Zorg, politie en OM: kennis delen én maken

Download Report

Transcript Zorg, politie en OM: kennis delen én maken

Zorg, politie en OM: kennis delen én maken
Verslag bijeenkomsten ‘Samenwerken met politie en OM’, november-december 2016
“Jullie mogen mijn collega’s best coachen als ze niet precies weten wat de afspraken zijn”, aldus een
politieman. “Het draait allemaal om samenwerking en als jullie ons scherp houden worden we daar
allemaal beter van. En als het dan nog niet lukt kun je vanaf nu mij bellen.” Daarop verzuchtte een van de
zorgmedewerkers in de zaal: “Wat ben ik blij dat ik hier ben!” Dat is één van de vele momenten waarop
zorg, politie en Openbaar Ministerie (OM) elkaar wisten te vinden tijdens de bijeenkomsten die Duidelijk
over agressie in het najaar van 2016 organiseerde. Sessieleider Sander Flight doet verslag.
7 november: Ipse de Bruggen in Den Haag,
regionale eenheid/arrondissementsparket Den Haag
Verspreid over Nederland bezochten in totaal 160 (jeugd)zorgmedewerkers, 10 politiemensen en 10
vertegenwoordigers van het OM de kleinschalige bijeenkomsten ‘Samenwerken met politie en Openbaar
Ministerie’. In acht regionale eenheden werd bij een zorginstelling op locatie een twee uur durende sessie
georganiseerd die in het teken stond van kennis delen én kennis maken. Want juist de kennismaking met de
contactpersoon Veilige Publieke Taak bij de politie en de portefeuillehouder Veilige Publieke Taak aan de kant
van het OM was voor veel zorgprofessionals een waardevolle opbrengst van de bijeenkomst.
“De afweging of iets wel of niet door de beugel kan en of het gedrag verwijtbaar is of niet,
moet niet door het slachtoffer worden gemaakt, maar door de rechter.” -Openbaar Ministerie
Met elkaar in gesprek
Veel mensen die in de zorg werken hebben zelf nooit contact met de politie, laat staan met het Openbaar
Ministerie. Maar ze horen er bij de koffie allemaal weleens iets over van een collega. Bijvoorbeeld dat een
aangifte niet werd opgenomen door de politie. Of dat de verdachte werd vrijgesproken terwijl het bewijs toch zo
klaar als een klontje was. Dit soort verhalen die mensen ‘van horen zeggen’ hebben, blijken vaak niet helemaal
te kloppen. De acht regionale bijeenkomsten bleken een perfecte gelegenheid om het daar eens met elkaar over
te hebben.
1
“Vooral het kennen van de wijkagent en het hebben van vaste aanspreekpunten wordt
als zeer prettig ervaren.” -Politie
Goede voorbereiding
Wat moet je bijvoorbeeld doen als de politie
iemand niet wil aanhouden en meenemen
naar het bureau omdat hij hier beter op zijn
plek is dan in een cel? En wat als de politie
een telefoontje naar 112 niet direct serieus
neemt? Maak in elk geval duidelijk dat je in de
zorg werkt. Beter nog: zeg dat je een VPT’er
bent. Dat staat voor Veilige Publieke Taak.
Werknemers met een publieke taak hebben
recht op extra aandacht van politie en justitie.
9 november: Pergamijn in Sittard, regionale
eenheid/arrondissementsparket Limburg De afspraken daarover staan in de ELA, nog
zo’n afkorting die niet iedereen kent: de Eenduidige Landelijke Afspraken. “Neem die gewoon mee naar het
bureau als je aangifte wilt doen”, zei een van de politiemensen. “Het kan nooit kwaad als je goed voorbereid naar
de politie gaat.” Kijk op http://opvolging.duidelijkoveragressie.nl/downloads/eenduidige-landelijke-afspraken voor
meer informatie over ELA.
“Als een zorginstelling zegt dat ze informatie niet willen delen vanwege de privacywet,
is er vaak wat anders aan de hand.” -Politie
Maar moeten de mensen uit de zorg dan het werk van de politie doen? Nee, natuurlijk hoeft dat niet. Maar het is
wel goed om je te realiseren dat de politie aan de balie maar heel weinig van dit soort VPT-zaken voorbij ziet
komen. Logisch dat ze die kennis niet direct paraat hebben. Maak dus altijd een afspraak met iemand bij de
politie die je kent vanuit je instelling.
