Eerste Kerstdag – 25 december 2016 Wilhelminakerk, Bussum

Download Report

Transcript Eerste Kerstdag – 25 december 2016 Wilhelminakerk, Bussum

Eerste Kerstdag – 25 december 2016
Wilhelminakerk, Bussum
Lezingen: Jesaja 52:7-10 en Johannes 1:1-14
ds. Wielie Elhorst
Gemeente van Jezus Christus, zusters en broeders,
Mijn held van 2016 is Mohamed El-Bachiri. Deze Brusselse metrobestuurder verloor op 22
maart van dit jaar zijn vrouw Loubna, toen in metrostation Maalbeek in het Europese hart van
Brussel een bom afging, daar geplaatst door zogenaamde islamitische terroristen. Sindsdien
moet hij alleen verder met zijn drie kleine kinderen. Afgelopen week werd ik opnieuw
getroffen door zijn woorden, uitgesproken in een video, gemaakt voor het Belgische tvprogramma De Afspraak. Wat deze man doet, deze jonge vader, nu weduwnaar, van de één op
de andere dag, de woorden die hij spreekt zijn bijna buitenaards. In tegenstelling tot wat je
zou verwachten na zo’n vreselijke aanslag, laat hij zijn hart spreken. Anders dan zovele
politieke leiders die alleen spreken van keiharde vervolging en die er als de kippen bij zijn om
een verband te leggen met de islam als belangrijkste oorzaak achter alle terrorisme in onze
dagen, die denken te zeggen wat de mensen willen horen en die eerder angst zaaien dan
vertrouwen, doet hij precies het tegenovergestelde: hij roept tot de ware ‘jihad’, de ‘jihad’ van
liefde en verzoening die reikt over de grenzen heen, die mensen tussen zichzelf hebben
getrokken. Het filmpje duurt zes minuten en elk uitgesproken woord is een verademing: het
zijn stuk voor stuk woorden die vlees worden, leven, voor alle mensen, dwars tegen alle
verschrikkingen in. Mohammed eindigt zijn toespraak met de woorden ‘Allahu Akbar’, God
is groot. In de woorden van zijn religie, de islam, spreekt hij een geloofsbelijdenis uit, die het
mensenleven in het hart raakt. Eerder dit jaar las ik het in een gedicht dat Mohamed schreef
kort nadat zijn vrouw was omgekomen en dat ik graag met u deel:
“God is groot als ik glimlach.
Ik geef je mijn hand, jood, atheïst of christen.
God is groot als we geweld veroordelen en werken aan vrede en vriendschap.
God is groot voor al deze diversiteit, culturen, geloven en mensen waarmee we praten,
uitwisselen en accepteren dat iedereen zijn eigen waarheid heeft in broederlijke sfeer.
God is groot voor jou Loubna, mijn grote liefde en voor alle slachtoffers die voor altijd
voortleven in ons hart.”
Woorden, wat zijn woorden? Ze zijn net zo kwetsbaar als ze krachtig zijn. Ooit was er niets
anders dan het Woord van God. Het Woord was God, en God sprak: ‘Er zij licht.’ En er was
licht en God zag dat goed was. Dat grootse lied van de schepping is het eerste waar je aan
denkt, als je die prachtige eerste verzen van de inleiding op het Evangelie naar Johannes leest
– althans het was mijn eerste associatie. Je moet ze wel een paar keer lezen, want erg
eenvoudig is het niet, in ieder geval niet zo concreet als de kerstverhalen die we kennen uit
het Matteüs- en het Lucasevangelie. Evenals het scheppingsverhaal dat met het weerkerende
refrein ‘En God zag dat het goed was’ als een lied kan worden gelezen, doen de eerste verzen
van het Johannesevangelie aan een gedicht denken, dat een geheel eigen poging doet om het
mysterie van Gods komst naar de aarde in het kleine kind Jezus te bevatten. Opnieuw is daar
alleen het Woord. Opnieuw spreekt God zijn Woord en brengt Hij een nieuwe mens tot
aanzijn: Jezus Christus, vleesgeworden Woord van God, licht en leven voor de mensen.
Woorden, wat zijn woorden? Ze zijn net zo kwetsbaar als ze krachtig zijn. Wij horen in het
verhaal van de schepping dat God een Woord spreekt. Geen donder en bliksem, geen macht
en kracht, maar een enkel Woord. God spreekt een enkel Woord en uit niets wordt iets. In het
aardedonker en vormeloze vóór-aardse spreekt God licht en er is licht. Nooit meer alleen
duisternis, maar licht, oorsprong van leven. Zon, maan en sterren worden geplaatst in hun
baan om de aarde. Wat is dat voor een God die enkel woorden spreekt, kwetsbare woorden:
licht waar nooit licht was, zomaar weg te vagen door het machtige duister. Direct in het lied
van het begin laat God zien wie Hij is: een God die zijn eigen ongekende en ongeëvenaarde
