gemeentelijke monitor sociaal domein

Download Report

Transcript gemeentelijke monitor sociaal domein

GEMEENTELIJKE MONITOR SOCIAAL DOMEIN
AANLEVERPROTOCOL 2017
Betreffende de aanlevering over (H1) + H2 2016
Versie 13 december 2016
Over dit aanleverprotocol
Dit aanleverprotocol wordt beheerd en ge-update door Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten
(KING). Het beschrijft het aanleverproces en de aanleverrichtlijnen van de halfjaarlijkse
gegevensaanlevering voor de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. Dit protocol heeft alleen
betrekking op de gegevens die ieder halfjaar door gemeenten worden aangeleverd aan het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS). Het protocol beschrijft gedetailleerd welke definities worden
gehanteerd bij aanlevering van de gegevens en hoe de gegevens zijn opgebouwd.
Dit document wordt elke uitvraag aangepast ten behoeve van verbetering van de kwaliteit van de
aanlevering. Ook wordt het document waar nodig aangepast ten gevolge van de inhoudelijke
doorontwikkeling van de gemeentelijke monitor. U vindt de laatste versie van het protocol altijd op de
website van KING en VNG onder het thema Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein.
Heeft u opmerkingen over dit protocol, neemt u dan contact op met KING.
T 070 373 8008
E [email protected]
2
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING ..........................................................................................................................................4
Wijzigingen ten opzichte van de versie van 8 juni 2016 ....................................................................... 5
Deel I: Aanleverproces .......................................................................................................................6
Aanlevertermijnen ................................................................................................................................ 6
Aanleverproces ..................................................................................................................................... 7
Deel II: Aanleverrichtlijnen ............................................................................................................... 13
Niveau uitvraag gegevens ................................................................................................................... 13
Definities aan te leveren bestanden ................................................................................................... 13
Selecteren van de aan te leveren data ............................................................................................... 14
Leeswijzer............................................................................................................................................ 15
1.0 Wmo-maatwerkarrangementen .................................................................................................. 16
1.1.
Samenvatting bestandsspecificaties Wmo............................................................................. 17
1.2.
Aanmaakdatum bestand ........................................................................................................ 20
1.3.
Gemeentecode ....................................................................................................................... 20
1.4.
Burgerservicenummer (BSN) .................................................................................................. 20
1.5.
Type maatwerkarrangement (productcategorie) .................................................................. 20
1.6.
Beoogde startdatum ondersteuning (ingangsdatum) ............................................................ 22
1.7.
Beoogde einddatum ondersteuning ...................................................................................... 23
1.8.
Leveringsvorm (toewijzing) .................................................................................................... 23
1.9.
Datum start daadwerkelijke ondersteuning........................................................................... 24
1.10.
Einddatum ondersteuning ...................................................................................................... 25
1.11.
Nummer van de toewijzing (uniek nummer) ........................................................................ 25
1.12.
Intensiteit van ondersteuning ................................................................................................ 26
1.13.
Reden beëindiging ondersteuning ......................................................................................... 29
2. Kosten Wmo ......................................................................................................................... 31
3. Kosten sociale basisondersteuning ........................................................................................ 34
4. Kosten Jeugd ........................................................................................................................ 35
Bijlage I: Veelvoorkomende (technische) fouten in aangeleverd gegevensbestand) .................... 38
3
INLEIDING
Goede informatievoorziening over de resultaten binnen het sociaal domein is noodzakelijk om de
transformatie te laten slagen. De Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein helpt gemeenten om de
beleidsinformatie over het sociaal domein integraal inzichtelijk te maken. Het CBS verzamelt deze
gegevens in opdracht van de VNG, zoals vastgesteld in de ALV. Zo biedt de monitor inzichten in de
effecten van het beleid en geeft het antwoord op de vraag of gestelde doelen zijn gehaald.
Dit aanleverprotocol omschrijft het proces van aanlevering aan het CBS voor de monitor. Dit is een
halfjaarlijks proces en omvat gegevens over Wmo, kosten Wmo, kosten Jeugd en kosten Sociale
Basisondersteuning. Het protocol gaat in op de gehanteerde definities en de opbouw van de gegevens.
In 2017 biedt de monitor o.a. inzicht in1:






gemeenteprofiel
gebruik van maatwerkvoorzieningen in het Sociaal Domein
stapeling van gebruik binnen het Sociaal Domein
kosten van de Wmo, Jeugd en sociale basisondersteuning
cliëntervaring Wmo
publieke gezondheid
Veel van bovenstaande informatie is bij CBS reeds beschikbaar. Tegelijk worden indicatoren met
gemeenten en andere stakeholders doorontwikkeld. Voor informatie over de Participatiewet en de
Jeugdwet wordt gebruik gemaakt van gegevens die gemeenten, respectievelijk jeugdaanbieders al
leveren aan CBS. Dit aanleverprotocol richt zich enkel op specifieke gegevens die nog niet via een andere
bron beschikbaar zijn bij CBS namelijk: Wmo, Kosten Jeugd en Kosten Sociale Basisondersteuning.
Het aanleveren
Dit aanleverprotocol bestaat uit twee delen:
 Deel I: Aanleverproces: beschrijft de stappen die nodig zijn voor u kunt aanleveren, de
aanlevertermijnen en praktische informatie.
 Deel II: Aanleverrichtlijnen: bevat de aanleverrichtlijnen, definities en opbouw van de gegevens.
Het deel is opgesplitst in drie hoofdstukken:
o Hoofdstuk 1 heeft betrekking op de aanlevering van gegevens over de Wmo.
o Hoofdstuk 2 heeft betrekking op de aanlevering van de kosten Wmo.
o Hoofdstuk 2 heeft betrekking op de aanlevering van de kosten van de sociale
basisondersteuning.
o Hoofdstuk 3 heeft betrekking op de aanlevering van de kosten jeugd.
Kwaliteit data en publicatie: door middel van kwaliteitscontrole door gemeenten
U heeft als gemeente de mogelijkheid om een toets te doen op de kwaliteit van de aangeleverde
gegevens voor de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein, door middel van het controleren van de
inhoud van het op orde rapport. De aangeleverde gegevens worden gebruikt voor informatie, onderzoek
en publicatie van inzichten op Waarstaatjegemeente.nl, CBS StatLine en de CBS website, tenzij u besluit
1
Voor een volledig overzicht van de doelstellingen en indicatoren van de monitor, zie http://kinggemeenten.nl/secties/gemeentelijke-monitorsociaal-domein/gemeentelijke-monitor-sociaal-domein
4
om de gegevenslevering in te trekken vóór de deadline. U kunt tot dit besluit komen op basis van de
terugkoppeling in het op orde rapport. Indien u besluit tot ‘intrekken gegevensaanlevering’ dan worden
alle aangeleverde gegevens verwijderd.
Als u de aangeleverde gegevens niet expliciet intrekt, dan worden de gegevens gebruikt om op hoger
aggregatie niveau inzichten te ontsluiten. Op Waarstaatjegemeente.nl kunt u de rapportage
gemeentelijke monitor bekijken, dit geeft u meer inzicht over op welk niveau de data wordt
gepubliceerd.
CBS kan op haar beurt ook besluiten om data niet te publiceren, indien zij er niet van overtuigd is dat de
data van voldoende kwaliteit zijn. CBS toetst bijvoorbeeld de betrouwbaarheid van de kosten voor
aanvang van iedere publicatie.
Meer informatie hierover vindt u in deel I “Aanleverproces”.
Wijzigingen ten opzichte van de versie van 8 juni 2016
Het aanleverprotocol (versie 8 juni 2016) is op een aantal elementen gewijzigd. Deze wijzigingen gelden
dus vanaf de eerstvolgende aanlevering over (H1 2016 +) H2 2016 die start op 30 januari 2017. Voor wat
betreft de aanleverrichtlijnen zijn de volgende punten gewijzigd:
-
-
In het Wmo bestand zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
o
De productcategorie beschermd wonen (productcategorie 15) wordt enkel aangeleverd
door de centrumgemeenten. Zie voor meer informatie pagina 21.
o
Het toevoegen van een kolom ‘nummer van de toewijzing’. Het opnemen van deze
kolom in het bestand is verplicht. De positie in het bestand is na de kolom ‘einddatum
ondersteuning’ en voor de kolom ‘intensiteit van ondersteuning (beschikt volume)’. Het
vullen van het veld is niet verplicht, maar dient indien ingevuld op alle regels van het
bestand te staan. Zie voor meer informatie pagina 25.
o
De Kosten Wmo worden voortaan in een apart bestand aangeleverd op
gemeenteniveau. Net als de kosten SBO en de kosten voor Jeugd. De kosten Wmo
worden zodoende niet meer op BSN niveau uitgevraagd en vormen geen onderdeel
meer van het reguliere Wmo bestand. Er wordt bij de aanlevering van de kosten Wmo
een onderscheid gemaakt tussen begrote kosten en gerealiseerde kosten. Zie voor meer
informatie pagina 31.
In het kosten jeugd bestand zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
o
Er is nu een mogelijkheid om de kosten jeugd, indien u deze niet kunt of wilt uitsplitsen,
aan te leveren onder de categorie ‘totale kosten jeugd’. Zie voor meer informatie pagina
35.
o
Er wordt bij de aanlevering van de kosten Jeugd een onderscheid gemaakt tussen
begrote kosten en gerealiseerde kosten. Zie voor meer informatie pagina 35.
5
Hiernaast is ook het aanleverproces op een aantal punten vereenvoudigd:
-
Het op orde rapport wordt, nadat een bestand technisch is goedgekeurd, binnen twee
werkdagen door CBS klaargezet in het downloadportaal, zodat gemeenten het sneller kunnen
downloaden. De oude structuur van twee aanleverperioden vervalt hiermee. Door het sneller
beschikbaar stellen van de op orde rapporten, wordt u in staat gesteld om – indien nodig –
vaker een bestand aan te leveren, zodat u meer mogelijkheden heeft om tot een aanlevering
van volledig en juiste gegevens te komen. Zie voor meer informatie pagina 9.
-
Het proces voor het geven van publicatietoestemming is gewijzigd. Indien u technisch juiste
gegevens heeft aangeleverd bij het CBS, mogen deze gegevens gebruikt worden voor informatie,
onderzoek en publicatie van inzichten op Waarstaatjegemeente.nl, CBS Statline en CBS website,
tenzij u besluit om de gegevenslevering in te trekken vóór de aangegeven deadline. U bent dus
niet verplicht om de aangeleverde gegevens ook daadwerkelijk te publiceren, maar indien u wilt
afzien van publicatie, dient u dit expliciet aan te geven via het formulier waarmee u de
gegevensaanlevering kunt intrekken. U kunt ook besluiten om een deel van de aangeleverde
gegevens te publiceren. Als u wel de gegevens wilt publiceren, dan hoeft u hier geen stappen
meer voor te zetten. Zie voor meer informatie pagina 10.
Deel I: Aanleverproces
Aanlevertermijnen
De komende aanlevertermijnen zijn weergegeven in de onderstaande tabel:
Periode waarover gegevens worden aangeleverd
Moment van aanlevering
(H1 2016 +) H2 2016
Van 30 januari 2017 t/m 10
maart 2017
(H2 2016 +) H1 2017
Vanaf augustus 20172
(H1 2017 ) + H2 2017
Vanaf januari 2018
De perioden waarover u ieder halfjaar een gegevensset3 aanlevert zijn:
 H1: januari t/m juni
 H2: juli t/m december
2
Voor de volgende aanleverperioden zijn de exacte aanleverdata nog niet bekend. Deze worden op een later moment bekend gemaakt.
3
Een gegevensset bestaat uit vier aparte bestanden voor de verschillende onderdelen: Wmo, Kosten Wmo, Kosten Jeugd en kosten sociale
basisondersteuning. Een nadere toelichting op de bestandsspecificaties per bestand vindt u in deel 2 ‘Aanleverrichtlijnen’
6
Aanleverproces
Het aanleverproces bestaat uit verschillende stappen. Deze stappen staan hieronder gevisualiseerd en
worden daarna achtereenvolgens beschreven.
Heeft u al een coördinator aangemeld en kunt u al inloggen op het up- en downloadportaal? Ga dan
verder bij stap 3.
Stap 1:
Aanmelding
coördinator
Voor het zo veilig mogelijk uploaden en downloaden van gegevens over uw
gemeente en het nemen van beslissingen omtrent publicatie is het belangrijk dat
CBS beschikt over de contactgegevens van een coördinator. Deze coördinator is
namens uw gemeente verantwoordelijk/gemachtigd voor:

