Port zelande - WSV Biesbosch

Download Report

Transcript Port zelande - WSV Biesbosch

Port zelande – Newcastle – Whitby – Zierikzee – Port zelande
De Blue Berry in de doldrieste van het noorden.
Het is donderdagavond 9 juni, wanneer de Blue Berry klaar voor vertrekt ligt in de haven van Port
Zelande. De laatste bemanningsleden Frans van Oorschot en schipper Leo Verschuren stappen rond
23:00 uur aan boord.
Er wordt besloten om direct naar Bruinisse te varen, zo hebben we de eerste 10 mijl te pakken en
kunnen we de volgende ochtend vroeg door de sluis.
Er waait een matige noordoosten wind waardoor we op het voorzeil de Grevelingen af kunnen varen.
Het is lastig navigeren op de onverlichte boeien in het donker, maar met de elektronische kaarten als
blinde geleide hond, komen we zonder amper een boei te hebben gezien veilig aan in de haven van
Bruinisse. Een slaapmutsje en dan snel te kooi want om 5:30u gaan we verder met de reis naar
Newcastle.
Vrijdag 10 juni.
Enigszins verbaast over het vroege tijdstip beantwoord de sluismeester van Bruinisse onze oproep
voor een schutting richting de Oosterschelde. De sluis wordt klaar gemaakt en al snel hebben we de
eerste schutting van de dag achter de rug.
De wind is zwak tot niks en op de motor tuffen we met de stroom mee richting de Zeelandbrug. De
laatste voorbereidingen aan dek worden getroffen en Frans bereidt een heerlijk boterham met ei en
spek als ontbijt. We zijn net op tijd voor de opening van de brug en kunnen direct doorvaren richting
de Roompot sluiten. Het is zojuist hoogwater geweest en kunnen net onder de brug door.
Het ziet er niet naar uit dat er gezeild kan worden als we uit de sluis komen. De zeilen worden
weliswaar gehesen maar de wind is te zwak om ze te bollen. Het wachtschema wordt van kracht en ik
ga als eerste te kooi.
We varen via het anker gebied de steenbank door de Noordhinder richting de Engelse kust. Er lijkt
geen eind aan de windstilte te komen terwijl er toch N – NNW 3-4 wordt voorspeld. Wanneer er door
Leo een heerlijk diner is bereid, een overheerlijke hachee met rijst, begint na de afwas de wind wat
aan te trekken. De motor ( torreke) wordt afgezet en wanneer ik weer te kooi ga zijn we onder zeil.
Helaas is dit van korte duur, wanneer de wacht om 24:00u wordt gewisseld zijn we weer op de motor.
Zaterdag 11 juni.
De wind blijft maar echter van boven komen, een redelijke deining uit het noordoosten zorgt er voor
dat de zeilen niet bol blijven staan waardoor zeilen een kansloze opgave lijkt te worden. We proberen
het keer op keer zonder resultaat, zelfs de genaker biedt geen bevredigend resultaat. Wel is er
genoeg te zien. Dolfijnen en Jan van Genten komen ons begeleiden en groeten ons regelmatig. Op
het geluid van de motor na is het enorm rustig op zee. Lichte wind uit oosten met een flinke deining
zorgen voor geklapper van de zeilen. Om het materiaal te sparen worden de zeilen gestreken, later
blijkt dat dit geen overbodige luxe was. De dag bestaat uit boekjes lezen, muziek luisteren en zo nu en
dan proberen te zeilen. Tegen de avond wordt de kuiptafel uitgeklapt en wordt er weer een
overheerlijk diner geserveerd door de master scheepschef.
Zondag 12 juni.
We naderen Newcastle als we langzaam door de nacht varen. Zo nu en dan passeert ons een
vrachtschip of een visser. Tegen het ochtendgloren beginnen de dolfijnen weer aan hun ochtend
gymnastiek. Sierlijke sprongen, tot een paar meter van de Blue Berry, zorgen voor een mooi
schouwspel. Het zicht is zeer matig, we zijn 6 mijl van de havenhoofden verwijderd maar het voelt
alsof we midden op zee zitten. Op 2 mijl zien we nog steeds niks, volgens de uitgezette koers zouden
we precies op de havenmonding moeten afstevenen.
Opeens verschijnen de pieren van Newcastle. De hoofdnavigator Frans heeft met zijn uitgerekende en
ingestelde koers een knap staaltje navigatie werk op de kaarten tafel gelegd. We komen exact tussen
de pieren terecht in dit slechte zicht. In een land van James Cook ( de ontdekkingsreiziger die o.a.
Australië heeft ontdekt) zou Frans in de legende niet misstaan.
