfolio en binnen
hun toekomstige ontwikkelingsstrategie. Als er een bepaalde grote interesse is, wordt er
niet-confidentiële informatie over het nieuwe product uitgewisseld en dan worden langs
beide zijden technische teams ingeschakeld voor een initiële evaluatie. Normaal wordt er
dan aan de potentiële partners gevraagd om een ontwerp op te maken met de
belangrijkste commerciële voorwaarden onder dewelke zij een deal zouden willen maken.
Dan kiezen we normaal 2 à 3 bedrijven uit met de interessantste voorwaarden (die niet
enkel de financiële regeling uitstippelen, maar die ook proberen aan te tonen waarom zij
een ideale partner zouden kunnen zijn op vlak van ontwikkeling en van
commercialisatiemogelijkheden) en dan worden deze bedrijven toegelaten in de
dataroom over het nieuwe product. Zo’n elektronische dataroom bevat alle relevante
technische informatie over het product en kan door meerdere personen of groepen
tegelijkertijd geconsulteerd worden. Daarna zullen er meer gedetailleerde uitwisselingen
volgen tussen de projectteams aan beide zijden. Uiteindelijk wordt er aan de 2 à 3
potentiële partners die in de running zijn, gevraagd om hun beste voorwaarden op te
stellen, gebaseerd op de kennis over het product die ze op dat ogenblik hebben. Tenslotte
zullen er dan nog gedetailleerde contractbesprekingen volgen met slechts 2 partijen, en
uiteindelijk als de case volledig is afgerond, wordt er een finale keuze gemaakt.
Zo’n proces is complex, betrekt vele mensen en duurt dikwijls meer dan 6 maanden. Het
geheim van een succesvolle ‘David’ te zijn, is het hebben van een waardevol product dat
de mensen willen en om je er steeds van te vergewissen dat je een aanvaardbare,
competitieve spanning moet aanhouden tijdens het ganse onderhandelingsproces.
Daarbij nooit vergetend dat de meeste ‘Goliaths’ een behoorlijk ego hebben en dat zij ook
meerdere opportuniteiten ter beschikking hebben en dat derhalve alle discussies en
onderhandelingen respectvol en in goed vertrouwen gevoerd moeten worden.
8. Een moeilijke keuze moet gemaakt worden
Welke is de belangrijkste gebeurtenis voor de nabije toekomst van Ablynx en voor het
creëren van aandeelhouderswaarde : de eerste goedkeuring van een Ablynx-therapie
(TTP) of een deal voor vobarilizumab ?
De gemakkelijkste vraag van allemaal ! Zonder enige twijfel zou de goedkeuring van
caplacizumab een absolute mijlpaal voor het bedrijf zijn en aandeelhouderswaarde
creëren.
Startend van het leuke idee om het immuunsysteem van een kameel of lama te gebruiken
om interessante nieuwe moleculen voor de gezondheidszorg te helpen bedenken, en
komen tot de goedkeuring van een geneesmiddel voor een zeer ernstige ziekte waarvoor
de behandelingsmogelijkheden beperkt zijn : dat zou Ablynx volwassen maken. Een
medicament met potentiële verkooppieken van meer dan 400 mio €, zonder directe
competitie en waarvoor er een substantiële medische nood is. Het zou een fantastische
waardering van de technologie betekenen en aantonen dat het bedrijf het vermogen
heeft om dit in een echte en betekenisvolle therapie om te zetten. Het zou een boost
betekenen voor de verdere potentie van caplacizumab en vertrouwen geven aan alle
andere onderzoekslijnen in de pijplijn.
9. De toekomst
Hoe zie je de toekomst van Ablynx zich ontwikkelen ? Als een stand alone ? Zal de
commerciële waardering van het platform deuren openen voor de verkoop van het
bedrijf ? Heeft Ablynx een business plan/structuur die de transitie van een
ontwikkelingsbedrijf naar een commerciële unit succesvol kan doorstaan ? En dit zonder
verlies van aandeelhouderswaarde ? Ik refereer naar het verhaal van Jetrea
(ThromboGenics), dat eindigde in een nachtmerrie voor vele belanghebbenden.
