Presentatie Zwolle, Twente en Stedendriehoek (Oedzge Atzema )

Download Report

Transcript Presentatie Zwolle, Twente en Stedendriehoek (Oedzge Atzema )

KRACHT VAN OOST
OVERIJSSEL
REGIO’S ZWOLLE, TWENTE
& CLEANTECH REGIO STEDENDRIEHOEK
Vanuit begrepen kracht
naar toekomstvaardig handelen
PROLOOG
Beleid en Onderzoek
Vormen van Ruimtelijk Economische Beleid
Neo-Keynesiaans Beleid:
stimuleren van effectieve vraag
via overheidsinvesteringen
(aanleg verkeersinfrastructuur,
weinig aandacht voor innovatie)
Agglomeratiebeleid:
stimuleren van agglomeratievoordelen m.b.t. ‘sharing (input),
matching (labour) & learning
(knowledge)’ (topsectoren,
clusters)
Communetair beleid:
stimuleren van lokale initiatieven
via centrale waarden van ‘social
agents’ (gebruik van aanwezig
sociaal kapitaal en lokale
kennis)
‘Place based’ beleid:
stimuleren van sociale, culturele
en institutionele potentie van
plaatsen via beter gebruik van
lokale kennis en actoren
(ondernemerschap)
Verhouding tussen Onderzoek en Beleid
typen problemen
cognitieve zekerheid
(wetenschappelijke analyse)
groot
groot
klein
getemde
beleidsproblemen
(on)tembare
wetenschappelijke
problemen
(on)tembare
ethische problemen
ongetemde
politieke problemen
normatieve zekerheid
(consensus over maatstaven)
klein
Bron: van de Donk, 2008
OPZET VAN HET ONDERZOEK
Oost-Nederland: verschillende schalen
1 Landsdeel:
Oost-NL
2 Provincies:
Overijssel
Gelderland
9 Regio’s:
Zw
Tw
CTSth
Ah
Arn
Nij
Rv
Fo
Va
NrV
Deel 1: Positionering van Oost-Nederland
• Landsdeel t.o.v. Nederland:
• groei en stand van zaken
• Provincies t.o.v. concurrerende regio’s in Europa:
• vestigingsklimaat
• Regio’s t.o.v. elkaar:
• productiviteit en economische groei
Deel 2: kracht van regio’s in Oost-Nederland
• Verdienvermogen: groeikracht
• comperatieve voordelen: groei door specialisatie
• toename toegevoegde waarde*
• Aanpassingsvermogen: veerkracht
• creatieve destructie: selectie door bedrijfsdynamiek
• groei door ondernemerschap in startende en bestaande bedrijven
• Combinatievermogen: integratiekracht
• gerelateerde variëteit: innovatie door verbinden van overeenkomstige
kennis & vaardigheden tussen bedrijfsklassen
• (potentiële) kennisuitwisseling binnen en tussen regio’s
* Toegevoegde waarde is het verschil tussen de marktwaarde van een product (of dienst) dat een bedrijf
produceert minus de kosten die het bedrijf maakt om dit product (of dienst) te realiseren. Daarmee is
toegevoegde waarde op sectorniveau een maat voor de verdiencapaciteit van de sector als geheel.
OOST-NEDERLAND
positionering van Oost-Nederland
Groei op vele fronten:
Oost doet het vaak beter dan Nederland
groei van aantal bedrijven
170
groei van aantal banen
120
160
115
150
140
110
130
120
105
110
100
100
Oost-Nederland
%
Nederland
Oost-Nederland
ontwikkeling werkloosheid
8,0
7,0
6,0
5,0
4,0
3,0
2,0
1,0
0,0
Nederland
groei bruto regionaal product
125
120
115
110
105
100
Oost-Nederland
Nederland
Oost-Nederland
Nederland
OOST-NEDERLAND
arbeidsmarkten en
agglomeratiekracht
agglomeratiekracht
Agglomeratiekracht houdt in dat (stedelijke) agglomeraties de
drijfveren zijn van de regionale economische groei
Agglomeratieproces:
• agglomeraties hebben omvangrijke en diepe arbeidsmarkten
• dit biedt gunstig klimaat voor hoogwaardige bedrijvigheid
• deze bedrijven zijn dragers van stedelijke concurrentiekracht
• dit trekt talent waardoor arbeidsmarkt nog omvangrijker en
dieper worden (enzovoort)
Afbakening van regionale arbeidsmarkten is kwestie van in
kaart brengen van ruimtelijke pendeltolerantie
Pendelstromen in Nederland, 2004-2014
verschillen naar opleidingsniveau
hoog opgeleiden
middelhoog opgeleiden
positie Oost-Nederland in pendelpatroon van Nederland:
beperkte mate van integratie met REOS
• pendeltolerantie neemt toe met opleidingsniveau van beroepsbevolking:
arbeidsmarkten van hoogopgeleiden zijn groter dan die van middelhoog &
laag opgeleiden.
