Lees meer - Doopsgezind.nl

Download Report

Transcript Lees meer - Doopsgezind.nl

10
2016
Open handen
foto Herman Heijn
oktober 2016 | Algemene Doopsgezinde Sociëteit
uitgelicht
vooraf
vredesprijs Hilversum
In Hilversum wordt op 21 september,
de Internationale Dag van de Vrede,
ieder jaar een prijs uitgereikt aan
iemand die bijdraagt aan de onderlinge verbondenheid, aan de ‘sociale
vrede’. Dit jaar viel die eer toe aan
Tukkie Tuk, sociaal buurtwerker in
Hilversum-Oost.
De prijs bestaat uit een vredespaal die
een zichtbare plek krijgt in het dorp.
Dit jaar is dat wijkcentrum St. Joseph,
van waaruit Tuk haar werk doet. De
vredeswens ‘Moge vrede heersen op
aarde’ is in het Nederlands, Engels,
Arabisch en Hebreeuws op de paal
te lezen. Wijk Oost is een wijk waar
altijd veel onderlinge verbondenheid
was, maar waar tegenwoordig de
nodige spanningen zijn. Nieuwkomers en oorspronkelijke bewoners,
lager en hoger opgeleiden, mensen
mét en zonder betaald werk, oud en
jong moeten hun best doen om in
vrede met elkaar te leven.
Tuk werd in het zonnetje gezet door
bewoners van het nabij gelegen verpleeghuis, buurtbewoners, leden van
de Raad van Kerken en betrokkenen
bij de vredesweek. Ze kreeg de prijs
omdat ze werkt vanuit haar hart, al
die kleine dingen doet die moeten
gebeuren, altijd vrolijkheid uitstraalt,
iedereen kent, de grote buurtbemoeial is en omdat zij mensen
samen doet groeien in hartelijkheid.
Ds. Tom Rijken zei in zijn toespraak
onder meer: ‘Op je geboortekaartje
stond al: geboren voor de vrede’.
Project Vredespaal (Peace Pole Project)
startte in 1955 in Japan. Het Hilversumse
initiatief om hierbij aan te sluiten komt
van De Kapel, de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap waar ook de doopsgezinden deel van uitmaken. Wereldwijd
staan inmiddels meer dan 200.000
vredespalen opgesteld, verspreid over
190 landen.
advertentie
Don atu s ver z ekert
vert ro uwd
Donatus verzekert kerkgebouwen en wat daar
bij hoort, zoals ruimtes voor kinderopvang,
doopvonten, kanselbijbels en orgels. Donatus
is een betrokken specialist. Klein genoeg om
u persoonlijk van dienst te zijn. Groot genoeg
om uw verzekeringsbelangen aan toe te vertrouwen. Samen met u zorgen we ervoor dat
wat waardevol is, behouden blijft voor onze
kinderen en hun kinderen en hun kinderen…
Er komt een moment dat ik mijn telefoon weer aanzet.
Dat app- en mailberichten binnenstromen en het dagelijks leven haar gang neemt. Maar alsjeblieft, niet nu.
Nog niet. Teveel beelden, teveel indrukken. Van alle
woorden en muziek waarmee geprobeerd is het onverwoordbare te verwoorden. Van een beste vriend, die
haast instort als hij nog één keer langs de kist loopt.
Van een broer, die zegt wat hij op zijn hart heeft, kapot
van verdriet en intens krachtig tegelijk. Van een voorganger die als laatste saluut zijn knalgele das afdoet en
bij de dassen voegt die al aan de kist zijn geknoopt.
Van een opa en oma, die hun talentvolle kleinzoon
saxofoon zien spelen, maar nu op een scherm in een aula.
Van een vader en een moeder, die hun kleurrijke vogel
uit het nest zagen vallen. Noud kon niet meer.
In jongerenhuis Sneel kijken zijn twinkelende ogen me
vanaf een fotowand aan. De muur is pas nog strak gewit,
vlak voor het grote jubileumfeest. Een wall of fame zou
het worden, maar dat plan werd op het laatste moment
veranderd, zoals het meestal gaat. Dus de muur bleef
leeg, tot nu. De ironie daarvan ontgaat me helaas niet.
Waar nog geen maand geleden werd gevierd, gedanst en
gelachen, is de afgelopen dagen gerouwd, gehuild en
gevloekt. Ook door mij. Nee, ik kende hem niet heel
goed. Hij was eerder een kennis, een vriend van vrienden.
Maar ik wil hier zijn, moet hier zijn. In een huis als dit
komen en gaan de mensen. Toch blijft iedereen er altijd
bij horen. Zo gaat dat. Zo hoort dat te gaan. Maar dit
vertrek laat een gat achter dat niet kan worden gevuld.
Dan krijg ik een kop soep in mijn handen geduwd, brood
wordt gedeeld. Buiten wordt een kaartspelletje gespeeld.
Iemand zakt door een stoel. Er wordt gelachen. Een klein
beetje ontlading na het verdriet en het ongeloof, en ja,
ook de boosheid en teleurstelling die hier gedeeld
worden. Er komt wat lucht en er komt wat licht, voor de
een wat sneller dan voor de ander. Ik kijk naar de muur
en knipoog naar Noud, al voelt dat stom en nutteloos.
Dan zie ik de wijzers van de klok genadeloos doortikken.
Ik moet gaan. Onderweg zet ik mijn telefoon aan,
stromen de berichten binnen en neemt het dagelijks
leven weer haar gang. Maar het is niet meer hetzelfde.
Johan Tempelaar
Coördinator communicatie ads
[email protected]
w w w . d o n a tu s. n l te l . 073 - 5 2 2 170 0
inhoud
5 12
16 22
5
Vrijuit spreken
Menno Simons-lezing door Erik Borgman
12 Zegenende handen
Drie voorgangers over de zegen
16 Wijze handen, prachtig stil
‘Ik voel de energie wel, denk ik…’
22 Hart en handen open
Het Huis van Bezinning en Bezieling
en verder…
4ingekomen
8 Gods hand
10 de Schepper
René de vioolbouwer
14WereldWerk
Eye-opener
18 boeken & bladen
23kort
24column
Gerke van Hiele
ingekomen
Menno Simons-lezing 2016
>>
raad van kerken
Nieuw lid en welvaart van morgen
De Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland heeft zich als
zeventiende lidkerk aangesloten bij de landelijke Raad
van Kerken. In totaal zijn meer dan zes miljoen christenen
in de Raad vertegenwoordigd. De nieuwe lidkerk heeft
ruim tienduizend leden en wereldwijd circa negen
miljoen.
De kerk besteedt veel aandacht aan de zending van
de apostelen in deze tijd en aan de verwachting van de
wederkomst van Christus. Vanaf de eeuwwisseling heeft
de kerk zich steeds verder opengesteld voor oecumenische samenwerking.
In de aanloop naar de komende verkiezingen heeft de
Raad van Kerken de nieuwe brochure Werk en welvaart
van morgen aangeboden aan premier Rutte, het kabinet
en de fractievoorzitters van alle politieke partijen in de
Tweede Kamer. De Raad doet een beroep op de politiek
om bij economische beleidsbepaling niet alleen uit te
gaan van het Bruto Binnenlands Product, maar ook
aandacht te hebben voor duurzaamheid, participatie,
mantelzorg en onbetaald werk.
De brochure is verschenen naar aanleiding van een studiemiddag, zie: http://www.raadvankerken.nl/?b=4075
Voor het verslag van de studiemiddag, zie:
http://www.raadvankerken.nl/?b=4122
bijbelgenootschappen
Krachten bundelen
Het Vlaams Bijbelgenootschap (vbg) en het Nederlands
Bijbelgenootschap (nbg) gaan intensiever samenwerken.
Ze vormen vanaf deze maand backoffice één organisatie,
maar behouden hun eigen naam en identiteit het oog
op de verschillen in taal en cultuur tussen Vlaanderen en
Nederland.
Manager Johan Wijnhorst van het nbg stuurt vanaf deze
maand ook de Vlaamse medewerkers aan, gesteund door
een Vlaamse Adviesraad. Wijnhorst: ‘Voordeel van deze
4
krachtenbundeling is dat we efficiënter werken en dat
Nederlandse projecten en producten gemakkelijker in
Vlaanderen hun weg vinden, en omgekeerd.
Zo komt het Nederlandse kinderbijbelblad Alef beschikbaar voor Vlaanderen en lanceren we binnenkort de
Vlaamse versie van de site debijbel.nl. Daar zijn meer dan
twintig bijbelvertalingen te vinden met extra achtergrondinformatie. Andersom willen we de Vlaamse expositie
Expo Biblia – met beroemde kunstwerken bij bijbelverhalen – introduceren in Nederland.’
kracht van muziek
Beste leden van vele doopsgezinde gemeenten in Nederland
die aan Musicians without Borders hebben gedoneerd,
Graag willen wij u hartelijk bedanken voor uw gulle giften
aan Musicians without Borders. Mede dankzij uw steun
hebben we onze projecten in Palestina, Kosovo, Rwanda,
Oeganda en Noord-Ierland kunnen voortzetten en
uitbreiden. Er is zelfs een nieuw project in Nederland
gestart, ‘Welcome Notes’. Met dit project trainen we
muzikanten in het begeleiden van muziekworkshops in
centra voor vluchtelingen en zijn we actief in het organiseren van verschillende muziekactiviteiten voor vluchtelingen in Nederland.
Ons werk in Palestina wordt al jaren door verschillende
doopsgezinde leden, gemeenten en fondsen gesteund.
In Palestina werken we nauw samen met de organisatie
‘Sounds of Palestine’ en samen bereiken we door de
kracht van muziek duizenden kwetsbare kinderen en
jongeren per jaar. Veel van ons werk draait om het opleiden van mensen om in hun eigen omgeving muziek
in te zetten voor verzoening, traumaverwerking en wederopbouw.