De binnenkomst is prachtig. Een mooie brede aanloop zorgt voor een makkelijke binnenkomst. Hoge
rotspartijen en veel groen doen een beetje aan het Schotse denken. Het is druilerig maar toch
prachtig. Met name activiteiten voor offshore schepen en autoschepen vinden hier plaats en na ons
komt een cruiseschip binnen. Het is zondag en erg rustig.
In de eerste haven die we tegenkomen gaan we even bijtanken want we hebben een halve tank leeg
gevaren op onze reis. Ik denk een unicum dat er in twee dagen zoveel verstookt is. De prijs is niet
misselijk, een dikke 200 pond voor 150 liter.
We varen verder de rivier ‘Tyne’ af. Het is doodstil, de enige gevaren die we tegenkomen zijn
drijvende houtstammen.
We hebben het plan om midden in het centrum langs een rivier steiger af te meren. Eenmaal
aangekomen blijkt een imposante brug niet tijdig open te gaan, we hebben zelfs twijfel of deze
überhaupt open kan. Met wrijf hout langs de fenders meren we af langs de kade vlak voor de brug.
De Blue Berry trekt veel bekijks. We liggen voor de deur van een restaurant/pub. De
wandelpromenade langs de kade zorgt ervoor dat menig Brit ons een kijkje gunt.
Nadat we veilig zijn afgemeerd belonen we ons op een aankomst biertje. Een heerlijke ‘la trappe
quadruppel’ glijdt in de keel als Gods woord in een ouderling. Dit zijn toch de lekkerste biertjes.
We besluiten om de stad te gaan verkennen. Speciaal voor ons bezoek aan Newcastle zijn er
festiviteiten georganiseerd, een kleine markt met prullaria en uit Duitsland geïmporteerde
braadworsten sieren de kade, de mariniers zijn met hun boten opgetrommeld om de Blue Berry vanaf
de rivier de groeten, dit is waarschijnlijk een ode aan ‘Michiel de Ruyter’ de vader van de mariniers.
Schotse doedelzakken maken het feest compleet. De Blue Berry is nu officieel ingeklaard. De
noordzijde van de stad (historische gedeelte) heeft weinig om het lijf vind. Hier en daar wat oude
gebouwen maar de sfeer ontbreekt. Dit kan toeval zijn of niet. De waarheid zal in het midden liggen.
We maken een kleine ronde door de binnenstad en nuttigen een kop koffie. Daarna gaan we terug
aan boord voor een klein dutje.
In de middag gaan Frans en Leo een kijkje nemen in het conservatorium/concert gebouw aan de
andere overzijde. Ik blijf aan boord en hier zou ik later spijt van krijgen. Zij zijn namelijk getuige van
een repetitie in een van de grote zalen. Een zeer modern zalen complex is gebouwd in dit reusachtige
complex. Het is architectuur van de 21e eeuw. Het is interessant om te zien hoe men moderne
architectuur hebben verweven in de oude saaie ontwerpen van Newcastle uit de vorige eeuw. De
vraag of de brug waar voor we liggen open kan, wordt aan het eind de middag beantwoord. De
voetgangers brug bestaat uit 2 bogen die schuin uit elkaar staan. De brug wordt geopend door de
bogen te kantelen waardoor de doorvaarthoogte wordt vergroot to 25 meter. Een zeer interessant en
vernuftig modern ontwerp.
Als diner staat gebakken zalm, met aardappelen en erwten met wortelen (ook wel bakboordstuurboord genoemd). Het is weer overheerlijk.
We besluiten in de avond om een Engelse pint te drinken in het café naast ons. Een zeer ruim
opgezet grand café met een gezellige ambiance zorgen voor een heerlijk avond. Wat opvalt is dat de
bevolking hier doorgaans goed gekleed is en in het bezit van een volledige rij tanden. Iets wat je niet
overal in Engeland ziet. Om 1 uur klinkt de laatste ronde en gaan terug aan boord. Hier nemen we nog
een slaapmutsje en maken ons op voor een boerennacht. De brug en het concert gebouw zijn
geweldig verlicht in diverse wisselende kleuren. Het doet geweldig aan om daar vlakbij te liggen en we
genieten van dit oplichtend schouwspel.`
Maandag 13 juni
De grootzeilval is op de reis doorgeschavield dus gaan we deze pogen te repareren. Met het
handboek knopen gaan we de val van dynema proberen opnieuw te splitsen. Frans en Leo doen hun
uiterste best, maar de lijn is te stijf om een goede splits te maken. In de laatste fase van de splits blijkt
het onmogelijk, en om niet de hele dag hiermee bezig te zijn wordt besloten een knoop te leggen.
