Leerlingenstatuut College De Heemlanden schooljaar 2016-2017

Download Report

Transcript Leerlingenstatuut College De Heemlanden schooljaar 2016-2017

Leerlingenstatuut College De Heemlanden schooljaar 2016-2017

Inleiding

Als leerling heb je bij ons op school rechten en plichten. Die liggen vast in het leerlingenstatuut. Er staan bijvoorbeeld afspraken in over proefwerken en huiswerk maken. Leerlingen praten mee over de inhoud van het statuut. Omdat de afspraken in het statuut gezamenlijk zijn gemaakt, verwachten we dat iedereen zich eraan houdt. Naast het leerlingenstatuut zijn er nog een aantal reglementen waarin het gaat over rechten en plichten. In het examenreglement wordt beschreven welke afspraken er zijn rondom de examens, zowel school examens als het centraal schriftelijk examen. In het privacyreglement wordt beschreven hoe we omgaan met persoonlijke gegevens van leerlingen en medewerkers. In het verzuimprotocol staat hoe er wordt gehandeld bij verzuim van een leerling. In de bevorderingsrichtlijnen kun je lezen welke regels we hanteren voor de overgang naar een volgend leerjaar en in het protocol sociale media staat hoe we verwachten dat leerlingen en medewerkers omgaan met bijvoorbeeld Facebook en Twitter. Het leerlingenstatuut is om de leesbaarheid te bevorderen geschreven in de mannelijk vorm. Overal waar mannelijke vormen gebruikt worden kunnen ook de vrouwelijke worden gelezen.

Begrippen

In dit reglement wordt verstaan onder: bevoegd gezag: het bestuur van de Stichting Open Oecumenische School voor Voortgezet Onderwijs Houten raad van toezicht: de raad van toezicht van de stichting rector/bestuurder: de persoon die de functie bestuur van de Stichting vervult school: College De Heemlanden medezeggenschapsraad: vertegenwoordigend orgaan van de geledingen van de school met instemmings- en adviesbevoegdheden zoals die beschreven staan in de wet geleding: ouders, leerlingen en personeelsleden die recht hebben op vertegenwoordiging in de medezeggenschapsraad van de school inspectie: de inspecteur(s) die volgens de wet op het onderwijstoezicht toezicht houden management: de rector/bestuurder en afdelingsleiders afdelingsleider: degene die verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding van een afdeling personeel: alle personeelsleden in dienst van de stichting docent: personeelslid of stagiair met een onderwijstaak onderwijs ondersteunend personeel: personeel en stagiaires met een andere taak dan lesgeven mentor: een docent die verantwoordelijk is voor de begeleiding van een klas of een groep leerlingen leerling: degene die op school als onderwijsvolgend staat ingeschreven ouder: de wettelijke vertegenwoordiger (ouder of voogd) van een leerling, in bijlage 1 wordt omschreven hoe we omgaan met leerlingen vanaf 18 jaar onderbouw: leerjaar 1 t/m 3 bovenbouw: leerjaar 4 t/m 6 leerlingenraad: leerling geleding van de medezeggenschapsraad les: ingeroosterde lesactiviteit toets: verzamelnaam voor alle mogelijke manieren van toetsing zoals schriftelijke overhoring, practicum, presentatie, proefwerk, repetitie programma van toetsing en afsluiting (PTA): het wettelijk voorgeschreven document waarin procedures en regels voor het schoolexamen en het centraal examen zijn vastgelegd rapport: periodiek verslag van de resultaten van een leerling rapportvergadering: vergadering van lesgevende docenten aan een klas of lesgroep, voorgezeten door de betreffende afdelingsleider missie: opdracht die de school zichzelf stelt, vastgesteld door het bestuur met instemming van de medezeggenschapsraad elo: elektronische leer omgeving magister: het administratieprogramma waarin ouders en leerlingen resultaten kunnen bekijken en dat we gebruiken als elo 1

Artikel 1 Betekenis

1. Het leerlingenstatuut kan niet los worden gezien van de wet en andere geldende reglementen van de school zoals het reglement voor de medezeggenschapsraad, het managementstatuut en de klachtenregeling. Het leerlingenstatuut is ondergeschikt aan de wet en aan genoemde reglementen. Het leerlingenstatuut is hierop een aanvulling en een nadere uitwerking vanuit de blik van leerlingen. Het leerlingenstatuut biedt leerlingen en personeel duidelijkheid bij hun dagelijkse doen en laten en bij de beoordeling van het doen en laten van anderen. 2. De afspraken in het leerlingenstatuut zijn bindend binnen het kader van de genoemde interne reglementen en de wet; zij gelden in en buiten de schoolgebouwen en -terreinen zowel onder schooltijd als daarbuiten bij alle schoolse en buitenschoolse activiteiten. 3. Dit statuut kan niet los worden gezien van de Schoolgids en het Schoolplan (Strategisch beleidsplan).

Artikel 2 Vaststelling en geldigheidsduur

1. Het leerlingenstatuut, daaronder elke wijziging inbegrepen, wordt vastgesteld door het bestuur, na instemming van de medezeggenschapsraad 2. Het leerlingenstatuut is geldig vanaf de in artikel 32 aangegeven datum. 3. Het leerlingenstatuut wordt voor de periode van twee schooljaren vastgesteld door het bestuur. 4. Tenminste drie maanden voor het verlopen van de geldigheidsduur zal worden besproken of een herziening van het leerlingenstatuut wenselijk en/of nodig is. Indien herziening niet aan de orde is, wordt de geldigheidsduur met een periode van twee jaren verlengd.

