Transcript Michazondag

“Michazondag”
Elk jaar wordt er wereldwijd door kerken op een vastgestelde zondag stilgestaan bij onderwerpen als
armoede en ongerechtigheid. Dat gebeurt aan de hand van Micha 6:8, waarin God drie concrete
opdrachten geeft.
Toen Micha deze opdracht uitsprak, was de situatie in het Koninkrijk Juda in elk opzicht compleet uit
de hand gelopen. Rechters lieten zich omkopen en de hooggeplaatsten konden daar goed mee leven.
Profeten spraken niet namens God, maar lieten zich in met waarzeggerij. Zij meenden ook nog
onaantastbaar te zijn.
De gevolgen van deze maatschappelijke en geestelijke misleiding waren enorm. Het zorgde ervoor
dat de samenleving van God los raakte en bood vruchtbare grond aan corruptie en criminaliteit.
Micha schetst het volgende beeld van de omstandigheden:
 Er zijn mensen die rijkdommen bezitten die zij oneerlijk hebben verkregen
 Handelaren zijn corrupt en gebruiken onzuivere weegschalen en sjoemelen met gewichten
 Rijken zijn gewelddadig
 Inwoners liegen er op los
 Iedereen probeert de ander in de val te laten lopen
 Het begrip “trouw” heeft geen betekenis meer.
Deze Israëlieten zouden anderen door hun gedrag jaloers moeten maken en hen aanzetten om ook
bij God te horen. In plaats daarvan werden er vraagtekens bij God gezet.
Het werd tijd dat het volk op al die gebieden schoon schip zou maken. De afgoderij, immoraliteit en
het onrecht zou verdwijnen als het ingewisseld werd door recht, trouw en nederige navolging van de
weg die God wijst. God wil een complete gedragsverandering.
Recht
Om recht te kunnen doen, moeten prioriteiten op de juiste wijze gesteld worden. Dit heeft te maken
met de plaats die God in je leven heeft en met de manier waarop je met anderen omgaat. Mensen
die zich in een zwakke positie bevinden, mogen niet aan hun lot overgelaten worden, maar moeten
geholpen worden. Vreemdelingen mogen niet onderdrukt worden, maar moeten liefdevol behandeld
worden. Weduwen en wezen mogen niet uitgebuit worden, maar moeten geholpen worden. God
vindt dat het recht doen aan deze zwakkeren pure godsdienst is. Wat voor onaanzienlijke mensen
gedaan is, ziet God als iets dat voor hem is gedaan.
De hulp die God jou geeft, ziet hij niet alleen als hulp, maar ook als voorbeeld dat nagevolgd moet
worden. De Israëlieten leefden als vreemdelingen in Egypte en werden door God bevrijdt. God
verlangde van zijn volk invoelingsvermogen en hulp aan vreemdelingen. Dit principe wordt door
Jezus herhaald: wie iets vrij gescholden heeft gekregen, mag een ander niet afknijpen. (Lees Matth
18:23-35)
Niemand verdient het om door God geaccepteerd te worden. Toch heeft hij het mogelijk gemaakt
om bij hem te kunnen horen. Jezus vervult daarin de sleutelrol. Doordat er een last van ons is
afgevallen, zijn wij als nieuwe mensen geworden. Wij moeten nu onze keuzes maken zoals God dat
wil. Dat vraagt wel om een gedragsverandering.
Om over na te denken:
 Wat zegt het over ons dat wij jaarlijks een Michazondag houden?
 Op welke manier kun jij iets tegen onrecht doen?
Trouw
Tegenover de leugenachtigheid die in de tijd van Micha hoogtij vierde, stelt God dat mensen trouw
moeten zijn. Deze betrouwbaarheid maakt de verschillende relaties weer solide, waardoor je erop
kunt bouwen. Ook hier wordt een gedragsverandering verwacht.
God is trouw, het is een van zijn eigenschappen. Wanneer je God steeds meer leert kennen, weet je
dat hij onwankelbaar is. Je kunt blindelings op hem vertrouwen, ook bij tegenslagen.
De trouw die God toont, wil hij ook in ons leven terugzien. Dat is mogelijk wanneer je keuzes en
toezeggingen op zijn trouw baseert en je deze wilt weerspiegelen. De keuze om ook trouw te zijn,
komt dan in een ander daglicht te staan. Je hoeft niet eigen kracht te proberen trouw te zijn: God
geeft ons daar de mogelijkheid voor.
Van de eerste groep christenen werd over hun trouw, die zij op verschillende gebieden hadden,
gesproken. Hun trouw werd gezien. Het viel op: zij wilden steeds opnieuw over God leren, waren
vasthoudend in het gebed, bezochten dagelijks de tempel en kwamen steeds bij elkaar over de vloer
om samen te eten en het avondmaal te houden.
Trouw is geen momentopname. Trouw is doorgaan tot het einde, net als een atleet die doorgaat tot
de finish.
Om over na te denken:
 Wat betekent het voor jou dat God trouw is?
 Wanneer heb jij dat in jouw leven ervaren?
 Hoe kun jij aan God en anderen trouw zijn?
Nederig Gods weg gaan
In de tijd die Micha beschrijft, was nederigheid ver te zoeken. De onderlinge verhoudingen waren erg
verziekt. Van nederigheid in de relatie met God was nog minder sprak, terwijl dit juist de basis moet
zijn waar al het overige uit voort moet komen. Er was een ingrijpende gedragsverandering nodig.
Wie nederig is, staat open voor de aanwijzingen die God geeft. Henoch was iemand van wie gezegd
werd dat hij met God wandelde. Dat deed hij door in nauwe verbondenheid met hem te leven. Dat
deed God plezier. Het gevolg was dat hij een van de weinige mensen werd die niet hoefde te sterven,
maar wel bij God wel opgenomen. Ook van anderen zegt de Bijbel dat zij in nauwe verbondenheid
met God leefden. Abram was een van hen. Toen hij negenennegentig jaar oud was, stelde God zich
aan hem voor. Abram werd voor de keuze gesteld om in verbondenheid met God een onberispelijk
leven te leiden. God had grote plannen met hem en dat vroeg een afhankelijke houding van de man
die later stamvader van verscheiden volken zou worden. Paulus, de apostel en gemeentestichter,
schrijft over zichzelf dat hij dat hij in nauwe verbondenheid met God leeft. Hij liet zich door de Heilige
Geest aansturen. Gods Geest kon hem daardoor duidelijk maakte wat hij van Paulus verlangde.
Nederige mensen laten zich sturen. Jezus gaf het voorbeeld. Hij kwam om te dienen, trad op tegen
verkeerde praktijken en sprak mensen aan op hypocriet gedrag, gaf mensen met een uitzichtloos
bestaan een nieuwe toekomst, reageerde niet op valse aantijgingen en aanvaardde weg die hij moest
gaan, waardoor mensen eeuwig bij God kunnen horen.
Om over na te denken:
 Hoe zorg jij ervoor dat jij in nauwe verbondenheid de weg van God blijft volgen?
 Wat betekent dit voor jouw eigen omgang met God?
 Welke uitwerking heeft dat op het leven van andere mensen?