Samenvatting Amsterdam in cijfers 2016

Download Report

Transcript Samenvatting Amsterdam in cijfers 2016

Amsterdam in cijfers 2016

Onderzoek, Informatie en Statistiek

8 Samenvatting

Samenvatting

Bevolking

De Amsterdamse bevolkingsdynamiek neemt toe. Het aantal inwoners stijgt, maar ook het aantal verhuizingen neemt toe. Steeds meer inwoners verruilen de stad voor een nieuwe woonplaats in de regio. Ook het aantal nieuwe inwoners dat zich vanuit het buitenland in Amsterdam vestigde, nam toe. Op 1 januari 2016 telde Amsterdam 834.713 inwoners, 12.441 meer dan in 2015. Sinds 2008 bedraagt de jaarlijkse groei van het inwonertal gemiddeld 11.000 inwoners. Het inwonertal van Amsterdam neemt in de eerste plaats toe door een sterke natuurlijke groei (meer geboorte dan sterfte). In 2015 werden er 11.016 baby’s geboren. Een ander deel van die groei kwam voor rekening van mensen die zich vanuit het buitenland vestigden in Amsterdam. In 2014 was het buitenlands migratiesaldo (dus het aantal mensen dat vanuit het buitenland naar Amsterdam kwam minus het aantal mensen dat vanuit Amsterdam naar het buitenland emigreerde) nog 4.200. Een jaar later was dit gestegen naar maar liefst 8.300. De binnenlandse migratie daarentegen geeft een sterke daling te zien. In 2015 was het saldo voor het eerst sinds 2005 negatief. Het zijn vooral jonge gezinnen die de stad verlieten.

Wat ook opvalt is dat het aantal 17- tot en met 19-jarigen dat in Amsterdam komt wonen, afneemt. Mogelijk heeft dit te maken met de afschaffing van de basisbeurs. Hierdoor wordt het voor veel studenten minder aantrekkelijk of zelfs financieel onmogelijk om op kamers te gaan wonen.

Naar verwachting blijft de Amsterdamse bevolking de komende jaren nog flink groeien. Volgens OIS stijgt het inwonertal tot ruim 906.000 inwoners in 2025. In 2040 staat de teller op 925.000. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gaan in hun nieuwe prognose uit van een nog sterkere groei: 925.000 inwoners in 2025 en ruim 1 miljoen in 2040. De verschillen ontstaan door verwachtingen over de woningvoorraad van de stad. OIS gaat, conform de ambitie die in de structuurvisie 2010-2040 is vastgelegd, uit van ruim 64.000 extra woningen tot 2040. PBL en CBS gaan uit van bijna 98.000 extra woningen tot 2040. Daarnaast verwachten zij ook meer buitenlandse migratie en gaan ze uit van een hogere gemiddelde huis- houdensgrootte dan OIS.

Samenvatting 9

Openbare orde en veiligheid

De criminaliteit in de regio Amsterdam-Amstelland vertoont al jaren een dalende tendens. Samenhangend daarmee daalt ook het aantal aanhoudingen door de politie.

Het is voor het eerst in vijftien jaar dat het aantal aanhoudingen lager is dan 30.000. In 2011 waren er nog ruim 40.000 aanhoudingen. Bij 88% van de aanhoudingen in 2015 ging het om een man.

Gemeten per 1.000 inwoners is een nog sterkere daling zichtbaar. Tussen 2001 en 2011 schommelde het aantal aanhoudingen nog tussen de 40 en 46 per 1.000 inwoners. Daarna daalde dit aantal tot 29 aanhoudingen per 1.000 inwoners in 2015. Hiermee is het aantal aanhoudingen in vijftien jaar gedaald met maar liefst 37%. De veiligheid in Amsterdam wordt continu bijgehouden in de Regionale Veiligheidsindex Amsterdam-Amstelland. Hierin wordt per buurt in de regio aangegeven hoe het met de veiligheid gesteld is. De veiligheidsindex is samen gesteld uit drie deelindexen: de index criminaliteit, de index overlast en de index onveiligheidsbeleving. In de veiligheidsindex zijn tot nu toe de cijfers over 2014, 2015 en de eerste vier maanden van 2016 opgenomen. In deze periode is de index gedaald van 100 naar 97 punten. Een daling van 3%. De stad is dus veiliger geworden.

