alle vergaderstukken in één PDF

Download Report

Transcript alle vergaderstukken in één PDF

ZITTING 2015 – 2018
AGENDA
vergadering bestuurscommissie Vervoersautoriteit
op woensdag 7 december 2016, van 09.30 tot 11.00 uur,
vergaderzaal G van de MRDH, Grote Marktstraat 43 te Den Haag
22e
PUNTEN VAN BEHANDELING - OPENBAAR
Opening en mededelingen openbaar gedeelte
1. Vaststellen van de agenda van het openbare deel
Vaststellen verslag
2. Verslag van het openbare gedeelte van de 21e vergadering van de
bestuurscommissie Vervoersautoriteit d.d. 16 november 2016
•
Gevraagd besluit:
e
Het verslag van het openbare gedeelte van de 21 vergadering van de bestuurscommissie
Vervoersautoriteit vast te stellen.
Ter bespreking
3. Visie bewust reisgedrag MRDH
•
Gevraagd besluit:
1. De visie Bewust Reisgedrag MRDH vast te stellen.
2. In te stemmen met de voorgestelde verdere uitwerking van de visie zoals beschreven in de
bijgevoegde procesnotitie.
•
Met het samengaan van het Stadsgewest Haaglanden en stadsregio Rotterdam is behoefte ontstaan
aan een eenduidige visie en aanpak op het gebied van Mobiliteitsmanagement/Bewust Reisgedrag.
In de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid is het bepalen van deze visie opgenomen als een van de
uitwerkingsopgaven. De bijgevoegde visie op Bewust Reisgedrag geeft hier invulling aan en is tot
stand gekomen na diverse gesprekken met de regiogemeenten en overige stakeholders. De visie
richt zich primair op de periode na 2017, omdat tot die tijd de samenwerkingsprogramma’s Beter
Benutten Vervolg regio Haaglanden en Rotterdam worden uitgevoerd. Voorts wordt ingegaan op het
transitieproces dat nodig is om met de regiogemeenten en publieke en private stakeholders binnen
de Zuidelijke Randstad tot een concrete aanpak te komen. Hiervoor wordt tot medio 2017 de tijd
genomen, echter daar waar mogelijk kan dit al eerder tot concrete maatregelen of projecten leiden.
Hamerstukken
De hamerstukken zullen ter vergadering in één keer worden afgedaan. Indien u toch wenst te spreken over
een hamerstuk dient u dit voorafgaand aan de vergadering kenbaar te maken aan de voorzitter via
[email protected] en [email protected].
4. Aanpak Goederenvervoer MRDH
•
Gevraagd besluit:
1. De bijgevoegde rapportage ‘Aanpak Goederenvervoer MRDH’ vast te stellen.
2. De aanpak goederenvervoer die is ingezet met Beter Benutten te continueren volgens de
sporen:
a. Verdieping;
b. Communicatie en kennisdeling;
c. Vorming regio brede aanpak.
Pagina 1 van 5
•
In de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid (UAB) zijn de opgaven op het gebied van Goederenvervoer
in de MRDH benoemd en zijn algemene uitwerkingsvraagstukken aangegeven. Op basis van de
UAB, aanvullende interviews en een analyse van de bestaande situatie inclusief toekomstige
ontwikkelingen is bijgaande rapportage ‘Aanpak Goederenvervoer MRDH – Regio breed faciliteren
en coördineren’ opgesteld. De aanpak bestaat uit drie sporen en richt zich op de periode 2017 tot en
met 2019.
Het spoor ‘verdieping’ richt zich op het SMART maken van de kansen en mogelijke rol(len) voor de
MRDH voor de verschillende onderwerpen die opgenomen zijn in de UAB. Het spoor ‘communicatie
en kennisdeling’ richt zich op de taken uit de UAB die ingevuld kunnen worden door voort te bouwen
aan het netwerk goederenvervoer en verworven kennis te delen. Het laatste spoor ‘vorming regio
brede aanpak’ heeft betrekking op de Beter Benutten Vervolg programma’s van de voormalige
regio’s Stadsgewest Haaglanden en stadsregio Rotterdam. De meest succesvolle onderdelen van
beide programma’s zullen door de MRDH regio breed worden voortgezet.
5. Subsidielijst Vervoersautoriteit MRDH
•
Gevraagd besluit:
De lijst van subsidies en gunningen vast te stellen.
•
De bijgevoegde lijst bevat alle voorgestelde subsidieverleningen ten behoeve van Verkeer en
Vervoer verzameld in één tabel. De subsidieverleningen passen binnen de vastgestelde begroting,
maar vallen buiten het verleende ondermandaat.
6. Gunningsbesluit concessie Rail Haaglanden 2016 – 2026
•
Gevraagd besluit:
1. In te stemmen met de Roadmap strategische assets HTM, welke tot doel heeft het
onderhoudsniveau van de railinfrastructuur te verbeteren en de HTM-onderhoudsorganisatie op
een hoger niveau te brengen;
2. Te constateren dat is voldaan aan alle voorwaarden om de concessie Rail Haaglanden 20162026 te kunnen gunnen aan HTM Personenvervoer N.V.;
3. De portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit conform bijgevoegde volmacht te machtigen
om de zeggenschap (één aandeel) HTM Personenvervoer N.V. te verwerven;
4. De concessie Rail Haaglanden 2016-2026 te verlenen conform het bijgevoegde
concessiebesluit aan HTM Personenvervoer N.V.;
5. De vice-voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit te machtigen het bijgevoegde
gunningsbesluit en concessiebesluit te ondertekenen;
6. De portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit conform bijgevoegde volmacht te machtigen
alle aan het aandeelhouderschap verbonden bevoegdheden en verantwoordelijkheden uit te
voeren;
7. De gemeenteraden van de MRDH-gemeenten te informeren over bovengenoemde besluiten.
•
Met het besluit tot verwerven van het aandeel HTM Personenvervoer N.V (HTM) wordt voldaan aan
de wettelijke vereisten om te kunnen inbesteden. HTM heeft op 4 mei 2016 een bieding ingediend.
Op grond van de bieding en de reeds eerder door de bestuurscommissie vastgestelde
concessiedocumenten kan nu de concessie Rail Haaglanden 2016 worden verleend aan de HTM.
Het verwerven van het aandeel HTM, het tekenen van de samenwerkingsverklaring en het nemen
van het concessiebesluit zijn het sluitstuk van de inbestedingsprocedure voor de concessie Rail
Haaglanden 2016-2026. Op grond van de verleende concessie kan de HTM tussen december 2016
en december 2026 het tramvervoer in de Haaglandse regio uitvoeren.
Met het verlenen van de concessie Rail Haaglanden 2016-2026 neemt de MRDH de verplichting op
zich om een jaarlijkse exploitatiebijdrage aan de concessiehouder (HTM) te betalen. De
exploitatiebijdrage die HTM vraagt, past binnen de vooraf vastgestelde bovengrens. Daarmee is er
voldoende financiële ruimte om deze bieding te accepteren.
Pagina 2 van 5
7. Tienjarenplan beheer en onderhoud voertuigen en infrastructuur RET en HTM
•
Gevraagd besluit:
Aan HTM en RET uitstel te verlenen tot 1 april 2017 om een definitief tienjarenplan beheer en
onderhoud railinfrastructuur en railvoertuigen in te dienen binnen de kaders van de railconcessie
2016-2026.
•
In het kader van de railconcessie 2016-2026 dienen HTM en RET nog dit jaar een tienjarenplan
beheer en onderhoud voor zowel de railinfrastructuur als de railvoertuigen, ter vaststelling aan de
bestuurscommissie aan te bieden.
In de plannen dienen de HTM en RET aan te geven hoe zij met het beheer en onderhoud gaan
voldoen aan de railconcessie, waarin balans zit tussen de door MRDH geëiste prestatie-indicatoren,
het beschikbare budget en het beheersen van de risico’s. De concessie schrijft voor dat de HTM en
RET voor het eerst een tienjarenplan ter vaststelling aanbieden aan MRDH voor de railvoertuigen,
bij de railinfrastructuur was dit onder de voorgaande concessies al gebruikelijk.
Geconstateerd wordt dat de tienjarenplannen nog niet gereed zijn, het tijdpad naar de start van de
concessies is te kort gebleken. Derhalve wordt voorgesteld aan HTM en RET tot 1 april 2017 uitstel
te verlenen om de tienjarenplannen aan te scherpen. Besluitvorming in de bestuurscommissie vindt
dan voorjaar 2017 plaats. De kortere termijn onderhoudswerken bij HTM en RET ondervinden van
dit uitstel geen hinder, omdat de jaarplannen 2017 onderhoud nog dit jaar worden goedgekeurd.
8. Subsidieverlening RET inzake railinfrastructuur remise Kleiweg
•
Gevraagd besluit:
Conform bijgevoegde beschikking subsidie te verlenen aan RET op grond van de aanvraag en de
subsidieverordening verkeer en vervoer Rotterdam 2012, die van toepassing is op basis van artikel 2
van de tijdelijke subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2015, voor maximaal € 13.731.687,ter realisatie van de railinfrastructuur op het terrein remise Kleiweg.
•
De RET heeft op verschillende locaties in Rotterdam remises waar het tram- en metro materieel
(railvoertuigen) worden beheerd en onderhouden. Uit onderzoek is gebleken dat een
levensduurverlenging van de remise ‘s-Gravenweg en de nieuwbouw van remise Kleiweg
noodzakelijk is. Dit vanwege de matige conditie van de remises, de bereikbaarheid van de
werkplaatsen ten opzichte van het tramnet alsmede de noodzakelijke aanpassingen voor de langere
metro railvoertuigen in kader van het project Hoekse Lijn.
Door het realiseren van een levensduurverlening aan de remise ‘s-Gravenweg en de nieuwbouw van
de remise de Kleiweg wordt toekomstgericht voldaan aan de functionele eisen alsmede aan de
huidige wet- en regelgeving. Voor de levensduurverlengende maatregelen voor de remise ‘sGravenweg is door MRDH reeds een subsidie beschikbaar gesteld als onderdeel van het jaarplan
beheer en onderhoud infrastructuur 2016.
9. Goedkeuring investering HTM inzake railinfrastructuur remise Zichtenburg II
•
Gevraagd besluit:
Op grond van de subsidieverordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005, die van toepassing is op
basis van artikel 2 van de tijdelijke subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2015, HTM
goedkeuring te verlenen voor de realisatie van railinfrastructuur op het terrein remise Zichtenburg II
conform ingediende aanvraag voor maximaal € 15.884.168,-.
•
In het kader van het programma Netwerk Randstad Rail (NRR) wordt het tramnet in Den Haag en
omgeving aangepast aan breed trammaterieel. Het stallen en remiseren van de nieuwe brede
Avenio railvoertuigen maakt hier deel van uit. Onder de huidige railconcessie is de realisatie van
remises nog een (financiële) verantwoordelijkheid van de HTM. De rol van MRDH is hierbij beperkt
tot het faciliteren van de overgang naar de Avenio railvoertuigen. Hiertoe heeft de
bestuurscommissie op 15 juni 2016 reeds ingestemd met het verlenen van een subsidie aan HTM
Pagina 3 van 5
van max. € 2,75 miljoen voor de realisatie van 12 nieuwe ‘universele’ opstelplaatsen op de remise
locatie Zichtenburg II, waarmee de stalling van alle 60 nieuwe Avenio railvoertuigen is gefaciliteerd.
Met ingang van de nieuwe concessie Rail 2016-2026 is MRDH verantwoordelijk voor de realisatie en
financiering van spoorweginfrastructuur, waaronder remises en opstelplaatsen (exclusief
exploitatievoorzieningen en gebouwen). Met HTM is afgesproken dat, onder voorwaarde van een
positief concessiebesluit in 2016, MRDH in de verdere realisatie van de 36 nieuwe stallingsplekken
en de benodigde technische en operationele functies ter locatie van de remise Zichtenburg II zal
voorzien.
De totale investeringsomvang betreft 18,6 miljoen euro, waarvan door de BC Va van 15 juni jl. reeds
2,75 miljoen subsidie is verleend. De bestuurscommissie wordt voorgesteld in te stemmen met de
aanvullende investeringsbijdrage van € 15.884.168,- voor de realisatie van railinfrastructuur op het
terrein remise Zichtenburg II (excl. exploitatie en gebouwen) overeenkomstig de bijlage.
10. Subsidieverlening concessies openbaar vervoer 2017
•
Gevraagd besluit:
1. Het verlenen van subsidie Openbaar Vervoer 2017 voor de concessie Hoekse Lijn Voor de
periode 11 december 2016 -31 maart 2017 prijspeil 2016 (NS Reizigers BV) voor een bedrag
van € 2.114.895,-.
2. Het verlenen van subsidie Openbaar Vervoer 2017 voor de concessie Voorne Putten Rozenburg
voor de periode 11 december 2016 -10 december 2017 prijspeil 2016 (Connexxion) voor een
bedrag van € 9.128.977,-.
3. Het verlenen van subsidie Openbaar Vervoer 2017 voor de concessie Bus Rotterdam e.o. voor
de periode 11 december 2016 -10 december 2017 voorlopig prijspeil 2017 (RET Bus BV)
€ 28.565.185,-.
4. Het verlenen van subsidie Openbaar Vervoer 2017 voor de concessie Bus Haaglanden Stad
voor de periode 1 januari 2017 - 31 december 2017 op voorlopig prijspeil 2017 (HTMbuzz BV)
€ 14.605.051-.
5. De verlening van de beschikkingen tot subsidieverlening Openbaar Vervoer 2017 voor de
bijgevoegde perioden en concessies op te schorten tot uiterlijk april 2017 en voorlopige
voorschotten te verstrekken voor deze periode.
•
Voor genoemde concessies bij de onderdelen 1 tot en met 4 zijn concessiebesluiten genomen dan
wel (exploitatie)overeenkomsten gesloten. Conform de in deze besluiten en overeenkomsten
opgenomen voorwaarden dienen de concessiehouders jaarlijks een aanvraag voor een subsidie in.
Deze aanvraag is voor wat betreft de kwantiteiten een nadere uitwerking van de op 6 juli 2016 door
de MRDH goedgekeurde vervoerplannen.
In dit gevraagde besluit zijn alleen de subsidieverleningen opgenomen die het mandaat van de
directeur van de Vervoersautoriteit MRDH overstijgen. De directeur van de Vervoersautoriteit MRDH
heeft binnen zijn mandaat voor vijf concessies met een totaal maximum bedrag van € 3.615.277,subsidie verleend. In de bijlage is een totaal overzicht van de verleende subsidies OV opgenomen.
Voor de concessies bij onderdeel 5 is nog niet aan alle vereisten/voorwaarden voldaan om de
subsidies te kunnen verlenen. Om de uitvoering van deze concessies vanaf de start van het nieuwe
dienstregelingsjaar/kalenderjaar ongehinderd te kunnen laten plaatsvinden, ontvangen de
concessiehouders vooruitlopend op de te verlenen subsidie tot en met april 2017 per maand een
voorschot.
Pagina 4 van 5
N1.
Gebruiksovereenkomsten railvervoer Rotterdam (nagekomen stuk)
•
Gevraagd besluit:
De met RET en gemeente Rotterdam te sluiten nieuwe gebruiksovereenkomsten voor railinfra en
railvoertuigen, zoals opgenomen in de bijlagen bij deze agendapost, vast te stellen.
•
De besluitvorming over de overname van de financiering door de MRDH van railvoertuigen en – infra
ten behoeve van HTM en RET is tot nu toe voorspoedig verlopen en zal met de verwachte positieve
besluiten daartoe in het algemeen bestuur van 9 december a.s. worden afgerond.
In de regio Rotterdam zijn de onderlinge verhoudingen voor wat betreft railinfra en railvoertuigen
tussen RET, gemeente Rotterdam en de concessieverlener (voorheen de stadsregio Rotterdam en
vanaf 2015 de MRDH) vastgelegd in zogenoemde gebruiksovereenkomsten. In deze
overeenkomsten zijn het eigendom en het gebruik van de activa, alsook de financiering daarvan
nader bepaald. De voorgenomen overname van de financieringsrol door de MRDH noopte tot een
aanpassing van deze overeenkomsten. Daarbij komt dat de Europese Investeringsbank nu verlangt,
dat alle betrokken partijen formeel hebben ingestemd met deze gebruiksovereenkomsten, alvorens
de lening aan RET voor de (co)financiering van de nieuwe railvoertuigen voor de Hoekse lijn en de
frequentieverhoging van de E-lijn ad. € 120 miljoen (onder borgstelling van de MRDH) daadwerkelijk
kan worden verstrekt.
In de nu voorliggende gebruiksovereenkomsten zijn alle noodzakelijke aanpassingen verwerkt en
daarmee is door alle betrokken partijen ambtelijk reeds ingestemd. De instemming met en de
ondertekening van deze overeenkomsten ligt ook voor in het college van B&W van de gemeente
Rotterdam op 6 december a.s.
Ter informatie
11. Terugkoppeling adviescommissie Vervoersautoriteit d.d. 16 november 2016
De adviescommissies Economisch Vestigingsklimaat en de Vervoersautoriteit hebben in
gezamenlijkheid gesproken over het Regionaal Investeringsprogramma teneinde het algemeen
bestuur hierover te adviseren. Na dit gezamenlijke punt is in eigen kring verder gegaan en is onder
andere gesproken over het Treasurystatuut, Kadernota OV en het ontwerp-PvE.
De heer Rosier is namens het presidium/bestuurscommissie aanwezig geweest en verzorgt ter
vergadering een korte terugkoppeling.
12. Bestuurlijke planning MRDH
Bijgevoegd is de inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016. Tevens is een eerste doorkijk toegevoegd
tot aan de zomer van 2017. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen voor
behandeling gepland staan in de bestuurscommissie(s), adviescommissie(s), dagelijks bestuur en
algemeen bestuur. In het overzicht is aangegeven voor welke onderwerpen er een
zienswijzeprocedure voorzien is. De planning is opgesteld met de stand van zaken per begin
november 2016.
Rondvraag en sluiting openbare gedeelte
13. Rondvraag
De vergadering zal in beslotenheid worden voortgezet.
Volgende vergadering:
woensdag 1 februari 2017, 09.30 tot 11.30 uur
bij de MRDH, zaal G
Pagina 5 van 5
VERSLAG
Bestuurscommissie Vervoersautoriteit
vergadering 16 november 2016
OPENBAAR
Opening en mededelingen openbaar gedeelte
• Een welkom aan wethouder Arnold de Leeuw (Krimpen aan den IJssel).
• Verhinderd met bericht zijn de heren Van Sluis, Van Harten en Doorn.
1.Vaststellen van de agenda van het openbare deel
•
•
Agendapunt 3 ‘Regionaal Investeringsprogramma is opgesplitst in 3A ‘Nota van Beantwoording’
en 3B ‘Uitvoering’.
Agendapunt 5 ‘Beleidsnota Reserves, voorzieningen en fondsen’ zal op een later moment
besproken worden. Het algemeen bestuur heeft op 4 november besloten het
besluitvormingsproces, inclusief de zienswijzeprocedure, voor de Beleidsnota reserves,
voorzieningen en fondsen te koppelen aan de procedure van de begroting MRDH 2018.
Vaststellen verslag
e
2.Verslag van het openbare gedeelte van de 20 vergadering van de bestuurscommissie
Vervoersautoriteit d.d. 26 oktober 2016
e
De bestuurscommissie stelt het verslag van het openbare gedeelte van de 20 vergadering van de
bestuurscommissie Vervoersautoriteit vast.
Ter bespreking
3.Regionaal Investeringsprogramma
3.A.
Nota van Beantwoording
• De directeur EV, Lucas Vokurka, is aanwezig voor een toelichting.
• Van alle 23 gemeenten is een zienswijze ontvangen. Dit heeft niet geleid tot een wijziging van het
Regionaal Investeringsprogramma dat in juli jl. verstuurd is naar de gemeenten. Inmiddels ligt ook
een vervolgnotitie voor waarin de uitvoering van het Regionaal Investeringsprogramma wordt
beschreven. De bijbehorende projectenlijsten zijn bij deze versie ten opzichte van de versie in juli
jl. geactualiseerd.
• Op 14 oktober jl. liep de zienswijzeprocedure af voor gemeenten voor het aanleveren van
zienswijzen voor het Regionaal Investeringsprogramma. In de nota van beantwoording zijn de
zienswijzen van de gemeenten gebundeld en voorzien van een reactie.
• Het algemeen bestuur zal op 9 december a.s. de nota van beantwoording vaststellen.
De heer Melzer geeft aan dat in de Nota van Beantwoording (NvB) vragen worden geadresseerd en
deze worden inconsequent beantwoord of tegengesproken in het stuk over de uitvoering en in de
nazending. Er is geen duidelijke rol voor de bestuurscommissies weggelegd.
Een ander conflictpunt is de rol van EPZ. EPZ zou zich moeten beperken tot RNE. In de NvB is te
zien dat zij ook zitten in de programmaraad IP MRDH. Als wij in 3b. besluiten nemen mogen in de
NvB geen tegenstrijdigheden tegen. Via het DB kan dit nog wel gerepareerd worden.
De bestuurscommissies moeten een duidelijke rol hebben bij het onderwerp.
De heer Kist is onder de indruk van het vele werk wat is verzet. Zijn gemeente is voor wonen in het
groen, maar geef aan wat en wanneer gaat gebeuren. Het is prettig als in een antwoord wordt
aangegeven hoe e.e.a. zal landen. Het antwoord ‘zal gebeuren’ is weinig bevredigend.
1
De heer Vokurka geeft aan dat er een actielijst kan komen, misschien met actiehouders, maar dat dit
goed overdacht moet worden over hoe we dit gaan vormgeven.
De heer Rosier geeft aan dat de financiële motivering aangepast moet worden omdat er nu een
passage staat over sociale veiligheid (A4tje).
De heer Vermeulen merkt op dat GS ook een eigen besluitvormingstraject heeft inzake het
Investeringsprogramma MRDH. De A4-Zuid is nog een onderwerp waaraan gewerkt wordt en de
N257 staat nog benoemd. De A4-Zuid is wel verwerkt in het MIRT onderzoek bereikbaarheid
Rotterdam Den Haag.
De voorzitter geeft aan dat de Rotterdamse raadsleden het allemaal erg ambitieus vinden en vragen
om meer focus aan te brengen. Belangrijk is om in te zetten op de belangrijkste zaken. Graag een
toelichting op wat nu de status is van de etalageprojecten, die trachten focus aan te brengen.
Belangrijk is dat projecten niet van de lijst afvallen, maar later in tijd wel uitgevoerd gaan worden.
De heer Vokurka merkt op dat wat betreft de oproep van Rotterdam voor het aanbrengen van focus
dat hiervoor in de documenten is opgenomen waarop in 2017 wordt ingezet en er zijn er een aantal
etalageprojecten benoemd waarmee de MRDH actief naar buiten treedt. Ook de opmerkingen van
de raden zijn meegenomen bij de verwerking in de stukken. Er is actief contact met vier
departementen van het Rijk. De vraag vanuit het Rijk was hoe kunnen we ervoor zorgen dat we
vanuit de regionalisering (MRA en Eindhoven) het Rijk mee laten bewegen. Dit zowel op casusniveau
als op systeemniveau. Op directeurenniveau is er goede aansluiting bij het Rijk (partnership). Dit is
richting het nieuwe kabinet goed.
De kritiek op de stukken van de Nota van beantwoording en het uitvoeringskader is terecht. Er komt
een heldere uitvoeringsstructuur voor de publieke en bedrijfskant met de opmerkingen vanuit de
bestuurscommissies erin meegenomen voor het algemeen bestuur van 9 december 2016. Ook de rol
van de bestuurscommissies bij het Regionaal Investeringsprogramma wordt meegenomen in de
aanpassingen.
De voorzitter geeft aan dat het van belang is zaken goed aan te pakken. Gemeenten staan aan de
lat om de projecten uit te voeren.
De bestuurscommissie stemt in met:
1.Kennisnemen van de binnengekomen zienswijzen en de Nota van beantwoording door te geleiden
naar het dagelijks bestuur ter agendering in de vergadering van het algemeen bestuur van 9
december 2016.
3b.Uitvoering
•
•
Op 6 juli is in aanwezigheid van de bestuurlijk vertegenwoordigers van de 23 MRDH-gemeenten,
de provincie Zuid-Holland (PZH), de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ), Holland
Rijnland en Drechtsteden het investeringsprogramma aangeboden aan minister-president Rutte.
Hiermee is de regio erin geslaagd om een samenhangend en robuust pakket te presenteren dat
antwoord geeft op de vraag naar significante economisch versterking van de regio.
Het Regionaal Investeringsprogramma betekent een enorme opgave voor de regio. Met elkaar
moeten we ervoor zorgen dat de projecten tot uitvoering komen. Het is evident (gezien de
onderlinge afhankelijkheden en gezamenlijke mogelijkheden) dat een gedeelde en door alle
partijen gedragen uitvoering van groot belang is. Juist door als overheden gezamenlijk en in
samenhang op de realisatie van het programma te sturen wordt onderlinge synergie optimaal
benut. Deze notitie beschrijft ons voorstel voor een uitvoeringsstrategie van de gezamenlijke
partijen voor het Regionaal Investeringsprogramma.
De heer Smit merkt op dat het nagezonden stuk niet geheel aan lijkt te sluiten op de eerder
verzonden stukken. Daarnaast is in bijlage 1. Ridderkerk niet genoemd en in bijlage 2. wordt
2
Ridderkerk wel genoemd, maar staat er geen bestuurlijk eigenaar bij. Graag een algemene oproep
om de antwoorden die in de Nota van Beantwoording staan goed door te voeren in de projectlijsten.
De voorzitter roept op om zich melden bij de MRDH als u bestuurlijk eigenaar wilt zijn voor een
project.
De heer Rosier heeft wat wijzigen, maar voor wat betreft Lightrail is hij graag bestuurlijk trekker.
Wijzigingen worden nog per e-mail doorgegeven.
De heer Melzer heeft complimenten voor het vele verzette werk. Het is wel jammer dat de stukken
ons laat bereikt hebben.
Voor de laatste nazending geldt dat er een prominente rol toebedeeld, zowel bestuurlijk als ambtelijk,
wordt aan de twee grote steden. Dat strookt niet met ‘van, voor door’. Laat ook de andere MRDH
gemeenten aanhaken als zij dat willen. Het voorstel zou zijn dat 1 van de 2 grote gemeenten
bijvoorbeeld in de bestuurlijke groep zitting heeft en de andere ‘grote stad’ zitting heeft in de
ambtelijke groep.
Daarnaast heeft EPZ een aparte rol. EPZ moet zich louter bezighouden met RNE.
Investeringsprojecten komen immers in het programma terecht. Daarnaast moet het grote belang
liggen bij de bestuurlijke Investmentboard. EPZ en zijn bestuur pakt nu een te grote rol op. Een
sterkere positie van de bestuurscommissies, bijvoorbeeld door het Investmentboard te laten
terugkoppelen aan de bestuurscommissies, waar de besluiten plaatsvinden wordt bepleit.
De heer Kist sluit zich aan bij de heer Melzer voor wat betreft de positie van de bestuurscommissie
en de Investmentboard. Het is onduidelijk wanneer hier iets op tafel komt. Het is van belang om
vooral relatie tussen dit traject en de eigen begroting in kaart te hebben.
Mevrouw De Leeuwe vindt dat de organisatiestructuur beter voorbereid moet worden en wil later
hierover besluiten. Deze opzet wat betreft governance, ligt wel heel erg bij de steden. Dat is niet
correct en zij sluit zich aan bij de heren Kist en Melzer. Het is zaak plek te maken voor de andere
gemeenten en ook aandacht te schenken aan de rol van bestuurscommissies.
De heer Vermeulen stipt aan dat de relatie tussen MRDH en PZH ook verder aandacht behoeft. Er
komt nog een gesprek over de betrokkenheid van de andere regio’s. Hierover wordt nog overleg over
gevoerd met MRDH. Het lijkt de heer Vermeulen goed om dit onderdeel nog verder uit te
kristalliseren.
De heer Houtkamp geeft aan dat gehoord hebbende de input tot nu toe het goed is om de
betrokkenheid en rollen die er nu zijn wellicht uit te breiden met wat meer gemeenten dan nu het
geval is bij de Investmentboard. Dit geldt voor de aansturingstructuur zowel bestuurlijk en ambtelijk,
maar zet er voor het beeld naar buiten toe in de bestuurlijke groep, er twee gemeenten bij.
De heer Harpe wil graag meer dan 1 “special” per jaar en bredere betrokkenheid voor de
bestuurscommissie, maar zorg bij de “special” dan gelijk voor een update van de projectenlijst met de
bestuurlijke trekkers.
De heer Van Leeuwen worstelt met de termen focusprojecten en etalageprojecten. Daarnaast is het
ook niet helder hoe de etalageprojecten uit de focusprojecten zijn gedestilleerd. Daar wordt in de
stukken nu onvoldoende aandacht voor gevraagd.
De heer Rosier geeft aan dat de aanwezigen de wens delen voor bredere betrokkenheid, maar dat
dit ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid oplevert. Dit houdt in dat ook mensen geleverd
moeten worden door de gemeenten.
Mevrouw Mourik geeft aan dat de taak van de bestuurscommissie moet vooral zijn om ervoor zorg
te dragen dat er dingen gaan gebeuren. Gezamenlijk moet er aan de slag gegaan worden. Het gaat
3
nog steeds om een werkdocument. Betrokkenheid van de bestuurscommissies is voor de monitoring
van de uitvoering.
De voorzitter geeft aan dat de bestuurscommissie het grotendeels eens is met de voorliggende
stukken. Er is nog ruimte om bestuurlijk trekker te worden voor de projecten. Er zijn vooral veel
vragen over beslispunt 5. Wat betreft de positie van Rotterdam en Den Haag in de Investmentboard,
is het niet de bedoeling dat de twee grote steden alleen de koek verdelen. Er is sprake van een
grotere investeringscapaciteit, maar het Investeringsprogramma is voor de hele MRDH. Voor de
bestuurlijke Investmentboard kunnen er 1 of 2 gemeenten aansluiten.
De heer Vermeulen geeft aan dat er al projecten in het IP MRDH zijn opgenomen die samen met
Leiden of Drechtsteden worden uitgevoerd. De ambitie van PZH is hier een provincie breed
investeringsprogramma van te maken. Het is zonde om ook diverse belangrijke projecten hier niet in
op te nemen, denk daarbij aan bereikbaarheid Greenport/Havenbedrijf. Hij deelt de analyse dat we
focus moeten houden, maar niet de angst voor verdere uitbreiding. Gooi niet nu het kind met het
badwater weg.
De heer Vokurka dankt de bestuurscommissie voor de discussie. Dit is goede input voor verdere
uitwerking van het Investeringsprogramma. De heer Rosier en mevrouw Mourik slaan de spijker op
de kop. De opmerking over bredere betrokkenheid in de Investmentboard en rol en betrokkenheid
bestuurscommissie wordt meegenomen in de verdere uitwerking.
De voorzitter geeft aan dat de bestuurscommissie akkoord is met beslispunten 1 t/m 6, maar ten
aanzien van beslispunt 5 krijgt de bestuurscommissie een brief hoe met genoemde punten is
omgegaan. Ook richting algemeen bestuur moet duidelijk aangegeven worden wat hier besproken is.
De bestuurscommissie gaat akkoord met:
1) Het indelen van projecten van het Regionaal Investeringsprogramma in de categorieën:
A. Projecten waarvan MRDH of PZH bestuurlijk eigenaar zijn.
B. Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn.
C. Projecten waarvan derden (Rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn.
De projecten staan in bijlage 1.
2) De verantwoordelijkheids-/rolverdeling van de projecten zoals opgenomen in de bijlage 1 en 2
behorende bij deze notitie ‘Uitvoering Regionale Investeringsprogramma’.
3) Het opnemen van daarvoor in aanmerking komende projecten uit de shortlist van de Roadmap
Next Economy in het Regionaal Investeringsprogramma.
4) De voorgestelde keuze van de focusprojecten, van de projecten waar de MRDH-organisatie
extra inzet op pleegt en van de etalageprojecten.
5) Het informeren over relevante ontwikkelingen betreffende de uitvoering van het regionale
investeringsprogramma in de reguliere vergaderingen van de bestuurlijke gremia (algemeen
bestuur en bestuurscommissies) en eenmaal per jaar een ‘special’ te organiseren om de balans
op te maken.
6) De bovengenoemde besluiten (1 t/m 5) ter definitieve accordering voor te leggen aan het
algemeen bestuur van 9 december 2016.
4.Tarieven openbaar vervoer 2017
De heer Melzer geeft aan dat de tariefswijziging voor de buurtbus in Pijnacker-Nootdorp nog verwerkt
moet worden.
De heer Bosman geeft aan dat deze actie uitgevoerd wordt.
De heer Melzer verzoekt om in de eerste helft van 2017 een voorstel in de bestuurscommissie te
bespreken voor gelijktrekking van de tarieven.
De voorzitter zegt toe dit onderwerp te agenderen in de bestuurscommissie.
De bestuurscommissie stemt in met:
4
1.de landelijke en regionale tariefvoorstellen 2017, met o.a. het verhogen van het kilometertarief met
de Landelijke Tarieven Index (0,38%), gelet op het advies van het Metrocov, waarbij het
kilometertarief voor 2017 op 15,5 ct. voor de regio (oud) Haaglanden en voor de regio (oud)
stadsregio Rotterdam 13,7 ct. wordt.
2.de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van RET;
3.In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van HTM, uitgezonderd het
voorstel van het vervangen van Regio-abonnementen met de sterwaarde 5 en 6 door een
‘Zuidvleugelabonnement’;
4a. In te stemmen met de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van Connexxion,
uitgezonderd het voorstel van de kilometertariefverhoging naar 13,9ct;
4b. In te stemmen met het op 19 oktober 2016 gewijzigde voorstel van Connexxion voor het flat fare
tarief op de Parkshuttle Rivium van 55ct;
5. de bijgevoegde tarief- en reisproductvoorstellen van Veolia, uitgezonderd het voorstel van de
kilometertariefverhoging naar 15,7ct;
6.het verlenen van een volmacht aan de voorzitter van de Bestuurscommissie Va om een
afsprakenkader 2017 voor de opbrengstverdeling van de Regio Abonnementen te ondertekenen.
7. het verlenen van een mandaat aan de voorzitter van Bestuurscommissie Va om de tariefsbesluiten
te ondertekenen.
5.Beleidsnota Reserves, voorzieningen en fondsen [nazending]
Het algemeen bestuur heeft op 4 november besloten het besluitvormingsproces, inclusief de
zienswijzeprocedure, voor de Beleidsnota reserves, voorzieningen en fondsen te koppelen aan de
procedure van de begroting MRDH 2018. De beleidsnota zal daarom op een later moment besproken
worden.
Hamerstukken
6.Beleidsregel vergunning spoorvoertuigen werkmaterieel
De bestuurscommissie stemt in met:
1. de beleidsregel ‘ten aanzien van het gebruik van railwerkvoertuigen op het spoor’.
7.Beleidslijn Sociale veiligheid in het openbaar vervoer
De heer De Bruijn merkt op dat de ambitie wat aan de magere kant is. In Den Haag is het niveau 7,4
(opgesplitst in twee delen, rail en bus) en tram zit nu iets onder dat gemiddelde, maar voor tram moet
ook een 7,4 gaan gelden.
De heer Bosman geeft aan dat de ambitie van de vervoerbedrijven is om elke jaar beter te scoren.
Vanuit de regio wordt er 55 miljoen ingezet en meer geld is niet beschikbaar. Aangegeven is dat het
dan ook niet reëel is om een hogere ambitie op te leggen. Alle partners hebben wel de ambitie om de
niveaus verder op te krikken. Dit door o.a. slimme maatregelen en slim om te gaan met de
beschikbare middelen.
De heer De Bruijn vertelt dat Den Haag twee miljoen in sociale veiligheid extra investeert en daarom
kan hij niet thuiskomen met een gelijkblijvend ambitieniveau.
De heer Bosman antwoordt dat als gemeenten extra geld uitgeven aan sociale veiligheid, is het
verbinden van eisen hieraan geen gekke gedachte. Er komt een overleg met Den Haag voor een
passende formulering.
De bestuurscommissie stemt in met:
1.de Beleidslijn Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer vast te stellen.
8.Loon- en prijspeilaanpassingen 2016 concessie Hoekse Lijn (NS)
De bestuurscommissie stemt in met:
1.de loon- en prijspeilaanpassing 2016 conform de CPI (Consumentenprijsindex uit de Macro
Economische Verkenningen (MEV) voor de concessie Hoekse Lijn vast te stellen op 0,2%.