Weet wat je verwacht van het strafrecht
Andersom hebben politie en Openbaar Ministerie
soms ook weleens het gevoel dat zorginstellingen
niet precies weten hoe het werkt in het strafrecht.
Daar waren de sessies heel geschikt voor: er werd
soms stevig gedebatteerd over de vraag wat je als
zorginstelling zelf moet regelen voordat je de
politie inschakelt. In elk geval is het goed als je
heel duidelijk weet wat je verwacht van het
strafrecht. Tijdens een van de sessies zei een
14 november in Apeldoorn bij ’s Heeren Loo, regionale
eenheid/arrondissementsparket Oost Nederland
officier van justitie dat het altijd goed is om in je
aangifte op te laten nemen in welke richting het
2
OM zou kunnen denken qua sanctie: “Als je denkt dat een taakstraf beter past dan detentie, kun je dat er best bij
laten zetten. We geven geen garanties, maar het geeft een goede indruk van de patiënt of cliënt.”
Persoonlijk vond ik het interessant om weer wat meer te weten te komen over
de zorginstellingen en hun ervaringen. Alom leerzaam wat mij betreft!” -Openbaar Ministerie
Nog zo’n praktische tip van het OM: “Geef ons een toelichting op je aangifte. Een sfeerschets waarin staat dat
jullie interne gedragsregels hebben, dat jullie nauwelijks aangifte doen, maar dat dit voorval voor jullie over de
grens ging. Dat laat zien dat het een serieuze kwestie is.” De politie kan in het dossier ook andere informatie,
zoals meldingen, toevoegen over dezelfde patiënt of cliënt. Op die manier hebben meldingen dus wel degelijk
zin.
Toerekeningsvatbaar, of niet?
Het zal echter altijd aan de rechter zijn om te
bepalen of iemand toerekeningsvatbaar is. Daar
kunnen de politie en ook het OM (“Wij zijn namelijk
een club juristen”) geen beoordeling van maken.
De rechter trouwens ook niet, maar die schakelt
daar onafhankelijke psychiaters en psychologen
voor in – maar alleen bij strafbare feiten waar
gevangenisstraf op staat, bij lichtere feiten gebeurt
dat niet.
21 november bij Abrona, Huis ter Heide: regionale
eenheid/arrondissementsparket Midden Nederland
“Ik hoop dat we de vragen van de aanwezigen hebben kunnen beantwoorden.
Wat ons betreft was het een zeer nuttige bijeenkomst.” -Openbaar Ministerie.
Alternatieven voor aangifte
Het kan lang duren voordat er een zitting bij de rechter is en de uitspraak is niet altijd in het belang van alle
betrokkenen. Gelukkig zijn er allerlei alternatieven. In een van de sessies ging het over ‘pedagogisch blauw’: een
wijkagent die langskomt voor een ‘bromsnorgesprek’. Dat laat ook meteen zien aan de andere patiënten en
cliënten dat de politie heel dichtbij is. Ze komen als ze nodig zijn. Ook bij mensen met een verstandelijke
beperking kan dit heel goed werken; niet bij iedereen, maar sluit het vooral niet bij voorbaat uit. Een bromsnorbrief blijkt trouwens ook te kunnen: een brief waarin de politie vertelt dat ze signalen ontvangen dat iemand zich
niet aan de regels houdt en dat daar vervelende consequenties aan kunnen zitten als het zo doorgaat.
“Het blijft lastig dat men veel van de ander verwacht, maar zelf niets wil of durft of kan.
Hopelijk zet daar op den duur een nieuwe trend in. Misschien is het handig als we in het
nieuwe jaar nog eens afspreken?” -Politie
3
Gele (waarschuwing) en rode kaarten (pandverbod) zijn ook zo’n alternatief voor aangifte bij de politie. Dit soort
interne sancties kunnen door instellingen zelf worden opgelegd in een civielrechtelijk kader. Dat mag overigens
alleen maar als het in de huisregels staat en als de veroorzaker van de agressie of het geweld daar vooraf over
is geïnformeerd. Maar er zijn dus wel degelijk mogelijkheden om de zorg te staken. Kijk ook op
http://www.duidelijkoveragressie.nl/kennis/stoppen-zorg-en-dienstverlening-door-de-jeugdzorgorganisatie voor
meer informatie over het stoppen van zorg- en dienstverlening in jouw branche.