De Burgwallen-Oude en -Nieuwe Zijde zijn relatief het minst veilig van alle wijken. Ook de Grachtengordel-Zuid en De Weteringschans scoren hoog op de veiligheidsindex. In deze vier buurten vindt veel high-impact criminaliteit plaats rondom de uitgaansgelegenheden. Verder komen hier veel vermogens-delicten voor (fietsen- en winkeldiefstallen, et cetera.) en is er veel personenoverlast

Verkeer en openbare ruimte

Het gemiddeld autobezit onder Amsterdammers neemt af, met name onder jongeren. Toch is het aantal geregistreerde auto’s de afgelopen vijf jaar met 4% toegenomen tot 231.000. Deze stijging houdt echter geen gelijke pas met de stijging van het aantal inwoners. Het aantal bromfietsen en snorscooters is in vijf jaar spectaculair gegroeid. Sinds 2011 kwamen er 10.000 bij, een groei van 20%. In totaal rijden er nu bijna 60.000 brommers en scooters door de stad.

Niet alleen het autobezit daalt, ook het gebruik van de auto. Voor verplaatsingen binnen de stad gebruiken Amsterdammers vooral de fiets (32%), daarna de auto (20%) en dan pas het openbaar vervoer (17%). Dat het aantal reizigers in het openbaar vervoer het afgelopen jaar toch is toegenomen, is waarschijnlijk te danken aan de groei van het aantal toeristen.

Amsterdam

in cijfers

2016

10 Samenvatting

Elke twee jaar geven Amsterdammers een rapportcijfer aan hun buurt in het onderzoek Wonen in Amsterdam. Gemiddeld gaven zij in 2015 een 7,5 aan hun buurt. In 2013 was dat nog een 7,4. In de Indische Buurt Oost en de Van Galenbuurt is de tevredenheid over de buurt het meest verbeterd. De grootste daling van de buurttevredenheid is te zien in Burgwallen-Oude Zijde in stadsdeel Centrum.

Net als in voorgaande jaren ergeren Amsterdammers zich het meest aan de vervuiling in hun woonomgeving. Ook over de criminaliteit, parkeren en verkeerslawaai zijn ze over het algemeen weinig tevreden.

Werk, inkomen en participatie

Tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2016 nam zowel het aantal Amsterdamse bedrijfsvestigingen (+5,0%) als het aantal werkzame personen (+3%) toe. Het aantal arbeidsplaatsen in heel Amsterdam steeg, met overheid (-1%) en onder wijs (-1%) als belangrijke uitzonderingen. Vooral in de horeca (+11%) en de industrie (+10%) groeide het aantal banen. De grootste groei in vestigingen en werkzame personen vond plaats bij kleine bedrijven met zes tot tien werkzame personen (+46% vestigingen). Op 1 januari 2016 waren er in Amsterdam 76.435 vestigingen met één werkzaam persoon. Hiervan is 79% (60.641 vestigingen) zelfstandige zonder personeel. Zij zijn vooral werkzaam in de sectoren advisering en onderzoek (32%), cultuur, sport en recreatie (20%) en informatie en communicatie (10%). Vijfenvijftig procent van alle vestigingen in Amsterdam betreft er een van een zzp’er. In sommige sectoren is dit aandeel veel hoger: cultuur, sport en recreatie (83%), bouwnijverheid (75%) en onderwijs (74%). Ook geografisch zijn er in de stad grote verschillen. Zowel absoluut als relatief gezien is het aantal en aandeel zzp’ers in Zuid, West en Oost het hoogst. In 2015 waren 35.000 Amsterdammers werkloos en actief op zoek naar een baan. Dat was een daling ten opzichte van 2014. Met name onder jongeren nam de werkloosheid af. Ook onder Amsterdammers van niet-westerse herkomst en laagopgeleiden daalde de werkloosheid. Toch is onder deze groepen de werk loosheid nog altijd relatief hoog. Van alle jongeren met een laag opleidingsniveau en een niet-westerse herkomst is 25% werkloos.

