Gebruiksaanwijzing

Download Report

Transcript Gebruiksaanwijzing

Fornuis
HCA7484.0
[nl] Gebruiksaanwijzing
Inhoudsopgave
G]n[lebkursianzwgj
Belangrijke veiligheidsvoorschriften........................................4
Oorzaken van schade.................................................................6
Overzicht...............................................................................................6
Schade aan de oven ..........................................................................6
Schade aan de schuiflade ................................................................7
Opstellen en aansluiten .............................................................7
Voor de installateur ............................................................................7
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen .............................7
Uw nieuwe fornuis......................................................................8
Algemeen .............................................................................................8
Kookplaat .............................................................................................8
Bedieningspaneel ...............................................................................9
Binnenruimte..................................................................................... 10
De toebehoren ..........................................................................10
Toebehoren plaatsen ...................................................................... 11
Extra toebehoren.............................................................................. 11
Klantenservice­artikelen.................................................................. 12
Voor het eerste gebruik ...........................................................12
Tijd instellen ...................................................................................... 12
De oven opwarmen ......................................................................... 12
Toebehoren reinigen ....................................................................... 13
Koken op Inductie ....................................................................13
Voordelen van het Koken op Inductie ......................................... 13
Pannen ............................................................................................... 13
Kookplaat instellen...................................................................14
Programmeren van de kookplaat................................................ 14
Timerfunctie....................................................................................... 15
Functie Powerboost......................................................................... 16
Kinderslot .......................................................................................... 16
Automatische tijdslimiet .................................................................. 16
Basisinstellingen .............................................................................. 17
Oven instellen ...........................................................................18
Verwarmingsmethode en temperatuur ........................................ 18
Snelvoorverwarming........................................................................ 18
Tijdfuncties instellen................................................................18
Kookwekker ...................................................................................... 18
Tijdsduur ............................................................................................ 19
Eindtijd ............................................................................................... 19
Tijd ...................................................................................................... 20
Kinderslot..................................................................................20
Onderhoud en reiniging...........................................................20
Schoonmaakmiddelen .................................................................... 20
Inschuifrails verwijderen en bevestigen....................................... 21
Ovendeur verwijderen en inbrengen............................................ 21
Deurruiten verwijderen en inbrengen........................................... 22
Wat te doen in geval van een storing .....................................23
Oven ................................................................................................... 23
Storingstabel ..................................................................................... 23
De kookplaat .................................................................................... 23
Repareren van storingen................................................................ 23
Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat............... 24
Ovenlamp aan het plafond vervangen ........................................ 24
Glazen afscherming......................................................................... 24
Servicedienst ............................................................................25
E­nummer en FD­nummer .............................................................. 25
Energie­ en milieutips ..............................................................25
Energie besparen met de oven .................................................... 25
Energie besparen met de kookplaat............................................ 25
Milieuvriendelijk afvoeren ............................................................... 25
Voor u in onze kookstudio uitgetest.......................................25
Gebak................................................................................................. 26
Tips voor het bakken ...................................................................... 27
Vlees, gevogelte, vis........................................................................ 28
Tips voor het braden en grillen ..................................................... 30
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast .......................... 30
Kant-en-klaar producten ................................................................. 30
Bijzondere gerechten ...................................................................... 31
Ontdooien.......................................................................................... 31
Drogen ............................................................................................... 32
Inmaak ............................................................................................... 32
Acrylamide in levensmiddelen ................................................33
Testgerechten ........................................................................... 33
Bakken ............................................................................................... 33
Grillen ................................................................................................. 34
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.bosch-home.com en in
de online-shop: www.bosch-eshop.com
3
: Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u het toestel goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Niet aansluiten in geval van
transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting
maakt u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg
ervoor dat het apparaat onder toezicht
gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken
in gesloten ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik
met een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik geen ongeschikte
beveiligingsapparaten of tralies voor de
bescherming van kinderen. Dit kan leiden
tot ongevallen.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
4
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving
toebehoren in de gebruiksaanwijzing.
Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen
vlam vatten. Bewaar geen brandbare
voorwerpen in de binnenruimte. Open
nooit de deur wanneer er sprake is van
rookontwikkeling in het apparaat. Het
toestel uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen.
■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het
bakpapier kan dan de
verwarmingselementen raken en vlam
vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er
nooit bakpapier los op de toebehoren
liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met
een vorm. Bakpapier alleen op het
benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam.
Hete olie en heet vet nooit gebruiken
zonder toezicht. Vuur nooit blussen met
water. Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel
of iets dergelijks verstikken.
■ De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de
kookplaat leggen.
■ De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later
per ongeluk worden ingeschakeld.
Zekering in de meterkast uitschakelen.
Contact opnemen met de klantenservice.
■ Het apparaat wordt erg heet, brandbare
materialen kunnen snel vlam vatten.
Bewaar of gebruik geen brandbare
voorwerpen ( bijv. spuitbussen,
reinigingsmiddelen) onder of in de
nabijheid van de oven. Bewaar geen
brandbare voorwerpen in of op de oven.
■ Het oppervlak van de schuiflade kan erg
heet worden. Bewaar alleen
oventoebehoren in de schuiflade.
Ontvlambare en brandbare voorwerpen
mogen niet in de ovenlade worden
opgeborgen.
Risico van brand!
Risico van brand!
Risico van brand!
Risico van brand!
Brandgevaar!
Risico van brand!
Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
■ Alcoholdampen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten
klaarmaken die een hoog percentage
alcohol bevatten. Alleen kleine
hoeveelheden drank met een hoog
alcoholpercentage gebruiken. De deur
van het toestel voorzichtig openen.
■ Tijdens het gebruikt worden de
oppervlakken van het apparaat heet. De
hete oppervlakken niet aanraken. Houd
kinderen uit de buurt van het toestel.
■ De kookzones en met name een
eventueel aanwezige kookplaatomlijsting
worden zeer heet. Raak de hete
oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
■ De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
■ Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de
kookplaat.
■ Na elk gebruik de kookzone met de
bedieningsknop uitschakelen. Wacht niet
tot de kookzone automatisch uitgaat,
omdat er geen kook- of bakgerei meer op
staat.
■ Door overgelopen etenswaar of
voorwerpen die op de kookplaat zijn
gelegd kan de herkenning van de pan
worden uitgeschakeld. Na gebruik de
kookplaat altijd met de hoofdschakelaar
uitschakelen.
■ Het apparaat wordt heet tijdens de
bereiding. Laat het voor de reiniging
afkoelen.
Kans op verbranding!
■ Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
Risico van verbranding!
Risico van verbranding!
Verbrandingsgevaar!
Risico van verbranding!
Risico van verbranding!
Risico van verbranding!
Risico van verbranding!
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Bij het openen van de apparaatdeur kan
hete stoom vrijkomen. De deur van het
toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Door water in de hete binnnruimte kan
hete waterdamp ontstaan. Nooit water in
de hete binnenruimte gieten.
Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen.
Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
■ Het gebruik van ongeschikte wokpannen
kan tot ongelukken leiden. Gebruik alleen
de wokpan die als extra accessoire
verkrijgbaar is bij de fabrikant.
■ Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is
gevuld. Gebruik alleen hittebestendige
vormen.
■ Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
■ Wordt het toestel onbevestigd op een
sokkel geplaatst, dan kan het hiervan
afglijden. Het toestel moet goed aan de
sokkel worden bevestigd.
Kantelgevaar!
Risico van verbranding!
Kans op verbrandingen!
Risico van letsel!
Risico van letsel!
Risico van letsel!
Risico van letsel!
Risico van verbranding!
Verbrandingsgevaar!
Waarschuwing: Om te voorkomen dat het
apparaat kantelt, moet een
kantelbeveiliging worden gemonteerd. Lees
de montage-instructies door.
Kans op een elektrische schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door
5
technici die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect,
haal dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
■ De kabelisolatie van hete
toestelonderdelen kan smelten. Zorg
ervoor dat er nooit aansluitkabels van
elektrische toestellen in contact komen
met hete onderdelen van het apparaat.
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
■ Bij vervanging van de lamp in de
binnenruimte staan de contacten van de
lampfitting onder stroom. Trek voordat u
tot vervanging overgaat de netstekker uit
het stopcontact trekken of schakel de
zekering in de meterkast uit.
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
Kans op een elektrische schok!
Kans op een elektrische schok!
Kans op een elektrische schok!
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
■ Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering
in de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Gevaar door elektromagnetische storing!
Het inductiekookveld kan
elektromagnetische storingen veroorzaken.
Elektronische implantaten of apparaten,
zoals pacemakers, insulinepompen of
gehoorapparaten, kunnen nadelig worden
beïnvloed. Dragers van elektronische
implantaten of apparaten mogen niet in de
buurt komen van het inductiekookveld.
Kans op een elektrische schok!
Kans op een elektrische schok!
Oorzaken van schade
Kookplaat
Overzicht
Attentie!
In de volgende tabel vindt u de meest voorkomende schade:
■
■
■
■
■
Door ruwe bodems van pannen ontstaan krassen op het
glaskeramiek.
U dient te voorkomen dat pannen leeg koken. Hierdoor kan
schade ontstaan.
Nooit hete pannen op het bedieningspaneel, het
indicatiegebied of de omlijsting zetten. Hierdoor kan schade
ontstaan.
Wanneer er harde en puntige voorwerpen op de kookplaat
vallen, kan deze beschadigd raken.
Aluminiumfolie of kook- of bakgerei van kunststof smelten op
de hete kookzones. Bakpapier is niet geschikt voor uw
kookplaat.
Schade
Oorzaak
Maatregel
Vlekken
Overgelopen etenswaar
Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek.
Krassen
Verkleuringen
Zout, suiker en zand
Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.
Door ruwe bodems van pannen ontstaan krassen op het glaskeramiek.
Controleer uw kook- en bakgerei.
Ongeschikte reinigingsmiddelen
Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek.
Slijtage van pannen (bijv. aluminium) Til de pannen tijdens het verplaatsen op.
Defecten aan het Suiker, zeer suikerhoudende gerech- Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
oppervlak
ten
Schade aan de oven
ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en
braadtijden kloppen niet meer en het email wordt
beschadigd.
Attentie!
■
6
Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de
binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type
dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er
■
Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
■
■
■
■
Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email
raakt dan beschadigd.
Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild,
dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed.
■
■
■
Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan
hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur
plaatsen.
Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel
kunnen de toebehoren krassen geven op de deur.
Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
Schade aan de schuiflade
Attentie!
Leg geen hete voorwerpen in de schuiflade. Deze kan
beschadigd raken.
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting dient uitgevoerd te worden door een
daartoe bevoegd vakman. De voorschriften van de
verantwoordelijke elektriciteitsmaatschappij dienen te worden
nageleefd.
3. Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B).
$
%
Wanneer het toestel verkeerd wordt aangesloten, heeft u geen
recht op garantie.
Voor de installateur
■
■
■
De installatie dient te beschikken over een schakelaar met
een contactopening van minstens 3 mm. Bij aansluiting met
een stekker is dit niet noodzakelijk wanneer de stekker voor
de gebruiker toegankelijk is.
Bevestiging aan de wand
Elektrische veiligheid: het fornuis is een apparaat van
veiligheidsklasse I en mag alleen met een geaarde
aansluiting worden gebruikt.
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het met de
meegeleverde haak aan de wand te bevestigen. Neem het
montagevoorschrift voor bevestiging aan de wand in acht.
