Het ABN AMRO Paviljoen

Download Report

Transcript Het ABN AMRO Paviljoen

Versie 1.0

Inhoud

1. Project............................................................................................................................................................. 3 1.1 Aanleiding ......................................................................................................................................... ……..3 1.2 Het gebouw ...................................................................................................................................... ……...3 1.3 Visie ............................................................................................................................................................... 3 1.4 Circulair ............................................................................................................................................. ……..3 2. Ruimtelijke gebouwspecificaties ................................................................................................................ 4 2.1 Gebouw ............................................................................................................................................ ………4 2.2 Ruimte & functies ............................................................................................................................. ……..4 2.3 Overig................................................................................................................................................ ………4 3. Verbruiksspecificaties ................................................................................................................................. .5 4. BREEAM‐ambitie ......................................................................................................................................... ..5 5. Duurzaamheidsmaatregelen ....................................................................................................................... 5 5.1 Bouwkundig ...................................................................................................................................... ……...6 5.2 Installatietechniek ....................................................................................................................................... 6 6. Proces & organisatie .................................................................................................................................... 9 6.1 Projectteam .................................................................................................................................................. 9 7. Kosten‐baten analyse ................................................................................................................................. ..9 8. Tips voor BREEAM‐projecten .................................................................................................................... 10 8.1 Procesinrichting ......................................................................................................................................... 10 8.2 Benaderingswijze BREEAM‐NL ........................................................................................................ …..10 1

1. Project

1.1 Aanleiding Als gevolg van de toegenomen druk op de beschikbare ruimte in het hoofdkantoor is een groeiend tekort ontstaan aan vergaderfaciliteiten, teamruimtes, (flex‐)werkplekken, lunchvoorzieningen en ontmoetingsplaatsen. Naast de vraag naar een hoger aantal vergaderkamers bestaat er vooral behoefte aan grotere vergaderkamers (ca. 20‐50 personen). 1.2 Het gebouw Het Paviljoen voorziet in deze behoefte aan extra ruimte inclusief restauratie. Ondergronds biedt het de mogelijkheid om een conferentiecentrum (ca. 1.800 m2) te realiseren met vergaderzalen, flex‐ /aanlandwerkplekken en teamruimtes. Afhankelijk van de indeling biedt dit conferentiecentrum voldoende ruimte voor ca. 300 fte. De begane grond (1.040 m2) krijgt een openbaar karakter: een bar/ brasserie als informele ontmoetingsplaats voor zowel medewerkers als externe gasten en passanten. Zij kunnen daar werken, koffiedrinken en lunchen. De bar / brasserie zal zich onderscheiden van andere horecagelegenheden in de directe omgeving. Het andere gedeelte kan worden ingericht als ‘thirdworkplace’ gebied met open en semi‐open werkplekken, waar medewerkers van de bank en andere (al of niet aan de bank gelieerde) partijen, zelfstandig of in samenwerking, gebruik van kunnen maken. Op het dak wordt een groene ruimte gerealiseerd waar men kan wandelen en verblijven in een omgeving die rust uitstraalt. Ook hier is een aangepaste horecagelegenheid voorzien. Het dak zal openbaar gebied zijn. 1.3 Visie ABN AMRO wil mee bouwen aan de toekomst, maatschappelijk betrokken zijn en kijkt daarom met een zo breed mogelijke blik naar de wereld. Hiermee bieden we een platform aan waar we met elkaar in gesprek kunnen gaan, kennis en ideeën uit kunnen wisselen en elkaar kunnen inspireren rondom maatschappelijke thema’s. Het Paviljoen is daarmee een afspiegeling van de maatschappelijke rol die de bank speelt, en heeft gespeeld. Een bijzondere plek waar we willen verbinden en ontmoeten. Het Paviljoen krijgt daarom een met zorg samengestelde circulaire, inspirerende en verbindende omgeving met een maatschappelijke functie. Met onder andere een openbare daktuin en horecagelegenheid is het doel om een zakelijke, culturele en maatschappelijke plek te creëren die dankzij de informele sfeer uitnodigt om binnen te lopen. Het wordt bij uitstek dé openbare plek om naar elkaars verhaal te luisteren en elkaar te inspireren. Een living lab met programmering waar van alles gebeurt op het gebied van circulariteit, economie, innovaties, maatschappij, cultuur enzovoort. Een omgeving waar je gemakkelijk samenkomt, gelijke verhoudingen voorop staan en die spontane ontmoetingen stimuleert. 1.4 Circulair Het ABN AMRO Paviljoen vormt een voorbeeld voor de circulaire gebouwen van de toekomst. Het Paviljoen is een ‘living lab’ dat zich gedurende zijn levensduur continue kan aanpassen aan de veranderingen vanuit het gebruik, zijn omgeving en de laatste stand der techniek. Op deze manier vormt het gebouw een flexibel platform waarin de ideeën, concepten en strategieën van morgen kunnen worden verkend en ontwikkeld. Circulariteit streeft er naar om de impact van het gebouw op de natuurlijke wereld die het vervangt zo klein mogelijk te maken. Om dit te bereiken faciliteert het ontwerp de meest hoogwaardig mogelijke herbruikbaarheid van het object, producten en grondstoffen en minimaliseert zo zijn huidige en toekomstige footprint. Om dit doel te bereiken, maakt het Paviljoen optimaal gebruik van zijn omgeving zonder daarmee zijn eigen flexibiliteit, zelfstandigheid en circulariteit te verliezen. In het Paviljoen ervaart de gebruiker het circulaire karakter en beleeft hij de interactie tussen het gebouw en het klimaat, de samenleving en de techniek. 2