Het aanleveren van een functioneel, niet-persoonsgebonden e-mailadres:
Maak een specifiek functioneel e-mail adres aan voor dit project. Een functioneel
e-mailadres is niet persoonsgebonden en kan gebruikt blijven worden wanneer
iemand anders de rol van coördinator overneemt. Daarnaast kan de inbox van
dit e-mailadres met meerdere personen worden gedeeld. Een voorbeeld van een
functioneel emailadres is [email protected]. Gebruik geen algemeen
functioneel e-mail adres als [email protected] of [email protected].



Het aanleveren van de juiste gegevens aan CBS.
Het downloaden van de op-orde rapporten.
Het invullen en insturen van het formulier ‘intrekken gegevensaanlevering’
indien u er voor kiest geen toestemming te geven voor het gebruik van de
gegevens voor onderzoek en publicatie door CBS en waarstaatjegemeente.nl
Dat betekent overigens niet dat de coördinator al deze activiteiten ook daadwerkelijk zelf uit dient te
voeren. Hij of zij is wel aanspreekpunt voor CBS voor deze vier punten; alle informatie-uitwisseling zal
via deze coördinator verlopen.
Per gemeente kan bij CBS maar één coördinator aangemeld worden. Dit omdat er één aanspreekpunt
per gemeente dient te zijn t.b.v. het mogelijk intrekken van de gegevensaanlevering. Het is wel mogelijk
7
dat de gegevensaanlevering voor meerdere gemeenten door één contactpersoon en in dezelfde
bestanden plaatsvindt. De voorkeur gaat echter uit naar voor elke gemeente een afzonderlijk bestand.
CBS verzoekt alle gemeenten hun coördinator door te geven. Indien u dit nog niet heeft gedaan, dan
kunt u een e-mail sturen naar [email protected] waarin u aangeeft contactpersoon te zijn.
U ontvangt dan een registratieformulier. Ook bij andere vragen over het coördinatorschap kunt u
contact met het CBS opnemen.
Na aanmelding van een coördinator, communiceert CBS via de email de inloggegevens voor het
uploadportaal (http://www.cbs.nl/bestandslevering) . De inlogcodes voor het downloadportaal
(https://data.cbs.nl/socdomdn) worden per post verstuurd aan de door u doorgegeven coördinator.
Let op: regel tijdig vervanging bij afwezigheid van de coördinator. Zorg daarnaast dat inlogcodes worden
gedeeld met de vervangende perso(o)n(en).
Stap 2: Inloggen
op het up- en
downloadportal
Stap 3:
Gegevens
aanlevering
De coördinator ontvangt van CBS de inloggegevens voor het up- en
downloadportaal. Er worden 2 portalen ingericht: een uploadportaal waar de
gemeente de gegevensaanlevering richting CBS mee verzorgt
(http://www.cbs.nl/bestandslevering) en een downloadportaal
(https://data.cbs.nl/socdomdn). Vlak voor het begin van een nieuwe
aanleverperiode waarin gegevens geüpload kunnen worden en zodra er te
downloaden gegevens van CBS voor gemeenten klaar staan ontvangt de
gemeente hierover een e-mail met instructies. De inlogcodes voor het
uploadportaal en voor het downloadportaal blijven voor alle verslagperioden
gelijk; voor het gemak ontvangt de coördinator deze codes elke verslagperiode
opnieuw (waarbij de downloadcodes per post verzonden worden en de
uploadcodes per e-mail).
In de tijdslijn vindt u de startdatum van de eerstvolgende gegevensaanlevering.
Vanaf deze startdatum levert u één of meer bestanden aan via het uploadportaal
van CBS.
Per verslagperiode zijn er vier aparte bestanden voor de verschillende onderdelen:
 Wmo
 Kosten Wmo
 Kosten Sociale Basisondersteuning
 Kosten Jeugd
De bestandsspecificaties waaraan deze bestanden dienen te voldoen vind u in Deel
II: Aanleverrichtlijnen.
8
Stap 3a:
Technische
toets
Stap 3a
De gemeente ontvangt na uiterlijk drie werkdagen een technische terugkoppeling
van CBS. Denk aan een controle op het bestandsformat en het juiste aantal tekens in
kolommen. De technische terugkoppeling gaat per mail altijd naar de gemeente die
het bestand heeft aangeleverd, t.a.v. de coördinator.
Indien sprake is van een foutieve upload kan direct een nieuwe aanlevering worden
gedaan. U kunt meerdere keren aanleveren om te komen tot een technisch juist
bestand. Een overzicht van veelvoorkomende fouten bij het aanleveren van
gegevens aan CBS vindt u in bijlage I van dit document.
Let op:


Stap 3b:
“Op orde” –
rapport
Het Wmo bestand wordt alleen afgekeurd bij technische fouten in de basisset.
Bij fouten in de facultatieve set wordt het bestand niet afgekeurd, maar
ontvangt u wel een terugkoppeling van de betreffende technische fouten. Op
basis hiervan kunt u besluiten om het bestand alsnog opnieuw aan te leveren.
Een juiste aanlevering van gegevens uit de facultatieve set blijft gewenst in
verband met de doorontwikkeling van de monitor en het controleren van de
kwaliteit en betrouwbaarheid van de gegevens over tijd. Ook om die reden
ondersteunt de programmatuur en query’s ontwikkeld door software
leveranciers een automatische gegevensuitdraai van zowel de basis- als
facultatieve set van het Wmo-bestand.
Het Wmo bestand wordt door CBS in een aantal stappen op fouten
gecontroleerd. Hierdoor kan het voorkomen dat u het bestand meerdere malen
afgekeurd terug kan ontvangen, terwijl u eerder aangegeven fouten wel correct
heeft gecorrigeerd. De 3 stappen in de technische controle zijn of 1) het bestand
de juiste bestandsnaam bevat; 2) de juiste kolommen bevat (aan de hand van
een juist aantal en juiste namen van de kolommen) én geen ongeldige tekens
bevat en 3) de kolommen gevuld zijn met de juiste specificaties (lengte, type et
cetera).
Na de technische goedkeuring van het bestand door het CBS, wordt binnen twee
werkdagen een rapport van de aangeleverde gegevens op het downloadportaal
geplaatst. Op basis van het op orde rapport kan uw gemeente de aangeleverde
gegevens toetsen op juistheid en volledigheid. In de “op orde” rapportages zet CBS
de aangeleverde gegevens af tegen een groep van gemeenten met een vergelijkbare
grootte. De waardes van deze referentiegroep wordt samengesteld op basis van de
vorige gepubliceerde gegevens. Deze rapportages worden via het downloadportaal
beschikbaar gesteld aan de coördinator. Op basis hiervan kunt u als gemeente
beoordelen of de aangeleverde gegevens “op orde” zijn, oftewel compleet en
inhoudelijk correct.
9
Stap 3c:
Correctie
levering(en)
Stap 4:
Optioneel:
‘intrekken
gegevensaanelv
ering’
Indien op basis van het op-orde rapport blijkt dat de aangeleverde gegevens niet
compleet of niet correct zijn, dan heeft een gemeente de mogelijkheid om meerdere
correctieleveringen en te doen, totdat de gegevens naar uw inschatting wel
compleet en inhoudelijk correct zijn. Dit kan een onbeperkt aantal keer tot het einde
van de aanleverperiode. U kunt na elke correctielevering -indien deze technisch juist
is- wederom binnen twee werkdagen een nieuw op orde rapport downloaden en de
aangeleverde gegevens beoordelen.
Stap 4: optioneel; intrekken gegevensaanlevering
Door het aanleveren van de gegevens geeft u toestemming aan het CBS om de
gegevens te gebruiken voor onderzoek en publicatie van inzichten (op een hoger
aggregatie niveau dan in de op orde rapporten!) op waarstaatjegemeente.nl, CBS
Statline en de CBS website. Indien u hier niet mee akkoord gaat kan de coördinator
het formulier ‘intrekken gegevensaanlevering’ opsturen en zal CBS de aangeleverde
gegevens verwijderen. Het formulier is te vinden op de website van CBS en kan
gestuurd worden naar [email protected]. U bent dus niet verplicht de
aangeleverde gegevens te publiceren, maar indien u wilt afzien van publicatie dan
dient u dit expliciet aan te geven door het invullen van het formulier ‘intrekken
gegevensaanlevering’ en deze voor de aangegeven deadline te versturen naar het
CBS.
Let op! U kunt er ook voor kiezen om voor bepaalde bestanden de aanlevering in te
trekken en om andere bestanden wel te publiceren. De vier bestanden zijn:
1. Wmo basisset / facultatieve set
2. Kosten Wmo
3. Kosten jeugd
4. Kosten SBO
Let op: Binnen het Wmo bestand kunt u er voor kiezen om de Wmo facultatieve set
in te trekken, maar om de Wmo basisset niet in te trekken en dus te publiceren. Als
u er voor kiest om voor de Wmo basisset de gegevenaanlevering in te trekken, dan
wordt de Wmo facultatieve set ook ingetrokken.
10
Rol coördinator bij ‘intrekken gegevensaanlevering’
-
Ik ben alleen coördinator voor mijn eigen gemeente
U kunt als medewerker het formulier intrekken gegevensaanlevering voor
uw eigen gemeente invullen, ondertekenen en terug sturen naar
[email protected].
-
Ik ben tevens coördinator voor een andere gemeente
U kunt het formulier intrekken gegevensaanlevering voor uw eigen
gemeente invullen, ondertekenen en terug sturen. Als coördinator voor
andere gemeenten dan waar u formeel werkzaam bent, wordt u verzocht
het formulier intrekken gegevensaanlevering door te sturen aan de
betreffende gemeenten. Daarna kan de medewerker van de betreffende
gemeente het formulier invullen, ondertekenen en terugsturen aan CBS.
Uitzondering
Heeft uw gemeente bijvoorbeeld een samenwerkingsverband op ambtelijk niveau of
werken gemeenten in uw regio samen op het gebied van jeugdzorg? Dan maakt het
aantonen van de juridische grondslag van dit verband voor u mogelijk om mede voor
de betreffende gemeenten het formulier intrekken gegevensaanlevering in te vullen,
ondertekenen en retourneren. Het CBS heeft daarvoor eenmalig eveneens een
bestand met de juridische grondslag nodig.
Let op:


Houd rekening met de uiterlijke datum waarop u het formulier intrekken
gegevensaanlevering kunt opsturen. U vindt de uiterlijke datum op de tijdslijn.
Wij adviseren u om het besluitvormingsproces rondom de publicatie tijdig te
organiseren.
U kunt niet de gegevensaanlevering intrekken voor het publiceren van een deel
van de aangeleverde gegevens uit een gegevensset en/of bestand uitgezonderd
het Wmo bestand: u kunt namelijk wel afzonderlijk de facultatieve set Wmo
intrekken en de basisset Wmo niet intrekken. Andersom is niet mogelijk.
Na het verstrijken van de deadline voor het insturen van het formulier ‘intrekken
gegevensaanlevering’, start CBS met verrijken van de gegevens en het verwerken
van de gegevens tot inzichten voor publicatie. Hierna is het intrekken van de
gegevensaanlevering dus niet meer mogelijk. Publicatie op Waarstaatjegemeente.nl
vindt ongeveer twee maanden na de eindtermijn voor het intrekken
gegevensaanlevering plaats.
11
Tijdslijn
Hieronder is de tijdslijn voor de aanlevering over het tweede half jaar 2016 (H2 2016) en optioneel het
eerste half jaar (H1 2016) met bijbehorende stappen visueel weergegeven. De aanlevering start op 30
januari 2017 en kan tot uiterlijk 31 maart 2017.
12
Deel II: Aanleverrichtlijnen
Niveau uitvraag gegevens
Voor de uitvraag over specialistische ondersteuning binnen de Wmo worden gegevens over cliënten
uitgevraagd op persoonsniveau. Voor de identificatie van personen wordt gebruik gemaakt van het
Burgerservicenummer (hierna: BSN). Op basis van dit nummer kan stapeling van gebruik van
voorzieningen worden geïdentificeerd, kunnen andere persoonsgegevens worden opgehaald en kunnen
gegevens worden gekoppeld aan informatie over de wijk en gemeente waarin diegene is ingeschreven.
Gegevens worden nooit op BSN-niveau gepubliceerd en zijn in de publicatie nooit herleidbaar naar
individuen.
Voor alle uitvragen over kosten (Wmo, Jeugdwet en Sociale Basisondersteuning) worden gegevens niet
aangeleverd op persoonsniveau maar op gemeenteniveau.
In opdracht van de VNG, mede namens u, verzamelt CBS de gegevens die zijn vastgesteld in de ALV. CBS
verrijkt de gegevens per gemeente met reeds bij CBS beschikbare informatie, zoals beleidsinformatie
Jeugd en gegevens over demografie. CBS verstrekt vervolgens de uitkomsten op geaggregeerd niveau
aan VNG/KING, die de gegevens ontsluit via www.waarstaatjegemeente.nl. De gegevens zijn dus niet te
herleiden tot een individu of organisatie. Met CBS als partner, is de privacy van de data geborgd. Voor
statistisch en wetenschappelijk onderzoek ontvangt, beheert en verwerkt CBS informatie over personen.
De manier waarop dit plaatsvindt, is geregeld in wet- en regelgeving, namelijk in de CBS-wet en de Wet
bescherming persoonsgegevens (Wbp).
Definities aan te leveren bestanden
De gegevensset over ieder half jaar bestaat uit vier aparte bestanden:
 Wmo – niveau BSN
 Kosten Wmo – niveau gemeente
 Kosten Sociale Basis Ondersteuning – niveau gemeente
 Kosten Jeugd – niveau gemeente
De naam van de bestanden begint met een vaste tekst, met daarna de [code uitvraag]. De [code
uitvraag] bestaat uit de periode waarover het bestand gaat (H1 voor het eerste halfjaar en H2 voor het
tweede halfjaar) en het desbetreffende jaar. Bijvoorbeeld H22016 voor een bestand over het tweede
halfjaar van 2016. Eventueel kunt u na deze code gescheiden door een underscore zelf [vrije tekst]
toevoegen:
Onderdeel
Bestandsnaam
Wmo
WMO_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of .txt)
Kosten Wmo
WMOKOSTEN_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of .txt)
Kosten Sociale
SBO_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of.txt)
Basisondersteuning
Kosten Jeugd
JEUGD_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of .txt)
13
Bijvoorbeeld: “WMO_H22016_gemeenteDenHaag.CSV”
Let op: een correcte bestandsnaam is essentieel. Bij een foutieve bestandsnaam komt uw bestand niet
door de technische toets. De volgende tekens zijn niet toegestaan in de naam van het bestand: :\ / ? ; *
” > <| ] [ en . (een punt kan alleen worden toegevoegd vóór de extensie csv of txt).
De code uitvraag vult u dus altijd in. Het is niet nodig de gemeentecode of –naam op te nemen in de
bestandsnaam, deze is onderdeel van het aanleverbestand zelf. Levert u een bestand aan voor
meerdere gemeenten? Dan onderscheidt CBS de gegevens door middel van de gemeentecode in het
bestand.
De vier bestanden bevatten alle vier één rij met kolomkoppen/veldnamen.
Voor alle bestanden geldt dat bij het ontbreken van informatie, een cel leeg gelaten mag worden (met
uitzondering van de verplicht te vullen velden).
De vier bestanden worden opgeslagen als .csv of .txt.
Let op: indien u .csv gebruikt en het csv-bestand vervolgens opent in Excel, dan bestaat het risico dat
veldnotaties veranderen. Na het uploaden van het bestand in CBS portaal keurt de technische toets uw
bestand in dit geval af. CBS kan alleen bestanden inlezen met juiste veldnotaties.
Tip: open het csv-bestand niet, of als .txt (Wordpad) indien u nog handmatig wijzigingen wilt
doorvoeren. Naast de extensie .csv is ook .txt toegestaan. Maar dan wel met ; als scheidingsteken en de
overige restricties. Het te hanteren scheidingsteken in zowel het .csv als .txt bestand is een ;
(puntkomma).
In iedere bestandslevering kunnen de aan te leveren bestanden worden gezipt naar één zip-bestand.
Een praktische reden hiervoor is dat per upload slechts één bestand tegelijk geüpload kan worden. Dit is
overigens niet verplicht: u kunt ook de verschillende bestanden apart uploaden in meerdere
uploadsessies. Wanneer u één bestand upload, dan hoeft u dit bestand niet in een zip-bestand te zetten.
Selecteren van de aan te leveren data




Wmo: het betreft individuele Wmo voorzieningen, welke op enig moment in de verslagperiode open
stonden
Kosten Wmo; het betreft de begrote en gerealiseerde kosten voor de Wmo in een verslagperiode op
gemeenteniveau.
SBO: geboekte posten IV3 ( 670 en 671) over de betreffende verslagperiode.
Jeugd: het betreft de begrote en gerealiseerde kosten voor Jeugd in een verslagperiode op
gemeenteniveau.
Zie voor een nadere toelichting op de restricties en de gehanteerde data, de toelichting in hoofdstukken
1, 2, 3 en 4.
14
Leeswijzer