Artikel 3 Publicatie

1. Aan het begin van de schoolloopbaan ontvangt iedereen voor wie het leerlingenstatuut bindend is, een brief over het leerlingenstatuut en de plaats(en) waarop dit statuut in te zien is. Het leerlingenstatuut staat op onze website www.heemlanden.nl. 2. Wanneer het leerlingenstatuut wordt gewijzigd, wordt hiervan melding gemaakt aan iedereen voor wie het leerlingenstatuut bindend is.

Artikel 4 Ons onderwijs

1. De leerlingen hebben er recht op dat de docenten goed onderwijs geven. Het gaat daarbij om: a. Een evenwichtige verdeling van de leerstof over het leerjaar/de lesperiode; b. Goede aansluiting van de studiewijzer/het huiswerk bij de leerstof; c. Een goede aansluiting van de toetsen bij de leerstof. 2. Als een medewerker naar het oordeel van een leerling zijn taak niet op een behoorlijke wijze vervult, dan kan dat door de leerling aan de orde worden gesteld bij de betreffende afdelingsleider, als dit niet leidt tot een oplossing dan treedt de klachtenprocedure in werking zoals beschreven in artikel 29 van dit statuut. 3. De leerlingen zijn verplicht er aan mee te werken het onderwijsproces goed te laten verlopen. 4. Een leerling die naar het oordeel van een docent een goede voortgang van de les verstoort of verhindert, kan door de docent verplicht worden de les te verlaten. De leerling meldt zich dan zo snel mogelijk bij de receptie en gaat na de les terug naar de docent om het conflict uit te praten. De docent heeft het recht om de leerling een passende sanctie op te leggen.

Artikel 5 Toetsing

1. De regels en afspraken over toetsing in de bovenbouw staan in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) dat vanaf het begin van het schooljaar in Magister te vinden is en aan alle betreffende leerlingen wordt uitgereikt. 2. Van een toets moet bij het opgeven duidelijk zijn welk gewicht de toets heeft ten opzichte van andere (soorten) toetsen. Ook moet duidelijk zijn welk deel van de leerstof de leerlingen moeten beheersen. 3. De toets moet representatief zijn voor de leerstof. 2

4. Een toets die buiten de toetsweken wordt opgegeven is alleen geldig wanneer hij minimaal een week voor afname vermeld staat en blijft staan in Magister. 5. Het laagste cijfer dat behaald kan worden is een 1, het hoogste een 10. 6. Een beoordeling kan ook worden uitgedrukt met de letters o(nvoldoende),v(oldoende) en g(oed). 7. Verschil tussen een schriftelijke overhoring (SO) en een repetitie. a. een schriftelijke overhoring telt voor maximaal 50% ten opzichte van een repetitie. Een SO wordt minstens vier schooldagen van te voren opgegeven, omvat een beperkte hoeveelheid stof en dus ook een beperkte hoeveelheid voorbereidingstijd. b. een repetitie met de bijbehorende stofomschrijving wordt minimaal 5 schooldagen van te voren opgegeven. 8. Leerlingen in hetzelfde leerjaar en in dezelfde stroom worden voor hetzelfde vak gelijk behandeld bij toetsing en herkansing. 9. Na een avondactiviteit georganiseerd door de school wordt voor de daaropvolgende dag geen toets opgegeven. 10. Een oefen- of diagnostische toets geeft een representatief beeld van de te toetsen leerstof en is uitsluitend bedoeld om leerling en docent inzicht te geven in hoeverre de leerling de lesstof begrepen en geleerd heeft. Zo’n toets kan onverwacht gehouden worden. De beoordeling telt niet mee. 11. Onderbouw Het maximum aantal repetities per dag buiten de toetsweek is 1 met een maximum van vijf per week; in de toetsweek is het maximum per dag 2. In de week voorafgaand aan de toetsweek mogen geen leertoetsen of uitgebreide verslagen worden opgegeven. Een repetitie staat gelijk aan twee SO’s, dat betekent dat er maximaal tien SO’s gegeven kunnen worden. Bovenbouw Het maximum aantal toetsen per dag is 3, met een maximum van 12 per week. Het maximaal aantal toetsminuten op een dag is 240. Indien er 3 toetsen zijn, is minstens één van deze toetsen een toets waarvoor een leerling zich niet of nauwelijks hoeft voor te bereiden. Toetsdagen met drie toetsen worden gespreid over de week. Voor leerlingen met extra vakken geldt deze beperking niet. Evenmin geldt deze beperking bij inhaaltoetsen. 12. Het concepttoetsrooster is 3 weken voor het begin van een toetsweek beschikbaar. Indien het toetsrooster onevenwichtig zwaar is naar het oordeel van de leerling, kan hij tot drie dagen na het bekend worden van het concepttoetsrooster bezwaar maken bij de afdelingsleider. 13. De docent moet de uitslag van een toets binnen tien schooldagen in Magister invoeren, tenzij er sprake is van overmacht of bijzondere gevallen, ter beoordeling aan de afdelingsleider. 14. Leerlingen hebben er recht op dat de normen van beoordeling van een toets door de docent worden meegedeeld en zo nodig toegelicht. Ook hebben leerlingen het recht van inzage en bespreking van het nagekeken werk. 15. Bij het maken van werkstukken die meetellen in de beoordeling, is van tevoren duidelijk aan welke normen een werkstuk moet voldoen, wanneer het klaar moet zijn en wat er gebeurt bij niet of te laat inleveren. 16. De leerling die het niet eens is met de beoordeling van een toets maakt eerst bezwaar bij de docent. Is de reactie van de docent niet bevredigend, dan kan de leerling klagen overeenkomstig de klachtenclausule in artikel 29 van dit statuut. 17. De leerling, die met een voor een lid van het management aanvaardbare reden niet heeft deelgenomen aan een toets, kan de toets inhalen, in de bovenbouw volgens de regels uit het PTA. 18. De maatregel bij fraude wordt in de onderbouw vastgesteld door de afdelingsleider na overleg met de mentor van de betreffende leerling. In de bovenbouw zijn de maatregelen rondom fraude opgenomen in het PTA. 3