Ons business plan voor de komende jaren voorziet dat we onafhankelijk blijven. Hoe kan
je anders interessante mensen aantrekken, die altijd het ‘geheime ingrediënt’ zijn voor
een business als de onze, als je hen geen visie kunt aanbieden die hen toont hoe ze een
sleutelfiguur zouden kunnen zijn in een groeiende, mooie sector en een waardevol deel
uitmaken van een bloeiend en onafhankelijk project ?
Dat gezegd zijnde, als manager van een publiek bedrijf weet je dat er altijd iemand een
bod kan doen. Het is niet onze taak om tegen zo’n bod vijandig op te treden, maar eerder
om een mooie bewezen track record voor te leggen en spannende vooruitzichten voor de
toekomst voorop te stellen, zodat aandeelhouders hun aandelenposities zullen willen
aanhouden om op lange termijn hun investering te maximaliseren.
Alle grote biotechbedrijven hebben de omslag van ontwikkelingsbedrijf naar commercieel
bedrijf gemaakt : Amgen, Biogen, Celgene enz. Natuurlijk zijn er aan elke transitie risico’s
verbonden, maar we zullen - zoals we dit deden bij onze overgang van onderzoeksbedrijf
naar ontwikkelingsbedrijf – de juiste ervaren mensen aanspreken die ons kunnen helpen
bij het plannen en het implementeren van de nodige veranderingen om zo’n spannende
nieuwe stap te zetten. Naast het aanwerven van het noodzakelijke talent, kunnen we ook
terugvallen op een erg ervaren Raad van Bestuur en op diverse externe adviseurs om ons
te helpen de juiste strategie en tactische plannen te ontwikkelen. Ik heb persoonlijk zeer
veel respect voor verschillende verwezenlijkingen van ThromboGenics, maar wij hebben
een volledig ander business plan. ThromboGenics besloot om het grootste deel van zijn
middelen in te zetten op één product : Jetrea. Vandaag de dag heeft Ablynx meer dan 45
ontwikkelingsprogramma’s lopen en we hebben altijd gezegd dat we nooit afhankelijk
willen zijn van één product of van één resultaat om succesvol te zijn. We hebben ervoor
gekozen om op meerdere paarden tegelijk te wedden. Voor het geval er een programma
mislukt om technische of commerciële redenen, hebben we nog altijd andere
programma’s achter de hand, waarvan er ongetwijfeld sommige zullen scoren.
10. Persoonlijk
Je bent een drukbezet man. Vind je nog steeds genoeg tijd om je hobby’s uit te oefenen
en om tijd met je geliefden door te brengen ? Welke waarden zijn voor jou het
belangrijkst, welke dingen inspireren je dag na dag ? En wat is je grootste wens of droom
die je met ons allemaal wil delen ?
Iedereen heeft het druk tegenwoordig. Het is gewoon een kwestie van waar je je tijd aan
wil spenderen. Mijn professionele inzet is heel erg belangrijk voor mij. In tegenstelling tot
mijn vader, die op veertienjarige leeftijd de school moest verlaten en geen andere keuze
had dan handarbeider te worden voor de rest van zijn leven, heb ik het voorrecht een job
uit te oefenen waar ik van houd. Ik bekijk mijn job echt als net zo leuk als een hobby. Maar
ik geloof wel dat een balans belangrijk is. Ik houd ervan diverse sporttakken te bekijken
en heb er ook van genoten zelf te spelen als de mogelijkheid zich voordeed. De laatste vijf
jaren heeft de ouderdom zich laten gevoelen en ben ik overgestapt naar Bikram yoga. Dit
is yoga bij 40° C en bij 60 % luchtvochtigheid. Heel eerlijk, op vlak van fitheid en
stressbeheersing, heeft deze activiteit, die ik 2 tot 3 keer per week probeer te doen
gedurende 90 minuten (als het werk het toelaat), mijn leven volledig veranderd. Het is
zwaar, ik heb nog nooit zo hard gezweet, maar de effecten op je welzijn zijn ongelooflijk.