• verbeteringen in infrastructuur leiden tot opschaling van de spreiding van
wonen en werken: arbeidsmarkten worden daardoor groter.
• ruimtelijke integratie van elkaar overlappende arbeidsmarkten is het
sterkst in de Randstad + Brabantstad (REOS).
• qua samenstelling en ruimtelijke spreiding een beperkte integratie van
Oost-Nederland met REOS:
- vooral voor hoogopgeleiden
- stedelijke as Nijmegen-Zwolle met Noordvleugel Randstad
- Nijmegen met Den Bosch & Eindhoven
- eigenstandige positie van Twente (en Achterhoek)
- Cleantech regio Stedendriehoek is een aantrekkelijk werkcentrum in
stedelijke as Oost-Nederland
OVERIJSSEL EN GELDERLAND
vestigingsklimaat ten opzichte van
Europese concurrenten
Concurrerende regio’s
Concurrerende regio’s = regio’s met overeenkomstige
• exportmarkten
• directe buitenlandse investeringen
• kennisvelden
Concurrerende regio’s van Overijssel en Gelderland (in
algemene zin): Noord-Brabant, Utrecht, regio Osnabrück,
regio Münster, regio Düsseldorf, Tübbingen, Vlaams
Brabant [regio Leuven] en regio Parijs
Samenstelling concurrerende regio’s verschilt per sector
internationale vestigingsklimaat:
beide provincies behoren tot de Europese subtop
Gelderland goed vergelijkbaar met concurrenten
Overijssel blijft achter op kennis en stedelijkheid
Overijssel
Gelderland
positionering t.o.v. Europese concurrenten
basisfactoren
gebrekkige fysieke agglomeratiekracht:
infrastructuur en bevolkingsdichtheid
blijven achter, wel gunstige arbeidsmarkt
prima omgevingskwaliteiten:
voorzieningen en kwaliteit woonomgeving
op orde, dat heeft wel een prijs
Basisfactoren
Basisfactoren
Lonen
Werkloosheid (-)
OV
GLD
Effectieve overheid
Inkomstenbelasting
Belastingen totaal
Participatiegraad
Cultuur en restaurants
Toegang internet
Recreatie
Bereikbaarheid luchthavens
Natuur
Congestie (-)
Bereikbaarheid weg
Omgevingskwaliteit
Kwaliteit huizen
Woonomgeving
Bevolkingsdichtheid
Betaalbaarheid huizen
Bevolkingsomvang
Kosten levensonderhoud
OV
GLD
positionering t.o.v. Europese concurrenten
topfactoren
Topfactoren
Kwaliteit universiteit
Publieke R&D
Patenten
Private R&D
Opleidingsniveau
Marktpotentiaal
Opleiding - kwantiteit
Opleiding - kwaliteit
OV
GLD
Oost-Nederland doet het minder dan de
Europese concurrenten op het vlak van R&D
investeringen, patenten, opleidingsniveau en
marktpotentiaal.
Vooral Overijssel blijft achter bij de topfactoren,
verschil met Gelderland zit bij publieke R&D en
bij kwantiteit (universitaire) opleidingen (UT
t.o.v. WUR + RUN).
Qua kwaliteit van opleidingen doet OostNederland het goed t.o.v. Europese
concurrenten.
