Weerberichten vmbo-kgt34 - Wikiwijsleermiddelenplein

Download Report

Transcript Weerberichten vmbo-kgt34 - Wikiwijsleermiddelenplein

Weerberichten vmbo-kgt34
Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
21 November 2016
Licentie
CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Webadres
http://maken.wikiwijs.nl/82678
Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein,
hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt
en deelt.
Inhoudsopgave
Weerberichten
Vooraf
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
www.lvoorl.nl
Over dit lesmateriaal
Pagina 1
Weerberichten vmbo-kgt34
Weerberichten
Vooraf
Leerdoelen
Spanje is een aantrekkelijk vakantieland en uit verschillende delen van Europa komen vooral
ouderen naar Spanje om er te overwinteren. Dat heeft natuurlijk alles met het weer te maken. Het
wijkt nogal af van het weer in Nederland. Deze opdracht gaat over de verschillen in het Nederlandse
en Spaanse weertype.
Aan het eind van deze les:
Kun je de vijf kenmerken noemen die weerkundigen bekijken om het weer te beschrijven.
Kun je omschrijven welke rol metingen, satellietbeelden en luchtfoto’s spelen bij het maken
van weersberichten.
Kun je vier factoren noemen die het klimaat in een bepaald gebied bepalen.
Kun je aan de hand van enkele veel voorkomende weerssituaties in Nederland en Spanje
enkele verschillen tussen het weer in Nederland en in Spanje beschrijven.
Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht is een weersverwachting voor Spanje én voor Nederland.
Je werkt samen met enkele klasgenoten.
Beoordeling
De klimaatbeschrijving laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let de docent op:
de inhoud: laat het weerbericht zien dat je goed begrepen hebt waar het weer in Spanje
overeenkomt of juist verschilt met het weer in Nederland?
de vorm: is het weerbericht met zorg gemaakt en is het voor iedereen helder genoeg?
Werkwijze
Groepsgroote
Stap 1 tot en met 3 doe je alleen.
Pagina 2
Weerberichten vmbo-kgt34
Het eindproduct (stap 4) maak je samen met enkele klasgenoten.
Benodigdheden
Blanco kaart van Nederland en een blanco kaart van Spanje.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 à 3 lesuren nodig.
Stap 1
Vijf kenmerken van het weer
Het weer is de toestand van de dampkring van de aarde op een bepaald moment in een bepaald
gebied. Jouw woonplaats bijvoorbeeld of Nederland. Weerkundigen kijken naar het weer en meten
het aan de hand van de volgende vijf kenmerken:
Neerslag: regen, motregen, sneeuw, motsneeuw, hagel, mist, dauw of rijp. Weerkundigen
gaan na hoe lang achtereen er neerslag valt, of de neerslag verandert (bijvoorbeeld van
sneeuw naar regen) en hoeveel neerslag er valt in een bepaalde periode, bijvoorbeeld 24 uur.
Voor het meten van de hoeveelheid neerslag gebruikt men regenmeters.
Wind:Weerkundigen gaan na hoe hard het waait, wat de snelheid van de wind is, of de wind
aanwakkert of afzwakt, uit welke hoek hij waait en of de wind van richting verandert. Als de
windrichting tegen de wijzers van de klok in verandert, noemen we dat krimpen van de wind.
Als de windrichting verandert met de wijzers van de klok mee, dan heet dat ruimen van de
wind. Om aan te geven hoe hard het waait (in meters per seconde) gebruiken weerkundigen
de Beaufortschaal. Zie de afbeelding.
Beaufortschaal:
Pagina 3
Weerberichten vmbo-kgt34
Temperatuur: wordt meermalen gemeten met een thermometer. Zo wordt duidelijk of het
warmer of kouder wordt. Meestal wordt de temperatuur gemeten in graden Celsius.
Luchtdruk: wordt meermalen per dag gemeten met een barometer om na te gaan of er
sprake is van daling of stijging van de luchtdruk. Luchtdruk wordt meestal uitgedrukt in
hectopascal.
Bewolking: weerkundigen gaan na hoeveel bewolking er is, hoe de wolken eruit zien en of
het wolkendek toe- of afneemt.Hoeveel bewolking er op een bepaald moment is, wordt als
volgt aangegeven: onbewolkt (de hele hemel is te zien), licht bewolkt(je ziet het grootste deel
van de hemel of de zon is door de bewolking heen te zien), half bewolkt (je ziet ongeveer de
helft van de hemel), zwaar bewolkt (je ziet maar een klein deel van de hemel) of geheel
bewolkt (van de hemel is niets te zien).