Voor de aansluiting van het apparaat dient een kabel van het
type H 05 VV-F of gelijkwaardig te worden gebruikt.
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen
Zet het fornuis direct op de vloer.
1. Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen.
Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en achter
stelvoeten.
2. De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel omhoog of
omlaag draaien, tot het fornuis waterpas staat (Afbeelding A).
7
Uw nieuwe fornuis
Hier maakt u kennis met uw nieuwe fornuis. Wij leggen u de
werking van het bedieningspaneel, de kookplaat en de
afzonderlijke bedieningselementen uit. U krijgt informatie over
de binnenruimte en de toebehoren.
Algemeen
Kookplaat
De uitvoering hangt van het type apparaat af.
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De
uitvoering hangt van het type apparaat af.
‘
‘
‘
‘
Toelichting
1
Kookplaat**
2
Bedieningspaneel**
3
Koelventilator
4
Ovendeur**
5*
Ovenlade**
* Optioneel (beschikbaar voor enekele apparaten)
** Al naargelang het apparaattype zijn detailafwijkingen mogelijk.
8
‘
: :
‘
: :
‘
: :
,(&
Het bedieningspaneel
Indicatoren
Bedieningsvlakken
#
Hoofdschakelaar
›
Functie Powerboost
$
De kookzone selecteren
•/œ
Restwarmte
A/@
Instellingen selecteren
‹‹
Timerfunctie
boost G
Functie Powerboost
0
Timerfunctie
D
Kinderslot
Bedieningsvlakken
Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige
functie geactiveerd.
Aanwijzing: Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog
zijn. Vocht heeft een negatieve invloed op de werking.
Indicatoren
‹
Operationaliteit
‚-Š
Vermogensstanden
De kookzones
Kookzone
$ Enkelvoudige kookzone
Gebruik een pan met de geschikte maat.
Gebruik enkel pannen die geschikt zijn om te koken op inductie, zie hoofdstuk “Geschikte pannen".
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke
kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones
met die indicatie niet aan.
Ook als de plaat uitgeschakeld is, blijft de indicator œ of •,
branden zolang de kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone
uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator œ o • en
de geselecteerde vermogensstand.
Bedieningspaneel
Al naargelang apparaattype zijn detailafwijkingen mogelijk.
Schakelaars
Stand
Gebruik
< 3D-hetelucht*
Voor taart en gebak op één tot
drie niveaus. De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de oven.
6 Pizzastand
Voor de snelle bereiding van diepvriesproducten zonder voorverwarmen, bijv. pizza's, patates frites of
strudel. Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de achterwand
zijn ingeschakeld.
$ Onderwarmte
Voor het inkoken en nabakken of
naroosteren. De warmte komt van
onderen.
7 Circulatiegrillen
Voor het braden van vlees, gevogelte en hele vis. Het grillelement
en de ventilator worden afwisselend in- en uitgeschakeld. De ventilator wervelt de hete lucht rond het
gerecht.
De schakelaars kunnnen in de uit-stand worden ingedrukt. Om
in en uit te schakelen op de schakelaar drukken.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode voor
de oven in.
U kunt de functiekeuzeknoppen naar rechts of naar links
draaien.
Stand
þ
Nulstand
% Boven- en onderwarmte
Gebruik
De oven is uitgeschakeld.
Voor taart en gebak, ovenschotels
en magere braadstukken,
bijv. rund of wild, op één niveau.
De hitte komt gelijkmatig van
boven en van beneden.
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.
9
Stand
Gebruik
Toetsen en indicatie
* Grill, klein
Voor het grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes, toast en
stukjes vis. Het middelste deel van
het grillelement wordt heet.
Toets
( Grill, groot
B Ontdooien
I Snelvoorverwarming
Gebruik
Voor het grillen van steaks, sneetjes brood en stukjes vis. Het
gehele vlak onder het grillelement
wordt heet.
c Snel voorverwarmen De oven bijzonder snel voorver0 Tijdfuncties
Voor het ontdooien van vlees,
gevogelte, brood en gebak. De
ventilator wervelt de warme lucht
rond het gerecht.
Kookwekker U, Tijdsduur r,
Eindtijd p en Tijd 0 kiezen.
D Kinderslot
Ovenfuncties blokkeren en deblokkeren.
Min
Instelwaarden verlagen.
Snel voorverwarmen van de oven
zonder toebehoren.
Plus
Instelwaarden verhogen.
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.
Wanneer u instelt, brandt de lamp in de binnenruimte.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop stelt u de temperatuur of de
grillstand in.
Stand
Met de toetsen stelt u verschillende extra functies in. Op het
display kunt u de ingestelde waarden aflezen.
Betekenis
ÿ
Nulstand
De oven warmt niet op.
50-300
Temperatuurbereik
De temperatuur in de binnenruimte in °C.
1, 2, 3
Grillstanden
De grillstanden voor grill, klein *
en groot (.
Stand 1= zwak
Stand 2 = gemiddeld
Stand 3 = sterk
Wanneer de oven opwarmt, is op het display het
temperatuursymbool pverlicht. In de verwarmingspauzes gaat
het uit. Bij de verwarmingsmethoden Grillen, Circulatiegrillen en
Ontdooien is het symbool niet verlicht.
warmen
A
@
Aan de haakjes [ ] om het betreffende symbool ziet u welke
tijdfunctie in het display op de voorgrond staat. Uitzondering: bij
de tijd is het symbool 0 alleen verlicht wanneer u wijzigingen
invoert.
Toetsen
Onder de afzonderlijke toetsen bevinden zich sensoren. U hoeft
niet hard te drukken. Raak alleen het betreffende symbool aan.
Binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte.
Met de stand ^ van de functiekeuzeknop kunt u de lamp
inschakelen zonder verwarming.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur. Let op! De ventilatiesleuven
niet afdekken. Anders raakt de oven oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
De toebehoren
De meegeleverde toebehoren zijn geschikt voor vele
gerechten. Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
Het grote assortiment speciale toebehoren zorgt ervoor dat
vele van uw gerechten nog beter lukken en u de oven nog
comfortabler kunt gebruiken.
Rooster
Voor servies, taart- en cakevormen,
braadstukken, grillstukken en diepvriesgerechten.
Het rooster met de open kant naar
de ovendeur en de welving naar
beneden ¾ inschuiven.
Emaillen bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Plaats de bakplaat met de schuine
kant naar de ovendeur.
10
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken. Hij kan ook worden gebruikt
om het vet op te vangen, als u
direct op het rooster grilt.
Plaats de braadslede met de
schuine kant naar de ovendeur.
Toebehoren plaatsen
U kunt de toebehoren op 5 verschillende hoogtes in de
binnenruimte plaatsen. Altijd tot de aanslag inschuiven, zodat
de toebehoren de deurruit niet raken.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden, kunnen ze
vervormen. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld. Dit heeft geen invloed op de werking ervan.
Houd de bakplaat aan weerszijden met beide handen vast en
schuif de bakplaat recht in het frame. Vermijd bij het inschuiven
bewegingen naar links of rechts. Anders kan de bakplaat niet
gemakkelijk ingeschoven worden. Het geëmailleerde oppervlak
kan beschadigd raken.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de
vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het
HEZ­nummer op.
Extra toebehoren
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar buiten
worden getrokken, tot ze inklikken. Zo kunnen de gerechten
gemakkelijk uit de oven worden genomen.
Extra toebehoren kunt u kopen bij de klantenservice of in
speciaalzaken. Een omvangrijk aanbod voor uw oven vindt u in
onze prospectussen of op het internet. De beschikbaarheid en
de online-bestelmogelijkheid van extra toebehoren varieert in
de verschillende landen, zie hiervoor de verkoopdocumentatie.
Zorg ervoor dat de toebehoren met de welving naar achteren in
de binnenruimte worden geplaatst. Alleen zo klikken ze in.
Niet elk accessoire van de extra toebehoren past bij elk
apparaat. Geef bij de aankoop alstublieft de precieze
aanduiding (E-nr.) van uw toestel aan.
Extra toebehoren
HEZ nummer
Gebruik
Rooster
HEZ334000
Voor servies, taart- en cakevormen, braadstukken, grillstukken
en diepvriesgerechten.
Emaillen bakplaat
HEZ331003
Voor gebak en koekjes.
Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Braadslede
HEZ332003
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote
braadstukken. Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te
vangen, als u direct op het rooster grilt.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Inzetrooster
HEZ324000
Voor braadstukken. Plaats het rooster altijd in de braadslede.
Afdruipend vet en vleessap worden opgevangen.
Grillplaat
HEZ325000
Om te grillen in plaats van het rooster of als bescherming
tegen spetters, zodat de oven niet al te vuil wordt. De grillplaat
alleen gebruiken in de braadslede.
Grillen op de grillplaat: alleen gebruiken op de inschuifhoogtes
1, 2 en 3.
Grillplaat als bescherming tegen spetters: braadslede met grillplaat inschuiven onder het rooster.
Pizzaplaat
HEZ317000
Ideaal voor pizza's, diepvriesproducten of grote ronde taarten.
In plaats van de braadslede kunt u ook de pizzaplaat gebruiken. Zet de plaat op het rooster en houd u aan de informatie in
de tabellen.
Baksteen
HEZ327000
De baksteen is met name geschikt voor het bakken van brood,
broodjes en pizza's die een knapperige bodem moeten hebben. De baksteen moet altijd op de aanbevolen temperatuur
worden voorverwarmd.
Emaillen bakplaat met antiaanbaklaag
HEZ331011
Gebak en koekjes kunnen gemakkelijker van de bakplaat worden losgemaakt. Schuif de bakplaat met de schuine kant naar
de ovendeur in de oven.
Braadslede met antiaanbaklaag
HEZ332011
Vochtige taart, gebak, diepvriesgerechten en grote stukken
vlees laten gemakkelijker los van de braadslede. Braadslede
met de schuine kant naar de ovendeur in de oven schuiven.
11
Extra toebehoren
HEZ nummer
Gebruik
Braadpan met inzetrooster
HEZ333003
Bijzonder geschikt voor het klaarmaken van grote hoeveelheden.
Deksel voor de braadpan
HEZ333001
Het deksel maakt er een echte braadpan van.
Glazen braadpan
HEZ915001
De glazen braadpan is geschikt voor stoofgerechten en ovenschotels die u klaarmaakt in de oven. Hij is bijzonder geschikt
voor de automatische programma's of de braadautomaat.
2-voudig
HEZ338250
Met de uitschuifbare rails op hoogte 2 en 3 kunt u de toebehoren verder naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen.
3-voudig
HEZ338352
Met de telescooprails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de toebehoren verder naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen.
Telescooprails
De 3-voudige uitschuifvoorziening is niet geschikt voor apparaten met draaispit.
3-voudige volledige uitschuifvoorziening
HEZ338356
Met de uitschuifbare rails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de toebehoren helemaal naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen.
De 3-voudige volledige uitschuifvoorziening is niet geschikt
voor apparaten met draaispit.
3-voudige volledige uitschuifvoorziening met
stopfunctie
HEZ338357
Met de uitschuifbare rails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de toebehoren helemaal naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen.
De uitschuifrails klikken in, zodat de toebehoren er gemakkelijk
op kunnen worden gelegd.
De 3-voudige volledige uitschuifvoorziening met stopfunctie is
niet geschikt voor apparaten met draaispit.