2.op grond van artikel 23 van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio
Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer
5
en Vervoer MRDH 2015 voor de loon- en prijspeilaanpassing 2016 een aanvullende subsidie van
maximaal € 9.488,- te verlenen aan N.S. Reizigers voor de uitvoering van de concessie Hoekse Lijn.
9.Tweede bestuursrapportage MRDH 2016
De heer Melzer geeft aan dat dit soort stukken niet behandeld moeten worden als hamerstuk. De
bestuursrapportage,en andere financiële stukken, verdient bestuurlijke aandacht.
10.Eerste veegactie: reglementen van orde
De bestuurscommissie stemt in met:
1.het bijgevoegde 'Eerste wijzigingsbesluit Reglement van Orde Vervoerautoriteit MRDH 2015' vast te
stellen, waarbij de belangrijkste wijzigingen zijn:
• invoegen procedure stemming op zaken;
• invoegen procedure stemming op personen;
• invoegen procedure voor het verkrijgen van informatie door raadsleden van de
deelnemende gemeenten.
Ter informatie
11.Roadmap Next Economy - fase 4
De heer Houtkamp vraagt aandacht voor het duurzaam vervoer en mist door batterij aangedreven
bussen in de samenvatting.
De voorzitter geeft aan dat het een terecht punt is en vraagt de opsteller meerdere energiebronnen
te benoemen.
De bestuurscommissie neemt kennis van de Roadmap Next Economy – fase 4.
12.Agenda adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH d.d. 16 november 2016
De bestuurscommissie neemt kennis van de agenda van de adviescommissie.
Rondvraag en sluiting openbare gedeelte
13.Rondvraag
De voorzitter meldt de stand van zaken indienststelling van het Haags Startstation E-lijn
De bestuurscommissie heeft op 15 juni 2016 ingestemd met de procedure voor het verstrekken van
de vergunning voor het in dienststellen van het HSE, waarna op 2 augustus de directeur
Vervoersautoriteit in mandaat de indienststellingsvergunning onder voorwaarde voor het HSE heeft
verleend;
•
•
Na een positief verloop van het test- en proefbedrijf, waarbij de Inspectiedienst Leefomgeving en
Transport de resultaten positief heeft beoordeeld, is de E-lijn op 22 augustus 2016 in exploitatie
gegaan. De exploitatie heeft tot op heden nagenoeg geen verstoringen gekend;
Omdat nu aan alle voorwaarden is voldaan zal er door de directeur Vervoersautoriteit in mandaat
een indienstellingsvergunning verleend worden voor 1 december 2016. Hiermee komt de
dienstverlening aan de reiziger niet in gevaar.
De heer Kist vraagt naar de stand van zaken Inwonerbijdrage Mobiliteitsfonds.
De voorzitter geeft aan dat het onderwerp wordt geagendeerd voor de vergadering van 7 december.
6
Aanwezig
Rotterdam
Den Haag
Zoetermeer
Albrandswaard
Brielle
P.J. Langenberg (voorzitter)
Th.J.A.M. de Bruijn
M.J. Rosier
J.E. de Leeuwe
A.A. Schoon
Delft
Hellevoetsluis
Krimpen aan den IJssel
Lansingerland
Leidschendam-Voorburg
Maassluis
Midden-Delfland
Nissewaard
Pijnacker-Nootdorp
Ridderkerk
L.B. Harpe
H. van Lith
G. Boudesteijn
S. Fortuyn
F.J. Kist
C. Pleijsier
H.H.V. Horlings
C. Mourik
P. Melzer
V.A. Smit
Rijswijk
Schiedam
R. van Hemert
M.C.J. Houtkamp
Westland
Westvoorne
A.W. Meijer
P. Blok – Van Werkhoven
Staf
Vervoersautoriteit
Vervoersautoriteit
Bedrijfsvoering
Bedrijfsvoering
Bedrijfsvoering
A.L. Gleijm (secretaris, directeur Vervoersautoriteit)
J.W. Immerzeel (manager Verkeer)
D. Dijs (voorlichting)
W. Dekker (bestuurszaken)
T. van Mourik (bestuurszaken)
Afwezig
Barendrecht
Capelle aan den IJssel
Vlaardingen
Wassenaar
D. Vermaat
D.P. van Sluis
R. van Harten
B. Doorn
7
Bestuurscommissie
Vervoersautoriteit
7 december 2016
agendapunt 3
Onderwerp
Voorstel
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
1) De visie Bewust Reisgedrag MRDH vast te stellen.
2) In te stemmen met de voorgestelde verdere uitwerking van de visie zoals
beschreven in de visie en de bijgevoegde procesnotitie.
Korte
motivering
Met het samengaan van het Stadsgewest Haaglanden en stadsregio Rotterdam is
behoefte ontstaan aan een eenduidige visie en aanpak op het gebied van
Mobiliteitsmanagement/Bewust Reisgedrag. In de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid is
het bepalen van deze visie opgenomen als een van de uitwerkingsopgaven. De
bijgevoegde visie op Bewust Reisgedrag geeft hier invulling aan en is totstandgekomen
na diverse gesprekken met de regiogemeenten en overige stakeholders. De visie richt
zich primair op de periode na 2017, omdat tot die tijd de samenwerkingsprogramma’s
Beter Benutten Vervolg regio Haaglanden en Rotterdam worden uitgevoerd. Voorts
wordt ingegaan op het transitieproces dat nodig is om met de regiogemeenten en
publieke en private stakeholders binnen de Zuidelijke Randstad tot een concrete
aanpak te komen. Hiervoor wordt tot medio 2017 de tijd genomen, echter daar waar
mogelijk kan dit al eerder tot concrete maatregelen of projecten leiden.
Financiën
Juridisch
Communicatie
Bijlagen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
1. Toelichting
2. Visie Bewust Reisgedrag MRDH
3. Procesnotitie verdere uitwerking Visie Bewust Reisgedrag
4. Infographic
Presidium
12 oktober 2016 en 9 november 2016
Ambtelijk overleg
10 oktober 2016
Zienswijzetermijn
n.v.t.
Adviescommissie
n.v.t.
Anders, te weten
n.v.t.
Zienswijzetermijn
n.v.t.
Adviescommissie
n.v.t.
Dagelijks bestuur
n.v.t.
Algemeen bestuur
n.v.t.
Anders, te weten
n.v.t.
Contactpersoon
ja
Marcus Potters
Telefoonnummer
nee
088 5445 185
Gevolgde
procedure
Verdere
procedure
Openbaar besluit
Wet. bekendmaking
Vergadering:
Agendapunt:
Onderwerp:
Van:
Datum:
Contactpersoon:
Telefoonnummer:
7 december 2016
3
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
Ming Wong
25 november 2016
Marcus Potters
088- 5445 185
Voorgesteld Besluit
1. De visie Bewust Reisgedrag MRDH vast te stellen.
2. In te stemmen met de voorgestelde verdere uitwerking van de visie zoals beschreven in de visie
en de bijgevoegde procesnotitie.
Aanleiding
De afgelopen jaren is in de regio’s Den Haag en Rotterdam actief ingezet op vraagsturing en
beïnvloeding van gedrag van reizigers. In het Stadsgewest Haaglanden werd dit uitgevoerd door de
samenwerkingsorganisatie Bereikbaar Haaglanden en in de stadsregio Rotterdam door stichting De
Verkeersonderneming. Beide gebieden kennen hun eigen succesvolle werkwijzen.
Eén gezamenlijke MRDH visie op Bewust Reisgedrag
Nu beide stadsregio’s per 1 januari 2015 zijn opgegaan in de vervoersautoriteit Metropoolregio
Rotterdam Den Haag (MRDH) willen we op het gebied van beïnvloeding van reisgedrag één MRDH visie uitdragen en naar één gezamenlijke regionale aanpak toe die voldoende ruimte biedt voor
maatwerk binnen de gemeenten. De reeds bestaande aanpakken bieden kans om elkaar te
versterken en vormen de basis voor een nieuwe visie op het onderwerp vraagsturing en beinvloeding
van reisgedrag. De contouren voor de toekomst en mogelijkheden voor synergie zijn besproken met
diverse gemeenten en in samenspraak uitgewerkt tot de visie Bewust Reisgedrag MRDH.
Deze notitie sluit aan bij de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid, waarin een nieuwe strategie voor
mobiliteitsmanagement voor de MRDH voor de periode vanaf 2017 (einde Beter Benutten Vervolg)
wordt benoemd als uitwerkingsopgave die inmiddels heeft geresulteerd in diverse concrete projecten
op het gebied van reisgedrag.
Inleiding en context
Een innovatieve aanpak van verkeer en vervoer die zowel de bereikbaarheid, veiligheid en
leefbaarheid van en binnen de regio bevordert, is noodzakelijk voor het behoud en versterking van de
economische positie van de metropoolregio. De tendens is dat de mobiliteit in de MRDH regio blijft
groeien. Ook na investeringen in infrastructuur, blijft de bereikbaarheid niet overal op het gewenste
niveau om de agglomeratiekracht van deze regio te versterken. Daarnaast staan de financiële
middelen onder druk. Dit geeft samen aanleiding om na te denken over een aanpak die, anders dan
infrastructurele aanpassingen, primair gericht is op vraagsturing en het gedrag van de reiziger. Om
deze koers succesvol te bewandelen is samenwerking tussen overheid en partners cruciaal.
Bewust Reisgedrag
Nadat jarenlang de nadruk heeft gelegen op infrastructurele oplossingen en aanpassingen is het tijd
een mindshift en gedragsverandering te bewerkstelligen waarbij ‘slim reizen’ het uitgangspunt is voor
reizigers. Bij bewust reisgedrag ligt de uitdaging in awareness creëren bij reizigers.
Bewust Reisgedrag is het stimuleren van bewustwording en blijvende gedragsverandering door:
− het slim prikkelen van reizigers en daarmee blijvend veranderen van gedrag;
− het beïnvloeden van de keuzes van burgers over de manier waarop zij zich verplaatsen;
− reizigers keuzes en mobiliteitsoplossingen op maat te bieden waarbij de eisen en wensen van
de mensen die zich verplaatsen centraal staan.
1
Bij Bewust Reisgedrag gaat het om alle maatregelen die een duurzame gedragsverandering bij
reizigers bewerkstelligen. Denk hierbij aan bewustwording bij het reizen zoals nut en noodzaak van de
voorgenomen reis, het slimmer organiseren van de reis, kunnen we op andere momenten reizen, via
alternatieve routes, openstaan voor en stimuleren van andere modaliteiten (o.a. fietsen, veren, het
openbaar vervoer of andere nieuwe innovatieve vervoersdiensten uit de markt). Voorwaarde voor
bewustzijn en blijvende gedragsverandering is dat alternatieven voordeel bieden voor de reiziger.
Hoewel het gaat om zogenaamde ‘zachte’ maatregelen is er een nauwe relatie met concrete projecten
als het verbeteren van OV, P+R en fietsinfrastructuur. De uitkomsten van deze projecten kunnen
immers direct effect hebben op het reisgedrag en de keuzes van de verschillende doelgroepen.
Ingezette koers door Bereikbaar Haaglanden en De Verkeersonderneming (VO)
Zoals al geschetst, is er tot op heden in de regio Den Haag en Rotterdam actief ingezet op
vraagsturing en beïnvloeding van reisgedrag. In het Stadsgewest Haaglanden wordt dit uitgevoerd
door de samenwerkingsorganisatie Bereikbaar Haaglanden en in de stadsregio Rotterdam door
stichting De Verkeersonderneming (De VO). Voorbeelden van succesvolle initiatieven zijn bijvoorbeeld
de werkgeverbijeenkomsten, de tweewielerregeling, de martkplaats voor mobiliteit en het financieel
belonen van spitsmijdingen. De kunst is nu de successen uit het verleden te verbreden binnen de
MRDH-regio waarbij ruimte blijft voor lokale initiatieven en aanpak daar waar gewenst.
Aanpak
Concreet gaat de MRDH in 2018 de volgende initatieven verbreden in de regio:
1. Continueren en optimaliseren van de werkgeversaanpak, waarbij met de werkgevers in de
regio blijvend wordt gezocht naar mogelijkheden om het reisgedrag van werknemers positief
te beïnvloeden.
2. Het verder verbreden van de gebiedsgerichte aanpak met een ambassadeursfunctie voor de
wethouders Verkeer om bewust reisgedrag te stimuleren.
3. Verbreden van de doelgroepen. Waar Bewust Reisgedrag zich tot nu toe vooral richtte op
woon-werkverkeer wil de MRDH Bewust Reisgedrag inzetten om het reisgedrag van alle
burgers te beïnvloeden (o.a. bewonersaanpak en andere doelgroepen), en ook op andere
momenten dan tijdens de spits.
4. Het inzetten van tijdelijke beloningsprojecten:
a. Bij de doelgroepenaanpak t.b.v. het stimuleren van projecten en initiatieven
b. Bij spitsmijdingen
5. Als het gaat om innovatie zullen nieuwe ideeën en diensten uit de markt gegenereerd worden
door inzet van een regionale marktplaats voor mobiliteit, infrastructuur en logistiek.
Succesvolle start ups worden doorgezet in de hele regio.
6. Zorgdragen voor kennisdeling op het gebied van Reisgedrag (leren van elkaar binnen de
MRDH regio en aansluiten bij landelijke platforms).
De MRDH wil burgers en reizigers informeren, motiveren en stimuleren in hun keuzes aangaande
mobiliteit binnen de metropoolregio. Daar waar mogelijk en nodig zal zij initiaitieven faciliteren en
(bij)sturen. Overkoepelend zal vanaf 2018 regionale marketing & communicatie worden ingezet om
bewustwording en gedragsverandering aangaande het reisgedrag te ondersteunen.
Bovenstaande aanpak zal na vaststelling van de visie vanuit de MRDH in samenwerking met de
regiogemeenten en andere publieke en private stakeholders binnen de Zuidelijke Randstad worden
geconcretiseerd, conform in de visie en aanvullende procesnotitie is opgenomen. Deze uitwerking
vindt plaats lopende 2016/2017 zodat uiterlijk eind 2017 een plan van aanpak voor 2018 gereed is
voor uitvoering.
2
Verdere uitwerking visie Bewust Reisgedrag
In de visie Bewust Reisgedrag is het belang van het inzetten op bewust reisgedrag beschreven (het
‘waarom’) en wordt, op basis van de leerervaringen binnen de beide Beter Benutten programma’s,
aangegeven welke mogelijkheden of bouwstenen er zijn om hier invulling aan te geven (het ‘wat’). Dit
memo schetst aanvullend hoe het verder uitwerkingsproces vormgegeven kan worden.
De visie Bewust Reisgedrag geeft aan waar de MRDH (en dus de 23 gemeenten) voor staat en gaat
op het gebied van reisgedrag. Daarbij dient te worden opgemerkt, zoals ook duidelijk in de visie tot
uitdrukking komt, dat de MRDH geen uitvoeringsorganisatie is.
Daarom zullen de visie en de mogelijke toekomstscenario’s die hieruit voortkomen ook besproken
worden met de Verkeersonderneming. Daarbij is het van belang om te bezien of er een bundeling van
krachten kan plaatsvinden tussen De Verkeersonderneming, Bereikbaar Haaglanden en andere
kansrijke samenwerkingsverbanden
Het komende jaar zal een nadere uitwerking plaats vinden om de inzet op bewust reisgedrag voor
deze regio te bepalen én in welke samenwerkingsverbanden dit het best georganiseerd kan worden
(het ‘hoe’). Deze uitwerking vindt plaats in samenwerking met alle relevante publieke en private
stakeholders binnen de Zuidelijke Randstad. Onderstaand overzicht beschrijft de contouren van dit
uitwerkingsproces.
Definiëren opgaven
De eerste stap is het definiëren van de opgaven die in de verschillende gebieden spelen. Te denken
valt aan onderstaande onderverdeling.
A. Landelijke/Regio overschrijdende opgaven
Hier vallen opgaven onder die niet alleen binnen deze regio naar voren komen, maar ook breder
in het land worden herkend. Te denken valt aan Intelligente Transport Systemen (ITS),
Mobiliteitsinnovatie enz. In overleg met andere regio’s, het Rijk, bedrijfsleven en kennisinstellingen
zal bekeken moeten worden welke opgaven er nog meer spelen.
B. Regionale opgaven
Dit zijn de opgaven die breed in de regio of Zuidelijke Randstad naar voren komen, of voor
bepaalde gebieden in de regio. Zo kunnen de opgaven voor hoog stedelijke gebieden wezenlijk
anders zijn dan voor landelijke woon- en werkgebieden. De vigerende agenda’s van de
betrokkenen en de diverse (MIRT-)onderzoeken (o.a. Bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag,
Mainport-Greenport, Bereikbaarheid Voorne-Putten) leveren belangrijke input hiervoor.
C. Lokale opgaven
Opgaven die binnen afzonderlijke gemeenten spelen. Goed voorbeeld is de renovatie van de
Maastunnel binnen de gemeente Rotterdam, waarbij de gemeente ook sterk inzet op bewust
reisgedrag om de verkeersopgave in goede banen te leiden. De stedelijke verkeersplannen van
de gemeenten dienen als belangrijke input.
De opgaven die in de gebieden spelen kunnen overigens breder van aard zijn dan alleen
bereikbaarheidsopgaven.
Bepalen van de organisatie en dekking
Op basis van de verschillende opgaven zal in overleg met betrokken (beleids)partijen besproken
moeten worden hoe bewust reisgedrag een bijdrage kan leveren bij het aanpakken van de opgaven.
Hierbij zullen de bouwstenen uit de visie als input betrokken worden. Voor één gebied biedt een
bewonersaanpak of marktplaats voor mobiliteitsdiensten uitkomst, terwijl voor een ander gebied een
werkgeversaanpak beter aansluit. De inhoudelijke kennis en ervaring die we daarbij hebben opgedaan
binnen Beter Benutten zullen daarin meegenomen worden.
Voorts zal ook besproken moeten worden wat ieders rol en (financiële) verantwoordelijkheid hierin kan
zijn en welke samenwerking/organisatievorm (bijv. via Bereikbaar Haaglanden en De
Verkeersonderneming) hier het best bij past.
Planning
De uitwerking van de visie vindt plaats vanaf najaar 2016 tot eind 2017. Daarbij zal zo veel als
mogelijk worden aangesloten bij de sessies “Verankering Beter Benutten” onder begeleiding van De
Verkeersonderneming.
Daarnaast zal de uitwerking van de visie bijdragen aan de vormgeving van de korte termijn aanpak
gericht op Slimme Bereikbaarheidsmaatregelen 2018-2021, waarover in het BO MIRT van dit najaar
afspraken zijn gemaakt. De eerste contouren van deze aanpak zullen in het voorjaar van 2017 gereed
zijn.
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
Opdrachtgever:
MRDH, Jan Willem Immerzeel
Opgesteld door:
Ming Wong
Datum:
22 09 2016
Versie:
Definitief
Inhoudsopgave
Voorwoord ............................................................................................................................................... 4
Context ................................................................................................................................................ 4
Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid ...................................................................................................... 4
Gezamenlijke MRDH visie, van, voor en door de gemeenten! ................................................................ 4
Uitvoering ............................................................................................................................................ 5
Leeswijzer ................................................................................................................................................ 5
1
2
3
4
Visie bewust reisgedrag ................................................................................................................... 6
1.1
Visie: bij bewust reisgedrag gaat het om gedragsverandering ................................................ 6
1.2
Opgaven Mobiliteitsmanagement Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid ................................... 7
1.3
Meer dan spitsmijdingen ( filereductie) ................................................................................... 7
1.4
De MRDH stimuleert continu innovatieve mobiliteitsdiensten in de markt ............................ 8
1.5
Een participatie samenleving ................................................................................................... 8
1.6
Door samenwerking bereiken we meer ................................................................................... 8
1.7
De ultieme toekomst! .............................................................................................................. 9
1.8
Conclusies ................................................................................................................................ 9
Wat is er tot nu toe gedaan? ......................................................................................................... 10
2.1
Inleiding ................................................................................................................................. 10
2.2
Initiatieven tot nu toe ............................................................................................................ 10
2.3
Bereikbaar Haaglanden .......................................................................................................... 10
2.4
De Verkeersonderneming ...................................................................................................... 12
2.5
Resultaten beide aanpakken .................................................................................................. 13
2.6
Kanttekeningen ...................................................................................................................... 13
2.7
Conclusie................................................................................................................................ 14
De rol van de MRDH ...................................................................................................................... 15
3.1
De MRDH als coördinator, facilitator en beleidsmaker .......................................................... 15
3.2
Raakvlakken met inhoudelijke thema’s in relatie tot gedragsverandering ............................ 16
Wat gaan we doen? ....................................................................................................................... 17
4.1
De belangrijkste projecten ..................................................................................................... 17
4.2
Participatie ............................................................................................................................. 17
4.3
Raakvlakken met inhoudelijke dossiers Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid ......................... 18
4.4
Regionaal kader met ruimte voor gebieds- of wijkgerichte aanpak ....................................... 19
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
2
5.
6
Uitvoeringsprogramma .................................................................................................................. 20
5.1
Aanbod Programmalijnen Bewust Reisgedrag MRDH............................................................ 20
5.2
Cafetaria model ten behoeve van maatwerkoplossingen ...................................................... 21
5.3
Invulling programmalijnen in samenwerking met de gemeenten ......................................... 21
Tot slot ........................................................................................................................................... 23
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
3
Voorwoord
Context
De afgelopen jaren hebben verschillende ontwikkelingen plaatsgevonden binnen de regio RotterdamDen Haag op het gebied van verkeer en vervoer. Verstedelijking, verdere economische groei,
technologische ontwikkelingen en automatisering leiden ertoe dat de beschikbare ruimte schaars is,
hetgeen vraagt om effectieve oplossingen. Een innovatieve aanpak die zowel de bereikbaarheid ,
veiligheid en leefbaarheid van en binnen de regio bevordert, is noodzakelijk voor het behoud en
versterking van de economische positie van de metropoolregio.
De tendens is dat de mobiliteit in de MRDH regio blijft groeien. Ook na investeringen1 in
infrastructuur, blijft de bereikbaarheid niet overal op het gewenste niveau om de agglomeratie kracht
van deze regio te versterken. Daarnaast staan de financiële middelen onder druk. Dit geeft samen
aanleiding om na te denken over een aanpak die, anders dan infrastructurele aanpassingen, primair
gericht is op vraagsturing en het gedrag van de reiziger. Om deze koers succesvol te bewandelen is
samenwerking tussen overheid en partners cruciaal!
Vanaf 1 januari 2015 is de Metropoolregio Rotterdam Den Haag een feit. Waar voorheen de
Stadsgewest Haaglanden en de Stadsregio Rotterdam vanuit een eigen visie op verkeer en vervoer
vorm gaven aan Reisgedrag, vraagt het samengaan om een gezamenlijke visie en aanpak. De
successen die zijn behaald in het verleden bieden een mooi fundament om op verder te bouwen.
In deze notitie wordt de visie op Reisgedrag voor de komende periode geschetst waarbij tevens wordt
ingegaan op de transitie die nodig is om te komen tot een verbrede regionale aanpak.
Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid
Deze notitie sluit aan bij de uitvoeringsagenda bereikbaarheid, waarin een nieuwe strategie voor
mobiliteitsmanagement voor de MRDH voor de periode vanaf 2017 (einde Beter Benutten Vervolg)
wordt benoemd als uitwerkingsopgave (Zie Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid pagina 95). Deze
nieuwe strategie richt zich expliciet op een integratie van de benaderingen vanuit Bereikbaar
Haaglanden en De Verkeersonderneming en zet breder in dan alleen op spitsmijden en woonwerkverkeer. In de nieuwe visie en strategie wordt dan ook expliciet ingezet op nieuwe doelgroepen
en andere modaliteiten dan de auto.
Gezamenlijke MRDH visie, van, voor en door de gemeenten!
Bij de visie en de implementatie zullen expliciet de gemeenten betrokken2 worden (zie ook
Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid). De MRDH gemeenten hebben immers een belangrijke rol binnen
1
Binnen het Beter Benutten (Vervolg) programma is er door o.a. Rijk, regio en het bedrijfsleven de afgelopen periode geïnvesteerd in
infrastructurele aanpassingen en innovatie maatregelen die reizigers in staat stellen om op een slimme manier op de plek van bestemming te
komen.
2
Deze notitie is tot stand gekomen in samenwerking met ambtelijk specialisten van de gemeenten Westland, Barendrecht, Albrandswaard
en Ridderkerk (BAR), Zoetermeer, Krimpen aan den IJssel en Midden-Delfland.
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
4
zowel de MRDH als naar de lokale stakeholders toe zoals de bewoners, de scholen, de (sport)
verenigingen en het bedrijfsleven. Daarnaast zijn bij de totstandkoming van deze notitie diverse
interviews gehouden3.
Uitvoering
Op dit moment blijven de beide uitvoeringsorganisaties (De Verkeersonderneming en Bereikbaar
Haaglanden) naast elkaar bestaan. Dit is ook wenselijk, omdat deze uitvoeringsorganisaties zijn
afgestemd op het uitvoeringsprogramma van Beter Benutten. Dit programma loopt in 2017 ten einde.
In 2016 zal de blauwdruk toekomstige uitvoeringsorganisatie in relatie tot deze nieuwe visie
Reisgedrag worden beschreven. In 2017 zal in het kader van synergie de blauwdruk van de
uitvoeringsorganisatie worden geïmplementeerd. Uiteraard mag deze transitie geen negatief effect
hebben op de huidige (Beter Benutten) programma’s.
Mochten er zich in de tussentijd kansen voordoen om onderdelen uit de beide aanpakken te
verbreden, dan zal in samenwerking onderzocht worden hoe we deze kunnen verzilveren.
Leeswijzer
In hoofdstuk 1 wordt beschreven wat onder Bewust Reisgedrag verstaan wordt en wat de visie is van
de MRDH. Hoofdstuk 2 gaat in op wat er de afgelopen periode is gedaan op dit gebied. Hier wordt
stilgestaan bij de aanpakken van regio’s Rotterdam en Haaglanden uitgevoerd door respectievelijk De
Verkeersonderneming en Bereikbaar Haaglanden. Hoofdstuk 3 en 4 beschrijft de rol van de MRDH en
de aanpak op hoofdlijnen op het gebied van Bewust Reisgedrag. Tot slot zijn de mogelijke concrete
projecten beschreven in hoofdstuk 5 die ingezet kunnen worden bij gemeenten die het Reisgedrag van
hun burgers willen beïnvloeden.
3
Interviews met internen (MRDH) en externen (o.a. De Verkeersonderneming, Bereikbaar Haaglanden en Van der Waal Advies Partners,
Rijkswaterstaat, gemeenten).
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
5
1
Visie bewust reisgedrag
1.1 Visie: bij bewust reisgedrag gaat het om gedragsverandering
Het reisgedrag van burgers wordt beïnvloed door het aanbod van infrastructuur en vervoersdiensten
en de vraag naar verplaatsingen en het gedrag daarbij. Nadat jarenlang de nadruk heeft gelegen op
infrastructurele oplossingen en aanpassingen is het tijd een mindshift en gedragsverandering te
bewerkstelligen waarbij ‘slim reizen’ het uitgangspunt is voor reizigers. Het dag in dag uit, vanuit
gewoonte, structureel de auto gebruiken door de werknemer of iedere dag structureel reizen met het
openbaar vervoer door studenten in de spits is wellicht niet nodig. Bij bewust reisgedrag ligt de
uitdaging in awareness creëren bij reizigers.
Bewust Reisgedrag is het stimuleren van bewustwording en blijvende gedragsverandering door:



het slim prikkelen van reizigers en daarmee blijvend veranderen van gedrag
het beïnvloeden van de keuzes van burgers over de manier waarop zij zich verplaatsen;
reizigers keuzes en mobiliteitsoplossingen op maat te bieden waarbij de eisen en wensen van
de mensen die zich verplaatsen centraal staan.
Bij Reisgedrag gaat het er primair om dat er ‘zachte4’ maatregelen genomen worden die een
duurzame gedragsverandering bij reizigers bewerkstelligen. Denk hierbij aan bewustwording bij het
reizen zoals nut en noodzaak van de voorgenomen reis, het slimmer organiseren van de reis, kunnen
we op andere momenten reizen, via alternatieve routes, openstaan voor en stimuleren van andere
modaliteiten (o.a. fietsen, veren, het openbaar vervoer of andere innovatieve vervoersdiensten). De
voorwaarde voor bewustzijn en blijvende gedragsverandering is dat alternatieven voordeel bieden
voor de reiziger. Immers, mensen willen zo snel, gemakkelijk en comfortabel mogelijk reizen en als het
kan moet het ook betaalbaar zijn. Het ‘geluk’ van reizigers wordt in grote mate bepaald door in
hoeverre zij worden voorzien in hun mogelijkheden tot mobiliteit.
Uiteraard hebben inhoudelijke thema’s zoals P&R, informatievoorziening, ‘last miles’, ketenmobiliteit
en infrastructuur raakvlakken met Reisgedrag. Binnen het verkeers- en vervoerbeleid van de MRDH
moeten we hierin blijven optimaliseren, zie hoofdstuk 5. Tot slot wordt opgemerkt dat reisgedrag ook
beïnvloed wordt door arbeidsvoorwaarden en fiscale regelingen en wetgeving.
4
Bij zachte maatregelen gaat het om inzicht geven in alternatieven en sturen op bewustwording. Een voorbeeld hiervan is structurele
communicatie en campagnes. Bij harde maatregelen denken we o.a. aan het fysiek aanleggen van infrastructuur.
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
6
1.2 Opgaven Mobiliteitsmanagement Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid
Uitgangspunt van de visie mobiliteitsmanagement (lees Bewust Reisgedrag) is de Uitvoeringsagenda
Bereikbaarheid. De opgave op dit gebied is weergegeven in tabel 1.1.
Tabel 1.1 Opgaven Mobiliteitsmanagement zoals beschreven in de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid.
1.3 Meer dan spitsmijdingen ( filereductie)
Vooralsnog richtte Bewust Reisgedrag in Nederland zich vooral op de mobiliteit van werknemers. Het
toepassingsgebied van Bewust Reisgedrag is echter niet alleen woon-werkverkeer maar omvat alle
momenten waarop burgers reizen. De gewenste resultaten behelzen dan ook meer dan filereductie en
spitsmijdingen. Door doelgroepenverbreding kan ingespeeld worden op nieuwe kansen. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan de doelgroep jongeren5 die social media in OV aantrekkelijker vinden dan andere
modaliteiten. Of aan de doelgroep kwetsbare ouderen voor wie mobiliteit niet zo vanzelfsprekend is
en nieuwe diensten op dit gebied mogelijk uitkomst bieden.
De MRDH wil door de inzet van Bewust Reisgedrag continu bijdragen aan de bereikbaarheid,
leefbaarheid, aantrekkelijkheid en duurzaamheid van steden en locaties binnen de regio. Denk hierbij
ook aan Reisgedrag in relatie tot citymarketing en evenementen. Het kan een positieve bijdrage
hebben op het economisch vestigingsklimaat!
Daarnaast kan het bieden van betere keuzes en vervoersalternatieven aan reizigers bijdragen aan
duurzamer vervoer waarbij de keuze voor het vervoermiddel afhankelijk is van de te maken
verplaatsing. Het kan het reizen in sommige situaties zelfs overbodig maken. Op die manier sluit
Reisgedrag aan bij maatschappelijke trends als verduurzaming, flexibilisering en Het Nieuwe Werken.
Door slimmer reizen, vaker buiten de spitsuren en met andere vervoermiddelen, vermindert tevens
het aantal ongevallen hetgeen bijdraagt aan de veiligheid binnen de regio.
5
http://www.cbs.nl/nl-nl/menu/themas/verkeer-vervoer/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-3828-wm.htm
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
7
1.4 De MRDH stimuleert continu innovatieve mobiliteitsdiensten in de markt
Interessante creatieve oplossingen, ideeën c.q. nieuwe vervoersdiensten dragen bij aan de keuzes van
reizigers. De (internationale) markt wordt gezien als een grote denktank waar mobiliteitsoplossingen
kunnen worden gestimuleerd. Hierdoor kunnen kansrijke ideeën uitgewerkt worden tot pilots. Denk
hierbij aan mobilteitsconcepten zoals ‘Mobility as a Service6’. Na evaluatie kunnen deze pilots tot
volwassenheid worden gebracht en succesvol worden verbreed binnen de MRDH regio. De MRDH
creëert deels met financiële prikkels ruimte voor de markt en samenleving om ideeën tot concrete
mobiliteitsdiensten te ontwikkelen. Publiek private samenwerkingsvormen bieden kansen om de
bereikbaarheid in de MRDH regio te vergroten. Een goed voorbeeld is de marktplaats voor mobiliteit
en infrastructuur, maar ook andere instrumenten die leiden tot het initiëren van succesvolle
innovatieve oplossingen worden omarmd.
1.5 Een participatie samenleving
Een trend in de maatschappij is het stimuleren van sociale cohesie door een (burger)participatie
maatschappij. De rol van de overheid verandert. Binnen dit kader kunnen bewustwording en
gedragsverandering als het gaat om Bewust Reisgedrag aangejaagd worden door de bewoners zelf.
Concreet kunnen bewoners elkaar attenderen op hun oude vastgeroeste gedrag en inspireren met
alternatieve oplossingen. De MRDH wil in dit kader nadrukkelijk de ontwikkelkracht van de
samenleving (en het bedrijfsleven) benutten en stimuleren bij de realisatie van de mobiliteitsopgaven,
zie hoofdstuk Innovatie Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid).
Door samen te werken met o.a. belangenverenigingen, lokale buurtnetwerken, stichtingen en
preventieteams en hen te ondersteunen in middelen wordt eigen verantwoordelijkheid op het gebied
van gedragsverandering gestimuleerd. Het beïnvloeden van reisgedrag wordt op deze manier
ondergebracht binnen de samenleving.
1.6 Door samenwerking bereiken we meer
Samenwerking met gemeenten, werkgevers, platforms en aanbieders van vervoersdiensten is
essentieel. Immers, Bewust Reisgedrag is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle partijen:
wegbeheerders (gemeenten, provincie en Rijkswaterstaat), bedrijfsleven, onderwijs, burgers,
mobilisten en aanbieders. Denk in dit verband aan kansen op het gebied van Bewust Reisgedrag
binnen een Triple Helix samenwerking, waarin wellicht verbindingen kunnen worden gelegd tussen
het bedrijfsleven, onderwijs en overheid.
De MRDH is ervan overtuigd dat door slimmer samenwerken met en tussen de 23 MRDH-gemeenten
kennis, kwaliteiten en ervaring die de afgelopen jaren zijn opgebouwd in de regio optimaal kunnen
worden ingezet. Samenwerking met partners op het gebied van Bewust Reisgedrag moet de komende
jaren leiden tot verdere netwerkontwikkeling, mobiliteitsinnovatie, kennisontwikkeling en
kennisdeling.
6
Bij dit concept worden door marktpartijen integrale oplossing aangeboden die zorgdragen dat de reiziger vanaf gewenste locatie tot
eindbestemming komt. Hij hoeft zich geen zorgen te maken over de lastmiles van de reis!
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
8
1.7 De ultieme toekomst!
De komende periode zal de MRDH de rol van coördinator (stimuleren, aanjagen, marktmeester),
facilitator en beleidsmaker op zich nemen. Uiteindelijk doel is dat markt en de maatschappij over 10
jaar zelfstandig en intrinsiek bewust handelen als het gaat om Reisgedrag. Er zijn naast de bestaande
mobiliteitsdiensten tal van nieuwe mobiliteitsdiensten uit de markt. De doelgroep kiest dan bewust
bij het reizen. Mobiliteitsdiensten uit de markt kunnen op eigen benen staan. Door continue
kwaliteitsverbetering bij o.a. OV, (E)fiets & ketenmobiliteit, parkeren & P+R terreinen, first & last miles
en netwerkversterkingen zijn er nauwelijks belemmeringen voor de keuze van alternatieven door
reizigers. Als deze fase wordt bereikt kan en zal de overheid meer terugtreden en doet de markt
zelfstandig haar werk. Tot die tijd blijft de MRDH Bewust Reisgedrag stimuleren.
1.8 Conclusies
Uitgangspunt van de visie zijn de opgaven zoals beschreven in de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid.
De visie Bewust Reisgedrag omvat in hoofdlijnen:





Het stimuleren van bewustwording en blijvende gedragsverandering bij reizigers.
De doelgroep is meer dan werknemers. Vanuit de doelgroepenbenadering kunnen ook andere
doelgroepen kansrijk zijn. Spitsmijdingen is niet het enige criterium.