REGIO’S VAN OOST-NEDERLAND
typen regio’s
• Bestuurlijke en administratieve regio’s
• Homogene regio’s: overeenkomstige eigenschappen
• Functionele regio’s: samenhang door interactie
Verzorgingsregio’s (koopstromen)
Woningmarktregio’s (verhuizingen)
Arbeidsmarktregio’s (pendel)
‘Daily Urban System’
regionale indeling:
‘Daily Urban Systems’
• Oost-Nederland kent een polycentrisch stedelijk netwerk,
dat bestaat uit verschillende middelgrote agglomeraties.
Die agglomeraties noemen we ‘Daily Urban Systems’ (DUS).
Dit zijn regio’s waarbinnen het merendeel van het dagelijkse
leven plaatsvindt.
• De DUS-regio’s zijn afgebakend op basis van pendelstromen
van middelhoog opgeleiden en andere ruimtelijke relaties
(bijv. koopstromen).
• Dit levert in Oost-Nederland negen DUS-regio’s op
(inclusief sommige gemeenten buiten beide provincies)
de negen DUS-regio’s in Oost-Nederland
interregionale verhuissaldi van DUS-regio’s in Oost-Nederland, 2006-2012
verschillen naar opleidingsniveau
hoog opgeleiden
middelhoog opgeleiden
Verwevenheid DUS-regio’s binnen Oost-Nederland:
stedelijke as is dominante bestemmingsgebied
•
•
•
•
Interpretatie van de kaarten:
– dikte van lijnen correspondeert met volume van stromen
– rode lijnen = uitgaande stroom (herkomst)
– blauwe lijn = inkomende stroom (bestemming)
– rode regio = vertrekoverschot
– blauwe regio = vestigingsoverschot
Hoogopgeleiden:
– regio’s Zwolle, Arnhem, Rivierengebied en Food Valley hoogste vestigingsoverschot
(centrale steden winnen van regio’s binnen en buiten Oost-Nederland)
– regio’s Twente en Nijmegen hoogste vertrekoverschot (braindrain)
Middelhoogopgeleiden:
– regio’s Nijmegen, Arnhem en Food Valley vestigingsoverschot (centrale steden winnen
van regio’s binnen en buiten Oost-Nederland)
– centrale stedelijke as (Zwolle-Nijmegen) belangrijkste bestemming
Cleantech regio Stedendriehoek trekt migranten uit Twente en Achterhoek, maar verliest
aan de Randstad
beroepsbevolking naar werklocatie
naar opleidingsniveau
hoog
middelhoog
laag
ruimtelijke verdeling werkende beroepsbevolking
• Interpretatie kaarten: hoe donkerder, hoe groter aandeel
• Oostflank: veel middelhoogopgeleiden (maakindustrie)
• Westflank: veel laagopgeleiden (landbouw en logistiek)
• Cleantech regio Stedendriehoek: veel hoogopgeleiden
Oost-Nederland is voor een belangrijk deel aangewezen op de eigen
agglomeratiekracht. Dat behoeft niet een grote stad te zijn, maar kan ook
een netwerk zijn van middelgrote steden met goed geïntegreerde suburbane
gebieden. Specifieke specialisaties kunnen in dergelijke netwerken hun
gebrek aan massa compenseren (‘borrowed size’)
groei werkgelegenheid 2002-2013 (% groei)
• Stedendriehoek volgt de trend van
Werkgelegenheid
8
Zwolle
2
Twente
Cleantech regio…
2
Achterhoek
1
Arnhem
-5
Nijmegen
0
Rivierengebied
1
Food Valley
2
6
Noordrand Veluwe
2
Oost-Nederland
-10
National Share
-5
0
5
Industry Mix
10
15
20
25
Regional Shift
30
Oost-Nederland
• Gunstige omgevingsfactoren in de
regio’s Zwolle, Twente en Food
Valley compenseren de negatieve
effecten van de mix.
• Ongunstige omgevingsfactoren
zorgen in de stedelijke regio’s
Arnhem (meer) en Nijmegen
(minder) voor achterblijvende groei
van de werkgelegenheid
• In de regio Noordrand Veluwe
werken zowel mix als milieu een
hoge groei van de werkgelegenheid
in de hand.
