bijgewerkte Vragen en Antwoorden over fosfaatrechten

Download Report

Transcript bijgewerkte Vragen en Antwoorden over fosfaatrechten

Vraag en antwoord introductie fosfaatrechten / behoud van derogatie (21-10-16)
1. Waarom stelt de Staatssecretaris voor om fosfaatrechten pas in 2018 in te voeren
i.p.v. in 2017?
Het invoeren van fosfaatrechten per 1 januari 2017 wordt door de Europese
Commissie gezien als ongeoorloofde staatssteun. De Commissie is van mening dat
Nederland in 2017 nog in overtreding is van een bestaande Europese norm (het
fosfaatplafond) en wil geen goedkeuring geven aan het wetsvoorstel. Van staatssteun
is sprake omdat de fosfaatrechten ‘gratis’ worden uitgedeeld en door de
verhandelbaarheid een waarde krijgen.
Staatssteun is alleen geoorloofd als er geen EU-norm wordt overschreden. Door de
overschrijding van het fosfaatplafond voldoet Nederland hier niet aan. Nederland
moet er daarom voor zorgen dat op het moment van invoeren van de fosfaatrechten
het fosfaatplafond niet wordt overschreden. Om de goedkeuring van Brussel te
kunnen krijgen voor het wetsvoorstel is daarom door staatssecretaris Van Dam
besloten om het wetsvoorstel in 2018 in te voeren. Door toepassing van de generieke
korting komt dan het aantal uit te delen fosfaatrechten niet boven het fosfaatplafond.
Het terugdraaien van de verhandelbaarheid van rechten is in deze fase van het
proces juridisch gezien niet meer mogelijk.
2. Is het definitief dat fosfaatrechten niet per 1 januari 2017 worden ingevoerd? Ook niet
als Kamerleden via amendementen het voorstel wijzigen?
Door de Nota van Wijziging is de ingangsdatum van het wetsvoorstel inmiddels
gewijzigd. Daardoor is inwerkingtreding per 1 januari 2017 niet meer te verwachten.
Het is hoogst ongebruikelijk dat via het indienen van een amendement zoiets
fundamenteels als een ingangsdatum wordt gewijzigd.
3. Blijft de peildatum 2 juli 2015 staan?
Ja, het wetsvoorstel gaat nog steeds uit van de peildatum van 2 juli 2015.
4. Wat is de relatie tussen introductie van fosfaatrechten en derogatie?
In de officiële goedkeuring van de Europese Commissie voor de derogatie
(derogatiebeschikking) zijn een aantal afspraken vastgelegd die over de
mestproductie gaan. Zo moet de Nederlandse overheid zorgen dat de nationale
mestproductie (stikstof&fosfor) niet hoger is dan in 2002. Sinds 2015 wordt het
nationale fosfaatplafond overschreden en daarom worden er fosfaatrechten in de
melkveehouderij ingevoerd om te zorgen dat de fosfaatproductie weer onder dit
plafond komt. Nu de fosfaatrechten later ingaan is het risico groot dat de derogatie
niet verlengd wordt.
5. Wat zijn de mogelijkheden om derogatie toch te behouden?
De fosfaatrechten zorgen in 2017 niet meer voor een daling van de mestproductie.
Daarom eist de Europese Commissie dat Nederland een overtuigend pakket
presenteert waarmee de fosfaatproductie in 2017 wordt gereduceerd. Dat pakket
moet ervoor zorgen dat Nederland eind 2017 weer aan de verplichtingen voldoet.
Staatssecretaris Van Dam kijkt hiervoor nadrukkelijk naar de betrokken sectorpartijen.
om een overtuigende daling van de fosfaatproductie in 2017 te realiseren.
6. Wat zijn de gevolgen voor een individueel bedrijf als de derogatie vervalt?
Dat is uiteraard sterk afhankelijk van de bedrijfskenmerken. Over het algemeen kan
gesteld worden dat er veel minder rundveedrijfmest op eigen grond geplaatst kan
worden. Iedere melkveehouder die mest af moet voeren zal dat effect merken in een
forse verhoging van de afzetkosten. Daarnaast zal er meer mest verwerkt moeten
worden. Het huidige mestoverschot is ongeveer even groot als de
mestverwerkingscapaciteit. Dat betekent ook dat een flink deel van de
overschotsmest niet geplaatst kan worden, waardoor bedrijven die het niet kwijt
kunnen zullen moeten inkrimpen. Tenslotte nemen ook de kunstmestkosten toe
omdat de afgevoerde stikstof in drijfmest gecompenseerd moet worden door
kunstmeststikstof om eenzelfde gewasopbrengst mogelijk te maken.
7. Wanneer wordt de generieke korting nu toegepast en wordt deze korting groter?
De generieke korting wordt toegepast op het moment dat de fosfaatrechten
toegekend worden in 2018. Dat betekent dat een bedrijf een hoeveelheid
fosfaatrechten krijgt toegewezen op basis van 2 juli 2015 minus de generieke korting.
8. Hoeveel dieren mag ik houden in 2017?
Melkveehouders met een fosfaatoverschot hebben allereerst te maken met de
mestverwerkingsplicht. Afhankelijk van de regio moet een gedeelte van het overschot
worden verwerkt. Daarnaast is de melkveewet van kracht sinds 2015 en sinds dit jaar
de AMvB grondgebondenheid. Bedrijven waarvan het melkveefosfaatoverschot
gegroeid is ten opzichte van hun melkveefosfaatreferentie 2013 moeten dit
verwerken. Afhankelijk van de intensiteit van het bedrijf en hoeveel groei na 2014
heeft plaatsgevonden bedraagt die verplichte verwerking resp. 100%, 75% of 50%.
Voor het resterende deel van het overschot moet plaatsingsruimte geregeld worden.
Ook zullen bedrijven die minder plaatsingsruimte hebben op grond ten opzichte van
2014, dat volledig moeten compenseren door nieuwe grond te verwerven.
9. Ik heb gewacht met beëindigen van mijn bedrijf tot invoering fosfaatrechten. Wat nu?
Als er op 2 juli 2015 melkvee (diercat. 100,101,102) aanwezig was op het bedrijf,
krijgt u in principe fosfaatrechten toegekend. Voorwaarde is wel dat uw bedrijf nog
geregistreerd staat bij RVO op het moment dat de wet ingaat. Hebt u in de tussentijd
uw bedrijf (gedeeltelijk) overgedragen, dan is het mogelijk om deze overdracht te
melden bij RVO zodat degene die uw bedrijf heeft overgenomen ook de
fosfaatrechten bij kan laten schrijven.
10. Wanneer wordt duidelijkheid verwacht over hoe het nu verder gaat?
Het is de verwachting dat binnen nu en een paar weken duidelijk wordt of er een
oplossing is te vinden voor het probleem voor 2017 wat nu is ontstaan. In die periode
zal de Tweede Kamer ook besluiten of zij de gewijzigde wet in behandeling neemt.