De MRDH wil in dit kader nadrukkelijk de ontwikkelkracht van de samenleving (en het
bedrijfsleven) benutten en stimuleren bij de realisatie van de mobiliteitsopgaven.
(Burger)participatie sluit hierop aan.
De MRDH gelooft in samenwerking. Immers: Bewust Reisgedrag is een gezamenlijke
verantwoordelijkheid.
Creatieve mobiliteitsoplossingen komen uit de markt!
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
9
2
Wat is er tot nu toe gedaan?
2.1 Inleiding
Om te komen tot een gezamenlijke visie voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn eind 2015
interviews gehouden met verschillende betrokkenen7 over hun ervaringen tot nu toe en hun visie op
reisgedrag8 voor de toekomst. De uitkomsten van de interviews en toetsing ervan binnen en buiten de
MRDH hebben vervolgens geleid tot het opstellen van deze notitie.
Een visie op Reisgedrag staat natuurlijk niet op zichzelf. Reisgedrag maakt integraal onderdeel uit van
het verkeers- en vervoersbeleid. Het is een belangrijk instrument voor het oplossen van
bereikbaarheidsproblemen waarbij de focus ligt op gedragsbeïnvloeding van (individuele) reizigers. In
de opgestelde Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid worden de opgaven en de samenhang met andere
programma’s zoals Openbaar Vervoer, Ketenmobiliteit, Duurzame Mobiliteit en Verkeersmanagement
beschreven.
2.2 Initiatieven tot nu toe
In het verleden zijn er diverse initiatieven geweest op het gebied van Reisgedrag (of vraagsturing).
Denk hierbij aan de Taskforce Mobiliteitsmanagement, milieuwetten en specifieke onderdelen binnen
het Beter Benutten programma. In de loop der jaren is het beleid veranderd van een aanbodgerichte
aanpak (overheid) naar een vraaggerichte aanpak (bedrijfsleven). In het laatste geval bundelen
werkgevers de krachten en nemen zelf initiatief om vanuit hun (mede)verantwoordelijkheid de
bereikbaarheid in de regio te verbeteren. Succesvol voorbeeld hiervan is het netwerk van Bereikbaar
Haaglanden met een specifieke rol voor het bedrijfsleven en mobiliteitsmakelaars!
2.3 Bereikbaar Haaglanden
Organisatie en doelen
Het programma Beter Benutten (als het gaat om Reisgedrag cq vraagsturing) wordt voor de regio
Haaglanden uitgevoerd door Bereikbaar Haaglanden. Bereikbaar Haaglanden is een
samenwerkingsverband van VNO-NCW West, MRDH, TLN EVO en Duurzaam Den Haag. Daarnaast
spelen twee mobiliteitsmakelaars een rol om de verbinding te leggen tussen de werkgevers en de
aanbieders van vervoersdiensten. Het hoofddoel was 20% minder files door vermindering van het
7
O.a. Programmamanagers, beleidsmakers Regisseurs, Mobiliteitsmakelaars, ondernemers en RWS.
Bij de interviews is gesproken over het begrip mobiliteitsmanagement. In dit kader hanteert de MRDH het begrip Reisgedrag. Deze term
geeft een betere duiding aan de kern: het gaat om gedrag bij reizen.
8
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
10
aantal automobilisten in de spits. Dit wordt uitgedrukt in het aantal spitsmijdingen cq
voertuigverliesuren.
De inzet op verbeteringen binnen het logistieke programma door een logistiek clustercoördinator is bij
Bereikbaar Haaglanden ondergebracht.
Zowel bij Haaglanden als bij De Verkeersonderneming vormt het logistieke programma onderdeel van
de totaalaanpak. Dit valt ook binnen de scope van het Beter Benutten programma.
Wat levert het op?
De afgelopen periode is er door Bereikbaar Haaglanden ingezet op de werkgeversaanpak. Deze aanpak
volgt uit de visie dat werkgevers zelf bewust kunnen worden en zich verantwoordelijk voelen voor
Reisgedrag. De mobiteitsmakelaar brengt oplossingen en de vraag vanuit het bedrijfsleven bij elkaar.
Deze aanpak heeft geleid tot:
-
-
-
-
Gebiedsgerichte benadering met lokale ambassadeursduo’s, te weten directielid cq CEO
werkgever en wethouder Verkeer. Zij fungeren als inspiratieteams en zijn gesprekspartner
voor lokale werkgevers die zich richten op het stimuleren van Slim Reizen en Slim Werken. Een
positieve opbrengst is dat er waardevolle verbindingen ontstaan tussen bestuurders en
directieleden over gedragsverandering bij de doelgroep werkgevers. Dit heeft geleid tot een
grote groep van convenantpartners!
Kennisdeling en verbinden van convenantpartners Bereikbaar Haaglanden met
ontbijtbijeenkomsten, kennisdelings- en themabijeenkomsten. Belangrijk aandachtspunt voor
de Beter Benutten Vervolg periode is het groeiende netwerk van ondernemersverenigingen
en werkgevers. Dit netwerk functioneert als een kenniscommunity waarin werkgevers
ervaringen uitwisselen en elkaar op weg helpen naar nieuw vervoersbeleid;
Het adviseren en ondersteunen van maatwerkprojecten getrokken door werkgevers en gericht
op het reizen met andere modaliteiten of op andere tijdstippen met een gering werkbudget.
Concreet kan het gaan om pilots en experimenten in de sfeer van arbeidsvoorwaarden,
fietsstimulering, deelauto’s, aanpassingen werkroosters, parkeerbeleid en andere manieren
van vergoeden van mobiliteit. Voor alle projecten wordt kennisdeling binnen het netwerk
geborgd.
Communicatie- en marketingcampagnes (Ga3.0) gericht op werknemers en weggebruikers in
het algemeen.
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
11
2.4 De Verkeersonderneming
Organisatie en doelen
Het programma Beter Benutten (Reisgedrag cq vraagsturing) Rotterdam wordt door De
Verkeersonderneming uitgevoerd9. De Verkeersonderneming is een publiek-private samenwerking van
gemeente Rotterdam en Metropoolregio Rotterdam Den Haag, het ministerie van Infrastructuur en
Milieu/Rijkswaterstaat en het Havenbedrijf Rotterdam. Het hoofddoel is 20% minder autoverkeer in
de spits door het realiseren van 16.000 spitsmijdingen in en om Rotterdam.
Wat levert het op?
Rotterdam werkt in het kader van vraagsturing binnen Beter Benutten Vervolg aan de volgende
projecten en activiteiten10:








De gebiedsgerichte aanpak met regieteams met een ambassadeursfunctie bestaande uit een
trio te weten: wethouder verkeer, directielid cq CEO werkgever en een gebiedsregisseur (VO).
De doelgroepenbenadering. De Verkeersonderneming richt zich op werkgevers, werknemers
en bewonersgroepen. Daarnaast wordt nu ook onderzocht of de doelgroepen allochtonen en
urbane jongeren interessant zijn.
Tijdelijke beloningsprojecten. Denk hierbij aan projecten ‘Wild van de Spits’. Deze beloningen
dienen gekoppeld te zijn aan een aantoonbare spitsmijding bij een knelpunt.
De Marktplaats voor Mobiliteit11. Middels een aanbesteding kunnen marktpartijen innovatieve
mobiliteitsdiensten aanbieden. Hierdoor krijgen automobilisten keuzes om op een andere
manier te reizen dan in de spits. De geselecteerde marktpartijen en hun innovatieve diensten
dienen concreet bij te dragen aan spitsmijdingen.
De Marktplaats voor Logistiek die erop gericht is logistieke ketens efficiënter te maken door
logistieke dienstverleners diensten aan te laten bieden aan logistieke ketenpartijen
De marktplaats voor Infrastructuur worden marktpartijen gevraagd om een fysiek knelpunt op
te lossen.
Marketing en communicatie-activiteiten zoals de Filediercampagne en kortingsactie bij
aanschaf van een e-fiets.
Kennisdeling. In dit kader wordt het werkgeversnetwerk R10 wil Rotterdam wordt verder
gefaciliteerd en vormgeven.
In Beter Benutten Vervolg wordt de Regio Groot Rotterdam onderverdeeld in 5 gebieden, met ieder
hun eigen prioriteiten en knelpunten. Doel van de werkgeversaanpak is:
1. om te komen tot spitsmijdingen door werkgevers, werknemers, bewoners;
2. het creëren van een mindshift; bewustwording van werkgevers op het onderwerp slimmer
reizen en een besef van wat zij daar zelf in kunnen doen via goede voorbeelden en
kennisdeling via het werkgeversnetwerk.
9
Infrastructurele projecten (netwerkversterkingen) binnen het Beter Benutten programma worden door wegbeheerders zelf uitgevoerd.
De Verkeersonderneming hanteert de categorieën: rijgedrag, reisgedrag, netwerkversterking en logistiek.
11 Bij de markplaatsen dient de marktpartij een eigen bijdrage in te brengen.
10
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
12
In de activiteiten gericht op werkgevers speelt in beide regio’s de mobiliteitsmakelaar een belangrijke
rol als intermediair tussen overheid en bedrijfsleven. De mobiliteitsmaker houdt zich vanuit zijn
onafhankelijke rol bezig met het aanjagen en begeleiden van projecten en activiteiten en het
onderhouden en uitbouwen van het netwerk.
Met het samengaan van de regio Haaglanden en de stadsregio Rotterdam ligt er de uitdaging te
komen tot een gezamenlijke strategie en aanpak voor de toekomst waarin succesvolle projecten en
activiteiten die in beide regio’s tot nu toe zijn bewerkstelligd worden gecontinueerd en waar mogelijk
verbreed.
2.5 Resultaten beide aanpakken
De beide aanpakken hebben geleid tot positieve resultaten op het gebied van gedragsverandering:







De tweewielerregeling (korting op e-fiets en e-scooter) leidde tot 2,5 miljoen minder gereden
autokilometers!
Wild van de spits leidde tot 6.000 spitsmijdingen per dag!
In totaal worden er in regio Rotterdam 14.000 spitsmijdingen per dag gerealiseerd!
De reistijdwinst over de Algera corridor is met twaalf procent toegenomen. De reistijd was
gemiddeld 15 minuten en is nu gemiddeld 12 minuten. Dit betekent een halvering van de
vertraging in de spits!
Bewustwording Reisgedrag bij werkgevers doordat het onderwerp structureel op de agenda
staat!
Positieve ontwikkeling op het gebied van kennisdeling door structurele
werkgeversbijeenkomsten!
Innovatieve oplossingen door het stimuleren van de markt cq start ups (zie:
http://www.verkeersonderneming.nl/home/anti_filediensten!)
Voor een uitgebreid verslag van succesvolle projecten en positieve resultaten wordt verwezen naar
‘Beter Benutten Haaglanden 2012 – 2014’ en ‘Results! Beter Benutten: Resultaten van de
Rotterdamse aanpak.’
2.6 Kanttekeningen
Ondanks de positieve effecten van beide aanpakken dient er rekening te worden gehouden met het
volgende:




Het vergelijken van effecten als het gaat om het aantal spitsmijdingen is lastig. Immers de
context van regio Rotterdam en regio Haaglanden is verschillend.
Naar de toekomst toe verdient het onderdeel rapportages en monitoring aandacht.
Een groot aantal spitsmijdingen in Rotterdam wordt gerealiseerd door beloningen. Deze
methode werkt. De vraag is echter in hoeverre deze methode leidt tot duurzame
gedragsverandering bij reizigers. Deze methodiek werd in regio Haaglanden niet toegepast.
Het initiëren van ideeën en doorontwikkelen van start ups brengt risico’s met zich mee.
Immers, enthousiaste ‘wilde’ ideeën cq diensten kunnen nog niet rijp zijn voor de markt of
slaan niet aan. Het beoordelen van ideeën en diensten via de marktplaats vraagt specifieke
competenties op het gebied van marketingplan, businesscases en behoefte van de klant. Het
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
13
belang van succesvolle productimplementaties is groot. Immers, de overheid subsidieert
gedeeltelijk deze aanpak.
2.7 Conclusie
Er is in de afgelopen periode veel gedaan op het gebied van Reisgedrag cq vraagsturing door De
Verkeersonderneming en Bereikbaar Haaglanden. De beide aanpakken vullen elkaar goed aan en
versterken elkaar.
Vertrekpunt voor de MRDH visie is om de succesvolle activiteiten op het gebied van Reisgedrag, van
zowel De Verkeersonderneming als Bereikbaar Haaglanden, te verbreden binnen de MRDH regio.
Denk hierbij aan o.a. het verbreden van de doelgroep, de marktplaats van mobiliteit, tijdelijke
beloningsprojecten en Marketing & Communicatie. De spitsmijding is bij deze benadering niet het
enige criterium.
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
14
3
De rol van de MRDH
3.1 De MRDH als coördinator, facilitator en beleidsmaker
Om haar visie en ambities te kunnen realiseren wil de MRDH de komende jaren als pro-actieve en
enthousiasmerende aanjager en regisseur de ontwikkelingen op het gebied van Reisgedrag
beïnvloeden. Daarbij vervult de MRDH verschillende rollen, om te komen tot uitvoering verbinden we
partijen aan elkaar. Dit is mede afhankelijk van de opgaven in de gebieden.
3.1.1 De MRDH wil reizigers en stakeholders informeren
De MRDH heeft kennis en kunde op het terrein van Reisgedrag en een breed netwerk binnen de regio.
Zij kan een belangrijke rol vervullen in het bijeenbrengen van partijen en het delen van kennis en
ervaring.
Door communicatie en het beschikbaar stellen van informatie aan mobilisten en stakeholders
voorafgaand en tijdens de reis, kan de mobilist een bewuste keuze kan maken. Bij het gebruik van
reisinformatie zien we een vergaande samenwerking met verkeersmanagement. Eén van de
belangrijkste opdrachten voor de MRDH in het kader van Verkeersmanagement is om
verkeersinformatie zo breed mogelijk beschikbaar te maken.
3.1.2 De MRDH wil reizigers en stakeholders faciliteren
Door een actieve bijdrage aan verschillende projecten zoals het verbeteren van de overstappunten
van het OV en de fysieke infrastructuur / netwerkversterking worden zowel reizigers als stakeholders
door de MRDH direct gefaciliteerd. De Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid vormt een essentieel
instrument in deze.
Daarnaast faciliteert de MRDH tal van andere projecten binnen de werkgevers- en bewonersaanpak
die een directe bijdrage leveren aan verbetering van de bereikbaarheid van de regio. De MRDH
gemeenten ondersteunen op het vlak van Reisgedrag in brede zin maar ook daar waar projecten
lokaal knelpunten opleveren.
3.1.3 De MRDH wil bewust reisgedrag stimuleren
Door de inzet van marketingcampagnes en het samenbrengen van partijen creëert de MRDH
bewustwording bij reizigers. Daarbij richt de MRDH zich zowel op beïnvloeding van de vraag naar
verplaatsingen als op bewustwording in bredere zin in relatie tot thema’s als bereikbaarheid,
veiligheid en duurzaamheid.
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
15
Op indirecte wijze wordt positief reisgedrag bevorderd door het stimuleren van nieuwe innovatieve
samenwerkingsvormen tussen overheid en bedrijfsleven en alternatieve vervoerswijzen.
3.1.4 De MRDH wil daar waar nodig reisgedrag (bij)sturen
Door het inzetten van positieve en negatieve financiële prikkels wordt het reisgedrag van burgers
direct beïnvloed. Daarnaast worden subsidies beschikbaar gesteld voor kansrijke projecten.
Om meer zicht te krijgen op de resultaten van ingezette acties en projecten en daarmee beter te
kunnen (bij)sturen, is de kwaliteit van de rapportages een belangrijke aandachtspunt voor de
komende periode. Daarbij gaat het enerzijds om inzicht in behaalde effecten en anderzijds over de
kwaliteit van de rapportage zelf zal de MRDH gerichter effecten meten van ingezette maatregelen.
Tot slot kan de MRDH als mobiliteitsmakelaar of marktmeester actief partijen opzoeken. De MRDH kan
hen op basis van haar kennis en ervaring ideeën aanreiken op in samenspraak met hen initiatieven
ontwikkelen.
3.2 Raakvlakken met inhoudelijke thema’s in relatie tot gedragsverandering
Zoals eerder vermeld heeft Bewust Reisgedrag raakvlakken met de inhoudelijke thema’s die zijn
opgenomen in de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid. Het is van belang de voortgang van deze
inhoudelijke projecten te volgen zodat optimalisaties en verbeteringen direct kunnen worden
meegenomen in de communicatie richting reizigers. Op die manier wordt direct invloed uitgeoefend
op hun reisgedrag. Andersom is het essentieel om vanuit het kennisgebied Reisgedrag invloed uit te
kunnen oefenen op de inhoudelijke projecten zodat waar nodig kan worden bijgestuurd.
Optimalisatie van
thema's: P&R,
infrastructuur,
ketenmobiliteit, OV etc
Kennis Reisgedrag cq
kennis gedrag reiziger
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
Beïnvloeding
Gewenste
reisgedrag door o.a.
marketing &
communicatie
Gedragsverandering
Input beleid
Voorstel
beleidsaanpassing en
nieuwe
projectenvoorstellen
16
4
Wat gaan we doen?
4.1 De belangrijkste projecten
In hoofdstuk 1 is beschreven wat de visie van de MRDH is op het gebied van Reisgedrag. Vervolgens is
in hoofdstuk 2 uiteengezet wat de MRDH op dit gebied tot nu toe heeft gedaan. Om te komen tot één
aanpak is gekozen om de succesvolle projecten de komende periode verder op te schalen binnen de
MRDH. Immers, wat succesvol is gaan we continueren.
Concreet gaat de MRDH in 2018 de volgende aanpak verbreden in de regio:
1. Continueren en optimaliseren van de werkgeversaanpak. Daar waar mogelijk worden
succesvolle initiatieven verbreed naar de regio waarbij mogelijkheid blijft bestaan voor
‘maatwerk’ waar nodig.
2. Het verder verbreden van de gebiedsgerichte aanpak met een belangrijke
ambassadeursfunctie voor de wethouder Verkeer. Denk hierbij ook specifiek aan de gebieden
mainports en greenports binnen de regio.
3. Verbreden van de doelgroepen benadering. Waar mobiliteitsmanagement zich tot nu toe
vooral richtte op woon-werkverkeer wil de MRDH Bewust Reisgedrag inzetten om het
reisgedrag van alle burgers te beïnvloeden, ook op andere momenten dan tijdens de spits.
Essentieel in dit kader is kennis over reisgedrag van burgers en gedrag van reizigers.
4. Tijdelijke beloningsprojecten:
a. Bij de doelgroepenaanpak t.b.v. het stimuleren van projecten en initiatieven
b. Bij spitsmijdingen
5. Ideeën uit de markt genereren door inzet van een regionale marktplaats voor mobiliteit,
infrastructuur en logistiek. Succesvolle start ups worden doorgezet in de hele regio.
6. Zorgdragen voor kennisdeling op het gebied van Reisgedrag (leren van elkaar binnen de
MRDH regio en aansluiten bij landelijke platforms)
Overkoepelend zal vanaf 2018 regionale marketing & communicatie worden ingezet om burgers en
reizigers te informeren, motiveren en stimuleren in hun keuzes aangaande mobiliteit binnen de
metropoolregio.
4.2 Participatie
Binnen de aanpak wordt ruimte geboden voor pilots waarbij participatie van bewoners uitgangspunt
is. Deze aanpak moet leiden tot ‘ownership’ van Bewust Reisgedrag bij buurtbewoners, buurtteams,
buurtpreventieteams en wijktafels. Deze partners kunnen ook een rol spelen bij het enthousiasmeren
van gewenst gedrag en aansporen tot andere keuzes bij het reizen. De rol van aanjagen en
enthousiasmeren wordt in dit geval overgedragen.
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
17
4.3 Raakvlakken met inhoudelijke dossiers Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid
De voortgang op een aantal belangrijke inhoudelijke dossiers uit de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid
die een relatie hebben met Reisgedrag zal worden gemonitord zodat resultaten waar nodig direct
kunnen worden meegenomen in de aanpak Reisgedrag en dus een gedragsverandering bewerkstelligd
kan worden bij reizigers. Onderstaand een korte beschrijving van deze dossiers:
Verbeteren en aantrekkelijk maken overstappunten (fiets en ketenmobiliteit)
Het kan gaan om relatief kleinschalige voorzieningen zoals veilig fietsenparkeren bij OV haltes, maar
ook projecten zoals vernieuwing en aanpassing van regionale P&R terreinen, metro,- en NS stations
waarbij rekening wordt gehouden met het aanbod van fietsen en het faciliteren van goede (E)
fietsenstallingen.
First en Last miles
Belangrijke ’first en last miles’ bij gemeenten kunnen worden geoptimaliseerd voor de reiziger.
Daarnaast kan in dit kader het aanbieden van nieuwe mobiliteitsdiensten (o.a. fietsenverhuur of
nieuwe innovatieve oplossingen zoals ‘Maas’) de reis aanzienlijk vergemakkelijken. Zodat alternatieven
volwaardige oplossingen zijn bij keuzes van modaliteiten.
Parkeren en P+R-terreinen
Het optimaliseren van parkeergelegenheden zoals P&R terreinen en het goed voorzien van
parkeerinformatie en parkeertarieven kunnen automobilisten verleiden om gebruik te maken van
andere modaliteiten zoals het openbaar vervoer. In dit kader kan het communiceren van P+R
terreinen gericht op de binnensteden met beperkte en/of dure parkeercapaciteit een positief effect
hebben op bewust reisgedrag van reizigers
Reisinformatie, ICT en multimedia
Om gericht gedrag te kunnen beïnvloeden is inzicht in de reiziger cruciaal. Denk aan informatie vóór,
tijdens en na de reis (retour) bij:



grootschalige evenementen (Citymarketing) zoals concerten, sportevenementen en andere
lokale evenementen
bij wegwerkzaamheden
parkeerinformatie
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
18
Netwerkversterking
Indien netwerkversterkingen plaatsvinden dient structureel rekening te worden gehouden met een
gedragsveranderingsprogramma door bijvoorbeeld communicatie en campagnes. Het bevorderen van
gebruik van versterkte fysieke netwerken o.a. nieuwe wegenetten en snelfietsroutes, creëert
bewustwording bij reizigers en bovendien worden hierdoor netwerkversterkingen efficiënter ingezet.
Openbaar vervoer (OV)
Zoals beschreven in de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid moet het verkorten van de reistijd naar
toplocaties leiden tot meer banen. In dit kader staat een kosteneffectief openbaar vervoer voor de
komende periode centraal. Door samenwerking met vervoerders kunnen de moderne OV producten
meer bekend worden gemaakt bij huidige en nieuwe doelgroepen. Denk aan OV producten voor
werkgevers zoals OV- zakenabonnementen met betalen op rekening. Voor alle reizigers met OV zijn er
mogelijkheden voor fietsverhuur, P&R en reizen met je OV-chipcard. Door innovatie worden ook de
mogelijkheden om in de toekomst te betalen met bankpas of smartphone verder onderzocht. Meer
bekendheid bij de verschillende doelgroepen (werkgevers, studenten, burgers) over de mogelijkheden
heeft naar verwachting een positief effect op Bewust Reisgedrag.
4.4 Regionaal kader met ruimte voor gebieds- of wijkgerichte aanpak
De ervaringen met mobiliteitsmanagement tot op heden leren dat een regionale aanpak
gecombineerd met gebiedsgerichte initiatieven met lokale werkgevers en aanbieders van
vervoersdiensten resultaat oplevert.
Het werken met gebiedsafspraken en lokale pilots ondersteunt en stimuleert de innovatie van
mobiliteitsdiensten. Daarnaast wil de MRDH gedragsverandering bewerkstelligen door de inzet van
bestuurlijke ambassadeurs die enthousiasmeren en verbindingen leggen met de partners in de
samenleving.
De MRDH als marktmeester: vraag en aanbod worden bij elkaar gebracht.
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
19
5.
Uitvoeringsprogramma
5.1 Aanbod Programmalijnen Bewust Reisgedrag MRDH
De nieuwe MRDH aanpak en visie zijn vertaald naar een programma dat concreet invulling geeft aan
Bewust Reisgedrag. Het concrete programma is weergegeven in onderstaande schema.
Programma’s
1
2
3
4
Stakeholders
UAB: STRATEGIE NA BETER BENUTTEN
Acties
1. Doelgroep gemeentelijk niveau
Gebiedsgerichte aanpak
MRDH/Gemeente
Bestuurlijke ambassadeurs
Werkgevers
MRDH/Gemeente
Bewonersaanpak (denk ook aan
kwetsbare doelgroepen)
MRDH/Gemeente
Lunch en ontbijt
bijeenkomsten
Logistiekmakelaars, portal, slim
reizen en slim werken.
Aanpak bestuurders en
ambtenaren
Buurtnetwerken
Sportverenigingen
Jeugd en onderwijs
Basisscholen
Hoger onderwijs
Universiteit
Triple Helix
MRDH/Gemeente
MRDH/Gemeente
MRDH/Gemeente
Innovatieve mobiliteitsdiensten
Verbreden marktplaatsen
Andere manieren om ideeën op te
halen uit de markt
Stimuleren start ups
Verbreden succesvolle diensten
Kennisdeling
Reisgedrag
Een landelijk platform Reisgedrag
starten van landelijke werkgevers en
mobiliteitsmakelaars voor
commitment en slagkracht
Onderzoek naar reisgedrag
doelgroepen
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
MRDH/VO
MRDH/gemeenten
MRDH/VO
VO/MRDH/BH
Verdiepen samen met de
MRDH gemeenten
Pilot Albrandswaard Don Bosco
verbreden bij andere
gemeenten.
Lesroosters aanpassen
Samenwerking Triple Helix
Verbreden marktplaats voor
mobiliteit/logistiek en
infrastructuur
Werken met concepten zoals
Mobility as a Service
MRDH
Uitbreiden bestaande
kennisnetwerk
MRDH
Doelgroepenonderzoek ikv
marketing & communicatie
20
5
6
7
8
9.
Inhoudelijke thema’s:
Verbeteren overstappunten (fiets en
ketenmobiliteit).
First en Lastmiles
Parkeren en P+R
Reisinformatie, ICT en multimedia
Openbaar Vervoer
Netwerkversterkingen
MRDH (diverse
andere clusters)
samen met
gemeenten
Reisgedrag krijgt
input van andere
clusters
Communicatie en promotie
Voor de reis, tijdens de reis en
na(terug)reis.
Wegwerkzaamheden
Parkeerinformatie
Meer bekend maken van de
moderne OV producten
Landelijke lobby t.b.v.
continuering bijdrage rijk voor
netwerkversterkingen irt
spitsmijdingen
Financiële prikkels
Spitsmijdingen
Beleid tariferen parkeren
Mobiliteitsbudget
MRDH/
Gemeente
Monitoring en effectmeting
Opstellen monitoring en criteria
t.b.v. effect
MRDH/gemeenten
Bepalen wat de prestatieindicatoren zijn en vaststellen
hoe gemeten wordt.
MRDH
GA 3.0 en filedier campagne
integreren tot één MRDH
campagne
Communicatie
Gedragsverandering door
gezamenlijke marketing,
communicatie en promotie
Kortingsacties OV en E fiets
Citymarketing, andere lokale
evenementen en werkzaamheden
MRDH/gemeenten
Bepalen inzet
mobiliteitsbudget 2018,
voorbereidend overleg I&M
5.2 Cafetaria model ten behoeve van maatwerkoplossingen
De programmalijnen kunnen worden aangeboden aan MRDH gemeenten die Bewust Reisgedrag
willen inzetten om de bereikbaarheid, leefbaarheid en aantrekkelijkheid van hun leefomgeving willen
vergroten. De onderdelen kunnen als het ware gezien worden als een cafetariamodel waar
gemeenten opmaat een pakket aan maatregelen kunnen samenstellen. Per regio kan de aanpak
verschillen. Door een slim pakket van maatregelen kan Bewust Reisgedrag een prominente rol krijgen
binnen de gemeenten.
In de Bijlage ‘Infographic Visie Bewust Reisgedrag’ is weergegeven wat de MRDH concreet voor de
gemeenten kan betekenen. Per programmalijn is de rol beschreven.
5.3 Invulling programmalijnen in samenwerking met de gemeenten
Na vaststelling van deze visie, zal een projectgroep worden ingesteld, bestaande uit
gemeenteambtenaren en een bestuurlijk ambassadeur. Deze projectgroep zal in gesprek met de
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
21
gemeenten de programmalijnen concretiseren in de vorm van een gemeentelijke aanpak 2018.
Daarnaast werkt de projectgroep een aantal overstijgende regionale zaken verder uit, zoals:
- Een voorstel voor organisatie van de uitvoering van het totale programma vanaf 2018, beschreven
zal worden hoe de uitvoering georganiseerd wordt en welke gevolgen dit heeft voor de bestaande
uitvoeringsorganisatie(s). Daarnaast zal ook onderzocht worden naar de mogelijkheden van uitvoering
binnen de gemeenten. De MRDH is in dit kader geen uitvoeringsorganisatie c.q. projectenorganisatie,
zie hoofdstuk 3 De rol van de MRDH.
- Marketing & communicatieplan, opdracht is te komen tot een overkoepelend marketing &
communicatieplan met daarin ruimte voor specifieke communicatie o.b.v. thema, project of
doelgroep.
- Voorbereiding budgettair kader.
- Voorstel monitoring & effectmeting 2018 e.v., om ervoor te zorgen dat de gewenste effecten
gerealiseerd worden is het nodig vooraf te behalen resultaten vast te stellen. Denk aan




Hoeveel spitsmijdingen of voertuigverliesuren willen we realiseren?
Toename gebruik openbaar vervoer? (aantallen / percentages?)
Toename gebruik (e)fiets? (aantallen / percentages?)
Vervolgens is de vraag hoe en hoe frequent effectmetingen zullen plaatsvinden en hoe
gerapporteerd wordt over de voortgang van projecten en effectmetingen.
Daar waar nodig worden Bereikbaar Haaglanden en De Verkeersonderneming betrokken bij de
uitwerking. De uitwerking vindt plaats lopende 2016/2017 zodat in het najaar van 2017 een plan van
aanpak voor 2018 kan worden vastgesteld.
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
22
6
Tot slot
De visie zoals vastgelegd in dit document vraagt om inzet van alle partners in de regio. Het realiseren
van een blijvende gedragsverandering is immers geen eenvoudige opgave. Daarnaast blijft een goede
verkeers- en vervoersinfrastructuur een belangrijke voorwaarde om de keuzes van reizigers positief te
beïnvloeden.
Het ‘geluk’ van reizigers wordt in grote mate bepaald door in hoeverre zij worden voorzien in hun
mogelijkheden tot mobiliteit. De MRDH staat voor Bewust Reisgedrag door reizigers. Een opgave waar
we ons graag vol overtuiging voor inzetten de komende periode!
Visie Bewust Reisgedrag MRDH
23
Bestuurscommissie
Vervoersautoriteit
7 december 2016
agendapunt 4
Onderwerp
Voorstel
Regionale aanpak Goederenvervoer MRDH
1. De bijgevoegde rapportage ‘Aanpak Goederenvervoer MRDH’ vast te stellen.
2. De aanpak goederenvervoer die is ingezet met Beter Benutten te continueren
volgens de sporen:
a. Verdieping;
b. Communicatie en kennisdeling;
c. Vorming regio brede aanpak.
Korte
motivering
In de MRDH, met onder andere de Mainport, de Greenports en een grote
bevolkingsdichtheid, is sprake van veel goederenvervoer. Goederenvervoer is mede
van invloed op de bereikbaarheid en de leefbaarheid in de regio. Een aanpak gericht op
het goederenvervoer zal een bijdrage leveren aan een bereikbare regio en een
aantrekkelijk economisch vestigingsklimaat, nu en in de toekomst.
In de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid (UAB) zijn de opgaven op het gebied van
Goederenvervoer in de MRDH benoemd en zijn algemene uitwerkingsvraagstukken
aangegeven. Op basis van de UAB, aanvullende interviews met de regiogemeenten,
provincie Zuid-Holland, Havenbedrijf Rotterdam en andere stakeholders is bijgaande
rapportage ‘Aanpak Goederenvervoer MRDH – Regio breed faciliteren en coördineren’
opgesteld. De aanpak bestaat uit drie sporen en richt zich op de periode 2017 tot en
met 2019.
Het spoor ‘verdieping’ richt zich op het SMART maken van de kansen en mogelijke
rol(len) voor de MRDH voor de verschillende onderwerpen die opgenomen zijn in de
UAB. Het spoor ‘communicatie en kennisdeling’ richt zich op de taken uit de UAB die
ingevuld kunnen worden door voort te bouwen aan het netwerk goederenvervoer en
verworven kennis te delen. Het laatste spoor ‘vorming regio brede aanpak’ heeft
betrekking op de Beter Benutten Vervolg programma’s van de voormalige regio’s
waaruit de MRDH bestaat. De meest succesvolle onderdelen van beide programma’s
zullen door de MRDH regio breed worden voortgezet.
Financiën
Juridisch
Communicatie
Bijlagen
Gevolgde
procedure
Verdere
procedure
Openbaar besluit
Wet. bekendmaking
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
1. Toelichting
2. Aanpak Goederenvervoer MRDH (incl. infographic)
Presidium
12 oktober 2016
Ambtelijk overleg
21 november 2016
Zienswijzetermijn
n.v.t.
Adviescommissie
n.v.t.
Anders, te weten
n.v.t.
Zienswijzetermijn
n.v.t.
Adviescommissie
n.v.t.
Dagelijks bestuur
n.v.t.
Algemeen bestuur
n.v.t.
Anders, te weten
n.v.t.
Contactpersoon
ja
Marcus Potters
Telefoonnummer
nee
088 5445 185
Vergadering:
Agendapunt:
Onderwerp:
Van:
Datum:
Contactpersoon:
Telefoonnummer:
7 december 2016
4
Regionale aanpak Goederenvervoer
Bram Coremans
25 november 2016
Marcus Potters
088 5445 185
Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit,
Voorgesteld besluit
1. De bijgevoegde rapportage ‘Aanpak Goederenvervoer MRDH’ vast te stellen.
2. De aanpak goederenvervoer, die is ingezet met Beter Benutten, te continueren volgens
de sporen:
a. Verdieping;
b. Communicatie en kennisdeling;
c. Vorming regio brede aanpak.
Inleiding
In de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid (UAB) zijn via een brede regionale inventarisatie de
belangrijkste vraagstukken voor het thema goederenvervoer benoemd. De UAB vormt het
belangrijkste uitgangspunt van de aanpak goederenvervoer door de MRDH. Dit betekent
echter niet dat de vraagstukken uit de UAB ook allemaal relevant, zinvol of mogelijk zijn voor
de MRDH om uit te voeren. Door dieper in te gaan op de bestaande situatie met toekomstige
ontwikkelingen wordt een volledig beeld verkregen van de vraagstukken die voor de MRDH
interessant zijn. Voor een deel van de vraagstukken geldt dat verdere verdieping nodig is om
te bepalen of er daadwerkelijk een rol voor de MRDH is weggelegd. Daarnaast geldt voor
veel vraagstukken dat er vooral behoefte is aan communicatie en kennisdeling. Voor alle
vraagstukken geldt dat er behoefte is aan een regio brede aanpak. De concrete aanpak die
wordt voorgesteld richt zich daarom op drie sporen:
- Verdieping
- Communicatie en kennisdeling
- Vorming regio brede aanpak
Verdieping
Voor verschillende vraagstukken wordt een verdieping voorgesteld om te bepalen of er een
rol is weggelegd voor de MRDH en welke rol dit dan is. Uitgangspunt hierbij is aansluiten op
de rollen coördinator en facilitator uit de UAB. Als uit de verdieping blijkt dat er een rol is
weggelegd voor de MRDH wordt de aanpak van het vraagstuk SMART gemaakt en
voorgelegd aan de regiogemeenten en stakeholders. Het gaat om de volgende
vraagstukken:
- het verbeteren van de logistieke routes van en naar de Mainport en Greenports en betere
aansluiting op het onderliggende wegennet;
- afstemmen logistieke ontkoppelpunten voor langere zwaardere voertuigen (LZV);
- afstemmen/kennisdelen van (hoogte-, lengte- en gewicht)beperkingen voor vrachtverkeer
tussen gemeenten;
- afstemmen inefficiënt transport en zwaar transport, met name voor bouwlogistiek,
internet-winkelen en allerhande bezorgapplicaties;
- afstemmen venstertijden stedelijke distributie.