Productiviteitsniveau*:
Zwolle boven niveau van Oost, Twente en Stedendriehoek eronder
1000
800
OostNL
600
400
200
0
Zwolle
Twente
Stedendriehoek
Arnhem
Nijmegen
WERV
* productiviteit Achterhoek
gemeten in toegevoegde
waardeRivierengebied
per arbeidsplaats
Noordrand Veluwe
groei toegevoegde waarde 2002-2013 (% groei)
• Cleantech regio Stedendriehoek heeft
•
•
•
•
een gunstig productiemilieu, maar een
ongunstige ‘mix’
Gunstige productiemilieus in Zwolle en
in Achterhoek vormen geen buffer tegen
groeiverlies tijdens de kredietcrisis,
mogelijk toenemend last van hun mix.
Twente, Cleantech regio
Stedendriehoek en Rivierengebied
volgen nationale groeitrend
lage groeicijfer in regio Arnhem hangt
samen met ongunstige ‘mix’ en milieu,
in Nijmegen met ongunstig milieu. Mix is
mogelijk stootkussen tijdens crisis
blijvende hoge groeicijfers in Noordrand
Veluwe door gunstige mix en gunstige
productiemilieu
toegevoegde waarde
Zwolle
4
3
Twente
Cleantech regio
Stedendriehoek
3
Achterhoek
5
-3
Arnhem
Nijmegen
-6
Rivierengebied
0
Food Valley -8
Noordrand Veluwe
5
Oost-Nederland
0
-10 -5
National Share
0
5
Industry Mix
10 15 20 25 30
Regional Shift
TW industriële mix in regio Zwolle: specialisatie (lq in 2015)
specialisatie op traditionele sectoren en
topsectoren agro-food en high tech
200
150
120
100
50
0
Specialisatiegraad
Stadsregio
Zwolle Zwolle
Oost-Nederland
% aandeel werkgelegenheid en toegevoegde waarde in regio Zwolle:
relatief veel banen in zorg en andere (publieke) diensten,
relatief veel toegevoegde waarde in voedingsindustrie en technologische industrie, bouw
en zakelijke en financiële diensten
20%
20%
15%
15%
10%
10%
5%
5%
0%
0%
% Toegevoegde waaarde (2013)
% banen (2015)
TW industriële mix in regio Twente: specialisatie (lq in 2015)
specialisatie in traditionele sectoren en
in topsectoren high tech, food en chemie
200
150
120
100
50
0
Specialisatiegraad
Twente
Oost-Nederland
% aandeel werkgelegenheid en toegevoegde waarde in regio Twente:
relatief veel werkgelegenheid in zorg en andere (publieke) diensten,
relatief veel toegevoegde waarde in FIRE, bouw, technologische industrie,
chemie en voedingsindustrie
20%
20%
15%
15%
10%
10%
5%
5%
0%
0%
% Toegevoegde waaarde (2013)
% banen (2015)
TW industriële mix in Cleantech regio Stedendriehoek:
weinig echte specialisatie, behalve houtverwerkende industrie en openbaar bestuur
specialisatie op topsector food (t.o.v. Nederland ) en chemie (t.o.v. Oost-NL)
200
150
120
100
50
0
Specialisatiegraad
Cleantech regio
Stedendriehoek
Stedendriehoek
Oost-Nederland
% aandeel werkgelegenheid en TW in Cleantech regio Stedendriehoek:
relatief veel werkgelegenheid in zorg, zakelijke diensten en detailhandel & horeca,
relatief veel toegevoegde waarde in FIRE, media, bouw en chemie
20%
20%
15%
15%
10%
10%
5%
5%
0%
0%
% Toegevoegde waaarde (2013)
% banen (2015)
‘regional shift’ :
vestigingsklimaat van de drie regionale specialisaties
basisfactoren ten opzichte van Europese concurrenten
gebrekkige agglomeratiekracht
geldt ook voor specialisaties
Basisindicatoren AgroFood
High tech Chemie
prima omgevingsfactoren zijn een troefkaart
Basisindicatoren
Effectieve overheid
Lonen
Werkloosheid (-)
Inkomstenbelasting
