Monitor - Federatie Opvang

Download Report

Transcript Monitor - Federatie Opvang

Monitor december 2016
In-, door- en uitstroom
vrouwenopvang
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Hoofdstuk 1 - De monitor
5
•
Waarom een monitor?
•
Wat meet de monitor?
•
Welke cliënten vangt de vrouwenopvang op?
•
Wat ziet een instelling op hun monitor?
•
Voor wie is deze monitor belangrijk?
Hoofdstuk 2 - Landelijke cijfers
10
Hoofdstuk 3 - Gebruik van de monitor
17
•
Landelijke cijfers zijn geen landelijke norm
•
Beheer van de monitor
•
Doorontwikkeling van de monitor
•
Hoe veilig is de monitor?
Deelnemers aan de monitor
19
2
Inleiding
‘Hoeveel cliënten helpt de vrouwenopvang na geweld in afhankelijkheidsrelaties?’ ‘Hoe
lang duurt de hulpverlening?’ ’Is dat nu lang of kort?’ en ‘Hoeveel cliënten komen uit een
andere gemeente?’ Dit zijn enkele vragen die ketenpartners en media regelmatig stellen
als ze met de vrouwenopvang te maken krijgen. Het zijn vragen naar meer inzicht in de
bijdrage van de vrouwenopvang aan de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties.
Tot nu toe was het niet mogelijk om op al die vragen een samenhangend antwoord te
geven. De monitor in- door en uitstroom vrouwenopvang brengt daarin verandering. De
deelnemers aan de monitor zien op een eigen website de in- door en uitstroomgegevens
van hun instelling. Het gaat in het bijzonder om de cliënten in de residentiële opvang. De
Federatie Opvang maakt een landelijke rapportage van een deel van deze gegevens. In
deze brochure leest u meer over deze monitor en de eerste landelijke resultaten.
3
Bevindingen 2015
De belangrijkste landelijke bevindingen voor 2015 zijn:
a. R
uim 7300 cliënten zijn in de monitor
geregistreerd.
b. Ongeveer 65% van de aangemelde cliënten krijgt
een andere hulp dan residentiële opvang.
c. H
et lukt de vrouwenopvang om de meeste
cliënten binnen 3 dagen tot een week op te
nemen. In acute situaties met een hoog
veiligheidsrisico wordt direct naar een oplossing
gezocht.
d. O
ngeveer 70% van de opgenomen cliënten komt
vanuit het eigen werkgebied van een instelling.
e. R
ond de 2000 cliënten (inclusief de kinderen)
komen vanuit een ander werkgebied van een
instelling. Het gaat om circa 900 hoofdaanmelders.
f. B
elangrijke belemmerende factoren bij de
uitstroom zijn het ontbreken van passende
huisvesting, het nog niet terug kunnen gaan naar
de stad van herkomst en het ontbreken van
aansluiting op vervolghulpverlening.
g. D
e vrouwenopvang ontvangt jaarlijks circa € 65
miljoen vanuit de (centrum)gemeenten.
h. E
r zijn circa 400 plaatsen beschikbaar voor
crisisopvang. Deze staan open voor zowel
cliënten uit de eigen centrumgemeente als vanuit
andere gemeenten.
4
Hoofdstuk 1
De monitor
De monitor
Wat meet de monitor?
In dit hoofdstuk worden doel en achtergronden van de
monitor toegelicht. Het gaat om vragen als wat de
monitor meet, om wie het gaat, het belang ervan voor
gemeenten en instellingen en wat je op de monitor ziet.
De monitor meet de gegevens van de cliënten in de
residentiële opvang op instellingsniveau. Het gaat om
hulpverlening aan cliënten vanuit de eigen centrumgemeenten en vanuit andere centrumgemeenten.
De monitor rapporteert niet over bedrijfsgegevens.
Deze gegevens worden uit andere bronnen verkregen.
Er is ook behoefte om te weten hoe de ontwikkelingen
zijn met de cliënten in de ambulante opvang. Deze
ontwikkelingen meet de monitor nog niet. De monitor
zal vanaf 2017 met die gegevens uitgebreid worden.
Waarom een monitor?
