toelichting voorgestelde besluit - Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Download Report

Transcript toelichting voorgestelde besluit - Metropoolregio Rotterdam Den Haag

Vergadering:
Agendapunt:
Onderwerp:
Van:
Datum:
Contactpersoon:
Telefoonnummer:
4 november 2016
3
Uitvoering Regionaal Investeringsprogramma
Annet Bertram (SG), Arthur Gleijm (Directeur Va) en Lucas Vokurka (Directeur EV)
26 oktober 2016
Tom Boot en Matthijs Elfers
0628707617
Onderstaande notitie is geagendeerd geweest in de bestuurscommissies van 21 respectievelijk
22 september jl. en wordt nu voor het algemeen bestuur geagendeerd.
Aan de bestuurscommissies Economisch Vestigingsklimaat en Vervoersautoriteit,
Op 6 juli is in aanwezigheid van de bestuurlijk vertegenwoordigers van de 23 MRDH-gemeenten, de
provincie Zuid-Holland (PZH), de Economische Programmaraad Zuidvleugel (EPZ), Holland Rijnland
en Drechtsteden het investeringsprogramma aangeboden aan minister-president Rutte. Hiermee is de
regio erin geslaagd om een samenhangend en robuust pakket te presenteren dat antwoord geeft op
de vraag naar significante economisch versterking van de regio. Studies van OESO en NEO
Observatory laten zien dat er in de regio een potentieel is van 0,5 – 1 procent extra groei van het bruto
regionaal product over een reeks van jaren. Het gaat om een totale groei van de werkgelegenheid in
de MRDH met structureel 25000 tot 50000 arbeidsjaren.
Met het door het algemeen bestuur MRDH (1 juli) en Gedeputeerde Staten PZH (28 juni)
vastgestelde en door de EPZ (13 juni) van positief advies voorziene regionale investeringsprogramma
ligt er een stevige opdracht voor de regio. Het is nu aan de regio om te zorgen dat de projecten tot
uitvoering komen. Het is evident (gezien de onderlinge afhankelijkheden en gezamenlijke
mogelijkheden) dat een gedeelde en door alle partijen gedragen uitvoering van groot belang is. Juist
door als overheden gezamenlijk en in samenhang op de realisatie van het programma te sturen wordt
onderlinge synergie optimaal benut. Deze notitie beschrijft ons voorstel voor een uitvoeringsstrategie
van de gezamenlijke partijen voor het regionale investeringsprogramma.
Vooraf is het belangrijk nog eens vast te stellen dat het regionale Investeringsprogramma één en
ondeelbaar is. Het gezamenlijk commitment is voorwaarde om het uitgevoerd te krijgen. Twee
uitgangspunten staan centraal:
1. De belangrijkste rol van de MRDH is het voeren van de bestuurlijke regie op de uitvoering van
het investeringsprogramma. Het gaat vooral om het ontwikkelen van ‘bestuurlijke power’ om
projecten verder te brengen. De provincie, de MRDH, de gemeenten en in sommige gevallen
private partners zijn eigenaar (‘trekker’) van de projecten. Het merendeel van de projecten
waar de MRDH eigenaar van is betreft infrastructuur/mobiliteit, gegeven de
verantwoordelijkheden van de Vervoersautoriteit. In enkele gevallen gaat het om projecten
waar de MRDH ‘overall’ een trekkende rol heeft, bijvoorbeeld de Fieldlabs.
2. Formatief is de organisatie van de MRDH lean en mean. Daarbij past niet een grote
uitvoeringsorganisatie. Wel faciliteert de MRDH ondersteuning door vliegwielfuncties,
bestaande uit ondersteunende faciliteiten, in te stellen. Deze worden nader toegelicht in de
tekst (paragraaf 2.1). Ook richt de MRDH zich op mogelijkheden om win-winsituaties te
creëren, bijvoorbeeld opschaling, cross-overs, synergie, hefboomwerking tot stand brengen.
