PBK Bericht, 3e kwartaal 2016

Download Report

Transcript PBK Bericht, 3e kwartaal 2016

Webartikel
PBK bericht
3e kwartaal 2016
Toelichting op de cijfers
Bijlage bij het artikel PBK bericht 3e kwartaal 2016
Oktober 2016
CBS | Webartikel, Oktober 2016 1
Inhoud
1. Algemeen 3
2. Prijsindex Bestaande Koopwoningen (PBK) 4
3. Aantal verkochte woningen 5
4. Koopgeneigdheid 6
5. Hypotheekrente 7
6. Regelgeving 8
7. Aanbodtijd 9
8. Aantal te koop staande woningen 10
9. Vraagprijs per vierkante meter 11
CBS | Webartikel, Oktober 2016 2
1. Algemeen
In dit document wordt een toelichting gegeven op de statistieken die in de gepresenteerde
figuur in het artikel ‘PBK bericht 3e kwartaal 2016’ worden gebruikt (gepubliceerd op
21 oktober 2016).
De figuur, waar ook naar verwezen wordt als ‘de bloem’, bevat cijfers die betrekking hebben
op het 3e kwartaal van 2016. In de meeste gevallen is er gekozen voor een mutatie ten
opzichte van het 3e kwartaal van 2015. In een enkel geval, bij de hypotheekrente, is er
gekozen om het verschil tussen deze twee perioden weer te geven in procentpunten. Bij
de weergave in procentpunten wordt de absolute verandering tussen twee percentages
weergegeven. In een dergelijk geval wordt bijvoorbeeld de mutatie van 2 naar 3 procent
weergegeven als 1 procentpunt (en niet als een mutatie van 50 procent).
Sommige statistieken zijn in het artikel exact weergeven zoals deze zijn gepubliceerd op
StatLine. Bij deze statistieken is in de komende hoofdstukken een algemene toelichting
gegeven van de statistiek met een link naar de Statline-tabel.
Voor enkele andere statistieken geldt dat er een bewerking is gemaakt ten opzichte van de
publicatie op StatLine. In de meeste gevallen betreft dit een berekening van de mutatie,
waar op StatLine alleen het cijfer voor de betreffende periode is gegeven. In deze gevallen is
er in het hoofdstuk een maatwerktabel gepresenteerd met een link naar de cijfers waar de
berekeningen op gebaseerd zijn. Deze maatwerktabellen zijn alleen te vinden in dit document
en zijn niet elders gepubliceerd.
Huizenmarktbloem 3e kwartaal 2016
+20,0%
2
rm
Aan
–5,
bod
tijd
6%
Verhogend effect op de prijzen
el
Reg
gev
%-pu
rente
theek
Hypo
–27,8
+5,6%
nt
d
op
l t e ko
Aanta woningen
de
staan
%
Prijzen bestaande
koopwoningen
–0,32
%
,3
pe
ei
Vr
a
dh
ag
ig
pr
ijs
+2
ne
%
ge
,8
op
22
Ko
Aantal verkochte
woningen
ing
–
Verlagend effect op de prijzen
Bron: CBS, Kadaster, DNB.
Mutaties t.o.v. 3e kwartaal 2015
CBS | Webartikel, Oktober 2016 3
In het derde kwartaal van 2016 waren bestaande koopwoningen gemiddeld 5,6 procent
duurder dan een jaar eerder. Bijna alle factoren in de zogenoemde huizenmarktbloem
hebben deze periode een prijsverhogend effect.
In de huizenmarktbloem zijn een aantal factoren weergegeven die de prijsontwikkeling van
koopwoningen kunnen beïnvloeden. In het derde kwartaal stonden er minder woningen
te koop, daalde de hypotheekrente verder, nam de koopgeneigdheid toe en zijn er bijna
een kwart meer huizen verkocht dan een jaar geleden. Normaal gesproken heeft dit een
verhogend effect op de huizenprijzen.
Daarnaast lag de vraagprijs per vierkante meter van woningen in het derde kwartaal
2,3 procent hoger dan een jaar eerder.