2. Ruimtelijke gebouwspecificaties

Het ABN AMRO Paviljoen kenmerkt zich door de onderstaande gebouwspecificaties.

2.1 Gebouw Bruto vloeroppervlak (BVO) 3.390 m²

Kelder 1.784 m² Tussenvloer 126 m2 Begane grond 1.042 m² Mezzanine 161 m2 Eerste verdieping 275 m²

Aantal bouwlagen 3 st. Bruto inhoud 18.000 m3 2.2 Ruimte & functies Gebruiksfuncties Bijeenkomst

3.305 m²

Lichte industrie (bedrijfskeuken)

85 m²

Verblijfsoppervlak 2.538 m² Gebruiksoppervlak 3.016 m2 Verkeersruimten Opslagruimte 100 724 m2 m2 Technische ruimte (kelder) 120 m2 2.3 Overig Omvang Terrein 1.750 m2 Bebouwd Oppervlak 1.326 m2 Gebouwd parkeeroppervlak 0 m2 Fundatie oppervlak 1.750 m2 Geveloppervlak 2.040 m2 Dakoppervlak 2.005 m2 Percentage terrein voor gebruik (lokale) gemeenschap 79 % Percentage gebouw voor gebruik (lokale) gemeenschap 47 % Het ABN AMRO Paviljoen – Casestudy Pagina 5 van 10 3. Verbruiksspecificaties Het ABN AMRO Paviljoen zal zich na realisatie kenmerken door onderstaande verbruiksspecificaties: Verwacht energieverbruik (per m² BVO/per jaar) 58,0 kWh Verwacht verbruik fossiele brandstoffen (per /m² BVO/per jaar) 26,7 kWh Verwacht verbruik van hernieuwbare energiebronnen 65 % Verwacht waterverbruik in (m³/persoon/jaar) 5 m³ Verwacht % waterverbruik betrokken uit hemelwater/grijs water 40 % 4. BREEAM-ambitie De transitie naar een circulaire en inclusieve economie is de overkoepelende doelstelling van het project. De afwegingen die gemaakt worden binnen het proces worden voortdurend aan deze doelstelling getoetst. Parallel aan de doelstellingen vanuit circulariteit wordt het gedachtengoed van de BREEAM‐certificering nagestreefd. Dat betekent dat BREEAM‐NL onderdeel wordt gemaakt van de afwegingen die op de diverse onderwerpen moeten worden gemaakt. ABN AMRO heeft er voor gekozen om het Paviljoen te laten certificeren volgens BREEAM‐NL Nieuwbouw en Renovatie 2014 versie 1.01, waarbij de ambitie is uitgesproken om minimaal de kwalificatie ‘Excellent’ te realiseren. Hierbij geldt dat te allen tijden de mogelijkheden onderzocht zullen worden om het uiteindelijke resultaat verder op te kunnen schroeven. 3

EXCELLENT

Figuur 1. Minimale BREEAM‐ambitie ABN AMRO Paviljoen.