Artikel 6 Examens

1. De regels voor het Schoolexamen (SE) en het Centraal Examen (CE) zijn opgenomen in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). 2. In het examenreglement zijn opgenomen een klachtenregeling, een reglement betreffende herkansingen en een overzicht van de data voor het schoolexamen en het centraal examen. De voorwaarden waaraan de kandidaten moeten voldoen om deel te nemen aan het CE moeten duidelijk worden vermeld.

Artikel 7 Rapportage

1. Een rapport geeft de leerling in de onderbouw en zijn ouders/verzorgers een overzicht van zijn prestaties voor alle vakken over een vooraf bepaalde periode. 2. Cijfers worden met 1 decimaal op het rapport vermeld. 3. Het cijfer op het eindrapport wordt bepaald door het voortschrijdende gemiddelde van het hele schooljaar. Bij het berekenen van het eindrapportcijfer wordt uitgegaan van het wiskundig gemiddelde: 5.49 wordt een 5, 5.5 wordt een 6. 4. Een rapportcijfer in de onderbouw moet voor iedere rapportperiode gebaseerd zijn op minimaal twee cijfers uit die periode. Uitzondering is het vak project, daar volstaat één cijfer per periode.

Artikel 8 Toelating tot hoger leerjaar

1. In de bevorderingsregeling is vastgelegd wanneer een leerling wordt bevorderd naar een hoger leerjaar en naar welke stroom. Ook is vastgelegd welke regels er zijn wanneer een leerling niet wordt bevorderd. 2. Een docentenvergadering over bevordering kan op de in de jaaragenda vermelde datum heropend worden. Redenen daarvoor zijn nieuwe feiten, geconstateerde fouten of ongelijke besluiten in vergelijkbare gevallen. 3. Het bestuur stelt het de bevorderingsregeling vast. Deze regeling wordt bij de eerste rapportage bekend gemaakt.

Artikel 9 Verwijdering op grond van leerprestatie

1. Een leerling die bevorderd is mag niet tijdens het schooljaar op grond van onvoldoende leerprestaties van school verwijderd of naar een andere afdeling gestuurd te worden. De docentenvergadering kan aan een leerling wel een advies geven zich voor een andere school of andere afdeling in te (laten) schrijven. 2. Aan het einde van een schooljaar kan de docentenvergadering op grond van de leerprestaties adviseren dat de leerling zich laat inschrijven bij een andere afdeling of een andere school en de school verlaat. 3. Doubleren van het eerste leerjaar is alleen mogelijk met goedkeuring van de docentenvergadering. 4. Binnen eenzelfde afdeling (atheneum of havo), met inbegrip van het voorafgaande brugjaar, is doubleren gedurende twee opeenvolgende leerjaren niet toegestaan. 5. Voor de derde keer deelnemen aan een zelfde leerjaar van een afdeling is niet toegestaan.

Artikel 10 Huiswerk

1. De docenten die lesgeven aan een bepaalde klas, streven naar een redelijke totale belasting aan huiswerk. 2. De docenten vermelden studiewijzer/huiswerk in de ELO 3. De leerling die het huiswerk niet heeft gemaakt, meldt dit bij aanvang van de les aan de docent met vermelding van de reden. Indien deze reden naar het oordeel van de docent de leerling niet van zijn plicht tot het maken van huiswerk ontslaat, kan hij hem een maatregel opleggen. 4. De leerling is zelf verantwoordelijk voor het achterhalen van gemiste leerstof, uitgedeeld lesmateriaal, gemaakte afspraken en dergelijke. 5. Studiewijzers worden bij het begin van een periode aan de leerlingen bekend gemaakt in Magister. 4