Daartegenover staat dat in 2016 de regelgeving voor het financieren van een eigen woning
wat is versoberd. Ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar zijn de leenvoorwaarden
aangescherpt en is de hypotheekrenteaftrek verder verlaagd. Ten slotte kan in 2016 een
hypotheek worden afgesloten voor maximaal 102 procent van de waarde van het koophuis.
Dit is 1 procentpunt minder dan in 2015
2. Prijsindex Bestaande
Koopwoningen (PBK)
Deze statistiek geeft de prijsontwikkelingen weer van de voorraad van bestaande
koopwoningen ten opzichte van dezelfde periode van het voorgaande jaar.
Deze prijsindex is het resultaat van een samenwerking tussen het CBS en het Kadaster. Het
Kadaster legt alle verkooptransacties van onroerend goed in Nederland vast. Als een woning
van eigenaar wisselt dan registreert het Kadaster de verkoopprijs, het adres van de woning,
het woningtype en de overdrachtsdatum. Deze informatie wordt gekoppeld aan de meest
recente WOZ-waarden (WOZ staat voor Waardering Onroerende Zaken) van de betreffende
woningen die bij het CBS bekend zijn. De index wordt vervolgens berekend door de
verkoopprijzen in de verslagperiode te vergelijken met de meest recente WOZ-waarden van
deze verkochte woningen. In de indexformule is een factor opgenomen die corrigeert voor
eventuele onder- of overwaardering van de WOZ-waarden. De berekeningswijze die wordt
gehanteerd staat bekend als de Sales Price Appraisal Ratio (SPAR) methode.
Een uitgebreide beschrijving van de SPAR-methode en de uitvoering van het onderzoek is te
vinden in het artikel Prijsindex Bestaande Koopwoningen Methodebeschrijving.
Tabel: StatLine: bestaande koopwoningen; verkoopprijzen (prijsindex 2010=100)
CBS | Webartikel, Oktober 2016 4
3. Aantal verkochte woningen
Deze statistiek geeft de mutatie weer van het aantal verkochte woningen ten opzichte van
dezelfde periode van het voorgaande jaar.
Net als de Prijsindex Bestaande Koopwoningen is deze statistiek het resultaat van een
samenwerking tussen het CBS en het Kadaster. Het aantal verkochte woningen is gebaseerd
op een integrale registratie van verkooptransacties van woningen door het Kadaster. De
woning moet hierbij op Nederlandse grond staan en verkocht zijn aan een particulier.
Een uitgebreide beschrijving de totstandkoming van deze statistiek is te vinden in het artikel
Prijsindex Bestaande Koopwoningen Methodebeschrijving.
Tabel: StatLine: Bestaande koopwoningen; Aantal verkochte woningen
CBS | Webartikel, Oktober 2016 5
4. Koopgeneigdheid
Deze statistiek is afkomstig uit het Consumenten Conjunctuuronderzoek, een onderzoek
naar de opvattingen en verwachtingen van Nederlandse consumenten ten aanzien van de
algemene economische ontwikkelingen en de eigen financiële situatie. In dit specifieke geval
is er gekeken naar de antwoorden op de vraag in hoeverre de consument bereid is om een
woning te kopen of te bouwen in de komende 2 jaren.
Het gepresenteerde cijfer is de mutatie van het niet afgeronde percentage positieve
antwoorden in het kwartaal ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Onder
positieve antwoorden vallen ‘Jazeker’ en ‘Ja, misschien’. De overige antwoordcategorieën zijn
‘Waarschijnlijk niet’, ‘Zeker niet’ en ‘Weet niet’. De berekende mutaties zijn weergegeven in
onderstaande tabel.