Belastingen totaal
Participatiegraad
Cultuur en restaurants
Toegang internet
Recreatie
Bereikbaarheid
int. luchthaven
Natuur
Congestie (-)
Omgevingskwaliteit
Kwaliteit huizen
Bereikbaarheid weg
Woonomgeving
Bevolkingsdichtheid
Betaalbaarheid huizen
Bevolkingsomvang
Kosten
levensonderhoud
= voor internationale concurrentiekracht (sector) niet van belang
AgroFood
High tech
Chemie
‘regional shift’ :
vestigingsklimaat van de drie regionale specialisaties
topfactoren ten opzichte van Europese concurrenten
Topindicatoren AgroFood
Kwaliteit
universiteit
Pubieke R&D
Patenten
Private R&D
Opleidingsniveau
Marktpotentiaal
Opleiding kwantiteit
High tech
Chemie
In de agro food staan meeste topfactoren
op ‘groen’, alleen op publieke R&D en
patenten blijft Overijssel achter,
Gelderland scoort juist goed op publieke
R&D voor agro food (WUR)
Europese concurrenten high tech en
chemie ‘spelen’ op hoger niveau dan
Overijssel. Zowel patenten en private
R&D als publieke R&D en kwaliteit
universiteit blijven achter bij de
concurrenten
Opleiding kwaliteit
= voor internationale concurrentiekracht (sector) niet van belang
DEEL 2:
VERMOGENS IN DE DRIE
OVERIJSSELSE REGIO’S
• Verdienvermogen
• Aanpassingsvermogen
• Combinatievermogen
SWOT op basis van de drie regionale vermogens
Kansen:
• Verdienvermogen: ‘rising stars’
• Aanpassingsvermogen: ‘entrepreneurial regime’
• Combinatievermogen: kans op cross-overs
Sterktes:
• Verdienvermogen: ‘stars’
• Aanpassingsvermogen: ‘routinized regime’
• Combinatievermogen: kans op doorgroei
Zwaktes:
• Verdienvermogen: ‘shrinking industries’
• Aanpassingsvermogen: ‘downsizing regime’
• Combinatievermogen: kans op opheffing
Bedreigingen:
• Verdienvermogen: ‘shrinking industries’
• Aanpassingsvermogen: ‘revolving door regime’
• Combinatievermogen: kans op krimp
VERDIENVERMOGEN
‘stars’ en ‘rising stars’ als trekpaarden van het regionaal
verdienvermogen
Gering
‘Stars’
(sterkte)
‘Rising stars’
(kans)
‘Slowly growing (rising) stars’
0
Krimp
Groei toegevoegde waarde 
Hoog
SWOT van verdienvermogen
‘Shrinking industries’
(zwakte en bedreiging)
Geen specialisatie
Wel specialisatie
Specialisatiegraad 
Verdienvermogen voor de crisis
2002-2008
Zw
Tw
CT
St
2002-2008
Landbouw
Groothandel &
Logistiek
Energie
Detailhandel &
Horeca
Voedingsindustrie
Textielindustrie
Hout & Papier
Media & ICT
Financiële diensten
Chemie
Vastgoed & Verhuur
Metaalindustrie
Zakelijke diensten
Technologische ind.
Openbaar bestuur
Meubelindustrie
NUTS
Onderwijs
Zorg
Bouw
Cultuur & Recreatie
Zw
Tw
CT
St
Verdienvermogen na de crisis
2008-2013
Zw
Tw
CT
St
2008-2013
Landbouw
Groothandel &
Logistiek
Energie
Detailhandel &
Horeca
Voedingsindustrie
Textielindustrie
Hout & Papier
Media & ICT
Financiële diensten
Chemie
Vastgoed & Verhuur
Metaalindustrie
Zakelijke diensten
Technologische ind.
Openbaar bestuur
Meubelindustrie
NUTS
Onderwijs
Zorg
Bouw
Cultuur & Recreatie
Zw
Tw
CT
St
Verdienvermogen over de hele periode
2002-2013
Landbouw
Energie
Voedingsindustrie
Zw
Tw
CT
St
2002-2013
Groothandel &
Logistiek
Detailhandel &
Horeca
Media & ICT
Textielindustrie
Financiële diensten
Hout & Papier
Chemie
Metaalindustrie
Vastgoed & Verhuur
Zakelijke diensten
Technologische ind.