De monitor brengt de druk op de vrouwenopvang in
kaart. De monitor meet de instroom, doorstoom en
uitstroom van de cliënten. Aanvullend geeft de monitor
inzicht in de (landelijke) verhuisbewegingen van de
cliënten tussen de centrumgemeenten waar de
instellingen voor vrouwenopvang zich bevinden.
Welke cliënten vangt de
vrouwenopvang op?
De vrouwenopvang heeft de opdracht om slachtoffers
in acute en structureel onveilige situaties zo snel
mogelijk de juiste opvang, bescherming en begeleiding
te bieden. De mate waarin de situatie acuut is, bepaalt
de snelheid waarin opvang, hulp en begeleiding tot
stand komt.
Residentiële
opvang
Opvang en ambulante
hulpverlening
Alle specifieke vormen
van hulp voor vrouwen in de opvang
6
Bij een acute en dreigende situatie komt opvang onmiddellijk
tot stand. De vrouwenopvang verstaat het volgende onder een
onveilige situatie: het slachtoffer ervaart de eigen situatie als
onveilig en de risicotaxatie ondersteunt dit. Er is sprake van een
code rood (acuut gevaar). Afhankelijk van de casus kan een code
oranje (ernstig gevaar) ook reden zijn om het slachtoffer voor de
crisisopvang aan te merken. De kleurcode op het moment dat de
cliënten binnenkomt, geldt. Cliënten worden zoveel mogelijk binnen
de eigen centrumgemeente geholpen, ambulant als het kan.
Alleen in acute situaties met een hoog veiligheidsrisico of
capaciteitsproblemen in de eigen centrumgemeente, vindt
opvang plaats in een andere centrumgemeente. Het doel is
opvang elders door capaciteitsproblemen tot een minimum te
beperken. Een verbijzondering is de plaatsing van slachtoffers
die zijn aangemerkt als een specifieke groep, zoals de
slachtoffers eergerelateerd geweld, loverboys, mannenopvang,
mensenhandel en situaties op grond van ernstige dreiging in een
criminele omgeving.
7
Wat ziet een instelling?
De monitor van een instelling bestaat uit een ‘dashboard’
met 6 vaste grafieken. De vaste grafieken zijn:
a. Indicatie van de druk op de instroom van de cliënten
per kwartaal.
b. Indicatie van de druk van de uitstroom van de
cliënten per kwartaal.
c. Redenen waarom cliënten niet zijn opgenomen, dan
wel zijn verwezen naar een andere vorm van
hulpverlening.
d. H
et aantal cliënten dat is opgenomen van binnen of
van buiten het werkgebied van een instelling.
e. Wachttijd tussen aanmelding en instroom.
f. Redenen voor stagnatie uitstroom.
cliënten te laten zien dat is ingestroomd met een ‘code
rood’ indicatie afkomstig van één centrumgemeente.
Voor wie is deze monitor belangrijk?
Voor de instelling
De monitor is voor de instelling een belangrijk
hulpmiddel om zicht te krijgen op de druk op de
instelling. Hij ondersteunt het gesprek met de
gemeenten daarover. Daarnaast laat de monitor zien op
wat voor manier een instelling invulling geeft aan het
landelijk stelsel van opvang. De vrouwenopvang heeft in
dat stelsel een bijzondere positie. Wettelijk is in de Wmo
vastgelegd dat de (crisis-)opvang landelijk toegankelijk
is. Als een vrouw (en de eventuele kinderen) door acuut
huiselijk geweld in groot gevaar is en hierdoor verblijf in
de eigen stad of regio een te groot risico is, werken alle
steden mee aan de bescherming van het slachtoffer.
Gemeentegrenzen tellen dan niet meer.
De vaste grafieken geven een globaal overzicht.
Daarnaast is een interactief gedeelte ontwikkeld om
meer in detail de gegevens te bekijken. Er is een aantal
grafieken gemaakt waarin de gebruiker de gegevens kan
filteren. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk het aantal
8
De vrouwenopvang zorgt ervoor dat een slachtoffer
veilige opvang krijgt binnen of buiten haar werkgebied.