Luchtdruk en wind
In weerberichten komt vaak het begrip ‘hogedrukgebied’ en ‘lagedrukgebied’ voor. Als je begrijpt wat
daarmee wordt bedoeld, weet je ook waarom het bijna altijd waait.
Bekijk het eerste fragment van de film Kernpunt, het weer/weersverwachting van 08,16 minuten “Het
Pagina 4
Weerberichten vmbo-kgt34
aardoppervlak bestaat uit meren” tot en met Tot en met 09,37 minuten “’t Is ook heel zacht, hoor.“
Een hogedrukgebied wordt ook wel een maximum genoemd, een lagedrukgebied een minimum of
depressie. Lucht wordt weggedrukt uit een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied. Die wind volgt
daarbij nooit een rechte lijn. Op het noordelijk halfrond is er altijd een afbuiging naar rechts en op het
zuidelijk halfrond altijd naar links. Dat is uitgedrukt in de Wet van Buys Ballot. De wet is genoemd
naar een Nederlandse weerkundige uit de 19e eeuw die deze afbuiging heeft beschreven en
verklaard.
Op weerkaarten zie je gebogen lijnen rondom een hoge- of lagedrukgebied. Die lijnen, of isobaren,
verbinden de punten op het aardoppervlak met een gelijke luchtdruk. Hoe kleiner de afstand tussen
de isobaren, hoe groter het verschil in luchtdruk en hoe harder het waait. Aan isobaren op een
weerkaart kun je dus zien waar het hard waait in het gebied dat op de kaart staat en waar het minder
hard waait.
Vragen:
Kijk naar kaart 47D Windsnelheid en –richting van de 53e editie van de Bosatlas.
of kaart 41C Wind van de 54e editie van de Bosatlas.
1. Als er een lagedrukgebied nadert en langs Nederland trekt, wat gebeurt er dan met de
luchtdruk?
2. Wat gebeurt er met de luchtdruk als er een hogedrukgebied langs Nederland trekt?
3. Waar hangt het nog meer van af hoe hard het waait in Nederland?
4. Uit welke richting waait de wind in Nederland meestal?
Stap 2
Meten is weten, dat geldt ook voor de weersverwachting.
Hoe stellen weerdeskundigen hun weerberichten op aan de hand van metingen aan het weer?
Kijk naar het tweede fragment zien uit de film ‘Kernpunt, het weer / weersverwachting’ van 10,58
minuten ‘Maar hoe kom je nou aan al die gegevens?’ tot en met 14,18 minuten ‘...krijgen we een hele
hoop regen.’.
Pagina 5
Weerberichten vmbo-kgt34
Zoals het fragment laat zien, gebruiken weerkundigen voor het maken van hun weerberichten ook
beelden van satellieten die voor dat doel in een baan rond de aarde zijn gebracht.
Vragen:
1. Weerkundigen hebben meetgegevens nodig voor hun weersverwachtingen. Hoe komen ze
aan de benodigde gegevens?
2. Welk gereedschap gebruiken ze om die meetgegevens te verwerken?
Stap 3
Typisch Nederlands en Spaans weer
Wij Nederlanders denken vaak dat het hier altijd regent, het hele jaar door. En dat het in Spanje altijd
mooi en warm weer is, vooral ’s zomers. Maar klopt dat wel?
In Nederland valt inderdaad elke maand van het jaar af en toe regen. Dat komt omdat er telkens
vanuit het westen een lagedrukgebied langs of over Nederland trekt met veel regenwolken. Maar af
en toe blijft het dagen of weken achtereen droog omdat er een hogedrukgebied in de buurt van of
boven Nederland ligt. Dat zorgt ervoor dat er weinig of geen wolken ontstaan boven Nederland en
dan valt er ook geen regen. In zo’n periode waait het ook niet of nauwelijks. ’s Zomers kan het dan
flink warm worden en dagenlang warm blijven met temperaturen tot ruim 30 graden Celsius aan toe.
’s Winters kan het stevig gaan vriezen, vooral als het hogedrukgebied ten noorden van Nederland ligt
en een aflandige wind uit het oosten koude vrieslucht aanvoert. Vooral ’s nachts kan het dan streng
gaan vriezen (met temperaturen beneden -10 graden Celsius). Een paar dagen en nachten met dit
weer en je kunt op natuurijs schaatsen.
En hoe is het in Spanje?
Vergelijk Kaart 47H Neerslag 1971-2000 en 117B Waterhuishouding van de 53e editie van de
Bosatlas met elkaar. Let daarbij op de legenda bij deze kaarten.