In Amsterdam kregen 19.530 mensen een WW-uitkering, 37.800 mensen een arbeidsongeschiktheidsuitkering en 38.159 huishoudens moesten rondkomen van een bijstandsuitkering. Daarmee was in 2015 ongeveer 15,5% van de Amsterdammers tussen de 15 en 65 jaar voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is bijna 1% minder dan het jaar daarvoor.

Samenvatting 11

Bijna een kwart van de Amsterdamse huishoudens had in 2013 een laag inkomen, dat wil zeggen een inkomen van maximaal 120% van het wettelijk sociaal minimum. Dat zijn ruim 90.000 huishoudens en ruim 150.000 Amsterdammers. De meeste van deze huishoudens vinden we in stadsdeel Zuidoost (30%), de minste in stadsdeel Zuid (19%).

Onderwijs

Ruim één op de vijf Amsterdammers volgt een of andere vorm van onderwijs. Dat varieert van voorschool tot universiteit en van speciaal onderwijs tot taal cursussen voor volwassenen.

In 2015 kreeg een kwart van de leerlingen het basisschooladvies VWO. Hiermee is het aandeel VWO-adviezen in de stad verder toegenomen, van 20% in 2010 naar 24% in 2014 tot 25% in 2015. Deze aanhoudende stijging leidt tot een groter aantal VWO-leerlingen in Amsterdam. In tien jaar tijd steeg dit met onge veer 45%, van 8.500 leerlingen in 2006/’07 tot 12.500 leerlingen in 2015/’16.

Terwijl het aandeel VWO-adviezen steeg, bleef het aandeel HAVO-adviezen in Amsterdam met 14% vrij stabiel. Opvallend genoeg is het aantal HAVO leerlingen in de afgelopen tien jaar sneller gestegen dan het aantal VWO leerlingen, van ongeveer 4.900 leerlingen in 2006/’07 tot 7.500 leerlingen in 2015/’16. Het aantal VMBO-leerlingen daalde tot 2008/´09 maar is sindsdien stabiel (ongeveer 7.500). Ook het aantal leerlingen met leerwegondersteunend onderwijs op het VMBO is vrij stabiel (ongeveer 6.000). Hetzelfde geldt voor het aantal leerlingen in het praktijkonderwijs (ongeveer 1.400) en het aantal leerlingen in gemengde brugklassen (ongeveer 6.000).

Steeds meer Amsterdamse jongeren behalen een startkwalificatie. Dat is een HAVO- of VWO-diploma of een diploma op minimaal MBO-2-niveau. In 2012 had van de jongeren van 23 jaar 72% een startkwalificatie, in 2015 was dit gestegen tot 79%.

Welzijn, zorg en sport

Sinds 1 januari 2015 zijn de taken van de gemeente op het gebied werk, zorg, ondersteuning en jeugd fors uitgebreid. Dat is een gevolg van drie grote decen tralisaties, waarbij taken van de rijksoverheid zijn overgeheveld naar de gemeenten. Met name voor de jeugdzorg en de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft dat grote consequenties gehad. In 2015 hadden Amsterdam

in cijfers

2016

12 Samenvatting

ongeveer 56.000 Amsterdammers recht op een voorziening vanuit de Wmo. In de meeste gevallen ging het om aanvullend openbaar vervoer, hulp bij het huishouden, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen.

Een uitvloeisel van de decentralisatie in de zorg is de grote verschuiving in de ouderenzorg in Amsterdam. Het aantal plaatsen in verzorgingshuizen daalde met de helft tot 1.655, terwijl het aantal plaatsen in verpleeghuizen met bijna de helft steeg tot ruim 3.900. Er werden veertien verzorgingshuizen omge vormd tot verpleeghuis. Ook het aantal bewoners van seniorenwoningen nam toe met bijna 5% tot 11.000. Door de verwachte groei zullen woningcorporaties de komende jaren meer woningen bouwen en verbouwen voor senioren.

Met de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG) werkt de gemeente aan het voorkomen en terugdringen van overgewicht bij kinderen tot 19 jaar. Inmiddels laten de cijfers een dalende tendens zien. Had in 2012 21% van de Amsterdamse kinderen overgewicht of obesitas, in 2014 was dit gedaald naar 19%. Dit is nog altijd een veel hoger percentage dan het landelijk gemiddelde van 13%.

