Transcript Beantwoording schriftelijke vragen van mw. P.M. Brunklaus namens

C2196242
Brabantlaan 1
Postbus 90151
5200 MC ’s-Hertogenbosch
Telefoon (073) 681 28 12
Statenfractie GroenLinks
Mevrouw P. Brunklaus
Postbus 90151
5200 MC ‘s-Hertogenbosch
Fax (073) 614 11 15
[email protected]
www.brabant.nl
IBAN NL86INGB0674560043
4068037
Onderwerp
Datum
statenvragen over netwerkorganisaties sociale veerkracht
11 oktober 2016
Ons kenmerk
C2196242/4068037
Uw kenmerk
brief 22 09 2016
Contactpersoon
Geachte mevrouw Brunklaus,
C.F.M. (Hans) Heerdink
Telefoon
(073) 681 22 91
Bij brief van 22 september 2016, ingekomen op 22 september 2016, heeft u
namens de GroenLinks fractie schriftelijke vragen gesteld over het beëindigen
van structurele subsidierelaties met netwerkorganisaties.
Email
[email protected]
Bijlage(n)
-
Op vrijdag 23 september heeft een themabijeenkomst van Provinciale Staten
plaatsgevonden over het statenvoorstel Versterken Sociale Veerkracht. Bij deze
bijeenkomst is ook gesproken over het beëindigen van de structurele
subsidierelaties met de netwerkorganisaties en hebben fracties verkend of en hoe
een eventuele transitieperiode in acht kan worden genomen. Gedeputeerde
Swinkels heeft mondeling een toelichting gegeven op het beëindigen van de
structurele subsidierelaties. In de beantwoording van uw vragen d.d. 22
september bouwen we voort op hetgeen besproken is bij de themabijeenkomst.
Bereikbaarheid met
openbaarvervoer: zie
www.brabant.nl/busentaxi
Wij beantwoorden deze vragen als volgt.
Datum
11 oktober 2016
Ons kenmerk
1. Wat vindt GS van het feit dat deze organisaties nog steeds niet weten waar
zij financieel aan toe zijn?
C2196242/4068037
Antwoord: Op 7 juni 2016 heeft GS het besluit genomen de structurele
subsidies aan 4 netwerkorganisaties (VBOB, ’t Heft, BRIZ en VKK) te
beëindigen. Tevens is besloten de subsidies en ondersteuning die 4 andere
netwerkorganisaties (Provinciale vrouwenraad, Trialoog/ Ypsilon, PGraad
en BUS) via Zet krijgen, te beëindigen. Dit besluit is onderdeel van de
bredere beweging van dit college om structurele subsidies af te bouwen en
meer flexibiliteit in de samenwerking te organiseren. Daarbij is meegewogen
dat het beleidskader leefbaarheid, op grond waarvan de structurele
subsidies werd ontvangen, is beëindigd. Het college heeft correct gehandeld
en daarbij de transitieperiode die hiervoor conform de AWB geldt, in acht
genomen.
De netwerkorganisaties zijn uitgenodigd om te participeren in projecten en
initiatieven die passen binnen de programmalijnen van Versterken Sociale
Veerkracht. De provincie zal projecten en initiatieven op verschillende
manieren ondersteunen onder andere door inzet van kennis, netwerken en
geld (projectsubsidies). De netwerkorganisaties zijn geïnformeerd over het
feit dat definitieve keuzes in het kader van Versterken Sociale Veerkracht pas
gemaakt kunnen worden na besluitvorming in PS.
2. Hoe denkt GS over het feit dat deze organisaties zich in de steek gelaten
voelen door de provincie?
Antwoord: Zoals bij beantwoording vraag 1 aangegeven: de organisaties
worden op verschillende manieren betrokken bij ontwikkeling programma
Versterken Sociale Veerkracht en zijn voor ons dus een partner zoals andere
partners, die een belangwekkende taak hebben in het versterken van die
sociale veerkracht. Wij vinden het echter geen provinciale taak om
organisaties in stand te houden.
3. Is GS niet bang dat zij door deze manier van handelen het vertrouwen in de
samenwerking van een aantal organisaties zal verliezen?
Antwoord: We zijn van mening dat de besluitvorming en communicatie
zorgvuldig is verlopen en we zijn volop in gesprek over de invulling van het
programma Versterken Sociale Veerkracht en de mogelijke rol die
netwerkorganisatie daarbinnen kunnen vervullen (zie beantwoording vraag
1).
2/3
4. Is het mogelijk om deze organisaties eerder uitsluitsel te geven en zo niet om
nu direct een overgangsmaatregel in te stellen, zodat deze organisaties
voorlopig vooruit kunnen?
Antwoord: Wij zijn reeds met de netwerkorganisaties in gesprek over de rol
Datum
11 oktober 2016
Ons kenmerk
C2196242/4068037
die zij kunnen pakken binnen de nieuwe aanpak sociale veerkracht (zie ook
antwoord vraag 1). Uitsluitsel daarover volgt na definitieve besluitvorming
door PS. Eventuele overgangsmaatregelen zijn hierbij in beginsel maatwerk
en vinden alleen plaats in het verlengde van de rol die netwerkorganisaties
kunnen innemen binnen het programma sociale veerkracht.
Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,
de voorzitter,
de secretaris,
prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
ir. A.M. Burger
3/3