rob van arnhem, categoriemanager

Download Report

Transcript rob van arnhem, categoriemanager

ROB VAN ARNHEM, CATEGORIEMANAGER
BEDRIJFSKLEDING RIJKSOVERHEID:
‘Door duurzame
inkoop ontstaan
nieuwe
toeleverings­
netwerken’
14
DEAL! 8 - 2016
Luitenant-kolonel Rob van Arnhem is op een missie. Een vredesmissie
welteverstaan: verregaande verduurzaming van de inkoop van
rijkskleding. Daarvoor worden alle wapens ingezet.” Prijs telt binnen een
paar jaar voor minder dan 50 procent mee.”
K
tekst: Freek Andriesse foto’s: ministerie van Defensie
“Kijk”, zegt een enthousiaste luitenant-kolonel Rob
van Arnhem, terwijl hij tussen de lange rijen kledingrekken door loopt. “De uniformen van het Garderegiment Grenadiers en Jagers en daarnaast die van
het Regiment van Heutsz. En hier het uniform van de
Gele Rijders.” Hij pakt het overdadig met gouddraad
bestikte jasje voorzichtig uit het rek. “Puur gouddraad.
Een jasje en broek kosten rond de 10.000 euro. Het
zou te kostbaar zijn ze in veel maten te hebben, daarom
zoeken we de man of vrouw die past bij het pak.” Het
is bijna Prinsjesdag en dan komen bussen vol militairen
kleding passen in Soesterberg. Hier wordt niet alleen
alle ceremoniële militaire kleding – onder geconditioneerde omstandigheden – bewaard, maar dit is ook
de plek waar de circa 60.000 Nederlandse beroepsmilitairen hun eerste kledingpakket krijgen en waar via
de webwinkel van het ministerie van Defensie bestelde
kledingsstukken worden geleverd en retouren worden
afgehandeld.
Van Arnhem is categoriemanager Bedrijfskleding
Rijksoverheid. Hij koopt met een opmerkelijk klein
team (zie kader) alle bedrijfskleding in voor de hele
Rijksoverheid, wat neerkomt op een jaarlijkse spend
van circa 20 miljoen euro. Behalve dan de gevechtskleding voor defensie, waar jaarlijks ook ongeveer 20 miljoen euro in omgaat. Zijn inkoopportefeuille is breed:
van de toga voor een rechter tot het bekende hoedje
met veertje voor de boswachter, en van de overall voor
de monteur bij defensie tot de uniformen van douanebeambtes en gevangenenbewaarders. En hij is op een
missie: verduurzaming van de kledinginkoop voor de
circa 25.000 rijksambtenaren met een kledingpakket.
En dan gaat het niet over de ceremoniële kleding, want
die gaat wel een halve eeuw mee, maar vooral over de
dagelijkse bedrijfskleding die wordt verbruikt in plaats
van gebruikt.
Van Arnhem (1962) volgde na de middelbare school
de KMA. Binnen defensie had hij vele en heel uiteenlopende banen. Zo was hij onder meer directeur operations van de cateringorganisatie. Aan zijn werkgever
heeft hij naar eigen zeggen veel te danken. Deze baan
bijvoorbeeld, die “een heerlijke drive heeft omdat er zo
veel verbeterd kan worden in het voordeel van planeet
en mens”. Voor alle achttien entiteiten binnen de Rijksoverheid
koopt hij de bedrijfskleding in. En diezelfde Rijksoverheid wil
via inkoop ook duurzaamheid en innovatie bevorderen en het
mkb een kans geven. Bijzonder duurzaam, laat staan circulair,
sprong de Rijksoverheid voorheen niet om met bedrijfskleding.
Die werd bij wisseling van functie, pensioen, overlijden of omruil weggegooid of gecertificeerd verbrand. In 2005 werd een
voorzichtige eerste stap gezet door de ingenomen kleding bij
een sociale werkplaats in Zeist te laten inspecteren en sorteren.