De katholieke hoogleraar
Erik Borgman verzorgt
op 5 november a.s.
de vijfde editie van
de Menno Simons-lezing.
Het thema zal zijn:
Met open handen. >>
Nogmaals onze hartelijke dank voor uw steun en
bijdragen.
Laura Hassler, directeur
www.musicianswithoutborders.nl
foto Johan Tempelaar
5
Menno Simons-lezing 2016
Vrijuit spreken
over God & de wereld
tekst Tea G. Rienksma – foto Herman Heijn
‘
Met open handen’, een actueel thema. Immers,
om ons heen zien we vooral een beweging richting
‘handen sluiten’ en ‘handen in de afweerstand’.
Erik Borgman maakt zich daar zorgen over. Hij denkt
in grote lijnen en houdt ons onvermoeibaar een spiegel
voor, in de hoop dat hij ons wakker kan schudden, ons
de ogen kan openen opdat wij anders gaan zien naar de
wereld om ons heen. Naast de focus op de grote lijnen is
Borgman ook de theoloog die in het kleine, het dichtbije
en het gewone de Eeuwige aanwezig ziet. Daarmee wil
hij mensen moed en perspectief geven. Hij heeft uitgesproken opvattingen over de ontwikkelingen in de
samenleving, over de steeds grotere invloed van de overheid op onze identiteit, over de onmacht van de politiek
een antwoord te geven op de vluchtelingenstroom, over
de kerk als managementinstituut, over Europa, over onze
angsten. Hij brengt ze over met aanstekelijk enthousiasme en een grote kennis van zaken.
Collectieve wordt norm
Borgman bewoont een gedeelte van een oud stadsklooster in Utrecht. Tussen de torenhoge stapels boeken gaat
het gesprek in eerste instantie over de komende Menno
Simons-lezing. ‘Ik heb een paar grote lijnen in mijn hoofd’,
zegt Borgman, ‘maar ik moet het nog verder uitwerken.’
Hij wil in ieder geval spreken over 500 jaar Reformatie en
een parallel trekken met onze tijd. Zijn visie is dat de
Reformatie niet zozeer de oorzaak was van het schisma
tussen de katholieke kerk en het latere protestantisme,
maar het gevolg van een veel eerder begonnen ontwikkeling in Europa van opkomend nationalisme en identiteitsvorming van burgers. Borgman: ‘Mensen kregen uiteenlopende rollen. Het was niet meer alleen de katholieke
kerk die hun identiteit bepaalde. Daarmee werd de vanzelfsprekende eenheid van de katholieke kerk aangetast.
Uiteindelijk leidde dit tot het vastleggen van het geloof
in leerstellingen en catechismussen, tegenover de
leerstellingen en de catechismus van anderen.’
6
‘Ook in onze tijd staat identiteit centraal. Wij hebben het
slecht in de gaten, maar de overheid drukt steeds meer
een stempel op wie wij geacht worden te zijn. Kijk naar
de spotjes van de Publieke Omroep: ‘wij zijn Nederland’.
Ze geven aan hoe wij over onszelf moeten denken, wat wij
moeten doen of hebben om ‘erbij’ te horen. De overheid
waakt over onze ziel. Terwijl wat wij nodig hebben juist is
dat mensen iets anders doen dan we van ze verwachten.
Ik zie een toenemende neiging om elkaar de maat te
nemen. Er wordt ons een vorm van gemeenschap
opgelegd, bijvoorbeeld via grote sportevenementen. Het
collectieve wordt de norm. De agressie in Frankrijk over
de boerkini zegt in feite: wij willen jou niet op ons strand,
want jij bent anders dus niet van ons. Dat benauwt mij
enorm. Ik zou er zelfs mijn veiligheid voor kunnen
opofferen. Hoe dan ook probeer ik vrijuit te spreken over
mijn geloof, over God, over wat goed is en kwaad, en ben
niet bang voor een weerwoord.
Ik ben opgegroeid in de jaren 60 en 70. Het gevoel was
toen dat er van alles mogelijk was en dat wij dat allemaal
konden gaan doen. Jongeren van nu zijn bang buiten de
boot te vallen. Niemand zegt tegen ze: wij hebben jou
nodig. In plaats daarvan worden ze zoet gehouden met
‘stippen op de horizon’.’
Betekenis in de wereld
Borgman is van mening dat deze maatschappelijke
ontwikkelingen de ontkerkelijking in de hand gewerkt
hebben. ‘Wat heb je nu aan zoiets idioots als geloof?
En de kerk probeert zich aan te passen, zich om te vormen
tot een organisatie met doelstellingen, aantallen en
management.’ De kern van de kerk is volgens hem echter
Gods lof zingen en laten zien dat het leven in zichzelf
goed is. ‘Het gaat om twee zaken in de kerk’, zegt Borgman. ‘Ten eerste het besef dat God er altijd bij is. Ook als
het leven niet zo mooi is, ook als wij ons onveilig voelen.
Ten tweede dat mensen met elkaar verbonden zijn.
Omdat we dachten dat we het allemaal zelf moesten doen
en daarin falen, hebben we onze stevigheid om tegenslag
aan te kunnen, verloren. Kijk maar hoe wij omgaan met
de vluchtelingenstroom. We krijgen die niet onder controle. Dat maakt ons bang en we voelen ons aangetast in
‘De overheid drukt steeds meer een stempel
op wie wij geacht worden te zijn’
onze veiligheid. Maar het leven is niet veilig. Daar moeten
we mee in het reine zien te komen. En dan kunnen we
weer beginnen met het goede te doen, daar waar we zijn,
op dit moment. We kunnen de wereld niet redden, maar
dat hoeft ook niet. Ze is in Christus al gered. Wel kunnen
wij degenen die honger hebben voeden, herbergen, met
hen gemeenschap vormen.’
De wereld is niet maakbaar. Zij wordt ons gegeven, steeds
weer. Wij moeten haar ontvangen en niet weglopen voor
het lijden. Hannah Arendt noemde het amor mundi, liefde
voor de wereld met alles erop en eraan. ‘Want de wereld
is de plaats waar wij als mensen betekenis krijgen,’ aldus
Borgman. ‘Niet wij geven haar betekenis, zij geeft ons
betekenis.’ Borgman is van mening dat dit bij uitstek het
geval is wanneer wij geraakt worden door wat mensen
overkomt. ‘Toen Paus Franciscus in 2013 Lampedusa
bezocht vroeg hij zich af of er gehuild was om de mensen
die op hun vlucht in de Middellandse Zee verdronken
waren. Zo erkennen wij de waarde van hun leven, ook al
was dat op dat moment afgelopen.’ Borgman benadrukt
dat het geloof ons aanreikt dat mensen niet alleen staan
in deze ellende. ‘Wij worden gedragen door een omvattend verband dat wordt samengehouden door Gods
scheppende en verlossende liefde.’
Erik Borgman tijdens het
symposium Wat ik geloof in de
Grote Vermaning in Haarlem,
op 23 juni.
Mennonitische beweging
Borgman vervult een gastdocentschap Vrijzinnige
Theologie aan het Doopsgezind Seminarium, naast zijn
baan als hoogleraar Publieke Theologie aan Tilburg
University.
Vrijzinnige theologie? Dat behoeft enige uitleg. Borgman
glimlacht. ‘Ik was zeer vereerd hoor, toen ik gevraagd
werd. Maar ik heb duidelijk gemaakt dat ik mijzelf niet als
een vrijzinnig theoloog zie. Wel voel ik een duidelijke
verbinding met de brede mennonitische beweging. Met
de gerichtheid op het belijden door te doen. Met de
doperse vredestheologie. Daar zie ik een relatie met het
radicaal pacifisme van iemand als Dorothy Day en de
Catholic Worker Movement die mij inspireert. En met het
religieuze leven. De beweging van ‘new monastics’, een
nieuwe monastieke beweging binnen de protestantse
kerken in de VS die mij zeer interesseert, is sterk door
mennonieten beïnvloed.’
De broederschap mag zich verheugen in de relatie met
deze bevlogen geleerde. <<
Erik Borgman (1957) is hoogleraar publieke theologie aan
Tilburg University en lekendominicaan. Tevens is hij als
gasthoogleraar verbonden aan het Doopsgezind Seminarium/
Vrije Universiteit.
7
bijbel
Als Zijn hand je tre�
loopt het meestal slecht met je af
ods
hand
G
de Eeuwige. Letterlijk. Alles is door Zijn handen gegaan.
En nog steeds houdt Hij alles en iedereen in Zijn hand.
Ik stel me dan zo voor dat Hij heel af en toe stiekem Zijn
hand een beetje opendoet, en met lichte verbijstering
tussen Zijn vingers door gluurt naar dat werk Zijner
handen.
Omgekeerd heft die schepping volgens de bijbel de
tekst Wieteke van der Molen – illustratie Feiko Wouda
He’s got the WHOOOOLE world,
in His hands,
He’s got the whole wide world,
in His hands
He’s got the whole world in His HANDS!
Prachtig beeld, onze God die de hele wereld in Zijn
handen houdt. Een beeld van ontferming, bescherming,
koestering, macht ook misschien. En van eigenaarschap.
Die wereld in Zijn handen, dat is de Zijne. Zijn schepping.
Puur handwerk. Getuige althans de prachtige formule
‘die niet laat varen het werk van Zijn handen’.1
Het is altijd even wennen, die beeldende taal van de
bijbel. Meestal denk ik in abstractere begrippen over God.
Minder concreet, minder tastbaar. Maar in de bijbel krijgt
8
God handen en voeten, al is dat ook daar ongetwijfeld
bedoeld als metafoor.2 Natuurlijk, het is niet het enige
beeld van God als schepper in de bijbel; Genesis 1
bijvoorbeeld heeft een gesproken versie. Maar Genesis 2
spreekt duidelijk over ‘maken’ en steeds als in de rest van
de bijbel gerefereerd wordt aan de schepping (of aan
de mens), dan blijkt dat de schepping het werk van
Zijn handen is. Niks Big Bang, niks evolutie, maar puur
ambacht. Liefdewerk. In gedachten zie ik dan God zorgvuldig, bijna koesterend, de laatste kleirand gladstrijken
met Zijn goddelijke duim. Even frummelen nog aan een
oor. Net die ene bergtop tussen duim en wijsvinger nog
wat aanpunten voor de erosie er voorgoed vat op krijgt.3
En dan, met holle hand, even de wateren opscheppen.4
Het is misschien niet meer van deze tijd, maar het hééft
wat.