gang gaat en die onophoudelijk woorden spreekt die licht scheppen, en leven, zin en
samenhang. Het zijn woorden, slechts woorden van licht, ongrijpbaar, maar die alles dragen
wat wij kennen, wat ons lief is, waarin en waarvan wij bestaan; fragiele woorden die
desondanks krachtig weerspreken wat het licht en het leven bedreigt en er onder probeert te
krijgen, tot op de dag vandaag.
Aan het begin van het Johannesevangelie ontmoeten we die God van het Woord weer, God
die Woord is en die opnieuw zijn Woord van licht en leven spreekt; het Woord dat vlees
wordt. Het Woord dat uit niets iets schept, nee Iemand. Menselijk zaad komt er niet aan te
pas. God spreekt een woord en Hij is, onder ons, midden tussen ons, in een klein en kwetsbaar
kind, een kind uit licht gemaakt. Met Jezus Christus, het vleesgeworden Woord van God, zet
God opnieuw zijn handtekening onder zijn schepping, in de nieuwe, herschapen mens: Jezus
Christus. Opnieuw laat God van zichzelf horen op een onverwachte manier: geen donder en
bliksem, geen macht en kracht, maar een kind, in een voederbak, in omstandigheden die aan
dat jonge nieuwe leven ook zomaar weer een einde hadden kunnen maken.
Vorige week vierden we hier samen het Kinderkerstfeest. We zagen een even vrolijk als
wonderlijk kerstspel waarbij het verhaal van Kerst, Gods komst in ons midden in het kind
Jezus, zich bewoog tussen droom en werkelijkheid. In de droom van een zestienjarig meisje
kwamen haar poppen tot leven, werden zij de hoofdrolspelers uit het kerstevangelie volgens
Lucas, en werd het kerstverhaal wonder boven wonder werkelijkheid en waarheid in haar
leven. Ik vond het de spijker op z’n kop. Gods woorden voor ons bewegen voortdurend tussen
droom en werkelijkheid, evenals Gods woord voor ons in het kerstkind. Met zijn woorden,
met zijn vleesgeworden Woord roept God ons wakker in zijn droom, zijn droom voor de
wereld en zijn droom voor de mens, toen Hij de aarde schiep en zag dat deze goed was, toen
Hij mensen schiep, en zich verheugde in het maaksel van zijn Woord, toen Hij Jezus tot
aanzijn sprak. Weer licht op aarde, en leven, en God zag dat het goed was.
Met Kerst is Gods droom voor alle mensen, voor de hele wereld, werkelijkheid geworden. In
zijn Zoon Jezus is God opnieuw onder de mensen komen wonen en bij monde van Jezus
spreekt Hij opnieuw zijn droomwoorden, zijn lichtwoorden, zijn levenswoorden. Dat Jezus als
klein kind woordeloos is begonnen maakt dit wonder van herschepping nog krachtiger. God
heeft zijn vleesgeworden Woord totaal afhankelijk gemaakt van zijn eigen schepping. Het
Woord in Jezus moest eerst groeien met direct de dood op de loer, en grootgebracht door twee
doodgewone en eenvoudige mensen: een tienermeisje en een oudere timmerman.
Ik geloof in het Woord van God, ik geloof in zijn droom voor ons en voor zijn wereld, omdat
die tot op de dag van vandaag werkelijkheid wordt. En God blijft daarbij zijn ongekende gang
gaan. Steeds weer spreekt Hij zijn woorden van licht en leven, op onverwachte wijze en uit
onverwachte hoek – maar dat moet je dan wel willen zien, zegt hetzelfde Johannesevangelie.
Zijn woorden, Gods woorden, lichten voor mij op in de woorden van metrobestuurder
Mohamed El-Bachiri, die belijdt dat God groot is, in woorden die in onze wereld worden
geminacht en vertrapt, in woorden die de wereld klein acht. Hij zet de werkelijkheid op zijn
kant en hij gebruikt juist woorden die velen in onze tijd schrik aanjagen, zoals ‘jihad’ en
‘Allahu Akbar’, maar hij heeft gezien wat deze woorden betekenen en Hij spreekt ze
verzoenend uit over de grenzen van volken en religies heen. God is waarlijk groot, in de
schijnbaar kleine en kwetsbare woorden die Hij spreekt, in het kleine kind in voederbak dat
woorden zal gaan spreken van een koninkrijk, een droom, die mensen daadwerkelijk om doet
keren.
Dit zijn de woorden van God, die wij kennen door Jezus:
Leven
Licht
Liefde
Naaste
Barmhartigheid
Gerechtigheid
Solidariteit
Vrijheid
Vrede
Droom, werkelijkheid? Zijn deze woorden welkom in ons leven? Mogen zij zingen in ons als
het lied van ons bestaan? Mogen zij vlees worden in ons leven, in onze gemeente, in Bussum,
tussen alle mensen? God zij alle eer, in de hemel en op aarde, in mensen van welbehagen.
Amen