Zelfreinigende zijwanden
Apparaten met één ovenlamp
HEZ339020
Om ervoor te zorgen dat de binnenruimte tijdens het gebruik
vanzelf wordt gereinigd, kunt u achteraf zijwanden aanbrengen.
Wasemfilter
HEZ329000
Deze kunt u achteraf aanbrengen in de oven. De wasemfilter
filtert de vetdeeltjes uit de afvoerlucht en beperkt de geuren.
Alleen voor apparaten met een 6, 7 of 8 als tweede cijfer van
het E-nr. (bijv. B. HBA38B750)
Systeem­stoomapparaat
HEZ24D300
Klantenservice­artikelen
Voor uw huishoudelijke apparaten kunt u bij de klantenservice,
in de vakhandel of via het Internet voor afzonderlijke landen in
Voor het gezond klaarmaken van groente en vis.
de e-shop de juiste onderhouds­ en reinigingsmiddelen of
andere toebehoren kopen. Geef hiervoor het betreffende
artikelnummer op.
Schoonmaakdoekjes voor roestvrijstalen
oppervlakken
Artikel­nr. 311134
Het afzetten van vuil wordt tegengegaan. Door de impregnatie
met een speciale olie worden de oppervlakken van roestvrijstalen apparaten optimaal schoongemaakt.
Oven­grillreiniger­gel
Artikel-nr. 463582
Voor het reinigen van de binnenruimte. De gel is reukloos.
Microvezeldoek met honingraatstructuur
Artikel­nr. 460770
Bijzonder geschikt voor het schoonmaken van gevoelige
oppervlakken, zoals bijv. glas, glaskeramiek, roestvrij staal of
aluminium. Het microvezeldoekje verwijdert in één keer vochtig en vethoudend vuil.
Deurbeveiliging
Artikel-nr. 612594
Om te voorkomen dat kinderen de ovendeur openen. De
beveiliging wordt vastgeschroefd op een manier die afhangt
van de apparaatdeur. Neem de aanwijzingen in het bijlageblad
bij de deurbeveiliging in acht.
Voor het eerste gebruik
Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst
gerechten klaarmaakt met de oven. Lees eerst het hoofdstuk
Veiligheidsvoorschriften.
Tijd instellen
Na de aansluiting knipperen op het display het symbool 0 en
vier nullen. Stel de tijd in.
1. De toets 0 indrukken.
Op het display verschijnt de tijd 12:00. De tijdsymbolen zijn
verlicht, de haakjes staan om 0.
12
2. Met de toets @ of A de tijd instellen.
Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
De oven opwarmen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege,
gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur bij Boven- en
onderwarmte % op 240 °C. Let erop dat zich geen
verpakkingsresten in de binnenruimte bevinden.
Ventileer de keuken zolang de oven opwarmt.
1. Met de functiekeuzeknop Boven- en onderwarmte %
Toebehoren reinigen
2. Met de temperatuurkeuzeknop 240 °C instellen.
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
instellen.
Na een uur de oven uitschakelen. Hiervoor de
functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Koken op Inductie
Voordelen van het Koken op Inductie
Koken op Inductie betekent een radicale verandering van de
traditionele wijze van verwarmen, aangezien de warmte
rechtstreeks in de pan wordt gegenereerd. Daarom biedt het
een aantal voordelen:
■
■
■
■
Tijdbesparing bij het koken en frituren; doordat de pan
rechtstreeks wordt verwarmd.
Dit werkt energiebesparend.
Eenvoudiger in onderhoud en reiniging. Overgelopen
voedingswaren verbranden minder snel.
Warmte- en veiligheidscontrole; de plaat levert energie of
stopt de energietoevoer onmiddellijk als op de controleknop
wordt gedrukt. De inductiekookzone levert geen warmte meer
af als de pan wordt weggenomen, ook al wordt het apparaat
voor die tijd niet uitgeschakeld.
Pannen
Uitsluitend geschikt voor inductiekoken zijn ferromagnetische
pannen zoals van:
■
geëmailleerd staal
■
gietijzer
■
speciale pannen voor inductie van roestvrij staal.
Kijk, om te weten of de pannen geschikt zijn, of de bodem van
de pan wordt aangetrokken door een magneet.
Er bestaat een ander soort pannen speciaal voor inductie, met
een niet geheel ferromagnetische bodem.
Bij het gebruik van grote pannen
met een ferromagnetische zone
met een kleinere diameter, wordt
enkel de ferromagnetische zone
verwarmd, zodat de warmte niet
homogeen kan worden verdeeld.
■
aardewerk
■
koper
■
aluminium
Kenmerken van de bodem van de pan
De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed
hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die
gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals
"sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op
gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst
of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen
geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de
indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het
knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht
gaat de kookzone automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met
dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern
veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet
worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd
heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan
oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de
kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en
schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Pandetectie
Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die
afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt.
Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het
meest geschikt is voor de pan.
Pannen met aluminium kookzones in de bodem verkleinen de
ferromagnetische zone, zodat
het geleverde vermogen lager
kan zijn en er problemen kunnen
ontstaan bij de detectie van de
pan en het kan zelfs zijn dat
deze niet wordt gedetecteerd.
Om goede kookresultaten te verkrijgen, is het raadzaam dat de
diameter van de ferromagnetische zone van de pan is afgestemd op de maat van de
kookzone. Als de pan op een
kookzone niet wordt gedetecteerd, probeer hem dan op de
zone met een iets kleinere diameter.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
■
dun normaal staal
■
glas
13
Kookplaat instellen
Dit hoofdstuk maakt u met de instelling van uw kookplaat
vertrouwd. In de tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden
voor verschillende gerechten.
2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool +
of -. De basisinstelling wordt getoond:
Symbool + vermogensstand 9
Symbool - vermogensstand 4
Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
De kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar.
Inschakelen: druk op het symbool #. Er klinkt een akoestisch
signaal. De indicator die zich naast de hoofdschakelaar bevindt
en de indicatoren ‹ van de kookzones gaan branden. De
kookplaat is klaar om te werken.
Uitschakelen: druk op het symbool # totdat de indicatoren
doven. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De restwarmteindicator blijft branden tot de kookzones voldoende afgekoeld
zijn.
Aanwijzingen
■ De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra alle
kookzones meer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn.
■
De geselecteerde instellingen blijven opgeslagen gedurende
de eerste 4 seconden na het uitschakelen van de plaat.
Indien de kookplaat opnieuw wordt ingeschakeld binnen
deze tijdsperiode, dan worden de vorige instellingen
toegepast.
Afstellen van de kookzone
Selecteer de gewenste vermogensstand met de symbolen
+ en -.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende
instelling. Deze wordt aangegeven met een punt.
Selecteer de kookzone en de gewenste vermogensstand
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Selecteer de kookzone met het symbool $.
De vermogensstand is afgesteld.
De vermogensstand wijzigen
Selecteer de kookzone en druk op het symbool + of - tot de
gewenste vermogensstand verschijnt.
De kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone en druk vervolgens op het symbool + of
- tot ‹ verschijnt.
De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-indicator
verschijnt.
Aanwijzingen
■ Als er geen pan op de inductiekookzone wordt geplaatst,
gaat de geselecteerde vermogensstand knipperen. Na een
tijdje wordt de kookzone uitgeschakeld.
■
Als er een pan op de kookzone staat voordat de plaat wordt
ingeschakeld, zal deze worden gedetecteerd binnen
20 seconden na het indrukken van de hoofdschakelaar en
zal de kookzone automatisch worden geselecteerd.
Selecteer, zodra deze is gedetecteerd, de vermogensstand
binnen 20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het
inschakelen van de kookplaat wordt er maar één
gedetecteerd.
Kooktabel
In onderstaande tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken.
Bij het verhitten van purees, crèmes en dikke sauzen dient u af
en toe te roeren.
Vermogensstand
Smelten
Chocolade, chocoladecouverture
1-1.
Boter, honing, gelatine
1-2
Verhitten en warmhouden
Maaltijdsoep (bv. linzen)
1-2
Melk**
1.-2.
Worstjes opgewarmd in water**
3-4
Ontdooien en verhitten
Diepvriesspinazie
3-4
Diepvriesgoulash
3-4
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
***Geregeld omdraaien
14
Vermogensstand
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
Aardappelballetjes*
4.-5.
Vis*
4-5
Witte sauzen, bv. bechamel
1-2
Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus
3-4
Koken, stomen, smoren
Rijst (met twee keer zoveel water)
2-3
Rijstpap
1.-2.
Frites
4-5
Pasta*
6-7
Eenpansgerecht, soep
3.-4.
Groenten
2.-3.
Diepvriesgroenten
3.-4.
Koken met de snelkookpan
4.-5.
Sudderen
Rollade
4-5
Stoofschotel
4-5
Goulash
3.-4.
Braden / Frituren met een beetje olie**
Filets, koteletten (al dan niet gepaneerd)
6-7
Biefstuk (3 cm dik)
7-8
Borst (2 cm dik)***
5-6
Hamburgers, gehaktballetjes (3 cm dik)***
4.-5.
Vis en visfilet, ongepaneerd
5-6
Vis en visfilet, gepaneerd
6-7
Garnalen en steurgarnalen
7-8
Diepvriesgerechten, bv. gesauteerd
6-7
Pannenkoeken
6-7
Omelet
3.-4.
Frituren** (150-200g per portie in 1-2 l olie)
Diepvriesproducten, bv. frieten, kipnuggets
8-9
Diepvrieskroketten
7-8
Vlees, bv., stukjes kip
6-7
Vis, groenten of paddestoelen, gepaneerd of in bierdeeg, bv. champignons
6-7
Banket, bv. beignets, fruit in bierdeeg
4-5
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
***Geregeld omdraaien
Timerfunctie
Deze functie kan op twee verschillende manieren gebruikt
worden:
■
om een kookzone automatisch uit te schakelen.
■
als kookwekker.
3. Druk op het symbool + of -. De basisinstelling wordt
getoond:
Symbool +: 30 minuten.
Symbool -: 10 minuten.
Een kookzone automatisch uitschakelen
De zone gaat automatisch uit na het verstrijken van de
geselecteerd tijd.
Programmeren van de kooktijd.
De kookplaat moet ingeschakeld zijn:
1. Selecteer de kookzone en de gewenste vermogensstand.
2. Druk op het symbool 0. De indicator Ú van de kookzone
gaat branden. Op de visuele indicator van de timerfunctie
verschijnt ‹‹.
15
4. Druk op het symbool + of - tot de gewenste kooktijd
verschijnt.
Na enkele seconden begint de kooktijd te lopen.
Aanwijzing: Het is mogelijk om dezelfde kooktijd voor alle
zones automatisch te programmeren. De geprogrammeerde
tijd zal onafhankelijk verstrijken voor ieder van de kookzones.
In het hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over de
automatische programmering van de kooktijd.
De tijd wijzigen of annuleren
Selecteer de kookzone. Druk op het symbool 0 en wijzig de
kooktijd met de symbolen + of -, of stel af op ‹‹.
Na het verstrijken van de tijd
De kookzone wordt uitgeschakeld. Er klinkt een geluidssignaal
en op de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt ‹‹
gedurende 10 seconden. De indicator Ú van de kookzone gaat
branden. Druk op het symbool 0, de indicators gaan uit en het
akoestisch signaal stopt.