Openbaar bestuur
Meubelindustrie
Onderwijs
NUTS
Zorg
Bouw
Cultuur & Recreatie
Zw
Tw
CT
St
AANPASSINGSVERMOGEN
Startende bedrijven en bestaande bedrijven
als dragers van regionale veerkracht
aanpassingsvermogen:
vermogen om zich aan te passen en te vernieuwen
debat
wie zijn der motoren van de regionale economie?
grote, ervaren en bestaande bedrijven
of
kleine, innovatieve en startende bedrijven
antwoord is afhankelijk van de
kennis en informatie context in een bedrijfstak cq markt
(complexiteit, asymmetrie, transactiekosten, overdraagbaarheid)
redenering levert vier groeiregimes op
operationeel probleem: geen data over innovatie per bedrijf,
wel over omvang, leeftijd en overlevingskans
startersquotes* verschillen weinig tussen de drie regio’s
stoppersquote** het hoogst in regio Twente
Gem. jaarlijkse quotes (2001-2015)
12%
10%
8%
6%
Starters
4%
Stoppers
2%
0%
* Startersquote = aandeel bedrijven ten opzichte van het totaal dat in een bepaald jaar gestart is (gem. jaarlijkse quote 2001-2015)
** Stoppersquote = aandeel bedrijven ten opzichte van het totaal dat in een bepaald jaar gestopt is (gem. jaarlijkse quote 2001-2015)
SWOT op aanpassingsvermogen
vier groeiregimes
‘Entrepreneurial regime’ (kansen):
• Sterke groei werkgelegenheid
• Hoge startersquote (veel starters)
• Hoge netto toevoeging (starter minus stoppers)
• Hoge overlevingskans starters
• Starters dragers van innovatie
‘Routinized regime’ (sterkte):
• Sterke groei werkgelegenheid
• Lage startersquote (weinig starters)
• Lage netto toevoeging
• Veel groei van werkgelegenheid bij blijvers
• Bestaande bedrijven dragers van innovatie
‘Downsizing regime’ (zwakte):
• Geringe groei of afname van werkgelegenheid
• Lage startersquote (weinig starters)
• Lage netto toevoeging (starters minus stoppers)
• Afname werkgelegenheid bij bestaande bedrijven
• Bestaande bedrijven dragers van innovatie
‘Revolving door regime’(bedreiging):
• Geringe groei of afname werkgelegenheid
• Hoge startersquote (veel starters)
• Veel turbulentie (starters plus stoppers)
• Hoge stoppersqoute (veel stoppers)
• Bestaande bedrijven dragers van innovatie
groeiregimes per bedrijfstak in de drie Overijsselse regio’s
weinig ondernemersregimes, veel geroutineerde regimes
Industrie en bouw
2000-2015
Handel en diensten
Zw
Tw
CT St
2000-2015
Zw
Tw
CT St
Energie
GR
GR
OR
Grooth. & :Logistiek
GR
GR
DR
Voedingsindustrie
GR
KR
KR
Detailh. & Horeca
GR
GR
GR
Textielindustrie
KR
KR
KR
Media & ICT
OR
OR
OR
Hout & Papier
KR
KR
KR
Financiële diensten
KR
KR
DR
Chemie
KR
KR
KR
Vastgoed
GR
GR
KR
Metaalindustrie
KR
KR
KR
Zakelijke diensten
OR
OR
OR
Technologische ind.
KR
KR
KR
Openbaar bestuur
GR
KR
GR
Meubelindustrie
OR
KR
GR
Onderwijs
GR
GR
GR
NUTS
GR
GR
DR
Zorg
GR
GR
OR
Bouw
KR
DR
DR
Cultuur & Recreatie
OR
OR
OR
* Door onzuiverheden in de data kunnen voor de landbouw geen
groeiregimes bepaald worden
OR = Ondernemersregime
GR = Geroutineerd regime
DR = Draaideurregime
KR = Krimpregime
COMBINATIEVERMOGEN
IN OVERIJSSELSE REGIO’S
gerelateerde bedrijfstakken als aanjagers van
de regionale kenniseconomie
in welke activiteiten is de regio het meeste weerbaar?