Koopgeneigdheid: woning kopen of bouwen komende 2 jaar
Jazeker
Ja, misschien
Totaal positief
Koopgeneigdheid
jaar op jaar mutatie
2013 1e kwartaal
1,9
3,4
5,3
–20,3
2013 2e kwartaal
2,6
4,2
6,8
11,5
2013 3e kwartaal
2,4
3,9
6,3
21,2
2013 4e kwartaal
2,4
4,0
6,5
17,6
2014 1e kwartaal
2,8
4,1
7,0
31,6
2014 2e kwartaal
2,4
3,4
5,8
–14,7
2014 3e kwartaal
2,8
4,2
7,0
10,7
2014 4e kwartaal
2,6
4,5
7,1
9,3
2015 1e kwartaal
3,0
4,6
7,6
9,9
2015 2e kwartaal
2,8
4,8
7,7
32,7
2015 3e kwartaal
2,8
3,9
6,6
–4,9
2015 4e kwartaal
3,4
4,7
8,1
11,5
2016 1e kwartaal
3,4
4,3
7,8
2,2
2016 2e kwartaal
4,6
4,7
9,3
15,4
2016 3e kwartaal
3,4
4,5
7,9
22,8
Perioden
%
Tabel: StatLine: Consumentenvertrouwen, economisch klimaat en koopbereidheid
Let op: de Statline tabel geeft afgeronde cijfers weer. In de bovenstaande tabel zijn niet
afgeronde cijfers gebruikt.
CBS | Webartikel, Oktober 2016 6
5. Hypotheekrente
Deze statistiek bevat de gemiddelde rente van woninghypotheken voor nieuw afgesloten
contracten met een rentevaste periode van meer dan 5 jaar en minder dan 10 jaar.
De gegevens zijn afkomstig van De Nederlandsche Bank (DNB).
Het hier gepresenteerde cijfer is een mutatie (in procentpunten) van de gemiddelde rente in
een kwartaal ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Bij de berekening van de
kwartaalcijfers is het gemiddelde berekend van de beschikbare maandcijfers in het kwartaal.
Bij het uitkomen van deze publicatie is de laatste maand van het laatste kwartaal nog niet
beschikbaar. De berekening van het laatste kwartaalcijfer is zodoende gebaseerd op het
gemiddelde van de eerste twee maanden in het kwartaal.
De berekende cijfers zijn weergegeven in onderstaande tabel.
DNB1 rente in %
Ontwikkeling t.o.v. een jaar
eerder (in procentpunten)
2013 1e kwartaal
4­,65
−0­,20
2013 2e kwartaal
4­,45
−0­,33
2013 3e kwartaal
4­,25
−0­,44
2013 4e kwartaal
4­,15
−0­,48
2014 1e kwartaal
3­,99
−0­,66
2014 2e kwartaal
3­,86
−0­,59
2014 3e kwartaal
3­,68
−0­,57
2014 4e kwartaal
3­,40
−0­,75
2015 1e kwartaal
3­,22
−0­,76
2015 2e kwartaal
2­,94
−0­,92
2015 3e kwartaal
2­,90
−0­,78
2015 4e kwartaal
2,83
−0,57
2016 1e kwartaal
2,78
−0,46
2016 2e kwartaal
2,68
−0,27
2016 3e kwartaal*
2,59
–0,32
Kwartaal
* Voorlopige cijfers.
Bron:
DNB: DNB Rentes van MFI’s op deposito’s en leningen, met bijbehorende volumes: T5.2.7
Jaar/Maand
Uit tabel: 1.2.0.3.0. nieuwe contracten >5 jaar <10 jaar rentevast
CBS | Webartikel, Oktober 2016 7
6. Regelgeving
Dit onderdeel is gebaseerd op een vijftal aspecten dat uitdrukt hoe de relevante regelgeving
voor de huizenprijzen zich ontwikkelt. De vijf aspecten zijn in onderstaande tabel met een
toelichting weergegeven.
Regelgeving
Toelichting
Inkomensnorm
De maximale hypotheek die verkregen kan worden bij een bepaald inkomen.
Woningwaarde
De maximale hypotheek die afgesloten kan worden in verhouding tot de woningwaarde.
Hypotheekrente-aftrek Aftrekbaar percentage van hypotheeklasten op de belastingaftrek.