Aanwijzingen
Indien een kooktijd in verschillende zones geprogrammeerd
is, wordt op de visuele indicator van de timerfunctie altijd de
kooktijd van de geselecteerde zone getoond.
■
■
De kooktijd kan worden ingesteld tot 99 minuten.
De kookwekker
Met de kookwekker kan een tijd geprogrammeerd worden tot
99 minuten. Deze is niet afhankelijk van andere instellingen.
Deze functie schakelt de kookzone niet automatisch uit.
Zo wordt dit geprogrammeerd
1. De kookwekker kan op twee verschillende manieren worden
geselecteerd:
■
■
Als de kookzone geselecteerd is: druk 2 keer op het
symbool 0.
Als de kookzone niet geselecteerd is: druk op het
symbool 0.
De indicator Ú naast symbool U licht op. Op de visuele
indicator van de timerfunctie verschijnt ‹‹.
2. Druk op het symbool + of -. De basisinstelling wordt getoond.
Symbool +: 10 minuten.
Symbool -: 05 minuten.
3. Stel de gewenste kooktijd in met de symbolen + of -.
Na enkele seconden begint de tijd te lopen.
De tijd wijzigen of annuleren
Druk meerdere keren op het symbool 0 tot de indicator Ú
naast het symbool U gaat branden. Wijzig de tijd of stel hem af
op ‹‹ met de symbolen + of -.
Na het verstrijken van de tijd
Er klinkt een waarschuwingssignaal. Op de visuele indicator
van de timerfunctie verschijnt ‹‹. Na 10 seconden doven de
indicators.
Druk op het symbool 0, de indicators gaan uit en het
akoestische signaal stopt.
Functie Powerboost
Met de functie Powerboost kan het voedsel sneller worden
verwarmd dan wanneer de vermogensstand Š wordt gebruikt.
Alle kookzones zijn voorzien van deze functie.
Activeren
De kookplaat moet ingeschakeld zijn, maar er mag geen
kookzone in werking zijn.
1. Selecteer een kookzone.
2. Druk op het symbool boostG.
De indicator › gaat branden
16
De functie is nu geactiveerd.
Aanwijzing: Indien een kookzone ingeschakeld wordt wanneer
de functie Powerboost in werking is, knipperen op de visuele
indicator van de kookzone › en Š; vervolgens wordt de
vermogensstand Š afgesteld. De functie Powerboost wordt
gedeactiveerd.
Zo wordt dit gedeactiveerd
1. Selecteer een kookzone.
2. Druk op het symbool boostG.
De indicator › wordt niet meer in beeld gebracht en de
kookzone keert terug naar de vermogensstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het
voorkomen dat de PowerBoost-functie automatisch uitgaat, ter
bescherming van de elektronische componenten binnenin de
kookplaat.
Kinderslot
De kookplaat kan beveiligd worden tegen ongewilde
inschakeling, om te voorkomen dat kinderen de kookzones
kunnen inschakelen.
Het kinderslot activeren en deactiveren
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren: houd het symbool D gedurende circa 4 seconden
ingedrukt. De indicator naast het symbool D gaat branden
gedurende 10 seconden. De kookplaat is geblokkeerd.
Deactiveren: houd het symbool D gedurende circa
4 seconden ingedrukt. De blokkering is gedeactiveerd.
Automatisch kinderslot
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch
ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Activeren en deactiveren
In hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over het
inschakelen van het automatische kinderslot.
Automatische tijdslimiet
Indien de kookzone gedurende lange tijd in werking is en er
geen enkele wijziging in de instelling wordt aangebracht , dan
wordt de automatische tijdslimiet geactiveerd.
De kookzone wordt niet meer verhit. Op de visuele indicator
van de kookzone knipperen afwisselend ”, ‰ en de
restwarmte-indicator œ/•.
De indicator gaat uit als er op een willekeurig symbool wordt
gedrukt. Nu kan de kookzone opnieuw worden ingesteld.
Wanneer de automatische limiet is geactiveerd, wordt deze
geregeld afhankelijk van de geselecteerde vermogensstand
(van 1 tot 10 uur).
Basisinstellingen
Het apparaat beschikt over diverse basisinstellingen. Deze
instellingen kunnen worden aangepast aan de behoeften van
de gebruiker.
Indicator
Functie
™‚
Automatisch kinderslot
‹ Gedeactiveerd.*
‚ Geactiveerd.
™ƒ
Akoestische signalen
‹ Bevestigingssignaal en foutsignaal gedeactiveerd.
‚Alleen foutsignaal geactiveerd.
ƒAlleen bevestigingssignaal geactiveerd.
„Alle signalen geactiveerd.*
™†
Automatische programmering van de kooktijd.
‹ Uitgeschakeld.*
‚-ŠŠ Tijd van de automatische uitschakeling.
™‡
Duur van het geluidssignaal van de timerfunctie
‚ 10 seconden*.
ƒ 30 seconden.
„ 1 minuut.
™ˆ
Functie Power-Management
‹ = Gedeactiveerd.*
‚ = 1000 W minimumvermogen.
‚.= 1500 W
ƒ = 2000 W
...
Š of Š. = maximumvermogen van de plaat.**
™Š
Selectietijd van de kookzone
‹ Onbeperkt: de laatst geprogrammeerde kookzone blijft geselecteerd.*
‚ Beperkt: de kookzone blijft slechts 10 seconden lang geselecteerd.
™‹
Terug naar de standaardinstellingen
‹ Persoonlijke instellingen.*
‚ Terug naar de fabrieksinstellingen.
*Fabrieksinstelling
**Het maximumvermogen van de plaat is afhankelijk van de configuratie van de vermogensintensiteit die voor de installatie is ingesteld. Om deze maximumwaarde niet te overschrijden, beschikt de plaat over een aantal componenten die het vermogen automatisch beheren en dit verdelen over de ingeschakelde kookzones, afhankelijk van de behoeften.
Toegang tot de basisinstellingen
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1. Schakel de kookplaat in.
2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool D
3. Druk meerdere keren op het symbool D tot de indicator van
de gewenste functie verschijnt.
4. Selecteer vervolgens de gewenste instelling met de
symbolen + en -.
en houd het gedurende circa 4 seconden ingedrukt.
5. Druk het symbool D nogmaals gedurende circa 4 seconden
Op de visuele indicatoren gaan ™ en ‚ afwisselend en ‹ als
standaardwaarde branden.
in.
De instellingen zijn op de juiste wijze bewaard
17
Afsluiten
Om de instellingen af te sluiten, de kookplaat met de
hoofdschakelaar uitschakelen.
Oven instellen
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste
verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt. U
kunt voor uw gerecht de tijdsduur en eindtijd instellen. Lees
hierover het hoofdstuk Tijdfuncties instellen na.
Verwarmingsmethode en temperatuur
Het voorbeeld in de afbeelding: Boven- en onderwarmte % bij
190 °C.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
De oven begint op te warmen.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op
elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.
Snelvoorverwarming
Met de snelvoorverwarming bereikt de oven de ingestelde
temperatuur bijzonder snel.
Gebruik de snelvoorverwarming bij een ingestelde temperatuur
boven 100 °C. Geschikt zijn de verwarmingsmethoden:
■
3Dhetelucht <
■
Boven- en onderwarmte %
■
Pizzastand 6
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, doet u het gerecht pas
in de binnenruimte wanneer het snel voorverwarmen beëindigd
is.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
grillstand instellen.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
2. De toets c indrukken.
ƒ&
Op het display is het symbool c verlicht. De oven begint op te
warmen.
Het snel voorverwarmen is beëindigd
Er klinkt een signaal. Het symbool c op het display verdwijnt.
Zet uw gerecht in de oven.
Snelvoorverwarming afbreken
De toets c indrukken. Het symbool c op het display
verdwijnt.
Tijdfuncties instellen
Uw oven heeft verschillende tijdfuncties. Met de toets 0 vraagt
u het menu op en gaat u van de ene naar de andere functie.
Zolang u kunt instellen zijn alle symbolen verlicht. Aan de
haakjes [ ] kunt u zien bij welke tijdfunctie u zich bevindt. Een al
ingestelde tijdfunctie kunt u direct met de toets @ of A
veranderen, wanneer het tijdsymbool tussen haakjes staat.
u het verloop van de wekkertijd aflezen. De andere
tijdsymbolen verdwijnen.
Kookwekker
Wekkertijd veranderen
U kunt de wekker gebruiken als een kookwekker. Hij loopt
onafhankelijk van de oven. De wekker heeft een eigen signaal.
Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur afgelopen is.
Met de toets @ of A de wekkertijd veranderen. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen.
1. De toets 0 eenmaal indrukken.
Op het display zijn de tijdsymbolen verlicht, de haakjes staan
om de U.
2. Met de toets @ of A de wekkertijd instellen.
Voorgestelde waarde toets @ = 10 minuten.
Voorgestelde waarde toets A = 5 minuten.
Na enige seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen. De
wekker start. Op het display is het symbool [U] verlicht en kunt
18
De wekkertijd is afgelopen
Er klinkt een signaal. Op het display staat 00:00. Met de
toets 0 de wekker uitschakelen.
Wekkertijd wissen
Met de toets A de wekkertijd weer op 00:00 zetten. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen. De wekker is
uitgeschakeld.
Tijdinstellingen opvragen
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de
bijbehorende symbolen op het display verlicht. Het symbool
van de tijdfunctie op de voorgrond staat tussen haakjes.
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de
bijbehorende symbolen op het display verlicht. Het symbool
van de tijdfunctie op de voorgrond staat tussen haakjes.
Om Kookwekker U, Tijdsduur r, Eindtijd p of Tijd 0 op te
vragen, de toets 0 zo vaak indrukken tot de haakjes om het
betreffende symbool staan. De waarde hiervoor verschijnt
enkele seconden op het display.
Om Kookwekker U, Tijdsduur r, Eindtijd p of Tijd 0 op te
vragen, de toets 0 zo vaak indrukken tot de haakjes om het
betreffende symbool staan. De waarde hiervoor verschijnt
enkele seconden op het display.
Tijdsduur
Eindtijd
U kunt de bereidingstijd van uw gerecht instellen. Wanneer de
tijdsduur afgelopen is, wordt de oven automatisch
uitgeschakeld. Zo hoeft u geen andere werkzaamheden te
onderbreken om de oven uit te schakelen. De bereidingstijd
wordt niet ongewild overschreden.
U kunt het tijdstip waarop uw gerecht klaar moet zijn wijzigen.
De oven start automatisch en is klaar op het gewenste tijdstip.
U kunt het gerecht bijv. 's morgens in de binnenruimte zetten
en zo instellen dat het 's middags klaar is.
Het voorbeeld in de afbeelding: tijdsduur 45 minuten.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
grillstand instellen.
3. De toets 0 twee keer indrukken.
Op het display staat 00:00. De tijdsymbolen zijn verlicht, de
haakjes staan om de r.
Let erop dat levensmiddelen niet te lang in de binnenruimte
staan en bederven.
Het voorbeeld in de afbeelding: Het is 10:30 uur, de tijdsduur is
45 minuten en de oven moet om 12:30 uur klaar zijn.
1. Functiekeuzeknop instellen.
2. Temperatuurkeuzeknop instellen.
3. De toets 0 twee keer indrukken.
4. Met de toets @ of A de tijdsduur instellen.
5. De toets 0 indrukken.
De haakjes staan om p. Het tijdstip waarop het gerecht klaar
is verschijnt.
