Leen van den Herik

Download Report

Transcript Leen van den Herik

Interactief bridgeles geven
In de kring van bridgelesgevers, locaal, regionaal of landelijk, voel ik mij toch nog steeds een
beetje een vreemde eend in de bijt. Hiervoor zijn drie redenen:
1. ik heb mijzelf op grond van mijn lesbevoegdheid als godsdienstleraar/catecheet en na
40 jaar ervaring als bridger, van beginner tot goedwillende clubspeler, benoemd tot
bridgeleraar, want mijn pedagogische en didactische aantekening zijn kennelijk voor
de VBD en NBB niet voldoende om mij tot bridgedocent te benoemen;
2. na ruim tien jaar in het basisonderwijs schaakles te hebben gegeven met een net zo
gepassioneerde collega, waarbij wij toch zeker 100-150 kinderen deze edele denksport
hebben aangeleerd, had ik gezien dat dit voor de locale schaakclub geen duurzame
ledenaanwas had opgeleverd, maar wel dat de meeste jongeren, die het nu zijn, het
spelletje nog steeds koesteren en vast ooit hun kinderen…, dus geef ik geen
ledenwerfbridgeles, maar probeer mijn passie voor het spel door te geven aan jong en
oud.
3. er meer dan voldoende methodes en lesmateriaal beschikbaar zijn om daaruit een
heerlijke mix samen te stellen om mijn verhaal zichtbaar te maken. Ik laat mij daarbij
rijkelijk amuseren door het fanatisme rond 4-kaart e/o 5-kaart hoog en nu recentelijk
dus ook 3-kaart laag. VBD’ers, blijf lekker tieren totdat uiteindelijk wellicht de Azul
of Poolse 1 klaveren weer een keer kampioen gaat worden en Berry ook daar boekjes
over gaat schrijven!
Desalniettemin geef ik nog regelmatig aan een tafel of een groep lessen op mijn eigen
vertrouwde manier. Ik kijk de groep aan en bepaal mijn lesstrategie waar ik materiaal bij
zoek. Soms verander ik dit al werkende op basis van input van de leerlingen. Dat noem ik
dus ‘interactief’. Een voorbeeld:
Twee jaar geleden wilde ik mijn basisschoolervaring ook met bridgen eens gaan proberen.
Ik zocht contact met mijn school van destijds, maar die vonden ‘bridgen’ toch wat
twijfelachtig qua ouderreacties gezien hun prot.-christelijke achtergrond. Dus week ik uit
naar een andere nabijgelegen school, ZMLK-school De Burcht, bekend om zijn jaarlijks
succesvolle deelname aan het plaatselijke schooldammen. Dit werd mijn ingang om
toestemming te krijgen om een kwartaal met een klas aan de gang te gaan. Het waren
zestien kinderen van 8-11 jaar op het niveau van groep 5. op vrijdag elke week een uur.
Voor de startdag had ik een eenvoudig programma gemaakt over het kaartspel: kleuren,
volgorde et cetera.
Ik werd met enthousiasme aangekondigd door de meester, die er elke keer bij zou blijven.
Ik had nog maar nauwelijks mijn naam genoemd en was naar het bord gelopen of de
handjes vlogen in de lucht ‘waarom ik zo raar liep?’ en zo werd mijn duidelijk zichtbare
fysieke beperking, restschade van een herseninfarct, de aandachttrekker die ook veel
emoties losmaakte en meteen mijn lesopzet teniet deed. In het rumoer lukte het me nog
net om enige rust te krijgen in de groep om vervolgens niet verder te komen dan de uitleg
dat ik ze elke week iets zou leren van een kaartspelletje. En noteerde op bord wie er wel
eens speelkaarten had gezien en mee gespeeld. Al pratende met de kinderen ontstond er
spontaan een nieuwe aanpak. Belangstellende kinderen mochten zich melden voor de les.
Dat bleken er gelukkig niet al te veel dus koos ik uit de opgestoken vingers en eerder
genoteerde namen vier kinderen met de heerlijke mix van 2 jongens, 2 meisjes en 2
allochtonen en 2 witneusjes.
Dat werd mijn pilotteam. Ik vertelde dat ik met deze vier kinderen de komende weken
aan een tafeltje in de klas - waar iedereen bij mocht blijven, mits op enige afstand én stil met de speluitleg zou beginnen en als zij het hadden geleerd zou ik hen verdelen over vier
tafels als mijn hulpjes om dan de hele klas het spel te gaan leren.
Zo werden de lessen voor mij controleerbaar en kreeg ik vier bloedfanatieke spelertjes ter
assistentie. Na drie maanden speelden alle kinderen mini-bridge in de klas en thuis op de
computer ter verbazing van menige ouder, en de hele verdere familie.
Deze ervaring kwam weer boven toen een clubbridger mij vroeg of ik zin had met hem
eventueel bridgelessen te geven aan asielzoekers. Mijn matige Arabisch en Syrisch lieten
mij het genoemde pilotteam weer in gedachten komen om de vertaalslag te kunnen maken
en herkenbare medelesgevers voor het vertrouwen te kunnen inzetten.
Helaas is het daarvan (nog niet) gekomen aangezien niemand zich spontaan heeft
opgegeven op een aankondiging in het AZC, maar het beproefde model ligt klaar.
Recent werd ook ik uitvoerig geïnformeerd over het Meerjarenbeleidsplan van de NBB,
hetgeen aanleiding was om een nieuwe lesdidactiek 1.83 te maken en binnenkort uit te
gaan testen. Hierover dus wellicht meer…
Leen van den Herik
Gorinchem
[email protected]