1
Communicatie en kennisdeling
Een belangrijk deel van de taken uit de UAB heeft betrekking op communicatie en
kennisdeling:
- veilig vervoer stimuleren;
- routering (gevaarlijke stoffen) afstemmen op nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen;
- het samenbrengen van partijen t.b.v. kennisdeling, het vinden van oplossingen en
ontplooiing van nieuwe activiteiten;
- voorlichten van doelgroepen;
- inzichtelijk maken van alternatieven;
- kennisdelen en organiseren wettelijke omgang met slimme logistiek en nieuwe, logistieke
voertuigen, zoals elektrisch aangedreven voertuigen, platooning en Twizzy cargo’s.
Deze vraagstukken worden opgepakt door actief kennis te vergaren en te zorgen dat deze
kennis de regio bereikt. De eigen communicatiekanalen van de MRDH, zoals de nieuwsbrief
en de website zijn hiervoor prima geschikt maar ook een terugkerend evenement is
belangrijk om voort te bouwen aan het goederenvervoernetwerk zoals dat in de bestaande
situatie is ontstaan onder de vlag van Beter Benutten.
Vorming regio brede aanpak
De bestaande goederenvervoeraanpak in de regio is verschillend voor de voormalige regio’s
waaruit de MRDH bestaat. Dit is vooral het gevolg van de programma’s Beter Benutten en
Beter Benutten Vervolg waaruit de aanpak in beide regio’s is ontstaan. Voor de MRDH is het
van belang om gedurende de looptijd van het actuele programma Beter Benutten Vervolg de
waardevolle instrumenten uit beide regio’s te borgen en waar nodig op te schalen naar een
regiobrede aanpak.
Planning
De aanpak goederenvervoer geeft een beknopt overzicht van de planning van de activiteiten
voor de komende periode:
‘17
‘18
‘19
Verdieping
Stedelijke distributie
Logistieke ontkoppelpunten
Mainport Greenport
Inefficiënt en zwaar
Beperkingen
Communicatie en kennisdeling
Symposium
Regio brede aanpak
BBV samenwerking
Voorbereiding aanpak na 2017
Uitvoering taken UAB+
Een belangrijke mijlpaal in die planning is eind 2017 wanneer het Beter Benutten Vervolg
programma stopt. Om ervoor te zorgen dat niet alle inspanningen op het gebied van
goederenvervoer daarmee verloren gaan richt de planning zich vooral op selecteren en
behouden van de waardevolle instrumenten uit BBV. Daarnaast bestaat de planning uit de
uitvoering van de verdiepingsslagen en is een terugkerend evenement opgenomen. Tot slot
laat de planning zien dat er sprake is van een doorlopende aanpak van de drie sporen.
2
Aanpak goederenvervoer MRDH:
Regio breed faciliteren en coördineren
Uitwerking van de hoofdlijnen uit de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid naar een concreet
takenpakket voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op het thema goederenvervoer.
1
Inhoud
Inleiding ...................................................................................................................................... 2
Strategische bereikbaarheidsagenda ..................................................................................... 2
Consultatie ............................................................................................................................. 3
Regio breed faciliteren en coördineren ................................................................................. 4
Bestaande situatie ...................................................................................................................... 5
Mainport en Greenports ........................................................................................................ 5
De Verkeersonderneming en Bereikbaar Haaglanden........................................................... 6
Actuele thema's ...................................................................................................................... 6
Overige relevante partijen ..................................................................................................... 6
Toekomstige ontwikkeling ..................................................................................................... 7
Uitgangspunten .......................................................................................................................... 9
Benutten van het bestaande .................................................................................................. 9
Toegevoegde waarde ............................................................................................................. 9
Eén regio ................................................................................................................................. 9
SMART .................................................................................................................................... 9
Toekomstgericht..................................................................................................................... 9
Omgevingsbewust .................................................................................................................. 9
Concrete aanpak ...................................................................................................................... 10
Verdieping ............................................................................................................................ 10
Communicatie en kennisdeling ............................................................................................ 11
Regio brede aanpak .............................................................................................................. 12
Planning ................................................................................................................................ 13
2
Inleiding
De Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) omvat het gebied van de 23 gemeenten
waaruit de MRDH bestaat. De MRDH heeft twee pijlers, de Vervoersautoriteit (Va) en
Economisch Vestigingsklimaat (EV). Het is een dichtbevolkt gebied met een voortdurende
bereikbaarheidsopgave en de ambitie om het economisch vestigingsklimaat te versterken.
In de MRDH, met onder andere de Mainport, de Greenports en een grote
bevolkingsdichtheid is sprake van veel goederenvervoer dat invloed heeft op de
bereikbaarheid en de leefbaarheid. Een aanpak gericht op het goederenvervoer zal daarom
een bijdrage leveren aan een bereikbare regio en een aantrekkelijk economisch
vestigingsklimaat.
Doelen uit de Strategische Bereikbaarheidsagenda
Strategische bereikbaarheidsagenda
Om te komen tot een uitvoeringsprogramma zijn er door de MRDH twee agenda’s
geformuleerd op basis van inbreng van de 23 gemeenten: de Strategische
Bereikbaarheidsagenda (SBA) en de Agenda Economisch Vestigingsklimaat. Het thema
goederenvervoer vindt zijn grondslag in de SBA. Om te komen tot uitvoeringstaken van de
MRDH voor de thema’s benoemd in de SBA is de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid (UAB)
opgesteld. Voor goederenvervoer zijn daarin de volgende taken opgenomen:
3
Aan bovenstaande lijst valt op dat de vraagstukken weinig concreet zijn. Voor veel
vraagstukken is communicatie en kennisdeling voldoende. Diverse andere vraagstukken zijn
zo algemeen dat de vraag is wat de MRDH hier precies voor rol in heeft of kan hebben.
Belangrijk onderdeel van deze aanpak is daarom om vast te stellen welke vraagstukken uit
de UAB daadwerkelijk in aanmerking komen voor uitvoering door de MRDH
Consultatie
Het overzicht van uitvoeringstaken in de UAB is tot stand gekomen via uitgebreide
consultatie in de regio in het kader van de SBA en UAB. Om vast te stellen of de
uitvoeringstaken daadwerkelijk een goede reflectie zijn van wat er in de regio speelt en waar
behoefte aan is, is een aanvullende consultatie uitgevoerd onder de relevante partijen zoals
gemeenten, bedrijfsleven, branche organisaties en publiek/private samenwerkingen.
Uit de interviews is gebleken dat de uitvoeringstaken op hoofdlijnen een goede afspiegeling
zijn van de actuele onderwerpen in de regio. Tegelijkertijd zeggen de uitvoeringstaken niet
veel over de daadwerkelijke aanpak door de MRDH. Daarnaast is er door het bestaan van
het programma Beter Benutten Vervolg (BBV) van het ministerie van Infrastructuur en
Milieu al sprake van vrij veel activiteit specifiek gericht op goederenvervoer. Kenmerkend
voor BBV is echter het bestaan van aparte programma’s voor de voormalige stadsregio’s
waar de MRDH uit bestaat. Hierin ligt een uitdaging om een meer MRDH brede uitstraling te
realiseren.
Samenvattend blijkt uit de consultatie de behoefte om te komen tot een concrete aanpak.
De acties moeten van toegevoegde waarde zijn voor de bestaande aanpak, initiatieven en
samenwerkingen in de regio. Een eigen programma is niet nodig, maar wel een uniforme
aanpak met structurele aandacht voor het onderwerp en ruimte om waardevolle initiatieven
en kansen te faciliteren en kennis te delen.
4
Regio breed faciliteren en coördineren
Om te komen tot een uniforme en concrete aanpak van het goederenvervoer door de MRDH
op basis van de UAB, de inbreng van de regio en de beoogde rollen facilitator en coördinator
wordt eerst dieper ingegaan op de bestaande situatie omtrent goederenvervoer in de regio
en de relevante ontwikkelingen. Op deze manier wordt er een volledig beeld verkregen van
de relevante vraagstukken. Aansluitend worden de uitgangspunten geformuleerd die zich
vooral richten op het benutten van het bestaande en het SMART maken van de
vraagstukken om te komen tot een regio brede aanpak met toegevoegde waarde voor de
regio.
5
Bestaande situatie
Goederenvervoer in de regio is op te delen in twee stromen: goederenvervoer door de regio
en distributie in de regio. Met het goederenvervoer door de regio wordt vooral het transport
bedoeld van en naar de Mainport en de Greenports. Distributie in de regio is vooral het
logistiek verkeer wat zorgt voor de levering van goederen aan het MKB en particulieren. Het
goederenvervoer door de regio is vooral van invloed op het hoofdwegennet, de vaarroutes
en het spoor. Goederenvervoer in de regio kenmerkt zich vooral door de invloed op de
bereikbaarheid en de leefomgeving in het stedelijk gebied. Goederenvervoer door de regio is
samen te vatten onder de algemene noemer ‘logistiek’ en goederen in de regio wordt
aangeduid met ‘stedelijke distributie’.
Logistiek is voor Mainport en Greenports van levensbelang waardoor er al een actieve
aanpak zichtbaar is en ook duurzaamheid steeds meer gemeengoed lijkt te worden.
Vanwege het ontbreken van een direct gezamenlijk belang of voordeel bij de partijen die
actief zijn in de stedelijke distributie is hier een duidelijke rol weggelegd voor de overheden.
Deze rol is actief opgepakt door de regio’s waaruit de MRDH is ontstaan en wordt uitgevoerd
door Bereikbaar Haaglanden en De Verkeersonderneming in het kader van het programma
Beter Benutten Vervolg (BBV) van het ministerie van Infrastructuur en milieu.
Naast deze belangrijke partijen voor het thema goederenvervoer zijn er diverse actuele
thema’s, overige relevante partijen en toekomstige ontwikkelingen te benoemen die de
context vormen van de aanpak en in lijn zijn met de UAB.
Mainport en Greenports
In de regio is sprake van twee grote clusters die een belangrijke bijdrage leveren aan de
logistiek, de Mainport en de Greenports. Beide clusters zijn zich bewust van het belang van
efficiënt en duurzaam goederentransport en hebben diverse projecten gestart om deze
doelen te bereiken. De Greenports zijn verenigd in de Greenport Westland Oostland en
hebben een eigen uitvoeringsorganisatie met onder andere logistiek en transport als
onderwerp en eigen projecten zoals het IDC Greenport Logistiek.
De omvang van de clusters en het eigen inzicht dat aanpak van het goederenvervoer ook
buiten het eigen cluster van belang is voor het goed functioneren van het cluster maakt dat
deze partijen al ruim voor het bestaan van de MRDH actief aan de slag zijn gegaan met
goederenvervoer. Samen met de aandacht voor het thema goederenvervoer door de MRDH
in relatie tot en in samenwerking met deze clusters kan de betrouwbaarheid en
bereikbaarheid van het wegennet worden gewaarborgd.
6
De Verkeersonderneming en Bereikbaar Haaglanden
De MRDH werkt in De Verkeersonderneming en Bereikbaar Haaglanden samen aan het
oplossen van bereikbaarheidsvraagstukken in de regio, voornamelijk als
uitvoeringsorganisatie van BBV. Zoals de naam al zegt richt Bereikbaar Haaglanden zich op
de regio Haaglanden. De Verkeersonderneming richt zich op de voormalige stadsregio
Rotterdam. Beide programma’s richten zich op het Beter Benutten van de infrastructuur
door een aanpak gericht op gedragsverandering (rijden buiten de spits) van zowel de
logistiek als de stedelijke distributie . Met beide programma’s is er een goede basis om de
uniforme aanpak op voort te bouwen.
Bereikbaar Haaglanden hield zich tot voor kort vooral bezig met personenmobiliteit. Sinds de
start van BBV wordt er ook actief ingezet op goederenvervoer via het Plan van aanpak
Logistieke efficiency waarvan de MRDH coördinator is. Voor De Verkeersonderneming is dit
het Programma logistiek Rotterdam. De MRDH is hierbij betrokken door deelname aan de
werkgroep logistiek. Binnen beide programma's speelt de logistiek makelaar een belangrijke
rol. Deze makelaars zetten bedrijven aan tot het uitvoeren van projecten om de spits te
mijden en bieden hiervoor hulp en een financiële bijdrage aan die bedrijven. Het programma
van de Verkeersonderneming is veel omvangrijker dan het programma van Bereikbaar
Haaglanden. Het omvat een gebiedsgerichte aanpak met meerdere makelaars, een
ketengerichte aanpak en de marktplaats voor de logistiek(e dienstverlening).
Actuele thema's
Binnen het thema goederenvervoer is sprake van een aantal actuele onderwerpen. Zo zijn
vrachtwagen parkeren en logistieke ontkoppelpunten (LOP) voor langere zwaardere
voertuigen (LZV) onderwerpen waarvan men verwacht dat ze een bijdrage kunnen leveren
aan het verbeteren van het goederenvervoer. Van een LOP wordt tevens verwacht dat het
een bijdrage kan leveren aan het verminderen van vertraagde ritten in de regio wat een
belangrijk speerpunt is van Beter Benutten vervolg.
Actueel is ook de behoefte aan schone en duurzame stedelijke distributie door bijvoorbeeld
het bundelen van goederen, bouwlogistiek, de organisatie van retourstromen of de inzet van
schone voertuigen om zo de impact op de leefomgeving te beperken. Bij de inzet van schone
voertuigen spelen vaak ook de venstertijden een rol. Bij het bedrijfsleven is er een
bereidheid om schone voertuigen in te zetten, maar het verzoek is vaak om in ruil daarvoor
de venstertijden voor die voertuigen te verruimen. Ook kan volgens de branche betere
afstemming van de venstertijden in de regio een bijdrage leveren aan efficiëntere en dus
schonere logistiek.
Overige relevante partijen
Al langere tijd onderkennen overheden en bedrijven de noodzaak tot aanpak van het
goederenvervoer, uit bereikbaarheidsperspectief en economische of duurzame
overwegingen. Zo spannen de branche organisaties TLN en EVO zich mede in voor dit doel
en het besef heeft ook geleid tot het oprichten van diverse samenwerkingen zoals Connekt
7
met het Lean and Green programma, Ecostars in Rotterdam en de landelijke Green Deals.
Daarnaast zijn er ook allerlei dienstverleners die zich richten op logistiek en bereikbaarheid
via bijvoorbeeld allerhande mobiele applicaties. Een interessant initiatief om de ontwikkeling
en toepassing van deze applicaties te stimuleren is de Markplaats van de logistiek uit het
BBV programma van De Verkeersonderneming.
Toekomstige ontwikkeling
De belangrijkste ontwikkeling is de verwachte toename van het goederenvervoer door de
aantrekkende economie, bevolkingsgroei en internet winkelen. De groei zal daarbij
vooruitlopen op de efficiency omdat er ruim voldoende transportcapaciteit beschikbaar is.
Dit effect is vooral goed zichtbaar bij het internet winkelen waarbij steeds meer bedrijven
instappen om internet leveringen uit te voeren waarbij levertijden en zo laag mogelijke
kosten vaak belangrijker zijn dan efficiency in het aantal vervoersbewegingen en
voertuigkilometers. Gedurende de groei zal de infrastructuur in de regio steeds zwaarder
belast worden en komt de leefomgeving steeds verder onder druk te staan. Efficiënter,
slimmer en schoner transport is belangrijk om de negatieve effecten van de groei van het
goederenvervoer te beperken.
Een veelgehoorde aanpak om het toenemende goederenvervoer in goede banen te leiden is
'modal shift'. Deze aanpak richt zich op het benutten van een alternatieve vervoersvormen
om knelpunten op te lossen. Een goed voorbeeld hiervan is het initiatief InlandLinks van het
Havenbedrijf Rotterdam. Via Inlandlinks is het mogelijk eenvoudig een terminal in het
achterland te vinden en containers per binnenvaart te vervoeren. Een dergelijk initiatief is
van regionaal belang maar dankt zijn bestaan aan de meerwaarde voor het Havenbedrijf en
de investeringen die daardoor mogelijk zijn. Voor gemeenten ligt dit veel minder voor de
hand. Op kleine schaal is er wel sprake van modal shift, maar er wordt niet of nauwelijks
gekeken naar grensoverschrijdende vervoerstromen doordat er ofwel geen zicht op is of
simpelweg het belang en de bevoegdheid ontbreekt. Voor de MRDH is dit belang er wel en
als regionaal orgaan heeft de MRDH meer slagkracht om bevoegde partijen in beweging te
krijgen dan het geval is voor de individuele gemeenten. Omdat modal shift ook gevolgen
heeft voor andere vervoerstromen is het belangrijk telkens een goede afweging te maken of
modal shift geen andere capaciteitsproblemen veroorzaakt.
Innovaties gaan een steeds belangrijkere rol spelen door de toenemende rekenkracht van
steeds goedkopere en kleinere computers. Apparaten en dus ook voertuigen worden
hierdoor steeds slimmer. Autonoom rijden wordt al in de praktijk getest en ook voor het
goederenvervoer is het interessant. Een actuele toepassing is het zogenaamde platooning
waarbij vrachtwagens elkaar volgen zodat er een soort trein van vrachtwagens ontstaat die
digitaal aan elkaar gekoppeld zijn. Ook wordt samenwerken steeds eenvoudiger door de
ontwikkeling van allerhande mobiele apparaten en applicaties. Door het aanbieden van open
data worden commerciële partijen gestimuleerd nieuwe diensten te ontwikkelen en door
toename van de sensortechniek worden steden, infrastructuur en bedrijventerreinen steeds
slimmer. De stand der techniek maakt toepassing ervan eenvoudiger dan ooit en startups
8
weten steeds vaker de weg te vinden naar technologische oplossingen voor alledaagse
problemen. Omdat er nog voldoende ruimte is voor innovatie in het goederenvervoer zijn er
bovendien volop kansen.
Tot slot is het belangrijk inzichtelijk te hebben waar de groei van het goederenvervoer zorgt
voor knelpunten zodat tijdig maatregelen kunnen worden bedacht en geïmplementeerd. De
bestaande aanpak is bedoeld om deze groei te faciliteren en de bereikbaarheid te
waarborgen maar richt zich in hoofdzaak op bestaande knelpunten. Vaak is dit het gevolg
van lange besluitvormingstrajecten wat de noodzaak onderschrijft om de ontwikkelingen
tijdig inzichtelijk te hebben. Binnen de eigen bevoegdheid hebben de gemeenten dit goed op
orde, voor de regionale ontwikkelingen is duidelijk een rol weggelegd voor de MRDH.
9
Uitgangspunten
Naast de activiteiten uit de UAB zijn er uit de bestaande situatie een aantal uitgangspunten
af te leiden waarop de concrete aanpak zich zal richten.
Benutten van het bestaande
De rollen faciliteren en coördineren, zoals verwoord in de UAB, impliceren een regie aanpak
door de MRDH. Vanwege het bestaan van veel relevante samenwerkingen en initiatieven
past deze insteek goed bij de bestaande situatie. Voor de aanpak zal daarom zoveel mogelijk
aansluiting worden gezocht bij deze samenwerkingen en initiatieven.
Toegevoegde waarde
Om aan te kunnen sluiten bij de bestaande situatie is het van belang dat de MRDH zorgt voor
toegevoegde waarde. Activiteiten uit de UAB als kennisdelen, voorlichten en samenbrengen
van partijen zijn goede voorbeelden van hoe de MRDH van toegevoegde waarde kan zijn.
Eén regio
In beginsel bestaat de concrete aanpak uit één regio brede aanpak door de MRDH. Voor de
taken uit de UAB is dit vanzelfsprekend, maar voor de BBV programma’s is dit nu niet het
geval. Dat maakt de programma’s niet minder nuttig, maar is het wel van belang te werken
naar een MRDH brede aanpak op het thema goederenvervoer. Omdat de MRDH betrokken
is bij beide programma’s is het mogelijk te zoeken naar kansrijke samenwerkingen.
Uitgangspunt hierbij is dat beide programma’s hier voordeel van hebben.
SMART
De activiteiten uit de UAB zijn in de meeste gevallen niet concreet genoeg om er direct
werkzaamheden aan te verbinden. Het is daarom belangrijk voor de betreffende activiteiten
een verdiepingsslag uit te voeren om vast te stellen hoe de aanpak van die activiteiten eruit
moet zien. Met de resultaten van de verdiepingsslag worden de activiteiten SMART gemaakt
en wordt overgegaan tot uitvoering.
Toekomstgericht
Het is voor de aanpak van belang dat deze rekening houdt met toekomstige ontwikkelingen.
Enerzijds maakt dit het mogelijk om met de aanpak nu al te anticiperen op de toekomst,
anderzijds bieden toekomstige ontwikkelingen op termijn mogelijk een oplossing voor
knelpunten in de bestaande situatie.
Omgevingsbewust
De aanpak door de MRDH betekent niet dat de MRDH alleen staat in de aanpak.
Uiteenlopende partijen zijn betrokken bij het onderwerp en kunnen allemaal een rol spelen.
Uitgaande van de eigen rollen facilitator en coördinator wordt daarom voortdurend gelet op
de rollen die de andere partijen kunnen vervullen en welke implicaties dit heeft op de
aanpak door de MRDH.
10
Concrete aanpak
De concrete aanpak bestaat uit de werkzaamheden die de MRDH zal uitvoeren op het thema
goederenvervoer.
De concrete aanpak is uit drie onderdelen opgebouwd die parallel zullen worden opgepakt:
-
Verdieping
Kennisdeling en communicatie
Vorming regio brede aanpak
Per onderdeel wordt de aanpak beschreven en worden de werkzaamheden benoemd. Tot
slot wordt er een doorzicht gegeven van de planning van de verschillende werkzaamheden.
Verdieping
Voor verschillende taken uit de UAB is een verdiepingsslag nodig om de vraag te
beantwoorden of er sprake is van toegevoegde waarde voor de regio van een aanpak door
de MRDH. Daarnaast is de verdieping van belang om inzichtelijk te krijgen welke concrete
acties dan zinvol zijn om uit te voeren. Voor de volgende taken zal eerst een verdiepingsslag
worden uitgevoerd om tot concrete activiteiten te komen:
-
Het verbeteren van de logistieke routes van en naar de Mainport en Greenports en
betere aansluiting op het onderliggende wegennet.
Afstemmen vrachtwagenparkeren*
Afstemmen logistieke ontkoppelpunten langere zwaardere voertuigen
Afstemmen/kennisdelen van beperkingen tussen gemeenten in hoogte, lengte en
gewicht
Afstemmen inefficiënt transport en zwaar transport, met name voor bouwlogistiek,
internet-winkelen en allerhande bezorgapplicaties.
Afstemmen venstertijden stedelijke distributie
*Omdat de het vrachtwagen parkeren gedurende het opstellen van de verschillende (uitvoerings-)agenda’s een belangrijk
aandachtspunt bleek, is deze taak uit de UAB gelijk opgepakt door de MRDH. Hiervoor vervalt daarmee de verdiepingsslag.
Voor de volledigheid is deze taak wel opgenomen in bovenstaande opsomming.
Elke verdiepingsslag zal leiden tot een concrete aanpak die per taak SMART wordt opgezet
en waarbij nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de gewenste rollen uit de UAB en de
mogelijke koppelingen met de stakeholders. Als de rollen niet toereikend blijken zal een
voorstel worden opgenomen voor een alternatieve rol van de MRDH. Voordat over wordt
gegaan tot uitvoering wordt het resultaat van de verdiepingsslag voorgelegd aan de
regiogemeenten en gedeeld met de betrokken stakeholders.
11
Naast de verdiepingsslagen die worden gemaakt op basis van de UAB kunnen ook
verdiepingsslagen toegevoegd worden op basis van de verwachte of gewenste toekomstige
ontwikkeling. In de Roadmap Next Economy zijn bijvoorbeeld het internet der dingen en
automatisering van intern transport ook in relatie gebracht met kansen voor
goederenvervoer. Om te bepalen welke aanvullende verdiepingsslagen gewenst zijn zal er
een inventarisatie worden bijgehouden van onderwerpen die hiervoor in aanmerking komen
naast bovenstaande primaire lijst uit de UAB.
Communicatie en kennisdeling
Een belangrijk deel van de taken uit de UAB heeft betrekking op communicatie en
kennisdeling:
-
Veilig vervoer stimuleren
Routering (gevaarlijke stoffen) afstemmen op nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen
Het samenbrengen van partijen voor kennisdeling, het vinden van oplossingen en
ontplooiing van nieuwe activiteiten.
Voorlichten van doelgroepen
Inzichtelijk maken van alternatieven
Kennisdelen en organiseren wettelijke omgang met slimme logistiek en nieuwe,
logistieke voertuigen, als elektrisch aangedreven voertuigen, platooning en Twizzy
cargo’s
Uit deze taken blijkt dat er een duidelijke behoefte is aan een partij die centraal een aantal
zaken op zich kan nemen zodat de hele regio er profijt van heeft en het werk niet door de
afzonderlijke partijen afzonderlijk hoeft te worden gedaan. Kennisdeling en communicatie
zijn hiervoor taken bij uitstek. Concreet betekent het dat de MRDH moet zorgen dat hiervoor
de benodigde kennis en ervaring aanwezig is en moet organiseren dat die kennis de regio
bereikt. Deze aanpak vraagt om een praktische invulling van die centrale rol. De website en
nieuwsbrieven van de MRDH zijn hiervoor het geëigende middel. Op de website zal door
middel van een aparte sectie over goederenvervoer zoveel mogelijk relevante informatie
worden gedeeld over het goederenvervoer in de regio en zullen (openbare) gegevens
worden verzameld waardoor partijen met elkaar in contact kunnen komen. Achter de
schermen wordt gebouwd aan het netwerk van partijen die betrokken zijn bij de
verschillende onderwerpen die gedeeld worden. Dit netwerk kan vervolgens aangewend
worden om partijen actief bij elkaar te brengen als daar aanleiding toe is.
Passend bij de centrale rol en de vorming van een goederenvervoernetwerk in de regio is
een vast terugkerend evenement om de resultaten, de stand van zaken en kennis op een
persoonlijke manier met het netwerk te delen en ze betrokken te houden door het bieden
van een boeiend programma en voldoende netwerkmogelijkheden. Door te zorgen voor
hoge kwaliteit en de frequentie te beperken tot eenmaal per jaar kan het evenement
uitgroeien tot een toonaangevend symposium over goederenvervoer. Om van toegevoegde
12
waarde te zijn is het van belang te kijken naar andere vergelijkbare evenementen in de regio.
Aansluiten bij het bestaande zal immers effectiever zijn dan zelf opnieuw beginnen.
Regio brede aanpak
Om te komen tot een regio brede aanpak zijn drie sporen relevant die gelijktijdig zullen
worden ingezet:
-
Kansen zoeken en benutten voor meer samenwerking tussen de BBV programma’s,
Selectie en voortzetting succesvolle onderdelen BBV aanpak door of op initiatief van
de MRDH,
werkzaamheden volgend uit de UAB tot uitvoering brengen.
Het eerste spoor zorgt ervoor dat er een beweging zichtbaar wordt van de twee
afzonderlijke programma’s naar één regio brede aanpak. Om deze transitie in gang te zetten
is het van groot belang om zorgvuldig af te wegen waar de kansen liggen en moet
voorkomen worden dat het benutten ervan afbreuk doet aan de afzonderlijke programma’s.
Met de aanpak van de agrologistiek is deze beweging in gang gezet. De aanpak van
bouwlogistiek door De VO richt zich onder andere op bouwprojecten in individuele
gemeenten en hoeft zich daarom niet te beperken tot de oude stadsregio Rotterdam. De
MRDH kan als facilitator de 23 gemeenten centraal betrekken bij deze aanpak. De BBV
programma’s hebben hier profijt van en door de centrale rol van de MRDH wordt de regio
brede aanpak verder zichtbaar.
Door het bestaan van de BBV programma’s is er sprake van een fasering in de vorming van
de regio brede aanpak; een fase met de BBV programma’s (2016 en 2017) en een fase
zonder (2018 en verder). In de eerste fase zal onderzocht worden welke onderdelen uit de
BBV programma’s zinvol zijn om voort te zetten in fase twee en wordt de voortzetting ervan
voorbereid. Zo is de bedrijvenaanpak door Bereikbaar Haaglanden interessant om in een
bepaalde vorm te worden voortgezet of bijvoorbeeld de Marktplaats voor de logistiek van
De VO. Daarnaast zal er gebouwd worden aan een regio breed (online) goederenvervoer
netwerk waar het bestaande BBV netwerk de basis voor zal vormen. Om het netwerk in
stand te houden wordt er een kerngroep logistiek ingesteld ter opvolging van de BBV
werkgroepen. De kerngroep dient om met de belangrijkste stakeholders zoals gemeenten,
de provincie, de branche organisaties en bijvoorbeeld het Havenbedrijf Rotterdam van
gedachten te wisselen over de ontwikkeling van het goederenvervoer in de MRDH. Hierdoor
kunnen kansen en uitdagingen tijdig worden geconstateerd en blijven de bestaande korte
lijnen met de stakeholders intact.
Het derde spoor zal voor zich spreken omdat de UAB per definitie een regio brede aanpak
inhoudt. Om de toegevoegde waarde van de activiteiten te garanderen wordt zoveel
mogelijk aansluiting gezocht bij de bestaande situatie, toekomstige ontwikkeling en
bestaand beleid van andere overheden zoals de provincie, het Rijk en Europa.
13
Planning
De planning is opgebouwd uit de drie onderdelen van de concrete aanpak. De drie
onderdelen hebben allemaal een doorlopend karakter. Voor de verdieping zal dit zijn omdat
veel informatie gevonden zal kunnen worden op plekken waar bredere informatie en kennis
beschikbaar is die ook voor andere onderdelen van de aanpak relevant kan zijn. Voor
kennisdeling en communicatie en de regio brede aanpak zal het doorlopende karakter
duidelijk zijn. Naast het doorlopende karakter zijn activiteiten met een kortere doorlooptijd.
Om de inzet van de MRDH te spreiden worden deze activiteiten na elkaar opgepakt.
‘17
Verdieping
Stedelijke distributie
Logistieke ontkoppelpunten
Mainport Greenport
Inefficiënt en zwaar
Beperkingen
Communicatie en kennisdeling
Symposium
Regio brede aanpak
BBV samenwerking
Voorbereiding aanpak na 2017
Uitvoering taken UAB+
‘18
‘19
Aanpak goederenvervoer MRDH: regio breed faciliteren en coördineren
Belangen
Twee hoofdvormen van
goederenvervoer zijn van
belang voor de
bereikbaarheid en het
economisch
vestigingsklimaat
Stedelijke distributie
Distributie in de regio van goederen uit en van buiten de regio,
samen te vatten als stedelijke distributie
Logistiek
Distributie van grote volumes met één bestemming in de regio
of vanuit de regio, samen te vatten als logistiek
Verdieping
Coördinator
Voor beide belangen zijn in de UAB
verschillende vraagstukken
opgenomen. Door verdieping
worden de kansrijke vraagstukken
bepaald en SMART gemaakt voor
de rollen coördinator en facilitator.
- Verbeteren logistieke routes
- Aansluiting onderliggend
wegennet
- LOP
- Afstemmen beperkingen
- Innefficiënt en zwaar
transport
Communicatie en
kennisdeling
Facilitator
Door een netwerk van stakeholders
te facilliteren en kennis te delen
wordt de basis gevormd voor
samenwerking. Het bieden van
voldoende expertise en
netwerkmogelijkheden zorgt dat
partijen niet allemaal opnieuw het
wiel uit moeten vinden. Continuïteit
van de inspanningen zal beweging
in gang zetten en houden.
- Veilig vervoer stimuleren
- Routering gevaarlijke
stoffen
- Samenbrengen partijen
- Voorlichten van
doelgroepen
- Inzichtelijk maken van
alternatieven
- Slimme logistiek
- Platooning
Stakeholders
De stakeholders vormen
het speelveld om met
goederenvervoer een
bijdrage te leveren aan de
doelen van de MRDH. Het
goederenvervoer is van
de stakeholders, de
verandering is voor de
stakeholders en als de
stakeholders voldoende
worden gefacilliteerd,
komt de verandering door
de stakeholders
Gemeenten
De VO,
Bereikbaar
Haaglanden
Bedrijfsleven
en branche
organisaties
Rijk en
provincie
Mainport,
HBR,
Greenport
WO
Kennis
instellingen
Aanpak
Vorming regiobrede aanpak
Drie sporen
De regiobrede aanpak is inherent aan de uitvoering van de taken uit de UAB en wordt versterkt door
kansen te zoeken tussen de programma's in de voormalige regio's. Succesvolle onderdelen worden
geselecteerd en zo mogelijk regiobreed voortgezet.
Resultaat
Verandering en verbetering
Effect van de aanpak
De aanpak zet verandering in beweging en zal zorgen voor verbetering van het goederenvervoer teneinde een bijdrage te leveren aan de
bereikbaarheid en het economisch vestigingsklimaat van de Metropoolregio Rotterdan Den Haag.
Vergadering:
Agendapunt:
Onderwerp:
Datum:
Contactpersoon:
Telefoonnummer:
7 december 2016
5
Lijst van subsidies
2 december 2016
Wendy van den Heuvel
088 5445 132
Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit,
Voorgesteld besluit
1. Conform de onderstaande lijst de genoemde besluiten te nemen.
De bijgevoegde lijst met voorgestelde subsidieverleningen is samengesteld op basis van een
aantal uitgangspunten.
1. Het betreft subsidieverleningen ten behoeve van Verkeer en Vervoer.
2. De verleningen geschieden conform de ingediende aanvraag.
3. De subsidieverleningen passen binnen de vastgestelde begroting (IPVa jaarschijf
2016), maar vallen buiten het verleende (onder)mandaat omdat zij de hoogte van het
te verlenen bedrag overschrijden.
4. De subsidieverleningen voldoen aan de vigerende subsidieverordening en deze is
ook van toepassing op de verlening. Het betreft hier de tijdelijke subsidieverordening
Verkeer en vervoer MRDH 2015, waar in artikel 1 de Subsidieverordening Verkeer en
Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam (SVV2012) en de Verordening
Mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 (VMH 2005) van toepassing worden verklaard.
5. Daar waar gebruik gemaakt wordt van een hardheidsclausule gaat het uitsluitend om
verleningen aan projecten die niet zijn opgenomen in het IPVa jaarschijf 2016, maar
die wel aan alle voorwaarden voldoen om te worden opgenomen en waarvoor
voldoende budget binnen het subsidieplafond beschikbaar is.
6. In de tabel is aangegeven of het gaat om lump sum of een maximaal verleend
bedrag, waarbij bij vaststelling wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte
subsidiabele kosten. Eveneens is aangegeven op grond van welk artikel van de
verordening subsidie wordt verleend.
1
Nr.
Aanvrager
Betreft
Te besluiten
1
gemeente Den
Haag
NS Stations
project “Verbeteren fiets sterroute
Scheveningen” uit het IPVa 2016.
Project “Knooppunt Alexander” in
Rotterdam in het programma Beter
Benutten Vervolg Rotterdam
Verlenen € 2.594.000
(maximaal)
Verlenen € 7.713.000
(maximaal)
2.
Artikel
verordening
Art 7
VMH2005
Art 7
SVV2012
Projectnr.
16FDH0115
Begrotingsprogramma
Verkeer
16ONS0037
OV
2
Bestuurscommissie
Vervoersautoriteit
7 december 2016
agendapunt 6
Onderwerp
Voorstel
Korte
motivering
Gunningsbesluit concessie Rail Haaglanden 2016-2026
1) In te stemmen met de Roadmap strategische assets HTM, welke tot doel heeft het
onderhoudsniveau van de railinfrastructuur te verbeteren en de HTMonderhoudsorganisatie op een hoger niveau te brengen;
2) Te constateren dat is voldaan aan alle voorwaarden om de concessie Rail
Haaglanden 2016-2026 te kunnen gunnen aan HTM Personenvervoer N.V.;
3) De portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit conform bijgevoegde volmacht te
machtigen om de zeggenschap (één aandeel) HTM Personenvervoer N.V. te
verwerven;
4) De concessie Rail Haaglanden 2016-2026 te verlenen conform het bijgevoegde
concessiebesluit aan HTM Personenvervoer N.V.;
5) De voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit te machtigen het
bijgevoegde gunningsbesluit en concessiebesluit te ondertekenen;
6) De portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit conform bijgevoegde volmacht te
machtigen alle aan het aandeelhouderschap verbonden bevoegdheden en
verantwoordelijkheden uit te voeren;
7) De gemeenteraden van de MRDH-gemeenten te informeren over bovengenoemde
besluiten.
De Roadmap strategische assets is een voorwaarde om te kunnen overgaan tot
gunning van de railconcessie. In de Roadmap beschrijft HTM welke maatregelen zij
neemt om het onderhoud van de railinfrastructuur en de eigen organisatie in
samenhang te verbeteren.