4. Met de toets @ of A de tijdsduur instellen.
Voorgestelde waarde toets @ = 30 minuten.
Voorgestelde waarde toets A = 10 minuten.
6. Met de toets @ of A de eindtijd op een later tijdstip zetten.
Na enkele seconden start de oven. Op het display kunt u het
verloop van de tijdsduur aflezen en is het symbool [r] verlicht.
De andere tijdsymbolen verdwijnen.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het
display staat 00:00. De toets 0 indrukken. Met de toets @ of A
kunt u opnieuw een tijdsduur instellen. Of de toets 0 twee keer
indrukken en de functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De
oven is uitgeschakeld.
Tijdsduur veranderen
Met de toets @ of A de tijdsduur veranderen. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen. Wanneer de
wekker ingesteld is, drukt u eerst op de toets 0.
Tijdsduur wissen
Met de toets A de tijdsduur weer op 00:00 zetten. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen. De tijdsduur is
gewist. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst op de
toets 0.
Na enkele seconden neemt de oven de instellingen over en
schakelt in de wachtstand. Op het display staat het tijdstip
waarop het gerecht klaar is en het symbool p staat tussen
haakjes. De symbolen U en 0 verdwijnen. Wanneer de oven
start, kunt u het verloop van de tijdsduur aflezen en het
symbool r staat tussen haakjes. Het symbool p verdwijnt.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het
display staat 00:00. De toets 0 indrukken. Met de toets @ of A
kunt u opnieuw een tijdsduur instellen. Of de toets 0 twee keer
indrukken en de functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De
oven is uitgeschakeld.
Eindtijd veranderen
Met de toets @ of A de eindtijd veranderen. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen. Wanneer de
wekker ingesteld is, drukt u eerst twee keer op de toets 0.
Verander de eindtijd niet wanneer de tijdsduur al afloopt. Het
bereidingsresultaat zou dan niet meer kloppen.
19
Eindtijd wissen
Met de toets A de eindtijd naar de actuele tijd terugzetten. Na
enkele seconden wordt de verandering overgenomen. De oven
start. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst twee keer
op de toets 0.
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de
bijbehorende symbolen op het display verlicht. Het symbool
van de tijdfunctie op de voorgrond staat tussen haakjes.
Om Kookwekker U, Tijdsduur r, Eindtijd p of Tijd 0 op te
vragen, de toets 0 zo vaak indrukken tot de haakjes om het
betreffende symbool staan. De waarde hiervoor verschijnt
enkele seconden op het display.
Tijd
1. De toets 0 indrukken.
Op het display verschijnt de tijd 12:00. De tijdsymbolen zijn
verlicht, de haakjes staan om 0.
2. Met de toets @ of A de tijd instellen.
Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
Tijd wijzigen
Er mag geen andere tijdfunctie zijn ingesteld.
1. De toets 0 vier keer indrukken.
Op het display zijn de tijdsymbolen verlicht, de haakjes staan
om de 0.
2. Met de toets @ of A de tijd veranderen.
Na enige seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
Na de aansluiting of na een stroomonderbreking knipperen op
het display het symbool 0 en vier nullen. Stel de tijd in.
Kinderslot
Om te voorkomen dat kinderen per ongeluk de oven
inschakelen, is deze voorzien van een kinderslot.
Kinderslot inschakelen
Er mag geen tijdsduur of eindtijd zijn ingesteld.
De oven reageert op geen enkele instelling.U kunt de
kookwekker en de tijd ook instellen wanneer het kinderslot is
ingeschakeld.
Toets D ca. vier seconden lang indrukken.
Wanneer de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand
zijn ingesteld, onderbreekt het kinderslot de werking.
Aanwijzing: Een event. aangesloten kookplaat wordt niet
beïnvloed door het kinderslot op de oven.
Op het display verschijnt het symbool D. Het kinderslot is
ingeschakeld.
Kinderslot uitschakelen
Toets D ca. vier seconden lang indrukken.
Het symbool D verdwijnt van het display. Het kinderslot is
uitgeschakeld.
Onderhoud en reiniging
Wanneer u de kookplaat en de oven goed verzorgt en
schoonmaakt, blijven ze lang mooi en intact. Hieronder leggen
wij u uit hoe u beide op de juiste manier verzorgt en
schoonmaakt.
Gebruik
■
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen
Aanwijzingen
■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het
gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals
glas, kunststof en metaal.
■
geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen
■
geen harde schuur- of schoonmaaksponsjes
■
geen hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten.
■
■
Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen,
zijn lichtreflexen van de ovenlamp.
Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen.
Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is
normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De
smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming
tegen corrosie blijft hierbij intact.
Schoonmaakmiddelen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde schoonmaakmiddelen beschadigd worden, dient u
zich te houden aan de volgende aanwijzingen.
Gebruik
voor de kookplaat
■
■
■
■
geen onverdunde middelen voor de vaatwas of
reinigingsmiddelen voor de vaatwasmachine.
geen schuurmiddelen, geen krassende sponzen.
geen agressieve reinigingsmiddelen, zoals ovensprays of
middelen om vlekken te verwijderen
geen hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten.
20
voor de oven
Was nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik goed uit.
Bereik
Schoonmaakmiddelen
Buitenzijde apparaat
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger of schraper gebruiken.
Roestvrij staal
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Kalk-,
vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd
onmiddellijk verwijderen. Onder zulke
vlekken kan gemakkelijk corrosie ontstaan.
Bij de klantenservice of in de vakhandel
zijn speciale schoonmaakmiddelen voor
roestvrij staal verkrijgbaar die geschikt
zijn voor warme oppervlakken. Het
schoonmaakmiddel heel dun opbrengen
met een zachte doek.
Bereik
Kookplaat
Schoonmaakmiddelen
Gebruik nooit schurende schoonmaakmiddelen. Deze
veroorzaken krassen op de hoogporeuze laag of vernietigen
hem.
Verzorging: beschermings- en onderhoudsmiddelen voor het glaskeramiek.
Reiniging: schoonmaakmiddelen die
geschikt zijn voor glaskeramiek.
De aanwijzingen voor het schoonmaken
op de verpakking in acht nemen.
:Schraper tegen sterke vervuiling:
Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte
schoonmaken
Ontgrendelen en alleen met het schrapermesje reinigen. Let op, het mes is
heel scherp! Risico van letsel..
Na het reinigen weer sluiten. Beschadigde messen direct vervangen.
Omlijsting van de
kookplaat
Attentie!
■
Warm zeepsop:
nooit schoonmaken met schraper,
citroen of azijn.
Ruiten van de deur Glasreiniger:
met een zachte doek schoonmaken.
Geen schraper gebruiken.
Binnenruimte
Warm zeepsop of water met azijn:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Inschuifrails
Warm zeepsop:
laten weken en met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken.
Braadthermometer Warm zeepsop:
(afhankelijk van het met een schoonmaakdoekje of borstel
type toestel)
schoonmaken. Niet afwassen in de vaatwasmachine.
Glazen afscherming van de ovenlamp
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Dichting
Niet afnemen!
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Niet schuren.
Toebehoren
Warm zeepsop:
laten weken en met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken.
Ovenlade
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte
schoonmaken
De achterwand in de oven is voorzien van een laagje zeer
poreus keramiek. Spatten van het bakken en braden worden
door deze laag opgezogen en afgebroken terwijl het apparaat
in gebruik is. Hoe hoger de temperatuur en hoe langer de oven
wordt gebruikt, des te beter het resultaat.
■
Behandel de keramiekbedekking nooit met ovenreiniger.
Komt hier per ongeluk ovenreiniger op, verwijder deze dan
direct met een spons en voldoende water.
Gebruik hiervoor een schoonmaakdoekje en heet zeepsop of
water met azijn.
Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roestvrij staal of
ovenreiniger gebruiken. Alleen gebruiken in de onverwarmde
oven. De zelfreinigende oppervlakken nooit behandelen met
een schuursponsje of ovenreiniger.
Inschuifrails verwijderen en bevestigen
U kunt de rails voor het reinigen verwijderen. De oven dient
afgekoeld te zijn.
Inschuifrails verwijderen
1. Rail voor optillen
2. en uit de geleiders nemen (Afbeelding A).
3. Hierna de hele rail naar voren trekken
4. en verwijderen (Afbeelding B).
%
$
Maak de rails schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een borstel.
Inhangroosters bevestigen
1. Inhangrooster eerst in de achterste bus plaatsen, iets naar
achteren drukken (Afbeelding A)
2. en vervolgens in de voorste bus plaatsen (Afbeelding B).
$
%
Is de oven na herhaald gebruik nog steeds verontreinigd, ga
dan als volgt te werk:
1. bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte zorgvuldig
schoonmaken.
2. 3D-hetelucht : instellen.
3. De lege, gesloten oven ca. 2 uur op maximale temperatuur
houden.
Het laagje van keramiek wordt geregenereerd. Bruin- of
witachtige resten kunt u, wanneer de binnenruimte afgekoeld is,
verwijderen met water en een zachte doek.
Een lichte verkleuring van het laagje heeft geen invloed op de
zelfreiniging.
Wanneer u de extra toebehoren “Zelfreinigende zijwanden“
aanschaft, kunt u de zelfreinigende oppervlakken met het
reinigingssysteem regenereren. Lees hierover het hoofdstuk
Reinigingssysteem na.
De inschuifrails passen links en rechts. Let erop dat evenals in
afbeelding B hoogte 1 en 2 beneden is en hoogte 3, 4 en 5
boven.
Ovendeur verwijderen en inbrengen
Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren, kunt u
de ovendeur verwijderen.
De scharnieren van de ovendeur zijn alle voorzien van een
blokkeerhendel. Wanneer de blokkeerhendels zijn dichtgeklapt
(Afbeelding A), is de ovendeur beveiligd. Hij kan niet worden
verwijderd. Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen
21
van de ovendeur opengeklapt zijn (B), zijn de scharnieren
beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen.
$
%
3. Beide blokkeerhendels weer dichtklappen (Afbeelding C).
Ovendeur sluiten.
&
: Risico van letsel!
: Risico van letsel!
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, klappen ze met
grote kracht dicht. Let erop dat de blokkeerhendels altijd
helemaal dichtgeklapt zijn, en bij het verwijderen van de
ovendeur helemaal opengeklapt.
Wanneer de ovendeur er per ongeluk uitvalt of een scharnier
dichtklapt, het scharnier niet met uw hand aanraken. Neem
contact op met de klantenservice.
Deur verwijderen
Om gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten van de
ovendeur uitnemen.
1. Ovendeur helemaal openen.
2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen
(Afbeelding A).
3. Ovendeur tot de aanslag sluiten. Met beide handen links en
rechts vastpakken. Nog wat verder sluiten en uitnemen
(Afbeelding B).
$
Deurruiten verwijderen en inbrengen
%
Verwijderen
1. Ovendeur verwijderen en met de handgreep naar beneden
op een doek leggen.
2. De afscherming bovenaan de ovendeur afnemen. Hiervoor
links en rechts het lipje met de vingers indrukken
(Afbeelding A).
3. Bovenste ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B).
$
%
Deur inbrengen
De ovendeur in de omgekeerde volgorde weer inbrengen.
1. Let er bij het inbrengen van de ovendeur op dat beide
scharnieren recht in de opening worden geleid
(Afbeelding A).
