14662/16 oms/PAU/ev 1 DG G 3A I. INLEIDING 1. Op 25 mei 2016

Download Report

Transcript 14662/16 oms/PAU/ev 1 DG G 3A I. INLEIDING 1. Op 25 mei 2016

Raad van de
Europese Unie
Brussel, 21 november 2016
(OR. en)
14662/16
Interinstitutioneel dossier:
2016/0152 (COD)
MI 738
TELECOM 244
DIGIT 136
CONSOM 287
IND 249
COMPET 604
ENT 213
POSTES 19
JUSTCIV 304
PI 138
CODEC 1697
NOTA
van:
het voorzitterschap
aan:
Raad
nr. vorig doc.:
9611/16 MI 396 TELECOM 104 DIGIT 60 CONSOM 130 IND 116
COMPET 339 ENT 102 POSTES 3 JUSTCIV 155 PI 64 CODEC 772 IA 31
Betreft:
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de
Raad inzake de aanpak van ongerechtvaardigde geoblocking en
andere vormen van discriminatie van klanten op basis van nationaliteit,
verblijfplaats of plaats van vestiging in de interne markt en tot wijziging
van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG
- Algemene oriëntatie
I.
INLEIDING
1.
Op 25 mei 2016 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een verordening inzake
de aanpak van ongerechtvaardigde geoblocking en andere vormen van discriminatie
op basis van verblijfplaats, plaats van vestiging of nationaliteit in de eengemaakte markt.
De ontwerpverordening, die artikel 114 van het Verdrag als rechtsgrondslag heeft,
werd ingediend samen met wetgevingsvoorstellen over grensoverschrijdende pakketbezorgdiensten 1 en een herziening van de verordening betreffende samenwerking met
betrekking tot consumentenbescherming 2, met het oog op de verwezenlijking van de
digitale eengemaakte markt en strategieën voor de eengemaakte markt.
1
2
Zie doc. 9706/16.
Zie doc. 9565/16.
14662/16
oms/PAU/ev
DG G 3A
1
NL
2.
Hoofddoel van het voorstel is ervoor te zorgen dat klanten - consumenten en ondernemingen die producten en diensten in een andere lidstaat willen kopen, via het internet (online) of in
persoon (offline), niet op onverantwoorde wijze gediscrimineerd worden wat betreft toegang
tot prijzen en verkoops- of betalingsvoorwaarden. Dit voorstel verbiedt ook dat handelaren
de toegang tot websites en andere online-interfaces blokkeren en de klanten doorgeleiden van
de versie voor de ene lidstaat naar die voor een andere lidstaat.
3.
Op 10 juni 2016 heeft de Raad besloten het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen,
dat op 19 oktober 2016 advies heeft uitgebracht 3.
4.
Dit voorstel is in het Europees Parlement voorgelegd aan de Commissie interne markt en
consumentenbescherming (IMCO), die op 17 juni 2016 mevrouw Roza Graefin von Thun
und Hohenstein (PPE/PL) als rapporteur heeft aangewezen. Die commissie heeft nog niet
over haar verslag gestemd.
II.
WERKZAAMHEDEN IN DE RAAD
5.
De Groep concurrentievermogen en groei is in juni 2016 met de bespreking van het voorstel
begonnen en is daarmee doorgegaan met als doel tot een algemene oriëntatie te komen in de
Raad Concurrentievermogen eind november 2016.
6.
Tijdens haar eerste vergaderingen heeft de groep de effectbeoordeling van de Commissie
besproken. Daarbij zijn met name de door de Commissie in haar effectbeoordeling
geformuleerde methoden, criteria en opties ter sprake gekomen. Over het algemeen waren
de delegaties ingenomen met het door de Commissie geleverde werk, maar er werd wel op
gewezen dat meer specifieke gegevens en empirisch materiaal wenselijk zou zijn om het
effect van de verschillende beleidsopties beter te kunnen inschatten.
7.
Over het algemeen steunen de lidstaten de doelstellingen van het voorstel, namelijk de
bevordering van een echt geïntegreerde eengemaakte markt door een einde te maken aan
ongerechtvaardigde online- en offlinehandelspraktijken die klanten (consumenten en
bedrijven) discrimineren op grond van hun nationaliteit, verblijfplaats of vestigingsplaats,
en daardoor grensoverschrijdende e-commerce in de hand te werken.
3
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (rapporteur de heer Joost van Iersel
(NL/groep I)) — INT/797 van 19/10/2016.
14662/16
oms/PAU/ev
DG G 3A
2
NL
8.
Tijdens de onderhandelingen in de groep is de tekst ingrijpend gewijzigd in het licht van de
opmerkingen van de delegaties. Met name is besloten de titel van de verordening te wijzigen
zodat die betrekking heeft op ongerechtvaardigde geoblocking, vanuit de redenering dat
discriminatie in bepaalde gevallen objectief te rechtvaardigen is.