Met het besluit tot verwerven van het aandeel HTM Personenvervoer N.V (HTM). wordt
voldaan aan de wettelijke vereisten om te kunnen inbesteden. HTM heeft op 4 mei 2016
een bieding ingediend. Op grond van de bieding en de reeds eerder door de
bestuurscommissie vastgestelde concessiedocumenten kan nu de concessie Rail
Haaglanden 2016-2026 worden verleend aan de HTM.
Het verwerven van het aandeel HTM en het verlenen van het concessiebesluit zijn het
sluitstuk van de inbestedingsprocedure voor de concessie Rail Haaglanden 2016-2026.
Op grond van de verleende concessie kan de HTM tussen december 2016 en
december 2026 het tramvervoer in de Haaglandse regio uitvoeren.
Financiën
P&O aspecten
Juridisch
Communicatie
Met het verlenen van de concessie Rail Haaglanden 2016-2026 neemt de MRDH de
verplichting op zich om een jaarlijkse exploitatiebijdrage aan de concessiehouder (HTM)
te betalen. De exploitatiebijdrage die HTM vraagt, past binnen de vooraf vastgestelde
bovengrens. Daarmee is er voldoende financiële ruimte om deze bieding te accepteren.
De exploitatiebijdrage staat geraamd op budgetpost 623105.
Het uitvoeren van de aan de nieuwe concessie verbonden beheerstaken, waaronder het
uitvoeren van de met het medeaandeelhouderschap verbonden werkzaamheden, leidt
tot extra benodigde personele inzet bij de MRDH. Deze vindt vooralsnog plaats vanuit
de reguliere personele capaciteit van de afdeling Openbaar Vervoer. Bij de tussentijdse
evaluatie van de MRDH-organisatie zal bezien worden in hoeverre de met het
medeaandeelhouderschap en gunningsbesluit verbonden werkzaamheden gevolgen
hebben voor de in de toekomst benodigde capaciteit van de afdeling Openbaar Vervoer.
De MRDH dient op grond van de Wp2000 een Programma van Eisen op te stellen en
hierover tijdig advies te vragen aan consumentenorganisaties. Aan deze bepalingen is
voldaan. Tegen het gunningsbesluit kan nog wel bezwaar gemaakt worden door
belanghebbenden.
De volmachten aan de portefeuillehouder Middelen dragen er zorg voor dat deze het
aandeel van de HTM kan verwerven en verder namens de MRDH kan optreden als
aandeelhouder. De portefeuillehouder Middelen legt verantwoording af aan de
bestuurscommissie Vervoersautoriteit.
n.v.t.
Bijlagen
Gevolgde
procedure
Verdere
procedure
Openbaar besluit
Wet. bekendmaking
1. Roadmap Strategische Assets.
2. Documenten verwerven aandeel HTM (zeggenschap):
a. Aangepaste statuten HTM.
b. Volmacht verwerven aandeel HTM
c. Volmacht uitvoeren aandeelhouderstaken HTM
3. Concessiebesluit Rail 2016-2026
a. Gunningsbesluit
b. Concessiebesluit
4. Brief aan gemeenteraden.
De bieding van de HTM, de hieruit voortvloeiende correspondentie en het volledige
proces verbaal liggen voor de leden van de Bestuurscommissie vertrouwelijk ter inzage
bij de MRDH.
Presidium
23 november 2016
Ambtelijk overleg
21 november 2016
Zienswijzetermijn
n.v.t.
Adviescommissie
n.v.t.
Anders, te weten
n.v.t.
Zienswijzetermijn
n.v.t.
Adviescommissie
n.v.t.
Dagelijks bestuur
n.v.t.
Algemeen bestuur
n.v.t.
Anders, te weten
n.v.t.
Contactpersoon
ja
G.J. Nijsink
Telefoonnummer
nee
088 5445 143
Vergadering:
Agendapunt:
Onderwerp:
Van:
Datum:
Contactpersoon:
Telefoonnummer:
7 december 2016
6
Gunningsbesluit concessie Rail Haaglanden 2016-2026
Th. J.A.M. de Bruijn
30 juni 2016
G.J. Nijsink
088 5445 143
Aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit,
Voorgesteld besluit
1. In te stemmen met de Roadmap strategische assets HTM, welke tot doel heeft het
onderhoudsniveau van de railinfrastructuur te verbeteren en de HTM-onderhoudsorganisatie op
een hoger niveau te brengen;
2. Te constateren dat is voldaan aan alle voorwaarden om de concessie Rail Haaglanden 2016 te
kunnen gunnen aan HTM Personenvervoer N.V.;
3. De portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit conform bijgevoegde volmacht te machtigen om
de zeggenschap (één aandeel) HTM Personenvervoer N.V. te verwerven;
4. De concessie Rail Haaglanden 2016-2026 te verlenen conform het bijgevoegde concessiebesluit
aan HTM Personenvervoer N.V.;
5. De vice-voorzitter van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit te machtigen het bijgevoegde
gunningsbesluit en concessiebesluit te ondertekenen;
6. De portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit conform bijgevoegde volmacht te machtigen
alle aan het aandeelhouderschap verbonden bevoegdheden en verantwoordelijkheden uit te
voeren;
7. De gemeenteraden van de MRDH-gemeenten te informeren over bovengenoemde besluiten.
Stand van zaken concessie Rail Haaglanden 2016-2026
Op 6 juli 2016 heeft de bestuurscommissie het voornemen uitgesproken om de concessie Rail
Haaglanden 2016-2026 te gunnen aan HTM Personenvervoer N.V. Daadwerkelijke gunning was op 6
juli echter nog niet mogelijk, omdat nog niet de bijbehorende zeggenschap (aandeelhouderschap)
over HTM Personenvervoer N.V. kon worden geëffectueerd (zie verder ’stand van zaken
zeggenschap over HTM’).
In de voorbereidingen van de concessie hebben MRDH en HTM een nulmeting naar de staat en
organisatie van het onderhoud van de railinfrastructuur uitgevoerd. De gezamenlijke conclusie was
tweeledig: het onderhoudsniveau dient structureel verbeterd te worden, zodat de HTM kan voldoen
aan de prestatie-indicatoren en eisen in de concessie. Ook de organisatie van de HTM behoeft een
professionaliseringsslag (cultuurverandering), om te borgen dat de railinfrastructuur toekomstvast
wordt onderhouden. MRDH heeft als voorwaarde voor gunning van de railconcessie gesteld dat HTM
een verbeterplan diende op te stellen. HTM heeft de conclusies van de nulmeting uitgewerkt in een
verbeterplan, de zogeheten Roadmap strategische assets HTM (zie bijlage 1). MRDH heeft in de
concessie extra middelen voor beheer en onderhoud beschikbaar gesteld, namelijk € 0,84 mln per
jaar en € 9,5 mln eenmalig. De HTM heeft een verbeterproces ingericht om het onderhoud en de
organisatie in samenhang te verbeteren. Aangezien dit verbetertraject direct de prestaties van de
HTM in de concessie zal beïnvloeden, wordt MRDH verzocht met deze Roadmap in te stemmen. Het
is conform de concessie vervolgens een bevoegdheid van de HTM om de organisatie te verbeteren en
daarop te sturen. Het verbeteren van de kwaliteit van de railinfrastructuur, is een gedeelde
verantwoordelijkheid HTM en MRDH. Het totale proces zal circa 5 jaar duren, met het zwaartepunt op
de eerste jaren waarin de kwaliteit van de railinfrastructuur en de prestaties naar verwachting
zichtbaar zullen verbeteren.
1
Stand van zaken zeggenschap over HTM
Op 1 juli 2016 heeft het algemeen bestuur besloten zeggenschap te verkrijgen over RET en HTM
en aan de bestuurscommissie Vervoersautoriteit de bevoegdheid gedelegeerd om een aandeel RET
N.V. (RET) en een aandeel HTM Personenvervoer N.V. te verwerven. Ook heeft het Algemeen
Bestuur alle met het aandeelhouderschap verbonden bevoegdheden en verantwoordelijkheden
gedelegeerd aan de bestuurscommissie. In juli 2016 kon echter nog niet worden overgegaan tot
effectuering van de zeggenschap. De bestaande eigenaren van de HTM, namelijk de gemeente Den
Haag en de Nederlandse Spoorwegen, waren met elkaar in gesprek over hun onderlinge
bevoegdhedenverdeling. Inmiddels is duidelijk geworden dat de Nederlandse Spoorwegen hun
aandelen HTM hebben terugverkocht aan de gemeente Den Haag. Nadat hierover duidelijkheid
bestond, konden de statuten voor de HTM Personenvervoer N.V. worden aangepast en kon ook bij de
gemeente Den Haag besluitvorming plaatsvinden. De gemeenteraad van Den Haag heeft op 17
november 2016 ingestemd met het voornemen om één bijzonder aandeel HTM Personenvervoer N.V.
te creëren en te verkopen aan de MRDH.
De bijgevoegde aangepaste statuten van HTM Personenvervoer N.V. zijn door hun historie niet éénop-één vergelijkbaar met de aangepaste statuten van RET N.V. (zie besluitvorming 6 juli 2016). De
bevoegdheden en verplichtingen die MRDH krijgt ten aanzien van het aandeelhouderschap over HTM
Personenvervoer N.V., zijn echter identiek aan die de MRDH heeft ten opzichte van RET N.V.
Voorgestelde besluiten
Aangezien het Algemeen Bestuur aan de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit de bevoegdheid heeft
gegeven om een aandeel in HTM Personenvervoer N.V. te verwerven, aangezien de huidige eigenaar
van de HTM Personenvervoer N.V. heeft ingestemd met de creatie en verkoop van een aandeel HTM
Personenvervoer N.V. aan de MRDH, aangezien de bestuurscommissie op 6 juli 2016 reeds het
voornemen heeft uitgesproken om de concessie Rail Haaglanden 2016 te verlenen aan HTM
Personenvervoer N.V. en aangezien HTM Personenvervoer N.V. een voldoende Roadmap
strategische assets bij MRDH heeft ingediend, wordt aan de bestuurscommissie voorgesteld om de
concessie Rail Haaglanden 2016-2026 daadwerkelijk in te besteden aan HTM Personenvervoer N.V.
Daarvoor wordt aan uw bestuur voorgesteld om:
1) daadwerkelijk de zeggenschap over HTM Personenvervoer N.V. aan te gaan door het
verwerven van een aandeel HTM Personenvervoer N.V.;
2) de concessie te gunnen.
Net als op 6 juli 2016 met betrekking tot het aandeelhouderschap van MRDH over RET N.V. is
besloten, wordt wordt nu voorgesteld om het verwerven én alle met het aandeelhouderschap
verbonden taken te machtigen aan de portefeuillehouder Middelen. Tevens wordt voorgesteld om de
vice-voorzitter van de bestuurscommissie (in zijn hoedanigheid als bestuurlijke trekker van de
concessie Rail Haaglanden 2016) te machtigen het concessiebesluit te ondertekenen.
De portefeuillehouder Middelen wordt gemachtigd om alle met het aandeelhouderschap verbonden
taken uit te voeren. Van zijn handelen als aandeelhouder legt de portefeuilllehouder achteraf
verantwoording af aan de bestuurscommissie. Het kan voorkomen dat het politiek-bestuurlijk gewenst
is dat de portefeuillehouder vooraf met de de bestuurscommissie afstemt over zijn handelen als
aandeelhouder van de HTM Personenveroer N.V. Het wordt aan de portefeuillehouder overgelaten
om een inschatting te maken van de onderwerpen waarover hij vooraf wil afstemmen met de
bestuurscommissie. De portefeuillehouder Middelen dient er, conform de voorwaarden in de volmacht
zorg voor te dragen dat het handelen van de MRDH als mede-aandeelhouder in lijn is met het
handelen van de MRDH als opdrachtgever voor het openbaar vervoer.
De portefeuillehouder Middelen Vervoersautoriteit kan vanuit zijn rol als aandeelhouder zelfstandig
besuiten nemen. Indien hij wenst in overleg te treden met de bestuurscommissie Vervoersautoriteit
heeft hij de mogelijkheid zich direct te wenden tot de bestuurscommissie Vervoersautoriteit. Dit omdat
het veelal gaat om bedrijfsvertrouwelijke informatie of spoedeisende zaken.
2
Inhoud van de concessie
De concessie Rail Haaglanden 2016-2026 bevat enerzijds de concessievoorwaarden die MRDH heeft
gesteld in Programma van Eisen en Financiële Paragraaf, en anderzijds de ‘extra’s’ die HTM in haar
bieding heeft geboden. Enkele highlights uit de concessiedocumenten (en tevens wijzigingen ten
opzichte van de huidige situatie) zijn:
Vermindering van de exploitatiebijdrage, oplopend tot ca. 13 miljoen euro per jaar, bij een
gelijkblijvend voorzieningenniveau. Dit maakt het mogelijk om ondanks dalende BDUinkomsten vanuit het Rijk en stijgende infrastructuurkosten voorlopig toch het
voorzieningenniveau te handhaven en financiële ruimte te maken c.q. te houden ten behoeve
van investeringen in verkeer en vervoer (Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid);
Hoge eisen wat betreft de reizigerstevredenheid die HTM moet realiseren op verschillende
aspecten (onder meer algemeen oordeel, comfort, reisinformatie, veiligheidsbeleving);
Hoge eisen wat betreft de kwaliteit van de dienstuitvoering (stiptheid, minimale rituitval),
gekoppeld aan een bonus-malusregeling; de HTM neemt maatregelen om aan de gestelde
eisen te kunnen voldoen;
Diverse maatregelen om de doorstroming van tram te verbeteren en daarmee de reissnelheid
te verhogen;
Verbetering van de interne bedrijfsprocessen van HTM om het asset management te
verbeteren;
Verbetering van de informatieverstrekking door HTM aan de MRDH.
Verdere procedure
Direct na de vergadering van de bestuurscommissie zal de portefeuillehouder Middelen de met
zeggenschap verbonden documenten ondertekenen. Ook de vertegenwoordigers van de gemeente
Den Haag en HTM zullen deze documenten ter plaatse ondertekenen. Vanaf dat moment is de MRDH
mede-aandeelhouder van de HTM Personenvervoer N.V., dus ook in de periode tot de start van de
concessie (11 december 2016).
Direct aansluitend op het tekenen van de zeggenschapsdocumenten zal de voorzitter van de
bestuurscommissie het concessiebesluit ondertekenen. Daarmee is de gunning van de concessie Rail
Haaglanden 2016-2026 aan HTM Personenvervoer N.V. een feit.
Op 6 juli heeft de bestuurscommissie de gemeenteraden van de inliggende gemeenten per brief
geïnformeerd over de uitkomst van de inbestedingsprocedure. Voorgesteld wordt dat de vicevoorzitter namens de bestuurscommissie de gemeenteraden schriftelijk informeert over de vandaag
genomen besluiten met betrekking tot de inbesteding van de concessie Rail Haaglanden 2016.
Tegen het gunningsbesluit kunnen belanghebbenden bezwaar maken. De bezwaartermijn bedraagt
zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit is bekend gemaakt.
3
Bestuurscommissie
Vervoersautoriteit
7 december 2016
agendapunt 7
Onderwerp
Voorstel
Korte
motivering
Tienjarenplannen beheer en onderhoud railinfrastructuur en railvoertuigen HTM
en RET
1. Aan HTM en RET uitstel te verlenen tot 1-4-2017 om een definitief 10 jarenplan
beheer en onderhoud railinfrastructuur en railvoertuigen in te dienen binnen de
kaders van de railconcessie 2016-2026.
In het kader van de railconcessie 2016-2026 dienen HTM en RET nog dit jaar een
tienjarenplan beheer en onderhoud voor zowel de railinfrastructuur als de railvoertuigen,
ter vaststelling aan de bestuurscommissie aan te bieden.
In de plannen dienen de HTM en RET aan te geven hoe zij met het beheer en
onderhoud gaan voldoen aan de railconcessie, waarin balans zit tussen de door MRDH
geëiste prestatie-indicatoren, het beschikbare budget en het beheersen van de risico’s.
De concessie schrijft voor dat de HTM en RET voor het eerst een tienjarenplan ter
vaststelling aanbieden aan MRDH voor de railvoertuigen, bij de railinfrastructuur was dit
onder de voorgaande concessies al gebruikelijk.
Geconstateerd wordt dat de tienjarenplannen nog niet gereed zijn, het tijdpad naar de
start van de concessies is te kort gebleken. Derhalve wordt voorgesteld aan HTM en
RET tot 1 april 2017 uitstel te verlenen om de tienjarenplannen aan te scherpen.
Besluitvorming in de bestuurscommissie vindt dan voorjaar 2017 plaats. De kortere
termijn onderhoudswerken bij HTM en RET ondervinden van dit uitstel geen hinder,
omdat de jaarplannen 2017 onderhoud nog dit jaar worden goedgekeurd (vereist geen
bestuurlijk besluit).
Financiën
Juridisch
Communicatie
Bijlagen
Gevolgde
procedure
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Presidium
Ambtelijk overleg
Zienswijzetermijn
Adviescommissie
Anders, te weten
Verdere
procedure
Zienswijzetermijn
Adviescommissie
Dagelijks bestuur
Algemeen bestuur
Anders, te weten
Openbaar besluit
Wet. bekendmaking
ja
nee
9 november 2016
21 november 2016
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Contactpersoon
Telefoonnummer
Pim Uijtdewilligen
088 5445 283
Bestuurscommissie
Vervoersautoriteit
7 december 2016
agendapunt 8
Onderwerp
Voorstel
Subsidie RET railinfrastructuur remise Kleiweg
Conform bijgevoegde beschikking subsidie te verlenen aan RET op grond van de
aanvraag en de subsidieverordening verkeer en vervoer Rotterdam 2012, die van
toepassing is op basis van artikel 2 van de tijdelijke subsidieverordening verkeer en
vervoer MRDH 2015, voor maximaal € 13.731.687,- ter realisatie van de
railinfrastructuur op het terrein remise Kleiweg.
Korte
motivering
De RET heeft op verschillende locaties in Rotterdam remises waar het tram, en metro
materieel (railvoertuigen) worden beheerd en onderhouden. Uit onderzoek is gebleken
dat een levensduurverlenging van de remise ‘s-Gravenweg en de nieuwbouw van
remise Kleiweg noodzakelijk is. Dit vanwege de matige conditie van de remises, de
bereikbaarheid van de werkplaatsen ten opzichte van het tramnet alsmede de
noodzakelijke aanpassingen voor de langere metro railvoertuigen in kader van het
project Hoekse Lijn (43 meter).
Aan de remise ‘s-Gravenweg worden de railvoertuigen onderhouden welke wordt
ingezet op de Hoekse Lijn. De grootschalige revisies en modificaties aan de
railvoertuigen worden uitgevoerd aan de remise Kleiweg. Door het realiseren van een
levensduurverlening aan de remise ‘s-Gravenweg en de nieuwbouw van de remise aan
de Kleiweg wordt toekomstgericht voldaan aan de functionele eisen, alsmede aan de
huidige wet- en regelgeving.
Voor de levensduurverlengende maatregelen voor de remise ‘s-Gravenweg is door
MRDH reeds een subsidie beschikbaar gesteld als onderdeel van het jaarplan beheer
en onderhoud infrastructuur 2016.
De remise Kleiweg is strategisch gelegen door haar ligging aan de Randstadrail. De
RET pleegt momenteel een omvangrijke investering om de nieuwbouw van de remise
Kleiweg mogelijk te maken. De nieuwbouw bestaat uit een nieuwe werkplaats,
kantoorfuncties, een nieuwe traverse en een aftakking vanaf de Randstadrail. Voor wat
betreft de infrastructurele maatregelen heeft RET bij MRDH subsidie aangevraagd voor
€ 13.731.687,- ter realisatie van de railinfrastructuur.
In kader van verduurzaming van de railinfrastructuur, zoals geformuleerd in Roadmap
Next Economy en de Beheervisie Wet Lokaal Spoor, zal MRDH aan de RET opdragen
binnen de te verlenen subsidie het gebouw op de meest duurzame wijze in te richten.
Daarbij beoogt de RET op dit moment al 22% van het energieverbruik te verduurzamen
door zonnepanelen op het dak te plaatsen.
Financiën
Juridisch
Communicatie
Bijlagen
Gevolgde
procedure
Verdere
procedure
De subsidie komt ten laste van de begrotingspost vervangingsonderhoud 623220
VVO211 welke voldoende ruimte biedt.
Het op de meest duurzame wijze inrichten van het gebouw binnen de financiële kaders
van de toegekende subsidie wordt als een voorwaarde bij de subsidietoekenning
opgenomen. Naast de subsidievoorwaarden gelden de voorwaarden van de nieuwe
concessie Rail: MRDH vergoedt railinfrastructuur in/naar remises.
n.v.t.
1. Beschikking aan RET
2. Subsidieaanvraag RET
Presidium
9 november 2016
Ambtelijk overleg
21 november 2016
Zienswijzetermijn
n.v.t.
Adviescommissie
n.v.t.
Anders, te weten
n.v.t.
Zienswijzetermijn
n.v.t.
Adviescommissie
n.v.t.
Dagelijks bestuur
Algemeen bestuur
Anders, te weten
Openbaar besluit
Wet. bekendmaking
ja
nee
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Contactpersoon
Telefoonnummer
Max Lamb
088 5445 253
Grote Marktstraat 43
Postbus 66
2501 CB Den Haag
Telefoon 088 5445 100
E-mail: [email protected]
Internet: www.mrdh.nl
KvK nummer: 62288024
Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag
RET N.V.
T.a.v. de heer P. Lorist
Postbus 112
3000 AC ROTTERDAM
CONCEPT
Datum
07 december 2016
Onderwerp
Verlening subsidie project “Railinfra remise Kleiweg”.
Bankrekeningnummer
NL96 BNGH 0285 1651 43
contactpersoon
Max Lamb
uw kenmerk
MdL/2016/5328871
ons kenmerk
28425
Projectnummer
P.15.016
doorkiesnummer
088 5445 217
e-mail
[email protected]
bijlage(n)
1. Bezwaarprocedure
2. Subsidieaanvraag RET
Geachte heer Lorist,
Op 14 juli jl. ontvingen wij van RET een aanvraag (brief met kenmerk MdL/2016/5328871)
voor subsidie voor het project ”Railinfra Kleiweg”, betreffende het realiseren van een aftakking
vanaf de Randstadrail en de spoorconfiguratie voor de locatie Kleiweg.
In antwoord op uw aanvraag om een subsidie delen wij u mee, dat wij u op grond van artikel 7
van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam (die van
toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke subsidieverordening verkeer en vervoer
MRDH 2015; hierna ‘de Subsidieverordening’) een subsidie verlenen van maximaal
€ 13.731.687,- (incl. VAT) conform uw aanvraag. In het subsidiebedrag is geen BTW
opgenomen.
Op deze verlening zijn de regels van toepassing uit de Subsidieverordening, zoals deze door
het algemeen bestuur zijn vastgesteld. Een aantal belangrijke punten zijn voorts:
-
In navolging op artikel 19 lid 2 sub a van de Subsidieverordening wordt de termijn voor de
start van uitvoering van het project vastgesteld op 12 maanden na dagtekening van deze
brief.
De declaratie en het eindverslag moeten worden ingediend conform de “Instructie
declaratie en eindverslag BDU” en voorzien van een controleverklaring (URS) van een
accountant waarin jaarlijks de gerealiseerde bouw-, en VAT kosten worden verantwoord.
De vaststelling van de subsidie zal door MRDH worden bepaald na beoordeling van deze
verantwoording op basis van de werkelijke kosten tot het maximum van het gevraagde
subsidiebedrag.
Indien de uiteindelijke gerealiseerde kosten lager zijn dan waarop de subsidie is
gebaseerd, zal deze overeenkomstig op een lager bedrag worden vastgesteld
Conform artikel 21 lid 1 van de Subsidieverordening dient de aanvraag tot
subsidievaststelling binnen een termijn van 26 weken na afronding van het project te zijn
ingediend.
Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis,
Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.
-
-
In kader van het duurzaamheidperspectief van de MRDH bij het subsidiëren van
(nieuw)bouwprojecten, geldt het op de meest duurzame wijze inrichten van het gebouw,
binnen de financiële kaders van de toegekende subsidie, als een voorwaarde bij de
subsidietoekenning.
De voortgang van het project dient te worden verantwoord in de Q-rapportage beheer en
onderhoud railinfrastructuur en omvat tenminste de volgende elementen:
o Toelichting op de voortgang van het project
o Bouwkosten besteed
o VAT kosten besteed
o Onderhanden werk
o Verkregen bevoorschotting
o Prognose eindstand en realisatiekosten.
De financiering van het project geschiedt als volgt:
o
o
De vrijgevallen jaarlijkse WOZ waarde bij RET van 6 miljoen euro in totaal (jaarlijks 0,6
miljoen euro) die vallen onder de railconcessie assets;
De vrijgevallen WOZ waarde bij RET uit een eenmalige nabetaling van 3 miljoen euro
die valt onder de railconcessie assets.
Deze zijn in mindering gebracht op de subsidie voor het dagelijkse beheer en onderhoud. De
bovengenoemde vrijgevallen kosten voor WOZ van in totaal 9 miljoen euro worden
aangewend ter financiering van het project.
Bij aanvang van het project kan door RET een voorschotfactuur worden ingediend van 20%
van het totaalbedrag van € 13.731.687,-. De RET kan conform artikel 20 lid 2 sub a van de
Subsidieverordening een voorschotverzoek indienen voor maximaal 60% van het totaal
bedrag van € 13.731.687,- . Als onderdeel van een voorschotverzoek dient RET een
specificatie te overleggen van de prognose en de werkelijk gemaakte bouw,- en VAT kosten,
op basis waarvan een jaarlijks voorschot door MRDH kan worden vastgesteld. De laatste 20%
van de aangevraagde subsidie wordt na subsidievaststelling aan u overgemaakt.
De factuur voor het voorschot kunt u sturen naar:
Metropoolregio Rotterdam Den Haag
Financiële administratie
Postbus 66
2501 CB Den Haag
o.v.v. Verplichtingnr. 160731 - Projectcode P.15.016
U kunt uw facturen ook digitaal indienen via [email protected].
Het eindverslag kunt u, zonder factuur, sturen naar:
Metropoolregio Rotterdam Den Haag
Afdeling Openbaar Vervoer
Postbus 66
2501 CB Den Haag
o.v.v. Verplichtingnr. 160731 - Projectcode P.15.016
Indien een informatiepaneel op het werk wordt geplaatst, dient daarop te worden aangegeven
dat voor dit werk subsidie is verstrekt door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
Voor informatie inzake de vormgeving dient u contact op te nemen met de afdeling
communicatie van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, tel. 088 544 5124.
2
U wordt verzocht bij alle correspondentie over dit project de in de aanhef genoemde
projectcode aan te halen. Voor vragen en opmerkingen over dit project kunt u contact
opnemen met de heer M. Lamb (tel. 088 544 5253, e-mail: [email protected]).
Hoogachtend,
namens de bestuurscommissie Vervoersautoriteit,
A.L. Gleijm,
secretaris
Bijlagen:
P.J. Langenberg,
voorzitter
Bezwaar- en beroepsclausule
Subsidieaanvraag
3
Bijlage 1
Bezwaar
Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag
waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend.
Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:
• De Bestuurscommissie VA van de metropoolregio Rotterdam Den Haag
Postbus 66
2501 CB DEN HAAG
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:
a.
de naam en het adres van de indiener;
b.
de dagtekening;
c.
vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het
bezwaar zich richt;
d.
de gronden van het bezwaar (motivering).
Voorlopige voorziening
Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang, een
verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient te
worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het
bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om
voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte
daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening van
het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank.
4
•••••••
REI N.V. | Openbaar vervoerbedrijf
t
Hoofdkantoor: Laan op Zuid 2 | Rotterdam
Postbus 112 | 3000 AC Rotterdam
Nederland
AARDIG ONDERWEG
0
+31(0)10 447 69 11
F +31(0)10 285 10 00
C'-'
4 O n T
i
r*
1o U / 1 b
E
[email protected] | www.ret.nl
Metropoolregio Rotterdam Den Haag
T.a.v. de heer P. Uijtdewilligen
Postbus 66
2501 CB Den Haag
Datum:
14 juli 2016
Uw kenmerk:
Telefoon:
+31(0)10 447 6222
Ons kenmerk:
MdL/2016/5328871
Behandeld door;
M. Kuijten/M. de Langen
Afdeling:
Techniek/Inframanagement
Onderwerp;
Subsidieaanvraag Railinfra Kleiweg
Geachte heer Uijtdewilligen,
Zoals besproken dienen wij hierbij een subsidieverzoek in bij MRDH betreffende het realiseren van een aftakking
vanaf de Randstadrail en de spoorconfiguratie voor de locatie Kleiweg.
In deze subsidieaanvraag wordt, voor het volledige overzicht, ingegaan op de huisvestingsprojecten aan de locaties
s' Gravenweg en Kleiweg. Binnen RET worden deze project uitgevoerd onder het projectnummer P15.173, waar
voorliggende subsidieaanvraag ( P15.016 Railinfra Kleiweg) een onderdeel van uit maakt.
Project; P.1S.016 Railinfra Kleiweg
1. Projectbeschrijving
Indiener/wegbeheerder: RET N.V.
Beschrijving;
Het ontwerpen, bouwen en opleveren van een aftakking vanaf de Randstadrail,
metrosporen, een traverse en de aanpassing op de tramsporen.
Bijlagen:
Verstrekt per e-mail (05/07/2016,17:30 uur t.a.v. de heren Uijtdewilligen en Lamb).
Bijlage A Raming Reehorst 23-10-2014
Bijlage B Raming Fundering traverse 02-10-2014
Bijlage C Raming BEMO Rolbrug traverse 31-10-2014
Bijlage D Raming KLW kabels en leidingen 15-10-2015
RR DO Kleiweg remise tram en Randstadrail versie 1.1 datum 27-06-2016
C30-PBR-KA-1600160 - adviesnota bij SSK DO Remise Kleiw eg versie 1.0 datum 26-062016
P.310.DLS.005 Ontwerp Kleiweg Randstadrail_v2.1 definitief
C30-PBR-KA-1600160 - adviesnota reactie Movares op toetsing raming Kleiweg versie
0.1 datum 4 juli 2016
Toets raming Huisvesting Remise Kleiweg Tram en Randstadrail v.3.0 definitief
2016-06-23 toprisico's vanuit deelproject infra
Het hoofdkantoor van de RET is te bereiken
met tramlijnen 20, 23 en 25 en metrolijnen D en E
BTW nummer: NL 808067655.B.01 | Handelsregister KvK Rotterdam: 24292838
Uitstappen bij halte/station Wilhelminaplein.
IRET
AARDIG ONDERWEG
Kosten:
€ 13.731.687,--(bouwsom incl. VAT-kosten, zie onder)
Project Railinfra Kleiweg
Investering
Raming (bouwsom)
Raming (VAT)
€ 13.731.687
€ 12.406.337
€ 1.325.350
De geraamde VAT-kosten liggen lager dan bij de toepassing van het gebruikelijke VATpercentage van 16%. Dit komt doordat het voorliggende project deel uit maakt van een
groter huisvestingsproject binnen RET. Hierdoor ontstaat een synergievoordeel voor MRDH.
Planning:
2.
Zie bijlage P-15013-MP-PL-KLW Ri 20 160710 A3
Door de aanvrager opgegeven probleemstelling
RET heeft op verschillende locaties in de stad de beschikking over werkplaatsen alwaar railvoertuigen worden
onderhouden en gemodificeerd. De RET-huisvesting dient als ondersteuning van het primaire bedrijfsproces; het
vervoeren van reizigers. In 2014 is er uitvoering onderzocht welke aanpassingen of vernieuwingen noodzakelijk zijn
om als organisatie een gezonde en bedrijfszekere toekomst tegemoet te gaan.
Uit dit onderzoek is gebleken dat levensduurverlening van de werkplaats s' Gravenweg en nieuwbouw van werkplaats
Kleiweg noodzakelijk is. Dit zowel vanwege de huidige conditie en ligging van de werkplaatsen als de noodzakelijke
aanpassingen vanwege de langere metrovoertuigen (43 meter). Daarnaast is duidelijk geworden dat RET qua
huisvesting minder oppervlakte nodig heeft.
De locatie s' Gravenweg is een strategisch gelegen locatie voor het onderhouden van de railvoertuigen welke ingezet
zullen worden op de Hoekselijn. In de business case Hoekselijn is er onderzocht welke locatie hier het meest voor
geschikt is, waarbij gekeken is naar locatie/werkstanden en capaciteit werkplaats. Om de locatie s' Gravenweg te
kunnen behouden en geschikt te maken voor het onderhoud na start exploitatie Hoekselijn zijn is een levensduur­
verlenging nodig. Deze wordt op dit moment uitgevoerd.
De revisies en modificaties aan de railvoertuigen worden uitgevoerd op de locatie Kleiweg. De werkplaats Kleiweg is
strategisch gelegen door haar ligging aan de Randstadrail, de locatie ten opzichte van de stad en de locatie heeft
voldoende oppervlakte om een werkplaats te realiseren voor de eerder genoemde werkzaamheden. De locatie is op
dit moment voor de 30 meter lange metrovoertuigen bereikbaar via de weg. De nieuwe, langere railvoertuigen
kunnen vanwege hun lengte niet over de weg vervoerd worden. Daarbij zijn de bestaande traverse en werkstanden
niet geschikt voor de nieuwe voertuigen. De totale conditie van het pand is slecht te noemen.
3.
Door de aanvrager opgegeven doelstelling
Door het realiseren van een levensduurverlening aan de s' Gravenweg en de sloop/nieuwbouw aan de Kleiweg wil de
RET toekomstgerichte functionele werkplaatsen welke voldoen aan de huidige wet- en regelgeving realiseren. Voor de
railinfrastructurele werkzaamheden voor de locatie s' Gravenweg heeft MRDH, via het Jaarplan, subsidie beschikbaar
gesteld.
De doelstelling van voorliggende subsidieaanvraag is het bereikbaar maken van de nieuwbouwlocatie Kleiweg door
middel van een aansluiting op de Randstadrail.
4. Door de aanvrager gekozen oplossing
Om de uitvoering van revisie en modificatiewerkzaamheden aan het railmaterieel mogelijk te maken, pleegt RET een
omvangrijke investering in de nieuwbouw locatie Kleiweg. De nieuwbouw bestaat uit een nieuwe werkplaats met
werkstanden, kantoorfuncties, een nieuwe traverse en een aftakking vanaf de Randstadrail. Deze subsidieaanvraag
heeft betrekking op noodzakelijke railinfrastructurele onderdelen.
-2-
IR=R
AARDIG ONDERWEG
Wij hopen u hierbij voldoende te hebben geïnformeerd en zien een positief besluit, na behandeling in de
bestuurscommissie in september 2016, omtrent deze subsidieaanvraag met belangstelling tegemoet.
Hartelijke groet,
M. cla^angen
Manager Inframanagement
Kopie: DIM, A.G. Huiskes, M. de Langen, M. Kuijten, J. van Rossum.
-3-
I I I
! S l
1
l
'11(1'
i
'
1
"
1
'II
I ! | i
isf
|
i
i
"i
ii
M
I.•
t
IPI
.
m
glslssfig^ssKëifssssësaiii^sssslii^gigisilslSISggaglIfssliiliiggggsgsgggsgggsI g g ;
f f f
x |
| i
*•
i
1 3 S 1 8 5 = : : « 8Z S S 8 8 S S 8 8 8 8 8 Ü 8 C D ! 8 K W EÜ 5 2 2 S S S £ 5 2 2
ssszun usstt
? mfffimfe*
=8 2 222
u u
ff
-QS£ £ ^ £ 5 S £ £ £ £ £ 0 ! * i 5 S£fi S S
C£££ £ £ 2
8
=
iint^ i s
5£££ ££££«;£
*
^
a
HMpifi
^
llli*
i i
fjiii
i1 »
i I t
j l i :
n
i
—
r
J
•
i !P"
'
!
JP11!'
L
ii
pl
Jl 'i-M
^
|9|K|?|
i
Is
ffi
I
i
(T
', «fjil
it
f É'l
w
i ü
SBBx
ssk|
è A 'li
S l i i i i i ü "
i • < 1 f ii 1 j 1 i
i ü
i
i
ÖTÖ o
f |»l
1 tv
* -
i
3
f
S :B
$
|
2
1 1 1!
l|
5
1
q r
'
1
1
i
1
a m
p 1
'
i
j
1
'1
I
1
P
jj
Ï Y
,
M 111
8g B i l
S Q K
i B -
jJhi-
f ?