Opbouw gegeven
Onder dit kopje wordt de opzet en opbouw van het gegeven beschreven.
Ook is een tabel opgenomen waarin de volgende kolommen zijn opgenomen:
o Type data
In deze kolom staat het type data beschreven. In de dataset wordt alleen gebruik gemaakt van
numerieke data. Deze vormen van data zijn enkel opgebouwd uit getallen.
o Aantal tekens
Deze kolom geeft de standaard voor het aantal tekens waaruit het betreffende gegeven is
opgebouwd. Het aantal tekens is altijd gelijk; gegevens worden aangevuld met voorloopnullen.
Velden zonder waardes blijven leeg4.
o Opbouw gegevens
Deze kolom geeft de opbouw van het gegeven weer.
 N: staat voor een cijfer tussen 0 en 9.
 EEJJMMDD: dit is de standaard opbouw voor data. Bijvoorbeeld: 2 januari 2016 wordt
weergegeven als 20160102. Voor een aantal gegevens wordt ook UUMM toegevoegd: dit
staat voor uren en minuten.
o
Aansluiting iWmo: bericht en aansluiting iWmo: veld
Deze kolom geeft de aansluiting met de specificatie in iWmo weer waar van toepassing. Gebruik
deze informatie (in samenhang met het veld) voor de exacte definitie.
4
In de iWmo-standaarden hebben velden zonder waardes ook nullen. Voor de gegevensaanlevering conform dit aanleverprotocol is het
uitvullen van lege cellen met nullen niet nodig.
15
1.0 Wmo-maatwerkarrangementen
Onder de Wmo ondersteuning vallen alle vormen van ondersteuning die op grond van de Wmo
verstrekt worden waarvoor in die gemeente een beschikking vereist is. In samenwerking met software
leveranciers zijn programmatuur en query’s ontwikkeld waarmee de Wmo gegevens (op BSN niveau)
automatisch uit de back office systemen van gemeenten getrokken kunnen worden. Dit heeft als doel
om de administratieve lasten voor gemeenten zoveel als mogelijk te beperken. Iedere software
leverancier heeft een programma/query ontwikkeld, toegepast op de eigen software. Neem contact op
met uw software leverancier om gebruik te maken van de door hen ontwikkelde programmatuur of
query.
De bestandsdefinitie van Wmo is via het veldnummer en de berichtcode direct gekoppeld aan de iWmostandaard. Het veldnummer en de berichtcode worden niet als veld opgenomen in het databestand,
maar dienen als hulpmiddel voor u als gemeente en uw softwareleverancier om de gewenste bestanden
samen te stellen. Voor de duidelijkheid is ook de iWmo-veldnaam opgenomen in de
bestandsspecificatie.
Let op:
 De gevraagde informatie over de Wmo betreft de maatwerkarrangementen die gemeenten bieden
in het kader van de Wmo 2015. Het Wmo bestand bestaat uit een basis- en facultatieve set van
gegevens. De gemeenten hebben op 18 juni 2014 een resolutie aangenomen waarin zij zich hebben
gecommitteerd aan het aanleveren van de gegevens die zijn opgenomen in de basisset. Aanlevering
van de facultatieve set is optioneel. Het onderscheid tussen basis- en facultatieve gegevens wordt
met verschillende kleuren duidelijk kenbaar gemaakt in het overzicht op paragraaf 1.1.
 De bron van de gegevens is de gemeente (gegevens geregistreerd in de back office/financieel
systeem). Om de definitie van de gevraagde informatie te vergemakkelijken, maken wij expliciet
inzichtelijk dat wij dezelfde informatie opvragen als die wordt gebruikt voor het berichtenverkeer
iWmo.
 De gevraagde informatie betreft zowel Zorg in Natura (ZIN) als Persoonsgebonden Budget (PGB). In
het geval van PGB zal informatie ontbreken, zoals het aantal geleverde producten. In het bestand
wordt de beschikbare PGB-informatie meegenomen. Daar waar informatie ontbreekt, mag het
desbetreffende veld leeg gelaten worden.
 Het aantal tekens in het Wmo-bestand moet exact overeenkomen met het aangegeven aantal
tekens. Gebruik indien nodig voorloopnullen. Als er gegevens in het veld ontbreken kan het veld wel
leeggelaten worden (met uitzondering van de verplicht te vullen velden), het veld hoeft dan niet
volledig met nullen gevuld te worden.
In alle drie de databestanden is een extra veld “Aanmaakdatum bestand” als veld opgenomen. Geef hier
de datum en het tijdstip in waarop het bestand is aangemaakt. Elk record in één bestand dient dezelfde
waarde voor dit veld te krijgen. Dit veld wordt gebruikt door CBS om gegevens van verschillende
leveringen (door dezelfde gemeente) te allen tijde te kunnen onderscheiden.
16
1.1.
Samenvatting bestandsspecificaties Wmo
Basis gegeven = verplicht
Reserve basis gegeven = verplicht, indien basis gegeven niet beschikbaar5
Facultatief gegeven = optioneel
Veldnaam
Veldnaam iWmo
2.0
Rubriek
nummer
iWmo
2.0
Bericht
code
iWmo
2.0
Type
Aantal
posities
Patroon
Aanmaakdatum bestand
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Num
12
EEJJMMDDUUM
M
Gemeentecode
Afzender
0105
301
Num
4
NNNN
BSN
BSN
0203
301
Num
9
NNNNNNNNN
Type maatwerkarrangement
(toewijzing)6
Productcategorie
1507
301
Num
2
NN
(toewijzing)
Beoogde startdatum
ondersteuning
Ingangsdatum
1513
301
Num
8
EEJJMMDD
Beoogde einddatum
ondersteuning
Einddatum
1514
301
Num
8
EEJJMMDD
5
Voorbeeld: het gegeven ‘Type maatwerkarrangement (declaratie)’ is voor bepaalde cliënten nog niet beschikbaar, omdat de maatwerkarrangementen van deze cliënten nog niet zijn afgesloten. Vul
voor deze cliënten de kolom ‘Type maatwerkarrangement (toewijzing)’.
6
Daar waar dit hulpmiddelen (zoals woningaanpassingen, rolstoelen e.d.) betreft, is dit expliciet ook onderdeel van de gevraagde informatie.
17
Leveringsvorm (toewijzing)7
n.v.t.
Type maatwerkarrangement
Productcategorie
(declaratie)
(declaratie)
Datum start daadwerkelijke
ondersteuning
n.v.t.
n.v.t.
Num
1
N
0408
303
Num
2
NN
Begindatum
product
0409
303
Num
8
EEJJMMDD
Einddatum ondersteuning8
Einddatum product
0410
303
Num
8
EEJJMMDD
Nummer van de toewijzing
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
num
24
NNNNNNNNNNN
NNNNNNNNNNN
NN
Intensiteit van
ondersteuning (beschikt
volume)
Omvang/ Volume
1516
301
Num
8
NNNNNNNN
Intensiteit van
ondersteuning (beschikte
eenheid)
Omvang/ Eenheid
1517
301
Num
2
NN
Intensiteit van
ondersteuning (beschikte
frequentie)
Omvang/
Frequentie
1518
301
Num
1
N
Intensiteit van
ondersteuning (geleverde
eenheid)
Tijdseenheid
zorgperiode
0414
303
Num
2
NN
Intensiteit van
ondersteuning (geleverd
Aantal uitgevoerde
producten
0413
303
Num
4
NNNN
7
De leveringsvorm (toewijzing) wordt niet meer ondersteund door de iWmo-berichten (versie 2.0). In overleg met leveranciers blijft het gegeven behouden en wordt het gegeven aangeleverd volgens
de categorieën die golden in de iWmo-berichten (versie 1.0).
8
Daadwerkelijke einddatum ondersteuning is alleen verplicht bij afgesloten declaraties/maatwerkvoorzieningen.
18
volume)
Reden beëindiging
Reden beëindiging
0612
307
Num
2
NN
Reden intrekking
Reden intrekking
1515
301
Num
1
N
19
1.2.
Aanmaakdatum bestand
De datum en het tijdstip waarop het bestand is aangemaakt door de gemeente. CBS gebruikt deze
informatie om meerdere leveringen van elkaar te onderscheiden. Dit gegeven komt op iedere regel
terug.
Type data
Aantal tekens
Opbouw gegeven
Aansluiting
iWmo: bericht
Aansluiting
iWmo: veld
Numeriek
12
EEJJMMDDUUMM
n.v.t.
n.v.t.
1.3.
Gemeentecode
De gemeentecode voor iedere gemeente. CBS gebruikt deze informatie om de aangeleverde informatie
te koppelen aan de desbetreffende gemeente. De gemeentecode komt op iedere regel terug.
Type data
Aantal tekens
Opbouw gegeven
Aansluiting
iWmo: bericht
Aansluiting
iWmo: veld
Numeriek
4
NNNN
301
0105
1.4.
Burgerservicenummer (BSN)
Het unieke persoonsnummer waarmee de ontvanger van ondersteuning staat ingeschreven in de
Basisregistratie personen (BRP). Voor maatwerkarrangementen waaraan geen BSN is gekoppeld –
bijvoorbeeld een rolstoel in een verzorgingshuis – kan de waarde “999999999” worden gebruikt.
Opbouw gegeven
Het gegeven is opgebouwd uit het BSN van de cliënt.
Type data
Aantal tekens
Opbouw gegeven
Numeriek
9
NNNNNNNNN
Aansluiting
iWmo: bericht
Aansluiting
iWmo: veld
301
0203
1.5.
Type maatwerkarrangement (productcategorie)
Betreft het type ondersteuning dat de cliënt ontvangt. De typen maatwerkarrangementen zijn gelijk aan
de productcategorieën die worden gehanteerd in de iWmo-standaarden.
Opbouw gegeven
Voor de specialistische ondersteuning die in het kader van de Wmo geleverd wordt, worden de typen
maatwerkarrangementen onderscheiden, zoals die ook in de onderstaande tabel zijn opgenomen. De
type maatwerkarrangementen zijn gelijk aan de productcategorieën in de iWmo standaarden.
20
Categoriecode Type maatwerkarrangement (productcategorieën iWmo)
01
Hulp bij het huishouden
02
Begeleiding
03
Persoonlijke verzorging
04
Kortdurend verblijf
05
Woondiensten
06
Overige ondersteuning gericht op het individu of huishouden/gezin
07
Dagbesteding
08
Vervoersdiensten
09
Overige groepsgerichte ondersteuning
10
Overige maatwerkarrangementen
11
Rolstoelen
12
Vervoervoorzieningen
13
Woonvoorzieningen
14
Overige hulpmiddelen
15
Beschermd wonen
Let op: deze productcategorie kan enkel worden aangeleverd door de
centrumgemeenten beschermd wonen*
16
Opvang
17
Spoedopvang
18
Overige bescherm wonen en opvang
* Let op! De productcategorie beschermd wonen (productcategorie 15) kan alleen nog maar door de
centrumgemeenten beschermd wonen worden aangeleverd. Hiervoor is gekozen omdat de
centrumgemeenten de financiële middelen voor beschermd wonen ontvangen.
De centrumgemeente dient alle beschermd wonen cliënten in de regio aan te leveren met de
gemeentecode van de centrumgemeente. Als de productcategorie beschermd wonen door een nietcentrum gemeente (dus een regiogemeente) wordt aangeleverd, dan wordt het aangeleverde bestand
door het CBS niet technisch afgekeurd, maar zullen de aangeleverde gegevens over beschermd wonen
niet gepubliceerd worden bij de regiogemeente. Tevens worden de gegevens dan ook niet gepubliceerd
bij de behorende centrumgemeente. Waar mogelijk zullen de softwareleveranciers de filtering aan de
voorkant al doen bij het genereren van de aan te leveren informatie.
21
Er zijn 43 centrumgemeenten voor beschermd wonen. Voor een overzicht van de centrumgemeenten
beschermd wonen zie het overzicht van de regioatlas van het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties.
Het betreft informatie over de toegewezen productcategorie (en niet de beschikte productcategorie) en
de gedeclareerde productcategorie. De gedeclareerde categorie is leidend (waar beiden beschikbaar
zijn, wordt gekeken naar ‘gedeclareerd’). Daar waar nog geen informatie over declaraties beschikbaar is,
wordt ‘toegewezen’ gehanteerd.
Type data
Aantal tekens
Opbouw
gegevens
Aansluiting
iWmo:
bericht
Aansluiting
iWmo: veld
Numeriek
2
NN
301
1507
Gedeclareerd Numeriek
2
NN
303
0408
Toegewezen
Let op: in de uiteindelijke publicatie op CBS Statline en Waarstaatjegemeente worden de gegevens op
een hoger aggregatieniveau gepubliceerd. De 18 productcategorieën worden samengevoegd tot vier
hoofdcategorieën. Hieronder staan de vier categorieën genoemd, met daarachter uitgesplitst uit welke
productcategorieën de vier categorieën bestaan.
1. Ondersteuning thuis: begeleiding (2), persoonlijke verzorging (3), kortdurend verblijf (4), overige
ondersteuning gericht op het individu of huishouden (6), dagbesteding (7), overige
groepsgerichte ondersteuning (9), overige maatwerkarrangementen (10)
2. Hulp bij het huishouden: hulp bij het huishouden (1)
3. Verblijf en opvang: beschermd wonen (15), opvang (16), spoedopvang (17), overige beschermd
wonen en opvang (18)
4. Hulpmiddelen en diensten: woondiensten (5), vervoersdiensten (8), vervoersvoorzieningen (12),
woonvoorzieningen (13), overige hulpmiddelen (14), rolstoelen (11)
1.6.
Beoogde startdatum ondersteuning (ingangsdatum)
Betreft de datum van de beoogde start van zorg; ook wel de dag dat ondersteuning voor de eerste keer
geleverd mag worden. Dit is dus niet de datum waarop de beschikking is afgegeven maar de datum
waarop de zorg beoogd is te starten.
Let op:
 De beoogde startdatum kan niet na de laatste dag van de verslagperiode liggen.
Opbouw gegeven
De datum wordt weergegeven zonder streepjes en is als volgt opgebouwd: jaar-maand-dag.
22
Type data
Aantal tekens
Opbouw gegevens
Aansluiting
iWmo: bericht
Aansluiting
iWmo: veld
Numeriek
8
EEJJMMDD
301
1513
1.7.
Beoogde einddatum ondersteuning
Wanneer bekend kunt u de beoogde einddatum van de ondersteuning invullen. De beoogde einddatum
is de datum die aangeeft op welke dag de ondersteuning af dient te lopen en de ondersteuning voor de
laatste keer geleverd dient te worden (beoogde einddatum). Dit is dus niet per definitie gelijk aan de
datum waarop de ondersteuning daadwerkelijk voor de laatste keer wordt geleverd (zie voor die
informatie “einddatum ondersteuning”).
Let op:
 De beoogde einddatum mag nooit vóór de beoogde startdatum liggen.
 De beoogde einddatum mag nooit vóór de start van de verslagperiode liggen.
Voor de volgende typen maatwerkarrangementen is de einddatum niet relevant wegens het materiële
karakter. Voor deze typen ondersteuning hoeft dus geen einddatum te worden aangeleverd:
 Categorie 11: Rolstoelen
 Categorie 12: Vervoersvoorzieningen
 Categorie 13: Woonvoorzieningen
 Categorie 14: Overige hulpmiddelen
Opbouw gegeven
Er worden geen tussenstreepjes gebruikt en de volgorde jaar-maand-dag wordt gehanteerd.
Type data
Aantal tekens
Opbouw gegevens
Aansluiting
iWmo: bericht
Aansluiting
iWmo: veld
Numeriek
8
EEJJMMDD
301
1514
1.8.
Leveringsvorm (toewijzing)
Betreft de leveringsvorm (ZIN dan wel PGB) waaronder het maatwerkarrangement wordt verleend. Het
betreft de toegewezen leveringsvorm.
Opbouw gegeven
Onderstaand staat de codelijst voor leveringsvorm.
Let op: in verband met het verwijderen van de rubriek ‘leveringsvorm’ in de iWmo standaarden 2.0 is er
in deze versie van de standaarden geen equivalent meer beschikbaar die gebruikt kan worden bij het
maken van een onderscheid naar PGB/ZIN in de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. Gezien de
relevantie van dit gegeven voor beleidsinformatie, behouden we het gegeven leveringsvorm in de
23
monitor en wordt onderstaande codelijst gebruikt. Deze codelijst is gebaseerd op de codelijst zoals
gehanteerd in de iWmo standaarden 1.0.
Codelijst toegestane waarden “Leveringsvorm”
Code
Betekenis
2
persoonsgebonden budget (PGB)
4
zorg in natura (ZIN)