De schepping als handwerk van God, dat ontroert
me. Er spreekt betrokkenheid uit, en aanraking. Tastbaarheid. Dat je om je heen kijkt en overal de hand van God
in ziet: alles en iedereen om je heen is aangeraakt door
open handen naar Hem op. In vervoering. In gebed.
Offerend. Smekend. Want lang niet alles waar Hij de
hand in heeft is ontroerend. Als Zijn hand je treft loopt
het meestal slecht met je af. Gods hand vernietigt, verslaat vijanden, keert bergen om. Niet vreemd. We hebben
ongetwijfeld allemaal weleens achteloos onze kleuterklei
in elkaar gedrukt. Achteloos. Een hand kan maken of
breken. Ook die goddelijke hand. En dus worden door
de hele bijbel heen open mensenhanden naar de hemel
opgeheven om God te bewegen Zijn hand naar hen uit
te strekken. Ter bescherming. Ter redding. Soms van
vijanden. Soms van God zelf… ‘want Uw hand drukt zwaar
op mij’.5
Gods hand. Zoals altijd met antropomorfe godsbeelden
komt God door Zijn hand de mens ongelofelijk nabij.
Zijn hand is net zo’n flexibele multi-tool als de onze.
Kan maken en breken. We herkennen de beweging, de
benodigde kracht, de flexie. Want we kennen Zijn hand als
onze eigen hand. En precies daarin, in die herkenbaarheid
die Hem zo dichtbij brengt, is Hij ook angstaanjagend
ver. Want alles wat Hij doet is doortrokken van die ene
onvoorstelbare, afschrikwekkende kracht. Hand of geen
hand, antropomorf beeld of niet… Hij is God. En wij niet.
En God, die is onvoorstelbaar… eh… anders.
Dat blijkt dan ook als Mozes in Exodus 33:18 God smeekt
om Hem te mogen zien, in al zijn majesteit. God maakt
hem duidelijk dat dat geen optie is, want geen mens
overleeft een ontmoeting met God ‘van aangezicht tot
aangezicht’. Maar daarna staat: Toen sprak de Heer:
‘Er is een plaats op de rots waar je dicht bij mij kunt komen
staan. Als dan mijn majesteit voor je langs gaat, zal ik je in
een kloof laten schuilen en mijn hand beschermend voor
je houden tot ik voorbij ben. Als ik mijn hand weghaal, zul je
mij van achteren zien; mijn gezicht mag niemand zien.’
Gods hand die de kwetsbare mens beschermt.
Tegen zijn eigen goddelijke macht. Precies zó is het
tussen God en de mens. Dat roept op tot overgave. Tot
erkenning van je eigen menselijkheid. Je beperking, én je
macht. Want jouw hand is als de Zijne, kan maken en
breken en beschermen. Maar dan anders. Goddank. <<
1 Vrij naar Psalm 138:8.
2 De bijbel trekt tenslotte fel van
leer tegen precieze afbeeldingen
van God, met handen en voeten
en al.
3 Vrij naar Psalm 95:4.
4 Jesaja 40:12 zegt zoiets.
5 Psalm 32:4 bijvoorbeeld.
Of Psalm 38:3, 39:11. En het boek
Job kan er ook wat van.
9
de Schepper
warmte in balans
René de vioolbouwer
René Slotboom: ‘Strijkinstrumenten bouwen is een drang
kon combineren met mijn werk als
uit mijn jeugd.’ tekst & foto’s Annegreet van Wijk
‘Bij ons thuis bespeelden we allemaal
een muziekinstrument. Mijn vader
was amateur-orgelbouwer en had een
werkplaats. Dat vond ik toen al geweldig, al dat hout en die gereedschappen! Ik was denk ik veertien jaar toen
ik wist dat ik violen wilde maken.
Ieder jaar maakte ik ’s zomers in de
schoolvakantie een nieuw instrument,
wat in zes weken natuurlijk gekkenwerk is. Na de middelbare school heb
ik de opleiding tot meubelmaker
gevolgd en ondertussen ging ik in
de leer bij een Italiaanse vioolbouwer
in het Belgische Wavre. Hij werd mijn
leermeester.
‘Het belangrijkste van het bouwen
van een viool is het zoeken naar een
bepaalde balans. Het hout moet zodanig gespannen zijn dat er meteen
geluid ontstaat als je een snaar aanstrijkt. Er moet meteen iets meeresoneren en tegelijkertijd mag niets
gaan klapperen of inzakken. Het gaat
om een juist evenwicht tussen
spanning en ontspanning in het
instrument. Het zoeken naar zo’n
balans van krachten is een combinatie
van ervaring en techniek. Door de
jaren heen is dat echt mijn specialiteit
geworden. Van heinde en verre
komen muzikanten hier naartoe om
mij naar hun instrument te laten
kijken. Het is mooi om te ontdekken
hoe ik de klank kan bevrijden, bijvoorbeeld door de druk op het bovenblad
te verlichten, of de kam waar de snaren op rusten iets dunner te maken,
10
waardoor het instrument actiever
wordt en gemakkelijker aangestreken
kan worden. Langzamerhand word je
naast vioolbouwer ook een soort
viooldokter!’
Hoe belangrijk is de wisselwerking
tussen de balans van de bouwer
en die van de viool?
‘Heel erg belangrijk: spanningen en
druk zijn er in het gewone leven ook.
Hoe ik als mens ben resoneert door
in mijn instrumenten. In de eerste
instrumenten die ik gemaakt heb
hoor ik het beginnersgeluk, het
enthousiasme en de gedrevenheid.
Die instrumenten hebben een goede
klank maar de afwerking is hier en
daar nog wat rommelig. Later kom je
in een fase van technische perfectie,
dan wil je het misschien te goed
doen. En vorig jaar november maakte
ik een viool – die was zo goed gelukt!
Dat wil je dan eigenlijk nog een keer
doen, maar dat gaat bijna niet.
‘De balans zoeken, dat vind ik mooi.
Niet alleen als vioolbouwer maar ook
bij mensen. Ik heb dit werk lang
gecombineerd met therapeutische
werkbegeleiding. Ik maakte instrumenten en deed aan houtbewerking
met jongeren en kinderen met een
psychiatrische of verstandelijke beperking. Ook in dat werk is het een
kwestie van zoeken naar de juiste
balans en het stroomlijnen van
krachten en spanningen. Ik vond
het erg jammer dat ik dat niet meer
vioolbouwer, maar toen het erop
aankwam kon ik niet anders dan
kiezen voor dit ambacht.Vioolbouwer
zijn is meer dan een beroep.’
Waar vind je scheppingskracht?
‘Het maken van violen, het repareren
– het gaat altijd maar door. Afspraken,
mailtjes, even iets lijmen… en ondertussen ben ik ook nog eens echtgenoot en heb ik twee kinderen, van
14 en 11 jaar oud. Af en toe even op
adem komen en energie opdoen is
dan enorm belangrijk. Zo ga ik soms
een wandelingetje maken. Ook een
mooi afgeleverde viool, een succes
dus, kan hernieuwde inspiratie geven.
En mijn geloof speelt zeker een rol.
Het vioolbouwen is niet los te zien
van mijn spiritualiteit. Ik probeer
regelmatig te mediteren op een
logion van het Thomas-evangelie.
Dat helpt om in mezelf ruimte te
maken en de werking van God
te ervaren in mijn werk en daarbuiten. Want overal is God. Daarom
vond ik laatst een uitspraak in Letter
en Geest (de weekendbijlage van
dagblad Trouw) ook zo treffend:
‘niets is, alles wordt’. Zo wordt lucht
in een instrument omgezet in trilling,
in klank, in muziek.’
Mijn laatste vraag: als je een
visitekaartje zou hebben, wat zou
dan je slogan zijn?
‘Warmte in Balans. Tjonge, dat kwam
er zomaar uit! Nou, misschien is dat
nog weleens echt iets.’ <<
11
11
de zegen
Zegenende handen
tekst Jan Willem Stenvers – achtergrondfoto Depositphotos
Pieter Post
voorganger in de doopsgezinde gemeente Heerenveen
protestants voorganger in
de vrijzinnige geloofsgemeenschap Amersfoort, bij de Johanneskerk
Alke Liebich
Iris Speckmann
‘
‘
‘
De Ene God zegent, niet de
mens. Belangrijk is wat er in
Numeri 6:22-27 staat: Dan spreekt
de Ene tot Mozes en zegt: spreek tot
Aäron en tot zijn zonen en zeg: zó
zult ge de zonen Israëls zegenen;
door tot hen te zeggen: de Ene zal je
zegenen en je bewaken! De Ene laat
zijn aanschijn tot je oplichten en is je
genadig! De Ene heft zijn aanschijn
tot je op en legt op jou vrede! Leggen
zullen ze mijn naam op de zonen
Israëls; ík zal hen zegenen!
‘Zegenen is dus de naam van de
Ene God op de ander leggen. Het
is deze zegen die ik aan het eind
van een dienst uitspreek. Dat doe
ik uit mijn hoofd en met aandacht.
Daarbij kijk ik de mensen die voor
mij staan zoveel mogelijk aan. Na
verloop van tijd zie ik dat sommigen de zegen zachtjes met me
mee uitspreken, of die samen met
mij besluiten met ‘amen’. Ik houd
daarbij mijn handen gevouwen
voor mijn buik. Het woord moet
het doen. Bij mijn intrede onlangs
heb ik om een zegen via handoplegging gevraagd. Daarbij knielde
ik. Dat heb ik nodig gehad om het
werk aan te kunnen door al mijn
twijfels heen.