I
i
Ér
m
l l
f l 1 ï l il i ï l l li l t t f f f l l f l ï i i ï ï l i t t t l i i l i i H i l f 1 1 f i f i i l f 1l l t l l m l m h t | i « |
££ £ £ £ £ £££££
££::0 ,55*®®S£S5£SSS£S£££££S£2*'!S5 ^ SSSS0;^0!"" J SS 1
1
p sp sp
u
i
i
I :
I
|
i
ij
ii
II
f3
n
(
)
la
1
!
1
|Ij
I
fi
I
|
llll
3a
[
1 i i
"
13
u
m
3a
ej
|
«13
=5
^
^®
I
|
a
1;
ij
"
?
i
1
liii
Bestuurscommissie
Vervoersautoriteit
7 december 2016
agendapunt 9
Onderwerp
Voorstel
Goedkeuring investering HTM railinfrastructuur in de remise Zichtenburg II
Op grond van de subsidieverordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005, die van
toepassing is op basis van artikel 2 van de tijdelijke subsidieverordening verkeer en
vervoer MRDH 2015, HTM goedkeuring te verlenen voor de realisatie van
railinfrastructuur op het terrein remise Zichtenburg II conform ingediende aanvraag voor
maximaal € 15.884.168,-.
Korte
motivering
In het kader van het programma Netwerk Randstad Rail (NRR) wordt het tramnet in
Den Haag en omgeving aangepast aan breed trammaterieel (railvoertuigen). Het stallen
en remiseren van de nieuwe brede Avenio railvoertuigen maakt hier deel van uit. Onder
de huidige railconcessie is de realisatie van remises nog een (financiële)
verantwoordelijkheid van de HTM. De rol van MRDH is hierbij beperkt tot het faciliteren
van de overgang naar de Avenio railvoertuigen. Hiertoe heeft de bestuurscommissie
Vervoersautoriteit op 15 juni 2016 reeds ingestemd met het verlenen van een subsidie
aan HTM van max. € 2,75 miljoen voor de realisatie van 12 nieuwe ‘universele’
opstelplaatsen op de remise locatie Zichtenburg II, waarmee de stalling van alle 60
nieuwe Avenio railvoertuigen is gefaciliteerd.
Met ingang van de nieuwe concessie Rail 2016-2026 is MRDH verantwoordelijk voor de
realisatie en financiering van spoorweginfrastructuur, waaronder remises en
opstelplaatsen (exclusief exploitatievoorzieningen en gebouwen). Met HTM is
afgesproken dat, onder voorwaarde van een positief concessiebesluit in 2016, MRDH in
de verdere realisatie van de 36 nieuwe stallingsplekken en de benodigde technische en
operationele functies ter locatie van de remise Zichtenburg II zal voorzien.
De totale investeringsomvang betreft 18,6 miljoen euro, waarvan door de
bestuurscommissie op 15 juni jl. reeds 2,75 miljoen subsidie is verleend. De
bestuurscommissie wordt voorgesteld in te stemmen met de aanvullende
investeringsbijdrage van € 15.884.168,- voor de realisatie van railinfrastructuur op het
terrein remise Zichtenburg II (excl. exploitatie en gebouwen) overeenkomstig de bijlage.
In de ambtelijke goedkeuringsbrief zal als bijzonderheid worden opgenomen een
inspanningsverplichting aan de HTM om zonnepanelen op het dak van het
remisegebouw (eigendom van HTM) te realiseren.
In kader van verduurzaming van de railinfrastructuur, zoals geformuleerd in Roadmap
Next Economy en de Beheervisie Wet Lokaal Spoor, zal MRDH aan de HTM opdragen
binnen de te verlenen subsidie het gebouw op de meest duurzame wijze in te richten.
Daarbij beoogt de HTM op dit moment al het energieverbruik te verduurzamen door
zonnepanelen op het dak te plaatsen.
Financiën
Juridisch
Communicatie
Bijlagen
Geen. Dekking van de infrastructuur remise HTM van € 15.884.168,- is reeds voorzien
in de meerjarenbegroting subsidie railconcessie onder de post 623221 VVO211.
Het op de meest duurzame wijze inrichten van het gebouw binnen de financiële kaders
van de toegekende subsidie wordt als een voorwaarde bij de subsidietoekenning
opgenomen. Naast de subsidievoorwaarden gelden de voorwaarden van de nieuwe
concessie Rail: MRDH vergoedt railinfrastructuur in/naar remises.
De goedkeuring wordt verleend op grond van de subsidieverordening mobiliteitsfonds
Haaglanden 2005, die van toepassing is op basis van artikel 2 van de tijdelijke
subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2015. Daarnaast vigeren de
voorwaarden van de nieuwe concessie Rail: MRDH vergoedt railinfrastructuur op het
remiseterrein. De zonnepanelen betreffen een inspanningsverplichting, echter geen
resultaatsverplichting.
n.v.t.
1. Brief aan HTM
2. Subsidieaanvraag HTM
Gevolgde
procedure
Presidium
Ambtelijk overleg
Zienswijzetermijn
Adviescommissie
Anders, te weten
Verdere
procedure
Zienswijzetermijn
Adviescommissie
Dagelijks bestuur
Algemeen bestuur
Anders, te weten
Openbaar besluit
Wet. bekendmaking
ja
nee
9 november 2016
21 november 2016
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Contactpersoon
Telefoonnummer
Max Lamb
088 5445 253
Grote Marktstraat 43
Postbus 66
2501 CB Den Haag
Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag
Directie van de HTM
T.a.v. de heer J. Bierman
Postbus 150
2345 AD Den Haag
CONCEPT
Datum
7 december 2016
Onderwerp
Goedkeuring resterende bouwkosten project remise Zichtenburg II
Telefoon 088 5445 100
E-mail: [email protected]
Internet: www.mrdh.nl
KvK nummer: 62288024
Bankrekeningnummer
NL96 BNGH 0285 1651 43
contactpersoon
M.Lamb
uw kenmerk
2016007-CCM-HvR
ons kenmerk
28421
doorkiesnummer
088 544 5253
e-mail
[email protected]
bijlage(n)
2
Geachte heer Bierman,
Op 25 april 2016 ontvingen wij uw aanvraag voor een subsidie (uw brief met kenmerk
2016007-CCM-HvR) voor het project remise Zichtenburg II, betreffende de aanleg van 36
opstelplekken met de daarbij behorende technische functies. De omvang van de aanvraag
betreft € 18.634,168,-. Op 15 juni 2016 heeft MRDH reeds een subsidie verleend van
€ 2.750.000,- ten behoeve van het realiseren van 12 universele stallingsplekken Zichtenburg II
(MRDH brief met kenmerk 22225).
Hierbij delen wij u mee dat wij u goedkeuring geven voor de resterende bouwkosten voor een
maximaal bedrag van € 15.884.168,- miljoen euro incluis VAT, exclusief BTW, onder
voorwaarde van een positief concessiebesluit in 2016. Deze investeringsbijdrage maakt deel
uit van de concessie Rail 2016-2026 assetsubsidie als onderdeel van de kapitaallasten
railinfrastructuur. In aanvulling op de voorwaarden zoals aangeven in brief 22225 gelden de
volgende aanvullende voorwaarden:
-
In een eindverslag voor de totale subsidieaanvraag dienen de gerealiseerde bouw-, en
VAT kosten te worden verantwoord. Het eindverslag is tevens voorzien van een
goedkeurende controleverklaring van een accountant.
De vaststelling van het totale subsidiebedrag zal door MRDH worden bepaald na
beoordeling van deze verantwoording op basis van de werkelijk gemaakte kosten tot het
maximum van het gevraagde subsidiebedrag.
Indien de uiteindelijke gerealiseerde kosten lager zijn dan waarop de eerdere subsidie en
deze investeringsbijdrage is gebaseerd, zal deze overeenkomstig op een lager bedrag
worden vastgesteld. Dit resulteert in lagere kapitaallasten.
Na vaststelling van het totale subsidiebedrag door MRDH, worden de kapitaallasten
vergoed binnen de concessie Rail 2016-2026 assetsubsidie.
In kader van het duurzaamheidperspectief van de MRDH bij het subsidiëren van
(nieuw)bouwprojecten, geldt het op de meest duurzame wijze inrichten van het gebouw,
binnen de financiële kaders van de toegekende subsidie, als een voorwaarde bij de
subsidietoekenning.
Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis,
Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.
Hoogachtend,
namens de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam
Den Haag,
A.L. Gleijm,
secretaris
P.J. Langenberg,
voorzitter
2
Bijlage 1
Bezwaar
Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag
waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend.
Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:
• De Bestuurscommissie VA van de metropoolregio Rotterdam Den Haag
Postbus 66
2501 CB DEN HAAG
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:
a.
de naam en het adres van de indiener;
b.
de dagtekening;
c.
vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het
bezwaar zich richt;
d.
de gronden van het bezwaar (motivering).
Voorlopige voorziening
Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang, een
verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient te
worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het
bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om
voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte
daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening van
het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank.
3
— T7= m a
Gescand
HTM
2 Q O 4
I Ö
Postadres
HTM Personenvervoer N.V.
Postbus 28503
2502 KM Den Haag
Metropoolregio Rotterdam Den Haag
De heer E.L.P.G. Bavelaar
Bezoekadres
Postbus 66
Afdeling Reizigers
2501 CB DEN HAAG
Koningin Julianaplein 10
2595 AA Den Haag
Tel. +31 (0)70 38448420
Datum
Uw brief van / kenmerk
Behandeld door
25 april 2016
J.H.M. van Rooden
Betreft
Ons kenmerk
E-mail
Subsidieaanvraag investering opstelterrein
2016007-CCM-HvR
[email protected]
Zichtenburg II (P500-305)
Geachte heer Bavelaar,
In de brief van 15 december 2015 over de subsidieaanvraag van HTM voor de investering in de remise Zichtenburg II heeft
MRDH ons geïnformeerd hoe deze aanvraag moest worden gecompleteerd, met name door het aanleveren van een
projectplan, kostenraming, dekkingsvoorstel en projectplanning. Daarbij is aangegeven dat een subsidiebijdrage voor
12 plekken op korte termijn haalbaar is en aanbevolen wordt daarbij aan een pragmatische knip te zoeken in het project
Zichtenburg II dat HTM thans in uitvoering heeft. Nadien is door de heer Uijtdewilligen aangegeven dat MRDH onder de
voorwaarden van de huidige concessie voor subsidie van verbreding van opstellocaties in remises maximaal € 2.750 K
beschikbaar kan stellen en de financiering voor het restant van het investeringsbedrag moet worden afgesproken in het
kader van de nieuwe railconcessie.
In deze brief is onze subsidieaanvraag voor dit project nader uitgewerkt en onderbouwd. HTM vraagt MRDH daarmee om de
totale kosten van het project Zichtenburg II voor de aanleg van de 36 opstelplekken en de daarbij horende technische
functies, die zullen worden toegevoegd aan het areaal van de railinfrastructuur, begroot op € 18.634 K, te bekostigen. Ten
opzichte van het eerder geraamde totaalbedrag van € 24 M, genoemd in onze brief van 3 december 2015, kon de
totaalbegroting c.q. subsidievraag naar beneden worden bijgesteld met ruim € 2 M. Daarnaast is een toedeling van
investeringen naar kosten ten behoeve van de railinfrastructuur respectievelijk de vervoerexploitatie. Wij gaan er vanuit dat
de subsidiering plaatsvindt op basis van vergoeding van de daarmee samenhangende kapitaallasten (afschrijving en rente).
Toelichting
Op basis van het huidige concessiecontract is HTM voor alle railvoertuigen verantwoordelijk voor aanleg, beheer en
instandhouding van de remises inclusief alle spoorinfrastructuur en alle relevante functies. MRDH vergoedt aan HTM voor
stallingskosten van de oude/huidige GTL8 € 31.520 (prijspeil 2015) per tram. Met ingang van de nieuwe concessie wordt
MRDH verantwoordelijk voor traminfra in en om remises/stallingen, inclusief de daarvoor benodigde investering.
. .
,G[aagbiicocresporider]tiefiarion$k$nmprkfef$rer$n.
HTM hoofdkantoor
ING Bank Den Haag
Kamer van Koophandel
Algemeen tel: +31 (0)70 374 9000
IBAN: NL26INGB 0672 8986 40
27014495
Website: www.htm.nl
UITP «embe
Pagina 2 van 5
HTM
Kenmerk
2016007-CCM-HvR
Datum
25 april 2016
In het kader van het project Netwerk RandstadRail wordt het railnetwerk binnen de regio Den Haag geschikt gemaakt voor
de nieuwe brede Avenio trams. In eerste instantie is uitgegaan van 40 nieuwe brede trams, waarvoor ook de stallingslocaties
in de remise Zichtenburg zijn aangepast (36 plekken). De investering voor deze aanpassing is gefinancierd door het
voormalig Stadsgewest Haaglanden. Op een later moment hebben MRDH en HTM afgesproken om de oorspronkelijke
bestelling bij Siemens uit te breiden met nog 20 Avenio's, waarmee het totale aantal brede trams op 60 komt. Gefinancierd
vanuit het programma Netwerk RandstadRail zijn voor stalling van de extra Avenio's, in aanvulling op de 36 plekken in
Zichtenburg I ook in remise Scheveningen 12 plekken omgebouwd. Die moeten echter nog worden aangesloten op het
tramnet en zullen volgens de huidige planning pas begin 2017 beschikbaar komen. Om voor alle railvoertuigen tijdig
voldoende opstelplekken beschikbaar te hebben en deze ook in de dienstregeling te kunnen inzetten heeft HTM het project
Zichtenburg II opgestart, waarin 36 opstelplekken en de benodigde technische en operationele functies worden gerealiseerd.
De overige opstelplekken in de bestaande remises van HTM, die worden gebruikt voor stalling van GTL8 voertuigen en
RegioCitadis, zijn vooralsnog onveranderd en deze zullen ook in de komende jaren nog gehandhaafd moeten blijven.
Projectkaders
Bij de opzet van het project Zichtenburg II is HTM uitgegaan van het realiseren van totaal 36 universele stallingsplekken. Dit
aantal is in eerste instantie gebaseerd op het aantal plekken dat medio 2016 voor brede voertuigen operationeel moet zijn.
Daarnaast is in verband met mogelijke uitbreiding van de vloot brede voertuigen in de nabije toekomst door HTM en
benodigde schuifruimte geanticipeerd op daarvoor benodigde stallingsplekken.
Door het project Zichtenburg II wordt het volgende gerealiseerd:
•
aanschaf van het terrein,
•
bouwrijp maken van het terrein (geschikt maken voor de aanleg van een opstel locatie),
•
het geheel aan railinfrastructuur (spoorcomplex inclusief tractie) voor 36 stallingsplaatsen,
•
geautomatiseerde spoorbeveiliging,
•
uit- en inrit op de Werf,
•
terreintoegang (beheerste toegangscontrole, niet bemenst).
•
CCTV beveiliging inclusief cameratoezicht, te bedienen (7x24) vanuit de cameratoezichtcentrale van HTM,
•
opkomstfaciliteit (overkapt) voor rijdend personeel, inclusief inrichting en parkeergelegenheid,
•
technische servicefaciliteiten (dagelijkse service zoals zanden en wassen).
In bijlage 1 is het projectplan beschreven op basis van het Definitief Ontwerp. Daarbij zijn de ontwerpen opgenomen voor de
spoorinfrastructuur en het Service Techniek en Opkomst (STO) gebouw. Daarin is onder andere gespecificeerd welke
baanelementen door uitvoering van het project aan de railinfrastructuur worden toegevoegd. Vanwege de voortgang van het
project en de noodzaak om tijdig voldoende operationeel beschikbare opstelplekken beschikbaar te hebben is er voor
gekozen om het gehele project af te ronden, om alle kosten voor het stoppen en weer opstarten te voorkomen.
Ten opzichte van het eerder geraamde bedrag van € 24 M, genoemd in onze brief van 3 december 2015, kon de totale
begroting naar beneden worden bijgesteld tot € 21.872 K als gevolg van de volgende ontwikkelingen:
•
HTM gaat gebruik maken van het onderstation Conradkade. Daardoor worden alleen de kosten voor het aanpassen
ten behoeve van Zichtenburg II en de relevante aannemerskosten doorbelast aan het project.
Pagina 3 van 5
HTM
Kenmerk
2016007-CCM-HvR
Datum
25 april 2016
•
Er zijn kosten bespaard door slim om te gaan met diverse materialen. Zo zijn bijvoorbeeld bovenleidingmasten
afkomstig van NRR-project lijn 9 gereviseerd en in het project gebruikt.
•
De kosten voor de spoorbeveiliging vallen significant lager uit dan begroot.
•
De hoofdaannemer is tegen een scherpe aanneemsom gecontracteerd.
•
Onvoorzien zal lager uitvallen.
Er is getracht om het projectbudget te splitsen in kostenramingen voor respectievelijk 12 initiële en 24 aanvullende
remiseplekken. Het naar rato toedelen van kosten voor aankoop van het terrein, de spoorcomplexen, de sporen, WS&T,
bovenleiding en civiel, koppeling aan het onderstation, het service, techniek en opkomst (STO) gebouw, het volledige traject
van de opstelplekken naar het tramnet op De Werf, inclusief de aansluiting daarop engineering en VAT is echter arbitrair en
past niet in binnen het bedrag van € 2.750 K. Er is wel een nadere uitsplitsing gemaakt van de investeringen ten behoeve van
het railinfrastructuur systeem en voor de vervoerexploitatie conform bindende normen en richtlijnen concessie 2016 - 2026,
waarbij het gebouw (opstallen) en het aandeel grond daarvan in zijn geheel worden beschouwd als 'overige strategische
assets'.
Voor de realisatie van het project voor 36 plekken op basis van bekende gegevens (april 2016) wordt uitgegaan van de
volgende kostenraming (in x € 1.000, exclusief BTW, bouwrente en ROS):
Kostencategorieën
Directe kosten (€)
Indirecte kosten (€)
Totaal (€)
12.683.202
809.077
13.492.279
Vastgoedkosten (STO)
2.248.000
3.697.789
5.945.789
Engineeringskosten (VAT)
2.400.000
34.500
2.434.500
17.331.202
4.541.366
21.872.568
Bouwkosten (Infra en Civiel)
Investeringskosten
Waarvan ten laste van
vervoerexploitatie
railinfrastructuur
3.238.400
18.634.168
Definitieve afrekening van de investering vindt plaats op basis van de werkelijke kosten. De gedetailleerde begroting van dit
project is uitgewerkt in het SSK model van CROW en bijgevoegd bij deze brief.
Wij bevestigen dat, zoals aangegeven in uw brief van 15 december 2015, de sinds 2006 verkregen jaarlijkse
stallingsvergoedingen betrekking op de GTL8 voertuigen en het subsidiebedrag nog niet was opgehoogd voor stalling van
de Avenio's. Als gevolg daarvan zijn alle investeringen in Zichtenburg II additioneel ten opzichte van de subsidie van de
bestaande stallingsfaciliteiten voor de GTL8 voertuigen. HTM vraagt MRDH om de totale kosten van het project
Zichtenburg II voor de aanleg van de 36 opstelplekken en daarbij horende technische functies die zullen worden toegevoegd
aan het areaal van de railinfrastructuur, begroot op € 18.634 K te financieren. Indien de nieuwe concessie onverhoopt niet
aan HTM gegund wordt, gelden de kaders in de Wet Lokaal Spoor en de Beheervisie als uitgangspunt voor overdracht van
de remise c.q. beschikbaar stellen voor gebruik daarvan.
Pagina 4 van 5
HTM
Kenmerk
2016007-CCM-HvR
Datum
25 april 2016
Perspectief beheer en onderhoudskosten
De geraamde kosten voor beheer en onderhoud van de nieuwe railinfrastructuur (over meerdere jaren gemiddeld) zijn (x €
1,000):
Spoorstaafconditionering systemen
30,0
Laswerk bogen
12,0
Reiniging, maandelijks zuigen terrein
10,0
Inspecteren / meten bogen, wissels, kruisingen
4,0
Onderhoudsinspecties wisselstellers
30,0
Revisie wisselstellers (iedere 5 jaar HW61)
25,0
Uitwisselen tongen
40,0
Overig las-/slijpwerk wissels, kruisingen
10,0
Inspecties, storingen, herstelwerk stroomvoorziening, wissel sein en beveiliging
40,0
Installaties E, W
20,0
Energie
IJJ^
Totaal onderhoudskosten railinfrastructuur gemiddeld per jaar
232,5
Eenmalig moet 3 tot 6 maanden na oplevering een eerste inlassing van de bogen met R200 kwaliteit plaatsvinden,
circa 300 meter ad € 20 K. De eerste vijf jaar is er geen revisie van de nieuwe wisselstellers. Verder zal het werk uit inspectie
(tongen, las/slijpwerk) pas na enige tijd noodzakelijk worden.
Voor de facilitaire voorzieningen voor Zichtenburg II worden de volgende jaarlijkse reguliere onderhoudskosten geraamd
x € 1.000) ten laste van de vervoerexploitatie:
Bouwkundig (binnen, buiten)
Terrein en groen
Schoonmaak
Overig (inventaris, zakelijke lasten)
Totaal facilitair Zichtenburg II
11,5
3,0
25,0
6^
46,0
Voor informatie over deze aanvraag kunt u contact opnemen met de heer H. van Rooden bereikbaar op het nummer
070-3848420.
Pagina 5 van 5
HTM
Kenmerk
2016007-CCM-HvR
Datum
25 april 2016
In afwachting van uw spoedige subsidietoewijzing,
hoogachtend,
Aft
é?
J. Bjerman
Algemeen directeur
Bijlagen:
•
Projectplan Zichtenburg II
•
Projectplanning
•
Kostenraming SSK model
•
Voorbeeld Kapitaallastenberekening Zichtenburg II
•
Ontwerpnotities Zichtenburg II - spoorinfrastructuur, STO gebouw
HTM
l&P Projecten
Projectnummer: P500-305
LTR-ZB2
PROJECTPLAN
Akkoord
Naam
Functie
Ron Sturrus
Opdrachtgever
Pieter Meere
Projectleider
John van Oostrom
Controller
Ed Rijff
Project Assurance
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2015
Datum
Handtekening
1van 19
HTM
Projectnummer: P500-305
Inhoudsopgave
1.
Algemeen
34
1.1.
Distributie
34
1.2.
Auteur(s)
34
1.3.
Review(Team)
34
1.4.
Historie
34
1.5.
Gerelateerde documenten
34
1.6.
Doel van dit document
34
1.7.
Accordering en bijstelling van dit document
34
2.
Samenvatting
45
3.
Projectdefinitie
Sê
3.1.
Achtergrond en doelstelling
5é
3.2.
Project-Zopdrachtomschrijving
56
3.3-
Scope van het project
56
3.4.
Wijzigingsvoorstellen (scopewijzigingen)
6
3.5.
Op te leveren producten en resultaat
6
3.6.
Eisen van de opdrachtgever
6
3.7.
Relaties met andere projecten
6
4.
Kostenraming
7
5.
Risico's & maatregelen
8
5.1.
Risico-inventarisering
8
5.2.
Kritieke succesfactoren
9
6.
Aanpak
6.1.
Ontwerp (concept in samenspraak met ZBl)
6.2.
Randvoorwaarden van de projectleider
llio
6.3.
Aanpak
1110
6.4.
Fasering
1211
7.
Projectorganisatie
1312
7.1.
Projectstructuur
1312
7.2.
Taken 8t verantwoordelijkheden
1415
7.3.
Overleg en vergaderstructuur
1514
7.4.
Rapportageoverzicht en -structuur
1514
8.
Planning
1615
10
10
Bijlage 1: Producten
1716
Bijlage 2: Wijzigingsvoorstellen
1918
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2016
2 van 19
\
HTM
Projectnummer: P500-305
1.
Algemeen
1.1.
Distributie
Dit document is primair verstuurd aan:
•
Ed Rijff
•
Ron Sturrus
1.2.
•
Auteur(s)
Pieter Meere
1.3.
Review (Team)
In document is van onderstaande personen het commentaar verwerkt;
•
Wolter Kok
1.4.
Historie
Hieronder de levensloop van dit document:
Versie
Door
Aanpassing
Datum
0.1
Pieter Meere
Initiële versie
21-08-14
Concept
Status
0.2
Pieter Meere
Logische voortgang in het project
8-10-14
Concept
0.3
Pieter Meere
Commentaar Wolter Kok
15-12-2014
Concept
0.4
Pieter Meere
2-2-2016
Definitief
gedeeltelijk verwerkt
Verbijzondering naar 12 en 24
opstelplekken
1.0.
1.5.
Pieter Meere
Tekstuele verbetering
Definitief
Gerelateerde documenten
•
Planning: 2014XXXX-ZB2-MEERE-Planning-V0.4.mpp
•
Programma van Eisen: 20150121-LTR ZB2-MEERE-PvE-vl.0.pdf
•
Programma van Eisen spoorbeveiliging en besturing: 20150511-LTR-ZB2-DAALEN-PvE B B.pdf
•
Projectopdracht W. Kok
•
Email Ron Sturrus d.d. 3 juli 2014 met document "5. a Zichtenburg II (Decision to Justify).pdf"
1.6.
Doel van dit document
Het doel van dit document is het planmatig verwoorden waarom de opdrachtgever het project wil realiseren,
wat het eindresultaat is, op welke wijze (hoe) het resultaat wordt behaald, met wie het wordt gedaan, welke
middelen nodig zijn, waar het project plaatsvindt en wanneer het resultaat wordt opgeleverd.
1.7.
Accordering en bijstelling van dit document
Na accorderen van dit document start de eerste fase. In geval van scopewijzigingen wordt middels een
wijzigingsverzoek een aangepast project-, fase- of implementatieplan geschreven door de projectleider of aan
het bestaande plan toegevoegd, vastgelegd in de scopewijzigingslijst.
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2016
3 van 19
\
HTM
Projectnummer: P500-305
2.
Samenvatting
Tussen nu en 2016 worden 60 nieuwe stadstrams aan HTM geleverd. Ten behoeve van de uitbreiding van de
vloot is stalling noodzakelijk. LTR - lange termijn remiseren - is het programma wat met name de
strategische problematiek rondom de stalling van de totale vloot behelst.
In juni 2014 is in de Projectenboard besloten dat LTR- Zichtenburg 2 (ZB2) als zelfstandig project opgestart
wordt.
ZB2 bestaat uit:
het terrein met opstallen aan de Meppelweg 1401-1403 (in september 2014 door HTM verworven)
het creëren van 36 universele stallingsplekken
het creëren van alle ondersteunende faciliteiten ten behoeve van het kunnen stallen.
De belangrijkste risico's van ZB2 zijn:
besluitvorming binnen HTM (financiering, scope, projectopdracht, bureaucratie in LTR)
onvoldoende projectmatig werken
vergunningenprocedures kennen ongewenste complicaties (geluid) en zorgen voor vertraging
onduidelijkheid over wensen in plaats van eisen (verwachtingen vanuit de staande organisatie)
raakvlakken van de complexe deelsystemen binnen het geheel worden niet goed gemanaged
bouwtechnische randvoorwaarden conflicteren met aanleg sporen ("het past (gedeeltelijk) niet")
planning van de oplevering versus de levering van de nieuwe stadstrams is te ambitieus en zorgt
voor onzorgvuldigheid in de ontwerpfase. Realisme versus management planning is een issue
verkeerde of onvolledige aanbestedingstrajecten (potentiële claims en vertraging)
vergunningen
langere levertijden van (o.a. Infrastructurele zaken)
hogere kosten voor (spoor)beveiliging rondom ZB2 in relatie tot ZBi
organisatie HTM leidt tot resourceproblemen en/of kennisgebrek
Versie 0.4 d.d. B februari 2016
4 van 19
~~HTM
Projecten
LTR-ZB2LTR Zichtenburg 2 (Projectplan)
Projectnummer: P500-305
3.
Projectdefinitie
3.1.
Achtergrond en doelstelling
HTM is actief bezig met grote veranderingen op het gebied van strategisch remiseren. Tegelijkertijd wordt de
bestaande vloot uitgebreid met nieuwe voertuigen of (gedeeltelijk) vervangen door nieuwe voertuigen. Het
programma LTR vult de strategische stallingsbehoefte in. Zichtenburg 2 maakt deel uit van LTR. De keuze voor
de locatie van Zichtenburg 2 is een gunstige ligging in het net, in een industriegebied op steenworp afstand
van de werkplaats van Middelen Onderhoud Railvoertuigen en remise Zichtenburg l.
3.2.
Project-Zopdrachtomschrijving
Zorg dragen voor stallingruimte voor 36 universele stallingsplekken met alle daarbij behorende noodzakelijke
voorzieningen (zie schetsontwerp onder $ 6.1).
3.3.
Scope van het project
De scope van het project bevat alle voorbereidende inspanningen om stallingruimte te creëren voor de 36
trams op ZB2 op basis van het binnen het multidisciplinaire projectteam op 19 augustus 2014 vastgestelde
schetsontwerp. De remise wordt ontworpen voor dagelijkse exploitatie met tweezijdig materieel. GTLs
kunnen ook gebruik maken van ZB2, maar het stallingsproces van GTLs op ZB2 past niet binnen de dagelijkse
exploitatie. Er wordt derhalve van uitgegaan dat er geen GTLs tb.v. de dienstregeling op ZB2 gestald gaan
worden.
Door uitvoering van het project worden naast de standaard spoorconstructies de volgende elementen aan het
net toegevoegd:
•
Wissel, sein en telecommunicatie;
o
•
een spoorbeveiliging voor een remise terrein, fabrikant H&K.
o
7 dubbele wisselverwarmingsinstallaties aan bovenleidingmasten, fabrikant Elektroline.
o
1wisselverwarming straatkast voor 10 wissels, fabrikant Elektroline.
o
1technische ruimte voor WS&B apparatuur,
o
1UPS voor noodvoeding technische ruimte,
o
4 enkele wisselsturingen, fabrikant H&K, inclusief monitoring.
Bovenleiding;
o
o
ZB terrein
o
circa 2210 m rijdraad;
o
77 masten
o
12 stuks Diode LOB;
o
1Master en Slave voedingspunt;
o
6 viaducthouders;
o
2 voedingspunten bovenleiding;
o
6 wisselen verwarming voedingspunten
De WERF;
•
circa 990 meter rijdraad;
•
14 masten;
•
lMaster en Slave voedingspunt;
•
4 wisselen verwarming voedingspunten
Alle voorwaarden om een bruikbare remise op te leveren (o.a. mogelijkheid tot zanden, parkeren werknemers
etc.) maken deel uit van de scope. Deze voorwaarden worden vastgelegd in een Programma van Eisen,
goedgekeurd door de Projectteamleden en behandeld in de ProgrammaVoortgangsOverleg (PVO) Remisering.
Onderhoudsvoorzieningen voor 2-de en 3-de-lijns voertuigonderhoud behoren niet tot de scope van het ZB2project.
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2015
5 van 19
V
~~HfM
Projecten
LTR-ZB2LTR Z ichtenburg 2 (Projectplan)
Projectnummer: P500-305
Alle vraagstukken buiten de hierboven genoemde onderwerpen vallen buiten de scope van het ZB2-project.
3.4.
Wijzigingsvoorstellen (scopewijzigingen)
Binnen het project wordt gewerkt met standaard scopewijzigingsformulieren (zie bijlage 2). Hiermee wordt
op eenvoudig en eenduidige wijze de afwijkingen van de scope of belangrijke issues vastgelegd.
3.5<
Op te leveren producten en resultaat
In het project worden ontwerpen gemaakt voor de benodigde stalling op basis van functionele eisen voor
voertuigen, sporen, exploitatie, gebouwen en omgeving. Dit zijn de uitgangspunten voor bestekken. Deze
bestekken zullen conform een logistieke planning worden uitgezet op de markt of door HTM zelf worden
uitgevoerd. Na de realisatiefase wordt een remise opgeleverd met voldoende plekken voor het stallen van de
36 trams op Zichtenburg 2 inclusief alle benodigde faciliteiten om het te gebruiken.
3.6.
Eisen van de opdrachtgever
De belangrijkste eisen van de opdrachtgever zijn:
Tijd - het project moet zo snel mogelijk zijn afgerond (8-8-2016), maar uiterlijk 31-10-2016 (incl. nazorg).
Geld - HTM zal onderhandelen met MRDH over de wijze van financieren. Vooralsnog heeft de directie van
HTM een begroting vastgesteld incl. de verwerving van de zaak.
Kwaliteit - op basis van sober en doelmatig.
3.7-
Relaties met andere projecten
NST (Nieuwe Brede Stadstrams) - de levertijd en het leverschema is van invloed op de uitvoering van de
werkzaamheden aan Zichtenburg 2.
Versie 0,4 d.d. 3 februari 2016
6 van 19
HTM
Projectnummer: P500-B05
4-
Kostenraming
Er is voor dit project een kostenraming gemaakt. Deze is ten behoeve van het financieringstraject gesplitst in
de 12 initiële opstelplekken inclusief alle benodigde systemen en faciliteiten respectievelijke de 24
additionele plekken.
Raming realisatie: € 24.00.000,-
(totaal door o.a. Verwerving, l&P, Middelen Infra en Vastgoed, Uitvoering
en VAT, exclusief ROS)
Begroting (in x 1.000€) voor 35 plekken op basis van bekende gegevens januari 2016
Onderdeel
Begroting (12)
Begroting (24)
Totaal
1.580
1.120
2.800
Spoorcomplex
2.200
800
3.000
Sporen
1.000
900
1.900
WS&T
2.500
500
3-000
Onderstation
1.400
Bovenleiding
700
Aankoop zaak
'
1.400
500
1.200
STO (technisch)
3.200
Civiel
2.500
VAT
2.400
Onvoorzien
1.200
400
1.600
17.980
5.320
23-300
Subtotaal infra
Subtotaal operationeel
Totaal
3.200
1.000
3-500
2.400
700
18.680
700
5.320
24.000
Voor de splitsing van de kostenraming in benodigd budget voor 12 initiële en 24 aanvullende remiseplekken
is verondersteld dat alle voor de 12 initiële plekken benodigde inrichting aan die plekken wordt toegerekend.
Dit betreft het onderstation, het service, techniek en opkomst (STO) gebouw, het volledige traject van de
opstelplekken naar het tramnet op De Werf, inclusief de aansluiting daarop. Ook de VAT kosten zijn volledig
aan de initiële plekken toegerekend. Voor de overige elementen, te weten aankoop van de terrein, de
spoorcomplexen, de sporen, WSStT, bovenleidingen civiel en onvoorzien zijn de kosten naar rato toegedeeld.
Zichtenburg 2 maakt deel uit van het programma Lange Termijn Remiseren. Daarbinnen is op basis van
kengetallen zoals duurzame reductie van het aantal in- en uitrukkilometers, vastgesteld dat Zichtenburg 2
een belangrijke pijler is in de strategische plannen.
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2015
7 van 19
HTM
Projecten
LTR-ZB2LTR Zichtenburg 2 (Projectplan)
Projectnummer: P500-305
5.
Risico's & maatregelen
5.1.
Risico-inventarisering
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de risico's en bedreigingen voor het project. Deze worden in kaart
gebracht waarna de impact wordt geanalyseerd. Op basis van de impact analyse worden risico reducerende
maatregelen voorgesteld. Het kan voorkomen dat tijdens de uitvoering nieuwe risico's bekend worden. In dat
geval zal de projectleider deze risico's beoordelen en toevoegen aan de risico analyse tabel.
Als de impact van het risico als Hoog wordt beoordeeld, zal er te allen tijde een reducerende maatregel
beschreven moeten worden. Als de impact van het risico als Middel wordt beoordeeld, kan, afhankelijk van de
aard van het risico, een reducerende maatregel beschreven worden. Als de impact van het risico als Laag
wordt beoordeeld, is het risico aanvaardbaar en vormt het geen bedreiging voor de projectvoortgang.
Het project kent de onderstaande risico's en maatregelen:
Risico
Kans
Impact
Maatregel
Verantwoordelijk
Maken van keuzes door HTM
t a v. tijd, geld en kwaliteit
zonder het bepalen van de
impact en het accepteren
hiervan incl. bijbehorende
risico's.
50%
Hoog
_ hogere
.
kosten
-Alle wijzigingen to.v.
het PvE en de
,
overallplann.ng als
VTW behandelen in het
PVO
OG, projectleider
Financiering project vanuit
20%
OG
-Project
-MetHTM/MRDH
HTM/MRDH wordt niet
stopt
afspraken maken over
gehonoreerd
- Project
gemaakte kosten tot
wordt
dan toe
uitgesteld
- Alternatieve stalling
bestuderen
- Zie risico l.