Van hieruit is het logisch om zo snel mogelijk eigenaren te verbinden aan de projecten. Alles dient
erop gericht te zijn om de eigenaren vanuit het collectief 23 gemeenten en provincie te steunen om de
projecten tot uitvoering te brengen.
Dit voorstel voor de uitvoeringsstrategie loopt vooruit op het definitief vaststellen van het regionale
investeringsprogramma. Tot 14 oktober as kunnen de 23 gemeenten een zienswijze op het regionale
1
investeringsprogramma indienen. Over de reacties adviseren de bestuurscommissies EV en Va en de
adviescommissies EV en Va op 15 en 16 november a.s. De uiteindelijke besluitvorming over het
regionale investeringsprogramma is voorzien op 9 december a.s. Vanzelfsprekend zal de
uitvoeringsstrategie hierop worden aangepast.
Met de uitvoeringsstrategie beogen we:
• Onderlinge verwachtingen over de verantwoordelijkheden en rollen bij de uitvoering van het
investeringsprogramma glashelder te maken.
• Duidelijke afspraken te maken over hoe we de uitvoering en realisatie van het
investeringsprogramma willen stimuleren: vliegwielfuncties bestaande uit ondersteunende
faciliteiten, samenwerking met het rijk en interdependentie publiek – privaat.
• De inzet van de MRDH-organisatie op de uitvoering van projecten in het
investeringsprogramma te expliciteren. Hieraan ligt een prioritering van projecten ten
grondslag.
• Een systeem opzetten om de voortgang van de projecten uit het programma te kunnen volgen
en de bestuurders hierover te kunnen adviseren.
• Inzicht geven in de ambtelijke sturing op het investeringsprogramma.
1.
Helderheid over verantwoordelijkheden en rollen
Om te kunnen sturen op het programma is helderheid over bestuurlijk eigenaarschap cruciaal.
Hiervoor stellen we een aantal ‘organisatieprincipes’ voor, zijnde:
• Bestuurlijk eigenaar is in beginsel de partij die verantwoordelijk is voor het eindresultaat van
het project. Deze kan het beste overzien wat het eindresultaat moet zijn en waar de
voetangels en klemmen zitten. Veel projecten verkeren op dit moment in de initiatieffase.
Initiatiefnemers zijn vaak (primair) belanghebbende bij een project. De initiatiefnemers zullen
niet altijd in staat zijn om een project zelf tot uitvoering te brengen. Het eigenaarschap kan,
afhankelijk van de fase van het project, wisselen. Een voorbeeld hiervan is het
investeringsproject ’A13 vierde rijstrook’. Het eigenaarschap berust in eerste instantie bij de
gemeente Delft als initiatiefnemer. Dit project zal alleen tot realisatie kunnen worden gebracht
wanneer het Rijk de uitvoering op zich neemt.
• Elke project kent als regel slechts één bestuurlijke eigenaar. Bij bewezen effectiviteit zal er
sprake kunnen zijn van duo-eigenaarschap. Wel zullen er natuurlijk vaak meerdere bestuurlijk
betrokken partijen zijn.
• Bestuurlijk eigenaarschap betekent niet per definitie zelf (als enige) bekostigen. De bestuurlijk
eigenaar moet wel de bekostiging organiseren.
• Bestuurlijke eigenaren kunnen zijn:
o wethouders en burgemeesters vanuit gemeenten
o gedeputeerden vanuit de provincie
o bestuurders vanuit de EPZ (als een project door een bedrijf of instelling verbonden
aan de EPZ wordt getrokken)
o aangewezen bestuurders vanuit de bestuurscommissie EV of VA of het algemeen
bestuur (als de MRDH zelf bestuurlijk eigenaar is)
• Ieder project heeft vanuit de organisatie van de bestuurlijk eigenaar een projectleider die
ambtelijk het eerste aanspreekpunt vormt voor het betreffende project.
In bijlage 1 hebben we de projecten van het regionale investeringsprogramma ingedeeld in drie
categorieën:
A. Projecten waarvan de MRDH of de PZH bestuurlijk eigenaar zijn.
B. Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn.