Sanctie op maat
Als al die ‘eigen’ sancties niet werken, kun je dus een beroep doen op de politie en het OM voor de
strafrechtelijke aanpak van agressie en geweld. De uitkomst daarvan is nooit zeker, omdat elk feit afzonderlijk
wordt beoordeeld. Sommige zaken kunnen via ZSM worden afgedaan: een snellere werkwijze. Kijk op
https://youtu.be/riT00mjPV2o voor een duidelijke uitleg van ZSM. Maar niet elke zaak leent zich daarvoor. Een
alternatief is een sanctie op maat van de verdachte, zoals een therapeutische ‘lik-op-stuk-sanctie’: een
voorwaardelijke straf die alleen ten uitvoer wordt gebracht als de dader de gemaakte afspraken niet nakomt.
“Heel nuttig: informatief en een eye-opener voor velen, denk ik. Het blijft belangrijk om
met elkaar in gesprek te blijven.” -Openbaar Ministerie
1 december bij FIER in Leeuwarden, regionale eenheid/arrondissementsparket Noord Nederland
Contactpersoon in iedere instelling
Een overkoepelende les van deze bijeenkomsten was dat het goed is om een contactpersoon binnen elke
zorginstelling te hebben die zich verdiept in het ingewikkelde strafrecht. Die persoon moet ook het contact
onderhouden met politie en Openbaar Ministerie. Dat kost tijd, maar die verdien je dubbel en dwars terug als het
echt mis gaat. En nodig de politie uit om kennis te maken. In een van de eenheden heeft de politie het jaarlijkse
teamuitje gebruikt om kennis te maken met de zorginstellingen in hun werkgebied. Er was geen stress, geen
crisis, geen haast: alle tijd voor een goed gesprek en het kweken van wederzijds begrip.
4
“Het leek mij een vruchtbare bijeenkomst. Ik kreeg het idee dat niet alle instellingen
iemand hebben met specifiek VPT in zijn/haar pakket. Het zou goed zijn als die
er wel zouden zijn. Niettemin een geslaagde sessie” -Politie
Een voorbeeld dat leidde tot actie. Na veel van de acht bijeenkomsten werden direct vervolgafspraken gemaakt:
het OM gaat persoonlijk langs bij een aantal grotere instellingen om met eigen ogen te zien wat voor soort
problemen daar spelen. En de politie is altijd bereid om de interne afspraken over aangifte doen onder de
aandacht van collega’s te brengen die wat minder goed op de hoogte zijn.
“Een interessante bijeenkomst die in zeer prettige sfeer verliep. Je merkte zelfs dat
twee uur wat weinig was! Mochten er meer van dit soort bijeenkomsten zijn, dan sluit
ik graag aan.” -Openbaar Ministerie
Als de sessies een ding duidelijk hebben bevestigd is het dat het bij agressie en geweld niet alleen gaat om
kennis, maar ook om kennissen. En dat doel is bereikt: er zijn veel nieuwe contacten gelegd. Nu is het aan de
zorginstellingen, politie en OM om die contacten in stand te houden en verder uit te breiden.
***
Meer informatie
De bijeenkomsten ‘Samenwerken met politie en Openbaar Ministerie’ zijn onderdeel van de campagne ‘Wees
duidelijk over agressie’ van sociale partners uit de zorg en jeugdzorg in het kader van het actieplan ‘Veilig
Werken in de Zorg’. Initiatiefnemers zijn ActiZ, BTN, CNV Zorg & Welzijn, FBZ, FNV, GGZ Nederland, Jeugdzorg
Nederland, NFU, NU’91, NVZ en VGN, met ondersteuning van het ministerie van VWS.
Kijk op http://opvolging.duidelijkoveragressie.nl voor meer informatie over aangifte doen, het omgaan met
meldingen en het intern organiseren van de opvolging van incidenten.
Op http://www.duidelijkoveragressie.nl vind je hulpmiddelen, campagnematerialen, good practices, tips over
scholing, informatie over de opvolging van incidenten en een verzameling nuttige links. Je leest daar ook hoe in
jouw branche wordt omgegaan met het (tijdelijk) stoppen van de zorg- of dienstverlening na agressie van patiënt
of cliënt.
5