Niet projectmatige inrichting
30%
en aansturing
Onvoldoen
de sturing
Inrichten stuurgroep
OG, directie
met directielid als OG,
User en Supplier uit de
staande organisatie
Levertijden (te) lang
40%
Hoog
- Inkoop helpt om
Inkoop,
alternatieven te vinden
Projectleider,
- Planning realistisch
Directie
maken
- Directie inschakelen
om druk uit te oefenen
(bijv, op Stedin)
Verzekeringsissue open
50%
stalling
Milieuwetgeving (met name
30%
Merendeel
Directie besluit over
niette
acceptatie risico en
verzekeren
bijbehorend ontwerp
Hoog
- Ontwerp wijzigen
DO Veiligheid,
(bijv. gebouw over de
Projectleider,
sporen of geluids-
Communicatie
geluidoverlast)
OG, Projectleider
scherm)
-Afspraken met lokale
overheden, MRDH en
buurtbewoners
- Afspraken met
Middelen maken over
beheerprogramma
Krapte in de planning
Versie 0,4 d.d. 3 februari 2015
20%
Hoog
Capaciteit verhogen
Projectleider
8 van 19
HTM
Projecten
LTR-ZB2LTR Zichtenburs 2 (Projectplan)
Projectnummer: P500-305
Kosten op onderdelen to.v.
20%
Medium
begroting verschillen
Nauwlettend volgen en
Projectleider
afwegen tegenover
negatief/positief
andere uitgaven
Tijdgebrek interne organisatie
50%
Hoog
Opstellen integrale
Senior supplier,
resource planning en
Projectleider
bindende afspraken
maken met
afdelingshoofden.
Aansluiting op De Werf-geen
10%
Hoog
vergunning
Ander ontwerp met
OG/Projectleider
hoog milieurisico
Funderingen
50%
Hoog
Onvolkomenheden in
40%
Hoog
Extra kosten ten laste
Projectleider
van "onvoorzien"
ontwerpen
Vergunningen
Extra kosten ten laste
Projectleider
van "onvoorzien"
30%
Hoog
Ander ontwerp of
Projectleider
uitstel realisatie leidt
tot conflicten met het
stallingsvraagstuk
Realiteit (de praktijk)
30%
conflicteert met ontwerp
Hoog
- Bouwtechnische
Projectleider
aanpassingen kostenverhoging
- Infra technische
aanpassingen kostenverhoging
- Onderhoud technische
aanpassingen kostenverhoging
- Vervoer technische
aanpassingen kostenverhoging
5.2.
Kritieke succesfactoren
Zichtenburg 2 kent kritieke succesfactoren waaraan voldaan moet zijn om het project succesvol te kunnen
managen en op te kunnen leveren.
Deze kritieke factoren zijn:
Projectmatig werken
Stuurgroep met mandaat en juiste vertegenwoordigers
Afgesproken besluitvormingsproces
Eenduidige aansturing project
Doorlooptijd realistisch
Budget beschikbaar
Duidelijke scope
(Functioneel) Programma van Eisen
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2015
9 van 19
HTM
Projecten
LTR-ZB2LTR Zichtenbürg2 (Projectplan)
Projectnummer: P500-305
6.
Aanpak
De HTM Remise Zichtenburg 2 is gelegen aan de Meppelweg te Den Haag. Het remise terrein wordt omsloten
door de Meppelweg aan de Zuid-Oost zijde, de Lozerlaan aan de Zuid-West zijde, De Werf aan de Noord-West
zijde en het gebouw van Dekker Hout aan de Noord-Oost zijde.
6.1.
Ontwerp
Er is een Definitief Ontwerp (DO) gemaakt voor de realisatie van de remise Zichtenburg 2 voorde disciplines
Spoor, Bovenleiding, Stroomvoorziening, Wissels, Seinen en Telecommunicatie (WS&T), Civiel, Bouwkundig
en Beveiliging.
Van toepassing zijnde documenten (belangrijkste) zijn:
•
Functioneel) programma van eisen ZB2 versie 1.0 - getekend door alle disciplines
•
PvE Beveiliging- en Beheersing
•
HTM Voorschrift Ontwerp Spoor Stadsnet
•
HTM Infra Stroomvoorzieningen Bovenleiding (incl. toelichting bij HTM stroomvoorziening
bovenleiding)
•
Wiel Rail geleidematen tabel HTM
•
Specificatie constructiewerk spoorcomplex en buigwerk groefspoor
•
Specificatie spoorstaven
•
Voorschrift voor het lassen aan tramrails
•
Voorschrift voor het machinaal slijpen van tramrails
•
Kabels & Leidingen langs, onder en boven spoor in ballastbedconstructie
•
De standaard technische bepalingen in de STABU Standaard 2012, alsmede de Uniforme
Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken
2012 (UAV 2012)
•
Veiligheids- en gezondheidsplanen (V&G-plan) en - dossier (V&G-dossier)
Uitgangspunten en randvoorwaarden:
•
circa 90% van de voertuigen rukken uit naar Kraayenstein,
•
de plekken zijn alleen bruikbaar voor tweerichting materieel,
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2015
10 van 19
HTM
Projecten
LTR-ZB2LTR Zichtenburg 2 (Projectplan)
Projectnummer: P500-B05
•
de voertuigen worden in de open lucht gestald.
•
de spoorinfrastructuurop De Werf wordt t.b.v. de aansluiting heringericht,
•
op het terrein komt een verzamelgebouw met daarin opgenomen de servicestraat (5), enkele
technische ruimtes (T) en de opkomstlocatie voor personeel (O). Dit wordt het STO-gebouw
genoemd.
Brandveiligheid:
De brandweer heeft voorwaarden gesteld aan de bereikbaarheid van de locatie. Op hun eis/advies is het
schetsontwerp sporen aangepast met een vrije strook rondom het opstelterrein, zodat brandweerwagens
voldoende toegang hebben.
De belangrijkste onderdelen van het Definitief Ontwerp zijn:
•
Spoorinfrastructuur - horizontaal (zie bijlage) en verticaal
•
Bovenleiding
•
WS&T ontwerp - incl. kabels en leidingen
•
Tractie ontwerp
•
Civiel Ontwerp - riolering, bestrating, onderbouw
•
Smeerinstallatie ontwerp
•
Ontwerp Gebouw inclusief installaties
De betreffende DO documenten kunnen op eerste verzoek worden geleverd.
6.2.
Randvoorwaarden van de projectleider
De voorwaarden zijn:
•
Back-up vanuit directie c.q. opdrachtgever om de interne organisatie te sturen
•
Projectmatig werken volgens Prince2 en Cenelec 50126
•
De opdrachtnemer moet zich conformeren aan de verdeling van taken binnen het projectteam.
Daarnaast is het essentieel binnen het projectteam openlijk met elkaar te communiceren. Ook dient de
opdrachtnemer in voldoende mate beschikbaar en bereikbaar te zijn tijdens de doorlooptijd van het
project. Tenslotte wordt een onvoorwaardelijke inzet voor dit project verwacht.
•
De opdrachtgever moet zich conformeren aan de verdeling van taken binnen het projectteam. De
opdrachtgever dient in voldoende mate bereikbaar en beschikbaar te zijn gedurende de doorlooptijd
van het project. Tenslotte wordt een onvoorwaardelijke inzet voor het project verwacht.
•
Van de deelprojectleiders wordt verwacht dat zij zich conformeren aan de verdeling van taken binnen
het projectteam en tijdens de doorlooptijd van het project in voldoende mate bereikbaar en
beschikbaar zijn. Tenslotte wordt een onvoorwaardelijke inzet voor het project verwacht.
6.3.
Aanpak
Gezien de omvang van het project is er voor gekozen om het project in diverse hoofdactiviteiten op te
splitsen. Deze hoofdactiviteiten zijn ingedeeld naar specifieke disciplines binnen HTM, zoals (Rail)Veiligheid,
Middelen Vastgoed, Infra, Uitvoering etc. Voor iedere hoofdactiviteit wordt een werkpakket opgesteld (te
beoordelen door de projectleider en toets vanuit kwaliteitsborging); de managementsamenvatting van de
actuele werkpakketen worden indien van toepassing ter informatie aangeboden aan de Projectenboard.
Binnen het project worden diverse ontwerpen, bestekken en impactanalyses opgesteld. Voor alle zaken die
ter besluitvorming in de Projectenboard of Stuurgroep neergelegd worden, geldt dat deze geparafeerd dienen
te zijn door de verantwoordelijke manager(s) of deelprojectleider(s).
De belangrijkste werkpakketten worden door Middelen Infrastructuur en Vastgoed, Innovatie & Projecten
PiBu, DO Veiligheid, Inkoop en Uitvoering opgeleverd. Hun gezamenlijke werkzaamheden leiden tot
verantwoorde planningen, (Europese) aanbestedingen en uitvoering van de werkzaamheden.
Het gehele projectteam komt tweewekelijks bijeen om de voortgang en de belangrijkste issues te bespreken.
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2015
11 van 19
HTM
Projectnummer: P500-305
Vier werkgroepen (uitvoering, vergunningen & milieu, inkoop en technische constructies) werken de details
t.b.v. het ontwerp en de realisatie verder uit.
De projectleider is verantwoordelijk voor de contacten met de interne opdrachtgever, programma manager
en Projectenboard, interne afstemming en communicatie, en communicatie met de externe opdrachtgever
MRDH.
De realisatie van Zichtenburg 2 is voor velen van belang. Om dit palet van belangen goed te managen, zal de
projectleider een stakeholderanalyse uitvoeren en een communicatieplan opstellen. Alle benoemde partijen
zullen volgens een opgestelde planning, synchroon aan de realisatie van de aanpassing, regelmatig
geïnformeerd worden over de stand van zaken.
6.4.
Fasering
Deze opdracht kent de onderstaande fasering (hoofd- en subfases):
Fase
Doel
Aanvang
Deadline
Voorbereiding
Inzichtelijk maken van alle noodzakelijke
1-5-14
1-9-14
1-9-14
1-5-2015
1-5-2015
1-8-2015
1-8-15
15-10-15
Realisatie Zichtenburg 2
15-10-15
1-8-16
Testen en afronden restpunten
1-8-16
14-10-16
21-10-16
21-10-16
werkzaamheden in dit project
Ontwerpfase
Komen tot een definitief ontwerp voor de
bouwkundige, civiele en infrastructurele onderdelen
Besteksfase
Komen tot een bestek voor de bouwkundige, civiele en
infrastructurele onderdelen.
Tijdens de besteksfase wordt het spoorcomplex
aanbesteed.
Aanbesteding
Op basis van bestekken, de opdrachten op de markt
zetten
Realisatie
Zichtenburg 2
Testen
Oplevering
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2016
12 van 19
HTM
Projecten
LTR-ZB2LTR Zichtenburg 2 (Projectplan)
Projectnummer: P500-B05
7.
Projectorganisatie
7.1.
Projectstructuur
?
Stuurgroep VNR / ProgrammaVoortgangsOverleg
Project Control
John vOostrom
Gedelegeerd OG
Ron Sturrus
Project Assurance
Ed Rijff
"
Projectleider
Pieter Meere
*•..
PM
Ron Sturrus
Projectsupport
Projectteam
Zichtenburg 2
Patrick v Zeijl
Marco Collee
Gerard v Daalen
Roland Bal
Walter Heemskerk
Mare Pierushka
Soeniel Bandhoe
Caroline Wilmink
André Ladan
Louis Kornalijnslijper
Peter Scheepmaker
Versie 0.4d.d. 3 februari 2016
13 van 19
HTM
Projecten
LTR-ZB2LTR-Zichtenburg 2 (Projectplan)
Projectnummer: P500-B05
7.2.
Taken & verantwoordelijkheden
Rol
Namen
Voorzitter
Ron Sturrus
(gedelegeerd
Omschrijving rol
De projecteindverantwoordelijke en eigenaar van de Business
Case. Beoordeelt het project in relatie met de doelstellingen en
opdrachtgever)
het bedrijfsbelang; de rechtvaardiging van de kosten afgezet
tegen de baten. Gedurende het project verzekert hij dat het
project gericht blijft op het opleveren van producten die de
verwachte baten gaan genereren. Verder verzekert de
opdrachtgever dat het project waar voor het geld levert en weegt
hij de belangen van de business, gebruiker en leveranciers.
RVO
Hier vindt directe of indirecte besluitvorming plaats op vragen en
issues aangaande het project.
Vertegenwoordigt tevens de groep van gebruikers die gebruik zal
gaan maken van de op te leveren producten van het project, is
eindverantwoordelijk voor het opstellen van de gebruikerseisen
en verzekert dat het projectresultaat voldoet aan de
gebruikerseisen.
Levert tevens de benodigde menskracht, goederen en/of diensten
voor het project; is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de
producten die zijn geleverd door de leverancier(s): verzekert de
degelijkheid van ontwerpen en producten en het volgen van
standaarden. Ook beoordeelt de Senior Supplier de haal baarheid
om de producten op tijd en binnen het budget op te leveren.
Projectleider
Pieter Meere
De projectleider is verantwoordelijk voor het opleveren van de
afgesproken producten, met de afgesproken kwaliteit, binnen de
afgesproken tijd en voor het afgesproken bedrag. De projectleider
verzekert zich ervan dat de opgeleverde producten de verwachtte
baten mogelijk kunnen maken. Zij stuurt de dagelijkse gang van
zaken binnen het project, binnen de met de stuurgroep
afgesproken grenzen.
Project Assurance
Ed Rijff
De kwaliteitsborging van het project in de meest brede zin,
onafhankelijk van de projectleider, valt onder Project Assurance.
Project Assurance beslaat alle projectbelangen zoals het bewaken
van de business case, het correcte gebruik van standaarden,
aansluiting op gebruikerswensen, de juiste inzet van de juiste
mensen, het opmerken van versluierde groei van scope,
enzovoort.
Deze taak is de verantwoordlelijkheid van de stuurgroep.
Versie 0.4d.d. 3 februari 2016
14 van 19
HTM
Projecten
LTR-ZB2LTR Zichtenburg 2 (Projectplan)
Projectnummer: P500-305
7-3.
Overleg en vergaderstructuur
Vergadering
Doel
Deelnemers
Frequentie
Rapportage
Stuurgroep/
Voortgang, financiële status.
Directie, Managers,
lx/6 weken
Relaties
PVO
besluitvorming
Sturrus, Rijff,
Projectteam
Voortgang algemene zaken, ontwerpen,
Zie
lx/2 weken
Notulen+
ZB2
bestekken, planning, inkoop en
"projectstructuur"
vanaf juni
actielijst
PL (indien gewenst)
juridische zaken van het project
Werkgroep
2014
Bepalen scope werkgroep, actiepunten.
Bal, vZeijl,
lx/2 weken
Notulen+
Technische
producten en voortgang. Rapportage
Pierushka,
t.n.o.
actielijst
Constructies
aan de projectleider ZB2.
Zwetsloot,
Bandhoe
Werkgroep
Bepalen scope werkgroep, actiepunten.
Vergunningen
producten en voortgang. Rapportage
en Milieu
aan de projectleider ZB2.
Wilmink, v Zeijl,
lx/week
Notulen +
t.n.o.
actielijst
Werkgroep
Bepalen scope werkgroep, actiepunten.
Bal, v Zeijl,
lx/week
Notulen+
Uitvoering
producten en voortgang. Rapportage
Directievoerders
t.n.o.
actielijst
aan de projectleider ZB2.
Werkgroep
Bepalen scope werkgroep, actiepunten,
Nootenboom,
lx/2 weken
Notulen+
Inkoop
producten en voortgang. Rapportage
Sampatsing, Bal,
t.n.o.
actielijst
aan de projectleider ZB2.
Van Zeijl
Technisch
Doorspreken voortgang, issues tijdens
Directievoerders,
overleg
het werk, planning, leveringen etc.
aannemer,
Uitvoering
lx/week
Notulen +
actielijst
toezichthouders,
projectvoorbereiders
Bouwvergade
Doorspreken issues, financiën op het
Directievoerders,
ring RAW
gebied van spoorse zaken en civiel.
aannemer,
lx/2 weken
Notulen +
actielijst
projectleider
Bouwvergade
Doorspreken issues, financiën op het
Directievoerders,
ringStaBu
gebied van het gebouw.
aannemer,
lx/2 weken
Notulen +
actielijst
projectleider
7.4.
Rapportageoverzicht en -structuur
Rapportage
Waarover
Wie stelt op
Projectrapportage/
Projectvoortgangen
Projectleider
Voortgangsrapporta
issues
Aan wie
Frequentie
Stuurgroep/Project
Maandelijks
enboard
ge/ Relaties
Notulen
Projectvoortgang en
Projectsupport
Projectteam
issues
Diverse stukken op
/Volgt
stuurgroep
Gehele project
Intranet
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2016
Volgt
Projectteam
Projectleider
Intranetomgeving
Naar
(Projecten/ZB2)
behoefte
15 van 19
HTM
Projecten
LTR-ZB2LTR Zichtenburg 2 (Projectplan)
Projectnummer: P500-B05
8.
Planning
De bijgevoegde planning is gemaakt in MS-Projects en zal gebruikt worden tijdens het project om het project
in zoveel mogelijk facetten te managen.
De planning is dynamisch, de juiste resources en tijdsbestedingen worden regelmatig met de afdelingen
Middelen Infrastructuur en Vastgoed, Onderhoud Railvoertuigen, Innovatie & Projecten, Uitvoering en Inkoop
en eventueel Juridische Zaken (in geval van aanbesteding van o.a. sporen, onderstation en wisselcomplexen)
afgesproken.
De planning is een "hoofdpuntenplanning" om de belangrijkste zaken in de tijd te benoemen. Een
gedetailleerde planning is op verzoek verkrijgbaar.
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2015
16 van 19
Htm
Projectnummer: P500-305
Bijlage 1: Producten
Doel
Hoofdpuntenplanning ZB2
Specificatie
Inzicht in alle taken in de tijd
Opleveringen
Kwaliteitseisen
Wordt regelmatig in de projectgroep besproken en met Project Support
bijgewerkt
Acceptatie
Project Support en Project Assurance
Planning & Realisatie
Inzet resources
Doel
Programma van Eisen ZB2
Specificatie
Inzicht in alle eisen van het project ZB2
Opleveringen
Is in het PVO vastgesteld
Kwaliteitseisen
Is onderliggend document in de projectgroep en wordt met Project Support
besproken en bijgewerkt indien de realiteit het project daartoe dwingt
Acceptatie
Project Support en Project Assurance
Planning & Realisatie
Oktober 2014
Inzet resources
geen
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2016
17 van 19
HTM
Projecten
LTR-ZB2LTR Zichtenburg 2 (Projectplan)
Projectnummer: P500-305
Doel
Functioneel Programma van Eisen Spoorbeveiliging
ZB2 en discussiestuk tijdens toekomstige gesprekken met de leverancier
Specificatie
Inzicht in alle functionele eisen voor de spoorbeveiliging in het project ZB2
Opleveringen
Zal samen met het concept VO worden aangeboden
Kwaliteitseisen
Is onderliggend document in de projectgroep en wordt met Project Support
besproken en bijgewerkt indien de realiteit het project daartoe dwingt
Acceptatie
Deelprojectleider Middelen Infra, Projectleider en Project Assurance
Planning & Realisatie
December 2014
Inzet resources
Wordt binnen de geplande resources van het projectteam opgeleverd
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2015
18 van 19
HTM
Projecten
LTR-ZB2LTR ZichtenburR 2 (Projectplan)
Projectnummer: P500-B05
Bijlage 2: Wijzigingsvoorstellen
Binnen het project wordt gewerkt met standaard wijzigingsformulieren (zie onderstaande figuur). Hiermee
wordt op eenvoudige en eenduidige wijze de afwijkingen van de scope of belangrijke issues vastgelegd.
Op dit moment zijn nog geen wijzigingsvoorstellen gedefinieerd.
Wijzigingsvoorstel LTR ZB2
HTM
Onderwerp
Voorsteller:
Datum:
Project;
Status:
Argumenten
Voor
Tegen
Consequenties
Tiid
I
Geld
I
"
kwaliteit I
Veiligheid I
Besluit
Paraaf Opdrachtgever
Paraaf Directie
Paraaf Projectleider
[Nr
1.01
Versie 0.4 d.d. 3 februari 2016
19 van 19
rr^
So
3
3
»
[ "
ïi
aH
r
i
i
1
J&*
f
s
1
•
1
'i1 1
, Ji
1
;
, .
r J |
P - i — i 1
Mj i
<1
. f 1
I
„
—
gj
?
5
,
1
"
I J
J
^
l 1
I
n
i.-..
1
-
,
1
I
H
fl•
i.
ü
^
Ij
m.
e 3
j
11
ii
L
|i
i;
11
S
-
—
I
i
f
-
fl
l- |^
f
II ii iiiiiliii m\\ mtw imiiiiiHi iiijiimi injiiiiii liüii •'
l s Ü
Uli'm'il 1 1 1 i ii1 1i Vdïiil
lHuUiü «sjsüiii i 1 1ii 1i3 i ? luiii
i
I ï i 1 1iIi
1 1 1i4i i i i ii I i i 1 i
1 1 i1
m
i 1 1i i iI I
i I H [[IHHSl H!}!}» liiHlHJ JJlHlflJI!! HüUlJSI ÜLUHU} !}}!!}
j ] jj [liJif
is
lllih
i.lL, .
~r,.r.,^«,^.,».2S3:js;3i2:52sss:5s:5!C!S!;sasis;a:ssa!8:;ss!SS;3!53!5S55SS!:;s35;:2ïiD;5!ffiSS3S3:ssss$scp:::;i!C!e
I
l
i
1
i—
j
i
,
i
.
.
i
.
i
.I
I
',
i
i
i
i
1
1
s
1——fJ—
SSK
Project: Zichtenburg 2
Versie raming: 0.5
-
-
Projectnr P500-305
Status: Concept
-
-
Opdr gever MRDH /HTM
Opgesteld door: Pieter Meere
Kostengroepen
Voorziene kosten
Benoemd
Prijspeil raming:
01-07-15
Datum raming:
15-04-16
Risicoreservering
Totaal
Nader te detailleren
Investeringskosten (indeling naar categorie):
Bouwkosten 12 sporen
Bouwkosten 24 sporen
€
€
10.144.397
2.538.805
€
€
-
€
€
Bouwkosten (Infra en Civiel)
€
12.683.202
€
-
Vastgoedkosten (STO)
€
2.248.000
€
-
Engineeringskosten (VAT)
€
2.400.000
€
-
Overige bijkomende kosten
€
Subtotaal investeringskosten
€
-€
17.331.202
€
287.470
521.607
€
€
10.431.867
3.060.412
€
809.077
€
€
3.697.789
€
€
34.500
€
-€
-
€
€
€
-
€
€
10.431.867
3.060.412
13.492.279
€
-
€
13.492.279
5.945.789
€
-
€
5.945.789
2.434.500
€
-
€
2.434.500
-€
4.541.366
-€
€
21.872.568
Objectoverstijgende risico's
Investeringskosten deterministisch
€
17.331.202
€
-
€
4.541.366
€
-€
€
-
€
0% €
-
€
-
€
21.872.568
Scheefte
€
f
Investeringskosten exclusief BTW
BTW
Investeringskosten exclusief BTW
Bandbreedte: met 70% zekerheid liggen de investeringskosten exclusief BTW tussen
€
21.872.568
€
-
€
€
-
€
-
€
€
21.872.568
€
-
£
en
€
21.872.568
21.872.568
€
o%
."VilTlf
Levensduurkosten:
€
-€
-€
-
i' T MiUiMW' itVJiHUW I •
€
-
Objectoverstijgende risico's
Levensduurkosten deterministisch
21.872.568
. £
Variatiecoëfficiënt
Subtotaal levensduurkosten
21.872.568
€
-€
-€
-€
-
Scheefte
iMIMIIm i
i 1H1 tM iU>
aiÉ*«l*im«»Éil>l>imil»ÉIHÉilM i
€
-
€
£
_
£
€
-
f
Levensduurkosten exclusief BTW
BTW
Levensduurkosten exclusief BTW
Bandbreedte: met 70% zekerheid liggen de levensduurkosten exclusief BTW tussen
£
. £
j_€
- €
£
.
£
•
€
^
.
£
- €
£
.
en
-
£
£
o%
Variatiecoëfficiënt
Projectkosten exclusief BTW
€
21.872.568
€
(00%
-
€
21.872.568
100%
0%
Budgetvaststelling investeringskosten:
Investeringskosten exclusief BTW
Onzekerheidsreserve (in te vullen door financier)
£
21.872.568
|€
21.872.568
Reservering scope wijzigingen (in te vullen door financier)
Aan te houden risicoreservering en totaal budget investeringskosten
€
£
- €
. £
£
. £
€
-
€
21.872.568
21.872.568
Budgetvaststelling levensduurkosten;
Printdatum: 25-4-2016
Printtijd. 10.32
Pagina 1 van 2
Tabblad: Samenvatting
Bestand: 20160422-ZB2-Meere-SSK-Model CROW vereenvoudigde versie 12-24 meer details vO 6.xlsx
/
SSK
Project: Zichtenburg 2
-
Versie raming: 0.5
Status: Concept
-
Projectnr: P500-305
-
•
Opdr.gever: MRDH /HTM
Opgesteld door Pieter Meere
Kostengroepen
Kostencategorieên
Voorziene kosten
D'eQ'e kos">n
Dlrec,e '(OS'en
Benoemd
Nader te detailleren
Levensduurkosten exclusief BTW
Onzekerheidsreserve (in te vullen door financier)
Reservering scope wijzigingen (in te vullen door financier)
Printdatum: 25-4-2016
Printtijd. 10.32
15-04-16
Risicoreservering
. g
g
g
g
Pagina 2 van 2
01-07-15
Datum raming:
Totaal
lndirec'e
€
Aan te houden risicoreservering en totaal budget levensduurkosten
Prijspeil raming:
. g
. g
. g
. g
.
g
Tabblad: Samenvatting
Bestand: 20160422-ZB2-Meere-SSK-Model CROW vereenvoudigde versie 12-24 meer details vO 6.xlsx
I
•li""*" H )
1 4
!
'
j
|
j
^
(A/f
I
®
®
®
1
'
i
|
O
j
IJ
jH
nCTX|
1 I N_frr
pdc
<|C
.: 'j
ff*
^
i\ "'• |
|
5
1
<i)
- |.T|.
I,
j
'
„ S^TT*1^
sr j
®
j j
^
j
i
^
|
..
a
>..»
*
as
'
I
®
(y) ,
Qm11
I
-
..,1 ^
,
..! .. '
'
81
^11
:-l„i—^ || l^f
| 'l |
j
a
|
r...13..'!
^
*
j.
L
J !
t—— — —.^—— — —•—;-TtoiHaB^^^a^Ö^apjH^S(ttlilfc==ilHiiifc======J I i
dB
. <1*
ml
I
,,<|B
a
„
^
^
"J
"
;?;
*1,j'
^
^
,t'
"li
Wff
'i
j' M J.
1
(w)
_
^
1
,ja
I
(x)
«SB
J
ass
(v)'
SAlMrw-rai***».
'"
™ =r-
.. /-n
<H-(Aj
1 311
8—
8
««m^Kln^WKHO-»^-^
r—
8 © l»n«--'WHCAVV es«««—
1 "'> t 1*»
©
(z)
—
—
mmam
plattegrond begane grond
m ie... m-Howx-fl
linaMr crMopd ^ «UMMM ml hxr • w«
y».2"-^-'"*1
|
|
rum» COOC-OJ
S S a vu
^j-orMct
MoodfN atm SSMOO
pMl)
-nagaMon
0 Oska m
kol» aA n. mOinO
<igaboua4s riiabak
|
HervYDunaoiweg4
'alphaplan
*
• .
^
m 10174)464000
aavlMiin In bnimwn
Nieuwbouw STO-gebouw Zichtenburg II
Den Haag
"""""
PhMegrond begane grond STO gebouw
STO => Serve* Techmek en Opkomsl
oa.*.
I
I
l
1
ew-aow
14520
TCM)3
Ti
1
HTM Personenvervoer NV
'f
1
E™a T moaompkan m
"*
7—
axseaa»
m-
eao
'•
plH'
i
lp ïj'lljijj
fjplp|
, I!, j! 1, !! ^^7 J
jl
.
m
—•
1
si
J
il
{ fo"
n}
ign^v
|
! lü
ii 1 1
!li lli
pw>' i j M
8jt y y
J ''r*
*jaM
,
h
liiiiiillWflf
^
\
j l^ ^ 1 . 0
«0^
" \ \ V vSjdU^*'^
a s a
.
oP
IHl •••
s
i
i
i—i
7'i nJI i|||
^
^
i
lïïï
im
i
^
Bestuurscommissie
Vervoersautoriteit
7 december 2016
agendapunt 10
Onderwerp
Voorstel
Subsidieverlening concessies Openbaar Vervoer 2017
1) Het verlenen van subsidie Openbaar Vervoer 2017 voor de concessie Hoekse Lijn
Voor de periode 11 december 2016 - 31 maart 2017 prijspeil 2016
(NS Reizigers BV) voor een bedrag van € 2.114.895,2) Het verlenen van subsidie Openbaar Vervoer 2017 voor de concessie Voorne
Putten Rozenburg voor de periode 11 december 2016 -10 december 2017 prijspeil
2016 (Connexxion) voor een bedrag van € 9.128.977,3) Het verlenen van subsidie Openbaar Vervoer 2017 voor de concessie Bus
Rotterdam e.o.voor de periode 11 december 2016 -10 december 2017 voorlopig
prijspeil 2017 (RET Bus BV) € 28.565.185,4) Het verlenen van subsidie Openbaar Vervoer 2017 voor de concessie Bus
Haaglanden Stad voor de periode 1 januari 2017 - 31 december 2017 op voorlopig
prijspeil 2017 (HTMbuzz BV) € 14.540.1565) De verlening van de beschikkingen tot subsidieverlening Openbaar Vervoer 2017
voor de onderstaande perioden en concessies op te schorten tot uiterlijk
april 2017 en voorlopige voorschotten te verstrekken voor deze periode.
Concessienaam
Concessiehouder
Voor de periode 11 december 2016 -31 december 2016 (start nieuwe
concessieperiode)
a Rail Rotterdam Exploitatie
(RET NV)
b Rail Rotterdam Assets
(RET NV)
c Rail Haaglanden Exploitatie
(HTM NV)
d Rail Haaglanden Assets
(HTM NV)
Voor de periode 1 januari 2017 - 31 december 2017
e Rail Rotterdam Exploitatie
(RET NV)
f Rail Rotterdam Assets
(RET NV)
g Rail Haaglanden Exploitatie
(HTM NV)
h Rail Haaglanden Assets
(HTM NV)
i Bus Haaglanden Regio
(Veolia)
Korte
motivering
Voor genoemde concessies bij de onderdelen 1 tot en met 4 zijn concessiebesluiten
genomen dan wel (exploitatie)overeenkomsten gesloten. Conform de in deze besluiten
en overeenkomsten opgenomen voorwaarden dienen de concessiehouders jaarlijks een
aanvraag voor een subsidie in. Deze aanvraag is voor wat betreft de kwantiteiten een
nadere uitwerking van de op 6 juli 2016 door de MRDH goedgekeurde vervoerplannen.
In de beschikking tot subsidieverlening staat naast de verwijzing naar de voorwaarden
en de eventueel van toepassing zijnde aanvullende afspraken/voorwaarden, het
bevoorschottingsschema van het subsidiebedrag.
In dit gevraagde besluit zijn alleen de subsidieverleningen opgenomen die het mandaat
van de directeur van de Vervoersautoriteit MRDH overstijgen. De directeur van de
Vervoersautoriteit MRDH heeft binnen zijn mandaat voor vijf concessies met een totaal
maximum bedrag van € 3.604.939,- subsidie verleend. In de bijlage is een totaal
overzicht van de verleende subsidies OV opgenomen.
Voor de concessies bij onderdeel 5 is nog niet aan alle vereisten/voorwaarden voldaan
om de subsidies te kunnen verlenen:
- de concessie Rail Haaglanden is nog niet verleend omdat het aandeel in HTM nog
niet is verkregen dit is gepland op 9 december 2016.
- de exploitatieovereenkomst voor de concessie Bus Haaglanden Regio is voor de
verlengingsperiode nog niet opgesteld vanaf 27/08/2017. De opstelling en
ondertekening van de overeenkomst zal in het eerste kwartaal van 2017 gebeuren.
- de rapportageformats van de nieuwe railconcessies worden in samenspraak met
de concessiehouders op detailniveau uitgewerkt. De vaststelling van de formats zal
in het eerste kwartaal van 2017 gebeuren. Daarna kan de subsidieaanvraag van
RET en HTM in deze formats aangeleverd worden en beschikt worden.
Om de uitvoering van deze concessies vanaf de start van het nieuwe
dienstregelingsjaar/kalenderjaar ongehinderd te kunnen laten plaatsvinden ontvangen
de concessiehouders vooruitlopend op de te verlenen subsidie tot en met april 2017 per
maand een voorschot. Per saldo worden vijf (april is twee termijnen) van de dertien
termijnen voor deze concessies bevoorschot. Deze bevoorschotting past binnen het
mandaat van de directeur van de Vervoersautoriteit MRDH.
De bevoorschotting bedraagt € 110 miljoen van de indicatieve subsidie van € 309 mln.
voor 2017. De bevoorschotting van de concessie Rail Haaglanden zal geschieden nadat
het aandeel in HTM is verkregen en de concessie is verleend. In de bijlage is een totaal
overzicht van de bevoorschotting voor de nog te verlenen subsidies concessies
Openbaar Vervoer opgenomen.
Financiën
Juridisch
Communicatie
Bijlagen
Gevolgde
procedure
Verdere
procedure
Openbaar besluit
Wet. bekendmaking
Concessiehouders gaan de werkzaamheden/diensten zoals opgenomen in de
subsidieverleningen uitvoeren en dienen na afloop van de opdracht/periode een
verzoek tot subsidievaststelling in op basis van de geleverde werkelijke prestaties
conform de voorwaarden zoals deze in de verleningsbeschikking en concessie/
exploitatieovereenkomst is opgenomen. Dit verzoek dient voor 1 juli 2018 door de
concessiehouders te zijn ingediend.
De beschikkingen passen binnen de begroting Openbaar Vervoer.
De verleende subsidies en bevoorschottingen worden verleend op grond van de:
- de subsidieaanvragen van de concessiehouders;
- de gesloten exploitatieovereenkomsten;
- de concessiebesluiten;
- de Subsidieverordening verkeer en vervoer Stadsregio Rotterdam;
welke van toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening
verkeer en vervoer MRDH 2015.
- het mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 van het Stadsgewest Haaglanden welke
voor het laatst gewijzigd is met ingang van 1-1-2011,
welke van toepassing is op basis van artikel 2 van de Tijdelijke Subsidieverordening
verkeer en vervoer MRDH 2015.
n.v.t.
Beschikking tot subsidieverlening 2017
Concessiehouder
1) Hoekse Lijn
(NS Reizigers BV)
2) Voorne Putten Roozenburg
(Connexxion)
3) Bus Rotterdam e.o Exploitatie
(RET Bus BV)
4) Bus Haaglanden Stad
(HTMbuzz BV)
Presidium
9 november 2016
Ambtelijk overleg
21 november 2016
Zienswijzetermijn
n.v.t.
Adviescommissie
n.v.t.
Anders, te weten
n.v.t.
Zienswijzetermijn
n.v.t.
Adviescommissie
n.v.t.
Dagelijks bestuur
n.v.t.
Algemeen bestuur
n.v.t.
Anders, te weten
n.v.t.
