Orde van dienst

Download Report

Transcript Orde van dienst

Orde
voor de zesde zondag van de herfst
30 oktober 2016 10.00 uur
Emmaüskerk Middelharnis
Voorganger: Ds. Leen Jan Lingen
Organist: Dhr. Bram van Rumpt
Soliste: Miranda Osseweijer gitarist Fabian Orgers
Thema: Weer in de goede verhouding- Jozef maakt zich bekend aan zijn broers
In deze dienst zal de doop bediend worden aan
Fréderique Josina -Fréderique- (Potappel)
Terra Elizea -Terra- (Gebuijs)
Bob Sebastiaan -Bob- (Keuvelaar)
Elisabeth Cornelia -Loïs- (Schellevis)
Welkom en mededelingen
Muzikaal meditatief moment
Zingen: Lied 8a:1,2,3,4 (staande)
1.Heer, onze Heer, hoe heerlijk is
uw naam in de geschiedenis,
op heel de aarde, wijd en zijd.
De hemel zingt uw majesteit.
2.Het eerste kinderlijk geluid
roept glorieus uw sterkte uit.
Met onze kwetsbaarheid vertrouwd
ontwapent Gij wat ons benauwt.
3.Zie ik uw sterren in de nacht,
die hemelhoog geschapen pracht,
wat is dan niet het mensenkind
dat Gij het kent en zo bemint.
4.Geen sterrenhemel houdt hem klein;
de mens mag vorst der aarde zijn.
Gij kroont hem als uw bondgenoot
en maakt hem bijna god’lijk groot.
Stilte
V. Onze hulp is in de naam van de Heer
G. Die hemel en aarde gemaakt heeft
V. De Heer zij met u!
G. Ook met u zij de Heer!
Zingen: Klein Gloria = Lied 195
Er zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
Als in den beginne, nu en immer
En van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen
(we gaan weer zitten)
De dopelingen worden binnen gedragen
Zingen: Lied 471 (EL)
refrein 1:
Weet je dat de Vader je kent?
Weet je dat je van waarde bent?
Weet je dat je een parel bent,
een parel in Gods hand,
een parel in Gods hand?
refrein 2: (op de melodie van refrein 1)
Ik weet dat de Vader me kent.
Ik weet dat ik van waarde ben.
Ik weet dat ik een parel ben,
een parel in Gods hand,
een parel in Gods hand.
*Welke naam hebben jullie aan jullie kind gegeven waarmee het bekend mag zijn bij
God en de mensen?
*Verlangen jullie dat jullie kind wordt gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en
de Heilige Geest?
Zingen: Lied 79 (Geroepen om te zingen)
1.Verbonden met vader en moeder,
natuurlijk het meest met die twee,
maar ook met de andere mensen
vier jij hier dit feest met ons mee.
Refrein:
Je hebt al een naam, maar je krijgt
er één bij op dit feest
want jij wordt gedoopt in de naam
van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
2.Je bent al een tijdje bij mensen,
je naam is bij ons al vertrouwd
en dus is het tijd om te vieren,
dat God die je kent, van je houdt.
Refrein:
Doopgebed
Zingen: Geloofsbelijdenis (staande)
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige,
Schepper des hemels en der aarde.
En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Heer;
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de maagd Maria;
die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
is gekruisigd, gestorven en begraven,
nedergedaald ter helle;
ten derde dage wederom opgestaan van de doden;
opgevaren ten hemel,
zittende ter rechterhand Gods des Almachtigen Vaders
vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest.
Ik geloof een heilige, algemene, Christelijke Kerk,
de gemeenschap der heiligen,
vergeving der zonden;
wederopstanding des vleses
en een eeuwig leven. Amen
(we gaan zitten)
Het doopwater wordt in de doopvont gegoten
Kinderen komen naar voren
Zingen: Lied 599 (Opwekking)
Solo
Nog voordat je bestond,
kende Hij je naam.
Hij zag je elk moment,
en telde elke traan.
Omdat Hij van je hield,
Gaf Hij zijn eigen Zoon.
Hij wacht alleen nog maar
totdat je komt
En wat je nu ook doet,
Zijn liefde blijft bestaan
Ook niets wat jij ooit deed
verandert daar iets aan.