Alles wat niet bruikbaar is, wordt daar onherkenbaar gemaakt
“Er is geen weg meer terug; met
de niet-circulaire economie is het
einde van deze planeet in zicht”
dan wel gesorteerd en in stukken geknipt en aangeboden voor
recycling. Bijna niets wordt meer verbrand, iets wat alleen al een
half miljoen euro per jaar aan verbrandingskosten scheelt. Wat
nog wel bruikbaar is, wordt – eventueel na reparatie en wassen
– opnieuw verpakt en als nieuw verstrekt. Dit scheelt defensie
12 miljoen euro per jaar op de inkoop van kleding. Begin volgend jaar moet het hele Rijk op deze retourstroom zijn aangesloten. Voor de sociale werkplaats in kwestie betekent het dat
straks tweemaal zo veel mensen met een arbeidsbeperking aan
de slag zijn.
U bent nogal kritisch over de manier waarop overheden
inkopen. Waarom?
“Gunstige uitzonderingen daargelaten, wordt vooral op prijs ingekocht. Daar komt bij dat aanbestedende diensten steeds meer
verlangen van de markt. Voor kleding is dat bijvoorbeeld recycling, kleding innemen en waterbesparing realiseren. Resultaat
was dat er steeds minder inschrijvers waren bij aanbesteding van
rijkskleding en we onvoldoende concurrentie konden stellen.”
De overheid is toch altijd een goede klant, zou je
zeggen?
“De markt vond de inschrijvingstrajecten te kort en te ondoorzichtig en de gunningscriteria te eenzijdig op de laagste prijs gericht. Bedrijven willen best innoveren en verduurzamen, maar
dan moet je ze niet twee maanden van tevoren onaangenaam
verrassen via TenderNed. En elk overheidsorgaan stelde zijn à
DEAL! 8 - 2016
15
eigen eisen ten aanzien van verduurzaming. Verduurzaming
wordt bij de leverancier neergelegd, zodat de overheid kan
zeggen iets aan MVO te doen. Dat wringt bij leveranciers.”
Waardoor zijn voor de inkoopcategorie kleding nu wel
weer meer inschrijvers?
“Samen met mijn interne klanten bij de Rijksoverheid en na
uitgebreide consultatie van de toeleveringsmarkt heb ik een categorieplan opgesteld. De visie in dit plan delen we met de markt.
Toeleveranciers weten dat we een spend van rond de 100 miljoen hebben de komende vijf jaar en wanneer welk contract op
de markt komt. In het categorieplan kan je ook lezen dat de prijs
bij gunning uiterlijk in 2020 minder dan 50 procent meeweegt
en duurzaamheidscriteria voor meer dan 50 procent. Met deze
informatie kunnen toeleveranciers innoveren en investeren in
verduurzaming. En dit werkt: we hebben niet alleen meer inschrijvers, maar onder hen ook partijen waar we nog nooit van
hadden gehoord.”
U heeft een pilot gedaan waarbij de toeleveringsmarkt
is gevraagd een bepaald percentage gerecyclede
content te verwerken. Hoe is dat verlopen?
“Op het moment dat we dat vroegen, was de markt daartoe niet
in staat. Toeleveranciers moesten spinnerijen benaderen. Langzaam maar zeker zijn nieuwe netwerken ontstaan. We zijn gestart
met overalls en handdoeken, waar we minimaal 10 procent gerecyclede content in wilden zien. Gedachte was dat het voor defensie niet-risicovolle producten zijn, die je ook bij andere overheden kunt gebruiken. Het heeft lang geduurd, maar de pilot is
succesvol gebleken: we kopen nu handdoeken in met circa 36
procent gebruikte kledingvezels. Alle aanbestedingsdocumenten
“Verduurzaming wordt bij de
leverancier neergelegd, zodat
de overheid kan zeggen iets
aan MVO te doen”
16
het uit te voeren, ook voor mijn opvolger. Los hiervan is er geen
weg meer terug. Met de niet-circulaire economie is het einde van
deze planeet in zicht.”