Ik ben ook blij dat ik met Bikram yoga gestart ben samen met mijn vrouw Sarah (die mijn
belangrijkste hobby is ). We doen graag al de gewone dingen samen. We zijn grote
muziekfans en in de laatste jaren zijn we met plezier naar Prince, Fleetwood Mac, Elton
John, Lady Gaga en the Dixie Chicks gaan kijken hier in België. We vieren bijna ons 10-jarig
huwelijksjubileum, wat inhoudt dat we het ganse Ablynx-avontuur samen beleefd hebben
en ik denk dat zij er evenveel van genoten heeft als ik. Om het plaatje compleet te maken,
hebben we 5 jaar geleden ook twee Border terriërs gekocht : Gwyllym en Dyllys. Ik had
nooit eerder honden gehad (alleen katten), maar het zijn geweldige metgezellen en als je
na een zware dag op kantoor een beetje moe thuiskomt, kikkeren ze je direct op met hun
onvoorwaardelijke liefde en toewijding. Je moet er goeie, lange wandelingen mee maken
in weer en wind en op die manier zijn het niet alleen prachtige huisdieren, maar helpen
ze je ook je fitheid te verbeteren en zorgen ze ervoor dat je geen couch potato wordt.
Dus, als je ooit een oudere man, met een blonde vrouw en twee terriërs ziet genieten van
de buitenlucht in Gent, dan zijn wij het waarschijnlijk !
Wat mij het meest inspireert, zijn mensen. Mensen die samenkomen om grote dingen te
verwezenlijken en het verschil te maken. Bij Ablynx heb ik al het geluk ervaren om
excellente collega’s hun passie en toewijding te zien beleven op diverse vlakken. Hen
quasi onoverkomenlijke technische of logistieke problemen zien oplossen. Ik houd ervan
dat de Ablynx-cultuur zich niet beperkt tot de inzet om grote prestaties te leveren voor
het helpen ontwikkelen van Nanobodies tot belangrijke nieuwe medicamenten (natuurlijk
onze eerste doelstelling), maar dat die inzet zich ook toont in allerlei andere activiteiten.
We hebben veel goeie sportmensen, we hebben mensen die graag de wereld rondreizen
tijdens hun vakantie om zo allerlei nieuwe culturen te ervaren, we hebben mensen die
graag evenementen organiseren voor hun collega’s om plezier te maken en mekaar beter
te leren kennen. Uitmuntendheid op diverse vlakken is inspirerend en buitengewoon
motiverend. Kijken hoe jonge mensen zich ontwikkelen, hun potentieel maximaliseren
terwijl ze volwassen worden en hun eigen gezin stichten, is een echt plezier. En dan spreek
ik nog niet over al die honderden kinderen die geboren zijn toen hun ouders bij Ablynx
werkten.
Mijn waarden zijn simpel : behandel een ander, zoals je zelf behandeld wil worden. En als
je de belofte maakt om iets te doen : doe het dan ook ! Ik haat ook oneerlijkheid en
mensen die politieke spelletjes spelen in plaats van iets nuttigs te doen.
Mijn persoonlijke droom is dat we bij Ablynx meer dan enkel jobs creëren voor mensen,
maar dat we ze ook een levenservaring geven die ze hun leven lang zullen herinneren. Ik
wil dat ze openbloeien en dat ze grote stappen in hun persoonlijke ontwikkeling zetten.
Ik wil dat ze vinden dat ze correct gewaardeerd worden en bovenal wil ik dat ze genieten
van de Ablynx-ervaring en dat ze plezier hebben. Daarbovenop wil ik dat we allemaal
kunnen terugkijken en beseffen dat we de kans gehad hebben om geassocieerd te worden
met fascinerende en wetenschappelijke wereldklasse en dat we dit kunnen omzetten
hebben naar therapieën die het leven van patiënten substantieel beter zullen maken. Het
is een once in a lifetime ervaring. Wat kan je nog meer willen dan dat ?
Dear Mr Moses,
Beste Edwin,
aanvaard mijn oprechte waardering voor de tijd die je genomen hebt voor dit interview.
Ik dank je heel erg voor de waardevolle gedachten die je met ons gedeeld hebt. Jouw
medewerking zal ook leiden tot een financiële bijdrage voor een project dat kinderen
met kanker helpt om hun moeilijk verblijf in het hospitaal UZ Leuven te verwerken.
Ik wens jou, al je geliefden en het hele Ablynx-team een gelukkig nieuwjaar en een
gezond 2017 !
www.beursbubbels.be