2. De keep op het scharnier dient aan beide kanten in te klikken
4. Ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding C).
&
(Afbeelding B).
$
%
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
: Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten,
kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Inbrengen
Let er bij het inbrengen op dat “right above“ linksonder
ondersteboven staat.
1. De ruit schuin naar achteren inschuiven (Afbeelding A).
22
2. Bovenste ruit schuin naar achteren in de beide houders
schuiven. Het grote vlak moet zich aan de buitenkant
bevinden. (Afbeelding B).
$
%
3. De afscherming plaatsen en aandrukken.
4. Ovendeur inbrengen.
Gebruik de oven pas weer wanneer de ruiten naar behoren
zijn ingezet.
Wat te doen in geval van een storing
Als zich er een storing voordoet, is dat vaak te wijten aan een
kleine afwijking die eenvoudig te verhelpen is. Probeer de
storing te verhelpen met behulp van de onderstaande tabel,
alvorens de technische dienst te bellen.
Oven
Wanneer een gerecht niet goed gelukt is, lees hier dan het
hoofdstuk Voor u in onze kookstudio getest op na. Hier vindt u
vele tips en aanwijzingen voor het koken.
Mogelijke oorzaak
De oven functio- De zekering is
neert niet.
defect.
Foutmelding
Mogelijke oorzaak
“‹‚‚
Er is een toets Druk alle toetsen afzonderte lang ingelijk in. Controleer of er een
drukt of bedekt. toets klem zit of bedekt of
vervuild is.
Oplossing / aanwijzing
Kijk in de meterkast na of
de zekering in orde is.
De stroom is uit- Controleer of het keukengevallen.
licht of andere keukenapparaten functioneren.
Op het display
knippert 0 en
nullen.
Wanneer op het display een foutmelding met “ verschijnt, drukt
u op de toets 0. De melding verdwijnt. Een ingestelde
tijdfunctie wordt gewist. Wanneer de foutmelding weer
verschijnt, neem dan contact op met de klantenservice.
Bij de volgende foutmelding kunt u het probleem zelf oplossen.
Storingstabel
Storing
Foutmeldingen
De stroom is uit- Stel de tijd opnieuw in.
gevallen.
De oven warmt Er zit stof op de Draai de schakelaars meerniet op.
contacten.
dere keren heen en weer.
Oplossing/aanwijzing
: Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.
De kookplaat
Repareren van storingen
Indicator
Storing
Maatregel
geen
De stroom is uitgevallen.
Controleer met andere elektrische apparaten of de
stroom is uitgevallen.
Het apparaat is niet aangesloten volgens het Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het
aansluitschema.
aansluitschema.
Storing in het elektronische systeem.
Als de storing na de voorgaande controles niet is
opgelost, neem dan contact op met de Technische
Dienst.
De indicators knipperen
Het bedieningspaneel is vochtig of er ligt iets Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het
op.
voorwerp weg.
De indicator - knippert op
de indicatoren van de
kookzones
Er heeft zich een fout voorgedaan in het elek- Bedek het bedieningsvlak kort met de hand om de stotronische systeem.
ring te bevestigen.
“§ + nummer / š + num- Storing in het elektronische systeem.
mer / ¡ + nummer
”‹ / ”Š
Er is een interne fout in de werking opgetreden.
Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht ongeveer 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten.*
Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht ongeveer 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten.*
* Als de indicatie voortduurt, neem dan contact op met de Technische Dienst.
Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
23
Indicator
Storing
Maatregel
”ƒ
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft de overeenkomstige kookzone uitgeschakeld.
Wacht tot het elektronische systeem voldoende afgekoeld is. Druk vervolgens op een willekeurig symbool
van de kookplaat. *
”…
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft alle kookzones uitgeschakeld.
Ӡ + vermogensstand en Er staat een warme pan op de zone van het
bedieningspaneel. Het is zeer waarschijnlijk
waarschuwingstoon
dat het elektronische systeem oververhit
raakt.
Neem die pan weg. De storingsindicator gaat kort
daarna uit. U kunt verder gaan met koken.
Ӡ en waarschuwingstoon Er staat een warme pan op de zone van het
Neem die pan weg. Wacht enkele seconden. Druk op
bedieningspaneel. De kookzone is uitgegaan een willekeurig bedieningsvlak. Als de storingsindicaom het elektronische systeem te beschermen. tor uit gaat kunt u verder gaan met koken.
—‚
Onjuiste voedingsspanning, overschrijding
van de normale werklimieten.
Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier.
—ƒ / —„
De kookzone is oververhit en is uitgeschakeld Wacht totdat het elektronische systeem voldoende
om uw kookplaat te beschermen.
afgekoeld is en schakel hem opnieuw in.
* Als de indicatie voortduurt, neem dan contact op met de Technische Dienst.
Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
Normaal geluid tijdens de werking van het
apparaat
De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd
op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor
zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan
wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun
bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder
worden genoemd:
Een diep gezoem zoals in een transformator
Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge
vermogensstand. De oorzaak daarvan is de hoeveelheid
energie die de kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid
verdwijnt of vermindert zodra de vermogensstand wordt
verlaagd.
Ovenlamp aan het plafond vervangen
Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen.
Temperatuurbestendige reservelampen, 40 watt, kunt u krijgen
bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Gebruik uitsluitend
originele lampen.
: Kans op een elektrische schok!
Zekering in de meterkast uitschakelen.
1. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te
voorkomen.
2. Glazen afscherming eruit halen door de schroeven naar links
te draaien.
Een laag fluitend geluid
Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra
er water of voedsel in de pan wordt gedaan.
Knisperen
Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van
verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die
ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende
materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid
voedsel en de bereidingswijze kunnen variëren.
Hoge fluitende geluiden
3. Lamp vervangen door een van hetzelfde type.
De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit
lagen van verschillende materialen, zodra deze worden
aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk.
Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het
vermogen wordt verlaagd.
4. Glazen afscherming er weer inschroeven.
Geluid van de ventilator
Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de
kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Daartoe
is de kookplaat voorzien van een ventilator die steeds als de
temperatuur wordt vastgesteld door middel van de
verschillende vermogensstanden gaat werken. De ventilator
kan ook door inertie werken, nadat de kookplaat is uitgezet, als
de gedetecteerde temperatuur nog te hoog is.
Geluiden op de maat, vergelijkbaar met de wijzers van een
klok
Dit geluid treedt enkel op wanneer 3 of meer kookzones in
werking zijn en verdwijnt of vermindert wanneer een kookzone
uitgeschakeld wordt.
De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de
inductietechnologie en duiden niet op een storing.
24
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Glazen afscherming
Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden
vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij
de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (E­nr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat.
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te
voorkomen.
E­nummer en FD­nummer
Geef aan de klantenservice altijd het productnummer (E-nr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat op, zodat wij u
goed van dienst kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers
vindt u rechts, aan de zijkant van de ovendeur. Om niet te lang
te hoeven zoeken wanneer u de klantenservice nodig heeft,
kunt u hier direct de gegevens van uw apparaat en het
telefoonnummer van de servicedienst invullen.
E­nr.
FD-nr.
Servicedienst O
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL
088 424 4010
B
070 222 141
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan
verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren
technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen
voor uw apparaat.
Dit apparaat voldoet aan de norm EN 55011 resp. CISPR 11.
Het is een product van groep 2, klasse B.
Groep 2 betekent dat er een hoge frequentie wordt
geproduceerd om kookgerei te verwarmen. Klasse B houdt in
dat het apparaat geschikt is voor huishoudelijk gebruik.
Energie­ en milieutips
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en
braden in de oven en bij het koken op de kookplaat energie
bespaart en het apparaat op de juiste manier afvoert.
■
Energie besparen met de oven
■
■
■
■
■
De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
■
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■
Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
■
Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het
tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen
naast elkaar in de oven plaatsen.
Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor
het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte
gebruiken voor het afbakken.
■
De diameter van de bodem van de pan dient overeen te
komen met de grootte van de kookzone. Vooral te kleine
pannen op de kookzone zorgen voor energieverlies. Let op:
de fabrikanten geven vaak de diameter van de bovenkant
van de pan aan. Deze is meestal groter dan de diameter van
de pannenbodem.
Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pan. Een grote,
slechts weinig gevulde pan heeft veel energie nodig.
Sluit de pannen altijd af met een passend deksel. Wanneer u
kookt zonder deksel heeft u vier maal meer energie nodig.
Kook met weinig water. Dit bespaart energie. Bij groente
blijven vitamines en mineralen behouden.
Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment - WEEE).
Energie besparen met de kookplaat
■
Gebruik pannen met dikke, egale bodems. Niet-egale
bodems verhogen het energieverbruik.
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende
optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is
voor uw gerecht. U krijgt informatie over de juiste toebehoren
en de hoogte waarop ze ingeschoven dienen te worden. U
krijgt tips over de te gebruiken vormen en de bereiding.
Aanwijzingen
De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde
en lege binnenruimte worden geplaatst.
Alleen voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt
aangegeven. Leg pas na het voorverwarmen bakpapier op
de toebehoren.
■
■
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de
levensmiddelen.
25
■
■
Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de
klantenservice of in de vakhandel kunt u toebehoren of extra
toebehoren kopen.
Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u
niet nodig heeft uit de binnenruimte.
Wanneer u met 3 rechthoekige bakvormen tegelijk bakt, zet
deze dan zoals op de afbeelding aangegeven op het rooster.
Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of
vormen uit de oven neemt.
Gebak
Bakken op één niveau
Met boven­ en onderwarmte % lukt het gebak het beste.
Wanneer u met 3D-hetelucht : bakt, dient u de volgende
inschuifhoogtes voor de toebehoren te gebruiken:
Bakvormen
■
Gebak in vormen: hoogte
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
■
Gebak op de plaat: hoogte
Bij lichte bakvormen van dunwandig metaal of glazen vormen is
de baktijd langer en wordt het gebak niet zo gelijkmatig bruin.
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik 3D­hetelucht :.
Inschuifhoogtes bij het bakken op 2 niveaus
■
Braadslede: hoogte
■
Bakplaat: hoogte
Tabellen
Inschuifhoogtes bij het bakken op 3 niveaus
■
Bakplaat: hoogte 5
■
Braadslede: hoogte
■
Bakplaat: hoogte
Wanneer u siliconen vormen wilt gebruiken, raadpleeg dan de
informatie en de recepten van de fabrikant. Vormen van
silicone zijn vaak kleiner dan normale vormen. De deegvormen
en receptgegevens kunnen afwijken.
Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven
niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
In de tabellen vindt u talrijke voorstellen voor uw gerechten.
In de tabellen vindt u voor de verschillende soorten gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. In
de tabellen zijn bereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
laagste waarde. Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het
gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
De baktijden worden 5 tot 10 minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Bijkomende informatie vindt u onder Tips voor het bakken na
de tabellen.