Contactpersoon
ja
John Straub
Telefoonnummer
nee
088 5445 201
Bijlage Subsidieverlening concessies Openbaar Vervoer 2017
Totaal overzicht Concessies Openbaar Vervoer
Verleende subsidies voor het kalenderjaar dienstregelingsjaar:
Concessienaam
Concessiehouder
Maximale subsidie
middels
gemandateerd
besluit
Voor de periode 11 december 2016 -31 maart 2017 prijspeil 2016
1 Hoekselijn
NS Reizigers BV
Voor de periode 11 december 2016 -10 december 2017 prijspeil 2016
2 Voorne Putten Rozenburg
(Connexxion)
3 Parkshuttle Rivium
(Connexxion)
€
4 Fast Ferry
(RET NV)
€
€
2.114.895,-
€
9.128.977,-
572.878,889.000,-
Voor de periode 11 december 2016 -10 december 2017 voorlopig prijspeil 2017
5 Bus Rotterdam e.o. Exploitatie
(RET Bus BV)
6 Bus Rotterdam e.o. Sociale Veiligh. (RET Bus BV)
€
1.011.261,Voor de periode 1 januari 2017 - 31 december 2017 op voorlopig prijspeil 2017
7.OV over water Rotterdam C- Heijplaat (Havenbedrijf)
€ 1.045.138,8 Regie en Ontwikkeling
(RET NV)
€
86.662,9 Bus Haaglanden Stad
(HTMbuzz BV)
Subtotaal subsidieverlening 2017
€ 3.604.939,Totaal subsidieverlening conform gemandateerd en BCVA besluit
Maximale subsidie edocsnr
middels
besluit BCVA
28960
€ 28.565.185,-
28060
€ 14.540.156€ 54.349.213,€ 3.604.939,€ 57.954.152,-
28488
Grote Marktstraat 43
Postbus 66
2501 CB Den Haag
Telefoon 088 5445 100
E-mail: [email protected]
Internet: www.mrdh.nl
KvK nummer: 62288024
Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag
N.S. Regiodirectie Randstad Zuid
T.a.v. de heer J.E.P.M. Alting von Geusau
Postbus 6433
5600 HK EINDHOVEN
CONCEPT
Datum
7 december 2016
Bankrekeningnummer
NL96 BNGH 0285 1651 43
contactpersoon
Joost Witte
uw kenmerk
NS/JavG/2016/Hoekselijn
2017-1
ons kenmerk
29739
Projectnummer
Onderwerp
Subsidiebeschikking N.S. Reizigers B.V. 2017
doorkiesnummer
088-5445207
e-mail
[email protected]
Geachte heer Alting von Geusau,
bijlage(n): 2
Naar aanleiding van uw subsidieverzoek d.d. 17 oktober 2016 met kenmerk
NS/JavG/2016?Hoekselijn 2017-1 delen wij u naar aanleiding van de vergadering van de
Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH op 7 december 2016 het volgende mee:
De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH heeft besloten NS Reizigers op grond
van de subsidieaanvraag en op grond van artikel 23 van de Subsidieverordening verkeer en
vervoer van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de
Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 een subsidie te verlenen voor
uitvoering van de concessie Hoekse Lijn in de periode 11 december 2016 tot en met 31 maart
2017 voor een bedrag van maximaal € 1.450.147,- (prijspeil 2016).
En de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH heeft besloten NS Reizigers op
grond van de subsidieaanvraag en op grond van artikel 23 van de Subsidieverordening
verkeer en vervoer van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1
van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 een subsidie te
verlenen aan NS Reizigers B.V. voor de gebruiksvergoeding van de infrastructuur van de
Hoekse lijn in de periode van 11 december 2016 tot en met 31 maart 2017 voor een bedrag
van maximaal € 664.748,- (prijspeil 2015).
De subsidies zijn exclusief BTW.
Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis,
Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.
Toelichting:
Specificatie subsidies 2017
Exploitatie concessie Hoekse
Lijn
Gebruiksvergoeding (door
NS te betalen aan ProRail)
Totaal te bevoorschotten
Gevraagde subsidie prijspeil
2015
€ 1.447.252
Verleende subsidie
€
€
664.748
€ 1.450.147 (prijspeil 2016)
664.748 (prijspeil 2015)
€ 2.114.895
In het derde kwartaal van 2017 zal de subsidie voor het exploitatiedeel worden aangepast op
basis van de consumentenprijsindex (cpi) zoals die wordt gepubliceerd in de Macro
Economische Verkenningen van het Centraal Planbureau van september 2017. Het bedrag
aan loon- en prijspeilaanpassingen zal als subsidie aanvullend aan u verleend worden.
De gebruikersvergoeding, die ProRail voor het gebruik van de infrastructuur in rekening
brengt, wordt bij het vaststellen van de (exploitatie)subsidies op basis van de werkelijke kosten
verrekend.
Verplichtingen en voorwaarden
De toegekende subsidie wordt verleend onder de verplichting dat NS Reizigers B.V. in de
dienstregeling 2016/2017 de concessie Hoekse lijn uitvoert conform de voorschriften zoals
vermeld in de concessie.
Van toepassing op de bijdrage is de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de
stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke
Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015.
Conform de bepalingen uit de concessie dient u uiterlijk op 1 juni 2018 de
verantwoording van de bijdrage 2017 bij de MRDH in te dienen.
Bezwaar
Tegen bovengenoemde besluiten kunt u bezwaar aantekenen. Voor informatie over de
bezwaarprocedure van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag verwijzen wij u naar de
bijlage.
Hoogachtend,
namens de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH,
A.L. Gleijm,
secretaris.
P.J. Langenberg,
voorzitter.
Bijlagen:
1. bezwaarprocedure
2. specificatie voorschotbedragen
2
Bijlage 1:
Bezwaar:
Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag
waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend.
Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:
De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den
Haag
Postbus 66
2501 CB Den Haag
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:
a.
de naam en het adres van de indiener;
b.
de dagtekening;
c.
vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen
het bezwaar zich richt;
d.
de gronden van het bezwaar (motivering).
Voorlopige voorziening:
Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang,
een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient
te worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het
bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om
voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte
daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening
van het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank.
Rechtstreeks beroep:
Tegen dit besluit kan door een aan de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio
Rotterdam- Den Haag deelnemende gemeente geen bezwaar worden gemaakt. Ingevolge de
Algemene wet bestuursrecht kan een deelnemende gemeente tegen dit besluit binnen zes
weken (gerekend vanaf de dag na bekendmaking) een gemotiveerd beroepschrift indienen
bij:
Rechtbank Rotterdam
Sector Bestuursrecht
Postbus 50951
3007 BM ROTTERDAM
3
Bijlage 2:
Bij beschikking d.d. 7 december 2016 , nr. 29739 (subsidiebeschikking N.S.
Reizigers B.V. 2017).
Subsidie Concessie Hoekse Lijn € 2.114.895,- (van 11/12/2016 t/m 31/03/2017)
De bevoorschotting vindt in 2017 plaats in de eerste 3 maanden van 2017. Het totale
subsidiebedrag wordt gedeeld door 3. Elke maand wordt 1/3 deel uitgekeerd, telkens
omstreeks de 10e van de betreffende maand.
Resumerend is de bevoorschotting aldus:
concessie
Hoekse Lijn
Per maand in januari 2017, februari 2017
en maart 2017
€ 704.965,-
4
Grote Marktstraat 43
Postbus 66
2501 CB Den Haag
Telefoon 088 5445 100
E-mail: [email protected]
Internet: www.mrdh.nl
KvK nummer: 62288024
Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag
Bankrekeningnummer
NL96 BNGH 0285 1651 43
Connexxion Openbaar vervoer N.V.
T.a.v. mevrouw H. Verschoor
Postbus 224
1200 AE Hilversum
CONCEPT
contactpersoon
Jolanda Weijdt
uw kenmerk
xxx/10000
ons kenmerk
29083
Datum
7 december 2016
Projectnummer
VVO 120
Onderwerp
doorkiesnummer
088 – 5445 186
Subsidiebeschikking concessie Voorne Putten Rozenburg 2017
e-mail
[email protected]
bijlage(n)
2
Geachte mevrouw Verschoor,
Naar aanleiding van uw subsidieverzoek d.d. 3 oktober 2016 met kenmerk xxx/10000 delen wij
u het volgende mee:
Besluit
De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH heeft op basis van de
Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van
toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer
MRDH 2015 besloten:
op grond van de subsidieaanvraag en artikel 23 van de Subsidieverordening verkeer en
vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1 van de
Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 een subsidie te verlenen aan
Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voor uitvoering van de concessie Voorne Putten
Rozenburg voor de periode 11 december 2016 tot en met 9 december 2017 van maximaal
€ 9.128.977,- (prijspeil 2016).
De subsidie is exclusief BTW.
Toelichting exploitatiesubsidie
Concessie Voorne Putten Rozenburg € 9.128.977,-:
De subsidie betreft het leveren van de activiteiten, die zijn opgenomen in het Vervoerplan
2017.
Specificatie exploitatiesubsidie 2017
Concessie Voorne Putten Rozenburg
Te bevoorschotten
Gevraagde subsidie
(prijspeil 2016)
€ 9.128.977,-
Verleende subsidie
(prijspeil 2016)
€ 9.128.977,€ 9.128.977,-
Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis,
Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.
Verplichtingen en voorwaarden
De via deze beschikking verleende subsidie wordt verleend onder de volgende verplichtingen
en voorwaarden:
• Connexxion Openbaar Vervoer N.V. voert in de periode van 11 december 2016 tot en
met 9 december 2017 de concessie Voorne Putten Rozenburg uit conform de
concessievoorschriften, biedingen en/of uitvoeringsplannen;
• uiterlijk 1 juli 2018 de aan u verleende subsidie wordt verantwoord door middel van een
aanvraag tot subsidievaststelling. In de aanvraag tot subsidievaststelling dient u aan te
tonen dat de verleende subsidie ook daadwerkelijk gebruikt is voor de daarbij
behorende activiteiten. Bij deze aanvraag dient een goedgekeurd jaarverslag gevoegd
te zijn.
• de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van
toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en
Vervoer MRDH 2015, is op de subsidies van toepassing.
• In de tweede helft van 2017 wordt u geïnformeerd over de aanpassing van de subsidies
naar het prijspeil 2017.
Bezwaar
Tegen bovengenoemde besluiten kunt u bezwaar aantekenen. Voor informatie over de
bezwaarprocedure van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag verwijzen wij u naar de
bijlage.
Hoogachtend,
namens de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH,
A.L. Gleijm,
secretaris.
P.J. Langenberg,
Voorzitter.
Bijlagen:
1. bezwaarprocedure;
2. specificatie voorschotbedragen.
2
Bijlage 1:
Bezwaar:
Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag
waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend.
Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:
De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag
Postbus 66 2501 CB Den Haag
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het
bezwaar zich richt;
d. de gronden van het bezwaar (motivering).
Voorlopige voorziening:
Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang, een
verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient te
worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het
bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om
voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte
daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening van
het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank.
Rechtstreeks beroep:
Tegen dit besluit kan door een aan de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio
Rotterdam- Den Haag deelnemende gemeente geen bezwaar worden gemaakt. Ingevolge de
Algemene wet bestuursrecht kan een deelnemende gemeente tegen dit besluit binnen zes
weken (gerekend vanaf de dag na bekendmaking) een gemotiveerd beroepschrift indienen bij:
Rechtbank Rotterdam Sector Bestuursrecht
Postbus 50951
3007 BM ROTTERDAM.
3
Bijlage 2:
Bij beschikking d.d. 7 december 2016 , nr. 29083 (subsidiebeschikking Voorne Putten
Rozenburg 2017).
Exploitatiesubsidie Voorne Putten Rozenburg: € 9.128.977,- (van 11/12/2016 t/m 9/12/2017)
De bevoorschotting vindt in 2017 plaats in alle 12 maanden. Het totale subsidiebedrag wordt
gedeeld door 13. Elke maand wordt 1/13 deel uitgekeerd met uitzondering van de maand april
waarin 2/13 deel wordt uitgekeerd, telkens omstreeks de 10e van de betreffende maand.
Resumerend is de bevoorschotting aldus:
Concessie
Voorne Putten Rozenburg
Elke maand 2017 m.u.v. april
€ 702.229
April 2017
€ 1.404.458
4
Grote Marktstraat 43
Postbus 66
2501 CB Den Haag
Telefoon 088 5445 100
E-mail: [email protected]
Internet: www.mrdh.nl
KvK nummer: 62288024
Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag
RET Bus B.V.
T.a.v. de heer J.P.M. Bakker
Postbus 112
3000 AC ROTTERDAM
CONCEPT
Bankrekeningnummer
NL96 BNGH 0285 1651 43
contactpersoon
J.M. Witte
uw kenmerk
Dir/5332075/EL
ons kenmerk
29738
Datum
7 december 2016
Projectnummer
Onderwerp
doorkiesnummer
088 5445 207
Subsidiebeschikking RET Bus B.V. 2017 Exploitatie
e-mail
[email protected]
bijlage(n): 2
Geachte heer Bakker,
Naar aanleiding van uw subsidieverzoek d.d. 24 oktober 2016 met kenmerk Dir/5332075/EL
delen wij u naar aanleiding van de vergadering van de Bestuurscommissie van de
Vervoersautoriteit MRDH op 7 december 2016 het volgende mee:
De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH heeft besloten RET Bus B.V. op
grond van de subsidieaanvraag en op grond van artikel 23 van de Subsidieverordening
verkeer en vervoer van de stadsregio Rotterdam, die van toepassing is op basis van artikel 1
van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer en Vervoer MRDH 2015 een subsidie te
verlenen voor uitvoering van de concessie Bus Rotterdam e.o. in de periode 11 december
2016 tot en met 10 december 2017 voor een bedrag van maximaal € 28.565.185,-.
Deze subsidie is ten opzichte van uw aanvraag verhoogd met 1,60%, zijnde het
voorcalculatorisch (voorlopig) prijspeil 2017.
De subsidie is exclusief BTW.
Toelichting exploitatiesubsidie:
Ad 1: Concessie Bus Rotterdam e.o. € 28.565.185,-:
De subsidie betreft het leveren van 653.629 dienstregelinguren Bus voor het uitvoeren
van het vervoerplan 2017. Dit is inclusief 128 dienstregelinguren als gevolg van
meerwerk op buslijn 57, 2180 dienstregelinguren als gevolg van meerwerk voor buslijn
95, 524 dienstregelinguren als gevolg van meerwerk voor buslijn 174 en € 24.000,- als
compensatie voor de opbrengstenderving bij het meerwerk voor buslijn 174.
Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis,
Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.
specificatie
exploitatiesubsidie 2017:
concessie Bus Rotterdam
e.o.
totaal te bevoorschotten:
gevraagde
subsidie
(prijspeil 2016)
€ 28.115.340
verleende subsidie (met
voorcalculatorisch prijspeil
2017)
€ 28.565.185
€ 28.565.185,-
Verplichtingen en voorwaarden
De via deze beschikking verleende subsidie wordt verleend onder de volgende verplichtingen
en voorwaarden:
• RET Bus B.V. voert voor de periode van 11 december 2016 tot en met 10 december
2017 de concessie Bus Rotterdam e.o. uit conform de concessievoorschriften,
biedingen en/of uitvoeringsplannen;
• uiterlijk 1 juli 2018 verantwoordt RET Bus B.V. de verleende subsidie door middel van
een aanvraag tot subsidievaststelling. In de aanvraag tot subsidievaststelling dient
RET Bus B.V. aan te tonen dat de verleende subsidie ook daadwerkelijk gebruikt is
voor de daarbij behorende activiteiten. Bij deze aanvraag dient een goedgekeurd
jaarverslag gevoegd te zijn. Na uw verzoek tot subsidievaststelling wordt het
nacalculatorische indexpercentage voor de loon- en prijspeilaanpassing 2017 bekend.
Verrekening vindt daarna nog plaats.
• de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die
van toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke Subsidieverordening Verkeer
en Vervoer MRDH 2015, is op de subsidie van toepassing.
De beschikking aan RET Bus B.V. inzake de subsidie voor het uitvoeringsplan Sociale
Veiligheid RET Bus 2017 zal u separaat worden toegezonden.
Bezwaar:
Tegen bovengenoemd besluit kunt u bezwaar aantekenen. Voor informatie over de
bezwaarprocedure van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag verwijzen wij u naar de
bijlage.
Hoogachtend,
namens de Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit MRDH,
A.L. Gleijm,
secretaris.
P.J. Langenberg,
voorzitter.
Bijlagen:
1. bezwaarprocedure
2. specificatie voorschotbedragen
2
Bijlage 1:
Bezwaar:
Ingevolge de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag
waarop dit is bekendgemaakt door belanghebbenden een bezwaarschrift worden ingediend.
Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:
De Bestuurscommissie van de Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den
Haag
Postbus 66
2501 CB Den Haag
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:
a.
de naam en het adres van de indiener;
b.
de dagtekening;
c.
vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen
het bezwaar zich richt;
d.
de gronden van het bezwaar (motivering).
Voorlopige voorziening:
Gelijktijdig met of na indiening van het bezwaarschrift kunt u, bij een spoedeisend belang,
een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Een dergelijk verzoek dient
te worden gericht aan de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de indiener van het
bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. In verband met de behandeling van een verzoek om
voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. Omtrent de hoogte
daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dient te betalen krijgt u na indiening
van het verzoek bericht van de griffier van de bevoegde rechtbank.
Rechtstreeks beroep:
Tegen dit besluit kan door een aan de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio
Rotterdam- Den Haag deelnemende gemeente geen bezwaar worden gemaakt. Ingevolge de
Algemene wet bestuursrecht kan een deelnemende gemeente tegen dit besluit binnen zes
weken (gerekend vanaf de dag na bekendmaking) een gemotiveerd beroepschrift indienen
bij:
Rechtbank Rotterdam
Sector Bestuursrecht
Postbus 50951
3007 BM ROTTERDAM
3
Bijlage 2:
Bij beschikking d.d. 7 december 2016 , nr. 29738 (subsidiebeschikking RET Bus
B.V. Exploitatie 2017).
Exploitatiesubsidie Concessie Bus Rotterdam e.o.: € 28.565.185,- (van
11/12/2016 t/m 10/12/2017)
De bevoorschotting vindt in 2017 plaats in alle 12 maanden. Het totale
subsidiebedrag wordt gedeeld door 13. Elke maand wordt 1/13 deel uitgekeerd met
uitzondering van de maand april waarin 2/13 deel wordt uitgekeerd, telkens
omstreeks de 10e van de betreffende maand.
Resumerend is de bevoorschotting aldus:
concessie
RET Bus
Elke maand
in 2017
m.u.v. april
€ 2.197.322
April 2016
€ 4.394.643
4
Grote Marktstraat 43
Postbus 66
2501 CB Den Haag
Telefoon 088 5445 100
E-mail: [email protected]
Internet: www.mrdh.nl
KvK nummer: 62288024
Retouradres: Postbus 66 2501 CB Den Haag
Bankrekeningnummer
NL96 BNGH 0285 1651 43
HTMbuzz B.V.
t.a.v. mevrouw A. Lock
Telexstraat 3
2525 KZ Den Haag
CONCEPT
contactpersoon
Jolanda Weijdt
uw kenmerk
ons kenmerk
28488
Datum
Projectnummer
623121
7 december 2016
Onderwerp
beschikking tot subsidieverlening 2017
concessie "openbaar vervoer bus Haaglanden-Stad"
doorkiesnummer
088 5445 186
e-mail
[email protected]
bijlage(n)
- Beschikking
- bezwaar
Geachte mevrouw Lock,
Bijgaand ontvangt u de beschikking tot subsidie verlening voor de exploitatie van openbaar
vervoer van de concessie “openbaar vervoer bus Haaglanden Stad” door HTMbuzz voor het
jaar 2017. In deze beschikking zijn alle voorwaarden beschreven waaronder de subsidie aan
HTMbuzz B.V. wordt verleend.
Wij gaan er vanuit u hiermee voldoende ingelicht te hebben.
Hoogachtend,
namens de bestuurscommissie Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag,
A.L. Gleijm
secretaris
P.J. Langenberg
voorzitter
Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis,
Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne, Zoetermeer.
Bestuurscommissie
Vervoersautoriteit
7 december 2016
agendapunt N.1
Onderwerp
Voorstel
Gebruiksovereenkomsten railvervoer Rotterdam
De met RET en gemeente Rotterdam te sluiten nieuwe gebruiksovereenkomsten voor
railinfra en railvoertuigen, zoals opgenomen in de bijlagen bij deze agendapost, vast te
stellen.
Korte
motivering
De besluitvorming over de overname van de financiering door de MRDH van
railvoertuigen en – infra ten behoeve van HTM en RET is tot nu toe voorspoedig
verlopen en zal met de verwachte positieve besluiten daartoe in het algemeen bestuur
van 9 december a.s. worden afgerond.
In de regio Rotterdam zijn de onderlinge verhoudingen voor wat betreft railinfra en
railvoertuigen tussen RET, gemeente Rotterdam en de concessieverlener (voorheen de
stadsregio Rotterdam en vanaf 2015 de MRDH) vastgelegd in zogenoemde
gebruiksovereenkomsten. In deze overeenkomsten zijn het eigendom en het gebruik
van de activa, alsook de financiering daarvan nader bepaald. De voorgenomen
overname van de financieringsrol door de MRDH noopte tot een aanpassing van deze
overeenkomsten. Daarbij komt dat de Europese Investeringsbank nu verlangt, dat alle
betrokken partijen formeel hebben ingestemd met deze gebruiksovereenkomsten,
alvorens de lening aan RET voor de (co)financiering van de nieuwe railvoertuigen voor
de Hoekse lijn en de frequentieverhoging van de E-lijn ad. € 120 miljoen (onder
borgstelling van de MRDH) daadwerkelijk kan worden verstrekt.
Financiën
P&O aspecten
Juridisch
Communicatie
Bijlagen
Gevolgde
procedure
Verdere
procedure
Openbaar besluit
Wet. bekendmaking
In de nu voorliggende gebruiksovereenkomsten zijn alle noodzakelijke aanpassingen
verwerkt en daarmee is door alle betrokken partijen ambtelijk reeds ingestemd. De
instemming met en de ondertekening van deze overeenkomsten ligt ook voor in het
college van B&W van de gemeente Rotterdam op 6 december a.s.
n.v.t.
n.v.t.
Het betreft de gebruiksovereenkomsten Railinfra en Railvoertuigen, versie 28-11-2016.
Omdat deze overeenkomsten bedrijfsvertrouwelijke informatie bevatten, zijn deze
uitsluitend in te zien voor de leden van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit. Een
verzoek daartoe kan worden ingediend bij Wouter Dekker, telefoon 088-5445184 of
Evert Visser (contactgegevens onderaan).
n.v.t.
Zie juridische aspecten.
Presidium
n.v.t.
Ambtelijk overleg
n.v.t.
Zienswijzetermijn
n.v.t.
Adviescommissie
n.v.t.
Anders, te weten
zie korte motivering.
Zienswijzetermijn
n.v.t.
Adviescommissie
n.v.t.
Dagelijks bestuur
n.v.t.
Algemeen bestuur
n.v.t.
Anders, te weten
n.v.t.
Contactpersoon
ja
Evert Visser
Telefoonnummer
nee
088 5445 171 of 06-46159412
Agenda adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH
woensdag 16 november 2016
Tijd:
19:00 – 21:00 uur (inloop vanaf 18:30 uur, inclusief broodmaaltijd voor commissieleden).
Locatie:
Aleidazaal van het stadskantoor van de gemeente Schiedam, Stadserf 1
0. Gezamenlijke bespreking zienswijze Regionaal Investeringsprogramma
MRDH
Op 1 juli heeft het algemeen bestuur MRDH de zienswijzeprocedure gestart voor
het Regionaal Investeringsprogramma MRDH. De rode draad van de
binnengekomen zienswijzen op het Regionaal Investeringsprogramma MRDH
wordt door beide adviescommissies gezamenlijk behandeld om tot één
gezamenlijk advies te komen voor het algemeen bestuur d.d. 9 december 2016.
Na bespreking van de rode draad uit de zienswijzen op het Regionaal
Investeringsprogramma MRDH wordt er verder gegaan met de reguliere
vergadering.
1. Opening en mededelingen reguliere vergadering adviescommissie
Vervoersautoriteit
Vastellen van de agenda.
2. Vaststellen beknopt verslag van de adviescommissie Va d.d. 05.10.2016
U wordt gevraagd het beknopt verslag van de adviescommissie van 05.10.2016
vast te stellen.
3. Kadernota Openbaar Vervoer en en Ontwerp programma van eisen
-
-
-
-
concessies bus
In de adviescommissie van 5 oktober jl. heeft u een toelichting gekregen op het
proces rond de Kadernota OV en het ontwerp Programma van Eisen (PvE) voor
de concessies bus. Daar is ook aangekondigd dat in de adviescommissie van 16
november nader wordt ingegaan op de inhoud van beide documenten.
In de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van 26 oktober zijn de Kadernota OV
en het Ontwerp PvE besproken. Er is voor de Kadernota OV afgesproken dat
deze op een later moment in de bestuurscommissie wordt vastgesteld en dus nu
niet vrijgegeven kan worden voor zienswijze en advies. U krijgt daarom een korte
toelichting op het vervolgproces.
Voor het Ontwerp PvE concessies bus is afgesproken dat de bestuurscommissie
het Ontwerp PvE voor de concessies bus nog een keer in een schriftelijke ronde
vóór 16 november ter vaststelling voorgelegd krijgt. Zodra deze vastgesteld is,
zal het Ontwerp PvE voor de concessies bus vrijgegeven worden voor zienswijze
en advies.
U krijgt een toelichting op de inhoud van het Ontwerp PvE concessies bus.
4. Treasurystatuut MRDH en financieringsarrangementen RET en HTM
Op 11 juli 2016 heeft het dagelijks bestuur MRDH het Treasurystatuut 2016 en
twee voorstellen met betrekking tot de financiering van investeringen door de
vervoerbedrijven HTM en RET ter zienswijze voorgelegd aan de 23 MRDHgemeenten. De zienswijzeperiode liep tot en met 14 oktober 2016. Er is een rode
draad opgesteld van de binnengekomen zienswijzen voor de adviescommissie.
U wordt gevraagd een advies uit te brengen aan het algemeen bestuur MRDH
d.d. 9 december 2016.
5. Veegactie (Wijziging reglement van orde adviescommissie)
De veegactie is een actie om onvolkomenheden in de gemeenschappelijke
regeling, verordeningen, instellingsbesluiten en reglementen (zowel
juridisch/technisch) recht te trekken, evenals zaken waar we in de afgelopen
periode tegenaan zijn gelopen en die het werken bemoeilijken.
Pagina 1 van 2
-
U wordt gevraagd om in te stemmen met het voorleggen aan het algemeen
bestuur d.d. 9 december 2016 van de wijzigingsvoorstellen voor het reglement
van orde van de adviescommissie vervoersautoriteit MRDH 2015.
6. Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 en eerste helft 2017
Ter informatie is de inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016/2017 bijgesloten. Per
kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen voor behandeling gepland
staan in de bestuurscommissie(s), adviescommissie(s), dagelijks bestuur en
algemeen bestuur. Op deze manier is tevens in één oogopslag te zien welke
onderwerpen in dezelfde tijdsperiode in de verschillende gremia behandeld
worden.
In het overzicht is aangegeven voor welke onderwerpen er een
zienswijzeprocedure voorzien is.
7. Terugkoppeling BO MIRT 13 oktober 2016 (mondeling)
Op 13 oktober is er een bestuurlijk overleg MIRT (Meerjarenprogramma
Infrastructuur, Ruimte en Transport) geweest. In dit overleg zijn er afspraken
gemaakt voor de regio. De belangrijkste afspraken zijn:
De verlenging van het Infrastructuurfonds wordt in de Noordelijke en
Zuidelijke Randstad ingevuld met een programmatische aanpak waarin rijk
en regio samen invulling geven aan projecten en de financiering daarvan.
Het Rijk heeft voor de Zuidelijke Randstad nu 200 mln beschikbaar (en een
gelijk bedrag voor de Noordelijke Randstad en de goederencorridor Oost).
Als het nieuwe Kabinet is aangetreden zal in het BO MIRT een volgende
tranche volgen met een grotere omvang. De regio draagt wederkerig bij. Dat
kan gaan over geld, maar bijvoorbeeld ook over op de frastructuurprioriteiten
afgestemd ruimtelijk beleid. De invulling van de €200 mln gaat plaatsvinden
met behulp van het MIRT-onderzoek Rotterdam Den Haag en de NMCA en
op basis van het Regionaal Investeringsprogramma. De projecten
viersporigheid, oeververbinding, aansluitingen HWN/OWN en N59 gaan in
ieder geval samen uitgewerkt worden en kunnen onderdeel van de
programmatische aanpak worden als ze voldoende nut en noodzaak blijken
te hebben. Afspraken hierover worden in het voorjaarsoverleg BO MIRT
gemaakt.
Voor de spooraanpassingen bij Schiedam (variant D) is afgesproken snel na
het gereed komen van het onderzoek van ProRail naar de effectiviteit
hiervan uitvoeringsafspraken te gaan maken.
Minister Schultz trekt verder € 50 miljoen uit voor de doorstroming
Burgerveen Leiden (A4), € 35 miljoen voor verdieping van de Nieuwe
Waterweg en heeft €100 mln beschikbaar voor versnelde uitvoering van het
traject Nieuwerkerk – Knooppunt Gouwe (A20). Ook komt extra geld
beschikbaar voor uitbreiding van de fietsenstallingen bij stations.
8. Rondvraag en sluiting
Volgende vergadering
Woensdag 15 februari, van 19.00 tot 21.00 uur
Locatie Zoetermeer
Belangstellenden die gebruik willen maken van het spreekrecht dienen dit tenminste 24 uur voor de aanvang van de vergadering
kenbaar te maken (via [email protected] en [email protected]) onder vermelding van hun naam en het onderwerp waarover
gesproken zal worden en het belang dat daarbij aan de orde is. Het spreekrecht heeft uitsluitend betrekking op de in de agenda
vermelde onderwerpen. Bij opening van de vergadering, wordt aan belanghebbende het recht verleend in te spreken. Iedere spreker
krijgt maximaal vijf minuten spreektijd. Indien er meerdere sprekers zijn bepaalt de voorzitter in overleg met de commissie de totale
voor belanghebbende beschikbare spreektijd en de volgorde van sprekers.
Pagina 2 van 2
Inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016 en eerste helft 2017
Versie 3, 25 november 2016
Het voorliggende document betreft de derde versie van de inhoudelijke jaarplanning MRDH 2016. Tevens is een eerste doorkijk toegevoegd tot
aan de zomer van 2017. Per kwartaal is aangegeven welke (grote) onderwerpen voor behandeling gepland staan in de bestuurscommissie(s),
adviescommissie(s), dagelijks bestuur en algemeen bestuur. Op deze manier is tevens in één oogopslag te zien welke onderwerpen in
dezelfde tijdsperiode in de verschillende gremia behandeld worden.
In het overzicht is aangegeven voor welke onderwerpen er een zienswijzeprocedure voorzien is.
De planning is opgesteld met de stand van zaken per medio november 2016. De inhoudelijke jaarplanning wordt periodiek geactualiseerd.
Aan de jaarplanning kunnen geen rechten worden ontleend.
1
Kwartaal 4 2016
Onderwerp
BC Va
16 nov.
BC EV
17 nov.
AC Va
16 nov.
AC EV
16 nov.
DB
23 nov.
Zienswijze
Regionaal Investeringsprogramma
Huisvesting MRDH-organisatie
X
X
Regionaal Investeringsprogramma
RNE: afronden fase 4, oplevering Roadmap Next Economy
Treasurystatuut 2016 MRDH en financieringsarrangementen
Aangaan en verstrekken van leningen
Borgstelling lening aan RET t.b.v. voertuigen Hoekse Lijn
Veegactie deel 1: reglementen van orde
e
2 Bestuursrapportage 2016
X
X
X
X
X
X
X
Versterken besluitvorming Vervoersautoriteit
Ontwerp PvE concessies Bus
Procesvoorstel ontwerp Kadernota Openbaar Vervoer
Beleidslijn Sociale Veiligheid
Tarieven openbaar vervoer 2017
Loon- en prijspeilaanpassingen 2016 NS Hoekse Lijn
X
X
X
X
X
X
Detailhandel
Innovatiezone Voorne-Putten
Bijdrage kosten EPZ secretariaat 2016 en 2017
Bijdrage EFRO Medical Delta
Bijdrage Automatisch Vervoer op de Last Mile
AB
4 nov.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
17 nov t/m 11 jan 2017 1
Planning wordt herzien.
X
X
X
X
X
X
X
X
1
In de bestuurscommissie Va van 21 september 2016 is besloten om vast te houden aan de zienswijzeperiode tot en met 11 januari 20017, maar indien er
voor 11 januari een conceptreactie (ambtelijk) ingediend wordt, de termijn met twee weken te verlengen tot en met 31 januari 2017.
2
Kwartaal 4 2016 (vervolg)
Onderwerp
BC Va
16 nov.
BC EV
17 nov.
AC Va
16 nov.
AC EV
16 nov.
Plan van Aanpak op hoofdlijnen eerste evaluatie GR MRDH
IQ: Jaarafspraken 2017 en subsidie Investor relations programma
2016-2017
Zienswijze
AB
4 nov.
Zienswijze
AB
9 dec.
X
X
Onderwerp
BC Va
7 dec.
Subsidieverlening concessies 2017 alle vervoerders
Gunningsbesluit concessie Rail Haaglanden 2016-2026
10 jarenplan beheer en onderhoud railvoertuigen en railinfrastructuur
RET en HTM
Inwonerbijdrage Mobiliteitsfonds Haaglanden
Regionale aanpak Goederenvervoer MRDH
Visie bewust reisgedrag
X
X
X
Ontwerp Vervoerplannen 2018
DB
23 nov.
BC EV
AC Va
AC EV
DB
X
X
X
Reactietermijn 9 december
2016 t/m 17 februari 2017 2
2
Bespreking van de ontwerp Vervoerplannen 2018 staat gepland voor het Presidium Va van 7 december 2016. Conform de door de bestuurscommissie Va
vastgestelde procedure geeft het Presidium Va de ontwerp vervoerplannen vrij voor reactie.
3
Kwartaal 4 2016 (vervolg)
Onderwerp
Regionaal Investeringsprogramma
Roadmap Next Economy
Plan van Aanpak op hoofdlijnen eerste evaluatie GR MRDH
e
2 Bestuursrapportage MRDH 2016
Treasurystatuut 2016 MRDH en financieringsarrangementen
Aangaan en verstrekken van leningen
Borgstelling lening aan RET t.b.v. voertuigen Hoekse Lijn
Veegactie deel 1: reglementen van orde
Agenda Detailhandel 2016-2021
IQ: Jaarafspraken 2017 en subsidie Investor relations programma
2016-2017
BC Va
7 dec.
BC EV
AC Va
AC EV
DB
Zienswijze
AB
9 dec.
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
4
Kwartaal 1 2017
Onderwerp
BC Va
1 feb.
BC EV
2 feb.
AC Va
15 feb.
AC EV
15 feb.
DB
15 feb.
Concept Kadernota begroting MRDH 2018
Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid: visie, meerjarenprogramma
2017-2020 en bestuursovereenkomst
Opschaling waterstofbussen
X
X
X
X
X
X
AB
X
X
X
AC Va
AC EV
DB
22 maart
Zienswijze
AB
10maart
X
X
X
22 maart t/m 19 mei
22 maart t/m 19 mei
22 maart t/m 19 mei
X
Ontwerp PvE concessies Bus
Regionaal Investeringsprogramma
Projecten medical delta
Voorstel samenwerking toerisme
X
X
Onderwerp
BC Va
8 maart
BC EV
9 maart
Concept ontwerp Begroting MRDH 2018 incl. IPVa 2018 e.v.
Beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen MRDH
Beleidsnota reserves, voorzieningen en fondsen
X
X
X
X
X
X
Ontwerp PvE concessies Bus
Projectbesluit infravoorziening frequentieverhoging metrolijn E
X
X
Kadernota begroting MRDH 2018
Zienswijze
X
5
Kwartaal 2 2017
Onderwerp
BC Va
12 april
Vaststellen Vervoerplan 2018
X
BC EV
Regionaal Investeringsprogramma
Onderwerp
BC Va
17 mei
BC EV
18 mei
Jaarrekening MRDH 2016
e
1 Bestuursrapportage 2017
X
X
X
X
Onderwerp
BC Va
7 juni
BC EV
AC Va
12 april
AC EV
13 april
DB
12 april
Zienswijze
AB
X
X
AC Va
AC EV
DB
17 mei
Zienswijze
AB
31 mei
AC Va
7 juni
AC EV
6 juni
DB
21 juni
Zienswijze
AB
Jaarrekening MRDH 2016
e
1 Bestuursrapportage 2017
Regionaal Investeringsprogramma
Concept ontwerp Begroting MRDH 2018 incl. IPVa 2018 e.v.
Beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen MRDH
Beleidsnota reserves, voorzieningen en fondsen
Eerste evaluatie GR MRDH
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
NB: De Rekeningcommissie MRDH zal in mei 2017 bijeen om de voorlopige jaarstukken 2016 te behandelen.
6
Kwartaal 3 2017
Onderwerp
Evaluatie bijdrageregeling EV
Jaarrekening MRDH 2016
Concept begroting MRDH 2018 incl. IPVa 2018 e.v.
e
1 Bestuursrapportage 2017
Beleidsnota risicomanagement en weerstandsvermogen MRDH
Beleidsnota reserves, voorzieningen en fondsen
Eerste evaluatie GR MRDH
BC Va
5 juli
BC EV
6 juli
AC Va
AC EV
DB
Zienswijze
AB
7 juli
X
X
X
X
X
X
X
7