Vraag:
1. Wat valt je op bij de verdeling van de jaarlijkse neerslag over Nederland en Spanje?
Kijk naar de film Luchtstromen op aarde. Het is daarbij handig om te weten dat Spanje tussen de 36e
en de 44e breedtegraad ligt en Nederland tussen de 51e en de 54e breedtegraad.
Pagina 6
Weerberichten vmbo-kgt34
De hogedrukgordel in de subtropen (rond 30 graden noorderbreedte) en de lagedrukgordel rond de
60e breedtegraad verplaatsen zich gedurende het jaar. Als het op het noordelijk halfrond voorjaar is
en het noordelijk halfrond steeds meer naar de zon is gekeerd, trekken deze gordels naar het
noorden. Terwijl Nederland in de lagedrukgordel blijft liggen en lagedrukgebieden die van west naar
oost trekken af en toe regen brengen, komt het grootste deel van Spanje in de hogedrukgordel te
liggen.
Door de hogedrukgebieden boven Spanje is er weinig bewolking en regent het maandenlang niet of
nauwelijks. En als het dan een keer regent, dan is het meestal een flinke onweersbui, die aan het
einde van de dag ontstaat door grote verdamping. Het uiterste noorden en noordwesten van het land
blijven buiten de hogedrukgordel. Daardoor kunnen lagedrukgebieden van de lagedrukgordel ook in
dit gebied regen brengen.
In het najaar, als het noordelijk halfrond steeds meer van de zon is afgekeerd, trekken beide
drukgordels naar het zuiden. Hierdoor komt geheel Spanje in de lagedrukgordel te liggen, zodat
lagedrukgebieden overal in Spanje voor lange perioden met regen kunnen zorgen. Net als in
Nederland.
Er zijn nog twee verschillen tussen het weer in Spanje en dat in Nederland.
Invloed van de zee: De zee zorgt ’s zomers voor afkoeling en ’s winters voor opwarming. Dat
komt omdat de zee ’s winters langzamer afkoelt dan landmassa en langer warm blijft en ’s
zomers langzamer opwarmt en langer koel blijft. Daardoor brengt wind van zee ’s winters
warmere lucht binnen en ‘s zomers juist koelere lucht. Wind van zee heeft dus altijd een
matigende invloed. Maar hoe verder je van zee af bent, hoe minder je van deze invloed merkt.
In Nederland is de invloed van de zee groot, vooral omdat de wind meestal aanlandig is (zie
vraag 4 van Stap 1). In het binnenland van Spanje is weinig of niets te merken van de invloed
van de zee. Het kent een landklimaat met zomerse temperaturen van vaak 40 graden Celsius
of meer, terwijl het ’s winters af en toe flink vriest. Aan de kust is de invloed van de zee wel
goed merkbaar. De winters zijn meestal zacht en ’s zomers minder heet (als de wind
tenminste niet aflandig is).
Invloed van het reliëf: Nederland is vooral vlak en het ligt net onder of boven de zeespiegel.
Aanlandige wind die regenwolken het land in jaagt, wordt nergens door gehinderd. In Spanje
is dat anders, er liggen enkele hoge bergketens. De belangrijkste zijn het Cantabrisch
gebergte (foto) in het noorden en noordwesten en de Sierra Nevada in het zuiden. Deze
bergketens houden aanlandige wind en regenwolken tegen. Hierdoor valt er in het binnenland
weinig regen. En het binnenland van Spanje is een hoogvlakte. Het ligt een flink stuk boven de
zeespiegel. Hoe hoger je komt, hoe kouder de lucht wordt. Ook daardoor kan het ’s winters
flink vriezen.
Vraag:
1. Wat vind je nu van de opvatting dat het in Nederland altijd regent en het in Spanje vooral ’s
zomers altijd mooi weer is?
Stap 4
Pagina 7
Weerberichten vmbo-kgt34
Extra opgaven Weer en klimaat
Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint,
maak je eerst de volgende toets.
Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden.
Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is.
Weerberichten
kn.nu/zsjli
1 van 8
Vink hieronder de weerselementen aan die samen het weer bepalen.
Meerdere antwoorden goed.
a. de hoeveelheid neerslag
b. de hoeveelheid wind
c. de temperatuur
d. de luchtdruk
e. de bewolking
2 van 8
a. een barometer
b. een regenmeter
c. een thermometer
d. een windmeter
3 van 8
Pagina 8
Weerberichten vmbo-kgt34
Bekijk het klimaatdiagram.
Het klimaatdiagram is van
a. een stad in Nederland.
b. een stad aan de kust in Spanje.
c. een stad in het bnnenland van Spanje.
4 van 8
Er zijn duidelijke verschillen tussen het weer in Spanje en het weer in Nederland.