5. Duurzaamheidsmaatregelen

Om te komen tot de gewenste circulaire, inspirerende en verbindende omgeving die door het Paviljoen geboden dient te worden is een breed scala aan duurzame maatregelen en voorzieningen getroffen. Een beeld van deze maatregelen wordt onderstaand omschreven. 5.1 Bouwkundig    Draagconstructie Om de duurzame ambities en duurzame uitstraling te kunnen beantwoorden, is de hoofddraagconstructie van het Paviljoen uitgevoerd in een hybride constructie van vuren en larikshout. Flexibiliteit Om een optimale gebouwflexibiliteit te kunnen garanderen zijn de onderstaande maatregelen getroffen: o Draagstructuur van houten kolommen en liggers die, voor zover mogelijk, demontabel is gedimensioneerd; o Scheiding tussen draagconstructie en indelingselementen; o Scheiding tussen draagconstructie en thermische schil.   Circulair Het Paviljoen wordt, met behulp van marktpartijen, voorzien van een zo circulair mogelijk samenstelling van materialen en constructies. Groendak/daktuin Het platte dak van het Paviljoen ter hoogte van de 1e verdieping wordt uitgevoerd als een openbaar toegankelijke daktuin. Middels deze voorziening wordt duurzaamheid voorzien op zowel sociaal als bouwkundig gebied. Open en transparant In aansluiting op de verbindende rol die ABN AMRO op zich neemt is het Paviljoen opgezet vanuit een open en transparante structuur. Enerzijds draagt die bij aan de toegankelijkheid van het gebouw en de sociale veiligheid op het Mahlerplein. Anderzijds zorgen de hoge glaspuien voor de inval van voldoende daglicht in het pand. 5.2 Installatietechniek Binnen de kaders van het geselecteerde installatieconcept is het de ambitie om op alle disciplines gebruik te maken van de laatste stand der techniek.  Horizontale Bodemwarmtewisselaar Onder de constructieve keldervloer worden slangen in de grond opgenomen. In de zomersituatie wordt het, door het gebouw opgewarmde, water door de slangen gevoerd en door de relatief constante grondtemperatuur gekoeld. In de wintersituatie wordt er in de grond warmte toegevoegd aan het water dat in het gebouw kan worden afgegeven. (Het betreft nadrukkelijk een bodemwisselaar en geen bodemopslag.) 4

Figuur 2. Principetekening van een horizontale bodemwisselaar  Verticale bodemwarmtewisselaar Het principe van de verticale bodemwisselaar is vergelijkbaar met de horizontale wisselaar. Bij het Paviljoen worden er vanaf maaiveldniveau sondes in de grond geboord ten westen van het Paviljoen aan de rand van het Gustav Mahlerplein. Door de grotere diepte kan meer warmte Het ABN AMRO Paviljoen – Casestudy Pagina 7 van 10 en koude worden onttrokken. De verticale wisselaar wordt voor het Paviljoen gebruikt om de piekvragen af te dekken.   De begane grondvloer en verdiepingsvloer zijn uitgevoerd in hout en hebben (in vergelijking met beton) zeer weinig massa. Om te voorkomen dat er geluidsoverlast ontstaat op moment dat er op de verdiepingsvloeren wordt gelopen, wordt er een pakket zand in de houten vloer opgenomen, zodat er massa en geluidsabsorptie ontstaat. Een uiterst circulaire toepassing. Zand in de vloer voor geluidsabsorptie PCM in de vloer voor koeling en verwarming Phase Changing Material (PCM) is een materiaal dat in staat is om op een vooraf bepaalde temperatuur van fase te veranderen (vloeibaar of vast). Vergelijkbaar zijn de koelelementen van ijs in een koelbox, dat is een PCM met een smelttemperatuur van 0°C). Tijdens deze faseovergang kan het materiaal warmte of koude afstaan aan zijn omgeving. Het PCM in de begane grondvloer en de verdiepingsvloer van het Paviljoen zorgt ervoor dat bij een binnentemperatuur boven bijvoorbeeld 22°C het PCM gaat smelten en zijn koude afgeeft aan de ruimte waardoor minder koelvermogen in de luchtbehandeling noodzakelijk is. Het aanvullende koelvermogen wordt op de relatief conventionele wijze door middel van de ventilatie overgebracht. Nadat het PCM is gesmolten en zijn volledige koude heeft afgegeven aan de ruimte wordt het materiaal met behulp van watervoerende leidingen weer gekoeld waardoor het stolt en weer gebruikt kan worden. De watervoerende leidingen zijn aangesloten op de bodemwisselaars. Daarnaast zorgt het op natuurlijke wijze ventileren van het gebouw in de zomernacht voor het laden van het PCM. In de begane grondvloer en verdiepingsvloer wordt PCM verwerkt. 5