‘Veel doopsgezinden hebben
koudwatervrees voor liturgische
12
De voorganger geeft de zegen, of ontvangt die samen
met de gemeente. Met de handpalmen naar boven
of naar beneden. Drie voorgangers laten hun licht
erover schijnen.
gebarentaal. Zij zijn bevreesd dat
de dominee zichzelf buitensluit
als hij of zij de zegen geeft met ‘Hij
zegene u’, in plaats van ‘ons’. Dat is
erin geslopen omdat ze Numeri
niet kennen. Als doopsgezinde vind ik dat het geven van
de zegen best mag plaatsvinden
met heffing van de armen, wat
eigenlijk een collectieve handoplegging voorstelt. Maar doe dat
dan wel met gespreide, open
vingers. Niet met gesloten vingers,
want de zegen moet ‘erdoor’
kunnen: die komt niet van jou.
‘Bij doopsgezinde voorgangers zie
ik veel onhandigheid, en die kan
ergerlijk overkomen. Men wil dan
iets doen met de handen maar
weet niet hoe. Dan zie je de armen
ietsjes gestrekt worden, waarbij de
open handen om de zegen vragen.
Mijn tip is: strek je armen zijwaarts
en helemaal. En nodig de gemeente uit om dat ook te doen. Zo wordt
het een met zijn allen vragen om
de zegen.’ <<
Natuurlijk hebben wij Gods
zegen niet in onze broekzak, ik als
voorganger niet en kerkleden ook
niet. Als ik mijn handen uit die
broekzak haal om te zegenen,
blijven het gewoon mijn handen.
Wij hebben van horen zeggen dat
Gods zegen met mensen meegaat.
Als reiszegen, als pelgrimszegen,
als zegen van Mozes op de berg
Nebo, dichtbij het beloofde land
waar hij nooit zou komen.
‘Zegenen betekent: elkaar grootmaken. Tijdens het zegenen kan
door woord en gebaar, door aanraking, intentie en taal iets heiligs
gebeuren, God gebeuren. Precies
dat draag ik met me mee van de
momenten die mij bijgebleven
zijn: de bijzondere eer om als gast
in Mozambique aan het eind van
een kerkdienst uitgenodigd te
worden om de zegen te spreken.
Het oudere echtpaar dat na vijftig
jaar hun gouden huwelijk wil laten
zegenen in de kerk, te midden van
de gemeente – eerder was het er
niet van gekomen. Het kwetsbare
gezin waar wij in een intiem
ritueel omheen staan, als plaatsvervangers voor een zegenende
gemeenschap. Rondom een sterfbed staan en met een tedere aanraking het kwetsbare leven van je
vader zegenen. Een jonge vrouw
pomovendus aan het doopsgezind seminarium
– ikzelf – die van God en mensen
zegen ontvangt bij de bevestiging
als predikant. Terugdenkend aan
dat moment kan ik de intensiteit
ervan nog ervaren.
‘Wat ben ik blij dat dat zegenende
gebaar in mijn ‘gereedschapskist’
zit en ik het niet alleen van woorden
hoef te hebben. De zegen is een
gebaar van aanraking en van kwetsbaarheid. Aanraking kan helend
zijn, we weten dat dan gelukshormonen in het spel komen. Ik
gebruik mijn handen graag, ik til ze
op, minimaal tot schouderhoogte,
zodat er wat te zien is. De wijde
mouwen van mijn toga helpen
daarbij. Mijn handpalmen zijn naar
boven geopend: ik ben me er zeer
van bewust dat ik ontvanger van
zegen ben, iedere (zon)dag weer.
De intimiteit van het zegengebaar
past weliswaar niet helemaal bij de
bioscoopopstelling van een gemiddelde kerkdienst, maar toch houd
ik van die onhandigheid. Het
tedere gebaar dat ons wil dragen
verdraagt óok mijn grootspraak
en die onhandigheid.’ <<
Het is een klein ritueel op zich
als je de priesterlijke zegen uitspreekt over de gemeente: ‘De
Eeuwige zegene ons en Hij
behoede ons…’. Als voorganger is
het opletten geblazen zo aan het
eind van de dienst. Scherp blijven,
want de taal is een beetje raar. Het
liefst laat ik de zegen door de
gemeente zingen, zodat ik niet als
enige bezig ben en mijn handen
uitspreid over de gemeente. Want
de zegen blijft een beetje vreemd
voor doopsgezinden met hun
laag-liturgische traditie en hun
anti-ambtelijke gemeenteopvatting.
‘Toch zijn er ook gemeenten die
verwachten dat je als (gast)voorganger juist die woorden spreekt
en dat gebaar maakt. Dan ben
ik wel eens ‘stout’ en zeg: ‘de
Eeuwige zegene ú’. Want áls ik het
zeg, dan zoals het er staat – en er
staat ‘u’ of ‘jij’, niet ‘ons’. Nu ikzelf
weer meer gemeentelid ben dan
voorganger, voel ik opnieuw wat
het met je doet om als gemeentelid en als gemeente in zijn geheel
de zegen over je uitgestort te
krijgen. Er zit niets maakbaars in
Gods zegen, het is puur een
ontvangen om niet. En een
passend slot ook – vlak voordat
je die behoorlijk onchristelijke
samenleving van ons weer ingaat,
krijg je een stempel mee: ‘onhoud
deze week dat je voor Gods aangezicht gaat’. Voor autonome
westerlingen die alles voor zichzelf
regelen is dat vreemd, iets zomaar
ontvangen zonder dat je er iets
voor hebt gedaan of kunt doen.
‘Als voorganger werkt het zo: je
spreidt je handen uit, je borst
wordt groot en je maakt een omhelzend gebaar. Het voelt alsof je
iets géeft, maar zodra er een beetje
‘wind’ onder komt, kríjg je het net
zo goed en doe je er zelf weinig
meer aan. Iedereen zou het eigenlijk eens moeten proberen! Ha,
hoe zou het zijn als wij allemaal
aan het eind van de dienst elkaar
de zegen zouden geven, staand en
met de armen gespreid? Borst
open, omhelzend gebaar, licht
naar boven gewend... Zouden
we de Geest dan kunnen voelen
waaien?’ <<
13
Mennonite Peace Conference
Van 8 tot 12 juni vond het eerste Global Mennonite Peace
Conference Festival plaats. We kennen het Doopsgezind Wereldcongres en ook zijn er regelmatig vredesconferenties, maar
nog niet eerder werd een wereldwijde doopsgezinde vredesconferentie gehouden.
D
Deze Canadese vredeskerk bij uitstek ontdekt de laatste
decennia dat zijzelf een schoolvoorbeeld is van het
veroorzaken van problemen rondom kolonisatie. Dat zij
met goedbedoeld zendingswerk heeft bijgedragen aan
de ontworteling en verdrijving richting diaspora en zelfs
aan de vernietiging van de volkeren van Canada. Het is
een ontstellende geschiedenis. Het onderzoek naar het
verleden, en de ontmoetingen en gesprekken in het
heden, dragen bij aan een nieuwe dialoog en bieden
een kans om samen een goede toekomst te zoeken. Een
toekomst waarin gezocht wordt naar helende initiatieven
voor beiden. Een resultaat daarvan is bijvoorbeeld het
geschiedenisonderwijs op de middelbare school, waar
kinderen – soms voor het eerst – kennismaken met de
feiten uit het verleden.
Eye-opener
e conferentie was op de universiteit van
Waterloo (Ontario, Canada). Van te voren
waren veel verschillende onderwerpen aan
gedragen waar mensen lokaal of in internationaal verband aan werken. Uit al die inzendingen was
een programma van vier dagen samengesteld, met voordrachten en workshops, tentoonstellingen en muziek.
Wordt er gewerkt aan oplossingen? Zeker, en je kunt juist
in de dagelijkse omgang bruggen bouwen. Zo schonk een
hulporganisatie na de aardbeving in Jakarta vierhonderd
huizen. De vredesgroep van Jakarta werd ingeschakeld
om te helpen de huizen te realiseren. Deze vredesmensen
vroegen of ze het project op hun eigen manier mochten
uitvoeren, zodat de huizen zouden bijdragen
aan vrede in
Organisatie:
de gemeenschap. Vierhonderd christentimmerlieden en
vierhonderd moslimtimmerlieden werden aangezocht.
Beide groepen hadden extreme opvattingen. Vervolgens
werden de timmerlui in gemengde groepjes van vier
ingedeeld om de huizen te bouwen. Het resultaat mocht
er zijn, zowel de huizen als de samenwerking!
thema: Ik zie, ik zie...
gejaagd werden. Het is een wereldwijd terugkerend
thema: mensen die verdreven worden van de grond van
hun voorouders, om plaats te maken voor de winning
van grondstoffen. Het gaat dan om goudwinning, om de
aanleg van oliepijpleidingen en om andere economische
belangen.
Dit lot treft veel verschillende volkeren, die wij voor het
gemak allemaal ‘indianen’ noemen: bewoners van zowel
Noord- als Zuid-Amerika. Oorspronkelijke bewoners van
andere continenten zoals het Midden-Oosten en Europa
maken hetzelfde mee. Een voorbeeld van vredeswerk wat
mij daarom erg trof, was de dialoog tussen de Mennonieten in Canada en de oorspronkelijke bewoners.
KINDER- & TIENERthema:conferentie
Ik zie, ik zie...
Een ander thema was de dialoog tussen de godsdiensten:
gesprekken en ontmoeting tussen groepen die elkaar
mijden omdat ze ‘anders’ zijn. Vaak wordt dit ‘anders zijn’
uitgedrukt als een verschil in godsdienst, maar meestal
spelen economische en sociale verschillen een belangrijke
rol. De manier waarop het ‘anders zijn’ wordt bestempeld
volgt vaak eenzelfde patroon: de eigen groep wordt omschreven in termen van goedheid, liefst gestaafd aan een
roemrijk verleden. De ander wordt uiteraard beschreven
in termen van slechtheid.