De vrouwenopvang helpt dus niet alleen slachtoffers uit
de eigen stad of regio, maar ook die uit andere
gemeenten. De vrouwenopvang werkt daartoe als een
landelijk netwerk.
eigen regio het om een uitzonderingssituatie hoort te
gaan. Het heeft de voorkeur om de slachtoffers in de
eigen regio te helpen en waar het kan ambulant. De
realiteit is, dat dit niet altijd lukt. Deze monitor geeft
inzicht in verschuivingen tussen instellingen in de
centrumgemeenten waarin zij zijn gesitueerd.
Voor de gemeente
De monitor is voor gemeenten een belangrijk hulpmiddel
om zicht te krijgen op de druk op de instelling en op de
omvang van de vraag naar veilige opvang vanuit het
eigen centrumgemeentelijk gebied en van daarbuiten.
Slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelatie zijn
inwoners van een gemeente en elke gemeente heeft een
wettelijke opdracht om ervoor te zorgen dat deze
slachtoffers beschermd worden. Dan is het wel
belangrijk te weten om hoeveel slachtoffers het gaat,
wat er aan de hand is en hoe er weer gezorgd kan
worden voor herstel van veiligheid. Zowel de gemeenten
als de vrouwenopvang vinden dat bij opvang buiten de
9
Hoofdstuk 2
Landelijke cijfers
Landelijke cijfers
Aantal cliënten 2015
Een overzicht van het aantal cliënten dat in 2015 in
de monitor IDU is geregistreerd.
Er doen twintig instellingen mee aan de monitor.
De registratie is gestart in 2015. Hiernaast
presenteren we de eerste landelijke gegevens
van deze registratie. Het is belangrijk aan te
geven dat in dat jaar nog niet alle instellingen in
staat waren om alle gegevens aan te leveren. Het
gaat om absolute aantallen. Er is sprake van een
groeimodel. Met de jaren zullen de gegevens
steeds vollediger worden.
Leeftijden
0-17
Aantal geregistreerde
cliënten binnen de monitor IDU
2.569
18-22541
23-301.465
31-401.464
41-50739
51-64228
65-10038
onbekend294
Eindtotaal7.339
11
1 | Indicatie druk opvang
2|A
anmelding en instroom van cliënten
buiten de regio
900
500
800
450
700
400
600
350
500
300
400
250
300
200
200
150
100
0
100
2015 kwartaal 1
Aanmelding
2015 kwartaal 2
2015 kwartaal 3
50
2015 kwartaal 4
Instroom
0
Deze grafiek laat de verhouding zien tussen aanmelding van de
cliënten voor opvang (blauw) en de instroom in de residentiële
opvang (rood). Niet alle cliënten die zich aanmelden worden
opgenomen. De verhouding tussen aanmelding en opname was
in 2015 constant.
2015 kwartaal 1
Aanmelding
2015 kwartaal 2
2015 kwartaal 3
2015 kwartaal 4
Instroom
Deze grafiek laat zien dat de vrouwenopvang zich inspant om
opvang van cliënten in de eigen regio te bevorderen. Vragen om
hulp van buiten het eigen werkgebied worden zoveel mogelijk
terugverwezen als de veiligheid dit toelaat. In de grafiek wordt
duidelijk dat de vraag naar opvang van buiten de
centrumgemeente (blauw) veel hoger is dan dat daadwerkelijk
wordt opgenomen (oranje).
12
3|R
edenen geen opvang in
residentiële opvang
4|W
achttijd tussen aanmelding
en opname
90
600
80
Onbekend
500
70
>2 jaar
60
1-2 jaar
400
50
6-12 maanden
4-6 maanden
40
30
20
>2 weken tot 2 maanden
1-2 weken
200
10
0
2-4 maanden
300
3 dagen tot 1 week
2 dagen
2015 kwartaal 1
Gezinssamenstelling
2015 kwartaal 2
Capaciteit
2015 kwartaal 3
Veiligheid
2015 kwartaal 4
1dag
100
geen
Andere hulp
0
Ongeveer 65% van de aangemelde cliënten krijgt een andere hulp
dan residentiële opvang. De redenen kunnen zijn dat er een
andere vorm van hulpverlening is aangeboden, zoals ambulante
hulpverlening. Ook blijkt uit deze tabel dat er een aantal cliënten
naar een andere instelling is doorverwezen vanwege een
veiligheidsprobleem (rood). In een enkel geval was het niet
mogelijk een gezin opvang te bieden. Bijvoorbeeld omdat de
voorziening niet voldoende kamers had voor het gezin.