C. Projecten waarvan derden (rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn.
Voor alle projecten zal uiterlijk 1 december as duidelijk moeten zijn:
• Wie bestuurlijk verantwoordelijk is.
• Wie projectmanager/-leider is.
• Tot welk resultaat het project moet leiden.
• Wanneer het resultaat bereikt moet zijn.
2
De bestuurlijk eigenaar wordt verzocht hiertoe een collegebesluit te nemen. Het voorstel voor de
aanpak van de projecten waarvan de MRDH de bestuurlijk eigenaar is zullen wij op 15 en 16
november a.s. aan de Bestuurscommissies Va en EV voorleggen. Voor projecten, die de MRDH
ondersteunt, zal nader moeten worden bepaald hoe dat precies gebeurt. De eigenaar van een project
zal moeten expliciteren welke ondersteuning nodig is. Per project komt daarvoor een voorstel, tevens
te bespreken in de vergaderingen van de Bestuurscommissies op 15 en 16 november a.s.
2.
Ondersteuning voor het gehele investeringsprogramma
Als MRDH willen we de uitvoering en realisatie van het gehele regionale investeringsprogramma
bevorderen. Daartoe richten we ‘vliegwielfaciliteiten’ in. Enerzijds gaat het om ondersteunende
faciliteiten (bijvoorbeeld beschikbaar stellen van expertise), anderzijds het vormgeven van de
samenwerking met het rijk en met bedrijven en kennisinstellingen.
Met nadruk wijzen wij er op dat elk project eigen specifieke voorzieningen vergt, bijvoorbeeld ten
aanzien van de financiering. De aard van de projecten verschilt sterk. Maatwerk is noodzakelijk.
2.1
Vliegwielfaciliteiten
De MRDH en PZH dragen zelf zorg voor de ondersteuning van de projecten waarvan zij eigenaar zijn
(categorie A). Voor projecten waar het om een groot regionaal belang gaat, maar waarvan gemeenten
of derden eigenaar zijn (categorieën B en C), willen de MRDH en PZH ondersteuning faciliteren (in
bijlage 1 is dit per project aangegeven). De MRDH stelt voor deze projecten ondersteuning
beschikbaar voor zover de personele en financiële mogelijkheden reiken. Voor de overige projecten,
waarvan gemeenten of derden eigenaar zijn (categorieën B en C) blijft de rol van de MRDH in
beginsel beperkt tot het volgen van de voortgang. Wel kunnen de projectleiders van deze projecten
gebruik maken van de generieke faciliteiten die de MRDH ter ondersteuning wil inrichten.
Het gaat om de volgende faciliteiten:
• FINANCIERING De bekostigings- en financieringsstrategie van een project vergt vaak
specifieke deskundigheid. Om een dergelijke strategie op te stellen zal de programmaorganisatie ondersteuning bieden. We zullen een nauwe relatie onderhouden met het
Nederlands Investerings Agentschap (NIA) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO). Zij hebben de projecten van het investeringsprogramma globaal geanalyseerd op
financierbaarheid. Geconcludeerd is dat de projecten zich veelal nog in de denk/ontwikkelfase bevinden. De termsheets van de projecten bevatten op dit moment nog te
weinig informatie om het marktperspectief in te kunnen schatten. Kansen liggen er wat betreft
NIA en RVO vooral bij:
o Next generation woonwijken
o Energie-infrastructuur
o Energietransitie mobiliteit
o Vernieuwing Haven Industrieel Complex
o Campussen Delft en Leiden
o Fieldlabs en proeftuinen
o Glasvezel/digital gateway.
•
EUROPA Een groep ‘Europa-deskundigen’ van de PZH, MRDH en gemeenten zal
zorgdragen dat de kansen om gebruik te maken van Europese middelen optimaal worden
benut. Zij hebben het investeringsprogramma al gescand op de mogelijkheden om EUmiddelen te verwerven. Het betreft enerzijds inspelen op de mogelijkheden die Europese
fondsen bieden, anderzijds om specifieke projecten die een demonstratiewaarde hebben voor
Europese doelen en uitdagingen.
