Transcript document.

Gezamenlijke betekenisgeving aan “Rust en herstel”, november 2016
Actieplan casemanagement dementie
Onderdeel van het actieplan casemanagement dementie is Bouwsteen 0: “Rust en herstel”.
Aanleiding hiervoor is de onrust rondom de continuïteit van en wachtlijsten voor casemanagement,
sinds de overgang naar de aanspraak wijkverpleging. In het bestuurlijk overleg van 15 en 30 juni
sloten zich de rijen, aldus het Actieplan: ‘Ja, er is een wezenlijk probleem. En als we de ruimte
willen creëren om dat op te lossen, moeten we nu rust en ook herstel bewerkstelligen, we willen
zeker geen verdere ‘afkalving’ van casemanagement meer. Iedereen die casemanagement
dementie nodig heeft, krijgt dat ook, conform de Zorgstandaard Dementie’. Als uitgangspunten
stelden alle actieplanpartijen (VWS, NZa, VNG, ActiZ, BTN, ZN, V&VN, Alzheimer Nederland,
Deltaplan, ketenregisseurs) vast dat de waarde van casemanagement als functie ‘an sich’ niet meer
ter discussie staat, de Zorgstandaard Dementie de breed gedragen norm is en dementienetwerken
die lokaal/regionaal concretiseren naar zorgprogramma’s (inventarisatie is een van de onderdelen
van actieplan).
Als gezamenlijke vertrekpunten voor operationalisering van Bouwsteen 0, besloten de partijen:
(1) richting 2017 worden geen grote nieuwe beleidswijzingen aangaande de inkoop en positionering
van casemanagement doorgevoerd,
(2) partijen bewerkstelligen herstel waar dat maar enigszins kan en nodig is,
(3) bestaande wachtlijsten worden in een regionale benadering aangepakt, en
(4) rust en herstel zijn voorwaarden om het werken aan oplossingen kans van slagen te geven.
Met name verzekeraars en aanbieders communiceren dit vertrekpunt actief met hun achterban: ‘dit
is nu nodig’. VWS monitort en spreekt partijen aan op basis van ‘afspraak = afspraak’. Partijen
spreken elkaar aan op de nakoming van deze afspraken, VWS monitort en vraagt ook de NZa dit te
doen op de gemaakte afspraken in het kader van de zorginkoop 2017.
Van Rijn bekrachtigt actieplan
In zijn aanbiedingsbrief bij het Actieplan naar de Tweede Kamer d.d. 4 juli 2016 stelde van Rijn:
“Zoals ik in mijn brief van 30 juni en 9 juni (Kamerstuk 29689, nr. 722) heb laten weten is casemanagement bij dementie een belangrijk onderdeel van dementiezorg. Mijn doel is casemanagement voor iedereen die daar recht op heeft volgens de normen van de zorgstandaard
dementie. Casemanagement helpt bij het organiseren van deze (netwerk)zorg en is daarmee een
belangrijke sleutel voor een zo optimaal mogelijke kwaliteit van leven van mensen met dementie in
alle stadia van deze ziekte. Het geeft patiënten en mantelzorgers het vertrouwen dat zij er niet
alleen voor staan.” En: “Partijen hebben een aantal gezamenlijke uitgangspunten onderschreven.
De kern daarvan is:
 De uitkomsten van het HHM-rapport zijn duidelijk: iedereen constateert dat er knelpunten zijn
maar het lukt partijen niet om structurele verbetering te organiseren. We moeten dus nu snel
samen stappen zetten.
 Om deze reden is er nu rust en herstel nodig: mensen die casemanagement bij dementie
hebben, raken deze niet meer kwijt en de betrokken partijen beginnen meteen met het
wegwerken van de wachtlijsten.
 Na rust en herstel volgt opbouw. Partijen werken door aan ons gezamenlijke doel:
casemanagement voor iedereen die daar recht op heeft volgens de normen van de
zorgstandaard dementie.”
Projectleider actieplan
Begin oktober is Robbert Huijsman gestart als projectleider, o.a. als voorzitter van het Signaalteam,
een landelijk gremium waarin partijen met elkaar (onrust)signalen uit het veld delen, als casus
analyseren en tot oplossing willen brengen via hun eigen achterbanlijnen. Het is belangrijk voor het
Signaalteam en het zorgveld om in al onze communicatie dezelfde interpretatie van “rust en herstel”
-1-
hebben. Daarom heeft de projectleider samen met het Signaalteam onderstaande tekst opgesteld.