Schenkingsvrijstelling
Een tijdelijke invoering van een belastingvrijstelling voor schenkingen met als doel het financieren van een
koopwoning.
NHG-grens
De maximale hypotheek die verkregen kan worden met Nationale Hypotheekgarantie (NHG).
In de onderstaande tabel zijn de ontwikkelingen op deze gebieden weergegeven ten opzichte
van dezelfde periode in het voorgaande jaar. De ontwikkelingen hebben betrekking op het
vermoedelijke effect op de vraag naar woningen (en daarmee op de huizenprijsontwikkeling).
De gepresenteerde ontwikkelingen zijn geen oordeel op de uitwerking van de regelgeving op
de woningmarkt. In de tabel is te zien dat er sprake is van aangescherpte regelgeving t.o.v.
dezelfde periode van het voorgaande jaar. Hierdoor zijn de mogelijkheden voor financiering
beperkter. Dit heeft een verlagend effect op de vraag naar koopwoningen.
Regelgeving
Ontwikkeling (beschrijving)
Ontwikkeling*
Inkomensnorm
Vanwege aangescherpte inkomenseisen kunnen eenverdieners over de hele linie
minder lenen in 2016 dan in 2015. Tweeverdieners gaan er iets op vooruit.
–
Woningwaarde
In 2016 kan een hypotheek afgesloten worden tot 102% van de waarde van het
koophuis. In 2015 lag dit percentage nog op 103%. In 2017 zal dit 101% zijn.
–
Hypotheekrente-aftrek
Sinds 2014 wordt de hypotheekrente aftrek ingeperkt met 0,5% per jaar.
–
Schenkingsvrijstelling
De Schenkingsvrijstelling van € 100.000 voor de aankoop van een woning verviel
op 1 januari 2015.
Naar verwachting zal deze in 2017 terugkeren.
+/–
NHG-grens
Op 1 juli 2015 is het grensbedrag voor het kopen van een woning met Nationale
Hypotheek Garantie (NHG) omlaag gegaan van € 265.000 naar € 245.000.
Verdere verlaging heeft niet plaatsgevonden in 2016.
+/–
– Verlagend effect op de vraag.
+ Verhogend effect op de vraag.
+/– Geen ontwikkeling.
CBS | Webartikel, Oktober 2016 8
7. Aanbodtijd
Deze statistiek geeft inzicht in het gemiddeld aantal maanden dat een woning op internet te
koop wordt aangeboden. De woningen worden alleen meegeteld als ze op 1 januari van het
verslagjaar in de woonvoorraad voorkomen. De cijfers hebben betrekking op te koop staande
woningen aan het eind van een kwartaal.
Het gepresenteerde cijfer is een mutatie van de gemiddelde aanbodtijd van een kwartaal ten
opzichte van de gemiddelde aanbodtijd in hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar. De
berekende mutaties zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Aanbodtijd te koop
staande woningen
Aanbodtijd Nederland
Ontwikkeling aanbodtijd
jaar op jaar
Maanden
%­
Perioden
2013 1e kwartaal
18
.
2013 2e kwartaal
18
.
2013 3e kwartaal
18
.
2013 4e kwartaal
19
.
2014 1e kwartaal
19
5,6
2014 2e kwartaal
18
0,0
2014 3e kwartaal
19
5,6
2014 4e kwartaal
19
0,0
2015 1e kwartaal
18
–5,3
2015 2e kwartaal
18
0,0
2015 3e kwartaal
18
–5,3
2015 4e kwartaal
18
–5,3
2016 1e kwartaal
18
0,0
2016 2e kwartaal
17
–5,6
2016 3e kwartaal*
17
–5,6
* Voorlopige cijfers.
Bron: StatLine: Bestaande woningen in verkoop; te koop staande woningen
CBS | Webartikel, Oktober 2016 9
8. Aantal te koop staande
woningen
Deze statistiek geeft inzicht in het aantal op internet te koop staande bestaande woningen.