Wanneer we val op spanning willen brengen om de knoop te testen ontdekken we dat de
bevestigingspin van de giek op de mast er half uit geschoten is. De pin was niet voorzien van een
splitpen. De ophouder wordt verwijderd en de giek wordt met een val opgehesen zodat de pin weer
terug gezet kan worden. Na een half uurtje pielen en peuteren en wat tikken met de hamer zit alles
weer op zijn plaats. Dit werd gelukkig net op tijd opgemerkt in de haven.
’s Middags maken we een wandeling aan de zuidkant van de oever. Een modern gedeelte van de stad
die duidelijk grondig gerenoveerd is. Het doet modern aan wat toch een verrassing is gezien de rest
van de stad. We nemen een kijkje in het concert gebouw want dit willen ze mij niet onthouden en
terecht want het is inderdaad van binnen en van buiten een zeer imposant gebouw.
We besluiten in het restaurant naast ons een hapje te eten, een heerlijk hamburger wordt ons
voorgeschoteld. We maken een kleine wandeling over de boulevard en gooien de trossen weer los.
We zijn gebonden aan het tij want we willen naar Whitby. Hier kunnen we alleen met hoogwater
binnen en dat is morgenochtend.
We varen de ‘Tyne’ laat in de avond weer af en na 2 uren stomen bereiken we de havenmonding
weer.
Dinsdag 14 juni.
Er staat zowaar wind, we varen de nacht door met een snelheid van rond de 5 knopen onder zeil. We
hebben weinig haast. Een afstand van 40 mijl dient in 12 uur afgelegd te worden, zodoende kunnen
we lang onder zeil blijven. Tegen het krieken van de dag, als Leo op wacht komt zakt de wind volledig
in elkaar. We proberen andere koersen uit om de zeilen te doen bollen, maar als op een gegeven
moment de koers noord wordt, dan moet ‘ torreke’ weer gestart worden. Het is klaar met zeilen, en we
tuffen verder naar Whitby zodat we 2 uur voor hoogwater de haven binnen lopen.
De aanloop is lastig te noemen. Een sterke dwars stroom op de havenmonding zorgt ervoor dat er
nauwkeurig gestuurd moet worden, een klus die aan onze schipper Leo zeker toevertrouwd kan
worden. Behendig wordt de Blue Berry binnen de pieren gemanoeuvreerd, bij een stevige
Noordoosten wind is binnen lopen gelijk aan schipbreuk.
We moeten even wachten voor de brug die net voor de jachthaven ligt. Dit geeft ons de tijd om Whitby
alvast een blik te gunnen vanaf het wachtsteiger.
Na een uurtje kunnen we door de brug en de havenmeester wacht ons op aan het steiger. Een uiterst
vriendelijke Brit die ons een prachtige plaats toewijst.
Na een biertje en een verkwikkende douche, struinen we Whitby in.
Een bezoek aan de ruïne op te top van de berg mag zeker niet ontbreken in deze vissersplaats die
dienst doet als open lucht museum. Hordes dagjesmensen doen zich hier te goed aan souvenirs en
vis. We bezoeken een klein kerkje naast de ruïne voordat we weer naar beneden afdalen, het uitzicht
is adembenemend vanaf d ruien kijk je uit over de kust, de zee en de binnenlanden. Met een kwast en
verf, zou men Anton Pieck achtste schilderijen kunnen maken, maar we leven in de 21 E eeuw dus de
mobieltjes zorgen voor een haarscherpe herinnering.
Eenmaal beneden bezoeken we het standbeeld van James Cook, de befaamde ontdekkingsreiziger
die Australië, Hawaï en de noordelijke streken heeft ontdekt. De held van Whitby is hier opgegroeid en
heeft hier zijn opleiding tot zeeman genoten. Een legendarisch zeeheld waarvan Engeland er velen
heeft gekend.
We zakken af naar het oude centrum en in de lokale pub trakteren we onszelf op een heerlijke pint.
De lokale bevolking doet Engels aan. Mannen en vrouwen in slobbertruien en trainingsbroek. Een
gemiddeld gebit bestaat uit 4 tanden, precies genoeg om fish en chips te eten.
Fish en chips hoort bij een bezoek aan deze overzeese Europese provincie dus we gaan het erop
wagen in de stad van historie en vis.
Tot onze verrassing belanden we in een establishment waarin culinaire garing en goede bediening de
hoofdzaak van de is. Een prima bereid stuk kabeljauw met vers gesneden friet wordt ons
voorgeschoteld en een vis salade voor Leo die de verwachtingen overtrof. Hulde aan dit restaurant, en
een aanrader voor wie geïnteresseerd is.
We sluiten de dag gezellig af aan boord, met een biertje een hapje en gezellig ouwehoeren.
Woensdag 15 Juni.