Het grootste deel van de ingekochte kleding komt nu
nog uit Azië. Bijzonder maatschappelijk verantwoord
wordt daar niet geproduceerd. Hoe weet u dat rijkskleding niet door kinderhandjes is gemaakt?
“Kinderarbeid mag volgens de rijksinkoopvoorwaarden niet zijn
ingezet bij de productie. Maar uit te sluiten is het niet. Het blijft
een risico, omdat het productieproces nog niet volledig traceerbaar is. De hele keten moet zuiver zijn. Daarom is het convenant
van minister Ploumen met de kledingbranche en ngo’s zo goed.
Ngo’s controleren nu op productielocaties in belangrijke landen
van herkomst als Bangladesh en rapporteren hun bevindingen.”
en het programma van eisen liggen nu bij PIANOo, waar ze worden vertaald voor lagere overheden. Zo hopen we de vraag naar
dit soort duurzame textielproducten verder aan te wakkeren.”
Ziet u qua land van herkomst verschuivingen in de
supply base door het accent dat u nu legt op verduurzaming en maatschappelijk verantwoord ondernemen?
“Ja. Er ontstaan niet alleen nieuwe netwerken, bijvoorbeeld van
kledingproducenten en spinners, maar ze ontwikkelen zich ook
dichter bij de vraag. Het is per slot van rekening aanzienlijk makkelijker om in je eigen taal, dicht bij huis innovatienetwerken te
vormen dan aan de andere kant van de wereld.”
U heeft deze baan voor een periode van vier jaar. Zijn
leveranciers bij een opvolger met minder groen bloed
weer terug bij af?
“Het categorieplan is opgesteld voor de periode 2015-2020 en
interdepartementaal goedgekeurd. Er is dus een mandaat om
Een van de uitdagingen is het verkrijgen van meer
inkoopmassa. U koopt al in voor alle entiteiten van de
Rijksoverheid. Zijn er nog andere mogelijkheden?
“Jazeker. Denk aan de 60.000 geüniformeerde politiemensen en
28.000 brandweermensen. We zijn in gesprek. Het is voor mij
DEAL! 8 - 2016
KLEDINGINKOOP DOOR HET RIJK
Het Rijk koopt jaarlijks voor circa 10 miljard euro in. In de
categorie bedrijfskleding voor de Rijksoverheid gaat per
jaar zo’n 22 miljoen euro om. Het betreft kleding voor onder
meer Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer, Dienst Justitiële
Inrichtingen en Defensie (exclusief de gevechtskleding die
door het ministerie van Defensie zelf wordt ingekocht, circa
20 miljoen euro). De inkooporganisatie voor de bedrijfskleding voor het Rijk is compact. Naast categoriemanager Van
Arnhem bestaat die uit een gespecialiseerde inkoper die de
contracten afsluit en managet, een systeemspecialist die
de programma’s van eisen opstelt en de kwaliteit bewaakt,
en een MVO-adviseur. Dit team koopt de bedrijfskleding in
voor zo’n 25.000 rijksambtenaren. Van Arnhem en zijn team
staan op de loonlijst van defensie en houden zich louter en
alleen bezig met kledinginkoop. Dit in tegenstelling tot de
inkopers bij de diverse Inkoop Uitvoeringscentra (IUC) van
de Rijksoverheid. Veel van de categoriemanagers moeten
volgens Van Arnhem “vechten om capaciteit, waarbij het
vervolgens afwachten is of tijdens de inkoop de visie van de
betreffende categoriemanager wordt gevolgd”.
geen vraag óf we gaan samenwerken, maar wanneer. Hier liggen
grote synergiemogelijkheden, maar de tijd is nog niet rijp voor
samenwerken omdat de politie midden in een grote reorganisatie
zit. Massa is kassa, maar vooropstaat dat je samenwerkt vanuit
een zelfde visie en transparantie naar de markt en ook rekening
houdt met het midden- en kleinbedrijf. De kracht van samenwerking is professionele inkoop. De markt moet goed weten wat
we willen. Nu is daar eigenlijk nog maar nauwelijks sprake van.