debat
specialisatie (lagere kosten, maar meer kwetsbaar)
of
diversiteit (nieuwe combinaties, maar hoge zoekkosten)
alternatieve gedachte
het gaat om de mate van complementariteit
(complementaire regio’s zijn het meeste weerbaar)
operationalisatie
‘skill relatedness’
overlappende kennisvelden die tot uiting komen
in zijwaartse en opwaartse baanwisselingen
(soortgelijke menselijk kapitaal)
SWOT van combinatievermogen
Kans: kans op cross-over
Sterkte: kans op doorgroei
• Agro-diensten
• Chemie
• Creatieve industrie
• Energie
• Agro-productie
• Logistiek
• HTSM
• Tuinbouw
• Water
Zwakte: kans op opheffing
• Financiële diensten
• ICT
• Life Sciences & Health
Zakelijke diensten
Bedreiging: kans op krimp
SWOT-analyse regionale inbedding in de negen
regio’s van Oost op basis van ‘skill-relatedness’
Topsector
NrV
Zw
Tw
Sd
FoVa
Ah
Ar
Nij
Ri
Agro-productie
O
S
O
S
S
S
W
O
S
Agro-diensten
S
S
S
O
S
S
W
W
S
Chemie
W
O
S
O
O
O
W
O
O
Creatieve industrie
W
T
W
O
S
W
T
W
S
Energie
W
T
O
O
W
O
T
W
O
Financiële Diensten
W
W
W
W
O
W
W
W
O
HTSM
W
O
S
O
S
S
T
O
O
ICT
W
W
W
W
S
W
T
W
S
Life-science & Health
W
O
O
W
S
O
W
S
O
Logistiek
S
S
O
S
S
S
T
T
S
Tuinbouw & UM
S
S
O
O
S
S
W
W
S
Water
O
S
S
O
S
S
W
O
S
Zakelijke Diensten
W
W
W
W
O
W
T
W
O
• Strength: regionale specialisatie en veel inbedding (hoge kans op
diversificatie en innovatie d.m.v. effectieve crossovers)
• Weakness: geen regionale specialisatie en weinig inbedding (geringe kans)
• Opportunity: geen regionale specialisatie en veel inbedding (nieuwe kans)
• Threat: regionale specialisatie en weinig inbedding (weinig kans)
INTERREGIONALE
SAMENWERKING
ideale regionale samenwerking verschilt per sector
Regio Zwolle: voortrekkersrol in kennistoepassing
meeste kans op samenwerking met de buren
Topsector
Agro-productie
Agro-diensten
Chemie
Creatieve industrie
Energie
Financiële Diensten
HTSM
ICT
Life-science & Health
Logistiek
Tuinbouw & UM
Water
Zakelijke Diensten
FoVa
S
S
O
S
W
O
S
S
S
S
S
S
O
NrV
O
S
W
W
W
W
W
W
W
S
S
O
W
Sd
S
O
O
O
O
W
O
W
W
S
O
O
W
Zw
S
S
O
T
T
W
O
W
O
S
S
S
W
Tw
O
S
S
W
O
W
S
W
O
O
O
S
W
Ah
S
S
O
W
O
W
S
W
O
S
S
S
W
Ar
W
W
W
T
T
W
T
T
W
T
W
W
T
Nij
O
W
O
W
W
W
O
W
S
T
W
O
W
= Zelf sterk en buren ook sterk (samenwerken met je buren)
= Zelf zwak en buren ook zwak (als je hierin wilt groeien moet je kennis verder weg ophalen)
= Zelf zwak, maar buren sterk (lenen/leren bij de buren)
Ri
S
S
O
S
O
O
O
S
O
S
S
S
O
kansen voor regionale samenwerkingen
Zwolle heeft een voortrekkersfunctie in de toegepaste
kenniseconomie van Oost- en Noord Nederland, want:
• heeft zelf een sterke uitgangspositie in bijna alle Topsectoren,
behalve de hoogwaardige dienstensectoren (veel ‘local buzz’)
• kan in potentie kennisnetwerken aangaan met partijen in sterke
en kansrijke buurregio’s zoals Twente, Cleantech regio
Stedendriehoek en Noordrand Veluwe (hechte ‘pipelines’)
• topvoorzieningen (opleidingen) en grote bedrijven in de regio
zelf en in de buurregio’s zijn de dragers van het
combinatievermogen
regio Twente: scharnierfunctie tussen NL en D
weinig onderscheidend van de buren (S-S, W-W)
kans op samenwerking over de nationale grens heen
Topsector
Agro-productie
Agro-diensten
Chemie
Creatieve industrie
Energie
Financiële Diensten
HTSM
ICT
Life-science & Health
Logistiek
Tuinbouw & UM
Water
Zakelijke Diensten
NrV
O
S
W
W
W
W
W
W
W
S
S
O
W
FoVa
S
S
O
S
W
O
S
S
S
S
S
S
O
Sd
S
O
O
O
O
W
O
W
W
S
O
O
W
Zw
S
S
O
T
T
W
O
W
O
S
S
S
W
Tw
O
S
S
W
O
W
S
W
O
O
O
S
W
Ah
S
S
O
W
O
W
S
W
O
S
S
S
W
Duitsl.