Deze uitleg klonk zo simpel, dat je gemakkelijk zou
denken dat zoiets in je eigen omgeving niet voorkomt.
Maar bij de voorbeelden die we hoorden was het alsof ons
Vaak denken we bij het themaOrganisatie:
‘vrede’ aan oorlog en aan
dienstweigeren. Maar vrede heeft meer te maken met het
werken aan ‘blinde vlekken’ in de samenleving en in ons
eigen blikveld. En juist dit werken aan ‘blinde vlekken’
is komend seizoen ons doopsgezinde jaarthema. Want
oorlog ontstaat niet uit het niets, maar dikwijls uit
blindheid voor elkaar.
KINDER- & TIENERconferentie
kinder- & tienerconferentie atum
De conferentie werd geopend door oorspronkelijke
bewoners van Canada die in hun eigen taal een welkomstlied zongen. De universiteit blijkt gebouwd te zijn op
grond die toebehoort aan twee volkeren. Deze grond
diende als compensatie voor het land waar zij vandaan
Taarten van Abel
allemaal een spiegel werd voorgehouden. Polarisatie is
een wereldwijd probleem.
D
2016
Zo zat de conferentie vol eye-openers. Hopelijk wordt
een soortgelijke conferentie over enkele jaren opnieuw
georganiseerd, misschien wel dichterbij huis. <<
er 12.30 uur
b
to
k
o
0
3
t
to
uur
Nederlands een
moeilijke
een organisatie die muziekprojecten
1.00 taal,
berik 1
oktovind
29 daarom
het fijn om muziek te uitvoert in gebieden waar (gewapenrl geweest. Sherwin:
maken. Djembé is een soort ‘taal in in
de) S
conflicten
choozijn
u
d
rs
e
p
o
D
zonder woorden’ met klank en ritme.
‘Als een oorlog ophoudt, is het nog
Locatie
2016
Je kunt ermee vertellen dat je vrolijk,
niet gelijk vrede. Musicians Without
Siemon de Jong, ook wel bekend als Bakker Abel uit het
jou! muziek om mensen
ait omgebruikt
ra
d
boos of verdrietig bent en
anderen
Borders
s
lle
a
r
a
a
w
tie
n
re
fe
con
Eendan
kunnen
mee vrolijk zijn, of op de samen
te,brengen en te werken aan
televisieprogramma Taarten van Abel, komt eind oktober
wereld
kijk
frisofseverdrietig
Jij mejet je
vragen waarom
boos
verzoening
en het verwerken van
probleem
or eenhun
vo
g
in
ss
lo
p
bent. Zonder
woorden
en
toch
voor
verdriet,
of boosheid,
naar de kinder- en tienerconferentie van Doopsgezind
o
je
t.verlies
jij met
ur
u
trke1n2
0
nie
.3
gb
o
n
je
t
e
a
d
t
n
iedereen te begrijpen!
Als
je
het
verzodat
ze
weer
kunnen
werken aan
to
le
k
ta
o
n
e
0
e
t
3
e
t
m uur to
f jij 0
ve op: samen.’ <<
gatoekomst
1o.0
haal
de djembé
wilteverstaan
Tijdens de conferentie onderzoeken
WereldWerk.
wat zij zelf willen doen aan onrecht
r 1van
e
b
r info en opeen
to
e
k
m
o
r
o
9
o
2
v
k
m
Kij
Siemon zal de deelnemers trainen in
het geven van een goede presentatie
en de afsluitende persconferentie
leiden. Op de tweedaagse conferentie
gaan kinderen en tieners aan de slag
met grote thema’s als klimaatverandering, milieuvervuiling en oorlog.
Daarbij wordt vooral gekeken naar
14
of onveiligheid – of dat nu op het
schoolplein is, of wat er op het (jeugd)journaal te zien is. Op de persconferentie presenteren de deelnemende
kinderen en tieners hun plannen en
ideeën. Siemon gaat op de conferentie geen taarten bakken. Maar, zo kondigt hij alvast aan: ‘Ik neem natuurlijk wel voor iedereen taart mee!’
thema: Ik zie, ik zie...
Datu
deelnemers waar hun dagelijkse
boodschappen vandaan komen, wat
plastic soep is en wat ons zwerfafval
daarmee te maken heeft. Ook is er
een workshop djembé, verzorgd door
Godwin Fiayome. Godwin komt uit
Togo in West-Afrika
Organisatie: en woont inmiddels een aantal jaren in Nederland. ‘Maar’, zo zegt hij, ‘ik vind
Met de kledinginzameling in
Menno’s Pleats gaan we door
zolang Menno’s Pleats niet
verkocht is.
Organisatie:
Schone en niet versleten kleding
kunt u brengen naar Menno’s
Pleats, Nummer 9, Nijhuizum.
Belt u voor de zekerheid even
met de beheerder voordat u
erheen gaat: 0515 54 36 30.
thema: Ik zie, ik zie...
moet je goed luisteren naar elkaar.’
ldwerk.nl
ere
www.dgwin
oorlen tienerconferentie van
SchKinderin
u
d
rs
e
p
o
D
Nog meer muziek is er tijdens body
Doopsgezind WereldWerk, 29 & 30
Locatie
bestuurstafel
KINDER- & TIENERconferentie
percussion, waarbij je eigen lichaam
oktober in Dopersduin.
jou!kinderen en tieners van 8 t/m 15
m
o
it
a
het instrument is. rSherwin
KirindonVoor
ra
d
alles
a
a
w
e
ti
n
re
feeen muzikant die optreedt met ld,jaar. Voor ouders is oppas aanwezig.
Een congo,
de were
ijk opGiovanca
se kJacott,
frisRuth
onder
en
Opgeven via het digitale formulier op
Jij met jemeer
leem
b
ro
p
n
e
e
r
o
o
in de musical
Lion
King,
werkt
voor
www.dgwereldwerk.nl of per e-mail:
ssing v
t je oploWithout
jij meMusicians
nt.
e
k
t
ie
Borders.
[email protected]
og isn
at je nDat
talent d
of jij met een
ve op:
info en opga
r
e
e
m
r
o
o
v
Kijk
ldwerk.nl
www.dgwere
2016
th
KINDE
15
reiki
Wijze handen
Reiki
Reiki is een vorm van therapie en behoort tot de alternatieve
geneeswijzen. Er wordt gewerkt met de handen, waarbij het lichaam
met een veronderstelde vorm van levensenergie wordt behandeld.
De term Reiki bestaat uit twee Japanse karakters, te weten rei: geest
of ziel, en ki: energie of levenskracht.
De Japanner Mikao Usui (1865-1926) ontwikkelde dit systeem oorspronkelijk als een weg naar geluk, harmonie en spirituele ontwikkeling. De doorgegeven energie zou een voedende en harmoniserende
werking hebben op zowel mensen, dieren, planten, objecten als
situaties. Reiki wordt toegepast voor klachten op fysiek, emotioneel,
mentaal en spiritueel niveau, en eveneens ter versterking van
gezondheid en welbevinden.
‘Een behandeling duurt een uur, heb je nog
specifieke klachten?’ Ik schud nee en zeg dat ik
er klaar voor ben. Ik klim op het bed, op de
de beurt. Het plafond fascineert me
achtergrond klinkt muziek.
tekst Kalle Brüsewitz
foto Judith Keessen
Elise Moolhuijsen wast haar handen en
begint uit te leggen. Ik mag praten, ik
mag vragen stellen, ik mag doen wat
ik wil. Ik ben stil. Beiden zijn we stil.
Ik hoor alleen nog wat vogels, een
enkel vliegtuig en dingen die
voorbijgaan. Ik voel de lichte deining
van het water onder de ark die is
ingericht als behandelkamer.
Haar handen zijn warm. Ik denk aan
deadlines en aan dozen die uitgepakt
moeten worden. Ik denk aan morgen
en vanmiddag. Ik denk aan van alles.
Ik voel de energie wel, denk ik, maar
ontspannen ben ik nog niet. Ik voel
haar handen bij mijn oren en bij
mijn kaken. Op het ritme van de tijd,
steeds een paar minuten. Haar handen stralen rust uit. Ik staar naar het
plafond. Er hangen haken. Geen idee
waarom – straks eens vragen. Haar
handen voor mijn gezicht. Ik zie haar
vingers. Ik kijk recht in haar open
handen. Ze zijn getekend door het
leven. Wijze handen. Nog steeds
prachtig stil.
Of ik last van mijn keel heb, vraagt ze.
Ze voelt veel energie bij mijn kaken.
Ik vertel haar dat ik chronisch verkouden ben. Dat kan het ook zijn.
Ik lig goed, voel me ontspannen. Dat
vindt ze fijn. Mijn schouders zijn aan
16
mateloos. Vergeten naar de haken te
vragen, komt later. Ik denk aan de
wind en de vogels. Soms voel ik
ineens rillingen. En dan weer een
tijdje niks. Soms worden mijn handen
ineens warm en mijn voeten koud. Of
andersom. Is het hier koud? Geen
idee eigenlijk. En er was iets met
dozen. De haken aan het plafond
hebben wel wat moois. Ze zitten daar
vast met een goede reden. Het
zachtjes rollen van de stoel naast het
bed is het enige dat ik nog bewust
hoor. De andere geluiden vervagen.
Ik ben compleet ontspannen.
bron: Wikipedia
Elise Moolhuijsen-Eveleens is lid van de doops gezinde gemeente in Aalsmeer en werkt daar in het familiebedrijf, een jachthaven.
In haar vrije tijd is ze Reiki-master. Ze geeft sinds 1999 cursussen en
al sinds 1987 behandelingen in haar eigen behandelruimte aan huis.