2: persoonsgebonden budget (PGB)
4: zorg in natura (ZIN)
Let op:
 Alleen deze codes kunnen worden meegenomen. Andere codes kunnen door CBS niet worden
ingelezen.
Type data
Aantal tekens
Opbouw gegevens
Aansluiting
iWmo: bericht
Aansluiting
iWmo: veld
Numeriek
1
N
301
0915
1.9.
Datum start daadwerkelijke ondersteuning
Betreft de datum van de daadwerkelijke start van zorg; ook wel de dag dat ondersteuning voor de
eerste keer geleverd is – onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit is dus niet de datum waarop
de beschikking is afgegeven of de beoogde startdatum maar de datum waarop de zorg daadwerkelijk is
gestart onder verantwoordelijkheid van de gemeente.
Let op:
 De daadwerkelijke startdatum kan niet vóór de beoogde startdatum liggen
 De daadwerkelijke startdatum mag nooit na de laatste dag van de verslagperiode liggen.
 De daadwerkelijke startdatum voor overgangscliënten (cliënten die de gemeenten heeft
overgekregen vanuit de AWBZ) kan niet voor 1 januari 2015 liggen
Opbouw gegeven
De datum wordt weergegeven zonder streepjes en is als volgt opgebouwd: jaar-maand-dag.
Type data
Aantal tekens
Opbouw gegevens
Aansluiting
iWmo: bericht
Aansluiting
iWmo: veld
24
Numeriek
8
EEJJMMDD
303
0409
1.10. Einddatum ondersteuning9
De einddatum ondersteuning is de datum die aangeeft op welke dag de ondersteuning af is gelopen en
de ondersteuning voor de laatste keer geleverd is (daadwerkelijke einddatum en niet de beoogde of
beschikte einddatum). Bij lopende voorzieningen kunt u dit veld leeg laten.
Let op:
 De daadwerkelijke einddatum mag nooit vóór de daadwerkelijke startdatum liggen.
 De daadwerkelijke einddatum mag nooit vóór de eerste dag van de verslagperiode liggen
 De daadwerkelijke einddatum mag nooit na de beoogde einddatum liggen.
Voor de volgende typen maatwerkarrangementen is de einddatum niet relevant wegens het materiële
karakter. Voor deze typen ondersteuning hoeft dus geen einddatum te worden aangeleverd (het veld
mag leeg gelaten worden):
 Categorie 11: Rolstoelen
 Categorie 12: Vervoersvoorzieningen
 Categorie 13: Woonvoorzieningen
 Categorie 14: Overige hulpmiddelen
Opbouw gegeven
Er worden geen tussenstreepjes gebruikt en de volgorde jaar-maand-dag wordt gehanteerd.
Type data
Aantal tekens
Opbouw gegevens
Aansluiting
iWmo: bericht
Aansluiting
iWmo: veld
Numeriek
8
EEJJMMDD
303
0410
1.11.
Nummer van de toewijzing (uniek nummer)
Betreft het unieke nummer van de opdracht om een specifiek product aan de inwoner te leveren.
Toelichting: Het komt regelmatig voor dat CBS bestanden krijgt waarin een persoon meerdere WMOvoorzieningen heeft van hetzelfde type productcode. Bijvoorbeeld meerdere taxi ritten binnen de
productcategorie vervoersvoorzieningen. In dergelijke gevallen hebben de WMO-voorzieningen opeen
volgende startdata. Bij vorige gegevensverwerkingen voegde CBS deze voorzieningen samen tot één
maatwerkvoorziening, zodat een meer realistisch beeld ontstaat van het aantal voorzieningen.
Om deze samenvoeging nog betrouwbaarder te maken gaan we conform de iWmo-standaard werken
met een uniek nummer per WMO-voorziening (nummer van toewijzing) per BSN. Op basis van dit
unieke nummer per voorziening per BSN kunnen records die bij elkaar horen met nog grotere zekerheid
9
Daadwerkelijke einddatum is alleen verplicht bij afgesloten declaraties/maatwerkvoorzieningen.
25
door het CBS worden samengevoegd tot één WMO-voorziening. Regels met eenzelfde nummer worden
door het CBS bij elkaar samengevoegd.
Let op: Dat betekent dat de inhoud van de velden (uitgezonderd de datumvelden) die eenzelfde
nummer van toewijzing hebben ook hetzelfde moeten zijn. Er kunnen dus niet twee verschillende codes
staan ingevuld voor het type voorziening of verschillende redenen van beëindiging zijn ingevuld onder
hetzelfde unieke nummer van toewijzing.
Extra toelichting: inwoners krijgen een beschikking. Op grond van de beschikking kunnen meerdere
maatwerkvoorzieningen worden toegekend. Elke maatwerkvoorzieningen krijgt een uniek nummer (het
toewijzingsnummer). Per 1 april 2017 is dit nummer op grond van de iWmo 2.1 standaarden verplicht.
Aan eerder toegekende voorzieningen kunt u naar eigen inzicht (bij voorkeur volgens de hierboven
beschreven systematiek) een uniek nummer toekennen. Het nummer is numeriek en telt maximaal 24
tekens.
Opbouw gegeven
Het gegeven is opgebouwd uit het nummer van de toewijzing.
Type data
Aantal
Opbouw gegeven
tekens
Aansluiting iWmo:
veld
Numeriek
ToewijzingNummer
24
Aansluiting
iWmo:
bericht
NNNNNNNNNNNNNNNNNNNNNNNN n.v.t.
Let op:

Het opnemen van deze nieuwe kolom in het bestand is verplicht. De positie in het bestand is na de
kolom ‘einddatum ondersteuning’ en voor de kolom ‘intensiteit van ondersteuning (beschikt
volume)’.

Het invullen van dit gegeven is niet verplicht, maar als er in het bestand een nummer wordt
gebruikt, dan moet op elke regel in het bestand een nummer voorkomen. Als er op sommige regels
in het bestand een nummer ontbreekt, worden de nummers niet gebruikt en voegt CBS de regels
volgens de tot nu toe gebruikte methode samen.

Het gebruik van voorloopnullen is verplicht.
1.12. Intensiteit van ondersteuning
Betreft het aantal keren, uren en de frequentie waarin ondersteuning wordt gegeven.
Om de intensiteit te berekenen van een geleverde voorziening, zijn de volgende gegevens nodig:
 Begin- en einddatum periode (daadwerkelijke data)
 De (tijds)eenheid waarin de ondersteuning is geleverd (bijvoorbeeld in uren)
 Het aantal keer dat de ondersteuning is geleverd (bijvoorbeeld 10)
Om de intensiteit te berekening van een beoogde voorziening, zijn de volgende gegevens nodig:
 Beoogde begin- en einddatum periode
26



De (tijds)eenheid waarin de ondersteuning geleverd zal worden (bijvoorbeeld in uren)
Het aantal keer dat de ondersteuning geleverd zal worden (bijvoorbeeld 10)
De frequentie waarin de ondersteuning geleverd zal worden (bijvoorbeeld per week)10
Voorbeeld 1 – geleverde voorziening: individuele begeleiding is daadwerkelijk geleverd tussen 1 januari
2015 en 30 juni 2016. De tijdseenheid zorgproduct is “uren” en het aantal keer dat de ondersteuning is
geleverd is “300”. Dat betekent dat 300 uur individuele begeleiding is geleverd in een periode van 26
weken. Dat betekent dat gemiddeld ongeveer 11,5 uur individuele begeleiding per week is geleverd.
Voorbeeld 2 – beoogde voorziening: een cliënt heeft een beschikking voor huishoudelijke hulp. In deze
beschikking staat dat de cliënt gedurende de periode 1 januari tot en met 30 juni 2016 recht heeft op
huishoudelijke hulp. De “eenheid/omvang” is “uren”, het aantal keer dat de huishoudelijke hulp
geleverd gaat worden is “2”en de frequentie waarin huishoudelijke hulp geleverd zal worden is “per
week”. Dat betekent dat in totaal (26 weken x 2 uur per week) 52 uur huishoudelijke hulp geleverd gaat
worden aan deze cliënt gedurende het eerste half jaar van 2016.
Voor de volgende typen maatwerkarrangementen is de intensiteit van ondersteuning wegens het
materiële karakter niet relevant. Voor deze typen kunnen de desbetreffende velden dus leeg gelaten
worden:
 Categorie 11: Rolstoelen
 Categorie 12: Vervoersvoorzieningen
 Categorie 13: Woonvoorzieningen
 Categorie 14: Overige hulpmiddelen
Opbouw gegeven
Omdat de intensiteit berekend dient te worden, worden een aantal gegevens uitgevraagd. Deze
gegevens staan in onderstaande tabel weergegeven. Er wordt zowel naar beschikte als naar geleverde
informatie gevraagd. Bij voorkeur wordt de geleverde informatie gebruikt. Indien deze informatie niet
voorhanden is, wordt de beschikte informatie gebruikt.
Let op: De volumes worden altijd in gehele getallen uitgedrukt, er mogen geen komma’s of punten als
decimale scheidingstekens voorkomen. Pas in dat geval de eenheid aan, zodat het volume in gehele
getallen kan worden uitgedrukt (verander bijvoorbeeld 1,5 uur in 90 minuten).
10
De kolom “Frequentie” is alleen van toepassing voor gemeenten met software gebaseerd op iWmo standaarden 2.0.
27
Type data
Aantal
tekens
Opbouw
gegevens
Aansluiting
iWmo 2.0:
bericht
Aansluiting
iWmo 2.0:
veld
Beschikt
volume
Numeriek
8
NNNNNN
NN
301
1516
Beschikte
eenheid
Numeriek
2
NN
301
1517
Beschikte
frequentie
Numeriek
1
N
301
1518
Geleverd
volume
Numeriek
4
NNNN
303
0413
Geleverde
eenheid
Numeriek
2
NN
303
0414
11
Onderstaand zijn de benodigde codelijsten opgenomen voor “beschikte eenheid”, “geleverde eenheid”
en “beschikte frequentie”. We sluiten aan bij de definities die worden gehanteerd in de codelijsten van
de iWmo standaarden 2.0.
Toegestane waarden “ beschikte eenheid” codelijst iWmo 2.0 12
Code
Betekenis
01
Minuut
04
Uur
14
Etmaal
16
Dagdeel
82
Stuks
83
Euro’s
Toegestane waarden “ geleverde eenheid” codelijst iWmo 2.0 13
Code
Betekenis
01
Minuut
04
Uur
14
Etmaal (24 uur)
16
Dagdeel (4 uur)
11
Is de software van uw gemeente nog niet geconverteerd naar de iWmo standaarden 2.0, maar ondersteunt de software nog de iWmo
standaarden 1.0? Dan kunt u de kolom “beschikte frequentie” leeg laten.
12
Het is mogelijk om euro’s aan te geven in de velden van “beschikte eenheid”. De intensiteit van de geleverde voorzieningen wordt alleen in
tijd en niet in euro’s uitgedrukt.
13
Het is mogelijk om euro’s aan te geven in de velden van “beschikte eenheid”. De intensiteit van de geleverde voorzieningen wordt alleen in
tijd en niet in euro’s uitgedrukt.
28
21
81
82
Week
Benodigde tijdsduur of tijdsonafhankelijk
Stuks
Toegestane waarden “beschikte frequentie”
Codelijst iWmo 2.014
Code
Betekenis
1
Per week
2
Per maand
3
Per 4 weken
4
Per maand
5
Per jaar
6
Totaal binnen geldigheidsduur beschikking
1.13. Reden beëindiging ondersteuning
De reden van een beëindiging van de Wmo-ondersteuning bij cliënt. Dit gegeven kan op twee
momenten ontstaan: bij beëindiging conform registratie bij de gemeente en beëindiging conform
registratie bij de aanbieder. De tweede variant wordt op dit moment nog niet ondersteund door het
berichtenverkeer en zal daarom veelal nog niet beschikbaar zijn bij gemeenten. Daarom worden twee
velden opgenomen: reden intrekking en reden beëindiging. Indien reden beëindiging beschikbaar is,
wordt dit veld meegenomen in de analyse.
Let op:
 Reden beëindiging dient altijd te worden aangeleverd in combinatie met een ‘datum beëindiging’.
Reden intrekking kan niet worden aangeleverd wanneer in dezelfde regel de daadwerkelijke
startdatum is gevuld.
Opbouw gegeven
Dit gegeven is opgebouwd uit de code die hoort bij de reden van beëindiging van ondersteuning en de
reden intrekking.
Reden intrekking
Type data
Aantal
tekens
Opbouw
gegevens
Aansluiting
iWmo: bericht
Aansluiting
iWmo: veld
Numeriek
1
N
301
1515
14
Is de software van uw gemeente nog niet geconverteerd naar de iWmo standaarden 2.0, maar ondersteunt de software nog de iWmo
standaarden 1.0? Dan kunt u de kolom “beschikte frequentie” leeg laten.
29
Reden beëindiging
Numeriek
2
NN
307
0612
In de onderstaande codelijst zijn de verschillende redenen van beëindiging en intrekking en de
bijbehorende codes opgenomen.
Toegestane waarden “reden beëindiging”
Codelijst iWmo 2.0
Code
Betekenis
02
Overlijden
Levering zorg en/of ondersteuning is
beëindigd - toewijzing sluiten
Levering zorg en/of ondersteuning is
beëindigd - toewijzing aanhouden
Verhuizing naar een andere gemeente
Voortzetting ondersteuning in sociale
basisondersteuning
Voortzetting in Zvw
Voortzetting in Wlz
19
20
31
32
33
34
Toegestane waarden “reden intrekking”
Codelijst iWmo 2.015
Code
Betekenis
1
2
3
4
6
Cliënt overleden
Negatief indicatiebesluit
Herindicatie
Overplaatsing
Uitstroom
15
Is de software van uw gemeente nog niet geconverteerd naar de iWmo standaarden 2.0, maar ondersteunt de software nog de iWmo
standaarden 1.0? Dan kunt u de kolom “beschikte frequentie” leeg laten.
30
2. Kosten Wmo
Voor de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein worden de gegevens betreffende de kosten
uitgevraagd. Dit wordt gedaan op een geaggregeerd niveau per type voorziening (en dus niet op
persoonsniveau). Wel kunt u de gegevens samenstellen op basis van individuele gegevens. De kosten
zijn de kosten die gemaakt worden ten behoeve van het primaire proces, hier buiten vallen de
uitvoeringskosten (bedrijfsmatige kosten die door gemeenten worden gemaakt t.b.v. de uitvoering van
de ondersteuningstaken).
Betreft aanlevering van de begrote en gerealiseerde kosten voor de Wmo.
Begrote kosten: budget dat is gereserveerd op grond van de voorzieningen die in de gegeven periode
zijn toegekend of voorzien.
Gerealiseerde kosten: daadwerkelijk betaald bedrag in de gegeven periode.
Het CBS ontvangt bij voorkeur zowel de begrote als de gerealiseerde kosten. Als dat niet mogelijk is kunt
u één van beiden aanleveren.