Deze zal door alle partijen actief worden verspreid en gedeeld en wordt ook uitgedragen via een
Skipr weblog (week van 21 november) en de website van het Deltaplan Dementie.
Betekenis en toelichting “Rust en herstel”:
We bekijken “rust en herstel” vooral vanuit de cliënt, met als doel om mensen met dementie en hun
naasten/mantelzorgers het vertrouwen te kunnen geven dat ze de zorg krijgen die nodig is (conform
de Zorgstandaard), ook als ze (nog) geen cliënt van de wijkverpleging zijn en dat ze niet
geconfronteerd worden met onnodige veranderingen. Dat betekent dat:
 casemanagement wordt gegeven volgens de normen van de Zorgstandaard Dementie (2013);
 iedereen die casemanagement heeft, dit in principe houdt (continuïteit in zorg en persoon);
 iedereen die nog geen casemanagement heeft maar er wel recht op heeft, vanaf de start van
het (medisch en/of zorg-) diagnostisch traject*, dat zo snel mogelijk krijgt als hij/zijn wil, zonder
onnodige wachttijden of wachtlijsten;
 bestaande wachtlijsten in een regionale benadering meteen en actief worden aangepakt door
de betrokken partijen, zodanig dat de wachtlijsten in 2017 aanmerkelijk afgenomen zijn;
 richting 2017 geen grote nieuwe beleidswijzingen worden doorgevoerd aangaande de inkoop
(via de aanspraak wijkverpleging) en positionering van casemanagement;
 de gemaakte afspraken voor iedereen helder zijn (of verhelderd worden);
 de beschikbare expertise in het veld beschikbaar blijft en niet wegvloeit;
 we snel overzicht krijgen in structurele problemen die snelle oplossing vragen.
Rust en herstel zijn voorwaarden om het werken aan oplossingen kans van slagen te geven. Dat
kan ook rust geven aan casemanagers en ketenregisseurs als er duidelijkheid is over hun werk in
2017. En aan organisaties als er duidelijkheid is over financiering waardoor zij als werkgever
duidelijkheid kunnen geven aan medewerkers (casemanagers) en die op hun beurt weer aan de
cliënten en verwijzers. Overigens hebben zorgverzekeraars diezelfde helderheid ook nodig voor
hun eigen communicatie naar en zorgbemiddeling voor hun verzekerden en mantelzorgers, mede in
kader van hun zorgplicht. Daarbij moet ook aandacht worden besteed aan het tempo van de
veranderingen (voorkomen van onrust levert belangrijke bijdrage aan rust en herstel).
Er zijn ook grenzen te stellen, niet alles valt onder “Rust en herstel”:
 “Rust en herstel” betekent niet dat casemanagers, ketenregisseurs, zorgaanbieders en
verzekeraars daarmee automatisch garantie op baan, contract of marktaandeel hebben;
 Niet alles hoeft persé bij het oude te blijven en niet alles hoeft teruggedraaid naar het oude;
 Het gaat niet om het veiligstellen van banen van casemanagers, maar vanuit cliëntperspectief is
het wel (meer dan) wenselijk dat de mens met dementie dezelfde casemanager heeft tijdens het
hele ziektebeloop. In principe proberen regionale partijen met elkaar te komen tot oplossingen
waarbij iedereen in principe zijn bestaande casemanager houdt.
 Het gaat niet om het veiligstellen van dementienetwerken als gefinancierd organisatieverband
en niet om de daaruit gefinancierde baangarantie van ketenregisseurs, maar voor continuïteit
van zorg is wel snel schakelen en organiseren nodig o.b.v. (bestuurlijke) afspraken tussen de
regionale partijen en ieder jaar (structuur)veranderingen draagt niet bij aan rust en herstel;
 De huidige systematiek biedt geen langdurige zekerheden en richt zich op goede en doelmatige
realisatie van de zorg via inkoopcontractering tussen individuele aanbieders en verzekeraars.
Het gaat de actieplanpartijen primair om continuïteit en kwaliteit van casemanagement dementie,
met goede en eenduidige communicatie naar cliënten, mantelzorgers en verwijzers.
*
De Zorgstandaard Dementie (2013) geeft wisselende duidingen van het startmoment van casemanagement: vanaf de
niet-pluis fase, vanaf eerste zorgvraag, bij de start van of gelijk met het diagnostisch proces. De actieplanpartijen
hanteren vooralsnog “vanaf de start van het (medisch en/of zorg-) diagnostisch proces”, totdat er wederom in
consensus nog betere aanduidingen worden gevonden of de Zorgstandaard wordt geactualiseerd.
-2-