Kansen liggen er onder andere voor:
o Mobiliteit, bijvoorbeeld Trans Europese Corridors.
o Energie, bijvoorbeeld energie-infrastructuur, energiebesparing in de gebouwde
omgeving, omslag naar ‘low carbon’ en ‘biobased economy’.
o Regionaal innovatie-ecosysteem, bijvoorbeeld fieldlabs, campussen.
3
•
PUBLIC AFFAIRS Voor het investeringsprogramma als geheel en voor afzonderlijke projecten
zal gelobbyd moeten worden naar bijvoorbeeld politieke partijen. De MRDH zal een Public
Affairs (PA)-specialist aanstellen. Deze gaat daar in samenspraak met de PA-specialisten
van de PZH, gemeenten, EPZ en daarin vertegenwoordigde bedrijven en kennisinstellingen,
invulling aan geven. De MRDH stelt samen met deze partners een public affairs
strategieagenda op. Deze zal tijdens de Bestuurscommissies van november ter bespreking
worden aangeboden.
•
TAFEL RIJK-MRDH/REGIO De primaire partners van het investeringsprogramma zijn de
MRDH, bestaande uit de 23 gemeenten, de PZH, de regio’s Holland Rijnland en Drechtsteden
en de EPZ. De betrokkenheid van het rijk bij het tot uitvoering brengen van het
investeringsprogramma is essentieel. Het gaat om partnerschap, commitment, maar zeker
ook om financiële inbreng. Rond het aanbieden van het investeringsprogramma aan ministerpresident Rutte is afgesproken om een ‘Tafel Rijk-MRDH/Regio’, ambtelijk op
DG/directeurenniveau, in te richten om de samenwerking gestalte te geven.
Aan de ‘Tafel Rijk-MRDH/Regio’ zullen de volgende gespreksonderwerpen aan de orde
komen:
o Commitment over het investeringsprogramma als geheel.
o Betrokkenheid van het rijk bij afzonderlijke projecten.
o Mogelijkheden om het niveau van de publieke investeringen op een hoger niveau te
brengen (richting Regeerakkoord 2017!).
Wat dit laatste betreft stemmen de geluiden over de lengte van de financiële polsstok op dit
moment niet optimistisch. Er is echter alle reden om juist ook op nationaal niveau het besef te
laten groeien dat investeringen noodzakelijk zijn voor het versterken van onze
concurrentiepositie. Studies van SEO en NEO Observatory laten zien dat de publieke
investeringen na de economische crisis nog (volstrekt) onvoldoende op peil zijn gebracht. Dit,
terwijl de tijd om te investeren vanwege de lage rente juist uitermate gunstig is. Een stevig
pleidooi voor meer investeren, zo mogelijk samen met de regio’s Amsterdam/Utrecht en
Eindhoven, is daarom noodzakelijk. Dit laatste zal onderdeel zijn van de te ontwikkelen public
affairs strategie.
Vanzelfsprekend zullen we ook het overleg over het Meerjarenprogramma Infrastructuur,
Ruimte en Transport (MIRT) benutten voor het inbrengen van het investeringsprogramma. Het
eerstvolgende Bestuurlijk Overleg MIRT is op 13 oktober as.
•
THEMABIJEENKOMSTEN Gebruik makend van de ervaringen met de ‘Investment Days’,
waarvan er inmiddels drie hebben plaatsgevonden, komen er thematische bijeenkomsten
waar projectleiders kennis kunnen vergaren en delen. Tijdens deze bijeenkomsten komen
specifieke vraagstukken zoals financiering aan de orde.
Voorwaarde voor het gebruik mogen maken van de faciliteiten is dat het project een bestuurlijk
eigenaar en een projectleider/-manager heeft.