Economie en cultuur

De Amsterdamse economie is het afgelopen jaar sneller gegroeid dan de landelijke. Dat was aan een aantal factoren te danken. Zo was er groei in de financiële dienstensector, horeca en groothandel, en in de maakindustrie. Daarnaast ontwikkelde de woningmarkt zich gunstig en groeide de bevolking. Ook het aantal passagiers op Schiphol nam toe. In 2015 waren er ruim 2.700 buitenlandse bedrijven in de Metropoolregio Amsterdam, 140 meer dan in 2014. In totaal zijn buitenlandse bedrijven in de regio goed voor 216.000 arbeidsplaatsen. De meeste bedrijven komen uit de Verenigde Staten, gevolgd door Groot-Brittannië en China. Een andere belangrijke pijler van de groei van de Amsterdamse economie is de toename van het toerisme in de stad. De Amsterdamse hotels hadden in 2015 ruim 6,8 miljoen gasten. Ze bleven gemiddeld 1,89 nachten in de stad en dit leverde een totaal op van 12,9 miljoen hotelovernachtingen, 3% meer dan in 2014. De groei is vooral te danken aan buitenlanders, onder andere Spanjaarden (+8%), Duitsers (+7%) en Britten (+7%). Naar verwachting zal het aantal overnachtingen in 2016 verder toenemen. De populairste attractie in de stad is nog altijd een toer met een rondvaartboot. In 2015 trokken de rondvaartboten 4,8 miljoen bezoekers, een groei van 29% ten opzichte van een jaar daarvoor, waaraan Sail ongetwijfeld een bijdrage heeft geleverd. Van de musea in de stad was het Rijksmuseum het drukstbezocht: 2,3 miljoen bezoekers. Meer dan 1,9 miljoen

Samenvatting 13

mensen bezochten het Van Goghmuseum in 2015, en bijna 1,3 miljoen mensen het Anne Frankhuis.

Duurzaamheid en water

Een belangrijk element van het duurzaamheidsbeleid van Amsterdam is de verbetering van de luchtkwaliteit. Met name de concentratie stikstofdioxide moet omlaag. Blootstelling aan deze stof wordt namelijk in verband gebracht met problemen aan de luchtwegen en een verminderde longfunctie. De randstad is een van de meest met stikstofdioxide vervuilde gebieden ter wereld.

Sinds 1 januari 2015 moet de stad voldoen aan de Europese norm van lucht kwaliteit. Ten aanzien van stikstofdioxide betekent dit dat de concentratie nergens hoger mag zijn dan 40 microgram per kubieke meter lucht. Om dit te kunnen meten heeft de GGD tien meetpunten in de stad. Vijf hiervan zijn op drukke verkeerslocaties. De gemiddelde concentratie stikstofdioxide is daar gedaald van 46 microgram in 2014 naar 42 microgram per kubieke meter in 2015. Op een aantal locaties wordt de Europese norm dus nog niet gehaald. Wel is sprake van een gestage verbetering. Tien jaar geleden was het gehalte op deze plekken nog 59 microgram per kubieke meter lucht, terwijl in diezelfde periode het wegverkeer in de stad met 8% is toegenomen.

Een belangrijke maatregel om de luchtkwaliteit in de stad verder te verbeteren is het verbod op tweetaktscooters in de stad vanaf 2018.

Stedelijke ontwikkeling en wonen

Sinds 2013 trekt de woningmarkt weer aan. Door de gemiddelde bouwtijd van twee jaar, resulteerde dit in 2015 tot meer opgeleverde nieuwe woningen. Op 1 januari 2016 bedroeg de Amsterdamse woningvoorraad 423.785 woningen, ruim 6.000 meer dan in 2015. De bouwproductie bestaat voor een groot deel uit woningen gericht op studenten en starters. Meer dan de helft van de opge leverde nieuwbouw betrof een éénkamerwoning. Het wonen in de stad wordt duurder. Het aandeel sociale huurwoningen, dat zijn woningen met een huur onder de onder de € corporatiesector gemiddeld € € 710,- per maand is in 2015 gedaald tot 57%. Tegelijk is de doelgroep voor de sociale huur, huishoudens met een inkomen 34.000,- gegroeid tot 51%. De woonlasten van huurders zijn het afgelopen jaar toegenomen. Gemiddeld geven huurders 28% van hun netto inkomen uit aan huur. Huurders die recent een woning betrokken zijn in de 569,- per maand kwijt aan huur. In de particuliere Amsterdam

in cijfers

2016

14 Samenvatting

sector is dit € 937,-. Hun woonlasten liggen aanzienlijk hoger dan gemiddeld in de stad. Nieuwe huurders zijn gemiddeld 32% van hun inkomen kwijt aan huur, zowel in de corporatie- als in de particuliere sector.