Artikel 11 Aanwezigheid

1. De leerlingen zijn verplicht de lessen en andere door school georganiseerde activiteiten volgens het voor hen geldende rooster en/of jaarplanning te volgen, tenzij er een andere regeling is getroffen. Ook roosterwijzigingen moeten worden opgevolgd. De leerlingen zijn voor de school beschikbaar tussen 8.00 en 17.00 uur. 2. De leerlingen kunnen bij de afdelingsleider wijzigingen in het rooster voorstellen. 3. Voor elke absentie, uitgezonderd in geval van ziekte en bezoek aan tandarts of arts, dient vooraf verlof te worden aangevraagd bij de afdelingsleider. 4. Bij ziekte van een leerling melden ouders/verzorgers dit vóór de aanvang van het eerste door hem op die dag te volgen lesuur telefonisch bij de receptie. Leerlingen van 18 jaar en ouder mogen dit ook zelf doen. 5. Vóór bezoek aan een (tand)arts meldt de leerling dit bij de receptie. 6. De leerling is bij afwezigheid zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van de voor hem relevante informatie over zijn lessen, huiswerk, toetsen en dergelijke. 7. Tijdens pauzes, lesuitval en roostervrije uren zijn de leerlingen van het eerste leerjaar verplicht op school te blijven. Leerlingen van de hogere leerjaren mogen de school verlaten. Ook dan blijven echter alle bepalingen uit dit statuut van kracht. 8. Leerlingen wordt medegedeeld welke regeling er voor hen bij uitval van lessen getroffen wordt. 9. Een hoge absentie, zonder geldige verantwoording, kan aanleiding zijn tot het geven van een advies zoals bedoeld in artikel 9, lid.2. 10. Bij ongeoorloofd verzuim worden bij een enkel uur de regels gevolgd zoals vermeld op de site, vanaf een dag verzuim treedt het regionaal verzuimprotocol, dat ook te vinden is op de site, in werking. In het laatste geval wordt ook contact opgenomen met ouders en leerplichtambtenaar.

Artikel 12 Te laat komen

1. Een leerling wordt geacht op de vastgelegde of afgesproken tijd in het lokaal of bij een activiteit aanwezig te zijn. 2. Bij een tussentijdse leswisseling dienen leerlingen zich rechtstreeks naar het volgende lokaal te begeven. 3. Vanaf het einde van een les wordt er gerekend met maximaal 5 minuten looptijd om in een ander lokaal of bij een activiteit te arriveren. 4. Een leerling die, naar het oordeel van een medewerker, niet op tijd in het lokaal of bij een activiteit is, wordt door de medewerker verplicht een briefje bij de receptie te halen alvorens plaats te mogen nemen in het lokaal of bij de activiteit. Indien een leerling meer dan 20 minuten ongeoorloofd te laat is (ongeacht de lesduur), wordt de leerling de toegang tot de les of activiteit geweigerd en wordt de gemiste les of activiteit aangemerkt als ‘gespijbeld’. 5. Het feit van het te laat komen wordt aangetekend in het leerlingenadministratiesysteem. 6. De verzuimmedewerker of de medewerker van de receptie stelt aan de hand van de geldende regels vast of de leerling in aanmerking komt voor strafmaatregelen. 7. Indien een docent meer dan 10 minuten te laat is, waarschuwt een klassenvertegenwoordiger (een leerling) de receptie en wachten de leerlingen voor het lokaal of in de aula. De klas wordt medegedeeld wat er verder gaat gebeuren. 8. Indien een leerling geregeld te laat komt wordt er contact opgenomen met de ouders. Als dit niet het gewenste resultaat heeft, wordt contact opgenomen met de leerplichtambtenaar. Uiteindelijk kan structureel te laat komen leiden tot schorsing.

Artikel 13 Gebruik etenswaren en genotmiddelen

1. Eten en drinken is alleen toegestaan in de aula en de gangen op de begane grond. 2. Roken is toegestaan in het rookhok en bij de bankjes voor 046 en 047. Met ingang van het schooljaar 2017-2018 is College De Heemlanden een volledig rookvrije school en geldt een rookverbod voor leerlingen. In het voorafgaande schooljaar zullen leerlingen en ouders met een voorlichtingscampagne hierover worden geïnformeerd. 3. In en om school is het bezit, gebruik of het verhandelen van alcohol, soft en/of hard drugs en wapens niet toegestaan. 4. In hun gedrag dragen leerlingen bij aan een schone school. 5

5. Het nuttigen van water tijdens de les is toegestaan, tenzij een leerling gebruik maakt van apparatuur van school.

Artikel 14 Gebruik communicatiemiddelen en media

1. Het gebruik van mobiele telefoons is toegestaan in de aula, op de gang of buiten op het schoolplein. 2. Het gebruik van mobiele telefoons is toegestaan tijdens de les indien het bijdraagt aan de les en de docent/medewerker toestemming heeft gegeven. Bij ongeoorloofd gebruik wordt de mobiele telefoon tijdens het lesuur ingenomen door de docent/medewerker en wordt aan het eind van het lesuur afgesproken welke sanctie wordt opgelegd. Bij inbeslagname is de docent/medewerker verantwoordelijk voor een correct beheer en worden duidelijke afspraken gemaakt over het bewaren en de teruggave van de telefoon. 3. Het gebruik van alle apparatuur van de school, met name van de ter beschikking van de leerlingen staande computers, is uitsluitend toegestaan wanneer er door de leerling aantoonbaar in opdracht van een van de medewerkers van de school wordt gewerkt. 4. Het is leerlingen niet toegestaan op school van leerlingen en personeelsleden foto-, video- en/of geluidsopnamen te maken zonder medeweten en nadrukkelijke toestemming van betrokkene.

Artikel 15 Vrijheid van meningsuiting

1. Iedereen heeft de vrijheid zijn mening op school te uiten binnen de in Nederland geleidende wettelijke regels. 2. Verbale, non-verbale (waaronder kleding) en schriftelijke (waaronder digitale) uitingen die discriminerend en/of bedreigend en/of seksueel intimiderend zijn en/of als zodanig worden ervaren door medeleerlingen en/of personeelsleden, worden niet getolereerd. 3. Een leerling die zich door een ander beledigd voelt, kan klagen volgens de procedure zoals deze is vastgelegd in de regeling klachten over ongewenst gedrag.