De woningen worden alleen meegeteld als ze op 1 januari van het verslagjaar in de
woonvoorraad voorkomen. De cijfers hebben betrekking op te koop staande woningen aan
het eind van een periode (kwartaal).
Het gepresenteerde cijfer is een mutatie van het aantal te koop staande woningen van een
kwartaal ten opzichte van de het aantal te koop staande woningen in hetzelfde kwartaal van
het voorgaande jaar. De berekende mutaties zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Te koop staande
woningen
Totaal te koop Nederland
Ontwikkeling jaar op jaar
Aantal
%­
Perioden
2013 1e kwartaal
210 000
2013 2e kwartaal
210 000
2013 3e kwartaal
210 000
2013 4e kwartaal
200 000
2014 1e kwartaal
200 000
–4,8
2014 2e kwartaal
200 000
–4,8
2014 3e kwartaal
190 000
–9,5
2014 4e kwartaal
180 000
–10,0
2015 1e kwartaal
180 000
–10,0
2015 2e kwartaal
180 000
–10,0
2015 3e kwartaal
180 000
–5,3
2015 4e kwartaal
160 000
–11,1
2016 1e kwartaal
160 000
–11,1
2016 2e kwartaal
140 000
–22,2
2016 3e kwartaal*
130 000
–27,8
* Voorlopige cijfers.
Bron: StatLine: Bestaande woningen in verkoop; te koop staande woningen
CBS | Webartikel, Oktober 2016 10
9. Vraagprijs per vierkante meter
Deze statistiek geeft inzicht in de gemiddelde vraagprijs per vierkante meter van op internet
te koop staande bestaande woningen. De woningen worden alleen meegeteld als ze op
1 januari van het verslagjaar in de woonvoorraad voorkomen. De cijfers hebben betrekking
op te koop staande woningen aan het eind van een kwartaal.
Het gepresenteerde cijfer in de woningmarktanalyse is een mutatie van de gemiddelde
vraagprijs per vierkante meter van een kwartaal ten opzichte van de gemiddelde vraagprijs
per vierkante meter in hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar. De berekende mutaties
zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Vraagprijs per m2
te koop staande
woningen
Gemiddelde vraagprijs
per m2
Ontwikkeling vraagprijs m2
jaar op jaar
euro/m²
%­
Perioden
2013 1e kwartaal
2 230
2013 2e kwartaal
2 220
2013 3e kwartaal
2 210
2013 4e kwartaal
2 200
2014 1e kwartaal
2 170
–2,7
2014 2e kwartaal
2 170
–2,3
2014 3e kwartaal
2 160
–2,3
2014 4e kwartaal
2 150
–2,3
2015 1e kwartaal
2 140
–1,4
2015 2e kwartaal
2 140
–1,4
2015 3e kwartaal
2 140
–0,9
2015 4e kwartaal
2 130
–0,9
2016 1e kwartaal
2 150
0,5
2016 2e kwartaal
2 190
2,3
2016 3e kwartaal*
2 190
2,3
* Voorlopige cijfers.
Bron: StatLine: Bestaande woningen in verkoop; gemiddelde vraagprijs per m2
CBS | Webartikel, Oktober 2016 11
Verklaring van tekens
Niets (blanco)
.
*
**
Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen
Het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim
Voorlopige cijfers
Nader voorlopige cijfers
2015–2016
2015 tot en met 2016
2015/2016
Het gemiddelde over de jaren 2015 tot en met 2016
2015/’16
2013/’14–2015/’16
Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2015 en eindigend in 2016
Oogstjaar, boekjaar, enz., 2013/’14 tot en met 2015/’16
In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven
totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.
Colofon
Uitgever
Centraal Bureau voor de Statistiek
Henri Faasdreef 312, 2492 JP Den Haag
www.cbs.nl
Prepress
CCN Creatie, Den Haag
Ontwerp
Edenspiekermann
Inlichtingen
Tel. 088 570 7070
Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen/Bonaire, 2016.
Verveelvoudigen is toegestaan, mits CBS als bron wordt vermeld.
CBS | Webartikel, Oktober 2016 12