Dat ze gelijk voor Reiki openstond vindt ze zelf niet zo gek. ‘Ik ben nu
eenmaal nieuwsgierig, dat is mijn karakter. En ik oordeel niet gelijk.
Toen iemand mij eind jaren 80 op Reiki wees ben ik gelijk een cursus
gaan volgen. Zo is het begonnen.’
Langzaam zie ik de ramen, voel de
structuur van het beddengoed. Het
duurt lang. Er gebeurt niet veel. Ik
voel tintelingen, niet meer dan dat.
Ik lig heerlijk, maar ben hier niet om
te slapen. De haken zijn er nog, maar
waarom maakt me niet meer uit.
Uit-geanalyseerd. Mijn linkerknie.
Warm, koud, warm. Tintelingen in
mijn lijf. Ineens ben ik er weer. Wat
gebeurt er? Ik voel mijn hele lichaam
reageren. Rillingen, temperatuurverschillen. Mijn hart. Rechterknie.
Ik blijf verward achter. Niks meer.
Ik bedenk wat er gebeurd zou kunnen
zijn. Wat is er met mijn knie? Of heeft
het niks met elkaar te maken? Ik heb
nooit last van mijn knie. Of is het
symbolisch? Enkels, voeten. Het is
Nu is ze semiprofessioneel met Reiki bezig en geeft ze dagelijks
behandelingen. Officieel is het een hobby, omdat ze geen keurmerk
heeft en niet is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. ‘Ik wil
het laagdrempelig houden. Ik vind dat Reiki voor iedereen toegankelijk moet zijn. Het is geen elite-ding. Het is voor iedereen.
Ik zie het als een manier om energie te krijgen en te geven. Andere
mensen mediteren elke dag. En weer anderen bidden elke ochtend
tot een God. Ik geef mezelf elke ochtend een Reikibehandeling.
Het zijn allemaal uitingen van hetzelfde. En voor mij werkt Reiki.’
klaar. Ik kijk haar aan. Ze heeft het er
warm van gekregen.
‘Er gebeurde van alles met je linkerknie’, vertelt ze. ‘Ik voelde het stromen. Het ging alle kanten op.’
Enigszins geschrokken kijk ik haar
aan. Hoe kan ze dat nou voelen? Haar
handen raakten me nauwelijks. Ze
keek me niet aan, ze was geconcentreerd. En toch. Ze voelde het. Het
moet mijn ademhaling zijn geweest.
Of mijn hartslag. Een logische verklaring lijkt me het meest voor de
hand liggen. Dat moet. Dat kan niet
anders. Dit kan niet zomaar. Toch?
Ze vraagt of ik nog iets wil drinken of
even wil praten. Ik weet het even niet.
Het is een intense middag en ik moet
het even laten bezinken. Ik moet weg.
Ik moet even lopen. En ik moet dozen
uitpakken. En boodschappen doen.
Ik neem afscheid en stap aan wal.
Het is echt Aalsmeer, ik ben gewoon
in Aalsmeer. <<
17
boeken & bladen
heid. Op zijn sterkst is Brandsma in
de gedichten waarin hij met de taal
speelt, zoals in De man van Nazareth:
Jezus liet zien/dat vrijheid/van geloven/
samen gaat/met/aren plukken/en/een
paar vaten/goede wijn. Het continue
gebruik van enjambementen (dichtregels die zonder pauze doorlopen
in een volgende regel) doet vaak wat
geforceerd aan. En toch zegt een
stemmetje in mij dat de bundel van
Wytze Brandsma op menig doopsgezinde leestafel zal komen te liggen.
Daarvoor zijn de gedichten, inclusief
Onze moeder en Geloofsbelijdenis,
voldoende prikkelend. Brandsma
roept op en daagt uit en dat begint
al bij de keuze voor de titel.
prikkelend
Poëzie of pamflet?
Over de vraag wat een gedicht is
lopen de meningen uiteen. Duidelijk
is wel dat in weinig woorden het
nodige opgeroepen kan worden.
Show, don’t tell. De kracht van het
beeld staat centraal. Anders gezegd:
de verbeelding aan de macht!
Wytze Brandsma begeeft zich met
zijn tweetalige bundel God is het
antwoord niet (God is it antwurd net)
ogenschijnlijk op de grens van poëzie
en pamflettisme. In een voorwoord
maakt hij de lezer duidelijk dat de
gedichten ‘zijn geschreven vanuit het
idee, dat het aan ons mensen is om
vrede en gerechtigheid te bewerkstelligen’. De titel van de bundel vat,
aldus Brandsma op de achterflap,
‘zijn visie op theologie in één zin
samen’. Blijkbaar is hij bevreesd dat
de gedichten niet voor zich spreken.
De motivatie van Brandsma om met
gedichten de wereld te verbeteren
leidt ertoe dat in sommige gedichten
het pamflettisme hoogtij viert:
Zin geven/aan het leven/is kiezen voor/
medemenselijkheid/vrede/en/gerechtig-
18
God is het antwoord niet, Wytze
Brandsma, uitgeverij Narratio,
€ 9,–
op koers
Tegen decivilisatie
‘De grondwet leidt een armetierig
bestaan.’ Zo typeerde de fractieleider
van de ChristenUnie in de Tweede
Kamer ooit de Nederlandse grondwet. Bas de Gaay Fortman, oud-politicus en emeritus hoogleraar Politieke
Economie, stipt deze uitspraak verschillende keren aan in zijn boek
Moreel erfgoed. Hij vindt onze grondwet de morele maat voor de beslissingen van politici én voor het
handelen van de Nederlandse burger.
Met name artikel 1 is richtinggevend:
Allen die zich in Nederland bevinden,
worden in gelijke gevallen gelijk
behandeld (met de nadruk op het
woordje ‘allen’). Kom daar maar eens
mee aanzetten bij Wilders en consorten. De Gaay Fortman geeft hun
dan ook met regelmaat en in ferme
taal een veeg uit de pan. ‘De heersende idee zal moeten zijn dat we pal
staan voor ons moreel erfgoed en ons
moeten keren tegen de belagers
ervan.’ Wat het begrip ‘moreel erfgoed’ inhoudt legt de auteur uit in
een staatsrechtelijk, historisch
betoog. Van de Magna Charta uit
1015: het handvest van fundamentele
vrijheden ter bescherming tegen
misbruik van macht door de Britse
koning Jan (‘zonder land’), de Acte
van Verlatinghe van de Staten-Generaal die in 1581 verklaarden koning
Filips ii af te zetten, tot de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens
uit 1948 én de Nederlandse grondwet.
De Gaay Fortman steekt zijn mening
niet onder stoelen en banken. ‘De
omvorming van ons ministerie van
Justitie in een departement voor eerst
Veiligheid en daar achteraan nog
Justitie – een beschamende erfenis
van dat miserabele kabinet-RutteVerhagen-Wilders – staat model voor
het gevaar van decivilisatie.’ Een essay
heeft Bas de Gaay Fortman dit boek
genoemd, maar het is veeleer een
lang college van 376 bladzijden, gelardeerd met persoonlijke ervaringen.
Moreel erfgoed leest soepel en
gemakkelijk, maar is soms nogal
somber en belerend van toon.
door Jehannes Regnerus
Moreel erfgoed. Koers houden in een tijd
van ontwrichting, Bas de Gaay Fortman,
uitgeverij Prometheus, € 39,95
historicus
Onverwachte kanten
Deze zomer verschenen, gebundeld
in een fraai boekje, twee onbekende
kleine werken van de historicus Johan
Huizinga. Huizinga was lid van de
Leidse doopsgezinde gemeente en
gedoopt in de Groninger vermaning
aan de Oude Boteringestraat.
Huizinga is vooral bekend geworden
door zijn magistrale werk Herfsttij
der Middeleeuwen. Maar wat weten we
echt van hem? Toen ik mij ooit in
de geschiedenis van de jaren 30
verdiepte, stuitte ik op een cultuurpessimistische Huizinga. Een nogal
afstandelijk heerschap dat, net als
Spengler en Ortega y Gasset, met
diepe weerzin de materialistische
massademocratie van zijn tijd beschouwde en vanuit die dispositie het
nationaal-socialisme veroordeelde.
Huizinga keek met weemoed terug
naar het laat 19e-eeuwse, deftigliberale Nederland van zijn jeugd.
Over die tijd gaat vooral zijn autobiografische schets Mijn weg tot de
historie. In gevoelig en beeldend
proza schetst Huizinga hoe hij als
kind en later als student in de stad
Groningen zijn weg vond in de kleine
wereld van de toenmalige geschiedwetenschap. Er doemt een beeld op
van een bescheiden, nu en dan aan
zichzelf twijfelend mens. Bezorger
Van der Lem geeft in zijn verhelderende toelichting een plausibele
verklaring voor Huizinga’s nederigheid, die ik hier niet zal verklappen.
En dan de Gebeden. Het gaat hier om
de dertien gebeden die Huizinga
schreef in het najaar van 1944, samen
met zijn tweede, veel jongere Roomskatholieke vrouw en hun dochtertje.
Het zijn sterk persoonlijke gebeden,
vooral gericht op het behoud van het
eigen gezin. Van der Lem merkt in
zijn toelichting op dat ze algemeen
christelijk van aard zijn, dus niet
gebonden aan één specifieke godsdienstige overtuiging. Waag ik me
toch aan een duiding, dan kunnen
Huizinga’s gebeden het beste worden
gekwalificeerd als nogal kinderlijke,
maar daarom niet minder oprechte
uitingen van een primair existentiële
geloofsovertuiging. Het feit dat
Huizinga en zijn jonge gezin in het
najaar van 1944 in De Steeg, dus pal
in de frontlijn woonden, verklaart
heel veel: hier richt een letterlijk
doodsbange man zich tot het
opperwezen. De gebeden zijn daarmee herkenbaar geworden, waardoor
Huizinga ons ineens heel nabij komt.
Tenzij anders vermeld,
zijn de bijdragen op deze
pagina’s van de hand van
Martin Maassen, martin.