Artikel 16 Vrijheid van uiterlijk

1. Iedereen heeft het recht op vrijheid van uiterlijk binnen de in Nederland geleidende wettelijke regels en hetgeen staat in artikel 15, lid 2. Gezichtsbedekkende kleding die de communicatie bemoeilijkt en/of onmogelijk maakt de identiteit vast te stellen, is niet toegestaan. 2. Het dragen van een hoofddeksel anders dan om dwingend religieuze redenen is in lesruimten niet toegestaan. 3. De school kan alleen bepaalde kleding verplicht stellen op grond van hygiëne- of veiligheidseisen. 4. Uit veiligheidsoverwegingen kan de school het dragen van versieringen verbieden of eisen stellen aan de haardracht. 5. De kleding is in overeenstemming met de algemeen geldende fatsoensnormen, dit ter beoordeling aan het management.

Artikel 17 Veilige school

1. Iedereen is verplicht bij te dragen aan een veilig schoolklimaat. Een veilig schoolklimaat herken je onder andere aan de afwezigheid van (seksuele) intimidatie, agressie, geweld en pesten in welke vorm dan ook. De school heeft hiertoe pestbeleid geformuleerd dat op de website van de school te vinden is. 2. Een leerling heeft er recht op om als persoon tegemoet te worden getreden. Indien de leerling meent dat er sprake is van (seksuele) intimidatie en/of pestgedrag van de kant van medeleerlingen of schoolpersoneel, dan kan hij handelen volgens de procedure, zoals deze is vastgelegd in de regeling klachten over ongewenst gedrag. 3. Kluisjes kunnen op ieder moment door een daartoe door het management aangewezen medewerker geopend en gecontroleerd worden. 6

Artikel 18 Bijeenkomsten

1. Leerlingen hebben het recht buiten lestijd te vergaderen over zaken die de school betreffen en daarbij gebruik te maken van de faciliteiten van de school. In overleg met het management worden afspraken gemaakt over tijd en plaats van vergadering indien deze wordt gehouden onder schooltijd en in het schoolgebouw. 2. Anderen dan leerlingen worden alleen toegelaten op een bijeenkomst van leerlingen als de leerlingen dat toestaan. 3. Anderen dan leerlingen van buiten de school moeten ook de toestemming tot het bijwonen van de bijeenkomst hebben van de begeleider van de leerlingenbijeenkomst of een van de managementleden. 4. Het management is verplicht voor een bijeenkomst van leerlingen een ruimte ter beschikking te stellen, een en ander binnen de feitelijke mogelijkheden van de school. 5. De leerlingen zijn verplicht een ter beschikking gestelde ruimte op een behoorlijke wijze achter te laten. Ieder van hen kan door de school aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade, overeenkomstig artikel 28 van dit statuut.

Artikel 19 Leerlingenraad

1. Aan de school is een leerlingenraad verbonden. Een leerlingenraad geeft, gevraagd of ongevraagd, advies aan de leerlingen in de medezeggenschapsraad. 2. Aan de leerlingenraad wordt zo mogelijk een vaste ruimte, maar in ieder geval een afsluitbare kast ter beschikking gesteld. 3. Voor activiteiten van de leerlingenraad worden door het management reproductiefaciliteiten, apparatuur en andere materialen in redelijke mate gratis ter beschikking gesteld. 4. Activiteiten van de leerlingenraad kunnen tijdens de lesuren plaatsvinden na toestemming van het management. Het heeft de voorkeur vergadering, activiteiten en dergelijk buiten de lesuren te laten plaatsvinden 5. Leerlingenraadsleden kunnen voor hun werkzaamheden voor de leerlingenraad lesuren vrij krijgen na toestemming van hun afdelingsleider. 6. Een leerling kan op grond van zijn of haar activiteiten voor de leerlingenraad geen hinder of nadeel ondervinden. 7. De vertegenwoordigers van de leerlingen in de medezeggenschapsraad worden gekozen volgens de bepalingen van het reglement medezeggenschap. 8. Het management is verplicht om, gevraagd of ongevraagd, alle relevante informatie te overhandigen aan de leerlingenraad. 9. Voorzitters van de leerlingenraad en leerlingengeleding van de MR mogen gevraagd of ongevraagd advies geven bij een conflict met een leerling of de leerlingenraad.

Artikel 20 Schoolkrant

1. Het streven is om op school een digitale schoolkrant te laten verschijnen, in de begroting wordt daartoe een reëel bedrag gereserveerd. 2. De schoolkrant is op de eerste plaats bestemd voor de leerlingen, maar is ook beschikbaar voor andere geledingen. 3. De inhoud van de schoolkrant dient overeen te stemmen met artikel 15 van dit statuut. De redactie is hiervoor verantwoordelijk en aansprakelijk. 4. Het bestuur, de medezeggenschapsraad of de leerlingenraad kan (een vertegenwoordiger van) de redactie ter verantwoording roepen voor alle geplaatste stukken. Zo nodig kan de redactie verplicht worden tot rectificatie over te gaan. 5. Voor alle in de schoolkrant genoemde personen geldt het recht op publicatie van een weerwoord in dezelfde editie van de schoolkrant.. 6. Het management draagt er zorg voor dat een leerling niet benadeeld wordt in zijn positie in de school en in zijn schoolcarrière, uitsluitend op grond van activiteiten in de schoolkrantredactie. 7

Artikel 21 Prikborden

Er is een prikbord waarop de leerlingenraad, de schoolkrantredactie en eventueel aanwezige leerlingencommissies zonder toestemming vooraf mededelingen en affiches van niet-commerciële aard kunnen ophangen. Hiervoor is geen toestemming vooraf nodig over de inhoud, voor zover deze valt binnen de in Nederland geleidende wettelijke regels en de bepalingen van dit leerlingenstatuut.