2.2
Interdependentie publiek - privaat
De publieke kant van het Regionaal Investeringsprogramma is op dit moment dominant. Dat is
begrijpelijk omdat het overgrote deel van de projecten door provincie en gemeenten zijn aangedragen.
Veel projecten hebben wel een publiek-privaat karakter. Uitvoering is alleen mogelijk in nauwe
samenwerking overheden – bedrijfsleven – kennisinstellingen (‘triple helix’). In de regio is de EPZ op
dit moment het bestaande platform waar de triple helix samenwerking vorm krijgt.
De Roadmap Next Economy (RNE) zal dit najaar gereed zijn. Gewerkt wordt aan het benoemen van
projecten hierbij. Bij deze projecten is de private kant veelal dominant. Daarvoor in aanmerking
komende projecten staan al, voor zover nu bekend, in het investeringsprogramma. De verwachting is
dat er nog projecten bij zullen komen.
4
3
Trekkerschap en ondersteuning bij focusprojecten
In paragraaf 2 zijn de vliegwielfuncties vanuit de MRDH geïntroduceerd voor het
investeringsprogramma in brede zin. Alle projecten binnen het programma kunnen hier gebruik van
maken. In deze paragaaf gaan we in op de inzet van de MRDH (als trekker of ondersteuner zie bijlage
1) voor specifieke projecten binnen het investeringsprogramma genaamd focusprojecten.
Tijdens de bestuurlijke besprekingen over het investeringsprogramma is namelijk nadrukkelijk de
wens geuit om voor de uitvoering van het investeringsprogramma focus aan te brengen. Het is
onmogelijk om alle meer dan 150 in het investeringsprogramma opgenomen projecten tegelijkertijd
verder in de planvorming en de uitvoering te brengen.
Wat zijn focusprojecten?
Focusprojecten zijn projecten uit de lijst van 150 projecten met een grote regionale betekenis die in de
1
periode tot medio 2017 tot een concreet resultaat kunnen leiden . Daarnaast herkennen we ook
projecten als focusprojecten als deze van dusdanig regionaal belang zijn dat een (nadere) verkenning
of eerste actie gewenst is. Deze verkenning zal dan moeten leiden naar een go/no go-beslissing
binnen afzienbare tijd voor wat betreft de uitvoering van het project.
Net als het regionale investeringsprogramma als geheel zijn de focusprojecten niet in beton gegoten.
Als een initiatiefnemer c.q. bestuurlijk eigenaar aannemelijk maakt dat een belangrijk project in de
periode tot medio 2017 tot concreet resultaat zal kunnen leiden, zal dit project aan de lijst van
focusprojecten worden toegevoegd.
De focusprojecten zijn opgenomen in de navolgende tabel. De tabel is in feite een verbijzondering van
bijlage 1. In de eerste laag van de tabel zijn die projecten aangegeven waarbij MRDH trekker is. In de
2
tweede laag zijn de overige focusprojecten weergegeven waar de MRDH een ondersteunende rol
heeft.
In een aparte tabel zijn de focusprojecten weergegeven waar de PZH bestuurlijk trekker is. Hierbij
heeft de MRDH in sommige gevallen een ondersteunende rol*
Trekker
Projecten waarbij MRDH trekker is
Vier sporen Den Haag-Rotterdam
Schaalsprong Metropolitaan OV
Automatisch Vervoer Last Mile
Vervoer op maat
Energietransitie mobiliteit
Weginfrastructuur
Rijswijk-Delft Zuid
Delft Zuid - Schiedam
Schiedam-Rotterdam Centraal
Samenloop RandstadRail E met Zoetermeerlijn 3/4
OV plan 2040 Rotterdam eo (Ontsluiting Rotterdam Zuid)
OV plan 2040 Den Haag eo (Den Haag Binckhorst-CIDScheveningen)
Nieuwe tram infra 2024 Den Haag (Tramontsluiting
Schevingen haven)
Netwerkvisie RandstadRail Oostland (HOV Den Haag ZW
– Rijswijk – Delft + HOV Zoetermeer – Rotterdam + HOV
Delft- Oostland – Rotterdam)
Fieldlab Automatisch Vervoer
Rotterdam The Hague Airport – shuttle RandstadRail
Meijersplein
Transformatie onderkant OV
Zero emissie openbaar vervoer
Laadpalen elektrisch vervoer
Programma Aansluitingen HWN/OWN: Programma
Aansluitingen HWN/OWN: A4/N223 Den Hoorn, A4 - N470
Kruithuisweg - A13, A29/N487, A29/N217, A29/N59
Hellegatsplein, A12 / N219, A4 / N206, A20 Maasdijk, A20
Vlaardingen, A20 Maassluis Noordzijde, A20 Vlaardingen
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
1
Als een concreet resultaat beschouwen we bijvoorbeeld het instellen van een fonds, een investeringsbeslissing of een ‘schop
in de grond’.