Gebak in vormen
Cake, eenvoudig
Vorm
Hoogte
Krans­/rechthoekige vorm 2
3 cakevormen
3+1
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
:
160-180
40-50
:
140-160
60-80
Cake, fijn
Krans­/rechthoekige vorm 2
%
150-170
60-70
Taartbodem, roerdeeg
Vorm vruchtentaartbodem 2
%
150-170
20-30
Vruchtentaart fijn, roerdeeg
Springvorm/tulbandvorm
2
%
160-180
50-60
Biscuittaart
Springvorm
2
%
160-180
30-40
Bodem zandtaartdeeg met rand
Springvorm
1
%
170-190
25-35
Vruchten- of kwarktaart, bodem van
zandtaartdeeg*
Springvorm
1
%
170-190
70-90
Zwitserse vruchtentaart
Pizzaplaat
1
%
220-240
35-45
Hartig gebak (bijv. quiche/uientaart)*
Springvorm
1
%
180-200
50-60
1
%
250-270
10-15
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
2
%
170-190
20-30
Braadslede + bakplaat
3+1
:
150-170
35-45
Braadslede
3
%
160-180
40-50
Braadslede + bakplaat
3+1
:
150-170
50-60
Zwitserse vruchtentaart
Braadslede
2
%
210-230
40-50
Biscuitrol (voorverwarmen)
Bakplaat
2
%
190-210
15-20
Pizza, dunne bodem met weinig bedek- Pizzaplaat
king (voorverwarmen)
* Gebak ca. 20 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven laten afkoelen.
Gebak op de plaat
Toebehoren
Roer­ of gistdeeg met droge bedekking Bakplaat
Roer- of gistdeeg met vochtige bedekking, vruchten
26
Gebak op de plaat
Toebehoren
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Broodvlecht van 500 g bloem
Bakplaat
2
%
160-180
30-40
Kerststol van 500 g bloem
Bakplaat
3
%
160-180
60-70
Kerststol van 1 kg bloem
Bakplaat
3
%
150-170
90-100
Strudel, zoet
Braadslede
2
%
180-200
55-65
Börek
Braadslede
2
%
180-200
40-50
Pizza
Bakplaat
2
%
220-240
15-25
Braadslede + bakplaat
3+1
:
180-200
35-45
Klein gebak
Toebehoren
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Koekjes
Bakplaat
3
:
140-160
15-25
Braadslede + bakplaat
3+1
:
130-150
25-35
2 bakplaten + braadslede
5+3+1
:
130-150
30-40
Bakplaat
3
%
140-150
30-40
Bakplaat
3
:
140-150
30-40
Braadslede + bakplaat
3+1
:
140-150
30-45
2 bakplaten + braadslede
5+3+1
:
130-140
40-55
Bakplaat
2
%
110-130
30-40
Braadslede + bakplaat
3+1
:
100-120
35-45
2 bakplaten + braadslede
5+3+1
:
100-120
40-50
Schuimgebak
Bakplaat
3
:
80-100
100-150
Deeg van bijv. soesjes
Bakplaat
2
%
200-220
30-40
Bladerdeeggebak
Bakplaat
3
:
180-200
20-30
Braadslede + bakplaat
3+1
:
180-200
25-35
2 bakplaten + braadslede
5+3+1
:
160-180
35-45
Bakplaat
3
%
180-200
20-30
Braadslede + bakplaat
3+1
:
170-190
25-35
Sprits (voorverwarmen)
Bitterkoekjes
Gistdeeggebak
Brood en broodjes
Bij het bakken van brood de oven voorverwarmen als er niets
anders is aangegeven.
Giet nooit water in de hete oven.
Bij het bakken op 2 niveaus de braadslede altijd boven de
bakplaat inschuiven.
Brood en broodjes
Toebehoren
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Gistbrood van 1,2 kg bloem
Braadslede
2
%
300
8
200
35-45
Zuurdeegbrood van 1,2 kg
bloem
Braadslede
2
%
300
8
Broodjes (niet voorverwarmen)
Bakplaat
3
Broodjes van gistdeeg, zoet
Bakplaat
3
Braadslede + bakplaat
3+1
200
40-50
%
210-230
20-30
%
170-190
15-20
:
160-180
20-30
Tips voor het bakken
U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken is.
Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het
hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar.
Het gebak zakt in.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
in.Houd rekening met de omroertijden in het recept.
27
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij de randen.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Het gebak wordt te donker aan de
bovenkant.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.
Het gebak is te droog.
Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt
u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden
hoger in en houd een kortere baktijd aan.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart) Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere temziet er goed uit, maar is van binnen klef peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi
(zacht, doortrokken met waterstrepen). het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recepten en baktijden.
Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor- Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij
den.
kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte % op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt
kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op
de plaat past.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Het sap van de vruchten stroomt over.
Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij het
bakken aan elkaar.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende
plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.
U hebt op meerdere niveaus gebakken. Gebruik voor het bakken op meerdere niveaus altijd 3D­hetelucht :. Bakplaten die
Op de bovenste plaat is het gebak don- gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
kerder dan op de onderste.
Bij het bakken van vochtig gebak ontstaat er condenswater.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan
neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen.
Dit is normaal.
Vlees, gevogelte, vis
Grillen
Vormen
Verwarm bij het grillen ca. 3 minuten voor alvorens het gerecht
in de binnenruimte te plaatsen.
U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Voor grote
stukken vlees is ook de braadslede geschikt.
Gril altijd in een gesloten oven.
Het meest geschikt zijn vormen van glas. Let erop dat het
deksel voor de pan past en goed sluit
Gebruikt u geëmailleerde braadpannen, voeg dan wat meer
vloeistof toe.
Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen. Zo
worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals.
Keer de grillstukken na Z van de bereidingstijd.
Zout de steaks pas na het grillen.
Bij braadgerei van roestvrij staal wordt het gerecht niet zo erg
bruin en kan het vlees wat minder gaar zijn. Houd langere
bereidingstijden aan.
Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het rooster. Als
u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het best wanneer u het
midden op het rooster legt.
Opgaven in de tabellen:
Vorm zonder deksel = open
Vorm met deksel = gesloten
Plaats ook de braadslede op hoogte 1.Het vleessap wordt
opgevangen en de oven blijft schoner.
Zet de vorm altijd midden op het rooster.
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Braden
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. De bodem van
de vorm dient ca. ½ cm bedekt te zijn.
Voeg aan stoofvlees royaal vloeistof toe. De bodem van de
vorm dient ca 1 - 2 cm bedekt te zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort vlees en
het materiaal van de vormen. Wanneer u vlees in geëmailleerde
braadvormen klaarmaakt, is er wat meer vloeistof nodig dan in
glazen vormen.
Braadsledes van roestvrij staal zijn slechts beperkt geschikt.
Het vlees gaart langzamer en wordt minder bruin. Houd een
hogere temperatuur en/of een langere bereidingstijd aan.
Vlees
Rundvlees
28
Gewicht
Toebehoren en
vormen
De bakplaat of braadslede bij het grillen niet op hoogte 4 of 5
plaatsen. Door de sterke hitte vervormen ze en bij verwijdering
kunnen ze de binnenruimte beschadigen.
Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgeschakeld. Dit is
normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk van de ingestelde
grillstand.
Vlees
Draai stukken vlees na de helft van de tijd om.
Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de
uitgeschakelde, gesloten oven blijven. Het vocht kan zich dan
beter verdelen.
Wikkel rosbief na de bereiding in aluminiumfolie en laat het
10 minuten in de oven nagaren.
Snijd bij varkensvlees met zwoerd, het zwoerd kruisgewijs in en
leg het vlees eerst met het zwoerd naar beneden in de vorm.
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
Vlees
Gewicht
Toebehoren en
vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
Gestoofd rundvlees
1,0 kg
gesloten
2
%
200-220
120
1,5 kg
2
%
190-210
140
2,0 kg
2
%
180-200
160
2
%
210-230
70
2
%
200-220
80
open
1
4
210-230
50
Rooster
5
(
3
15
open
2
%
190-210
100
2
%
170-190
120
1
Runderfilet, medium
1,0 kg
open
1,5 kg
Rosbief, medium
1,0 kg
Steaks, medium, 3 cm dik
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees
1,0 kg
2,0 kg
Varkensvlees
Braadstuk zonder zwoerd (bijv.
halsstuk)
Braadstuk, zonder zwoerd
(bijv. schouder)
Casselerrib met been
4
200-220
100
1,5 kg
1
4
190-210
140
2,0 kg
1
4
180-200
160
1
4
200-220
120
1,5 kg
1
4
190-210
150
2,0 kg
1
4
180-200
180
gesloten
2
%
210-230
70
open
1
4
150-170
120
open
1
4
170-190
70
Rooster
4
(
3
15
1,0 kg
1,0 kg
1,0 kg
open
open
Lamsvlees
Lamsbout zonder been, medium 1,5 kg
Gehakt
Gehakt
van 500 g
vlees
Worstjes
Worstjes
Gevogelte
De gewichtsgegevens in de tabel hebben betrekking op
ongevuld, panklaar gevogelte.
Leg het hele gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden
op het rooster. Na Z van de opgegeven tijd keren.
Braadstukken, zoals kalkoenrollade of kalkoenfilet, halverwege
de opgegeven tijd keren. Stukken gevogelte na Z van de tijd
keren.
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in.Zo kan het vet
weglopen.
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen het
einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water of
sinaasappelsap.
Gevogelte
Gewicht
Toebehoren en
vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Kip, heel
1,2 kg
Rooster
2
4
200-220
60-70
Poularde, heel
1,6 kg
Rooster
2
4
190-210
80-90
Kip, gehalveerd
elk 500 g
Rooster
2
4
200-220
40-50
Stukken kip
elk 300 g
Rooster
3
4
200-220
30-40
Eend, heel
2,0 kg
Rooster
2
4
170-190
90-100
Gans, heel
3,5-4,0 kg
Rooster
2
4
160-170
110-130
4
170-190
80-100
4
180-200
90-100
Kalkoen, heel
3,0 kg
Rooster
2
Kalkoenbout
1,0 kg
Rooster
2
Vis
Keer visstukken na Z van de tijd.
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis in de
zwemstand, met de rugvin naar boven, in de oven. Een
ingesneden aardappel of een kleine ovenvaste vorm in de buik
van de vis maakt hem stabieler.
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op
hoogte 1. De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft
schoner.
29
Vis
Gewicht
Toebehoren en
vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
Vis, heel
elk ca. 300 g
Rooster
2
(
3
20-25
1,0 kg
Rooster
2
4
180-200
45-50
1,5 kg
Rooster
2
4
170-190
50-60
Rooster
3
(
2
20-25
Viskotelet, 3 cm dik
Tips voor het braden en grillen
Voor het gewicht van het vlees staan
geen gegevens in de tabel.
Maak uw keuze in overeenstemming met het eerstvolgende, lagere gewicht en houd een
langere tijd aan.
Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest".
is?
Druk met een lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee,
dan heeft het nog wat tijd nodig.
Het vlees is te donker en de korst is op Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur.
enkele plaatsen verbrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.
aangebrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is Gebruik de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
te licht en te waterig.
Bij het overgieten van het vlees ontstaat Dit is normaal. Een groot deel van de waterdamp ontsnapt uit de oven. Het kan neerwaterdamp.
slaan op het koudere schakelpaneel of op meubilair en als condens neerdruppelen.
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op
hoogte 1. De oven blijft schoner.
Gerecht
Plaats de vormen altijd op het rooster.
De bereidingstoestand van een ovenschotel is afhankelijk van
de grootte van de vorm en de hoogte van het gerecht. De
opgaven in de tabellen zijn slechts richtwaarden.
