Genesis 50 24 - Toen hij zijn einde voelde naderen

Download Report

Transcript Genesis 50 24 - Toen hij zijn einde voelde naderen

20 november 2016
Gedachtenisdienst
op de laatste zondag van het kerkelijk jaar
Gereformeerde Kerk Wierden
Aanvang: 9:30 uur
Voorganger: ds. Pieter Dekker
Organist: dhr. Gerrit Spijkerboer
1
Zoals in elke kerkdienst brandt ook op deze zondag de
Paaskaars, symbool van het feit dat onze Here Jezus
Christus opgestaan is uit de dood.
Daarna is Hij naar de hemel gegaan. De kerk belijdt dat Hij
van daar terug zal komen met heerlijkheid om te oordelen
de levenden en de doden. Zijn Rijk zal geen einde hebben,
want de macht van zonde en dood zal dan definitief
overwonnen zijn.
De laatste zondag van het kerkelijk jaar staat in het teken
van gelovig uitzien naar die grootse toekomst. De kleur
van het tafel- en kanselkleed is daarom wit. Dat is de
feestkleur van Pasen, van overwinning op de donkere
dood.
Verlangend naar Gods toekomst gedenken wij in deze
dienst allen, die ons in het afgelopen kerkelijk jaar door de
dood zijn ontvallen. Wij noemen hun naam met liefde, bij
het doopvont, het teken van Gods trouwe liefde. Bij het
noemen van hun naam ontsteken wij een kaars. Teken van
onze hoop, dat zij door de dood heen het eeuwige leven
genieten, en van het geloof dat zij ons door de dood heen
voorgaan naar Christus’ grootse toekomst.
God, onze Vader,
van U zijn de eeuwen en de tijden,
de dagen en de nachten.
Laat niet toe dat wij leven
alsof wij niets meer te verwachten hebben.
Wek in ons hart de heilzame onrust
omwille van het uur
waarop Uw Zoon zal wederkomen,
Jezus Christus, onze Heer.
(Nieuwe Liedboek blz. 1256)
2
Genesis 50:24 – Toen hij zijn einde voelde naderen, zei hij:
God zal naar je omzien
Schuingedrukte tekst hoeft niet op de beamer
Orgelspel
Welkom en mededelingen door de ouderling van dienst
Aanvangslied: Psalm 8:1,3,6 (staande)
1. HEER, onze Heer, hoe heerlijk en verheven
hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven machtige God, Gij die uw majesteit
ten hemel over ons hebt uitgebreid.
3. Aanschouw ik 's nachts het kunstwerk van uw handen,
de maan, de duizend sterren die daar branden,
wat is de mens, dat Gij aan hem gedenkt,
het mensenkind, dat Gij hem aandacht schenkt?
6. HEER, onze Heer, hoe heerlijk en verheven
hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven.
Heer, onze God, hoe vol van majesteit
hebt Gij uw naam op aarde uitgebreid.
Stil gebed, bemoediging en groet (staande)
Luisterlied: NLB 861:1,2,3 (http://youtu.be/nVirTs3o0mc)
1. Hoe kan ik verder leven, hoe moet ik verder gaan.
Kan ik ooit vergeven, wat mij is aangedaan.
De wonden in mijn ziel, de haat en bitterheid,
lijken niet te helen niet door woorden, niet door tijd.
Refrein:
Maar als er vergeving is, kan er genezing zijn,
van de pijn en het verdriet diep van binnen.
Als er vergeving is, kan er genezing zijn,
en de weg van herstel kan beginnen.
2. O God, ik heb U nodig, Ik kan het zelf niet.
Ik lijk haast te verstikken, in angst en in verdriet.
Hoe kan ik ooit vergeven, zoals U mij vergeeft,
dwars door alles heen wat mij beschadigd heeft. Refrein:
3. Geef mij de kracht van Uw liefde om verder te gaan,
ook al zal er een litteken blijven bestaan.
Want is Uw liefde niet sterker dan de dood,
en Uw vergeving niet dieper dan mijn nood? Refrein:
Vergeving, vrijspraak en kwijtschelding van al je zonde is er voor ieder die zijn zonde
belijdt bij de almachtig barmhartige God, vanwege het verzoenend sterven en de
overwinning op de macht van zonde en dood door Jezus Christus. Amen.
3
Als leefregel: Twee van de tien geboden gaan over de woorden van onze mond: Gij
zult de Naam van de Here uw God niet ijdel gebruiken, want de Here zal niet
onschuldig houden wie Zijn Naam ijdel gebruikt; en: Gij zult geen vals getuigenis
spreken tegen uw naaste. Daarom voor vandaag dit gedicht:
OMZIEN NAAR ELKAAR (Fedde Nicolai)
Kommer maakt een mens neerslachtig
Een hartelijk woord doet een mens goed
Een vriendelijk gebaar geeft weer moed
Meeleven met elkaar is altijd prachtig.