Figuur 3. Vloeropbouw met zand, kokosvilt, vloerkoeling, PCM en houten afwerklaag  PCM voor warmtebuffering Vergelijkbaar met de wijze waarop het PCM in de vloer warmte kan absorberen en koude kan afgeven, wordt het toegepast in buffers in de techniekruimte. Deze in omvang relatief kleine buffers krijgen door het toevoegen van PCM een grotere massa en kunnen daarmee warmte bufferen. In het geval dat de zonnepanelen meer energie opwekken dan er energie benodigd is (bijvoorbeeld in de weekenden), kan deze energie opgeslagen worden in de PCM buffer. Zodra er weer vraag is naar energie kan de buffer deze afgeven. Hiermee kunnen de pieken van energievraag en energielevering op elkaar worden afgestemd.  Hybride ventilatie Hybride ventilatie wil zeggen dat er gecombineerd gebruik gemaakt wordt van luchttoevoer van behandelde buitenlucht door middel van een luchtbehandelingskast én natuurlijke ventilatie. Voornamelijk in de zomersituatie wordt er bij hogere buitentemperaturen gebruik gemaakt van natuurlijke ventilatie door het openen van ramen en deuren op de begane grond en het theehuis. Dit maakt het mogelijk om een compacte luchtbehandelingskast toe te passen en daarmee beperkt energie te gebruiken. In het souterrain, waar vooral vergaderruimtes gesitueerd zijn, wordt de ventilatie gestuurd op basis van CO2.   De energie die het gebouw nodig heeft wordt zoveel mogelijk duurzaam opgewekt. Een belangrijk onderdeel van deze opwekking is het gebruik van PV‐panelen. Zowel op het dak van het theehuis als langs de gevelranden worden panelen geplaatst.  C02 uit vergaderzalen voor de kas De aanwezige personen in de vergaderruimtes produceren CO2. De warme, ‘vuile’ lucht met CO2 wordt via de centrale hal in het souterrain door de schoorsteenwerking afgevoerd door de vides naar het dak waar de aanwezige planten in ‘de kas’ gebruik maken van de CO2 rijke lucht. Zonnepanelen voor lokale duurzame opwekking Gelijkspanning Wisselspanning (AC) is wereldwijd de standaard en vanuit historie handiger om grote vermogens te transporteren. Met de huidige vermogenselektronica is dit echter achterhaald. Zéér veel apparatuur werkt momenteel op gelijkspanning (DC) (LED verlichting, laptops, 6

telefoons, monitoren, zonnepanelen etc.) Al deze apparatuur is in de huidige situatie voorzien van een trafo om van de wisselspanning, die wordt aangeboden door het net, gelijkspanning te maken. Er is voor gekozen om binnen het Paviljoen gelijkspanning aan te bieden zodat al deze trafo’s en omvormers (met bijbehorend energieverlies) overbodig zijn. Binnen het Paviljoen zijn geen stopcontacten met wisselspanning aanwezig, maar USB‐C aansluitingen met gelijkspanning. Aanvullend kan er met een DC‐net een smart‐grid gerealiseerd worden waarmee energiestromen gestuurd kunnen worden. De keuze voor het DC netwerk is tot stand gekomen met behulp van een afwegingsmatrix zoals opgenomen in de bijlage. Er is in Nederland nog geen utiliteitsgebouw dat volledig op gelijkspanning werkt. Voor specifieke apparatuur zoals de keuken zal er deels wisselspanning aangebracht worden.  Techniek zichtbaar De techniek in het Paviljoen wordt zoveel mogelijk in het zicht gelaten. Installaties, leidingwerk, kabelgoten, vloeropbouw etc. wordt zichtbaar gemaakt. Enerzijds vanuit de circulaire benadering dat het onnodig is om materialen toe te voegen die de installaties moeten verbergen, anderzijds om voor de gebruikers en bezoekers inzichtelijk te maken hoe het gebouw functioneert.  Ecologische daktuin en kas met waterberging in de tuin Op het dak van het Paviljoen wordt een daktuin gerealiseerd. Deze daktuin in combinatie met de tuin tussen het Paviljoen en het hoofdkantoor zorgt voor de waterberging van het hemelwater. Er wordt nog onderzocht of een deel van de daktuin ingezet kan worden als energiedak ten behoeve van de regeneratie van de koude‐ en warmte behoefte.  Grijswatercircuit voor toiletten Voor de toiletten van het Paviljoen wordt onderzocht of er gebruik gemaakt kan worden van een grijswatercircuit om te voorkomen dat er onnodig drinkwater toegepast wordt. Een alternatief dat nog wordt onderzocht is het gebruik van vacuüm toiletten die geen gebruik maken van water. De integrale afweging zal uiteindelijk bepalend zijn bij de keuze die voor dit onderwerp gemaakt zal worden. etc.  Kleinschalige, innovatieve LAB‐toepassingen Het Paviljoen heeft een functie als Living LAB waar tijdens zijn levensduur diverse innovatie toegepast en getest kunnen worden. Voorbeelden die nog worden onderzocht zijn elektriciteitsopwekkende planten, energieopwekkende vloertegels, algen biomassa systeem