Toebehoren en vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Ovenschotel, zoet
Ovenschaal
2
%
180-200
40-50
Pastaschotel
Ovenschaal
2
%
210-230
30-40
2
Ovenschotels
Gratin
Gegratineerde aardappels, rauwe ingre- 1 ovenschaal
diënten,
2 ovenschalen
max. 4 cm hoog
4
160-180
60-80
1+3
:
150-170
65-85
Toast
Toast grillen, 4 stuks
Rooster
4
4
160-170
10-15
Toast grillen, 12 stuks
Rooster
4
4
160-170
15-20
Kant-en-klaar producten
Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking.
Wanneer u de toebehoren bekleedt met bakpapier, let er dan
op dat het bakpapier geschikt is voor deze temperaturen. Pas
de grootte van het papier aan het gerecht aan.
Gerecht
Het bereidingsresultaat is zeer sterk afhankelijk van het soort
levensmiddelen. Op het rauwe product kunnen al bruine
plekken en ongelijkmatigheden te zien zijn.
Toebehoren
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
Braadslede
2
6
190-210
15-20
Braadslede + roos- 3+1
ter
:
180-200
20-30
Braadslede
6
170-190
20-30
Braadslede + roos- 3+1
ter
:
170-190
25-35
Braadslede
6
170-190
20-30
Pizza, diepvries
Pizza met dunne bodem
Pizza met dikke bodem
Pizza baguette
30
2
3
Gerecht
Toebehoren
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C,
grillstand
Tijdsduur
in minuten
Minipizza
Braadslede
3
6
180-200
10-20
Pizza, gekoeld, voorverwarmen
Braadslede
1
6
180-200
10-15
Braadslede
3
6
190-210
20-30
Braadslede + bakplaat
3+1
:
180-200
30-40
Kroketten
Braadslede
3
6
190-210
20-25
Rösti, gevulde aardappelflappen
Braadslede
3
6
190-210
15-25
Broodjes, baguette
Braadslede
3
6
190-210
10-20
Zoute krakelingen
Braadslede
3
6
200-220
10-20
Braadslede
3
Aardappelproducten, diepvries
Frites
Brood en banket, diepvries
Brood en banket, voorgebakken
%
190-210
10-20
Braadslede + roos- 3+1
ter
:
160-180
20-25
Vissticks
Braadslede
2
6
200-220
10-15
Kipsticks,­ nuggets
Braadslede
3
6
190-210
10-20
Braadslede
3
6
190-210
30-40
Afbakbroodjes of -stokbrood
Groenteballetjes, diepvries
Strudel, diepvries
Strudel
Bijzondere gerechten
4. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
Bij lage temperaturen lukt romige yoghurt u met
3D-hetelucht : even goed als luchtig gistdeeg.
5. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van de
Verwijder eerst de toebehoren, inhangroosters of telescooprails
uit de binnenruimte.
Gistdeeg laten rijzen
binnenruimte zetten en bereiden zoals aangegeven.
Yoghurt maken
1. Het gistdeeg maken zoals gebruikelijk, in een hittebestendige
vorm van keramiek leggen en afdekken
1. 1 liter melk (3,5 % vet) aan de kook brengen en tot 40 °C
aafkoelen.
2. Hier 150 g yoghurt (koelkasttemperatuur) door roeren.
2. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
3. De oven uitschakelen en het deeg in de uitgeschakelde
binnenruimte plaatsen om het te laten rijzen.
3. Hiermee koppen of kleine twist-off potjes vullen en afdekken
met vershoudfolie.
Gerecht
Vormen
Verwarmingsmethode
Temperatuur
Tijdsduur
Yoghurt
Koppen of Twist-Off op de bodem van
potten
de binnenruimte
plaatsen
:
50 °C
5m
50 °C
8 uur
Hittebestendige
vorm
:
50 °C
5­10 min..
Apparaat uitschakelen en
gistdeeg in de binneruimte
plaatsen
20­30 min..
Gistdeeg laten rijzen
op de bodem van
de binnenruimte
plaatsen
Ontdooien
Diepvrieslevensmiddelen uit de verpakking halen en in een
geschikte vorm op het rooster plaatsen.
Lees de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking.
De ontdooitijd is afhankelijk van het soort en de hoeveelheid
levensmiddelen.
Leg het gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden op een
schaal.
31
Diepvriesproducten
Toebehoren Hoogte Verwar- Temperatuur in°C
mingsmethod
e
bijv. slagroomtaarten, crèmetaarten, taarten met chocolade­ of sui- Rooster
kerglazuur, vruchten, kip, worst en vlees, brood en broodjes, cake
en ander gebak
Drogen
Met 3D-hetelucht : kunt u uitstekend drogen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken en was
deze grondig.
Laat ze goed afdruipen en droog ze af.
2
De temperatuurkeuzeknop
blijft uitgeschakeld
?
Bedek de braadslede en het rooster met bak- of
perkamentpapier.
Fruit of groente met veel vocht enkele malen keren.
Het gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van het
papier.
Vruchten en kruiden
Toebehoren
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
Tijdsduur
600 g appelringen
Braadslede + rooster
3+1
:
80 °C
ca. 5 uur
800 g stukjes peer
Braadslede + rooster
3+1
:
80 °C
ca. 8 uur
1,5 kg kwetsen of pruimten
Braadslede + rooster
3+1
:
80 °C
ca. 8-10 uur
200 g panklare keukenkruiden
Braadslede + rooster
3+1
:
80 °C
ca. 1½ uur
Inmaak
3. Leg op elke pot een natte rubberen ring en een deksel.
Voor het inmaken moeten de potten en rubberen ringen
schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk potten van gelijke
grootte. De gegevens in de tabel hebben betrekking op ronde
glazen potten van 1 liter.
Plaats niet meer dan zes potten in de ovenruimte.
Attentie!
1. * Braadslede op hoogte 2 plaatsen. Plaats de glazen potten
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels zouden
kunnen springen.
2. ½ Liter heet water (ca. 80 ºC) in de braadslede gieten.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken. Was het
grondig.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Deze
kunnen worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid en de temperatuur van de
inhoud. Controleer voor u om- of uitschakelt of de potten
werkelijk borrelen.
Voorbereiden
4. Sluit de potten af met klemmen.
Instellen
zó dat ze elkaar niet raken.
3. Ovendeur sluiten.
4. Onderwarmte $ instellen.
5. Temperatuur op170 tot 180 °C instellen
Inmaak
Fruit
Na ca. 40 tot 50 minuten stijgen er met korte tussenpozen
belletjes op. Schakel de oven uit.
2. De glazen randen schoonmaken.
Na 25 tot 35 minuten nawarmen haalt u de weckflessen uit de
ovenruimte. Als u ze langer in de ovenruimte laat afkoelen,
kunnen zich kiemen vormen waardoor het ingemaakte fruit
sneller zuur wordt.
Fruit in glazen potten van één liter
Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Appels, rode bessen, aardbeien
Uitschakelen
Ca. 25 minuten
Kersen, abrikozen, perziken, kruisbessen
Uitschakelen
Ca. 30 minuten
Appelmoes, peren, pruimen
Uitschakelen
Ca. 35 minuten
Groente
Zodra er in de potten belletjes opstijgen de temperatuur naar
120 tot 140 °C terugbrengen. Afhankelijk van de soort groente
ca. 35 tot 70 m. Schakel vervolgens de oven uit en gebruik de
restwarmte.
Groente met koud vocht in glazen potten van één liter
Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Augurken
-
Ca. 35 minuten
Rode biet
Ca. 35 minuten
Ca. 30 minuten
1. De potten vullen, niet te
Spruitjes
ca. 45 minuten
Ca. 30 minuten
Bonen, koolrabi, rodekool
Ca. 60 minuten
Ca. 30 minuten
Erwten
Ca. 70 minuten
Ca. 30 minuten
Glazen potten verwijderen
Attentie!
Neem de potten na het inkoken uit de binnenruimte.
Zet de hete potten niet op een koude of natte ondergrond. Ze
kunnen knappen.
32
Acrylamide in levensmiddelen
Acrylamide ontstaat vooral bij graan- en aardappelproducten
die met grote hitte worden bereid, zoals aardappelchips, frites,
toast, broodjes, brood of fijne bakwaren (koekjes, taaitaai,
speculaas).
Tips voor het klaarmaken van gerechten met weinig acrylamide
Algemeen
Bakken
■
Bereidingstijden zo kort mogelijk houden.
■
De gerechten goudgeel en niet te donker bakken.
■
Grote, dikke ingrediënten bevatten minder acrylamide.
Met boven- en onderwarmte max. 200 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max.180 °C.
Koekjes
Met boven- en onderwarmte max. 190 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max. 170 °C.
Ei of eierdooier gaat de vorming van acrylamide tegen.
Frites uit de oven
Gelijkmatig en in één laag verdelen over de plaat. Minstens 400 g per plaat bakken,
zodat de frites niet uitdrogen
Testgerechten
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten om het
controleren en testen van verschillende apparaten te
vergemakkelijken.
Volgens EN 50304/EN 60350 (2009) resp. IEC 60350.
Bedekte appeltaart op 1 niveau:
Donkere springvormen verspringend naast elkaar plaatsen.
Bedekte appeltaart op 2 niveaus:
Donkere springvormen diagonaal boven elkaar plaatsen, zie
afbeelding.
Bakken
Bakken op twee niveaus:
Braadslede altijd boven de bakplaat plaatsen.
Bakken op 3 niveaus:
Braadslede in het midden plaatsen.
Sprits:
Bakplaten die gelijktijdig worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
Gebak in springvormen van blik:
Met boven- en onderwarmte % op 1 niveau bakken. Gebruik
de braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de
springvorm in.
Aanwijzing: Gebruik voor het bakken eerst de laagste
opgegeven temperatuur.
Gerecht
Toebehoren en vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Sprits, voorverwarmen*
Bakplaat
3
%
140-150
30-40
Bakplaat
3
:
140-150
30-40
Bakplaat + braadslede
1+3
:
140-150
30-45
2 bakplaten + braadslede 1+3+5
:
130-140
40-55
Bakplaat
3
%
150-170
20-35
Bakplaat
3
:
150-170
20-35
Bakplaat + braadslede
1+3
:
140-160
30-45
2 bakplaten + braadslede 1+3+5
:
130-150
35-55
Springvorm op het rooster 2
%
160-170
30-40
Springvorm op het rooster 2
:
160-170
25-40
Small cakes, voorverwarmen*
Waterbiscuit, voorverwarmen*
* Om voor te verwarmen niet de functie Snelvoorverwarming gebruiken.
33
Gerecht
Toebehoren en vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Donkere appeltaart
Rooster + 2 springvormen Ø 20 cm
1
%
170-190
80-100
2 roosters + 2 springvormen Ø 20 cm
1+3
:
170-190
70-100
* Om voor te verwarmen niet de functie Snelvoorverwarming gebruiken.
Grillen
Wanneer u eten direct op het rooster plaatst, schuif dan ook de
braadslede in op hoogte 1.De vloeistof wordt opgevangen en
de oven blijft schoner.
Gerecht
Toebehoren en vormen
Hoogte
Verwarmingsmethode
Grillstand
Tijdsduur
in minuten
Brood roosteren
10 minuten voorverwarmen
Rooster
5
(
3
½-2
Beefburger, 12 stuks*
niet voorverwarmen
Rooster + braadslede
4+1
(
3
25-30
* Na Z van de tijd keren
34
Robert Bosch Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München
Germany
www.bosch-home.com
*9001026200*
9001026200
950508