2015 kwartaal 1
2015 kwartaal 2
2015 kwartaal 3
2015 kwartaal 4
Deze grafiek laat zien hoelang cliënten op opvang moeten
wachten na aanmelding. Het lukt de vrouwenopvang om de
meeste cliënten binnen 3 dagen tot een week op te nemen. Bij
levensbedreigende situaties wordt direct opvang geboden op
een noodplaats of crisisplaats. Er zijn landelijk ongeveer 400
crisisplaatsen beschikbaar.
13
5|R
isicoscreening opgenomen
cliënten naar herkomst
6|R
egioverhoudingen opgenomen
clienten
800
100%
90%
600
80%
Acuut gevaar
400
Ernstig gevaar
70%
Geringe dreiging
60%
50%
200
0
40%
30%
Binnen
Buiten
20%
10%
Deze tabel laat de resultaten zien van de risicoscreening. Er is
een onderscheid tussen code rood (acuut gevaar) oranje (ernstig
gevaar) en groen (geringe dreiging). Het gaat om cliënten die
zijn opgenomen vanuit de eigen centrumgemeente (= binnen) en
vanuit andere centrumgemeenten (= buiten). De redenen dat
cliënten met een geringe dreiging (groen) opgevangen zijn,
kunnen divers zijn. Het kan bijvoorbeeld een time-out zijn om
escalatie te voorkomen. Deze duiding dient plaatselijk gedaan te
worden.
0%
2015 kwartaal 1
Buiten
2015 kwartaal 2
2015 kwartaal 3
2015 kwartaal 4
Binnen
Deze tabel laat de herkomst zien van de geregistreerde cliënten.
Het gaat om herkomst vanuit de eigen centrumgemeente
(= binnen) of vanuit een andere centrumgemeente (= buiten).
Gemiddeld komt circa 70% van de geregistreerde cliënten vanuit
de eigen centrumgemeente.
14
Herkomst cliënten
Leeuwarden
Assen
Den Helder
Lelystad
Den Haag
Rotterdam
Amsterdam
Utrecht
Blauw: cliënten afkomstig vanuit de eigen centrumgemeente.
Rood: cliënten die niet binnen de eigen centrumgemeente
geholpen konden worden en die zijn doorverwezen naar een
andere instelling in het land.
Zwolle
Haarlem
Leiden
Deze landkaart geeft bij een aantal centrumgemeenten aan
hoeveel cliënten vanuit de eigen centrumgemeente door de
instelling binnen dat werkgebied worden geholpen.
Groningen
Apeldoorn
Enschede
De conclusie is dat de meeste cliënten door een instelling binnen
het eigen werkgebied worden geholpen.
Amersfoort
Arnhem
Dordrecht
Nijmegen
Breda
Middelburg
‘s Hertogenbosch
Tilburg
Maastricht
15
7 | Indicatie druk uitstroom
8|R
edenen verlengd verblijf
Schulden
1200
Anders
1000
800
Anders
Niet mogelijk om
naar de eigen regio
terug te gaan
600
elemmerende factoren
B
in de client zelf
400
Geen beschikbaarheid
van een woning
200
0
Belemmerende factoren
in de client zelf
2015 kwartaal 1
Klaar 2015 kwartaal 2
2015 kwartaal 3
Geen mogelijkheden
om intern/extern
(ambulant) vervolgtraject
op te starten
2015 kwartaal 4
In opvang
Deze grafiek laat zien dat er in 2015 een constante wachtlijst
was van rond de 130 geregistreerde cliënten per kwartaal die
klaar waren om uit te stromen uit de residentiële opvang, maar
waarvoor nog geen vervolghulp beschikbaar was.
In afwachting van
verblijfstatus (BB)
een beschikbaarheid
G
van een woning
een mogelijkheden om
G
intern/extern (ambulant)
vervolgtraject op te starten
In afwachting van
verblijfstatus (BB)
iet mogelijk om naar de
N
eigen regio terug te gaan
Schulden
Deze grafiek laat zien waarom cliënten langer in de opvang zijn
gebleven dan noodzakelijk. Belangrijke belemmerende factoren
zijn het ontbreken van passende huisvesting, het nog niet terug
kunnen gaan naar de stad van herkomst en het ontbreken van
aansluiting op vervolghulpverlening.