Het is heel goed om elkaar blij te maken
Het leven is al vaak zo koud en kil
Genegenheid is voor ieders bestwil
Harde woorden kunnen leed veroorzaken.
Jezus gebruikte goede woorden indertijd
Moge dit voor ons ter navolging zijn
En dienen in ons leven als richtlijn
Laten we dat dan doen in bescheidenheid..
(Onder aan het gedicht staat: Uit het boek Spreuken. Dat is Spr.12:25 Kommer in het
hart van de mens buigt het neder, maar een goed woord verblijdt het)
Lied: Psalm 40:3,7
3. Het is geen offervuur wat U behaagt,
Gij wilt, Heer, dat ik naar U hoor
en zelf ontsluit Gij mij het oor:
Gij hebt alleen gehoorzaamheid gevraagd.
Mijn God, ik draag uw wetten,
om op uw wil te letten,
gedurig bij mij om.
Het boek schrijft over mij.
Gij hoordet hoe ik zei:
'O Here, zie, ik kom!'
7. Laat wie uw heil beminnen hier en nu
in U verheugd zijn, U ter eer
uitroepen: groot is onze HEER!
Laat wie U zoeken jubelen in U!
Al leef ik in ellende,
de Here zal het wenden,
de Heer ziet naar mij om.
Gij die mijn helper zijt,
mijn God die mij bevrijdt,
o toef niet langer, kom!
Gebed om de Heilige Geest
4
Schriftlezing: Genesis 50:22 Jozef bleef in Egypte wonen, met zijn hele familie. Hij
werd honderdtien jaar. 23 Hij zag Efraïms kleinkinderen nog, en ook de geboorte van
de kinderen van Machir, de zoon van Manasse, maakte hij nog mee. 24 Toen hij zijn
einde voelde naderen, zei hij tegen zijn broers: ‘God zal: (St.V.) u gewisselijk
bezoeken / (NBG '51 + HSV) zeker naar jullie omzien / (WV) Zijn macht tonen / (Het
Boek) zeker komen / (NBV) Zich jullie lot aantrekken / (BGT) voor jullie zorgen
(Ex.4:31; Ruth 1:6; Ps.8:5): Hij zal jullie uit dit land wegleiden en je naar het land
brengen dat Hij onder ede aan Abraham, Izaäk en Jacob heeft beloofd. 25 Zweer me
dat jullie, wanneer God Zich jullie lot aantrekt, mijn lichaam van hier zullen
meenemen.’ 26 Jozef stierf toen hij honderdtien jaar was. Hij werd gebalsemd en in
een sarcofaag gelegd, in Egypte.
Hebreeën 11:22 Door zijn geloof sprak Jozef aan het eind van zijn leven al over de
uittocht van het volk van Israël en gaf hij opdracht zijn gebeente dan mee te nemen.
… 13 Zij allen (Abel, Henoch, Noach, Abraham en Sara zijn genoemd, ook naar het
sterfbed van Izaäk en van Jacob is verwezen) zijn in geloof gestorven; wat hun
beloofd was zagen ze geen werkelijkheid worden, ze hebben slechts een glimp ervan
begroet, en ze zeiden van zichzelf dat zij op aarde leefden als vreemdelingen en
gasten. 14 Door zo te spreken lieten ze blijken op doorreis te zijn naar een vaderland.
15 En daarmee bedoelden ze niet het vaderland waaruit ze weggetrokken waren,
anders waren ze daarheen wel teruggekeerd. 16 Nee, ze keken reikhalzend uit naar
een beter vaderland: het hemelse. Daarom schaamt God zich er niet voor hun God
genoemd te worden en heeft hij voor hen een stad gereedgemaakt.
Lied: NLB 654:4,6
4. Maar God heeft naar ons omgezien!
Wij, in de nacht verdwaalden, hoe zou het ons vergaan, indien
Hij ons niet achterhaalde,
indien niet in de duisternis
het licht dat Jezus Christus is
gelijk de morgen straalde.
6. Zingt dan de Heer, stemt allen in
met ons die God lof geven:
Hij schiep ons voor een nieuw begin,
hoeveel wij ook misdreven.
Hij riep ons uit de nacht in 't licht
van zijn genadig aangezicht.
In Christus is ons leven!
5
Preek
Lied: NLB 608:2,3
2. De ballingen keren. / Zij keren met blinkende schoven.
Die gingen in rouw / tot aan de einden der aarde,
één voor één, en voorgoed, / die keren in stoeten.
Als beken vol water, / als beken vol toesnellend water,
schietend omlaag van de bergen,
als lachen en juichen. / Die zaaiden in tranen,
die keren met lachen en juichen.
3. De dode zal leven. / De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan / en onder stenen bedolven:
dode, dode, sta op, / het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken, / een stem zal ons roepen: Ik open
hemel en aarde en afgrond
en wij zullen horen / en wij zullen opstaan
en lachen en juichen en leven.