6. Proces & organisatie

Het ontwerpen van een circulair gebouw vraagt vanaf het directe begin aandacht voor dit specifieke onderwerp. Een circulair bouwproces is radicaal anders dan een ‘traditioneel’ lineaire bouwproces. Circulariteit gaat uit van een levenscyclus benadering waarbij bijvoorbeeld wordt ontworpen zodat het gebouw kan worden opgebouwd uit demontabele elementen. Deze (veelal geprefabriceerde) elementen zijn opgebouwd uit grondstoffen die hernieuwbaar zijn, gerecycled kunnen worden en vanuit duurzaam oogpunt niet toxisch zijn. Door deze circulaire benadering is het noodzakelijk om het ontwerpproces structureel anders in te vullen. Zo worden er binnen het proces werkgroepen gehanteerd waarbinnen per discipline verdiepingsslagen worden gemaakt. De vorderingen binnen de verschillende werkgroepen worden integraal vastgelegd en doorgevoerd op basis van de besluiten die genomen worden in de zogenaamde ‘raakvlakoverleggen’, waarin door iedere werkgroep vertegenwoordigers worden afgevaardigd. Op deze wijze wordt zowel de verbreding van het gezichtsveld als de verdieping van het kwaliteitsniveau versterkt binnen het proces. 6.1 Projectteam 7

Aan de bovengenoemde proces‐ en organisatiestructuur wordt gedurende het project invulling gegeven door het onderstaande projectteam: Opdrachtgever ABN AMRO Bank NV Projectmanagement TRAJECT Adviseurs & Managers BV Architect de Architekten Cie. b.v. Aannemer BAM Bouw & Techniek Duurzaamheid TRAJECT Adviseurs & Managers BV Bouwfysisch adviseur DGMR Installatie concept Boonstoppel Engineering Circulariteit TU Delft

7. Kosten-baten analyse

    Duurzaamheid; Esthetica; Circulariteit; Voor de keuzes die gemaakt zijn/worden binnen het ontwerpteam wordt op basis van een afwegingsmatrix een analyse gemaakt van de verschillende ontwikkelde varianten naar aanleiding van het betreffende onderwerp. Deze analyse vormt een integrale afweging op basis van onderstaande onderwerpen: Levenscycluskosten;  Sociale duurzaamheid. Met behulp van een weging per onderwerp worden de verschillende belangen per keuze gewogen, om zo tot een integraal verantwoord besluit te komen. Figuur 4. Weergave afwegingsmatrix.

8. Tips voor BREEAM‐projecten

belang binnen een project:   Procesinrichting; Om tot een optimaal BREEAM‐resultaat te kunnen komen zijn de onderstaande onderwerpen van cruciaal Benaderingswijze BREEAM‐NL. 8.1 Procesinrichting Zowel de circulaire denkwijze als de BREEAM‐methodiek die binnen dit project zijn gehanteerd vragen om een specifieke procesinrichting. Hierbij is het van groot belang dat deze onderwerpen vanaf het allereerste begin zowel in de breedte als de diepte geïntegreerd zijn in het proces. Integratie in de breedte is enerzijds bepalend, omdat dit er voor zorgt dat circulariteit en duurzaamheid 8

binnen alle disciplines de benodigde aandacht krijgt. Anderzijds is integratie in de diepte van groot belang voor duurzame groei en de toepassing van nieuwe ontwikkelingen binnen een project. Het sturen op een goede balans en integrale afstemming tussen beide aspecten is uiteindelijk bepalend voor de mate waarin de gestelde (duurzame) projectdoelstellingen behaald zullen worden. 8.2 Benaderingswijze BREEAM‐NL De mate waarin een BREEAM‐project zal slagen is niet puur afhankelijk van de behaalde eindscore, maar wordt vooral bepaald door de meerwaarde die de BREEAM‐procedure en de hieruit volgende maatregelen uiteindelijk hebben voor projectresultaat. Door BREEAM‐NL onderdeel te maken van de afwegingen die op de diverse onderwerpen moeten worden gemaakt komen de gewenst eigenschappen uiteindelijke op een manier in het gebouw terug die daadwerkelijk een duurzame meerwaarde opleve rt voor de gebruiker en de omgeving.

9