Artikel 22 Benoeming van personeelsleden

Het bestuur stelt na overleg met de medezeggenschapsraad ,een procedure vast om personeelsleden te benoemen waarbij leerlingen een plaats hebben in de procedure.

Artikel 23 Leerlingenregistratie en privacybescherming

Persoonsgegevens van leerlingen worden overeenkomstig de bepalingen van het privacyreglement opgenomen in de leerlingenadministratie, die zich op school bevindt.

Artikel 24 Strafbevoegdheden

1. Medewerkers van de school hebben de bevoegdheid een straf op te leggen. 2. Een leerling kan tegen een opgelegde straf in beroep gaan bij de leidinggevende van de medewerker die de straf heeft opgelegd.

Artikel 25 Straffen

1. Bij het opleggen van straf bestaat er een redelijke verhouding tussen de strafmaat- en soort en de ernst van de overtreding. 2. Het moet duidelijk zijn voor welke overtreding de straf gegeven wordt. 3. De uitvoering van een straf dient zo snel mogelijk op de overtreding te volgen.

Artikel 26 Verwijdering uit de les

1. Als een leerling uit de les gestuurd is, meldt hij zich direct en via de kortste route bij de receptie 2. Na afloop van de les meldt de leerling zich bij de docent die hem uit de klas heeft gestuurd om zo snel mogelijk het incident te bespreken. De docent bepaalt hierop een straf en zorgt voor de afhandeling hiervan.

Artikel 27 Schorsing en verwijdering

Schorsing en verwijdering worden beschreven in de regeling Schorsing en verwijdering

Artikel 28 Aansprakelijkheid

1. Voor schade die de leerling aan eigendommen van de school of van derden aanricht, is hij zelf aansprakelijk, zoals is vastgelegd in het Nederlandse recht in verzekeringspolissen. 2. Het bestuur aanvaardt geen wettelijke aansprakelijkheid voor schade die buiten zijn verantwoordelijkheid wordt toegebracht aan bezittingen van leerlingen. 3. Het bestuur aanvaardt ook geen wettelijke aansprakelijkheid voor bezittingen van leerlingen die in of bij de school of tijdens schooltijd zijn zoekgeraakt. Indien een minderjarige leerling voor enige schade aan de school of schooleigendommen verantwoordelijk is, informeert de school de ouders daarover en stelt hen vervolgens aansprakelijk. 4. Indien een leerling aan het schoolgebouw, aan de leermiddelen die zich daarin bevinden of aan andere bezittingen van de school of aan andere onder het beheer van de school staande zaken, schade toebrengt, wordt die schade hersteld op kosten van de leerling die de schade heeft veroorzaakt of indien deze minderjarig is op kosten van zijn ouders.

Artikel 29 Klacht

Bij onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut kan een klacht worden ingediend op de manier zoals beschreven is in onze klachtenregeling die terug te vinden is op de website.

Artikel 30 Recht op voorstellen en suggesties

Leerlingen hebben het recht om via de leerlingenraad voorstellen of suggesties te doen over alle zaken in en om de school. Het management antwoord hierop binnen twintig schooldagen. 8

Artikel 31 Slotbepalingen

In aangelegenheden waarin dit statuut noch andere reglementen voorzien, beslist het bestuur. Met het in werking treden van dit statuut vervalt de vorige versie van het leerlingenstatuut. Dit statuut kan worden aangehaald als leerlingenstatuut. Dit leerlingenstatuut treedt in werking op 1 augustus 2016 9

Bijlage 1: 18 en 21 jarigen 18-jarigen

Leerlingen van 18 jaar en ouder zijn volgens onze wetgeving volwassen. Voor hen gelden de volgende uitgangspunten: 1. Inschrijving bij de school is voor de leerling automatisch een verplichting tot naleving van de schoolregels. 2. Over studieresultaten en gedrag zal via de gebruikelijke weg aan ouder(s)/ verzorger(s) gerapporteerd worden, tenzij de leerling nadrukkelijk kenbaar gemaakt heeft, dat dergelijke informatie voor hem persoonlijk bestemd is. In dit laatste geval dient de leerling een gelijkluidende verklaring te ondertekenen. 3. Bij afwezigheid gelden de regels zoals in artikel 11, met dat verschil dat de leerling zich ook zelf ziek mag melden.