[email protected]
amerika
Volgens Van Rossem
Het herfstnummer van Maarten!, het
blad van nationale knorrepot Maarten
van Rossem, is geheel gewijd aan de
Amerikaanse presidentsverkiezingen
van 8 november aanstaande. Oud
nrc-journalist Marc Chavannes
– ‘Ik stem niet. Daarmee voel ik me
vrij om over iedereen te zeggen wat
ik denk dat de waarheid is’ – geeft een
duiding van de ontwikkelingen in de
Verenigde Staten. ‘Ik had verwacht
dat de VS nog religieuzer zouden
worden, maar dat is niet gebeurd.
Integendeel. En de invloed van het
extreme neoliberalisme heeft (…)
meer schade aangericht dan ik had
verwacht.’ Een statistiek van Unicef
geeft aan dat de VS inmiddels een
ontwikkelingsland is geworden omdat
meer dan 32% van de kinderen in
armoede opgroeit. Volgens Van Rossem en de statistieken gaat Hillary
Clinton de verkiezingen winnen. Een
winst van hofnar Trump beschouwt
hij als een ‘hypothetische ramp’.
door Meine Henk Klijnsma
Mijn weg tot de historie & Gebeden,
Johan Huizinga (bezorgd door Anton
van der Lem), uitgeverij Van Tilt, € 19,50
De zonnetjes bij de
besproken boeken en
bladen geven de waardering
van de recensent weer.
Maarten! is te koop in de tijdschriftenhandel en online, € 6,99
Die kan uiteenlopen van
één zonnetje (niet best) tot
vijf (mag op uw nachtkastje
niet ontbreken).
19
a
Dopersduin
ie
t
n
a
k
stva
tocht
Herf
Programma
Wees welkom
Weg van de Tora
25 & 26 november Fredeshiem
De smaak van stilte
27 & 29 januari Fredeshiem
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet
en de kleur is…
25 & 26 maart Fredeshiem
Uitgelicht
Polair denken 28 & 29 oktober • Dopersduin, Schoorl
Polariteit en polair denken maken deel uit van ons dagelijkse bestaan. Als mens
staan wij altijd in een relatie of we dat nu willen of niet, omdat wij niet bestaan
als een eenling. Vanuit dit nieuwe begrip, zowel in de theologie als in de
filosofie willen we met elkaar denken over de zin van ons dagelijkse bestaan.
Prijs: vanaf € 180,- p.p.
Kijk voor meer informatie & prijzen op www.leeftocht.nl
Comfortabel wonen in
het groen met uitstekende
zorg altijd dichtbij
Kijk op de site voor de
volgende rondleiding!
m
vr 2
1 okt
~ v.a. €190,- p.p.
Oorsprongweg 3
1871 HA Schoorl
tel. 072 509 12 74
dopersduin.nl
RIANT WONEN IN HET GROEN
Park Gooijland ligt in een landelijke, groene
omgeving. De riante appartementen zijn
levensloopbestendig ingericht.
ZORG ALTIJD DICHTBIJ
De ruime appartementen maken deel uit van
woon-zorgcomplex Huize Salland. Ideaal, want u
woont hier zelfstandig en indien gewenst met zorg
aan huis van Huize Salland, 24 uur per dag!
Deventer - Colmschate
SERVICE EN VELE ACTIVITEITEN
Voor vrijetijdsbesteding kunt u hier terecht. Er is een
Grand Café, een restaurant en bv. een theaterzaal.
Ook zijn er gezellige activiteiten, is er een winkel en
een kapper in huis. Dichtbij, vertrouwd en goed.
CT
RE R
DI U
R HU
PE TE
MVGM Woningmanagement
Mevrouw Laura Lamme
033 - 460 53 76
[email protected]
de hand van God
b
tekst Kalle Brüsewitz
t/
okt
za 15
Even stilstaan in de drukte van
alledag. Om dan geïnspireerd,
verrijkt weer verder te gaan.
Nieuwe paden vinden op oude
wegen. Andere, bredere gezichtspunten opdoen in een inspirerende
omgeving en binnen een ongedwongen sfeer. Dat is wat Leeftocht
u wil bieden, met een buitengewoon
aanbod van activiteiten, lezingen
en cursussen op het gebied van
religie en spiritualiteit.
verbeelding
parkgooijland.nl
De hand die God ons gaf. De kracht van
de vuist, de kwetsbaarheid van de handpalm,
de verbinding van twee handen ineengeslagen, de verslagenheid van de slappe
handen langs het lijf, de pijn van de
bloedende wond in de hand die Jezus aan
het kruis vasthield. Handen als symbool
van het leven. Open handen naar de hemel,
high fives van ultieme overwinning, handen
die kapotslaan, handen die betoveren en
bezweren, handen die aaien en handen die
pijn doen. Handen die vrijlaten en handen
die gevangen houden, handen die applaudisseren en handen die oorverdovend stil zijn.
De hand als symbool. Voor zoveel.
a
b
c
d
e
f
Chet Faker >> Built On Glass
Bon Jovi >> Keep The Faith
Paul McCartney >> Wingspan
The Script >> Science & Faith
Pearl Jam >> Ten
Godspeed You Black Emperor >> Li� Your Skinny Fist Like Antennas To Heaven
Metallica >> St. Anger
System Of A Down >> System Of A Down
Slayer >> Christ Illusion
The Helio Sequence >> Keep Your Eyes Ahead
Macbeth >> Hands
Spiritualized >> Amazing Grace
c
d
e
f
21
oergong
kort
Hollandse doopsgezinden
Vreemde maar wel naaste buren
tekst Tjitske Hiemstra – foto Nienke van der Meer-Hoeber
Hart en handen open
In Leeuwarden raakt het Huis van
Bezinning en Bezieling naast de
vermaning steeds meer bekend.
De naam ‘Oergong’ geeft de overgang weer van drukte naar stilte, van
buiten naar binnen, van hoofd naar
hart. Elke vrijdag staat er een bord bij
de weg en om 12.30 uur komen er
zo’n vijf à tien mensen binnen voor
een half uurtje stilte en meditatie.
We vragen hun de handen te openen
voor de muziek – vaak een Taizélied –,
voor de tekst waarmee ze de stilte
ingaan, en om een kaarsje te branden
als afsluiting, soms met woorden of
gebed. Op deze warme, rustige plek
in het centrum van de stad kunnen
mensen zichzelf terugvinden, en
vinden zij een ankerplaats.
Oergong is geboren dankzij nachtelijke dromen tijdens verschillende
weken op Iona. Langzamerhand
groeide, via meditatietrainingen en
gesprekken met gemeenteleden,
het verlangen in mij om dit braakliggende terrein van de kerk opnieuw
in te vullen. In samenspraak met de
kerkenraad ontstond het plan ons te
richten op christelijke meditatie. Een
enthousiaste meditatiegroep kwam
toen al samen. Het wonderlijke was
dat deze droom en dit verlangen
samenvielen met het zoeken naar een
nieuwe invulling voor de oude kos-
22
terswoning, het latere fds-kantoor.
Dit kleine pand op het Menno
Simonsplein, met z’n sobere inrichting, bleek uitermate geschikt. Ga je
daar zitten, dan kom je als vanzelf tot
rust, tot stilte en soms ook tot gebed.
Zou je meditatie een ‘blinde vlek’ van
de huidige kerk kunnen noemen?
In kloosters stond elke dag meditatie
– het biddend overwegen van bijbelteksten – op het programma. Men
leefde met psalm 1: “Gelukkig de
mens die vreugde vindt in de wet van
de Heer en zich daarin verdiept, dag
en nacht”. Vele christelijke meditatievormen zijn hierop geënt. Door de
theologische hoofdstroom van de
laatste eeuwen (na de Verlichting) is
meditatie echter een randverschijnsel
geworden. Het tij lijkt nu te keren: de
binnenkant krijgt weer meer aandacht
in en rond de kerk.
In Oergong zelf zijn twee meditatiegroepen. Daarnaast bieden we een
cursus ‘Lichter leven’ aan, voor mensen die moeilijke perioden in hun
leven doormaken, en met behulp van
meditatie, zang et cetera lichter leren
omgaan met datgene wat hun leven
zwaar maakt. Ook is er een groot
labyrint gemaakt dat we in de kerk
lopen voor Kerst en Pasen. En we
organiseren regelmatig Taizégebeden waar veel jongeren aan
meedoen, plus een jaarlijkse Ionazangmiddag. Oergong blijkt daarnaast de inspiratiebron voor zomertentoonstellingen in de kerk. Het
boekje Wy, dy’t bidde met teksten
van Anselm Grün en foto’s van leden,
en de tentoonstelling Aangeraakt
met schilderijen van Minke van der
Meulen-Heida en met meditatieve
zangteksten, vinden hun ontstaan in
Oergong. In het kader van Culturele
Hoofdstad 2018 hebben we het
initiatief genomen voor een wandelboekje langs kerken en stilteplekken,
afgewisseld met stilteteksten.
Kijkend naar de toekomst willen we
meer inzetten op publiciteit, en het
concept Oergong uitbouwen met
meer nieuwe vormen rond christelijke
meditatie en spiritualiteit, zodat die
‘blinde vlek’ langzaam zichtbaar
wordt. <<
Op zondag 6 november viert Oergong,
Het Huis van Bezinning en Bezieling,
haar eerste lustrum. Met in de ochtend
een viering en na de lunch een inleiding
over Oergong met aansluitend workshops. Ochtendprogramma gratis,
middagprogramma € 10,–.
Aanmelden via www.dgleeuwarden.org
Op 22 en 23 september vond nabij Torun in Polen, een congres
plaats over ‘Olenders’, onze vreemde en toch naaste buren’.
Dit congres werd georganiseerd door Fois anro, een Poolse ngo,
samen met de Nikolaus Kopernicus Universiteit van Torun.