Als de kinderen terug zijn: https://www.youtube.com/watch?v=5X4udUlOiRo
Zelfs als je geen bijbel had
vertelden de bomen jou wel dat
er een God in de hemel leeft
die veel om je geeft
Zelfs als er geen kerk bestond
vertelden de bloemen op de grond
dat ze niet zomaar zijn geplant
maar door de Heer Zijn hand
Toch spreken ze geen woord
het is een stille taal
die overal wordt gehoord
't Is voor ons allemaal
de stem van Gods majesteit
dit doorklinkt tot in eeuwigheid
Al was er geen christelijk lied
vertelt ons wel elk natuurgebied
van de wondere scheppingspracht
die God heeft bedacht
Gedachtenismoment
Het ‘Boek van nieuw leven’ wordt door de ouderling van dienst geopend op de tafel
gelegd. De voorganger leest: GEBED OM TROOST (Jaap Zijlstra; NLB blz. 1488)
Heer, mijn hart / is ziek van verdriet,
die mij lief was / is dood,
er is een leegte / waar geen taal voor is,
mijn woorden / strompelen naar U toe,
6
mijn gedachten struikelen,
God, vang mij op, / ik ben zo radeloos moe.
Nu ik weet wat verdriet is, / laat mij ook weten
wat troost is. / Het is zo donker,
toon Uw gezicht, / laat mij het licht
van Uw ogen zien.
De ouderling van dienst steekt tijdens het noemen van elke naam een kaars aan
De voorganger leest de namen voor
28 november 2015 – Albert Schutten 71 jaar
11 februari 2016 – An(neke Aurelia Kornelia) Veldman-Terpstra 63 jaar
9 maart 2016 – Jan Kremer 95 jaar
16 maart 2016 – (Johan Gerrit Jan) John de Jong 49 jaar
16 maart 2016 – (Jan Willem) Wim Pluimers 70 jaar
7 juni 2016 – Roel Hagedoorn 76 jaar
Lied: Joh. de Heer no.53:1
1. Ga niet alleen door 't leven, Die last is u te zwaar.
Laat Een u sterkte geven, Ga tot uw Middelaar!
Daar is zoveel te klagen, Daar is zoveel geween,
en zoveel leed te dragen, Ga niet alleen!
En zoveel leed te dragen, Ga niet alleen!
1 juli 2016 – (Johan Cornelis) Joop Prins 80 jaar
19 juli 2016 – Derkjen Bos-Vorkink 78 jaar
5 augustus 2016 – Hendrikjen Langkamp-Veldhuis 85 jaar
23 augustus 2016 – Eeltje Straatsma 91 jaar
20 september 2016 – Maria Roelfina Kobes-Dasselaar 86 jaar
Als laatste zal een kaars worden aangestoken
voor állen die wij in de loop van de tijd, uit handen moesten geven.
Lied: Joh. de Heer no. 53:2
2. Ga niet alleen; uw Koning wil komen in uw hart.
Ach geef het Hem ter woning, hoe stilt Hij dan uw smart!
Wie kan er tranen drogen, als Jezus? Immers geen!
Richt dan de treurend' ogen, naar Jezus heen!
Richt dan de treurend' ogen, naar Jezus heen!
Gemeenteleden die iemand verloren hebben, die niet genoemd werd, maar
aan wie zij nu wel denken, en die graag een kaars aan zouden willen steken,
zijn welkom nu naar voren te komen en dit te doen. Ondertussen zingt de
gemeente, totdat iedereen weer zit:
Lied: NLB 598
Als alles duister is,
ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft,
vuur dat nooit meer dooft.
7
De gemeente gaat staan. De voorganger leest uit het ‘Boek van nieuw leven’:
Koester de namen / die wij gedenken
dat zij geborgen zijn / in Uw genade
dat zij gekend zijn / bij U en bij ons.
Laat de zon van uw aangezicht / over ons opgaan,
zegen ons allen met het licht van uw ogen.
De ouderling van dienst legt nu het ‘Boek van nieuw leven’ terug op de standaard op
het liturgisch centrum, waar het rond elke kerkdienst in te zien is.
De gemeente gaat weer zitten.
Gebed
Collecte (de kinderen kunnen uit de oppas gehaald worden)
Slotlied: NLB 968:1,5
1. De ware kerk des Heren,
in Hem alleen gegrond,
geschapen Hem ter ere,
de bruid van zijn verbond,
dankt aan zijn dood het leven.
Hij is haar Bruidegom.
Want God, zo staat geschreven,
zag naar zijn dienstmaagd om.
5. Met God zijn wij verbonden,
met Vader, Zoon en Geest,
met alwie overwonnen,
alwie zijn trouw geweest.
Bewijs ons uw genade,
dan zingen wij bevrijd
de glorie van uw daden,
in tijd en eeuwigheid.
Zegen
8