De kosten (begroot en gerealiseerd) worden per productcategorie aangeleverd en/of het totaal per
gemeente. De aanlevering per toegekende voorziening (Wmo) komt te vervallen. De bedragen worden
aangeleverd in hele euro’s.
Opbouw gegeven
De bestandsdefinities voor het bestand kosten Wmo zijn als volgt:
Veldnaam
Type
Aantal tekens* Specificatie
Aanmaakdatum
bestand
Num
12
EEJJMMDDUUM
M
Gemeentecode
Num
4
NNNN
Type kosten
Num
2
NN
Kosten begroot
Num
10
NNNNNNNNNN
Kosten gerealiseerd
Num
10
NNNNNNNNNN
* Het is niet verplicht met voorloopnullen te werken
Let op:
2.
De kosten Wmo worden aangeleverd in een los bestand.
3.
Wanneer u geen uitsplitsing kunt maken naar de verschillende typen maatwerkarrangementen (1
t/m 18) , kunt u aanleveren met de code 19 ‘totale kosten Wmo.
31
4.
Ook als u niet sluitend de bedragen kunt uitsplitsen naar de 18 verschillende typen
maatwerkarrangementen, dan dient u enkel het totaal van de kosten Wmo aan te leveren
(categorie 19). Indien u én een uitsplitsing van de kosten aanlevert én een totaalpost van de kosten
die niet met elkaar matchen, dan zal het CBS uitgaan van het totaalbedrag (categorie 19). De
publicatie vindt bovendien niet plaats op het niveau van de 18 productcategorieën, maar op basis
van de vier hoofdcategorieën. Zie voor meer informatie hierover pagina 22.
5.
Voor declaraties die over twee aanleverperiodes lopen (bijvoorbeeld vier wekelijkse declaraties die
deels in het eerste halfjaar en deels in het tweede halfjaar vallen) geldt het volgende: de declaratie
wordt meegeteld in de meest recente aanleverperiode.
6.
Het kostenveld is opgebouwd uit de kosten in hele euro’s .
7.
Decimale scheidingstekens (punten, komma’s) zijn niet toegestaan.
8.
U kunt de gegevens voor meerdere gemeenten in één bestand opnemen. U dient wel per
gemeente de juiste gemeentecode te hanteren.
Toegestane waarden ‘type kosten’
In de onderstaande codelijst zijn de verschillende kostenposten en de bijbehorende codes opgenomen.
De 18 productcategorieën uit de iWmo standaarden worden hierbij gehanteerd, waarbij er een 19de
categorie type kosten is toegevoegd: totale kosten Wmo.
Code
Type kosten (productcategorieën iWmo)
01
Hulp bij het huishouden
02
Begeleiding
03
Persoonlijke verzorging
04
Kortdurend verblijf
05
Woondiensten
06
Overige ondersteuning gericht op het individu of huishouden/gezin
07
Dagbesteding
08
Vervoersdiensten
09
Overige groepsgerichte ondersteuning
10
Overige maatwerkarrangementen
11
Rolstoelen
12
Vervoervoorzieningen
32
13
Woonvoorzieningen
14
Overige hulpmiddelen
15
Beschermd wonen
Let op: deze productcategorie kan enkel worden aangeleverd door de
centrumgemeenten beschermd wonen16
16
Opvang
17
Spoedopvang
18
Overige bescherm wonen en opvang
19
Totale kosten Wmo
16
Zie voor meer informatie pagina 21.
33
3. Kosten sociale basisondersteuning
Onder sociale basisondersteuning vallen alle vormen van ondersteuning waarvoor geen toegangsbesluit
vereist is. Binnen de sociale basisondersteuning worden binnen deze monitor geen typen ondersteuning
onderscheiden. Wel wordt een onderscheid gemaakt tussen de IV3-categorieën Sociale
basisondersteuning algemene voorziening Wmo en Jeugd (670) en Sociale basisondersteuning
eerstelijnsloket Wmo en Jeugd (671)17. Voor beide IV3- categorieën worden de gemaakte kosten
uitgevraagd. Er wordt vooralsnog geen onderscheid gemaakt naar kostencategorieën. Nader onderzoek
(met gebruikmaking van reeds bij CBS bekende informatie) kan uitsluitsel geven over de wenselijkheid
dit in de toekomst te doen. Echter, omdat de IV3-codes recent zijn gewijzigd en naar verwachting het
komend jaar wederom wijzigen, wordt er nu voor gekozen alle posten op de genoemde codes mee te
nemen.
Gemeenten met meer dan 20.000 inwoners leveren de gevraagde informatie al verplicht vier keer per
jaar aan bij CBS. Er is voor gekozen deze informatie alsnog uit te vragen bij alle gemeenten, omdat
gemeenten met minder dan 20.000 inwoners geen IV3-informatie aanleveren bij CBS. Om een
betrouwbare vergelijking van de kosten tussen gemeenten mogelijk te maken is sprake van een
(aanvullende) levering voor de kosten van sociale basisondersteuning voor alle gemeenten.
Opbouw gegeven
De bestandsdefinities voor het bestand SBO zijn als volgt:
Veldnaam
Type
Aantal tekens*
Specificatie
Aanmaakdatum
bestand
Num
12
EEJJMMDDUUMM
Gemeentecode
Num
4
NNNN
IV3code
Num
3
NNN
Kosten
Num
8
NNNNNNNN
* Het is niet verplicht met voorloopnullen te werken
Let op:
 De kosten sociale basisondersteuning worden aangeleverd in een los bestand.
 Het kostenveld is opgebouwd uit de kosten in hele euro’s die de gemeente heeft gemaakt over de
betreffende periode en is gekoppeld aan de IV3-codelijst.
 Decimale scheidingstekens (punten, komma’s) zijn niet toegestaan.)
 U kunt de gegevens voor meerdere gemeenten in één bestand opnemen. U dient wel per gemeente
de juiste gemeentecode te hanteren.
Codelijst IV3:
- 670 Sociale basisondersteuning algemene voorziening Wmo en Jeugd
- 671 Sociale basisondersteuning eerstelijnsloket Wmo en Jeugd
17
De definities van deze gegevens sluiten aan bij de Meicirculaire 2014
34
4. Kosten Jeugd
Informatie over ondersteuning in het kader van Jeugdwet wordt slechts beperkt opgevraagd bij
gemeenten. De monitor maakt namelijk gebruik van de gegevens die jeugdaanbieders reeds aan CBS
aanleveren in het kader van Beleidsinformatie Jeugd18. Voor de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein
worden alleen gegevens betreffende de kosten uitgevraagd. Dit wordt gedaan op een geaggregeerd
niveau per type voorziening (en dus niet op persoonsniveau). Wel kunt u de gegevens samenstellen op
basis van individuele gegevens.
Het betreft de totale gerealiseerde en begrote kosten in een gegeven periode, per type voorzieningen
zoals die ook voor de beleidsinformatie Jeugd worden onderscheiden. De kosten zijn de kosten die
gemaakt worden ten behoeve van het primaire proces, hier buiten vallen de uitvoeringskosten
(bedrijfsmatige kosten die door gemeenten worden gemaakt t.b.v. de uitvoering van de
ondersteuningstaken).
Opbouw gegeven
Betreft aanlevering van de begrote en gerealiseerde kosten voor Jeugd.
Begrote kosten: budget dat is gereserveerd op grond van de voorzieningen die in de gegeven periode
zijn toegekend of voorzien.
Gerealiseerde kosten: daadwerkelijk betaald bedrag in de gegeven periode.
Het CBS ontvangt bij voorkeur zowel de begrote als de gerealiseerde kosten. Als dat niet mogelijk is kunt
u één van beiden aanleveren. De kosten (begroot en gerealiseerd) worden per type categorie
aangeleverd en/of het totaal per gemeente. In de onderstaande tabel “Codelijst Jeugd” zijn de
verschillende typen voorzieningen en de bijbehorende codes opgenomen. Deze typelijst wordt gebruikt
voor de gegevensaanlevering van aanbieders aan CBS (Beleidsinformatie Jeugd). Omdat alle overige
informatie over Jeugd wordt hergebruikt uit die informatieset, wordt aangesloten bij deze typelijst. In
het informatieprotocol Jeugd (pagina 10 en 11) vindt u een nadere toelichting per type voorziening.
Deze toelichting kan u helpen bij het verdelen van uw gegevens naar de verschillende typen
voorzieningen19. Wanneer u geen uitsplitsing kunt maken naar de verschillende typen voorzieningen,
kunt u aanleveren met de code 45 ‘totale kosten jeugd’. Zie voor meer informatie de codelijst jeugd. De
bedragen worden aangeleverd in hele euro’s.
De bestandsdefinities voor het bestand JEUGD zijn als volgt:
Veldnaam
Type Aantal tekens* Specificatie
Aanmaakdatum
bestand
18
Num
12
EEJJMMDDUUMM
Deze gegevensaanlevering is wettelijk verplicht.
19
Inmiddels is informatieprotocol Jeugd versie 3.0 beschikbaar. Deze versie is bedoeld voor de aanlevering van Jeugd gegevens over 2016. Voor
een toelichting op het onderscheid in typen voorzieningen kunt u gebruik maken van beide versies. De gehanteerde typelijst is niet gewijzigd in
versie 3.0.
35
Gemeentecode
Num
4
NNNN
Type ondersteuning
Num
2
NN
Kosten begroot
Num
10
NNNNNNNNNN
Kosten gerealiseerd
Num
10
NNNNNNNNNN
* Het is niet verplicht met voorloopnullen te werken
Let op:
 De kosten voor Jeugd worden aangeleverd in een los bestand.