Vandaag gaan we met de stoomtrein de binnenlanden in. Vanaf het stadion in Whitby gaan we een
2,5 uur durende stoomtrein reis maken. Nostalgie is de beste omschrijving van deze leuke en
interessante onderneming. De hele reis waan je jezelf in een open lucht museum. Oud mannen in
oude pakken, pittoreske stationnetjes, ouwe kolenboeren worden gepasseerd, hier geen sein- en
wisselstoringen want alles gaat mechanisch en handmatig. De stoom, het gefluit, de omgeving. In
alles waan je jezelf in 1783. Je verwacht bijna dat James Cook je kaartje komt knippen.
Op het eind station stappen we uit en verkennen het dorpje. Even pittoresk als alle andere dorpen
maar niet heel bijzonder. Na een kop koffie en een wandeling door het dorp nemen we de trein weer
terug.
We besluiten weer aan boord te gaan. Vannacht met hoogwater vertrekken we weer dus de avond
wordt aan boord door gebracht, er wordt een film gekeken (Michiel de Ruyter) en dan vroeg te kooi.
Rond 2 uur vertrek richting Roompot.
Donderdag 16 juni.
Er zou een stevige 5/6 uit het noordoosten moeten gaan blazen maar niets is minder waar. Er was
door Leo al een slecht weer maaltijd van bruine bonen met spek voorbereid. De maaltijd was heerlijk,
maar het slechte weer blijft uit. Er kan wel meer gezeild worden dan op de heenreis. De deining is wat
afgezwakt waardoor de Blue Berry makkelijk door het water glijdt met lichte wind. Langs de
rotsachtige kust wemelt het van de vogels, een schitterend schouwspel dat nooit verveelt op zee. De
heldere momenten worden afgewisseld met dichte mist banken. In een gebied met veel visnetten en
een windmolenpark in aanbouw is het opletten geblazen. We passeren alles maar we zien niks. Aan
het einde van de avond is het echt gedaan met de wind en de zeilen worden gestreken en ingerold.
Onder een geweldige lucht en zonsondergang tuffen we de nacht in onder het zoet gebrom van
‘torreke ‘ die zijn waarde absoluut heeft getoond.
Vrijdag 17 juni
We naderen de traffic lane en de Noordhinder. Weer bijna terug. De wind is 0 en zelfs met
scheepvaart is het rustig. Het zicht is matig want het is heiig. We naderen de ankerplaats steenbank
die zoals gewoonlijk bommetje vol ligt. Het wordt niks meer onder zeil. De huik gaat over het grootzeil
en tuffen richting de Roompot sluizen.
De bestemming is Zierikzee en dan mag een bezoekje aan ‘ d’n biet’ niet ontbreken. Het is redelijk
druk in de haven maar gelukkig kunnen we de Blue Berry tussen de schepen in manoeuvreren, de
stuurmanskunsten van Leo worden wederom bevestigd.
Een frisse douche genomen en dan naar d’N biet! We nemen de Hollandse tappa’s als diner en een
heerlijk speciaal biertje. Lekker op het terras in een ongedwongen ambiance.
Het is zeer gezellig en de biertjes smaken prima, moe maar voldaan gaan we te kooi voor het laatste
stukje naar Port Zelande.
Zaterdag 18 juni.
Het is een druilerige ochtend als ik mijn hoofd door de luiken naar buiten steek. De tripels van de
avond ervoor hebben duidelijk hun werk gedaan, want ietwat versuft kom ik Frans vergezellen in de
kuip. Er staat een matige bries en op het voorzeil varen we het Zijpe af richting de Grevelingen
sluizen. De koffie doet zijn werk en verdrijft de laatste restjes van de avond uit het bloed. In Bruinisse
voorzien we ‘torreke’ van de laatste sappen zodat de tank weer tot te nok toe is gevuld. De wind is
inmiddels aangetrokken tot 5 bft en als toetje kunnen we nog een paar mooie uren zeilend
doorbrengen op het Grevelingen meer. We hebben er een week op moeten wachten, maar de
voldoening en het plezier is groot als de Blue Berry een mooie witte snor presenteert en een snelheid
van 7-8 knopen.
Behendig stuurt Leo de Blue Berry weer de box in als we in Port Zelande zijn gearriveerd. En dan is
de tocht weer ten einde helaas. De boot wordt van binnen en buiten gekuist en dan is ze weer klaar
voor de volgende reis.
Na de gedane arbeid wordt de rekening opgemaakt. De financiën, de gezelligheid en het plezier wat
we met zijn drieën hebben gehad gedurende de week. Het was weer zeer geslaagd, een mooie tocht,
heerlijke eten, lekker bier en een gezellige bemanning.
Na nog een bak lasagne te hebben verorberd schudden we elkaar de hand en nemen we afscheid.
Leo en Frans, bedankt voor deze week en graag tot de volgende keer!
Wouter.