De belangstelling uit diverse geledingen: lokale bevolking,
wetenschap en overheid, overtrof met meer dan 120 aanwezigen,
alle verwachtingen. De betrokkenheid bij het onderwerp was groot
en het congres in alle opzichten een succes. Drie doopsgezinde
‘Hollanders’ waren uitgenodigd om elk hun eigen verhaal te
vertellen over de ‘Olender’ buren, die zich in het begin van de
16e eeuw vanuit Nederland als Dopersen in de Vistula-delta
vestigden (in het Pools: Wisla-delta).
Ds. Pieter Post gaf een korte toelichting op wat het doopsgezind
geloof inhoudt. Voor veel van de aanwezigen een eyeopener.
In Polen waren ooit veel Mennonieten maar nu kent men er nog
nauwelijks voorbeelden van. Hajo Hajonides voerde namens het
Internationaal Menno Simons Centrum een pleidooi voor het
onderhouden en uitbreiden van contacten en het leggen van verbindingen met Doopsgezinden uit Europa. En Antoinette Hazevoet
stipte vanuit haar ervaringen met www.eumen.net, de verschillen
en overeenkomsten in doperse geloofsopvatting binnen het
doopsgezinde Europa van nu, aan. De doopsgezinde Stichting
Nederland-Polen keek achter de schermen mee.
De tweede dag kreeg het congres een vervolg met een mini Openluchtspel over Mennonieten. De hierna geplande oecumenische
viering in het voormalig Mennonieten kerkje in Nieszawka werd
een gezamenlijk optreden van een katholieke priester en hulppastor, een Lutherse predikant en een Doopsgezinde predikant.
Tot slot was er een ‘Slowfood Mennonite buffet’ op de veranda van
het nabijgelegen Dorpshuis, inclusief muziek. De aanleiding voor
het organiseren van het congres was onder meer het, in 2017 te
colofon
U kunt uw bijdrage overmaken op
Doopsgezind NL is een uitgave van
Algemene Doopsgezinde Sociëteit
de Algemene Doopsgezinde Sociëteit
onder vermelding van ‘dnl 2016’.
iban nl19 abna 0243 4938 86 t.n.v.
(ads) en verschijnt tien keer per jaar.
Het blad wordt tegen een vrijwillige
Hoofdredactie Johan Tempelaar
bijdrage toegezonden aan alle leden
(coördinator communicatie)
van doopsgezinde gemeenten.
Eindredactie Marijke van Duin
Vrienden en belangstellenden die
Redactie Kalle Brüsewitz, Yko van
het blad willen ontvangen, betalen
der Goot, Martin Maassen, Wieteke
€ 40,– per jaar. U kunt zich opgeven
van der Molen, Tea Rienksma,
via de contactgegevens in dit colofon.
Jan Willem Stenvers
openen, ‘Olender’ Openlucht Museum in Nieszawka, in de bovenstroomse uiterwaarden van de Vistula. Al met al de moeite van alle
inspanningen waard. Er is een duidelijke stap gezet om het begrip
‘Olender’ en ‘Mennonite’ in een ander daglicht te plaatsen en niet alleen
te gebruiken als toeristische attractie. En er zijn nieuwe contacten
gelegd om vanuit doopsgezind Europa meer verbinding met Polen
te onderhouden. Van de in totaal dertien voordrachten, zal een (Pools/
Engels) boekje worden samengesteld. Binnenkort zijn de lezingen ook
te vinden op www.foisanro.pl.
Antoinette Hazevoet
verder quilten
Doopsgezinden in Zwitserland, Duitsland, Frankrijk en Nederland wordt
gevraagd om hun quilt-activiteiten voort te zetten. Als er zich ergens een
natuurramp voordoet en Mennonite Central Committee (mcc) heeft
ter plaatse betrouwbare contacten, dan is het mogelijk om snel hulpgoederen te sturen, aangevuld met de quilts die op dat moment in de
vier genoemde landen beschikbaar zijn.
Doopsgezind WereldWerk zoekt iemand die voor ons land als centrale
contactpersoon kan optreden en contact onderhoudt met de quiltgroepen, zodat op elk moment bekend is hoeveel quilts er beschikbaar
zijn.
Wilt u contactpersoon zijn of zit u in een quiltgroep? Neemt u dan contact op
met Bert Duhoux: [email protected]
volgende nummer
Thema: Troost
> Coffee 4 Peace
> Als troosten tekort schiet…
> Koffie zonder bijsmaak, en nog veel meer…
Ontwerp & opmaak Susan
de Loor, Kantoordeloor, Haarlem
Druk gbu Grafici, Urk
Advertenties Saskia Meerts
Oplage 7.500
Papier G-Print Proost & Brandt,
fsc-gecertificeerd
Contact redactie & advertenties
Singel 454 | 1017 aw Amsterdam
t 020 623 09 14 | [email protected]
www.doopsgezind.nl
Abonnement Groot letter
cbb 0341 56 54 99 of [email protected]
Het volgende nummer van
Doopsgezind NL verschijnt begin
november 2016. Reacties voor
‘ingekomen’ uiterlijk 19 oktober
2016 aanleveren. Brieven dienen kort
en zaakgericht te zijn. De redactie
behoudt zich het recht voor om
bijdragen in te korten of niet op
te nemen.
© ads 2016
23
column
Ik heb een handengevend beroep.
Ik ben ermee vertrouwd geraakt om
mensen op allerlei momenten een
hand te geven, die te schudden of te
drukken als welkom of als afscheid.
tekst Gerke van Hiele
foto Johan Tempelaar
De hand reiken
Het is een vorm van fysiek contact
die ruimschoots past binnen mijn
beroepscode als voorganger. Een
hand is toch wat anders dan een
omhelzing, a bear hug, een kus of een
klapzoen. We leven in een vrij land,
maar het is gelukkig zeker niet zo dat
er geen codes zijn voor de omgang
met zowel mannen als vrouwen.
Handen van mensen zijn niet als
vingerafdrukken: onmiskenbaar en
onmisbaar voor identificatie en onderzoek naar misdrijven. Handen zeggen
echter wel wat over wie mensen zijn,
wat ze doen en hoe het ze gaat. Er
zijn zachte handen, klamme handen,
trillende handen, verkrampte handen,
koele en stevige handen. ’s Zondags
bij de deur haal ik de melkveehouders
en zeilers er zo uit – vier stuks. Jonge
kinderen vinden het handengeefritueel weleens leuk en komen nog
een keer langs om te oefenen en
‘goede week!’ te zeggen. Soms zijn een
handdruk en een blik van verstandhouding genoeg, omdat je weet van
de plaats en de opdracht waar iemand
na de dienst weer naar terugkeert.
Gerke van Hiele is predikant in de Arboretumkerk
te Wageningen en docent
en coördinator van de
cursus Doperse Theologie.
24
Vroeger had de kerk Wageningen
een hoge kansel. Een van mijn voorgangers, Jaap Gulmans, schreef nog
jaren later in dagblad Trouw hoezeer
deze houten broek hem benauwde.
Vooral de handdruk van een kerken-
raadslid had hem als ‘goede stoelgang, dominee’ in de oren geklonken.
Eigenlijk is die zondagse hand een
19e-eeuws insluipsel, overgenomen
van de hervormde kerk. Deze handdruk heeft volgens Pieter Post – ik heb
het even nagevraagd – formeel de
betekenis van het tijdelijk afstaan van
het gezag van de kerkenraad die op
de belijdenissen toezag, en daarmee
de uitleg/verkondiging overdroeg op
de dominee, opdat de kerkenraadsleden zelf onder het gehoor konden
gaan zitten. Maar wat moeten wij er
eigenlijk mee? Zou het niet veel beter
zijn om elkaar na afloop allemaal de
hand te schudden? De Quakers doen
dit ook aan het eind van hun doorgaans stille bijeenkomsten. Thank you
for sharing with us.
Het Nederlands kent veel uitdrukkingen met handen. Handenwringend verwerkte zij het slechte
nieuws. Hij zat met zijn handen in
het haar. Mijn handen jeukten. Als
men haar een vinger geeft, neemt zij
de hele hand. We komen handen
tekort. Je in de handen wrijven.
Iemand op handen dragen. Op je
handen gaan zitten. De handen in
elkaar slaan of ergens voor op elkaar
krijgen. Iets kan in verkeerde handen
komen. Als je hem een hand gegeven
hebt, moet je je vingers natellen.
Ook kun je een meisje om haar hand
vragen, vroeger zelfs nog haar vader.
Ik heb dat in een onbewaakt moment
ook een keer gedaan en mag me tot
op vandaag gelukkig prijzen.
Al schrijvend komt er een oud
kinderlied bij me boven van Henk
Jongerius: ‘Handen heb je om te
geven van je eigen overvloed en een
hart om te vergeven wat een ander
jou misdoet.’ Veel simpeler kun je een
kind niet aanreiken wat van belang is
in het leven. Een kind doorgeven dat
zij een uniek schepsel is, maar dat dit
ook geldt voor het jongetje aan de
overkant. Je kunt weer opnieuw
beginnen met die ander. Samen zijn
wij geroepen om te leven en te delen
in verantwoordelijkheid.
Soms is het spannend tussen
mensen, soms ook gaat het mis. Dat
is doorgaans pijnlijk en verdrietig en
kost tijd, mag ook tijd kosten. Hou
voor zover het van u afhangt vrede
met alle mensen, schrijft Paulus niet
voor niets. Soms komen existentiële
grenzen in zicht. Tegelijkertijd hebben
wij mensen handen gekregen om
elkaar te reiken. Misschien is de hand
die je aanneemt of aanbiedt om je
met die ander te verzoenen wel de
kostbaarste hand. Ook kun je iemand
de hand reiken vanuit een diep besef
dat wij ons leven niet in eigen hand
hebben, maar mensen in Gods hand
zijn. Ook vrede gaat van hand tot
hand. Dat vraagt om aandacht, rust
en initiatief: om handen vouwen,
ze laten rusten in je schoot en om
handen uit de mouwen. <<