Meerderjarigheid

Met de toelating van een leerling tot welke klas dan ook, sluiten de ouders en de school een leerovereenkomst. De school stelt haar deskundigheid beschikbaar om de ouders bij te staan bij de opleiding en opvoeding van hun kind. De school stelt de ouders regelmatig op de hoogte van de vorderingen van hun kind. Wanneer een leerling meerderjarig is geworden, kunnen alle uit de leerovereenkomst voortvloeiende rechten en plichten worden overgedragen op de leerling. Indien de ouders en/of leerling dat wensen, dienen zij dit schriftelijk kenbaar te maken aan de afdelingsleider. In alle andere gevallen blijft de leerovereenkomst met de ouders gehandhaafd totdat de leerling de school heeft verlaten. Ouders blijven financieel verantwoordelijk voor hun kinderen tot 21 jaar. Bij zelfstandig wonende leerlingen en leerlingen van18 jaar en ouder berust de meldingsplicht bij verzuim van lessen en de melding dat (tijdelijk) de lessen lichamelijke opvoeding niet kunnen worden gevolgd bij henzelf. Een besluit tot schorsing en verwijdering wordt, wanneer de leerling de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt, aan de leerling én ouders meegedeeld en schriftelijk bevestigd. 10

Bijlage 2 Regeling elektronische informatie- en communicatiemiddelen Artikel 1 Doel en werkingssfeer van deze regeling

1 Deze regeling geeft de wijze aan waarop College de Heemlanden met betrekking tot de 2 leerlingen omgaat met elektronische informatie- en communicatiemiddelen (EIC). Deze regeling omvat gedragsregels ten aanzien van verantwoord gebruik en geeft regels over de wijze waarop controle plaats vindt. Onverantwoord gebruik is gebruik tegenstrijdig aan de doelstelling en identiteit van de 3 school, zowel in persoonlijk gebruik als in relatie tot anderen binnen of buiten de school. Hierbij wordt in het bijzonder gedacht aan illegale toepassingen van bestanden, godslasterlijke, beledigende, aanstootgevende, gewelddadige, racistische, discriminerende, intimiderende, pornografische toepassingen, zinloos tijdverdrijf en/of toepassingen die strijdig zijn met de wet of als onethisch te karakteriseren zijn. De controle op persoonsgegevens bij gebruik van elektronische informatie- en communicatiemiddelen vindt plaats met als doel: a. systeem- en netwerkbeveiliging 4 b. tegengaan van onverantwoord gebruik. Deze regeling geldt voor een ieder die als leerling ten behoeve van zijn/haar opleiding aan College de Heemlanden toegang heeft tot elektronische informatie- en communicatiemiddelen (EIC) van en/of via de school.

Artikel 2 Algemene uitgangspunten

1 De controle op gebruik van elektronische informatie- en communicatiemiddelen zal overeenkomstig deze regeling uitgevoerd worden. 2 3 Gestreefd wordt naar een goede balans tussen controle op verantwoord gebruik en bescherming van de privacy van leerlingen. Persoonsgegevens over gebruik van elektronische informatie- en communicatiemiddelen worden niet langer bewaard dan noodzakelijk, met een maximum bewaartermijn van 6 4 maanden. De directie treft voorzieningen over de positie en integriteit van de manager ICT. Dit wordt geconcretiseerd door de manager ICT alleen technisch verantwoordelijk te laten zijn en dit laat onverlet het bepaalde in artikel 5.5.

Artikel 3 Gebruik van elektronische informatie- en communicatiemiddelen

1 Het gebruik van elektronische informatie- en communicatiemiddelen is primair verbonden met taken/bezigheden die voortvloeien uit de hoedanigheid van leerling aan de school. 2 Gedragsregels, schoolreglement, het reglement digitaal schoolplein en andere specifieke (gedrags)regels voor de leerlingen zijn ook van toepassing op gebruik van elektronische informatie en communicatiemiddelen. Leerlingen mogen elektronische informatie- en communicatiemiddelen niet gebruiken voor 3 4 persoonlijke doeleinden. Het is niet toegestaan om elektronische informatie- en communicatiemiddelen zodanig te gebruiken dat het systeem- en/of de beveiliging opzettelijk worden aangetast, of de inhoudelijke communicatie tegenstrijdig is aan de doelstelling en identiteit zoals omschreven in artikel 1.2. Het is niet toegestaan om elektronische informatie- en communicatiemiddelen voor onacceptabele doeleinden te gebruiken. Hierbij moet onder andere worden gedacht aan het anders dan in opdracht van de docenten ten behoeve van het onderwijs aan College de Heemlanden spelen of downloaden aan spelletjes, winkelen, gokken of deelnemen aan kansspelen, het voeren van een werk gerelateerd dagboek, het bezoeken van chatboxen, gebruik van msn en dergelijke toepassingen. Ook het online luisteren naar radio en het bekijken van televisie en andere video online toepassing valt onder deze noemer. 11