De overheidsinkoop is enorm versnipperd en iedereen heeft zijn
eigen speeltjes. De toeleveringsmarkt begrijpt daar niets van. Ik
hoop dat we nu zover zijn dat de markt in elk geval de Rijksoverheid begrijpt.”
24 november is de jaarlijkse dag voor leveranciers van
de kleding voor het Rijk. Wat is uw boodschap aan
handelaren, spinners, inkopers en afvalinzamelaars?
“Ik ga onder meer vertellen hoe we volgend jaar een aanzienlijk
grotere stroom aan reststoffen in de markt gaan zetten. Alle defensiekleding die geen tweede leven als kleding meer kan krijgen,
wordt nu in de sociale werkplaats verknipt en gaat naar Reshare,
de commerciële tak van het Leger des Heils. Reshare zoekt vervolgens afnemers voor het materiaal. Een fraaie toepassing is het
gebruik van vezels van defensietextiel in dekens. Het Leger des
Heils heeft bijvoorbeeld tienduizend van die dekens geschonken aan vluchtelingen in Zuid-Europa. Volgend jaar is de complete Rijksoverheid aangesloten op de kledingretourstroom. We
hebben dan een groter volume en dat is aantrekkelijker voor de
recyclingmarkt. Daar komt bij dat het contract met Reshare in
maart volgend jaar afloopt en er dus een openbare aanbesteding
zal plaatsvinden.”
“De overheidsinkoop
is enorm versnipperd
en iedereen heeft zijn
eigen speeltjes”
CIRCULAIRE ECONOMIE
VOOR KLEDING NOG VER WEG
Textiel vormt 5 procent van alle afval. In Nederland wordt
jaarlijks ruim 135 miljoen kilo textiel (vooral kleding)
ingezameld. Dat gebeurt hoofdzakelijk door gemeenten.
Ongeveer een derde deel daarvan krijgt een tweede leven
als kledingstuk, een derde deel wordt verwerkt tot onder
meer poetslappen en isolatiemateriaal voor autodeuren,
en het resterende deel is een goedkope brandstof voor
energiecentrales. Maar heel weinig bedrijven investeren in
retourlogistiek en -verwerking omdat kleding zeer goedkoop in – vooral – Azië wordt gemaakt: een katoenen T-shirt
van redelijke kwaliteit kost inkoop 1,50 euro. Aan zo’n shirt
hangt echter wel een fors maatschappelijk prijskaartje.
Voor het produceren van één T-shirt is alleen al zo’n 2500
liter water nodig. En dan hebben we het nog niet over de
kinderarbeid, de over het algemeen slechte arbeidsomstandigheden en de vervuiling van oppervlaktewater.
Vorig jaar heeft u tijdens de Dutch Design Week
modeontwerpers uitgedaagd om een businessmodel
te maken voor toepassing van onherkenbaar gemaakte
defensiekleding. Komt de designwereld al in beweging?
“Langzaam maar zeker. Zo is er een bedrijf dat van vezels van
gebruikte gevechtskleding wandversiering maakt. Goed nieuws
is ook dat ontwerper van exclusieve tassen Omar Munie zijn
wintercollectie gaat maken met gerecycled materiaal van defensiekleding. Als het zover is, gaan we natuurlijk zo’n designtas
aanbieden aan een van de bewindslieden.”
Uw ideaalbeeld is defensiekleding die voor 100 procent
bestaat uit gerecycled materiaal. Over ruim vier jaar
mag u met pensioen. Zal uw laatste uniform van
gerecycled materiaal zijn?
“Dat is misschien wat te kort dag. De techniek voor het
maken van virgin-vezels uit bestaand materiaal moet verbeteren. De techniek is de grootste barrière. Je ziet wel dat die techniek nu stappen voorwaarts maakt. Onder meer het chemisch
recyclen is kansrijk, maar kan nog slechts in een laboratoriumopstelling.ӣ
DEAL! 8 - 2016
17