16
Hoofdstuk 3
Gebruik van de monitor
Gebruik van de monitor
In dit hoofdstuk enkele opmerkingen over het gebruik,
beheer, doorontwikkeling en de veiligheid van de
monitor. We sluiten af met een overzicht van de
deelnemers aan de monitor.
gesprek tussen een gemeente en de instelling om de
eigen situatie te spiegelen aan het landelijk beeld.
Beheer van de monitor
Het uitgangspunt is dat iedere instelling voor
vrouwenopvang de monitor zelf beheert. Elke instelling
heeft een website waarop de gegevens staan. De
Federatie Opvang faciliteert. De instellingen kunnen
onderling gegevens vergelijken. De instelling bepaalt
zelf met wie. Met de VNG is afgesproken dat de
centrumgemeente vrouwenopvang toegang krijgt tot de
monitor van de instelling waarmee zij een relatie heeft.
In onderling overleg wordt bepaald welke gegevens met
de centrumgemeente gedeeld worden.
De Federatie Opvang zorgt voor een brancherapport op
landelijk niveau.
Landelijke cijfers zijn geen
landelijke norm
De Federatie Opvang verzamelt de gegevens van de
monitoren van de instellingen en maakt daarvan een
landelijke rapportage. Deze landelijke rapportage geeft
een landelijk beeld. Instellingen zullen altijd op
onderdelen afwijken van het landelijk beeld. Als een
instelling op een aantal items afwijkt, kan daar een zeer
goede reden voor zijn. Bijvoorbeeld als een instelling
slachtoffers helpt met complexe problematiek waarvoor
een langere verblijfsduur noodzakelijk is dan bij andere
instellingen met een minder complexe problematiek. Het
landelijk beeld is dus geen landelijke norm waarop
instellingen zich zouden moeten richten. In de lokale
situatie is de landelijke rapportage bruikbaar voor het
18
Deelnemers aan de monitor
Naam instellingWerkgebied
Doorontwikkeling van de monitor
De monitor geeft op dit moment alleen inzicht in
verschuivingen tussen instellingen en brengt nog niet
alle verschuivingen tussen de centrumgemeenten in
beeld. De registraties moeten hiervoor bij enkele
instellingen nog worden aangepast. In 2017 breiden we
de monitor uit met informatie over het hele
dienstverleningsaanbod.
Blijf Groep Noord-Holland en Flevoland
Kadera Zwolle en Enschede
Vrouwenopvang Rosa Manus
Leiden
Stichting ArosaRotterdam e.o.
Moviera Gelderland en Utrecht
Blijf van mijn Lijf Parkstad
Heerlen
Kompaan en de Bocht
Tilburg
Fier Leeuwarden
Stichting Het Kopland
Groningen en Emmen
MutsaersstichtingVenlo
Stichting Elkerlyc
Vlaardingen
Neos Eindhoven e.o.
KwintesAmersfoort en Gouda
PerspeKtief
Delft
Stichting Wende
Den Haag e.o.
SMO HelmondHelmond
Stichting XonarMaastricht
Safegroup (Juzt)
Breda
Blijf van mijn Lijf
Den Helder
Hoe veilig is de monitor?
De Federatie Opvang maakt gebruik van SharePoint
online, een onderdeel van Microsoft Office 365. De
authenticatie wordt door Microsoft afgehandeld. Door
gebruik te maken van (sub)websites staan de gegevens
van de instelling alleen daar waar de instelling het
beheer over heeft. Instellingen kunnen onderling niet
bij elkaar kijken, tenzij men elkaar daar expliciet
toegang voor heeft gegeven. Microsoft voldoet aan
alle eisen als het gaat om privacy. Microsoft staat op de
U.S.-EU Safe Harbor list en is ISO 27001 gecertificeerd.
EmergisZeeland
19
Colofon
Dit is een uitgave van het Programma RegioAanpak Veilig Thuis, een initiatief van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Federatie Opvang (FO) en het ministerie van VWS.
Meer informatie over het programma is te vinden op www.regioaanpakveiligthuis.nl
Opdrachtgever: Federatie opvang
Creatie: O2 Communicatie, Maarssen
December 2016