5 Het is in het bijzonder niet toegestaan om:  toegang tot de elektronische informatie- en communicatiemiddelen van de school te verkrijgen door gebruik van andere dan de aan de leerling toegewezen inlog-gegevens.  bewust sites te bezoeken die pornografisch, racistisch, discriminerend, beledigend of aanstootgevend materiaal bevatten;  bewust pornografisch, racistisch, discriminerend, beledigend of aanstootgevend materiaal te bekijken of te downloaden of te verspreiden;  bewust informatie waartoe men via elektronische informatie- en communicatiemiddelen toegang heeft verkregen zonder toestemming te veranderen of te vernietigen;  actief aan te geven aan webwinkels dat belangstelling bestaat voor het ontvangen van productinformatie voor eventuele latere bestellingen in de privé-sfeer;  bestanden te downloaden die geen verband houden met de studie;  software en applicaties te downloaden zonder voorafgaande toestemming van de docent en/of beheerder;  anoniem of onder een fictieve naam via elektronische informatie- en communicatiemiddelen te communiceren;  op dreigende, beledigende, seksueel getinte, racistische dan wel discriminerende manier via elektronische informatie- en communicatiemiddelen te communiceren, in het 6 7 bijzonder te pesten;  kettingmailberichten te verzenden of door te sturen;  iemand lastig te vallen;  anders dan in opdracht van de medewerkers ten behoeve van het onderwijs aan College de Heemlanden zich tot niet openbare bronnen op het internet toegang te verschaffen en/of inkomende privé-berichten te genereren door het deelnemen aan niet-zakelijke nieuwsgroepen, abonnementen op e-zines, elektronisch winkelen, down- en uploaden van bestanden, nieuwsbrieven en dergelijke. Het is leerlingen niet toegestaan om foto’s, video’s of ander materiaal van op school werkzame personen of leerlingen of andere bij de school betrokkenen via elektronische informatie- en communicatiemiddelen bekend te maken. Voor het bekendmaken van foto’s waarop personen zijn afgebeeld is voorafgaande toestemming van betrokkene of diens wettelijke vertegenwoordiger vereist. Het is ook anderszins niet toegestaan om door middel van elektronische informatie- en 8 9 communicatiemiddelen in strijd met de wet of onethisch te handelen. User-identifcatie (gebruikersnaam) en authenticatie (bijvoorbeeld wachtwoord) zijn persoonsgebonden en mogen niet aan anderen worden doorgegeven. Onbedoelde inbreuken op beveiliging, van binnenuit of van buiten de school, dienen onmiddellijk aan de kernteamleider of afdelingleider gemeld te worden; deze informeert onmiddellijk de manager ICT.

Artikel 4 Meldingsplicht

Een vermoeden van misbruik van elektronische informatie- en communicatiemiddelen moet direct worden gemeld bij de kernteamleider of afdelingleider.

Artikel 5 Controle

1 Controle op gebruik van elektronische informatie- en communicatiemiddelen vindt slechts plaats in het kader van in artikel 1.2 en 1.3 genoemde doelen. 2 De directie informeert de leerlingen voorafgaand aan de invoering van de regeling over controle op elektronische informatie- en communicatiemiddelen, omtrent de doeleinden, de aard van de gegevens, de omstandigheden waaronder zij verkregen zijn en de inhoud van deze regeling. 3 4 5 Niet toegestaan gebruik van elektronische informatie- en communicatiemiddelen wordt zo veel mogelijk technisch onmogelijk gemaakt. Controle vindt in beginsel steekproefsgewijs plaats. Minstens een keer per jaar wordt ten behoeve van de steekproefsgewijze controle per locatie gedurende één maand een logfile bijgehouden van het elektronische informatie- en communicatiemiddelenverkeer. 12

6 7 8 De geanonimiseerde rapportage wordt verstrekt aan de kernteamleider of afdelingleider, aan de directie en aan de manager ICT. De directie geeft indien nodig aan de manager ICT de opdracht om de elektronische informatie- en communicatiemiddelenacties van de betrokkene na te gaan; de kernteamleider of afdelingleider kan na overleg met de directie naar aanleiding van deze rapportage vragen om een gepersonaliseerde rapportage. Als de kernteamleider of afdelingleider of het hoofd ICT merkt of er op geattendeerd wordt dat het EIC gedrag van een (groep) leerling(en) niet binnen de kaders van deze regeling 9 verloopt, dan wel er gerede verdenking is van het overtreden van regels, wordt zonder aankondiging aan betrokkene(n) gedurende een vastgestelde (korte) periode gericht gecontroleerd. De manager ICT brengt hiervan schriftelijk verslag uit aan directie, de kernteamleider of afdelingleider. 10 Leerlingen ten aanzien van wie geconstateerd is dat zij zich niet aan deze regeling 11 houden, worden zo spoedig mogelijk door de kernteamleider of afdelingleider op hun gedrag aangesproken met vermelding van plaats, datum en tijd; er kunnen onmiddellijk passende maatregelen worden genomen. Bij handelen in strijd met deze regeling wordt na overleg met de directie beslist over de al dan niet te nemen (disciplinaire) maatregelen. Tot deze maatregelen kan verwijdering van de school behoren. 13

Inhoudsopgave

Inleiding Begrippen Artikel 1 Artikel 2 Betekenis Vaststelling en geldigheidsduur Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Publicatie Ons onderwijs Toetsing Examens Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26 Artikel 27 Artikel 28 Artikel 29 Artikel 30 Artikel 31 Bijlage 1 Bijlage 2 Rapportage Toelating tot hoger leerjaar Verwijdering op grond van leerprestatie Huiswerk Aanwezigheid Te laat komen Gebruik etenswaren en genotmiddelen Gebruik communicatiemiddelen en media Vrijheid van meningsuiting Vrijheid van uiterlijk Veilige school Bijeenkomsten Leerlingenraad Schoolkrant Prikborden Benoeming van personeelsleden 5 5 5 6 6 6 6 7 7 7 8 8 Leerlingenregistratie en privacybescherming 8 Strafbevoegdheden Straffen Verwijdering uit de les Schorsing en verwijdering Aansprakelijkheid Klacht Recht op voorstellen en suggesties Slotbepalingen 18 en 21 jarigen 4 4 4 4 1 1 2 2 2 2 2 4 8 8 8 8 8 8 8 9 Regeling elektronische informatie- en communicatiemiddelen 14