Omdat Hij van je houdt,
gaf Hij zijn eigen Zoon
En nu is alles klaar wanneer jij komt
-Refrein- allen
Kom tot de Vader,
Kom zoals je bent
Heel je hart, al je pijn
is bij Hem bekend
de liefde die Hij geeft,
de woorden die Hij spreekt
daarmee is alles klaar wanneer jij komt
Solo
En wat je nu ook doet
Zijn liefde blijft bestaan
want niets wat jij ooit deed
verandert daar iets aan
Omdat Hij van je houdt
gaf Hij zijn eigen Zoon
en nu is alles klaar wanneer jij komt
-Refrein 2x-allen
Solo
De liefde die hij geeft,
De woorden die hij spreekt.
Hij wacht alleen nog maar
totdat je komt.
Bediening van de doop
Zingen: Lied 280:4 (melodie wat de toekomst brenge moge)
Opgenomen en verbonden
met de Naam die vrede is,
gaat jouw leven niet ten onder
en het wordt niet uitgewist.
Door het water vroeg of later
kom je dicht bij het geheim.
In de hoge hemel staat er
dat je kind van 't licht mag zijn.
Overhandiging doopkaart en ontsteken doopkaars
Aanvaarding
*zijn jullie bereid jullie kind te ontvangen als een kind van God en het ook
mogelijkheden te geven om te geloven in en te vertrouwen op God?
*En beloven jullie het daadwerkelijk voor te gaan op de weg van Christus onze Heer?
Allen gaan staan:
Wilt U ook deze kinderen ontvangen in uw midden om ze in woord en daad te
bewaren bij het evangelie en belooft U er mede zorg voor te dragen dat ze hun doop
zullen leren beamen?
G. Ja, dat beloven wij!
Zingen: Lied 348:9
9.Er is gedoopt!
Wij allen zijn verbonden,
het voorgeslacht, de ouders, die hier stonden,
de ganse kerk in één geloof.
(we gaan zitten)
Gebed
Kinderen ontsteken lantaarns en gaan naar de nevendienst
Zingen: Samen in het licht
1.Wij gaan voor even uit elkaar
en delen nu het licht
Dat licht vertelt ons iets van God,
op Hem zijn wij gericht.
2. Wij geven Gods verhalen door
En wie zich open stelt.
Ervaart misschien een beetje licht
door wat er wordt verteld.
3.Straks zoeken wij elkaar weer op
en elk heeft zijn verhaal
Het licht verbindt ons met elkaar,
het is voor allemaal.
Lezing NT: Genesis 45
Vooraf:
Jozef werd door zijn broers in een put gegooid en verkocht naar Egypte. Na 20 jaar
komen de broers naar Egypte om graan te halen t.b.v. de hongersnood in hun land
Israel. Hun broer, die inmiddels de tweede man van Egypte is, herkennen ze niet.
Onderkoning Jozef eist dat Benjamin, de jongste, de volgende keer ook mee moest
komen. Dat gebeurt. Maar als op de terugweg in de zak van Benjamin de beker van
Jozef wordt gevonden zijn ze ten einde raad. Juda werpt zich dan op als borg: Neem
mij dan in zijn plaats. Dan gebeurt het volgende:
1 Toen kon Jozef zich niet langer goed houden tegenover allen die daar bij hem
waren. ‘Laat iedereen weggaan!’ riep hij. Zo was er niemand bij toen Jozef zijn broers
vertelde wie hij was.
2 Hij barstte in tranen uit en huilde zo luid dat de Egyptenaren het hoorden en dat
het ook in het paleis van de farao te horen was.
3 Hij zei tegen zijn broers: ‘Ik ben het, Jozef! Leeft mijn vader nog?’ Zijn broers
waren niet in staat antwoord te geven, ze waren verlamd van schrik.
4 ‘Kom toch dichterbij, ‘zei Jozef tegen hen, en daarop gingen ze dichter naar hem
toe. ‘Ik ben Jozef, ‘zei hij, ‘jullie broer, die jullie verkocht hebben en die naar Egypte is
meegevoerd.
5 Maar wees niet bang en maak jezelf geen verwijten dat jullie mij verkocht hebben
en dat ik hier ben terechtgekomen, want God heeft mij voor jullie uit gestuurd om
jullie leven te redden.