2
Zoals eerder vermeld moet per project de ondersteunende rol in overleg met desbetreffende projectleiders nader worden
gespecificeerd.
5
West, A20 Maassluis Zuidzijde, A15 IIsselmondse Knoop,
A15 Aveling, A15 Hartelbrug, A15 Harmsenbrug (N57),
A20 Capelle a/d IJssel (m.n. afrit vanuit Terbregseplein),
Aansluiting Zoetermeer, A4 - N211 - N222 - A20
(Veilingroute), A4 Den Haag Zuid Harnaschknoop
Fietsparkeren bij OV haltes
Next generation woonwijken
Verduurzaming woningen VvE’s
Fieldlabs
Fieldlabsinfrastructuur
Transformatie kantoren
Transformatie kantoren 3
Metropolitaan Landschap
Hollandse banen
Metropolitane routes
Inpassing Viersporigheid Central Park
Focusprojecten waarbij MRDH ondersteuner is (richting medio 2017)
Next generation woonwijken
Energie-infrastructuur
Opwekking duurzame energie
Weginfrastructuur
Campus Delft
Campus Leiden
Central innovation district
Internationale ontwikkeling
Scheveningen
R’dam Innovation District
Greenports Next Step Food
Weginfrastructuur
A12 Corridor/Bleizo
Maritiem Service District
Digital gateway
Verstedelijkingsstrategie*
Wijkenaanpak
Smart Multi Commodity Grid*
Geothermie*
A4 Zuid*
Diverse deelprojecten zie bijlage 1
Diverse deelprojecten zie bijlage 1
HSD campus, Innovation centre, Museumkwartier,
Binckhorsthaven
Diverse deelprojecten zie bijlage 1
Wold food park (diverse deelprojecten zie bijlage 1)
Brienenoord/Algera/
Oeververbindingen
Multimodale ontsluiting Corridor A12 (Railterminal)
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
MRDH
PZH
Rotterdam en Den Haag
PZH
PZH
PZH
Delft
Leiden
Den Haag
Den Haag
Rotterdam
Ridderkerk
PM 4
Lansingerland
Schiedam
PM
Trekker
Focusprojecten waarbij de PZH bestuurlijk trekker is
Energie-infrastructuur
Opwekking duurzame energie
Next generation woonwijken
A12 Corridor/Bleizo
Weginfrastructuur
4.
Cluster West
Cluster Oost
Smart Multi Commodity Grid*
Geothermie*
Verstedelijkingsstrategie*
Logistieke hotspot
A4 Zuid*
PZH
PZH
PZH
PZH
PZH
PZH
PZH
Voortgang(sbewaking)
De voortgang van (de projecten van) het investeringsprogramma is voor iedereen te volgen via de
website www.investeringsprogramma.nl. De MRDH beheert deze website. De eigenaren van de
projecten zijn zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van adequate informatie.
De AB’s van MRDH, Drechtsteden en Holland Rijnland, GS, de bestuurscommissies en
adviescommissies EV en Va van de MRDH zullen in de reguliere vergaderingen over relevante
ontwikkelingen op de hoogte worden gehouden.
