NIEUWSBRIEF K.V.T.H. OKTOBER 2016

Download Report

Transcript NIEUWSBRIEF K.V.T.H. OKTOBER 2016

NIEUWSBRIEF K.V.T.H. OKTOBER 2016
Coupeerbeleid
Het bestuur van de K.V.T.H. is onlangs geconfronteerd met een
brief vanuit de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
(N.V.W.A.) aangaande het coupeerbeleid. Middels deze brief is
kenbaar gemaakt, dat er een “last onder dwangsom” aan onze
vereniging is opgelegd voor het toelaten van gecoupeerde
trekpaarden, zonder medische noodzaak, op evenementen, die
door de K.V.T.H. worden georganiseerd.
Sinds 2001 is het in Nederland verboden om paarden te couperen. De K.V.T.H. respecteert deze wetgeving en
heeft in 2001 ook bestuurlijke maatregelen getroffen om gecoupeerde paarden te weigeren op keuringen en
andere evenementen van de K.V.T.H.
In 2002 hebben zich echter ontwikkelingen voorgedaan, waardoor de K.V.T.H. heeft moeten besluiten deze
paarden, onder voorwaarden, wel toe te laten op keuringen en andere evenementen. In juni 2002 is er namelijk
een uitspraak door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) gedaan, waarin is uitgesproken, dat het
juridisch niet mogelijk is om paarden, die gecoupeerd zijn vanwege een medische noodzaak of legaal in een land
waar het couperen wel is toegestaan, uit te sluiten van evenementen.
Onze vereniging heeft destijds een communicatieplan opgesteld. Vanaf dat moment heeft de vereniging de
fokkers jaarlijks verzocht te stoppen met het couperen en in meervoud gecommuniceerd, dat alleen
gecoupeerde paarden onder strikte voorwaarden mogen deelnemen zoals uitsproken door het CBb.
Vanaf 2002 is er tussen het bestuur van de K.V.T.H. en een afvaardiging van het Ministerie meerdere malen
overleg geweest om mogelijk tezamen tot een oplossing te komen, dit bleek echter juridisch niet haalbaar.
In de tussenliggende jaren zijn er door de N.V.W.A. ook controles uitgevoerd. Op verschillende keuringen,
jaarmarkten en evenementen zijn controles uitgevoerd op het toelaten van uitsluitend legaal gecoupeerde
trekpaarden, hetgeen door de N.V.W.A. ook altijd is bevestigd en toegestaan.
In het voorjaar 2016 zijn er door de N.V.W.A. bij de K.V.T.H. verzoeken ingediend om af te wijken van het
bestaande beleid, zoals geformuleerd in ons “communicatieplan ingrepenbesluit”. Destijds en nog steeds
ontbreken hiervoor, voor zover bij onze vereniging bekend, de juridische middelen. Bij herhaling is door de
K.V.T.H . aan de N.V.W.A. en het Ministerie gevraagd naar wetswijzigingen waarop de K.V.T.H. haar beleid kon
aanpassen. Deze zijn tot op heden echter niet ontvangen.
Het bestuur van de K.V.T.H. is dan ook zeer verbaasd en teleurgesteld in de melding van het N.V.W.A. om onze
vereniging een ”last onder dwangsom” op te leggen van € 15.000,- per keuring om zodoende de K.V.T.H. tégen
de huidige wetgeving in te laten handelen.
De K.V.T.H. rest geen andere keuze dan tegen deze “last onder dwangsom” in beroep te gaan, welk traject
ondertussen is gestart.
Aangezien een bezwaarprocedure het besluit om een “last onder dwangsom” op te leggen niet zou opschorten,
is er voor de korte termijn ook een voorlopige voorziening aangevraagd bij de voorzieningenrechter. Wij
verwachten hierover binnenkort meer duidelijkheid. In afwachting hiervan is er door het bestuur van de
K.V.T.H. besloten om de centrale keuringen van de afdelingen Limburg, Gelderland en Noord-Brabant voorlopig
uit te stellen. Het bestuur is namelijk van mening, dat de risico’s voor onze vereniging ondraaglijk zijn en acht
het derhalve financieel onverantwoord om de keuringen doorgang te laten vinden, voordat er duidelijkheid is
over een voorlopige voorziening.