6 De hongersnood teistert het land nu al twee jaar, en ook de komende vijf jaar zal
er niet geploegd of geoogst worden.
7 God heeft mij voor jullie uit gestuurd om jullie voortbestaan op aarde veilig te
stellen; zo wilde hij veel levens redden.
8 Niet jullie hebben mij dus hierheen gestuurd maar God; door hem ben ik de
belangrijkste raadsman van de farao geworden, de bestuurder van zijn hele hof en
heerser over heel Egypte.
9 Ga onmiddellijk terug naar mijn vader en zeg tegen hem dat zijn zoon Jozef hem
het volgende laat weten: “God heeft mij heer over heel Egypte gemaakt. Kom zo snel
mogelijk naar mij toe.
10 U kunt in Gosen wonen, dicht bij mij, met uw kinderen, uw kleinkinderen, uw
schapen en geiten en runderen en wat u verder maar bezit.
11 Ik zal u daar onderhouden, want de hongersnood zal nog vijf jaar duren. Dan
hoeft u geen gebrek te lijden, u niet en ook uw familieleden en uw dieren niet.”’
12 Tot slot zei Jozef: ‘Jullie allemaal, ook jij, Benjamin, zien met eigen ogen dat ik
het zelf ben die hier met jullie spreekt.
13 Vertellen jullie mijn vader dus hoeveel aanzien ik in Egypte geniet, en alles wat
jullie gezien hebben, en laat hem dan zo gauw mogelijk hierheen komen.’
14 Daarop viel hij zijn broer Benjamin om de hals; beiden huilden.
15 Jozef kuste al zijn broers, terwijl hij zijn tranen de vrije loop liet. Pas toen waren
zijn broers in staat iets tegen hem te zeggen.
Zingen: Lied 904:1,3
1.Beveel gerust uw wegen,
al wat u ’t harte deert,
der trouwe hoede en zegen
van Hem, die ’t al regeert.
Die wolken, lucht en winden
wijst spoor en loop en baan,
zal ook wel wegen vinden
waarlangs uw voet kan gaan.
3.Laat Hem besturen, waken,
’t is wijsheid wat Hij doet!
Zo zal Hij alles maken,
dat ge u verwonderen moet,
als Hij, die alle macht heeft,
met wonderbaar beleid
geheel het werk volbracht heeft,
waarom gij thans nog schreit.
Lezing NT: Johannes 15:12-14
12 Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad.
13 Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden.
14 Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg.
Zingen: Lied 314:2
2.Ons gevoel en ons verstand
zijn, o Heer, zo zonder klaarheid,
als uw Geest de nacht niet bant,
ons niet stelt in ’t licht der waarheid.
’t Goede denken, doen en dichten
moet Gij zelf in ons verrichten.
Verkondiging
Zingen: Lied 95:1,3
1.Steek nu voor God de loftrompet,
Hem die ons in de vrijheid zet.
Kom voor zijn aanschijn met verblijden.
Breng Hem de dank van al wat leeft,
Hem, die ons heil gegrondvest heeft.
Vier Hem, de koning der getijden.
3.Kom, werpen wij ons voor de Heer
die ons gemaakt heeft biddend neer,
wij, die het volk zijn van zijn weide.
Want onze God, Hij gaat ons voor,
Hij trekt met ons de diepte door.
Zijn hand zal ons als schapen leiden.
Kinderen komen terug
Collecte (ondertussen zang en muziek van Miranda en Fabian)
Gebeden - Stil gebed- Onze Vader
Zingen: Lied 871 (staande)
1.Jezus zal heersen waar de zon
gaat om de grote aarde om,
de maan zijn lichte banen trekt,
zover het verste land zich strekt.
2.Het lied in alle talen zal
zijn liefde loven overal,
en uit de kindermond ontspringt
de lofzang die zijn naam omringt.
3.Zijn rijk is volle zaligheid,
wie was gevangen wordt bevrijd,
wie moe was komt tot rust voorgoed,
wie arm was leeft in overvloed.
4.Laat loven al wat adem heeft
de koning die ons alles geeft.
O aarde om dit nieuw begin
stem met het lied der engelen in.
Zegen
U kunt de doopouders vooraan feliciteren in de kerk. Graag van rechts
naar links.