Wanneer u geen uitsplitsing kunt maken naar de verschillende typen voorzieningen (21 t/m 44) ,
dan kunt u de kosten aanleveren met de code 45 ‘totale kosten Jeugd’.

Ook als u niet sluitend de bedragen kunt uitsplitsen naar de verschillende typen voorzieningen (21
t/m 44), dan dient u enkel het totaal van de kosten Jeugd aan te leveren (categorie 45). Indien u én
een uitsplitsing van de kosten aanlevert én een totaalpost van de kosten die niet met elkaar
matchen, dan zal het CBS uitgaan van het totaalbedrag (categorie 45).

Het kostenveld is opgebouwd uit de kosten in hele euro’s .

Het betreft zowel de kosten voor Zorg in Natura (ZIN) als de PGB’s.

Voor declaraties die over twee aanleverperiodes lopen (bijvoorbeeld vier wekelijkse declaraties die
deels in het eerste halfjaar en deels in het tweede halfjaar vallen) geldt het volgende: de declaratie
wordt meegeteld in de meest recente aanleverperiode.

U kunt de gegevens voor meerdere gemeenten in één bestand opnemen. U dient wel per gemeente
de juiste gemeentecode te hanteren.
Codelijst Jeugd
Code Type individuele voorziening
Jeugdhulp zonder verblijf- geleverd door het wijkteam
21
Geleverd door het wijkteam
Jeugdhulp zonder verblijf- niet geleverd door het wijkteam
22
Jeugdhulp zonder verblijf – algemeen *
23
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder
24
Daghulp op locatie van de aanbieder
25
Jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige
36
Jeugdhulp met verblijf
26
Pleegzorg
27
Gezinsgericht
28
Gesloten plaatsing
29
Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder, anders dan bovenstaand verblijf
Jeugdbescherming
30
Jeugdbescherming / kinderbeschermingsmaatregelen algemeen*
31
Voogdij
32
Voorlopige voogdij
33
Tijdelijke voogdij
34
Ondertoezichtstelling
35
Voorlopige ondertoezichtstelling
Jeugdreclassering
36
Jeugdreclassering algemeen*
37
Toezicht en begeleiding: gedwongen kader
38
Toezicht en begeleiding: vrijwillig
39
Individuele trajectbegeleiding Harde Kern
40
Individuele trajectbegeleiding Criem
41
Scholings- en trainingsprogramma
42
Gedragsbeïnvloedende maatregel
43
Voorbereiding gedragsbeïnvloedende maatregel, voorwaardelijke sepot, schorsing voorlopige
hechtenis, voorwaardelijke invrijheidsstelling
Activiteiten in het preventief justitieel kader
44
Activiteiten in het preventief justitieel kader
Totale kosten jeugd
45
Totale kosten jeugd
* U kunt de algemene codes gebruiken wanneer het niet mogelijk is om informatie nader op te splitsen.
In het geval van jeugdreclassering bijvoorbeeld, komen kleine aantallen voor. Daarom kunt u er ook voor
kiezen de algemene code te hanteren.
37
Bijlage I: Veelvoorkomende (technische) fouten in aangeleverd gegevensbestand)
Geconstateerde fouten in het structuur van het bestand

Bestanden kunnen niet worden ingelezen
 Als een bestand een verkeerde extensie heeft, kan het niet worden ingelezen. De bestanden
in de zip-file kunnen alleen de extensie .csv of .txt hebben.
 Vaak bestaat een bestand alleen uit de kolomkoppen en verder niets. Zo’n bestand kan niet
door het programma worden verwerkt. Onder de kolomkoppen moet minstens één regel met
gegevens staan.

De naam van het bestand is niet goed
De bestandsnaam moet beginnen met WMO, SBO of JEUGD en vervolgens de code van de
uitvraag. De code van de uitvraag bestaat uit de periode waarover het bestand gaat (H1 voor het
eerste halfjaar en H2 voor het tweede halfjaar) en het desbetreffende jaar. Bijvoorbeeld H22016
voor een bestand over het tweede halfjaar van 2016. Achter de code van de uitvraag kunt u een
eigen toevoeging zetten voorafgegaan door een underscore (_).
 Bestandsnaam 1: WMO_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of .txt)
 Bestandsnaam 2: WMOKOSTEN_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of .txt)
 Bestandsnaam 3: SBO_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of.txt)
 Bestandsnaam 4: JEUGD_[code uitvraag]_[vrije tekst].CSV (of .txt)
Voorbeeld: WMO_H12016_gemeenteDenHaag.csv.
Let op: Omdat de bestanden geautomatiseerd worden verwerkt is de goede bestandsnaam erg
belangrijk. De volgende tekens zijn niet toegestaan in de naam van het bestand: :\ / ? : * ” > <| ]
[. De punt mag alleen voorkomen vóór de bestandsextensie (csv of txt)

Eén van de verplichte velden is leeg
 Op alle regels moet in ieder geval de aanmaakdatum en tijd, de gemeentecode, en BSN zijn
gevuld. Daarnaast moet het “Type maatwerkarrangement declaratie” zijn gevuld. Indien het
declaratiegegeven niet beschikbaar is, dan kunt u het reserve veld “Type
maatwerkarrangement toewijzing” vullen.
 Zorg ervoor dat op het einde van het bestand geen lege regels staan. Deze veroorzaken
foutmeldingen bij de technische controle.
 In enkele regels in het bestand mist het BSN. Indien het BSN van een cliënt onbekend is, dan
verzoeken wij u om hier de BSN-waarde ‘999999999’ in te vullen.

In het bestand staan ongeldige tekens
 Gebruik van onjuiste notaties
In het veld “aanmaakdatum en -tijd bestand” wordt vaak een wetenschappelijke notatie
aangetroffen, bijvoorbeeld 2,01504 E+11. Het programma van CBS kan alleen bestanden
inlezen met een juiste notatie van de aanmaakdatum. Als u de extensie van een bestand naar
.csv moet omzetten, kunt u dat beter doen door op het bestand rechts te klikken en dan te
kiezen voor “Naam wijzigen”.
Als u het bestand in Excel aanmaakt, moet u de kolommen niet als getal maar als tekst
opslaan. Excel zet een getalnotatie automatisch om in de wetenschappelijke notatie. Met
tekst gebeurt dit niet. Als u het bestand met kladblok of Wordpad opent, ziet u of deze
kolom in wetenschappelijke notatie is opgeslagen.
38



Gebruik van onjuiste waarden bij “leveringsvorm_toewijzing”
In de bestanden over de WMO komt in het veld Leveringsvorm_toewijzing_301_0915 vaak de
waarde VIN of FT voor. Volgens het aanleverprotocol mogen hier slechts de waarden 2 (voor
PGB) of 4 (voor ZIN) voorkomen.
 Aanhalingstekens
Zorg ervoor dat er in de regels geen aanhalingstekens staan. Vaak worden er bestanden
ontvangen, waarvan elke regel begint en eindigt met een aanhalingsteken (“). Door het
bestand met Kladblok te openen en alle aanhalingstekens te vervangen door niets (met Zoek
en Vervang), verwijdert u gemakkelijk alle aanhalingstekens uit het bestand.
Velden bevatten ongeldige coderingen
Gebruik de codes conform het aanleverprotocol. Het gebruik van ongeldige codes levert
foutmeldingen op.
Het Wmo-bestand bevat een onjuist aantal kolommen
Het Wmo-bestand moet bestaan uit 18 kolommen, dat betekent dat in het bestand een regel 17
keer een puntkomma - als het scheidingsteken tussen de variabelen - voor moet komen.
Let op: de laatste variabele van een regel moet worden afgesloten zonder puntkomma en mét
een Enter.
Geconstateerde inhoudelijke fouten

Eén of meer velden bevat waarden die niet de juiste lengte hebben
In het aanleverprotocol staat omschreven uit hoeveel tekens een waarde in een bepaald veld
moet bestaan. Een BSN moet bijvoorbeeld 9 tekens bevatten. In het Wmo-bestand moeten de
velden een exact aantal tekens hebben. Als een waarde minder tekens bevat, moet deze met
voorloopnullen tot de juiste lengte worden aangevuld.
Voorbeelden:
 In het veld “Intensiteit (geleverd volume)” komt het regelmatig voor dat hier te veel tekens
staan. Let op: waar bij het beschikt volume 8 tekens zijn toegestaan, mogen in het geleverd
volume maximaal 4 tekens voorkomen!
 Een veelvoorkomende fout is het veld “eenheid”. Dit veld moet 2 tekens bevatten, maar
wordt vaak met 1 teken aangeleverd.

Eén of meer velden bevat ongeldige waarden
Een aantal velden wordt gecontroleerd op toegelaten waarden. Bij een aantal velden worden
ongeldige waarden genoteerd.
Voorbeelden:
 Het BSN moet geldig zijn, dat wil zeggen dat deze moet voldoen aan de elfproef, of de
waarde 999999999 heeft voor een onbekend BSN.
 De gemeentecode moet in de actuele lijst van CBS gemeentecodes voorkomen.
 In de velden “Intensiteit van ondersteuning (beschikte eenheid)” en “Intensiteit van
ondersteuning (geleverde eenheid)”komen regelmatig dezelfde waarden voor. De codes voor
geleverde eenheid zijn echter anders dan voor beschikte eenheid! De juiste codes vindt u in
het aanleverprotocol op pagina 23 en 24.
39