++
+
-++
++
+
++
+
--
Ar
W
W
W
T
T
W
T
T
W
T
W
W
T
Nij
O
W
O
W
W
W
O
W
S
T
W
O
W
= Zelf sterk en buren ook sterk (samenwerken met je buren)
= Zelf zwak en buren ook zwak (als je hierin wilt groeien moet je kennis verder weg ophalen)
= Zelf zwak, maar buren sterk (lenen/leren bij de buren)
Ri
S
S
O
S
O
O
O
S
O
S
S
S
O
kansen voor regionale samenwerkingen
Twente kan door opschaling een scharnierpuntfunctie vervullen
in de kenniseconomie van Oost-Nederland en Duitsland, want
• Twente heeft zelf een sterke uitgangspositie in veel
topsectoren behalve de hoogwaardige dienstensectoren
• Twente heeft de regionale economische omvang voor
opschaling van cross-overs en diversificatie, maar mist bij
uitblijven van opschaling marktpotentieel voor doorgroei
Twente moet het vooral hebben van samenwerking met de
Achterhoek en samenwerkingen over de nationale grens heen
Cleantech regio Stedendriehoek: centrale ligging in Oost
kansrijke samenwerking met veel regio’s in Oost
Topsector
Agro-productie
Agro-diensten
Chemie
Creatieve industrie
Energie
Financiële Diensten
HTSM
ICT
Life-science & Health
Logistiek
Tuinbouw & UM
Water
Zakelijke Diensten
NrV
O
S
W
W
W
W
W
W
W
S
S
O
W
Zw
S
S
O
T
T
W
O
W
O
S
S
S
W
Tw
O
S
S
W
O
W
S
W
O
O
O
S
W
Sd
S
O
O
O
O
W
O
W
W
S
O
O
W
FoVa
S
S
O
S
W
O
S
S
S
S
S
S
O
Ah
S
S
O
W
O
W
S
W
O
S
S
S
W
Ar
W
W
W
T
T
W
T
T
W
T
W
W
T
Nij
O
W
O
W
W
W
O
W
S
T
W
O
W
= Zelf sterk en buren ook sterk (samenwerken met je buren)
= Zelf zwak en buren ook zwak (als je hierin wilt groeien moet je kennis verder weg ophalen)
= Zelf zwak, maar buren sterk (lenen/leren bij de buren)
Ri
S
S
O
S
O
O
O
S
O
S
S
S
O
volop kansen voor regionale samenwerkingen
Cleantech regio Stedendriehoek heeft door de centrale ligging een
knooppuntfunctie in de kenniseconomie van Oost-Nederland, want:
•
•
Heeft veel sterke en kansrijke sectoren in de hoogwaardige industrie
en agrofood
Kan in potentie kennisnetwerken aangaan met partijen in sterke en
kansrijke buurregio’s zoals Twente, Zwolle, Noordrand Veluwe, Food
Valley en Achterhoek (hechte ‘pipelines’)
In de Topsectoren is Cleantech regio Stedendriehoek een mogelijk
verbindingspunt van de kenniseconomie van Oost-Nederland. Daar
kunnen ook topvoorzieningen (opleidingen) en grote bedrijven in
buurregio’s van profiteren.