Het Comité van permanente vertegenwoordigers (Coreper) heeft op 18 november 2016 de
compromistekst van het voorzitterschap (doc. 13744/16) besproken. Uit deze bespreking is
gebleken dat een meerderheid van de delegaties thans kan instemmen met het compromis
van het voorzitterschap, en aan het eind van het debat heeft de voorzitter geconcludeerd
dat het compromis op 28 november 2016 aan de Raad Concurrentievermogen zal worden
voorgelegd, met het oog op een akkoord met gekwalificeerde meerderheid van stemmen
over een algemene oriëntatie.
De herziene compromistekst zoals die eruitziet na de vergadering van het Coreper
van 18 november 2016, staat in document 14663/16.
III. BELANGRIJKSTE ELEMENTEN VAN HET HERZIENE COMPROMIS VAN HET
VOORZITTERSCHAP
9.
Op basis van de besprekingen in het Coreper wenst het voorzitterschap de aandacht te
vestigen op artikel 1 (doel en toepassingsgebied), artikel 4 (toegang tot goederen of diensten)
en artikel 6 (passieve verkoop) als belangrijkste elementen van het compromispakket.
a)
Doel en toepassingsgebied (overwegingen 5a, 7a, en artikel 1)
Tijdens de bespreking van dit voorstel bleek dat de bepalingen inzake het
toepassingsgebied van de verordening zo duidelijk mogelijk moeten worden
geformuleerd om rechtszekerheid te bieden voor zowel handelaren als klanten. Voorts
werd benadrukt dat in deze bepalingen geen dubbelzinnigheden mogen voorkomen
zodat ze gemakkelijk na te leven en te handhaven zijn.
14662/16
oms/PAU/ev
DG G 3A
3
NL
Het voorstel houdt verband met een aantal wetgevingsteksten van de Unie die van
toepassing zijn op grensoverschrijdende verkoop, met name Uniewetgeving betreffende
justitiële samenwerking in burgerlijke zaken die is geregeld in de Rome I-verordening
en de Brussel I-verordening. In dit opzicht wordt in de compromistekst gespecificeerd
dat het louter naleven van de bepalingen van deze verordening door een handelaar niet
zo moet worden opgevat dat hij zijn activiteiten richt op de lidstaat waar de consument
zijn gewone woon- of verblijfplaats heeft.
Tevens is verduidelijkt dat de verordening niet van toepassing is op zuiver interne
situaties, waarin alle relevante elementen van de transactie tot één enkele lidstaat
beperkt blijven. Voorts heeft het compromis van het voorzitterschap ook betrekking
op de verkoop van diensten in een pakket.
b)
Toegang tot goederen en diensten (overwegingen 19, 29 en artikel 4)
Volgens het beginsel dat buitenlandse klanten dezelfde voorwaarden moet worden
geboden als lokale klanten, onderscheidt de tekst van artikel 4 drie specifieke handelssituaties waarin de handelaar niet mag discrimineren tussen klanten met betrekking
tot de algemene voorwaarden - inclusief prijzen - die hij aanbiedt bij de verkoop
van goederen of diensten. In de compromistekst van het voorzitterschap wordt
gespecificeerd dat auteursrechtelijk beschermde werken en ander beschermd materiaal
in een niet-tastbare vorm, zoals e-boeken of online muziek, uitgesloten zijn van de
verplichting om te verkopen.
c)
Passieve verkoop (overweging 26 en artikel 6)
Het compromis van het voorzitterschap heeft ten doel het verband tussen het voorstel
inzake geoblocking en de mededingingswetgeving van de Unie te verduidelijken.
De uitgangsgedachte, namelijk het verschaffen van rechtszekerheid, wordt door alle
delegaties gedeeld. Het compromis is gebaseerd op de door de Commissie gehanteerde
benadering dat overeenkomsten inzake passieve verkoop (d.w.z. waarbij de handelaar
de klant niet actief opzoekt) die niet stroken met artikel 101 VWEU en met
Verordening (EU) nr. 330/2010, een schending inhouden van de bepalingen van de
verordening inzake geoblocking en derhalve als nietig moeten worden beschouwd.
Het compromis van het voorzitterschap voorziet echter in de mogelijkheid dat de
verordening inzake geoblocking niet mag worden toegepast indien een overeenkomst
waarbij de passieve verkoop wordt beperkt, in overeenstemming is met artikel 101
VWEU en Verordening (EU) nr. 330/2010.
14662/16
oms/PAU/ev
DG G 3A
4
NL
IV.
CONCLUSIE
11.
Het voorzitterschap is van oordeel dat de tekst in document 14663/16 een evenwichtig
compromis tussen de standpunten van de delegaties vormt. De Raad wordt verzocht op
basis hiervan overeenstemming te bereiken over een algemene oriëntatie tijdens de Raad
Concurrentievermogen op 28 november 2016.
14662/16
oms/PAU/ev
DG G 3A
5
NL