Bestuur

In 2015 is de gemeente Amsterdam gereorganiseerd. De medewerkers waren op 1 januari niet langer in dienst bij een van de organisatieonderdelen van de gemeente, maar kwamen in algemene dienst. Op 1 januari 2015 was het aantal medewerkers van de gemeente 13.689. De gemiddelde ambtenaar wordt steeds ouder. Tussen 2010 en 2015 daalde het aandeel medewerkers onder de 35 jaar van 19% naar 13%, terwijl het aandeel medewerkers ouder dan 55 jaar steeg van 23% naar 30%. De gemiddelde ambtenaar is 47,6 jaar.

In 2017 heeft Amsterdam € € 420 miljoen minder dan in 2016.

Vier grote steden en Nederland

De prijzen van bestaande koopwoningen stijgen in de G4 sneller dan in de rest van Nederland. In heel Nederland waren de prijzen in het tweede kwartaal van 2016 4% hoger dan het jaar daarvoor. In Rotterdam was dit 6%, in Den Haag 8% en in Utrecht 10%. In Amsterdam was de stijging maar liefst 15%.

In Amsterdam (39%) en Utrecht (45%) wonen veel meer hoogopgeleiden dan gemiddeld in Nederland (25%). In Den Haag en Rotterdam wonen juist meer laagopgeleiden. Werkloosheid en opleidingsniveau hangen sterk met elkaar samen. Hoogopgeleiden zijn veel minder vaak werkloos dan middelbaar en laagopgeleiden. Dat zien we terug in de werkloosheidscijfers van Utrecht en Amsterdam. Hier is het werkloosheidspercentage veel lager (respectievelijk 7,3% en 7,7%) dan in Den Haag (10%) en Rotterdam (12%).

Stadsregio Amsterdam

De Stadsregio Amsterdam bestaat uit vijftien gemeenten. De regio is populair. In 2015 telde de Stadsregio bijna 740.000 huishoudens, dat is een groei van 8% ten opzichte van 2009. Binnen de regio wordt weer meer verhuisd. In de periode 2013-2014 is 22% van de huishoudens in de regio verhuisd. In 2011-2012 was dit nog 20%. De instroom van bewoners buiten de regio is

Samenvatting 15

in diezelfde periode met 13% gegroeid. Door het toenemend aantal verhuizingen en de groeiende instroom blijft de druk op de woningmarkt groot. De vraag naar woningen in de regio is meestal groter dan het aanbod, vooral in de huursector. Alleen in de goedkope koop- sector is er sprake van een overschot. De vraag naar sociale huurwoningen in de regio is onverminderd groot. In 2015 stond een woningzoekende gemiddeld 8,7 jaar ingeschreven voor een sociale huurwoning. In 2010 was dit nog 7,9 jaar. In Landsmeer ligt de gemiddelde inschrijfduur met 11,7 jaar het hoogst en in Beemster het laagst met 5,8 jaar.

Amsterdam in Europa

De Metropoolregio Amsterdam (MRA) is populair onder buitenlandse investeerders. Uit een internationale stedenvergelijking blijkt dat Amsterdam veel toekomstpotentieel heeft dankzij een beter bestuurlijk stelsel en een hoger welzijnsniveau dan andere steden. Van alle steden in Europa hebben alleen Londen en Stockholm meer potentie dan Amsterdam. De populariteit van de MRA blijkt ook uit de groei van het aantal passagiers op Schiphol. In 2015 ontving Schiphol 58 miljoen passagiers, 6% meer dan in 2014. Per week vertrekken er meer dan 4.600 rechtstreekse vluchten vanaf Schiphol.

Amsterdam

in cijfers

2016