In de EPZ, waarin al deze partijen vertegenwoordigd zijn, worden, samen met de bestuurders van
bedrijven en kennisinstellingen, de voortgang en strategische kansen, dilemma’s en knelpunten
besproken en geadresseerd. Dit gebeurt minimaal 1 keer per jaar.
Eenmaal per jaar organiseren we een ‘special’ om samen met alle betrokken partijen de balans op te
kunnen maken. De eerste keer zal in juli 2017 zijn als we een jaar onderweg zijn.
3
De MRDH is trekker voor het netwerk van gemeenten en provincie rond het onderwerp Transformatie kantoren. Bij individuele
projecten (gebiedsontwikkelingen) zijn gemeenten zelf trekker.
4
Er zal door de MRDH een overleg worden georganiseerd met o.a. Rotterdam, Ridderkerk, Capelle aan den
IJssel en Krimpen aan den IJssel over alle oeververbindingen. Doel van dit overleg is om te komen tot een
gezamenlijk beeld en strategie.
6
5.
Ambtelijke sturing
De ambtelijke sturing op het investeringsprogramma vindt plaats door:
• Investment Board
Deze wordt voorgezeten door de SG MRDH. Tevens maken hier deel vanuit de SecretarisDirecteur van de PZH en Directeuren van de gemeenten Rotterdam, Den Haag en van de
MRDH. De Investment Board stuurt op:
o Succesvol ten uitvoer brengen van het investeringsprogramma als geheel.
o Daar waar nodig en zinvol, stimuleren van de voortgang van afzonderlijke projecten.
o Zorgdragen dat de ondersteunende faciliteiten voor het investeringsprogramma goed
functioneren.
o Samenwerking met het rijk.
o Interdependentie publiek - privaat.
De Investment Board vergadert eenmaal per maand.
• Kernteam
Dit bestaat uit vertegenwoordigers van MRDH (EV en Va), PZH, EPZ, regio’s Holland Rijnland
en Drechtsteden, Rotterdam en Den Haag. Het kernteam heeft de volgende taken:
o Up to date houden van de website www.investeringsprogramma.nl, gebruik makend
van de inbreng van de gemeentelijke contactpersonen.
o Opstellen van rapportages over de voortgang van het investeringsprogramma en
signaleren van kansen, dilemma’s en knelpunten.
o Organiseren van de ondersteuning van de daarvoor in aanmerking komende
projecten.
Het kernteam komt maandelijks bijeen.
Voorgesteld besluit aan de bestuurscommissies van 21 resp. 22 september jl.
Akkoord gaan, lopende de zienswijzeprocedure voor het regionale investeringsprogramma, met:
1.
Het indelen van projecten van het regionale investeringsprogramma in de
categorieën:
A.
Projecten waarvan MRDH of PZH bestuurlijk eigenaar zijn.
B.
Projecten waarvan gemeenten bestuurlijk eigenaar zijn.
C.
Projecten waarvan derden (Rijk, bedrijven etc.) bestuurlijk eigenaar zijn.
2.
De verantwoordelijkheids-/rolverdeling van de projecten zoals opgenomen in bijlage 1
behorende bij deze notitie ‘Uitvoering regionale investeringsprogramma’.
3.
De bestuurlijk eigenaren van de projecten te verzoeken uiterlijk 1 december 2016 met een
collegebesluit aan te geven wie bestuurlijk verantwoordelijk is, wie projectmanager/-leider is
en welk resultaat wanneer bereikt moet worden.
4.
De voorgestelde keuze van de focusprojecten/projecten waar de MRDH-organisatie extra
inzet op pleegt.
5.
Het informeren over relevante ontwikkelen betreffende de uitvoering van het regionale
investeringsprogramma in de reguliere vergaderingen van de bestuurlijke gremia (algemeen
bestuur en bestuurscommissies) en eenmaal per jaar een ‘special’ te organiseren om de
balans op te maken.
6.
De bovengenoemde besluiten (1 t/m 5) ter definitieve accordering voor te leggen aan het
algemeen bestuur van 9 december 2016.
7
8