De verschillen worden onder andere veroorzaakt door de invloed van de zee en de
hoogteverschillen.
Waar of niet waar?
I In het binnenland van Spanje is weinig of niet te merken van de invloed van de zee.
II Het binnenland van Spanje ligt op zeeniveau daardoor vriest het ’s winters vaak.
a. I en II zijn beide waar.
b. I is waar, II is niet waar.
c. I is niet waar, II is waar.
d. I en II zijn beide niet waar.
5 van 8
De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling die in het zonlicht de aarde bereikt.
De zonkracht wordt vaak aangegeven met een getal tussen de 1 en de 10.
Bij een zonkracht van 1 à 2 verbrandt de huid bijna niet. Bij een zonkracht van 9 à 10 verbrandt
de huis zeer snel.
Waar of niet waar?
I Of je snel of minder snel verbrandt, hangt af van je huidtype.
II De zonkracht is grootst op het midden van de dag.
Pagina 9
Weerberichten vmbo-kgt34
a. I en II zijn beide waar.
b. I is waar, II is niet waar.
c. I is niet waar, II is waar.
d. I en II zijn beide niet waar.
6 van 8
In Nederland is het in het zuiden en het oosten vaak
iets warmer dan in het noorden en westen.
Maar de verschillen in temperatuur zijn in Nederland vaak veel minder groot dan de
temperatuurverschillen in Spanje.
Waar tref je in Spanje meestal de laagste temperaturen aan?
a. In een stad als La Coruna aan de Atlantische Oceaan.
b. In een stad als Madrid in het midden van Spanje.
c. In een stad als Malaga aan de Middellandse zee.
7 van 8
Dat er in Spanje ook grote verschillen zijn tussen
gebieden als het gaat om de hoeveelheid regen blijkt wel uit de benamingen het groene of natte
Spanje tegenover het droge Spanje.
Bekijk het kaartje.
Pagina 10
Weerberichten vmbo-kgt34
Vink de plaatsen aan die in het groene of natte Spanje liggen.
a. La Coruna
b. Càdiz
c. Almeria
d. Valencia
e. San Sebastian
8 van 8
Welke twee van de volgende verschijnselen kom je vooral tegen in het zuiden van Spanje.
a. droge rivieren
b. overstromingen
c. verwoestijning
d. orkanen
Stap 5
Eindopdracht
Je hebt inmiddels een heleboel informatie over het weer in Spanje en Nederland. Nu maak je met
behulp van die informatie een weersverwachting voor morgen.
Vertel in die weersverwachting iets over de vijf kenmerken van het weer. Geef ook aan of het weer
overal in Nederland of Spanje hetzelfde zal zijn of juist niet. Licht je weersverwachting toe met een
weerkaart van Nederland of Spanje.
Wat je allemaal weer kunt geven op de weerkaart laat de afbeelding in Stap 2 zien.
Kijk ook op het weerkaartje van de weersverwachting. Spreek af wie de tekst van de
weersverwachting schrijft en wie de weerkaart maakt.
Standaard weerssituatie I: Lagedrukgebied nadert Nederland vanuit het westen.
Standaard weerssituatie II: Lagedrukgebied nadert Spanje vanuit het westen in de winter.
Standaard weerssituatie III: Hogedrukgebied ligt vlakbij Nederland in de winter.
Standaard weerssituatie IV: Hogedrukgebied ligt vlakbij Nederland in de zomer.
Pagina 11
Weerberichten vmbo-kgt34
Standaard weerssituatie V: Hogedrukgebied ligt vlakbij Spanje in de zomer.
Blaco kaart Nederland:
Blanco kaart Spanje:
Klaar? Laat de weersverwachting beoordelen door jullie docent.
www.lvoorl.nl
Pagina 12
Weerberichten vmbo-kgt34
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn
gemaakt.
Hieronder een video die goed past bij deze opdracht.
Bekijk de video.
Hoe ontstaat wind?
Pagina 13
Weerberichten vmbo-kgt34
Over dit lesmateriaal
Colofon
Auteur
VO-content
Laatst gewijzigd
21 November 2016 om 09:07
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons
Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de
voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk
medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken
te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Leerniveau
VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO
theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO
gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
Leerinhoud en
Weer; Systeem aarde; Aardrijkskunde; Klimaat;
doelen
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad gemiddeld
Studiebelasting
2 uur en 0 minuten
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
content, VO. (z.d.). Extra opgaven vmbo-kgt34.
http://maken.wikiwijs.nl/90910/Extra_opgaven_vmbo_kgt34
Pagina 14
Weerberichten vmbo-kgt34