Dao De Jing hoofdstuk 1 - BK

Download Report

Transcript Dao De Jing hoofdstuk 1 - BK

Eén
De welomschreven Tao is niet de onveranderlijke Tao.
Geen enkele naam noemt zijn eeuwige naam.
Eén
Het onnoembare is de oorsprong van hemel en aarde;
benoemd, is het de moeder van tienduizend dingen.
Tao waarover gesproken kan worden
Verlost van verlangen, zien we het mysterie;
vervuld van verlangen, zien we alles gemanifesteerd.
De naam die men eraan geeft
Twee namen komen voort uit één bron,
en beide worden mysterieus genoemd;
het mysterie zelf is de ingang om het te zien.
is niet de ware Tao.
is niet zijn ware naam.
Naamloos is de oorsprong van Hemel en Aarde;
noembaar de Moeder van de tienduizend dingen.
Vanuit het niet-zijn begrijpen wij het wezen;
Het tao dat kan worden uitgesproken,
is het eeuwige tao niet;
de naam die kan worden omschreven,
is niet de onveranderlijke naam;
het niet-bestaan wordt de voorganger
van hemel en aarde genoemd;
het bestaan is de moeder van alle dingen.
Uit het eeuwige niet-bestaan zien wij dus
duidelijk het geheimzinnige heelal ontstaan;
van het eeuwige bestaan zien wij helder
de duidelijke onderscheidingen.
De twee zijn in wezen gelijk,
en worden eerst in hun openbaring verschillend.
Deze gelijkheid wordt diepte genoemd.
Oneindige diepte is de poort,
waaruit alle delen van het heelal voortkomen.
vanuit het zijn de gedaante.
Deze twee, zijn en niet-zijn,
verschijnen uit één oorsprong.
Hoewel verschillend van naam,
wordt hun eenheid ‘diepte’ genoemd.
Steeds dieper voeren zij terug,
tot aan de poort van het verborgen mysterie.
Tao Te Tsjing, een nieuwe vertaling
Sam Hamill, Samsara 2006 – ISBN 9789077228401
Tao Te Tsjing
Carolus Verhulst, Synthese 2004 – ISBN 9062716172
Tao Te King
Michael Baker & Huib Wilkes, Altamira 1992 –
ISBN 9069631806